6 JULI 1927
UTEURSBECHT VOORBEHOUDEZij
Economi*sch~Stati*sti*sche
Beri*chten
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIÈN EN VERKEER
ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART
UITGAVE VAN HET iNSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
1
12E JAARGANG
WOENSDAG 6
JULI 1927
No. 601
1
INHOUD.
Blz. DE TIENDE INTERNATIONALE ARBEIDSCONFERENTJE 1
door
Mej. Mr. G. J. Stemberg ……………………..
594
De groei van het afbetalingsbankwezen. Een economische
vooruitgang of een economisch gevaar? door
Mr. Dr.
W. M. Westerman
…………………………
595 Samenwerking tusschen Vakvereeniging en Werkgevers
tothetuitvoeren van tijdstudies
doorl’rof. Ir. 0. Dresden
597
Het Pensioenfonds in de Typografie door
Mr. Dr. A. A.
vanRhiju
………………………………..
599
Nationaliteit en Belastingplicht door
Prof. Mr. H. W.
C. Bordewijk ………………………………
600
Petroleum en Politiek door
Dr. Wilhelm
Mautner . . ..
603
BUITENLANDSOHE MEDEWERKING:
Het Af betalingsstelsel door
F. W. For ge ……….
605
AANTEEKENJNCEN:
Indexcijfers van groot. en kleinhandeisprijzen in
Nederl.-Indië
……………………………
606
MAANDCIJFERS:
Emissies in Juni
1927 ……………………..607
Giro-omzet bij De Nederlandsche Bank …………
608
Postch6que en Girodienst ……..
…………….
608
Productie der Steenkolen-, Bruinkolen-en Zoutmijnen
608
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN ……………. 609-6 16
Geidkoersen,
1 Bankstaten.
Goederenhandel.
Wisselkoersen.
Effectenbeurzen.
Verkeerswezen.
INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.
Algemeen Secretaris: Mr.
Q.
J. Terpstra.
BOON OMISC 11-STATISTISCHE BERICHTEN.
COMMISSIE VAN ADVIES:
Prof. AIr. D. van I3loiu; J. van JJa.sselt; Jhr. Mr. L. II. van Lennep; Mr. K. P.
VOM der Mandele;
Prof. Dr. E. Moresco;
Mr. Dr. L. F. II. Regout; Dr. E. van Welderen Baron
Beu gers; Prof. Mr. H. R. Ribbius; Jan SchiltYluis; Mr.
Q.
J. Tei
–
pstra, Ptof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr. G. 51. Verrijri. Stuart. Redacteur-Secretaris: S. Pcsthuma.
Secretariaat: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 3000. Postrekening 8408.
Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p. in Nederland f 20,—. Buitenland en Koloniën f23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateurs van het Instituut ontvangen het weekblad gratis.
Advertenties
f
0,50 per regel. Plaatsing bij obonnenent
oolgens tarief. Administratie van abonnementen en adver-
tenties: Nijgh f van Ditma’r’s Uitgevers-Maatschappij, Rot-
terdam, Amsterdam, ‘s- Gravenhage. Postchèque- en giro-
rekening No. 6729.
5
JULI
1927.
Zonder veel moeilijkheden is de ultimo gepasseerd.
Privaatd’isconto trok nog even iets aan, doch gisteren
was cle noteering weder 3
°
/
is
pOt. Zaterdag was er
plotseling wat grooter vraag naar cail, dat toen â
4 pOt. word afgëdaan; gisteren was er wedèr ruimer
aanbod en noteerde men 3% pOt. De prolongncierente
was 3%-4-3% pOt.
* * *
Op den weekstaat van De Nederlan,dsche Bank tee-
kent de invloed van de maand’swisseling zich ook dit-
maal weder iii hoofdzaak in de •disconteer.ingen af. De
post ‘binnenlandsche wissels steeg van
f
146,1 millioen
tot
f
166,5 millioen – een bedrag, dat het ‘hoogste
cijfer, ‘hetwelk deze pest gedurende het boekjaar 19261
’21 te zien gaf, met ruim
f
50 millioen overtreft. De be-
leëningen klommen met
f
6,9 millioen. Het tegoed
van het Rijk, dat verleden week nog ruim
f 11
mil-
lioen beliep, heeft plaats gemaakt voor een dehetsaldo
van de schatkist ten bedrage van
f
500.000.
De goucivoorraad der Bank daalde met een g6ede
f
100.000. De ‘voorraad zilveren munt noteert eei
kleine
f
400.000 lager dan verleden week. De post
papier op het buitenland en de diverse rekeningen
onder het act.ief stegen reep. met
f
500.000 en
J
1600.000.
De biljet.tencirculatie klom met
f
42,6 millioen. De
rekening-courantsaldi van anderen namen met
f 1,3
mill’ioen toe. Het beschikbaar mitaaisaldo daalde riet
1
5,9 millioen. Het dekkingspercentage bedraagt 50.
*’
*
*
De stemming op de wisselmarkt was de afgeloopen
week ongeauimeerd en de omzetten waren van niet
veel beteekenis. Londen liep van 12,12% tot 12,11%
terug. “jI!ars bleven zich aanvankelijk rond de 2,49%
bewegen, dicll sloten eveneens wat flauwer (2,49°/io.
Lires konden zich niet handhaven en kwamen van
14,25
OP
13,15, rond welk punt de koers zich bleef
bewegen. Pseta’s. waren eerst tamelijk gezocht; dah,r
de markt beperkt is, doet een kleine vraag of eig
aanbod in verhouding nogal groote schomme’lin’eh
ontstaan; slot 42,10 na 42,90. Marken, voorbijgaai.d
wat beter. 59,16; ‘slot 50,14.
Op de termijnmarkt was er heden groot aanbod
van contante Ponden tegen termijn,, veroorzaakt door-
dat een der groote maatschappijeni in de markt
wa
om voorbereidingen te treffen voor haar dividendbe-
talirig.
LONDEX,
4
JULI
1927..
Het einde van de maand. viel in de vorige bericht-
periode en bracht de gebruikelijke pressie voor gelçl.
Dit was echter beperkt tot vrijwel den laatsten dag,
dank zij ‘de bedragen, welke reeds in de daaraan voGi-
afgaande week
bij
de Bank van Engeland genomen
waren.
De opinie is, dat, wanneer de Bank geheel is afbe-
taald aan het einde van deze week, geld weder zal
blijken ver van overvloedig te zijn.
Disconto hield zich dan ook zeer vast op het niveau
van 4
°
/
io—%,
terwijl ‘de schatkistpromcssen Vrijdag
1.1. ‘op een eenigsains hooger niveau dan ‘de week te-
voren werden toegewezen.
.4
594
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
6 Juli 1927
DE TIENDE INTERNATIONALE
ARBEIDSCONFERENTIE.
1.
De agenda der lOde Internationale Arbeidsconfe-
rent’ie, welke van. 25 Mei tot 16 J
‘
uni 1927 te Genève
gehouden werd, vermeldde 3 belangrijke onderwerpen,
t.w.: in. ziekteverzekering 2o. vakv’èreenigingsvrij’-
he’id; 3o. methoden van vaststelling van minimum
loonen in die industrieën, waarin de organisatie van
werkgevers en arbeiders onvoldoende is en waarin de
bonen bijzonder laag zijn, waarbij in het bijzonder
rekening gehouden moet worden met de huisindus-
trieën.
Daarnaast werden aan het oordeel der Conferen-
tie enkéle belangrijke reglementswijzigingen onder-
worpen en moest het rapport van dec Direète’ur van
het
–
Internationaal Arbeids:bureau besproken worden.
De Conferentie self bespreekt meestetijds
aller-
-eerst ‘het rapport van den Directeur; in aansluiting
daaraan wil ook ik in dit kort overzicht, dat volstrekt
geen aanspraak op ‘volledigheid wil maken, doch
slechts enkele belangrijke punten door de Conferentie
behandeld, naar voren wil brengen, beginnen met het.
een en ander mee te deelen naar aanleiding van de
besprekingen van het rapport van den Directeur. Vei’-
schillende sprekers hebben dit jaar, veel sterker dan
andere jaren, de aandacht gevestigd op het verb’ind
tusschen de sociale en economische quaest.ies, op •de
gevolgen van’sociale herzieniiigen op het economische
leven van de volken. De weiisch werd geuit, dat lt
Internationaal Arbeidsbureau bij de voorbereidin
van ontwerp-conventies en aanbevelingen niet uitslui-
itend het oog gericht zou houden op den socialen kant
van de quaestie, doch ook zijn aandacht zou schenken
aan de economiche zijde daarvan. De Directeur, de
heer Thomas, heeft in zijn rede ter beantwoording a.n
de 53 sprekers, die over zijn rapport ‘het woord voer-
den, de rechtmatigheid dier wenschen erkend; hij
meende echter, dat er enkele hervormingen waren,
die men in geen geval achterwege mocht laten op
grond van economische overwegingen. Hij had hier
beschermende maatregelen voor vrouwen en kinderen
op het oog. Moge het Internationaal Arbeidsbureau
nièt de geuite wenschen inderdaad rekening houden
en zich o.a. bij ‘het opstellen van een ontwerp-verdrag
in za.ke
methoden van vaststelling van minimum loo-
nen rekenschap geven van •de mogelijke economischë
gevolgen •daarvan.
De 8-urenconventie van Washington staat altijd
in ‘het middelpunt der belangstelling. Met de ratifi-
catie dier conventie gaat het slecht. Trouwens over
-het algemeen is de heer Thomas over den gang der
ratificat-ie,niet zeer tevreden; hij gaf van die onte-
vredenheid ook uiting in zijn bovengenoemde réde. Oak vele -arbeidersafevaardigden klaagden over de
niet-ratificatie van de 8-urenconventie.
De Belgische Arbeidersafgevaardigde, de heer Mar-
tens, noemde het niet-ratificeeren zelfs een waar
schandaal. De meeste ‘dier klachten richten zich tegen
de Engelsche Regeering, 6m-dat men van oordeel is,
dat als Engeland nu maar eindelijk eens tot ratifi-
cat-ie zou overgaan, de andere groote landen wel zul-
len volgen. De ‘Engelsche Regeeringsvertegenwoordi-
ger heeft ter verduidelijking van Engeland’s houding
ten opzichte van genoemde conventie twee verklarin-
gén voorgelezen, een van Lord Balfour, 4 Juni jI. af-
gelegd in het Hoogerhuis en een van den Engel-schen’
Mini-ster van Arbeid, Sir Arthur S’teel-Maitland, 2
Juni jl. afgelegd in het Lagerhui-s, waaruit moest blij
;
ken, dat Engeland zijn streven om tot ratificatie ‘te
geraken voortzet. De Engelsche Regeering is echter
van oordeel, -zoo blijkt uit die verklaringen, dat de
groote industrieele landen gelijk’tijdig moeten ratifi-
ceeren en ‘dat zooveel mogelijk elk twistpunt, dat nè
eventueele ratificatie zou kunnen ontstaan, vermeden
moet- worden ‘door vôdr de ratificatie vast te stellen,
‘dat elk der partijen aan de onderscheidene vooi’zienin-
gen in de conventie een gelijke beteekenis hecht. –
Daarnaast zijn er voor Engel-and nog moeilijkheden to
overwinnen in verband met de nationale wetgeving.
Een buitenstaander krijgt
den indruk, dat ook Enge-
land niet aan ratificat-ie van ‘de 8-urenconventie
denkt, ‘doch waarom ‘dan niet, zooals ‘de Nederlandsche
Regeering deed, dit
openlijk
erkennen? Zou, gezien deren stand van zaken, nu niet eindelijk het oogen-
blik gekomen zijn om tot amendeering van de 8-uren- –
conventie over te gaan? Dr. Nolens, de Nederlandsche
Regeeringsafgevaardigde, heeft dat denkbeeld ter
conferentie geopperd. Uit -het rappor’t, opgemaakt door
de deskundigen, die de verslagen ‘door de Regeeringen
uitgebracht over de maatregelen genomen ter uitvoe-
ring van de geratificeerde verdragen nagaan, blijkt, –
dat het zelfs de Regeeringen, ‘die geratificeerd had-
den, niet mogelijk was ‘de bepalingen van bedoeld ver-
drag geheel ‘ten uitvoer te brengen. Tegen een wijzi-
ging van de 8-urenconventie is wel -eens de tegen-
werping ingebracht, dat zulk een wijziging onbillijk
zou zijn ‘tegenover de landen, die bereid-s ‘geratificeerd
‘hebben. Die ‘tegenwerping kan, naar ‘de meenin.g van
Dr. Nolens, gezien het in bedoeld rapport medege-
deelde, dus niet opgaan. Dr. N-olens besprak vervol-
-gens de z.g. ratificeeringen met ‘voorwaarden, welke
voorwaarden z.i. niet veel kans hebben verwezenlijkt
te worden. ,,Inder-daad”, aldus sprak Dr, Nolens, ,,al
houdt men redevderingen en al i’nterpreteert men de
verschillende gedeelten, ik, die ee alle van het begin
af gelezen heb, ik kan w’el zeggen, ‘dat er voorwaarden
van interpretatie, moeilijkheden van interpretatie,
verschillen van interpretatie tusachen de Staten zijn,
waarvan sommige wellicht geneigd zouden zijn voor-
waardelijk te ratificeeren. Men kan ‘verschillende in-
terpretaties maken voor den een of den ander, maar
in elk geval interpretaties, die amendementen op de
conventie zouden zijn.” Daarna wees Dr. Nol’ens erop,
dat -de Directeur in zijn rapport wel te kennen. -heeft
gegeven, dat hij eigenlijk nog niets voor amendeering
voelt, maar toch verklaart
hij
amendeering beter te
vinden, dan niet-toepassing. Dr. Nolens verzocht -dan
ook den Directeur, het Bureau, den Raad van Beheer
‘deze quaeatie eens ernstig onder de oogen te zien.
Zal ‘de redevoering van Dr. Nolens mede aanleiding
zijn, dat een herziening van de 8-urenconventie ter
hand wordt genomen? In zijn meergenoemde rede
heeft de Directeur zelf reeds gezegd, ‘dat, wanneer
enkele verdragen’ aldus geredigeerd zijn, dat ratifica-
tie voor de meeste landen niet mogelijk is, ‘zelfs voor
–
hen, die op ‘het oogenblik der totstandkoming v66r
‘ges;temd ‘hebben, het oogenblii ‘dan gekomen is om ‘dat
verdrag ‘te amendeeren of te herzien. Het Bureau zelf
is steeds tuaschen -twee gedachten verdeeld: de verdra-
gen kunnen een stim-uleerenden invloed hebben, maar
aan den anderen kant, ‘gaan zij te ver en komt geen
ratificatie tot stand, ‘dan is ‘het voordeel dat verwacht
werd illusoir en denkt ook ‘het Bureau aan revisie.
Wanneer het Bureau de woorden van Dr. Nolens over-
-denkt, en de geschiedenis- van de 8-urenconventie na-
gaat, wie weet of dan ook ‘hij het Bureau het denk-
‘beeld om tot herziening over te, gaan geen vasteren
vorm zal aannemen. Zonder aan den invloed van de
vercli’agen afbreuk ‘te ‘doen, -zonder nadeel voor andere
-verdragen, kan mi. deze herziening ter hand genomen
worden, omdat bedoel-de conventie een der eerste is;
zij kwam bijna onvoorbereid, zonder ‘dat nog het B.
1, T. bestond, tot ‘stand, zoodat de voorwaarden voor
haar ontstaan geheel an’ders waren, dan die -van de
sindsdien tot stand gekomen conventies.
Ziektevezekerïng.
In 1925 (ide Internationale Arbeidsconferentie)
hebben algemeene -debatten plaats gehad over de be-
6 Juli 1927
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
595
ginselen der sociale verzekering. Dit jaar waren aan
‘de orde een tweetal ontwerp-verdragen in zake de
ziekteverzekering; één betrekkitg hebbende op de
ziekteverzekering van arbeiders, werkzaam in de in-
dustrie, en één betreffende de ziekt.ever’zekering van
arbeiders, werkzaam in den landbouw. De Commissie,
welke de behandeling van ‘deze on’deiwerpen voorbe-
reidde en daarover aan de Conferentie rapport uit-
bracht, nam tot grondslag van hare besprekingen de
door het Internationaal Arbeidsbureau opgestelde
ontwerp-verdragen. Artikel 1 (van beide ontwerpen),
dat de verplichting tot het instellen van een verplich-
te ziekteverzekering inhoudt, lokte veel verzet uit.
Verschillencle landen, o.a. Zwitserland en Denemar-
ken, kennên een ‘goed ontwikkeld systeem van vrij-
willige verzekering. Een amendement, door ‘dan Zwit-
sersohen Regeeringsgedelegeerde ingediend om in het
ontwerp-verdrag niet de verplichting ‘tot het instellen
van een verplichte ziekteverzekering op te nemen,
doch de mogelijkheid te scheppen tot het instellen
eener vrijwillige verzekering, welke behoorlijke waar-
borgen biedt, dat het meerendeel •der arbeiders ()
in geval van ziekte voor uitkeering als in het ontwerp
omschreven, verzekerd is, werd na langdurige discus-
sie met 37-26 stemmen verworpen. Daarna nam de
Commissie met 38-18 stemmen het beginsel ‘van ver-
plichte verzekering aan. De Commissie behandelde
steeds eerst het artikel van het ontwerp, betrekking
hebbende op de industrieele verzekering, daarna ‘het
‘desbetreffende artikel van het ontwerp voor den land-
bouw. Ook artikel 2, dat de groepen arbeiders, welke
onder de verplichte verzekering moeten vallen, op-
somt, lokte veel discussie uit. Zoowel van werkgevers-
zijde, als van arbeiderszijde waren tal van amende-
menten ingediend, van eerstgenoemde zijde om de
groepen ‘to beperken, van arbeiders’zijde om die nog
uit te breiden. Ten slotte werden alle amendementen
ingetrokken en het artikel, ziooals het door het
Bureau was opgesteld, aangenomen. Volgens dat
artikel vallen onder de verplichte .ziekteverzekering,
wat de industrie betreft: arbeiders, bedienden en leer-
lingen in industrieelo en handelsbedrijven, verder
huisar’beiders en huispersoneel. Enkele uitzonderin-
gen, in hot ontwerp-verdrag genoemd, zijn daarop
toegelaten. Wat de schadeloosstelling in geld betreft
zij vermeld, dat. de verzekerde, die niet in staat is tot
werken ten gevolge van zijn lichamelij’ken of geeste-
lijken abnormalen gezondheidstoestand, recht heeft op
een geldelijke schadeloosstelling ten minste gedurende
de eerste zes weken van die onge,sohiktheid tot werken,
to rekenen van den eersten dag af, waarover schade-
loosstelling is uitbetaald. Het ontwerp kent enkele
gevallen, waarin de uitbetaling geschorst wordt en een
geval, waarin de schadeloosstelling niet of slechts ge-
deeltelijk wordt ‘toegekend, ni. ingeval ‘de ‘ziekte het
gevolg is van ‘opzet van den verzekerde (faute intei-i-
tionneile). De Nederlandsche werkgeversgedelegeerde,
de heer Regout, stelde voor om als reden op grond
waarvan de uitkeering geweigerd zou kunnen worden,
ok zware schuld van ‘den verzekerde op te nemen.
Zijn amendement sloot zich aan bij hetgeen ‘het Ar-beidsbureau zelf in zijn toelichting (‘het, z.g. blauwe
boekje) had. medegedeeld. Daar was vermeld, dat een
zeer ‘groot aantal landen de mogelijkheid kent om geen
uitkeering toe to ‘kennen ingeval van ,,mauvaise con-
duite volowtaire”. De reden ligt voor de hand. Door een deigelijke bepaling wordt getracht ‘de gemeen-
schap te beschermen tegen verzekerden, die zich on-verantwoordelijk gedragen en tevens ‘de verzekerden
zelf te straffen voor eigen onverantwoordelijkheid.
Dit amendement werd echter verworpen, zoodat de
verschillende landen, ‘die ra’tificeeren, niet langer de
bevoegdhei’d hebben, een dergelijke regeling te treffen.
Volgens het ontwerp-verdrag ‘heeft de verzekerde
bovendien recht op geneeskundige behandeling en op
geneesmiddele
n.
De uitvoering der verzekering ‘berust bij autonome
instellingen, die geen winst keoogen, en onder admi-
nistratief en financieel toezicht van de openbare
machten staan. Bepaald is, dat de verzekerden ‘deel
moeten hebben in het bestuur ‘dier instellingen. In de
premie moeten patroon en arbeider bijdragen. Aan de
nationale wetgeving is overgelaten te bepalen of ook
de Staat daarin ‘zal bijdragen.
Dit ontwerp-verdrag, dat door de Oommi:ssie, die
uit 63 leden bestond, werd aangenomen met, 34
stemmen, werd door de Conferentie in eerste stem-
ming aangenomen met 75 tegen 2 stemmen, bij de
eindstemming met 97 tegen 9 stemmen. Van de No-
‘derlancische afvaardiging stemden de beide Regee-
ringsgedelegeer’den (de ‘heer Zaalberg en Mej. Stem-
berg als plaatsvervanger ‘van Dr. N’olen’s) en de werk-
gevei’1safgevaardigde, ‘de heer Regout, tegen. Alvorens
tot de stemming werd overgegaan legde de ‘heer Zaal-
berg een verklaring af. Hij deelde mede, dat bij hem
eenige ‘bedenkingen tegen het ontwerp-verdrag ‘be-
stonden. In de eerste plaats verplicht ‘de conventie
de landen, die ratificeeren, tot het verzekeren van
genees’kun’dige ‘behandeling. In Nederland echter be-
helst de Ziektewet slechts een verplichte verzekering
voor ziekengeld. De Nederla.ndsche Regeering is van
oordeel, dat geneeskundige behandeling een zaak is,
‘die van belang is voor het geheele volk en niet uit-
sluitend een arbeidersbelang. Een regeling, van ‘die
beginselen uitgaande, is neergelegd in een ontwerp
van wet hangende hij’ de Tweede Kamer. In ‘de tweede
paats verplicht het ontwerp-verdrag om in alle ge-
vallen hen, die ten gevolge van eigen zware schuld
ziek worden, ziekengeld te geven. Het eerste bezwaar
zou een reden geweest zijn om zich te onthouden; nu
het tweede bezwaar daarbij komt, meende ‘hij te moe-
ten tegenstemmen.
De werkgeversgroep had zich bij de eerste stem-
ming in haar geheel ‘onthouden; bij de ‘eindeternming
stemden ‘de werkgevers gedeeltelijk v66r, ‘gedeeltelijk
tegen.
Afzonderlijke bespreking van het ontwerp-verdrag
betreffende de ziekteverzekering voor arbeiders in den
landbouw is onnoodig; de tekst van het ontwerp, dat
geheel op dezelfde beginselen ‘berust, is bijna geheel
gelijkluidend aan die van ‘het eerstgenoemd ontwerp-
verdrag. Het is van toepassing op arbeiders in land-
bouwondernemingen. Voilodi’ghei’ds’halve moet ik ech-
ter vermelden, dat van werkgeverssijde het voorstel
gedaan was, om dat ontwerp-verdrag niet in behande-
ling te nemen; dat voorstel, is ‘echter niet aangenomen.
Bij’ eindstep’rmin.g verkreeg dit ontwerpverdrag min-
der stemmen v66r, dan ‘het ontwerp-verdrag in zake
de ziekteverzekering in de industrie, t.w. 85 stemmen.
Er waren ‘hier moer onthoudingen onder de werk-
gevers. Naast deze beide ontwerp-verdragen nam ‘de
Conferentie een aanbeveling aan, waarin de ‘beginse-
len zijn neergelegd, welke de Conferentie, wenschelijk
acht bij de regeling der ziekteverzekering te volgen.
Die aanbeveling werd met,101 tegen 0 stemmen aan-
genomen.
G. J.
STEMB]SRG.
(Slot
volgt).
DE GROEI VAN HET AFBETALINGSBANKWEZEN.
EEN ECONOMISCHE VOORUITGANG OF EEN
ECONOMISCH GEVAAR? 1)
Andere tijden ‘brengen andere methodes en andere
instellingen. Wat voorhée’n als’oorbaar en nuttig gold,
wordt bij het voortschrijden van dan ontwikkelings-
gang op economi’sc’h gebied velal als overbodige
ballast op zijde geworpen en wat in vroeger tijd
n’auwolijks genade vond in de oogen van een conserva-
tiever ‘denkende generatie wordt thans in meer dan één
geval onder gejuich binnengehaald. Het afbeta.lings-
‘systeem, in den juridischen ‘vorm van het huurkoop-
–
–
1)
[Zie ook pag. 605 in dit nummer. Bed.]
596
ECONOMISCH-STATISTÎSCHE BERICHTEN
6 Juli 1927
contract – een vorm, waarover intusschen het laatste
oord nog geenszins gezegd is – mag zeker als een
van de sprekeudste bewijzen gelden voor de veranderde
mentaliteit, •die in deze dagen ‘het terrein der finan-
cieringsmetho:den ‘beheerscht.
Hoe kort ligt de tijd niet achter ons, dat man over
het afbefalinssysteem (instalmant buying, part
payment plan of hoe de vindingrijke Amerikanen het
vérder gelieven te noemen) slechts met een zekere
inachting sprak en de bedrijven, die tot dit systeem
hun toevlucht namen zooal niet als minderwaardig
dim ‘toch als weinig voornaam beschouwde. Mocht men
aJ vooi een enkel artikel dit insluipsel niet al te be-
zwaarlijk ‘achten, over het algemeen werd de methode,
die bij onmiddellijke levering van het verkochte de
contante ‘betaling verving door een contractueeie
reeks termijn’betalingen afkeûrenswaardig geacht. En
dit oordeèl was zoo gevestigd, dat men zich wel
gewkdht zôu hebben om deze termijnbetalingen op’
eenigszins belangrijke schaal te gaan financieren, laat
staan de hulp van onze groote banken• hiertoe in te
roepen.
En toch zijn er ‘slechti enkele jarén noodig geweest
om dezen ‘toesténd radicaal te wijzigen en het oude
oordeel (of ‘vooroordeel, zoo men wil) te herzien.
Enkele jaren, maar odk ‘het meesleepende voôrbeeld
van het groote land aan de overzijde van den Oceaan,
de Vereenigde Staten. De afbétalingspractijk en het
afbetalingahankwezen zijn thans geen strijdvragen
meer, waarover men alleen discussieert; zij zijn vol-
dongen feiten geworden in het economische leven en
hard op weg om de oudere zuster, de kashetaling op
een stëeds uitgebreider terrein definitief te ver-
dringen. O’ntmoettë ‘de eerte afbetalingsbank nog
eenige möëilijkheden op ‘har weg, doordien men ten
opzichte van haar levensvatbaarheid en toekomst nog
allerminst gerust 1aIs, haar opvolgsters ‘vonden het pad
geë’ffen.d en ontwi:kkelen zich met een snelheid, die
bijna ‘onrustbarend genoemd ‘kan worden. Hetgeen van
zelf tot gevolg heeft, ‘dat steeds meerdere instellingen,
geprikkeld door het succes der reeds ‘gevestigde, ‘het
strijdperk ‘betreden en zic’h beijveren om een ‘deel van
den buit machtig te worden.
Dit gaat uiteraard gepaard met -een uitbreiding van
het aantal zaken, die ,,op gemakkelijke voorwaarden”
•door het publiek kunnen worden verkregen. Welke
deze zaken zijn, behoeft hier niet in extenso te worden
medegedeeld. In iedere courant vindt men ze bij
dozij’nen vermeld en geen enkele categorie van
gebruiksvoorwerpen is uitgezonderd. De duurste,
zoowel als ‘de goedkoopste artikelen kunnen ‘heden ten
dage in termijnen worden voldaan, terwijl de voor-
waarden van ‘dien aard zijn, dat het voor den be-
geeri’gen kooper steeds moeilijker wordt aan de ver-
leiding weerstand te bieden.
Wat moet men van deze ontwikkeling denken? Kan
men ze ongestoord ‘haar gang laten ‘gaan of verdient-
het overweging ze nauwlettend gade te slaan en wel-
licht op een gegeven oogenblik een halt toe te roepen?
Geldt ‘het hier een beweging, die in ‘beginsel toe-
juiching verdient en die, mits in de juiste banen ge-
leid, aan de productieve kracht van een volk ten goede
kan komen of is het zaak ‘te waarschuwen tegen de uitbreidin’g van een ‘systeem, dat op een verkeerde
economische basis rust en crisi’sverwekkende of ver-
ergerende elementen in zich bergt? De zaak is belang-
rijk geitaeg om eens nader onder ‘de oogen te zien en
‘het mag zeker verwonderlijk ‘heeten, dat et ‘tot dus-
verre nog betrekkelijk weinig aandacht aan ‘besteed is.
Wie het afbetali’ngssysteem aan een onderzoek on-
derwerpt, kan •dit onder tweeërlei ‘gezichtshoek doen.
Men kan alleen het individu to’t uitgangspunt kiezen
en nen kan ook de gemeenschap in haar geheel in ‘het
ondeizoek betrekken.
Hoe verhoudt zich nu de enkeling tot deze materie?
,,Betaal uit uw ifikômen en niet uit uw kapitaal!” roe-
pen de reclamoagenten van liet .afbetalingssysteeni he
toe, daarbij den indruk vestigend, dat men door het
koopen op afbetaling een economisch verstandige
daad verricht. Immers langs dezen weg tast men niet
het kapitaal aan, doc’h gebruikt het gewone inkomen
om een nuttig voorwerp in eigendom te verkrijgen.
Dat de overgroote meerderheid der aspiran’tkoopers in
het geheel geen kapitaal bezit en ‘dat de onvermijde-
lijke keerzijde ‘bestaat in de onmogelijkheid om op de
aangegeven manier tot kapitaalvorming te geraken –
een economisch veel wijzer gedragslijn – w’ordt er
gemakshalve niet bij vermeld. Is ‘de beteekenis van
dit ,,slagwoord” mn de gegeven for’muleering dus al
zeer gering, ‘het valt niet te ontkennen, ‘dat onder be-
paalde omstandigheden het betalen van een zeker
product uit het inkomen verdedighaar is en zelfs ven-
schelijk ‘ken zijn.
Wie een zekere machine voor zijD ,
noodig
heeft of door den aanschaf van een installatie zijn
productiekosten kan reduceeren, maar den prijs van
de machine of installatie niet in eena kan voldoen,
verricht een economisch volkomen geoorloofde en wen
sc’helijke handeling, in’dien hij ‘de ‘betaling over meen-
‘dere termijnen verdeelt. Het gevaar schuilt alleen in
de omstandigheid, dat hij toekomstige verdiensten
verdisconteert, terwijl n iemand met zekerheid weet,
wat de toekomst, zelfs de onmiddellijke toekomst, bren-
gen kan. Maar aangezien geen enkele economische
bedrijvigheid mogelijk is zonder de redelijke verwach-
tin’g, ‘dat de onmiddellijke toekomst in hoofdzaken de
lessen van ‘het onmiddellijke verleden zal weerspiege-
len, kan tegen de genoemde handelwijze geen gegrond
bezwaar worden aangevoerd. Natuurlijk moeten ook
hier zekere verhoudingen in acht wor.ded genomen en zal een zeker percentage van het inkomen, dat in ieder
geval afzonderlijk zal zijn te bepalen, niet moeten
worden overschreden, maar ‘het piincipe schijnt. on-
aanvechtbaar. En tot op zekere ‘hoogte geldt dit voor
den aankoop van luxe-voorwerpen evenzeer. Wie cate-
gorisch zou willen verklaren, dat alle termijnibetalin’g
van luxe voorwerpen uit den hooze is, gaat m.i. te
ver.
Dat ‘hier een zedelijk gevaar aanw-ezig is -voor tal
van personen en dat het ongetwijfeld aanbeveling ver-
dient om de zwakke elementen tegen cle verleiding
van ‘het af’betalingssysteem in bescherming te nemen,
sluit op zichzelf niet in, dat ‘het systeem ouder alle
omstandigheden verkeerd is. Er zijn tal van personen,
‘die zich gaarne een ‘bepaald luxe voorwerp wilen aan-
schaffen, doch het groote ‘bedrag liever over een aan-
tal maandoljksdhe termijnen verdeelen. Blijven zij
daarbij binnen het kader.
.der ‘maandelijks voor zoo-
‘dani’ge weeldeuitgaven beschikbare inkomsten, dan kan
dit- evenmin tot ernsti’ge critiek aanleiding geven.
Doch het gevaar is natuurlijk geenszins denkbeeldig,
dat de groote gemakkelijkheid, waarmede de crediet-
faciliteiten verleend worden, het ‘individu er toe bren-
gen om de juiste verhoudingen uit ‘het oog te verlie-
zen. Zoolang dit op geïsoleerde gevallen betrekking heeft, blijft de calamiteit tot den economischen ach-
teruitgang of ‘ondergang van enkele individuen
be-
–
perkt – iets, dat op zichzelf te betreuren valt, doch
de maatschappij. in haar ‘geheel niet ‘bedreigt.
Anders wordt het echter,- indiende credietexpansie
groote afmetingen gaat -aannemen en de uitgaven van
belangrijke groepen der bevolking tot ver’ boven het
werkelijke inkomen opdrjft. In een
dergelijk
geval
kan de geringste onregelmatigheid in ‘de functionnee-
ring ‘van ‘het maatschappelj’ke raderwerk voldoende
zijn om ‘het geheele gebouw in elkaar te doen storten
en een crisis te voorschijn te roepen, zooals ‘men er
tot dusverre vermoedelijk nog geen gezien ‘heeft. Het
uitblijven der reeds verdisconteerde inkomsten slaat dan niet alleen wonden bij. de getroffen individuen;
maar tas’t via de financieringsinstiti,zten, ‘de. groote
6
Juli
1927
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
597
banken en cle assuran’tiemaatschappijen
1)
het ghee1e
economische leven aan,
terwijl
het ibij den onderlingen
samenhang der economische verschijnselen zelfs niet
bij ‘benadering zal zijn vast te stellen, waar en wanneer
cle catastrofe een einde zal nemen.
Men kan aan dit aspect van de kwestie zeker niet
genoeg aandacht wijden. Het geheele crisisvraagstuk
in
onze
moderne maatschappij is zoo ingewikkeld, dat
er feitelijk nog nooit een behoorlijke, iedereen bevre-
digende verklaring van ‘het ontstaan en het wezen
der crisis gegeven is..
Wij’ zijn ondanks ‘vele studies op dit gebied feitelijk
nog niet veel verder dan ‘dat wij weten, dat ‘in onze
bestaande ordening economische crises onvermijde-
lijke verschijnselen zijn, die een zeker periodiek rei-
‘nigingsproces voiv-oern en met vrij groote regelmaat
terugkeeren. Maar al zijn wij dan niet ibij maclite om
do cr.ises geheel te voorkomen, wij weten wei, welke
economische gedragingen er zich
bij’
uitstek toe lee-
ncn om crises te verhaasten en te verscherpen. Onder
deze gedragingen staat een on’gemotiveerde crediet-
expansie op het eerste plan. En de ongebreidelde’ uit-
breiding van het afbetalingssysteern middels de op-
chting van steeds nieuwe fin ancieringsinstituten
mag ongetwijfeld als een credietexpansie worden be-
schocrwd, ‘die haar zeer gevaarlijke kanten heeft.
De vraag rijst aan welke maatschappelijke instan-
tie de taak beschoren zal zijn een wakend oog te hou-
den op deze evolutie en een al te haastige uitbreiding
der credietfaciliteiten, zooals zij op het oogenblik
ontegenzeggelijk dreigt, te beletten. De eerste ge-
.dachte gaa’t wellicht uit naar de regeering, maar het
behoeft
nauwelijks
‘gezegd, ‘dat voor de overheid deze
taak veel te delicaat is, nog daargelaten, dat. zij de
gegeven’s zou missen om te ‘kunnen beoordeelen in
welk stadium zich het proces bevindt en in hoeverre
‘het oogenblik rijp moet worden geacht om in een of
andere richting pressie uit te oefenen. Voor deze con-
trôle is het noodig de beschikking te hebben over een
lichaam, ‘dat ‘het economische leven
tegelijk
volgt en
beheerscht en welks mac’htwoord voldoende is om de
‘groote banken, wier hulp voor •de financiering van
het termijncrediet onontbeerlijk is, tot matiging te
nopen. Het wil mij voorkomen, dat alleen de circu-
latiebank krachtens ‘haar functie en centrale positie
in staat is om deze rol, waaraan iedereu dag meer
behoefte ontstaat, naar ‘behooren te vervullen. Over
de wijze waarop een detgeljke contrôle georganiseerd
zou moeten worden. ware uit ‘den aard ‘der zaak nog
het noodige te zeggen, ‘doch i’k wil in het ‘bestek van
dit artikel ‘hierover het. zwijgen bewaren.
Slechts moge ik ‘met een enkel woord ten slotte
nog eens de beginselen formuleeren, welke m.i. het
afbeta]ingscrediet dienen te beheersc’hen, indien men
de schadelijke kanten van dit crecliet zooveel mogelijk
wil ehmineeren.
1. De financiering betreffe in hoofdzaak artikelen
en producten, waarvan .de aanwending aan het ‘be-
cirijf van den credietnemer ten goede moet komen.
Financiering van luxe voorwerpen blijve op den ach-
tergrond en worde in nog sterkere mate van ‘de per-
soonlijke credietwaa.r’di’gheid van den credietneiner.
afhankelijk gesteld.
t 2.
Bij
iedere credietaanvrage worde de persoon van
den credietnemer aan een nauwkeurig onderzoek on-derrorpen. Krijgt de f.inancierin’gsinstelling de over-
tuiging, •dat de aspirant-credietremer een te belang-
rijk deel van zijn inkomen (zeg 30-50 pOt.) voor
termijnbetalin’ge.n moet afzonderen, zoo weigere zij
de financiering. De credietnemer moet ‘het crediet
waard zijn en de overweging, dat de financieringisin-
stelling onder normale omstandigheden aan het ere-
1)
Men weet, .dat sommige assurantiemaatsohappijen het risico ‘van de fina.ncieringsinstellingen. weer grooten’deels
overnemen.
diet niet zal ‘kunnen verliezen, omdat er voldoende
dekking is, blijve van secundaireri aard.
De creclietverstrekking worde zoo georganiseerd,
.dat de eerste termijnbetaling belangrijk genoeg is
om een prikkel tot het volhouden der ‘verdere beta-
lingen te vormen. Daarbij worde er op gelet, ‘dat de
betalingen zich nimmer moeten uitstrekken over een
tij’dsverloop, ‘hetwelk den levensduur van het artikel
overtreft en dat ‘de betaalde termijnen niet geringer
zijn ‘dan de waardevermindering, die het artikel in
dezelfde periode ondergaat. Deze eischen houden be-
grjpelijkerwijs verband met ‘de noodzakelijkheid om
het crediet regelmatig te doen afwikkelen. Wordt aan
dit principe niet de hand gehouden en neemt ,de
credietverleening steeds tegemoetkomender vormen
aan, dan worden in dezelfde mate •de ‘kiemen voor
latere moeilijkheden versterkt. Hoe verder ‘de crediet-
verleening zich, wat tijdruimte betreft, in de toe-
komst uitstrekt, ‘hoe gevaarlijker ‘haar economische
werking in ‘het algemeen moet. worden geacht.
De rente, die ‘door den credietnemer moet wor-
den betaald, bljve ‘binnen redelijke grenzen. Voert
men deze rente met gebruikmaking van de mislei-
dende methode, die over iederefL termijn, ook den kort-
sten, een vast percentage van bijv. 6 pOt.. rekent, tot
bijna 20 pOt. op, dan wordt het economische voordeel
van den vervroegden aankoop voor de creclietnemers
‘in de meerderheid .der gevallen geneutraliseerd door
de rente, die hun in rekening wordt ‘gebracht, terwijl
alleen bij artikelen van langen levensduur het voor-
deel zich ten slotte kan doen gelden. Voor zuivere
luxe voorwerpen is de hooge rente economisch gespro-
ken nog minder “te verdedigen; hier beteekent zij
niet’s anders dan een ‘bemoeiljking van den levens-
stan.daard vn .de betrokken individuen en een over-
heveling van een gedeelte fhunner inkomens naar
het credietgeven.cle instituut. Wat dit betreft echter,
zullen de oorspronkelijke uitwassen wel allengs ver-
dwijnen en kan aan de onderlinge mededinging der
verschillende financieringsinste’llin’gen ‘het scheppen
van ‘betere verhoudingen met gerustheid worden over-
gelaten.
Mijn gedachten samenvattend, zou ik omtrent het
afbetalingsbankwezen dit willen zeggen. Onmiddellijk
gevaar zie ik in •de tegenwoordige ontwikkeling nog
niet en zeker nog niet in ons land, waar het afbeta-
lingiscrediet zich pas in zijn eerste periode’ bevindt.
De al- of niettoelaat’baarheid is bovendien naar mijn
meening minder een kwestie van beginsel dan van
verhoudingen. Verhoudingen in ‘het maatschappelijk
verband en verhoudingen bij de ‘betrokken individuen.
Maar het is vrij zeker, dat er een oogenb]ik komt,
waarop men zich voor ‘de taak gesteld zal zien de ver-
houdingen, voor zoover dat mogelijk is, te regelen en
een toezicht te scheppen. Hoe spoedi’ger de betrokken
groepen dit zelf zullen inzien, ‘hoe beter zulks voor
de samenleving in haar geheel zal zijn.
Mr. Dr.
W.
M.
WESTERMAN.
–
SAMENWERKING TUSSCHEN VAKVEREENIGING
EN WERKGEVERS TOT HET UITVOEREN
VAN TIJDSTUDIES
1).
Nog maar al te vaak ontmoet men de meening, dat
tijdst.udies en de
verfijninge’n
‘daarvan, ibehooren tot
de middelen, waarmede de werkgever tracht, den
werkman ,,uit te buiten”. Van een gezondere opvat-
tinig getuigt ‘de overeenkomst, te Oleveland bestaande
1)
Bijzonderheden omtTent het bovenstaande onderwerp
zijn te vinden in ,,A Report on the Procluction Standards
Si’tuation in the Ladies’ Garment Industry of (Jleve]and
with commen’ts by of ficers of the Employers Association
and of ‘the Union”. Augustus
1925.
Engineering Societies
Li’brary New York. Een voordracht hierover met discussie is opgenomen in ,,Meohanical Engineering” van Juni
1927,
,blz. 595.
598
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
6 Juli 1927
in de ‘kleedingiizdu.strie. In het volgende worden
eeuige bizonderheden medegedeeld van de grondsla-
gen en van de werking idezer overeenkomst. Geduren-
do den wereldoorlog was de kleedin.g-industri’e te 01e-
velarud sterk bezet met regeenings’bestellingen voor
uniformen. Onder den invloed der toenmalige regen-
ring sloten toen ‘de werkgevers in deze branche een
collectieve overeenkomst met de georganiseerde arbei-.
ders ,,om den vrede in de nijverheid te bewren en def
wederzijdsc’he belangen iii de gemeenschappelijke on-
dernemin.g te bevorderen”. In den aanhef van deze
overeenkomst werd o.a. nog vermeld: ,,Uit het oog-
punt van verantwoordelijkheid tegenover degebrui-
kers, zijn de werklieden en de eigenaars te zamen en
afzonderlijk verantwooildelijk voor de kosten en de
hoedanigheid van ‘de bewezen diensten. Het wordt
erkend, dat samenwerking en wederkeei’ige hulpvaar-
digheid den grondslag moeten vormen van juiste en
voonuitstrevende betrekkingen in de nijverheid en
(lat er in ide Amerikaansche induistrie geen plaats toe-
komt aan intimidatie of dwang.” En de belangrijkste
passage is wel: ,,Zoowel tegenover het verbruikende
publiek, door welks tbescherming de industrie gedra-
gen wordt, als tegenover het bestaan zelf vn •de in-
dustrie in Oleveland, is het een verplichting, dat alle
handelingen, beslissingen en schikkingen, ontataande
uit deze overeenkomst, gegro.nid zijn op de beginselen
van werkelijke efficiëntie en op de noodzakelijkheid
van een zoo laag mogelijiken productieprijs bij ‘de loon-
schaal, zooals die is bepaald door de scheidsiieden”.
De bedoelde overeenkomst is acht jaren in werking’
en gedurende dien tijd heeft e.r rust geheersoht in deze
industrie, die bekend stond als roerig. De handhaving,
berust in eerste instantie hij een commisie van twee
leden, een vertegenwoordiger cle:r ‘werkgevers en een
der ‘werknemers. Bij uitblijven van overeenstemming
(een geval, .dat zich weinig voordoet) ligt de beslissing
hij een onpartijdigen derde, géheel buiten de ‘nijver
–
hei’d (hiertoe benoemden de beide commissieleden een
hoo’glee.raar in de Staathuishoucliunde aan de Johns
Hopkins University te ]3aitimore Md.). Een raad van
sdheidislieden, gemeenschappelijk gekozen uit buiten-
staiuiders, stelt jaarlijks de
loonschaal
vast. Op ver-
zoek van een der partijen kan die schaal ook na een
half jaar herzien worden; de eenige.rondslag voor
wijaiging
is
daarbij een verandering in de kosten van
het ievsonderhoud.
Twee karakteristieke punten in de overeenkomst
zijn a. de waarborg van 40 weken. werk per jaar, ge-
geven door de patroons; b. de aanvaarding door de
vakveroengmg van cle belooning naar productie, in
dier voege, dat er een gegarandeerd m:inimum week-
loon, bestaat niet een premie, afhankelijk van de pro-
ductie van den betrokken werkman. Voor de meting
dier productie gelden normen, vastgesteld op grond
van tijdstudies.
De vakvereeniigin.g benoemt iii elke afdeeHn.g van
een fabriek een commissie uit ‘de werklieden, die de
procluctieno.rrnen beoordeelt. Bereikt ‘men ‘geen over-
eenstemming op dit punt (.tusschen werkgever en de,
bedoelde commissie) •dan wordt de zaak iii handen
gegeven van, den vertegenwoordiger der vakvereeni-
ging en dien der patroon svereend.ging. Wojiden ook
deze twee ‘het niet eens, dan benoemen ‘zij een derde,
met kennis en ervaring in het vak, wiens beslissing
definitief is. Slechts twee keer in die ach.t jaar (1924
en 1925) kwam het oover, .dat een zoodnïge arbitrage
noodig bleek. Interessant zijn ‘de volgende citaten uit
de daarbij ‘gegeven beslissingen:
1. Onze werkwije geeft den arbeiders onbeperkte
gelegenheid, ‘door middel van een daartoe gesc’hikte
commissie, commentaar en critiek te leveren op elke
opgestelde norm van productie. Dit geldt zoowel voor
de ‘geheel’e norm ‘als voor elk ‘onderdeel daarvan. Elke
beperking van deze gelegenheid tot critiek . op de
rdsultaten ‘der :tij.d’studies is niet alleen in
strijd
met
den geest van de Overeenkomst, maar zou ook nadoe-
lig werken op den grondslag van
wed’erzij:dsc’h
begrij-
pen van technici en werklieden, grondslag die onont-
heerlijk is voor vooruitgang.
Het botweg afkeuren van een geheele serie normen
is echter geenszins in den geest van de Overeenkomst
en is ook in ‘strijd met een wetenschappelijke behan-
d.elin’g der kwesties. Een zoo totaal verwerpn van
tijds.t.u’die-werk, waarvan men mag aannemen, dat het
te goeder trouw verricht werd, zou neerkomen op het
weigeren van produetienormen. Deze productienor-
men mogen wellicht niethet’ allerbelangrijkste begin-
sel zijn, dat aan onze Overeenkomst ten ‘grondslag
ligt, zij zijn toch zeker van zooveel gewicht, dat het
vallen laten daarv.an
een volkomen herziening zou me-
debrengen van het verdrag, dat nu al meer ‘dan vijf
jaar met groet succes werkte.
2. Do werklieden hebben •de productienormen ver-
worpen, vrjtwel voor ‘de geheele ‘serie modellen, voor-
namelijk omdat de weekloonen bepaald lager waren
‘dan ‘in vorige seizoenen. Neemt men, aan, dat de fabri-
kant ‘behoorlijk zijn taak vervuide en vooral ook de
tij;dstudies .goed zijn uitgevoerd, dan ibeteekent een
dergelijke verwerping ,,en gros” ‘het aantasten van
den geest der Overeenkomst. De mode verandert niet
van het eene seizoen op het andere z66 volledig, dat
een volledig verwerpen ‘der normen, gemotiveer.d zou
zijn. ‘Ori’tiek op de normen moet redeljkerwij’ze onder-
sc’heid maken tussc’hen ‘de verschillende modellen en
gesteund worden ‘door nauwkeurige dtails. Evenzoo
moet ‘de geleverde critiek niet beantwoord wo’rden’met
algemeenheden, maar niet verwijzing naar cle gegevens
in zoedani’gen vorm, .dat ook de leek daardoor kan
worden overtuigd. Productienormen (voor éôn fabriek,
voor de geheele plaatselijke markt en later voor de
geheele nijverheid) zul] en ‘slechts algemeen aanvaard
worden als zij begrepen en vertrouwd worden, zoowel
door hen, die er naar werken als door hen, die ze vast-
stellen. De tijdstuclieman moet zijn. werk duidelijk
maken voor ‘hen, die er het meest mede te maken heb-
ben. De archieven met tij’dstu’dui.es moeten toegankelijk
en overzich.telj:k
zijn.”
Uit de commentaar, ‘die de vakver•eenigin.g leverde
op ‘het rapport van een lid der Taylor Society over
do ‘kwestie der productienorm’e’n, citeer ik nog:
,,Wij wijzen ten slotte erop, dat onze voorstellen tot
verdere verbetering van ‘het. ‘systeem der product,ienor-
men, ‘gedaan worden in op’bouwenden geest. Wij zijn
het eens met ‘do denkbeelden, uitgedrukt door den
heer (3oodeli in zijn rappor.t en den heer Oooke in zijn
brieven, omtrent de waarde en juistheid van het stel-
sel. Wij’ zijn t’en volle bereid t’e doen wat wij kunnen
als vakvereeniging van opbouwend gezinde, bekwame
vaklieden. in ‘d’e ‘kleedi’n’gin’dustrie, tot verdere verbe-
tering van het stelsel ‘der p’roductienorm.en.”
Beide
par.tijen
zijn overtuigd van cle onvolmaakt-
heden, ‘die cle tijdstudies en do ‘daarop gebouwde con-
clusies blijven aankleven. Men weet, ‘dat zij, slechts een
apparaat leveren, dat, gehanteerd door een bekwaam
en verstandig vakman, het inzicht in ‘de werkmethocle
“helpt verbeteren. Beide partijen zijn echter ook er van
‘doordrongen, dat het verbeteren der werkmethode, het voortdurend zoeken naar de ,,one best way” noodig is,
niet alleen in ‘het ‘belang van ‘den ondernemer, maa.r
evenzeer in ‘het belang ‘der arbeiders. Juist deze -wel-
willende houding der werklieden (en hunner organi
–
s.atie!) tegenover ‘de tijdstudies, maakt het mogelijk,
de tij’dstu.dies goed,. openlijk en veelvuldig uit te voe-
i’en en betrouwbare resultaten er mede ie bereiken.
Geen botweg afwijzen van ,,Taylorsysteem”, geen op-
zettelijk ,,lij’ntrekken” als een
tijdstudie
wordt ver-
richt, ‘geen protes.t ‘der ,,propagandisten” tegen de
,,geniepige uitzuigmethoden”, ‘maar een welbewust
medewerken
tegen
noodelooze verspilling en.
voor
een
6 Juli 1927
ECONOMTSCH-STATISTISCHE BERICHTEN
599
rationeele productiemethode zoowel als een rat,ioneeie
beI.00nng der arbeiders. Moge men bij ons een voor-
beeld nemen aan deze blijken van gezond verstand
der Amerikaansc’he werklieden. D.
DREsDEN.
HET PENSIOENFONDS IN DE TYPOGRAFIE.
De aandrang tot een fonds.
Er zijn op het oogenihlik in Nederland meerdère
ondernemingen, die zich het lot van hun oude werk-
nemers aantrekken. Wij behoeven maar te herinneren
aan de pensioenfondsen, die ‘bij’ Stork en anderen be-
staan. Van pogingen om •deze aangelegenheid voor
een geheel ‘bedrijf (d.w.z. voor het complex der onder-
nemingen, die eenzelfde product voortbrengen) te
regelen, hoo
r
t men nog weinig. In het scheepvaart-
bedrijf kwam destijds een fonds ‘tot stand, ‘dat mede
door den ongunst ‘der tijden mislukte. De Lim’hurgsche
mijnen zijn, naar wij meenen, het eenige on’dernemin-
gencomplex, waar de pensionneeriug wel bestaat. In-
tu’sschen dient hierbij te worden in acht genomen, dat
het mijn;hedrijf door zijn eigenaardi’ge verhoudingen
in verschillende opzichten een semi-publiekrechtelijk
karakter vertoont.
Nu een ander ‘bedrijf, ni. de Typografie zich ‘gereed
maakt om ‘het voorbeeld ‘der mijnen te volgen, kan
‘het wel]icht zijn nut hebben iets omtrent de bestaande
plannen mode te deelen.
Het is geen toeval, dat deze aangelegenheid juist
in ‘do Typografie aan ‘de orde is gekomen.
‘Sinds jaa.r en dag geldt ‘daar ‘de usance, ‘dat oudere
arbeiders een zekere beschern’i ing genieten, doordat
zij, die later in dienatbetrekkiog zij’n ‘genomen, bij
siapto het eelist, voor ontslag in aanmerking ‘komen.
In ‘de jaren vôôr 1:91.4 werd de toepassing van dese
regeling ‘dikwijls door de arbei’cler’sorganisa’tiën, door
middel van staking, van ‘den patroon afgedwongen.
Na dat jaar, toen een collectieve arbeidsovereenkomst
voor hot geheele bedrijf tot stand kwam, werd in
reglementairen vorm gegoten en onder een ‘behoorlijke
rechtspraak gesteld, wat vroeger hier en ‘daar reds
ongeregeld werd toegepast,. Men begrijpt dat het op
deze wijze veel voorkomt, dat jongere weiknemers af
–
vallen en juist ouderen in de onderneming overblijven.
Daar komt nog iets bij’. In de trp
ogra
fi
e
i
s nog ‘veel
middelmatig- en ‘kleinbedrijf. Vele drukkerijen werken
met slechts vijf,
tien tot
vijftien
gezelle’n. De typograaf
is bovendien in het algemeen een geschoolde ‘krach’t,
van, eenige ontwikkeling. Er ontstaat ‘dus onwilieken-
rig tusschen patroon en arbeider een nauwere band,
dan w’anneer men te doen heeft met een g.roo’te onder-
neming, waar ‘de leider de menschen nauwelijks bij
name kent.
Intusschen zi.et men zelf’s
01)
de groote drukkerijen
met eenige honderden gezellen dit nauwere contact.
Want de typograaf is ,,’hokvast”. En ‘de ‘aard van het
werk ‘brengt met zich mede, dat een patroon een
arbeider, die met ‘de verzorging van een bepaald druk-
werk is hela’st niet gaarne ‘ziet vertrekken. Bekend is bijv., ‘dat Dr. Kuyper aan De Standaard een paar
vaste zettois ‘had omdat niemand anders
zijn
hand-
schrift kon orutcijferen. Het is onder deze omstan-
digheden ‘begrijpelijk, dat een typograaf, die 25 tot
50 jaar op eenzelfde drukkerij heeft gewerkt, een
‘veelvuldig voorkomend ‘verschijnsel is. En wanneer
een patroon, ook van een grootere zaak, zoolang met
iemand heeft gewerkt, ‘dan wil hij ‘toch ‘gaarne ook
voor den, ouden dag van dien man iets ‘doen.
Ten slotte heeft zich ook de invloed der collectieve
arbeidsovereenkomst doen gelden. Zelfs de meest ver
–
s’tokte scepticus van dit instituut zal wel geneigd zijn
toe ‘te geven, dat een bijna ona±gebr•oke’n periode van
samenwerking van ruim 13 jaar ‘tu’sschen de leiders
van patroons en ‘arbeiders, in ‘het geheele
bedrijf
een
sfeer heeft geschapen, .’gunstig voor het welslagen
van pensioenplannen.
Al zijn er ‘dus verschillende omstandigheden, ‘die
verklaren, dat juist in ‘de Typografie de pensioen-
gedachte zeer sterk ]eeft, dit neemt niet weg, dat. de
patroon’sorganisatie ‘deze zaak met ‘groote voorzic’h-
tig.heid moest voorbereiden. Op het .00genblik zijn er
‘slechts 22
drukkerijen,
alle ‘grootere, die een peru sioen-
regeling hebben. Komt het fonds tot stand, dan zijn
bijna 1400 patroons met 12.000 arbeiders ‘daaraan
onderworpen. Het bestuur der patroonsorganisatie
heeft dan ook eenige jaren geleden haar leden eerst
over het principe ‘doen beslissen. Toen ‘het beginsel
was aanvaard, werd met medewerking van deskundi-
gen, een uitgewerkt plan ontworpen, dat dezer dagen,
mede dank
zij
‘de ‘keuri’ge verdediging ‘van den heer
H. Diemer, directeur van ‘het Dagblad De Rotter-
dammer, eveneens ‘de goedkeuring ‘der patroons ver-
wierf.
Over enkele onderdeelen van ‘dit plan moge thans
iets worden medegedeeld.
Eigen beheer of ?naatschap pij?
Toen eeni’ge jaren geleden iets van het pensioen-
plan ‘bekend werd, toonden de Nederla’ndsche levens-
verzekering-maatschappijen ‘hun ‘groote activiteit, door
het bestuur der ‘drukkersorganisatie te overstelpen met
aanhiedingen. Toch werd er na
rijp
beraa’d de voorkeur
aan gegeven het fonds in eigen beheer ‘te houden. Hoe
meer de belangstelling der patroons en arbeider’s ka.n
worden gewekt, hoe groo’ter de kans van slagen. Daar-
om moet men ‘duidelijk ‘doen uitkomen, ‘dat het hier
gaat om
hun
fonds, ‘dat door de ‘door
hen
gekozen
besturen wordt beheerd. Bovendien behoudt men op
deze wijze meerdere vrijheid, waardoor meer rekening
kan worden gehouden met de ei’genaardigheden van
het
bedrijf.
Ook laat ‘het zich ‘aanzien, ‘dat men in
eigen beheer ‘goedkooper uitkomt. Met name geldt dit
voor ‘de administratie. De patroons- en arbei’dersorga-
nsatiën ‘hebben immers hun, bestaande bureaux, die
zich met, de uitvoering kunnen ‘belasten. Men denke
hijv. aan het ophalen van de wekeljksche premie hij
de arbeiders. De arhei’dersbon’den hebben reeds thans
hun win’lcelagen’ten, ‘die zich met ‘de innin’g van de co.ntributiën voor organisatie, ziekenfonds en werk-
l.00sheidsfon’ds belasten. Het is zeer eenvoudig om ‘deze
inzameling uit te breiden niet ‘de premie voor ‘het
pensioenfonds.
De keuze ton gunste van het stelsel van eigen beheer
bracht de
moeilijkheid
der ‘beleggingen. Deze zullen
ongeveer é&n millioen gulden per jaar bedragen. H.
beleggen van een ‘zoo groot bedrag kan natuurlijk ‘be-
ter aan een levensverzekering-maatschappij worden
toevertrouwd, dan aan het bestuur van een 4ergeiijk
fonds. Men heef t ‘dit ‘bezwaar mini of meer ondervan-
gen door de helegginsmogelj’kheid sterk te beperken
en verder ‘door aan het fonds een
com,nzissie van dcs-
gen
te verbinden, welke het bestuur nader advi-
seert,. Voor den vorderen gang van zaken kan ‘dan
hei
bestuur
zorgen, hetwel’k bestaat uit vijf patroon s en
vijf arbeiders,
hij
staking van stemmen uit te breiden
met een onpartijdigen voorzitter. ‘Door zoolang moge-
lijk een parithetische samenstelling te nemen, wordt
de verantwoordelijkheid voor ‘de uitvoering dcr maat-
regelen zoovoel mogelijk ‘op de patroons on ‘de arbeiders
zelve gelegd en wel in een verhouding van gelijkwaar-
dighei’d.
Premie en uitkeerin,q.
Er is ‘daarheen gestuurd, dal de ou’de arbeider hij
het bereiken van ‘den 65-jarigen leeftijd
1)
uit het
fonds een ui’tkeeri’ng van
f 9,—
kan ontvangen. Daar-
bij ‘komt ‘dan nog dc
f
3,— reap.
f
5,— onderdomsrente
van het Rijk, welke bovendien over eenige jaren gaat
stijgen.
Om dit mogelijk te maken moet een premie van
1)
Voor hen, die op het oogenblik reeds 65 j’aar zijn,
kan ‘door ‘het fonds ,dus niets worden gedaan. Eèn onver-
mijde’lijk gevolg van de groote moei1jkheden in den over-
gangstijd.
600
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
6 Juli 1927
f
1,60 per week ‘voor iederen werknemer worden ge-
stort. Daarvan betaalt de patroorn 80 ets. en de arbei-
der 80 ets. Ook voor ‘den arbeider beteekent dit, een
zeker offer, omdat de typografen, althans in de groote
steden, geen -hoogere bonen verdienen dan in andere
bedrijven. in Amsterdam bijv. is het -minimumloon
lager dan ‘dat van de meu’belmakers en ;bakkersgezellen.
Zooals men ziet is de voorkeur gegeven aan een
eenheidsprem.ie.
De administratie kan daardoor uiterst
eenvoudig en dus ‘goedkoop zijn. Intueschen is van
-deze regelin;g het gevolg, dat de ouderen te weinig en
de jongeren te veel betalen. Van aiibeiderszijde rees
daartegen geen bezwaar. Men redeneerde daar, dat
de ouderen de vak-brganisatie en ‘de C.A.O. hadden
gemaakt ,en daardoor met groote opoffering het bedje
-voor de jongeren ‘hadden •gespreid. Het was ‘daarom
niet meer -dan billij:k, dat ‘de jongeren meer betaalden,
dan zij’ volgens hun
leeftijd
zouden moeten doen.
Onnoodig hieraan toe te voegen, ‘dat •de premie
ad
f 1,60
beduidend kan worden verlaagd, wanner zij, die thans reeds tegen de
65
jaar boopen en dus zonder
veel pr-emiebetalin’g toch uitkeering ontvangen, zijn
afgevallen.
Deze overgan’gstoesta.nd bracht ook aan patroon s-
zij-de nog een groote moeilijkheid mede. De patroons
met veel
oude
arbeiders zouden, indien niets nader
werd bepaald, sterk van het fonds profite-eren, ten
koste van de pa-troon-s met veel
jo’Ivge
arbeiders. Om
de scherpe kanten hier af te slijpen is voor de eerste
zeven jaren na inwerkingtreding -van ‘het fonds be-
paald, dat de patroon, die een gezel pensiouneert èn
het fonds
te zamen
‘de 9 ‘gulden opbrengen. Het -deel,
dat de patroon betaalt,daalt in den loop ‘der jaren van
7 gulden tot 0 gul-den, het deel dat het fonds betaalt
stijgt van
f2,—
tot
f
9,—. Op ‘deze wijze is voorkomen,
dat het so]idariteitsgevoel, ‘dat de grondslag der verze-
kering moet zijn, zou worden overschat.
Restitiitie.
Wat te -doen met de typografen, die ‘buy, door werk-
looshoid een ander vak moeten gaan zoeken en jaren-lang premie hebben betaald?
– Men zal -wellicht antwoorden, ‘dat het- weuschelij’k
is hun een premiovrije polis te geven. Dan ‘kunnen zij
op hun 65-ste jaar nog een gedeeltelijke uit’keering
ontvangen. Maar -daar -wilden patroons en arbeiders
niets van weten. Een hunner ‘drukte dit ‘kernachtig
uit: ,,Wij moeten geen fonds hebben ‘van groentehan-
delaren, tramconducteurs, portier-s, e.d., die vroeger
• ook nog typograaf
zijn
geweest; het moet een
typogra-
fenpensioenfond-s worden.” Wil men de belangstelling
van het -geheele bedrijf voor het fonds wakker ‘hou’den,
dan is voor die redeneering in-der-daad veel te zeggen.
Toch ging het niet aan om hen, die gedurende vele• jaren premie hadden ‘gestort, bij het verlaten van het
bedrijf niets terug -te -geven. Vandaar -dat hun een
bedrag ineens uit het fon’ds wordt toegekend. Deze
restitutie i’s beduidend min-der dan h
e
t door -hen aan
premie -gestorte. Dit is niet alleen gedaan -om het
fon’ds financieel sterk -te maken, maar -ook uit een
andere zuiver practische overweging. Bij ‘de leiders
in -de Typografie bestaat nl. de overtuiging, -dat het kleinbedrijf, toch reeds ‘zoo sterk -toegenomen, zich
nog veel meer ‘zou uitzetten, in-dien iedere gezel, die –
ontslag neemt of world oos wordt, zooveel geld in het –
handje krijgt, ‘dat
– -hij er een dru’kkerijtje van kan, gaan
beginnen. Het fonds -zou ongetwijfeld de sympathie
bij; de patroons volkomen verliezen, indien het er toe
bijdroeg om op -deze wijze een leger van concurrenten
te kweeken.
Econoin,ische voorcteelel7,,.
Gelijk in -de meeste andere bedrijven in Nederland,
-gaat het -ook in -de Typografie economisch nog
–
verre
van rooskleurig. De vraag is dus gewettigd of het
thans wel het oogenblik is met ‘dergelijke plannen te
komen.
Dat -de patroons- en arbeider-sorganisatiën deze
moeilijkheid gevoelen -blijkt uit het feit, dat over den datum der inwerkingtreding nog met eenige aarzeling
wordt gesproken. Men moet hierbij evenwel verschil-
l-ende omstandigheden niet uit het oog -verliezen.
Gelijk wij -boven mededeel’den, stuurt een patroon
een 65-jarige reeds op -het oogenbli’k niet ‘zonder
meer -de straat op. In vele gevallen -geeft hij reed
thans een wekelj-ksche uitkeerin’g, maar.. . . – zon-der
dat hij daarvoor fondsen heeft gevormd. Wanneer een-
zelfde drukkerij -meerdere ‘dergelijke -gezellen te haren
laste heeft, dan moet een ‘belangrijke wekeljksche uit-
‘gave worden -gedaan, waar -geen reserveering voor
heeft plaats gehad. Boven-dien geef t de huidige rege-
ling telkens tot wrijvingen over het bedrag aanleiding.
Er zijn patroons, -die
f4,—
geven en er zijn er -ook,
die
f 12,—
verstrekken. Een: -vaste taxe is er niet.
Komt ‘het bedrijfsfonds er, dan zijn deze bezwaren
ondervangen.
Daar komen economisch nog andere voordeelen bij.
Vele drukkerijen hou-den zelfs arbeiders van 70 jaar
en ouder nog aan het werk, omdat zij opzien tegen het geven van een wakelij-ksch pensioen. Gingen zij’ reke –
nen, dan zouden zij’ zien, dat ‘het oudje hen veel meer
kost dan ‘het opbrengt-. Dergelijke oude werknemers
zijn immers meestal ‘hun loon niet meer waard. Men
-kan dan ook veel -betr tijdig iets voor hun pensioen
apart ieggen opdat- zij;, wanneer hun krachten vermin-
deren, kunnen worden vervangen door friseche jonge
krachten, die de -gelegenheid geven winst te maken. –
Zijn er, gelijk ‘thans het -geval is, nog een aantal jonge
werkloozen, die de plaats van ide oudjes kunnen in-
nemen, dan draag-t men op -deze wijze er ook nog toe
-bij’, om -de werkloosheid te verminderen.
Bovendien -brengen de oudjes niet alleen hun eigen
loon niet meer -op, zij’ ‘belemmeren ook nog -het produc-
tietempo van -de andere arbei-ders. Iedere patroon weet
‘hoe hinderlijk dat in de werkplaats is.
– Vandaar dan ook, dt het typografenfonds er in de
naaste toekomt’ zal komen. Daarmede zal een belang-
rijke sociale maatregel, die, naar wij hopen elders
navolging zal vinden, zijn tot stand gebracht.
A. A. VAN RHTJN.
NATIONALITEIT EN BELASTINGPLICHT.
In -het nummer van -dit Weekblad van
22
Juni
treedt prof. Van Gun -‘in -de beschouwingen, welke ik
en-der bovenstaanden -titel ‘gegeven heb in het nummer
van -den len Juni. Ik moge -den -schrijver van
las-ting van Nederlanders in den Vreemde” -allereerst
-danken voor de aan-dacht, welke ‘hij; aan mijn artikel
heeft willen schenken. Ongetwijfeld zullen -de -tegen-
opmerkingen van -den heer Van Gij-n veel kunnen ‘bij
–
dragen -tot voorlichting van -de publieke ojrinie op dit
stuk van belasting-politiek en belastingrecht, hetgeen
te m-eèr noodi’g is, waar – alleen ter wille van be-
strijding van ‘kapitaal- en ‘belastingvluch-t – zeer be-
langrjke -beginselen, -die den belasting-plicht -betrof-fen, min of -meer incidenteel ‘door ‘het ontwerp, – zoo
het wet wordt, zullen zijn binnengehaald. Het -is niet
min-der dan -een fron’tveran’d-ering, wanneer voortaan
-de nationaliteit criterium wordt voor -het vallen onder
eenige onzer voornaamste belasting-wetten. Dat de
verandering als aanvulling is -bedoeld, maakt -de zaak
nog ingewikkelder. Zoo, -meen -ik, ergens ‘sprake moet
zijn van ,,’e’ten van twee wallen”, dan wel hier, waar
de fiscus voortaan
t-wee
criteria -gaat -bezigen in steê
–
van het enkelvoudige van ,,wonen” in dezen of genen
zin.
De opmerkingen van prof. Van Gijn zijn te belang-
rijk, -dan ‘dat ik niet- nog even van -de -gast
–
vrijheid
der
E.-S. B. zou willen gebruikmaken. Vooreerts-t -dan:
het -over één,
–
kam scheren van de (3) onder-deeben van
‘het voor-s
–
tel van den Minister. Gaarne erken i
–
k, -dat
de -systematiek van den heer Van Gijn verkieslijk is,
-doch bij’ mijn ‘bespreking van het ontwerp met de toe-
lichting heb ik den Minister gevolgd, die ook over
6 Juli 1927
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
601
één kam scheert en niet in ‘het minst doet uitkomen,
‘dat ‘het hier over 3 materies gaat, elk met eigen
oi.schen van mot’iveeriiig! Men leze maar § 1 van de
M. v. T. in fine: ,,In vorenetaande beschouwingen ‘is
in%on’derheid (lees: enkel, B.) gesproken over de in-
koms’tenbelasting bij welke het belang van den fiscus
‘dan ook wel het grootst is. Intu’ssc’hen geldt de voor
die belasting gevolgde ratio mede voor .de vermogens-
belasting, de aan de inkomstenbelasting verwante ver-
dedigings’bels:tingen, en ook voor de successiebelas-
ting en het daarmede ver:bonden recht van schen-
king”. Is ‘dit over één kam scheren of niet? En niet
door mij doch door de Regeeiiug! Met dat weinige
in de Memorie moeten de beide andere groepen, op
sleeptouw genomen door de vermogensbelasting, het
doen. Waarlijk, het is jammer, dat het mij ‘objectief
onmogelijk was de analyse van ‘den geachten schrijver
te kennen véér ik mij tot schrijven zette: gaarne zou
ik haar als critische noot
tegen
het voorstel hebben
a,angevoer’d, dat immers blijk geeft ten deze in onder-
sc’heidingskunst wel wat heel erg te zijn te kort ge-
schoten.
,,Onvje succeasiebelasting is in den loop der 19e
eeuw geheel van ‘aard veranderd”, aldus ‘de heer Van
Gij’n. Veranderd, ja. Geheel van aard: neen. Zeer
zeker: de boedelbelastin.g is een erfdeelernbel’asting ge-
worden. Doeli dat is een quaestie van techniek voor
‘de berekening van het recht. Deze veranderi’g ‘brac’ht
geen wijziging in het critenium voor ‘den
belasting-
plicht,
en alleen in het laatste geval aou de aard der
belasting geheel kunnen ‘zijn veranderd. ‘Het moge de
bedoeling zijn – ik ontken dit niet -, te ‘heffen ,,van
hen die het fortuintje ‘hebben te erven”, dus ômd’at
zij vnrkrjger zijn,
rechtens
is toch alleen, dat zij
‘door de belasting getroffen worden, omdat zij’ erven
van iemand, die, ‘hier woonplaats hebbende, overleed.
En nu is het een sprong, te argumenteeren uit het
puur technische moment van de ‘erfporities tot het
belasten van nalatenschappen van niet binnen het
Rijk wonende Nederlanders. Ik kan mij voorstellen,
dat alle vsrkrijgin’g uit nalatenschappen
door
hier
gevestigden en (of)
door
Nederlanders (in den vreem-
de) belastbaar wordt gesteld. Maar dat is niet ‘het
systeem der wet en ‘het is ook niet het systeem van
lvLinister de Geer’s ontwerp. Want dit stelt almee der
plicht afhankelijk van een bijzondere omstandigheid
van overlijden,
ni. dat iemand
als Nederlander
in het
buitenland sterft. Dus breidt ‘het ontwerp ‘den be-
ntaandeu overlijdenisgron’dslag nog uit en raken wij
daarmee nog verder ‘af van den wensch van der heer
Van Gijn: ,,Het wegnemen van de ‘anomadie, dat het
niet van ‘de woonplaats van ‘dengeen, die erft en de
belasting betaalt, maar van die van ‘den ‘erflater af-
hangt of er successi’ebelaisting ‘geheven wordt”. Deze anomalie wordt
grooter,
wanneer nu ‘ook nog de be-
lastingplicht komt af te hangen van de nationaliteit
van den
erf la.ter.
Dit zoo zijnde, wordt ‘het ‘onbegrij-
pelijk, hoe het belasten niet van den boedel, doch van
de erfdeelen een argument zou ‘kun’nen zijn ten gun-
st van ‘s Ministers voorstel. Het zou, zoo ooit, alleen
kunnen ondersteunen eenvoorstel,
waarbij’
verkrijgen
door
Nederlanders in den vreemde belastbaar werd
gesteld. Het zou echter ook dan m.i. outzenuwd wor
–
den door de opmerking, dat ‘belasten naar erfdeeler, blijkens de bestaande wet, geenszins inhoudt, dat de
belastingplic’ht alleen maar op verkrijgen ‘berust. Be-
lasten naar erfdeelen praejudicieert niets en is ver-
eenigbaar zoowel met het stelsel, ‘dat omstandigheden
aan den kant van den erfiater als dat omstandigheden
aan ‘der kant van de(n) verkrijger(s) over ‘den ‘belas-tin’gplicht beslissen. Ik geloof, dat ‘het argument van
‘den heer Van Gijn naar geldend recht niet opgaat,
terwijl het al evenmin steun vindt in het ‘stelsel van
het ontwerp, dat zich op de positie van den
erf later
blijft ‘baseeren.
Er is een goede reden, om van dien erfiater ‘te blij
–
ven uitgaan: het zakelijke karakter der heffing. De
zuiver technitc’he regeling volgers erf’deelen veran-
dert daaraan niets. Doch gaat men ‘het
verkrijgen
door
hier gevestigden en (‘of) door Nederlanders al’ dan
niet in ‘den vreemde tot criterium maken voor den
plicht,
dan loopt ‘het zakelijk karakter wèl gevaar.
Waarom zou men dan niet mogen gaanrekenen met
de omstandigheden van die verkrij’gers? Het maakt
een groot verschil, of iemand, die reeds 1 millioen
bezit, nu nog een ton erft, dan wel of aan iemand, die
niets bezit, zulk een voordeel te beurt valt. Thans zegt
de wet: een ton is een ton, en ‘als ge in denzelfden
graad van bloedverwaatschap staat, ‘betaalt ge over
die verkrijging evenveel. Ik kan mij echter best voor-
stellen, dat anders geredeneerd wordt, zoo ‘de verkrij-
ging-zonder-meer het su’bject belast.in’gplichtig zou,
stellen.
Met de zuivere crisisheffingen, ‘dus de ‘belastingen
en opcenten, die het Leenin’gfonds voeden, is het wel
wat ‘ander’s gesteld. De argumenten, ‘die de ‘heer Van
Gijn aanvoert in zijn artikel van 14 Juli 1926 in dit
Weekblad, lijken mij: krachtig, althans voor wat be-
treft het hon’derdeia-millioenen-bedrag, waarmede de
‘handhaving van onze neutraliteit is gefinancierd. Het
komt mij’, nu ik deze zaak nog eens nader heb over-
wogen, wel voor, dat het bijzonder karakter dezer ‘hef-
fingen kan rechtvaardigen ‘bijzondere maatregelen,
waardoor zi ook ‘komen te ‘drukken op ‘de landgenoo-
ten, die than.s in den vreemde wonen, doch van onze
neutraliteit destijds hebben geprofiteerd. Hoe moei-
lijk de zaak prac’tisch zal zijn, blijkt m.i. hieruit, dat
de bedragen, die door de
distributie
zijn verslonden
en voor een deel thans ‘mede ‘door de crisisheffingen
worden gerem’bourseerd, weer een anderen maatstaf zouden vragen, zoo men billijk wil zijn. Immers, ter-
wijl alle Nederlanders hebben geprofiteerd van het
blijven van Nederland buiten den oorlog, hebben van
de distributie-uitgaven alleen ‘zij voordeel gehad, die
tijdens den ‘oorlog en nog even daarna werkelijk in
Nederland hebben gewoond. Wie ‘destijds ‘buiten ons
land toefde, ‘had er niets aan. Er zou dus een splitsing
moeten worden gemaakt naar twee ‘kanten: eerst zou
moeten worden iosgepel’d dat deel ‘der crisisheffingen,
‘dat strekt om ‘het neutralitei’tsbestanddeel onzer en-sisleenin’gen te dekken, en vervolgens zou het d’istri-
butiedeel alleen mogen worden uitgestrekt tot die Ne-
derlan,ders, ‘die ook van ‘dit ‘deel der crisismaatregelen
door hun verblijf hier te lande mee hebben genoten,
wel te verstaan naar de nvaat van den duur van hun
verblijf.
Z66 zie ik thans de rechtvaardigheid in dezen,
doch dan ware zij wel uiterst onpractisch tevens, daar
het niet mogelijk zal zijn, die splitsingen – en vooral
d’e laatste – behoorlijk uit te werken in een regeling.
En nu vraag ik: zal bij’ de verwijdering van de ééne
onbillj’kheid niet een andere ‘komen in •de plaats,
waarvan het de vraag is, of zij niet nég grooter zal
zijn? Waarbij nog ‘komt ‘deze vraag: of de basis, die
hier
gelegd wordt voor de afwijking van het woon-
of woonplaats-criterium, niet al te smal moet worden
geacht? Moreele satisfactie, zoo zij’ ‘d’oor een waarlijk
billijke ‘regeling ware ‘te bereiken, onderschat ik
geenszins, doch de beproefde beginselen, die aan den
belastingplic’ht ten ‘onzent in de diverse wetten zijn
ten grondslag gelegd, moeten m.i. niet ‘zoo maar, ter
wille van een ‘gevoel, worden gewijzigd of althans uit-
gebreid. Het ibelasten van Nederlanders qua Neder-
landers is iets geheel nieuws, en ‘hoewel dit op zichzelf
geen bezwaar ‘behoeft te wezen, ‘moeten er wel zeer
zwaarwichtige redenen ‘zijn, die ‘dit nieuwe kunnen
wettigen, zal het in ons recht een plaats mogen krij-
gen. De fiscus nu verwacht, blijkens ‘de Toelichting,
van de inkomstenbelasting het meest. Ik meen, dat,
zoo de regeling beperkt zou blijven tot ‘dat deel der
crisis’h’effingen, waarvan ‘de uitbreiding tot l’andge-
602
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
6 Juli 1927
nooten in den vreemde ook ik billijk acht, de fiscale
beteekenis van den maatregel zeer gering zou zijn. En
dat, waar ‘zij nu reeds, alles bij elka’ar, onmogelijk
veel kan beduiden!
Wat ibetreft de ,,meest volkomen onersehi1ligheid
voor alle openbare belangen”, die de Nederlanders bij
het verlaten van onis land zou bevangen, moge ik er
even op wijzen, dat deze ‘door mij niet is gesteld.
Maar wel meen ik, dat. de ‘banden, naarmate van den
duur van het verblijf ‘buitenslands, verslappen. Er is,
meen ik, .geen volk, dat zoo gauw zijn eigen taal ver-
leert, als het Nederlandsche. Het blijkt al bij ‘het ver-
laten van ‘de eene gemeente als woonplaats voor een
andere, mits op eenigen .aanmeekelijken afstand ge-
legen, hoe allerlei nieuwe relaties de oude eerst op
‘den achtergrond dringen en dan veelal doen vervagen
tot er niet veel meer dan herinnering van overblijft.
Nu is de heer Van Gun het op diit punt blijkbaar wel
met mij eens, want hij
,
wil den fi’scalen greep ‘op de
Nederlanders in den vreemde doen eindigen met
10 jaren buitenlandsch verblijf (in zijn artikel Belas-
tingvlucht II, E.-S. B. 1926, blz. 649, wil de heer
v. Gijn den termijn op 5 jaren gesteld zien). Zijn
gedachtengang is dus wel verwant aan den mijne, z66-
zeer, dat. de geachte schrijver m.i. inconsequent is ge-
worden. Immers de zaken, waarop
hij
zegt dat ook
de Nederlander in ‘het buitenland belang heeft, als:
de buitenlandsche vertegenwoordiging, defensie, rijks-
politie en rechterlijke macht, hooger en middelbaar
onderwijs en kunsten en wetenschappen, staan toch
wel les van ‘elken termijn. Die redenen zouden mi.
moeten gelden, zoolarig men Nederlander is. Wordt
echter een termijn bepaald van 5 of 10 jaren, dan ligt
daarin de erkenning van de juistheid van mijn betoog,
dat langzamerhand het vaderland nog slechte in de
herinnering gaat leven, voor velen een mooie en dier-
bare herinnering, doch cti.e geen grond kan opleveren
voor ‘belastingplicht. Reeds in mijn vorig ‘stuk weos
ik erop, dat Nederlanders in het ibuitenland vogels
zijn van zeer diverse pluimage, ook wanneer- men
alleen hun sociaal-economische omstandigheden be-
schouwt. Sommigen houden hier hun grond- en hui-
zenbeuit aan en laten hun effectenbesit zijn meer of
min Nederlandsch karakter behouden. Anderen ma-
ken zich met hun. bezit geheel of vrijwel geheel ls
van het vaderland. Dezulken, hoe verschillend hun
positie, uit N’eder.lan’dsc’h oogpunt, moge zijn, behan-
delt het ontwerp als ware er
geen
verschil. Het kan
ook niet anders. Doch daarmede vervalt dan ook de
hilljkheid, in wier dienst het voorstel heet te staan.
Wat de quaeatio der dubbele belasting :betreft, zij
blijft, meen ik, ook na de opmerktingen van den heer
V.an (lijn, wel degelijk aa.n de orde. Het moge waar
zijn, dat fiscaal achterlijke landen de verteringsbelas-
tiiigen .as accijnzen e-d. leggen op z.g. volksartikelen:
‘dit neemt niet weg, .dat de Nederlander, die in
Frankrijk
bij’v.
lucifers en tabak verbruikt, om van
de vele artikelen, waarop
accijnzen
drukken, te zwij-
gen, wor.dt bezwaard met bedragen, die hij niet in
mindering kan brengen van hetgeen
hij’
.aan den. Ne-
clerlandschen fiscus verschuldigd is. En ons eigen
land met zij’n ver.teringsbelastingen op gedistilleerd,
tabak, paarden, motorrij’tuigen, bilj ards, pleizierv’aar-
tuigen enz. is wel een heel ‘sterk
bewijs,
dat allerlei
directe en indirecte lasten op het verbruik mogelijk
zijn – die ook in het buitenland in deren of genen
verm veelvuldig bestaan -, waarvan niet kan worden
gezegd, dat zij vooral ‘op ‘den kl’eiuen man neerkomen.
Ik blijf het riegeeren – ‘bij’ den aftrek – van ‘de om-
standigheid, dat de betrokken landgenooten in andere
.d’an ,,gelijksoortige” belastingen zekere, misschien aanzienlijke bedragen opbrengen, een on.billjkheid
van de eerste orde achten, te pijnlijker, waar ‘het voor-
stel moer nog schijnt het rechtsgevoel te willen be-
vredigen dan cle schatkist te spekken. En waar het
–
niet mogelijk is die onbillijkheid te ontgaan, draagt
zij er voor mij zeer veel toe ‘bij, ‘het voorstel, ‘zooals
het daar ligt, onaannemelijk te achten.
Vervolgens ‘de inbaarhei’d in verband met de dwang-
middelen, wanneer men over ‘het beginsel heen is. Ik
blijf die middelen, welke eer door m.achteloos’hei’d dan
‘door gezag ‘zijn ingegeven, weinig nobel vinden. Wil
men’ eenmaal deze uitbreiding van clan belastingplicht,
dan zal er wel niet veel anders opzitten dan derge-
lijke 2e ‘of 3e rangis sanctier ‘te aanvaarden. Het gevoel
van on’behaaglijkheid tegenover ‘het voorstel wordt er
des te intenser om. Wanneer een Ned.
delinquent
ge-
vlucht is naar het buitenland en ‘door den Staat van
zijn verblijf niet kan worden uitgeleverd, omdat zijn
delict ‘niet staat op ‘de lijst van het tractaat of wel
dit laatste .gcheel ontbreekt, dan ‘zal hij’ zich in ‘geval
van nood kunnen wenden ‘tot onze diplomatieke en
consulaire vertegenwoordiging, die niet gerechtigd is
hem haar hulp te weigeren. Doc’h voortaan zal de-
geen, die geen belasting betaalde, nul op ‘het request
krijgen. Ik vind de houding van iemand, di’e in naam
nog Nederlander, zich van een eenmaal ingevoerden
beiast’ingplicht niets aantrekt en dan toch bij ‘de voor-
melde vertegenwoordiging aanklopt om hulp, verre
van hoog. Doch daar gaat het niet om. Een landgenoot
in ‘dan vreemde, die moeilijkheden krijgt,’ welke
(mccle) uit ‘den weg ‘te ruimen tot de normale taak
van ‘bedoelde autoriteiten ‘behoort, moet onvoorwaar
–
deljk gekolpen worden. Wanneer een Rij’ksvel’dwach-
‘ter ‘iemand in ‘het’ water ziet liggen, vraagt hij ook
niet., alvorens de helpende ‘hand ‘te bieden, of de dren-
k’eiing wel al zijn plichten jegens het Rijk heeft ‘ver-
vuld! Doet hij ‘dit toch, dan kan
hij
zelf met’den straf-rechter kennis maken, zoo ten gevolge van dergelijke
pourparlers ‘de hulp te laat cou komen. Zoo maakt
de Staat mi. een aan misbruik palend ‘gebruik van
zijn macht, wanneer hij de in het voorstel opgenomen
middelen toepast. Immers die middelen betreffen een
stuk overihei’dszorg, welke in uiterst los verband staat
tot ‘de
concrete
heffingen, waarom het hier gaa’t. Want
bestemningsh.effingen,
,
waarbij een nawijabaar ver-
band bestaat tussehen de ingeroepen diensten en de
middelen benoodigcl voor hun financiering, zijn zij
allerminst.
Wat do quaestie van ‘iiitorn’ationalisme op belas-
tinggebied betreft, moet ilc wel
bij
mijn meening vol-
handen, dat het voorstel in deren het paard achter
den wagen spant. De gedachte van ‘den heer Van (lijn
gaat in deze richting: ‘de Volken’bond is hier vrijwel
machteloos en ‘dus moet iedere staat zichzelf helpen
in aller belang. Daarmee woedt echter m.i. een na-
tionale regeling, die n.b. ‘de nationaliteit al’s nieuw criterium voor ‘den plicht vooropstelt, nog niet in-
ternationaal. Integendeel: wij hebben hier dan een stuk
overgobleven Staten-anarehie, waarbij immers elke
Staat doet of laat wat hem goeddunkt. Wanneer wij
onze landgenooten in ‘den vreemdè bel:a’sten, maar
Duitschland, Frankrijk, Zwitserland enz. enz. doen
‘het
hun
landgenooten niet: wat is er ‘dan voor inter-
nationaal’s te vinden in boze wet? Ik zie er slechts
vermeerdering van verwarring in. Niet minder dan
de heer Van (lijn keur ook ik af ‘het ,,onder’huren.”
van vreemdelingen door Staten, ‘die ‘dezen fiscaal meer
ontzien dan de eigen iandslieden. Maar ‘daarmede be-
–
geven
wij
ons op een
zijpad,
dat door den Volkenbon’d,
zoo hij’ zich krachtig genoeg gaat voelen, zoo gauw
mogelijk dient te worden gebarrica’deerd. De ‘hoofd-
qu’aestie is deze: Of,
bij
gelijke behandeling van na-
tionalen en vreemdelingen ‘door de diverse Staten, er nog plaats is voor uitbreiding van ‘beias’tingphcht tot
de landgenooten buiten ‘de grenzen. De
bijzondere as-
was,
waarop de heer V’an (lijn met een afkeuring, die
ik geheel deel, wijst, kan ‘het ‘betoog ten principaie
onmogelijk versterken. Daartegen is dit voorstel niet
gericht en daarvoor is het heele apparaat der aan-
6 Juli 1927
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
603
bevolen maatregelen, als van veel verdere strekking,
stellig niet no’odig.
Wij moeten met onze wetten de landgenoaten in
het. buitenland niet afs’tooten, en wij kunnen niet
a priori zeggen, dat hun verlies, zoo vaak dit. door de
maatregelen van dit voorstel zou iji’treden, geen wer-
kelijk verlies zou zijn. Ook hier zal velerlei individueel
verschil zich doen gelden. En de heer Van Gun zelf
schijnt het in hoofdzaak toch met ‘mij eens te weren,
‘blijken’s ‘de grens van 10 (of 5) jaren. Die grens heeft
alleen nin bij ‘de onderstelling, dat z66 lang in het al-
gemeen de banden met ‘het vaderland sterk genoeg
zullen zijn – in verband met de belangen .die men
er ‘nog heeft -, om den drang naar naturalisatie te
weerstaan. l)aarna zou ‘het, bij het vervagen dier be-
langen, anders worden. Maar dan sou ook de fiscale
belangstelling een einde nemen en daarmee de ‘prikkel
om zich te laten naturaliseeren, verdwijnen!
De heer Van Gijn en ik mogen ‘in onze conclusieën
aangaande ‘het wetsontwerp ‘tegenover el’kand’er staan:
onre gedachtengang diver.geert, naar mij voorkomt,
veel minder dan de geachte schrijver
schijnt
te meenen.
H. W. C. BoanEwijIc.
PETROLEUM EN POLITIEK.
Heeft tegenwoordig nog de bewering bewijs van
noode, ‘dat petroleum en politiek in zeer nauw verband
staan, .dat om do pet:roleum, zelf een der voornaamste
economische en machtsfactoren, ‘een strijd werd en nog
wordt gevoerd, ‘die niet beperkt blijft tot maatregelen
van, de zijde ‘der leiders van ‘de groote petroleum-con-
cerns .(en de kleinere trachten hun dit na te doen),
maar welke strijd in de onderhandelingen der diploma-
teti, .i n officieele stukken en in ‘de vorming van regee-
ii nigsi ustel lingen tot uitdrukking komt?
Wel nauwelijks ‘kan zulks ‘het geval zijn. Wat wei-
nige jaren geleden nog de gedachte van een zonder-
ling zou hebben geschenen, ‘nI. ‘dat de petroleum een
beslisseuden factor zou gaan vormen in ‘de buitenland-
sche politiek der Groorte Mogend’heden en der kleinere
staten, is ailengs gemeen goed ‘geworden en wel in
zulke mate, dat men in vele gevallen eerder moet
waarschuwen voor een overschatting van deze rol dan
voor onderschabtin.g ervan. Dit is het igroote publiek
wel belc’en.d geworden door een aantal geschriften (in
de eerste ‘plaats Engelsche en Fransche, maar ook
Ameri’kaansche en Duitsche) van uiteen]oopende be-
teekenis sedert ‘den tijd van ‘den oorlog, van ‘dien oor-
log, welke een zoo angstwekkend duidelijk inzicht
heeft gegeven in de waarde van de petroleum als
mac’hbsm:icidel en waaruit slechts drie episoden k.ort
mogen worden ‘gememoreerd, omdat zij die be’teekenis
ook heden nog zoo scherp mogelijk weder in herinne-
ri iig brengen:
Ten eerste ‘de Duitsche pogingen, zich ‘door een
aanval op ‘het Zuid-.Russi’sche ol’iegebied (Bakoe), die
onmisbare kwanta petroleum te verschaffen, welke door
Oen’traie Mogencthederi in weerwil van de heroveri’ng
van G-aiicië en ‘de verovering van Roemenië niet ter
beschikking stonden, pogingen waaromtrent Luden-
dorff’s oor] ogsherinn en ngen ons meer ‘berichten. Al’s
tweede feit moge worden ‘herinnerd aan ‘den vertw’ij’fel-
den roep ‘om hulp van Ciemenceau aan President Wil-
son inzake het verschaffen van de noodzakelijke hoe-
‘voelheden petroleum, nadat volgens een mededeeling
van ‘Senator Bérenger aan de Leger-commissie uit’dea
Senaat, do vertegenwoordiger van den oppersten Chef
er den nadruk op had ‘gelegd, ‘dat het leger niet be-
schikt over ‘de voorraden, die noodzakelijk zouden 7ijn
om aan een situatie, zooals voor Verdun had bestaan,
ook slechts gedurende drie ‘dagen het ‘hoofd te kun-
nen bieden. En ‘als ‘derde feit zij genoemd de tot
gevleugeld woord . geworden, bijna al te dikwijls
geciteerde uitspraak van Lord Curzon
‘bij
een over-
winnings-plechtigheid der Geallieerden: De Ge-
allieerden zijn op een golf van petroleum tot de
zege gevoerd. En iangen tijd nâ ‘den ‘oorlog sprak
de, ‘zijn woorden zorgvuldig wegende, President Cool-
idge: ,,De suprematie der ro1keren zal wellicht worden
bepaald door het bezit van beschikbare petroleum.”
Zulk’s heeft geleid tot maatregelen, welke ‘men zou
kunnen kenschetsen als de
of ficieele petroleum.-poli-
tieic
‘der verscheidene staten. Deze ‘heeft verschillende
vormen aangenomen.
Terwijl
in Engeland ‘de Regee-
ring ‘steeds meer achter ‘de coulissen bleef; hoewel zij
zooals bekend ook de contrôle over de Anglo-Persian
bezit, in de commercieele en technische lei’ding waar-
van zij evenwel niet ingrijpt, mi terwijl zij er zich in
hoofdzaak toe bepaalt, den grooten petroleum-concerns
hare bescherming ook aan de conferentie-tafels, zooals
in Lausanne en Genua, te verleenen, en ook wel de
richtlijnen der petroleum-politiek met deze te ‘bespre-
ken, ‘heeft men in, het aan petroleum arme Frankrijk
twee officieele lichamen in het leven geroepen als
werktuigen van ‘een officieele petroleum-politiek: het
Of fice National des Coinbustibles Liquides
en de
Corn-
pagn.ie li’rançaise des Pétroles.
Het eerstgenoemde kan
men
vrijwel
beschouwen als een ‘studie- en adviesinstel-
ling voor alle vraagstukken op petroleumgebied, de
laatste is een maatschappij’, opgericht onder deelneming
van de Regeering en onder hare contrôle staande. Ove-
rigens is ‘haar kapitaal verdeeld over meer dan zestig
Fransche ondernemingen;
zij’
is hou’d’s’ter van de groo-
‘te concessies in het buitenland – tot dusverre de 25
pCt., tegenwoordig Fransche, vroeger Duitsche deel-
neming in de Turki’sh Petroleum Co., de eigenares der
concessies in Mesopotamië – maar ook bijv. van een
‘deelname i.n een soort beschermingssynd’icaat van bui-
iteniandsche, in Roemenië werkende maatschappijen.
Ook in België klonk ‘de roep naar een eigen petrolei.nn-
politiek, reeds jareh geleden, en inderdaad heeft Bel-
gië onlangs op zijn beurt een onderaandeel verkregen
in hot hierboven vermelde Fransche ‘aandeel in de
Turkish Petroleum Co. Voorts is er een aaneensluitiig
van •de Belgische petrol euminteressent.eu kortgeleden
tot stand gekomen, vooral met het oog op een ‘gemeen-
schappelijk optreden in ‘het buitenland. Italië heeft
‘het voorbeeld van FTank’rij’k nagevoigd door de oprich-
ting van
een
Azienda Generale italiano,. Pet mij
(A.G.I.P.), welke zich tot duisverre vooral toelegde op het verwerven van, bel’angen in Roemenië.
In Amerika heeft ‘de bezorgdheid over ‘het
be-
–
heer der petroleumvoorraden, ‘die als mac’hrtsmid
dol, maar ook als grond- ‘en hulpstof voor de in-
‘dustirie onmisbaar zijn (‘men is ‘bëvreesd voor een onnoodig vroege ui’u’tting ‘dezer niet ‘te vervangen
bezittingen, vooral wegens periodiek optred’ende zin-
n’elooze overproductie en roofbouw, waarvan juist
de laatste maanden weder getuigenis afleggen), geleid
tot de instelling van, een ,,Federal Oil Conservation
Board” door President Cooii’dge, in December 1924,
welke met ‘de zelf-gekozen vertegenwoordiging van de
petroleum-industrie, het
,,Americojrt Petroleum Inst’i-
tute”
samenwerkt. Zelfs ‘de industrie erkent tegen-
voodig in ruime mate de noodzakelijkheid van wet-
tieljk
ingrijpen
tot regeling van een vraagstuk, tot
beëindiging van toestanden voortgekomen uit met
eikander in tegenspraak zijnde feiten, waartoe zij zelve
bewees, niet in staat te zijn: d’e verkwistende produc-
tie van de naar alle waarschijnlijkheid toch slechts in
niet onbeperkte ‘hoeveelheden ‘aanwezige kostbare pe-
troleum. Zoo ‘zou van do petroleum uit misschien een
wijziging mogen worden verwac’ht van ‘de geheele anti-
tru,stwetgeving, die •het Amenikaansche economische
leven beheerscht en ‘de binnenlandsche politiek vele
jaren beheer’schte. Reeds lang voor er een Federal Oil Conservation Board ‘bestond, heeft de Amerikaansche
Regeering, opgeschrikt door ‘de besluiten der Confe-
rentie van San Remo ingegrepen ‘in den strijd om de
petroleumvelden in Mezopotamië, waarvan no’g rta.Irij’-
ker geschriften getuigenis afleggen dan die, welke
hun ontstaan te danken ‘hebben aan het optreden van
604
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
6 Juli 1927
die Regeering ten guniste van Amrikaansche belangen
bij het Djam’bi-vraagstuk.
Ten slotte houden natuurlijk ook de Zuid-Amri-
‘kaansche Repu:blieken er een eigen, zij het geheel
‘andere, olie-politiek op na.
Mesopotamië en Djambi zijn slechts twee der objec-
ten, waarover zich een strijd afspeelde, waarbij de Re-:
.geeringeu ingrepen ;de rij kan gemakkelijk worden’
vergroot.
Mexico
vormt een ander voorbeeld, dat jui’stt
in de laatste maanden weder de .opmerkzaamhei’d tot
zich trok, en het conflict Ver. Staten—Mexico is nog
steeds niet uit de wereld geholpen. Over vier van de,
vijf Noordelijke provinciën van
Perzië,
welke de con-S
cessie der Anglo-Persian niet omvatte, is eveneens,
een strijd rtusschen Engalsch.e en Amerikaansehe
belanghebbenden gaande; een
Fran5ch-Poolschs
over-
eenkomst van 1922 zij slechts vermeld als continentaaJ
voorbeeld van verdragen •tusschen staten, met petro-‘
leum-politieken inhoud. Welke strijd er is gevoerd
om de petroleum-terreinen in
Bvslond
hoe deze de
Conferenties van Genua en den Haag verstoorde en
sedert dien nimmer tot rust ‘kwam, hoe deze nog kort
geleden in een nieuwe phase trad, naar aanleiding
van een voorgenomen actie der Standard Oil en van de
Fransch-Ru’ssische onderhandelingen, hoe de tegen-
stand van de Koninklijke-Shell na vioegere onderhan-
delingen met de Russen groeide tot demonstratief ge-
toonde vijandsohap, ‘hiervan heeft wel bijna iedere,
courantenleser het een en ander gehoord. En even-
zoo, dat in plaats van den strijd om de petro- –
leu.m-marlr,ten
is gekomen die om de petroleum-,
terreinen, hoewel de eerste geenszins geheel ophield.
Het is onder deze omstandigheden niet te verwen-,
deren, dat men over het algemeen de petroleum be
–
schouwde als de kracht, ‘die niet alleen automobielen,
vliegtuigen, locomotieven en schepen drijft en den
goeden .gang van machines waarborgt, doch daarin
ook zag de drijfveer van
bijna
alle gewichtige
gebeurtenissen in de buitenlan’dsche politiek, waar
zij meer wrijving veroorzaakte dan ophief, ‘dat men
meende in alles een druppel ,,ongewijde” olie te kun-
nen vinden, in elke anders onverklaarbare actie de
lucht kreeg van petroleum. De menscheljke geest ver-
langt ernaar, ‘hetgeen
tegelijk
een vloek en een zegen
is, om voor alles Mn oorzaak te vinden.
Wij kunnen ons ‘voorstellen, d
a
rt de lezef van ebn
nieuw werk,
Dr. Karl Hoffma’nin: Oelpolitik v..nd an-
gelsiichsisc her Im.perialisnws,
1)
waarin getracht
wordt, ‘de wi’sselwerkin-gen tussohen petroleum- en
machtspolitiek niet slechts ‘door een grondi-ge uiteen-
zetting van do hierboven vermelde, vooral bij, het
publiek in het oog vallende gebeurtenissen -te behan-delen, maar deze invloeden van de petroleum en dien
samenhang ook in andere gebeurtenissen van ‘de laat-
•ste jaren nauwkeurig na te sporen, na lezing het om-
vangrijke werk uit de hand legt met de gedachte, dat
hij thans heeft leeren zien dè oorzaak der tegenstel-
lingen tusschen de starten, van de afwisselen’de con-
flicten, van .de veranderende beelden en verhoudingen,
wel’ke,,de wereldpoiitiek van de laatste jaren dikwijls
zoo verrassend te zien gaf. En toch zou dit. ‘geen goed
opmerken’d lezer moeten zijn. Want reeds de titel van
het boek: Oelpoliti’k
und an.geinich’sisoher Imperialis-
mus, .geeft te kennen, dat het twéé thema’s, die oven-
•gens zeer nauw verband met elkander houden,
behandelt-. En hij zal ook niet over ‘het hoofd mogen zien, .dat de schrijver zelf niet alles als feit stelt, veel
slechts aannemelijk weet te maken en bij andere gele-
genheden slecht’s vermoedens kan uiten. Intusschen
heeft het voor den’gene, die eenigermate vertrouwd is
met. d.e ontwikkeling van de petroleum-politiek, even-
als voor dengene, die aan de buitenland’sc-he politiek
in het bijzonder zijn aandacht wijdt, veel bekering
het verband tusschen beide onderwerpen na te .gaan
aan de hand van des ‘schrijvers beschouwingen.
1)
XVI und
446 blz. Ring Verlag, Berlin, 1927,
ge-bd.
R.M. 24,—.
Voor ‘de behandeling en ‘voltooiing van .de taak,
welke ‘hij’ zich stelde, kan worden gewezen op -de vol-
gende belangrijke voordeelen: ten -eerste de beschik-
king -over een zeer rijk materiaal, waarvan ,,het ver-
krijgen zonder de methodische werkzaamheid van een
wetenschappelijk arbei’dend instituut” (het Berlijnsche
,,Politijsche Kolleg”) niet mogelijk wu zijn geweest,
ten tweede de onverdroten ijver bij de selectie daar-
van, -ten -derde een levendig combinatie-vermogen en
tea vierde uitgebreide kennis op zijn gebied, zoodat hij
nint -slechts trachten kan, de complicaties der Confe-
renties te ontwarren, maar ook de spanningen en toe-
na’deningen in de verhouding van de Koninklijke-
Shell-groep tot de -Standard Oil; een verhouding, die
lang niet zoo eenvoudig is als men maar al -te ‘dikwijls
en te simplistisch op grond van den -strijd der laatste
ja-ren meent te mogen veronderstellen.
‘Slechts –op twee punten zouden wij gaarne hdbben
gezien, -dat al ‘deze voorde-elen waren aangevuld, ‘of wat
-het laatstgenoemde -daarvan betreft- -als tegenwicht
voor ,,le défaut ide cette qualité”: een intensiever ge-
–
bruik ook van buitenlandsche publicaties en voorts,
in enkele gevallen, toetsing van de vraag, of niet v-oor
op het- eerste gezicht of zelfs bij ‘dieper gaand onder-
zoek -onduidelijk ‘blijvende verhoudingen en vragen
dikwijls niet eenvoudiger -oplossin.gsformules . aan-
genomen zouden
–
kunnen worden dan ingewikkelde in-tnigues en schijnvertoofiingen. Zoo gelooven wij bij’v.,
dat veel in de behandelde gebeurtenissen zijn oorzaak
vindt -in. -het eenvoudige feit, ‘dat -ook -de -grootste ,,Em-
pire buil-ders” steeds zakenman zijn gebleven en dat
-hun politiek machtsbewu-stzij-n, hun streven naar eco-
nomische macht, -zich op andere ‘dan co-mmercieele
wijze meestal -slechts voor’bijgaand -deden gelden. On-
getwijfeld zal -de Neder-landsche lezer – vermoedelijk
veel meer dan bij-v. ‘de Duitsche, vooral wanneer
deze ‘den politi-eken (Dui-tsch-Nationalen) opvattingen
van den
schrijver
is toegedaan — geneigd zijn dit, ons
nogal gewic’hti-g schijnen-de, moment niet uit ‘het
oog te verliezen, en hiji zal, wanneer hij’ zich de
moeite heeft gegeven het
dikwijls
door
stijl en inhoud
niet steeds -even -gemakkelijke boek door te werken,
zeer zeker aanleiding vinden Zijne opvattingen met die
van den -schrijver te vergelijken. Dat het werk -ten ge-
volge van zijn rijken inhoud en van de veel-omvatten-
de beschouwingen daartoe rijkelijk aanleiding ‘biedt,
m-eenen wij een voordeel, ‘geen -gebrek, -te moeten noe-
men. Hoogstens kan men het betreuren, ‘dat de schrij-
ver in sommige ‘gevallen -de -binnenlandsohe politieke
ontwikkelingen, -maar vooral de sociale conflicten -bui-
ten ‘beschouwing laat.
Uitgaande van de belangrijkste feiten der ,,Raum-
politik” en productie-politiek, en -van -de drie voornaam-
ste tegenstellingen tusschen de wereldrj’ken Engeland
en Frankrijk, de Vereenigde Staten en Japan, en de
meer verborgen, maar nauwelijks minder belangrijke
tusschen Engeland en Amerika – waarbij o.i. nog als
vier-de komt die tusschen Rusland en Groot-Brittan-
nië – schildert hij de conflicten der laatste jaren. Het
meest uitvoerig, en daarop duidt reeds de tweede
helft van ‘den titel van zijn boek, behandelt
hij
de poli-
tiek en d-e petroleum-politiek der Angelsaksische Rij-
ken. Het thema van het werk blijkt derhalve tweeleclig.
Intussohen brengt het feit, dat- in -de tegenstellingen
tus-schen -deze beide Rij-ken met hunne invloedsspheren
menigmaal, nu eens als object en dan weder als tegen-
-speler -of partner de andere staten word-en betrekken,
met zich mede, dat, zooals reeds opgemerkt werd, ook
al die geheurtenissen in den kring ‘der oeschouwingen
worden betrok-ken,
waarbiji
deze Mogend-heden andere
tegenover zich zagen. Deze wij-ze van behandeling leidt
er noodzakelijk toe, d-e -ontwikkeling der laatste jaren in kleine tijdvak-ken, -die telkens ‘door een belangrijke
‘gebeurtenis wor-den verbonden of
–
wel gescheiden, te
bespreken en daarbij -de staten afzonderlijk en hunne
-politiek (nogmaals:
niet
uitsluitend hunne
petroleum-
politiek) aan een beschouwing te onderwerpen. Tege-
6 Juli 1927
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
605
lijkertijd diende de schrijver -de invloeden op petro-
leum-politiek gebied na te gaan en zich niet uitslui-
tend te beperken tot den strijd der petroleumgrepen
en de gedeeltelijke beëindiging daarvan door den z.g.
,,potroleumvrede”, maar ook aan de ‘houding der groo-
te financieele groepen ten opzichte van al deze vraag-
stukken, in ruime mate .opmerkzaamheid te wijden.
Zulks beteekent verder, dat men
bijv-
de ontwikke-
ling van ‘den strijd om de Russi’sohe petroleum’terrei-
nen, of om Mesopotamië, of van de tegenstelling tus-
schen Frarkrik en Engeland op het Continent, niet
leest in één verband, zooals een speciaal geschrift zou
kunnen igeven, doch telkens verbonden met de gelijk-
tijdige andere gebeurtenissen. Deze wijze van behan-
deling heeft natuurlijk voor- zoowel als nadeelen,
.die niet zoo gemakkelijk tegenover elkander zijn af te
wegen. De eventueele nadeelen worden echter door
een met groote zorg samengesteld inho’uds-register
(samensteller is
Dr. Robert Vener) tea deel.e opge-
heven, waardoor het mogelijk is, een bepaald onder-
wonp zonder moeite door de verschillende hoofdstuk-
ken, waarin het met andere te zamen werd behandeld,
te volgen. Hiermede is echter ook eigenlijk reeds ge-
zegd, dat het boek, hetwelk een zoo groot aantal thema’s
aanroert en in hun wederzijdsch verband behandelt,
zich niet bijzonder leent tot het weergeven van uit-
trek’sels uit ‘den inhoud, tenzij deze verre de ruimte
zouden te buiten gaan, welke ons hier ter beschik-
king s’taat. En zelfs’ dan zou nog menig punt onbehan-
d’eld moeten blijven, ten aanzien waarvan de recen-
sent een meening heeft, die afwijkt van des schrijvers
inzichten en die
hij
dan uitvoerig zou moeten toe-
lichten. Daarom moge hier zeer in het kort een op-
gave van den
inhoud
worden gegeven, ten einde op
deze wijze een denkbeeld te geven van het veelomvat-
tende werk.
Het eerste ‘deel van het werk: ,,de politieke betee-
kenijs van het petroleumvraagstuk”, omvat de hoofd-
s’tukken ,,Rau.mpoiitik” en productie-politiek, ‘de we
rel’dconcerns, ‘de petroleum als machts’middel, petro-
leum-po1itieke ,,Raumwirtschaft” en hare tegenstel-
lingen; ‘het tweede deel: ,,Oostersche en Parijsche pe-
troleum-diplomatie”, behandelt de politiek van San
Remo, dan concessiestrij’d in West- en Zuid-Azië, ‘de
Engelsch-Amerikaansche splitsing van de Parjsche pe-
troleumbela’ngen, de Conferentie v’an G-enua; het derde
deel: ,,Op weg naar een Angelsaksi’sch accoord”, be-
vat de hoofdstukken: Singap.ore, de Conferentie van
Lausanne en de
strijd
om ‘het Ruhrgebied, Petroleam-
politiek in Midden-Europa, ‘de Conferentie van Des-
kundigen en de Mexicaansche revolutie; het laa’ts’te
deel: ,,Die Befriedung Europas im oelpolitischen Spie-
‘gel”, geeft een uiteenzetting van den z.g. petroleum-
‘vrede, de Conferentie van Londen omtrent het Dawes-
plan en ‘de Anglo-Sovjet-Conferentie, het vraagstuk
van Mesoel en de ‘ontruiming van Ruhr en Rhein, en
als .s’lothoofdstuk: de beide fronten van de wereld. Deze opsomming geeft ook een den’kbeel’d omtrent ‘de methode van den schrijver en duidt ten minste aan,
hoe hij
ernaar streeft, ‘turschen in eenzeifden tijd val-
lende gebeurtenissen op het gebied .der internationale
en petroleum-politiek een zeker verband te brengen,
of den samenhang ervan .na te gaan. Daarom is naast
zekere kennis van ‘de. groote politieke ontwikkelings-
lijnen, en van d.e wijze waarop deze ‘zich, dikwijls
ge-
broken of gekromd, zelden recht, in de handelingen
van de politieke leiders van alle groote, en niet min-
‘der van ‘de kleine Rijken en in de lotgevallen ‘der vol-
keren belichamen, ‘kennis ook van de
belangrijke
fei-ten in ‘de petroleum-industrie, een bezit, dat de be-
moeiingen en het ‘streven van den
schrijver
op dit
gebied naar zorgvuldig gebruik van zijn mateTiaal
zal doen waaideeren. En zulks ook, wanneer proble-
matische opmerkingen ‘of interpretaties niet geheel
varen te vermijden – iets, wat gezien de moeilijkheid
van. .de stof en de onnauwkeurigheid der oorspronke-
lijke gegevens, waarmede helaas ieder werker op dit
‘gebied moet rekening houden, maar al te begrijpelijk
is. Maar ook degene, die de bovenbedoelde kennis niet
of slechts in zeer ruwe trekken bezit, zal’ het boek
niet zonder ‘belangstelling lezen, want den op-
merkzanien en critischen lezer van het boek – en dien
wenachen
wij
het werk toe – zal veel van die kennis,
die onontbeerlijk ‘mag worden genoemd voor de juiste
waardeering van sommige, het jongste verleden en de
naaste toekomst beheerschende factoren, juist door
‘dit werk worden bijgebracht.
Dr.
WILHELM MAUTNER.
BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.
–
HET AFBETALINCSSTELSEL.
De heer F. W. Forge ‘te Londen
schrijft,
ons:
De belangstelling van ‘het publiek voor ‘het stelsel
van termijnbetading is hier te lande in ‘den laatsten
tijd opnieuw gewekt door een lezing van Professor
Seli’gman van ‘de Columbia University. Dit is, naar
ik meen, de eerste behandeling van dit nieuwe insti-
tuut door een economist van de ,,standin’g”, zooals Pro-
fessor Seligm’an ‘die heeft, en zij is des te belangrijker,
waar hij onlangs een grondig onderzoek naar het
systeem ‘heeft ingesteld tea be’hoeve van de General
Motors Corporation.
Zijn
volledig rapport zal binnen-
kort gepubliceerd worden en zal waarschijnlijk veel
belangwekkends bevatten, ‘maar zijn lezing behandelt
bijna uitsluitend ‘den .’theor.etischen kant van het nieu-
we
verschijnsel
en de mogelijkheden, welke het in de
toekomst ‘biedt.
Professör S. neemt het volgende standpunt in. Ver-
koop op afbetaling stelt den verbruiker in staat on-
middellijk het ‘gebruik ‘der ‘goederen te verkrijgen,
terwijl hij ze ‘slechts in betrekkelijk kleine gedeelten
betaalt, verdeeld over een periode, welke varieert naar
den waarschijnlijken levensduur der goederen. Het be-
treft hier dus ,,consump.tie-crediet.en”, analoog met do
,,productie–credieten”, welke laatsten gedurende de
negentiende eeuw tot ‘zulk een ontwikkeling kwamen,
en men kan van het nieuwe systeem een even belang-
rijke ontwikkeling verwachten. Volgens de eigen
woorden van Prof. Seligman kan de koop op afbet-
ling in sociale ‘beteekenis
wedijveren
met de ontwik-
keling van het bankwezen en van het kapitalisme. Hij
beschouwt het stelsel als de rationalisatie van de
consumptie en oppert de veronderstelling, ‘dat het in
hooge mate zal bijdragen ‘tot stabilisatie van het zaken-
leven en tot het effenen van ‘de fluctuaties in den
handel. Dit zijn groote verwachtingen en wanneer zij
gegrond mochten blijken, zou dit er veel toe bijdragen
Europ’a en ‘de verdere wereld te
‘bevrijden
van de nog
steeds voelharo na-oorl’ogs-moe’ilijkheden. Maar zijn zij vatbaar voor
verwezenlijking?
De ondervinding is
nog te ‘beperkt om ‘deze vraag definitief ‘te beantwoor-
den, maar in ied’er geval ‘schijnt ‘het, dat Professor
Seligman zijn bewering niet voldoende met bewijzen
staafd’e. Wel bracht ‘hij de General Motors Corporation
van scep’ticisme tot ,eeni’g enthousiasme voor het af-
betalings’stelsel, maar dat is een ‘heel andere kwestie!
Het eerste zwakke punt in zijn stelling is wel de
analogie van het nieuwe crediet aan den consument
met ‘het oude aan den producent. Het laatste werd en
wordt voornamelijk verstrekt om goederen economisch
bruik’baarder te maken. ‘Soms wordt het gebruikt om
‘de periode van vervaardiging te overbruggen. In elk
geval
‘blijven
‘de goederen niet alleen als dekking
voor het crediet aan wezi’g, ‘doch zij nemen gewoonlijk
nog in waarde toe, doordat zij ‘dichter bij den ver-
bruiker zijn gebracht. Behalve met de goederen wordt
altijd ook rekening gehouden met ‘de positie van den
leener, welke gewoonlijk ‘door de credietverleening
nog verbeterd wordt, ‘daar deze hem in staat stelt zijn
geld spoediger om te ‘zetten. Als de zaak verkeerd
gaat, hou’dt men als dekking nog altijd de goederen
over, welke meestal in waarde gestegen zijn, en als
606
ECONOMISCHSTATFTSCHE BERICHTEN
6 Juli 1927
alles goed gaat, is er dubbel effout en oefent de ere-
dietverleening een grobten en rechtstreekschen prik-
kel uit op de uitbreiding der zaken. Hier ligt de kern
van de quâest.ie. Er zijn ‘twee belangrijke puntn van
verschil tusschen de twee credietvormen, namelijk de
‘dekking van de leening en de gevolgen van de leening
voor den credietnemer. Wat het eerste punt betreft is
de techniek van den verkoop op afbetaling thans vol-
doende in.geburgerd om ongeveer ‘te kun nen aeggen,
aan wien men in normale omstandigheden veilig kan
leenen en de risicomarge kan door verzekering gedekt
worden, waarvan de kooper dan natuurlijk de kosteu
moet betalen.
Maar is de veronderstelling gerechtvaardigd, dat,
door iemand het gebruik van goederen voor consump-
tie ‘te veroorloven voor hij ze eigenlijk •ten volle be-‘
talen kan, zija toekomstige koopkracht direct of in-
direct ver.groot wordt? Indien dit niet het geval ie,
heeft de koop op afbetaling niet dezelfde gunstige
werking als een productief crediet, en wanneer het
stelsel eenmaal op een artikel is toegepast en de eerste
vloed van (bestellingen voorbij is, zal alles vrijwel een-
‘der
zijn
al’s tevoren. Het is natuurlijk waar, ‘dat., daar
het systeem tot een paar branches beperkt’.is, zooals
automobielen en radiotoestellen, meer menschen deze –
zaken zullen koopen ‘dan anders ‘het geval zou geweest
zijn. Maar, indien hot stelsel op zichzelf ‘de mensc’hen
niet in staat stelt hun ‘totale koopkracht te ver.groo-‘
ten, ‘zoo moeten
zij’
minder van iets anders koopen.
Indien dus het stelsel tot een zeer groot aantal arti-
kelen wordt uitgebreid, zooals de bedoeling is, zijn de
voordeelen voor ‘de producenten dubieus. Men zou
kunnen aannemen, .dat ‘het voornaamste gevolg van’-
de verbreiding van het afbetalingsstolsel voor men-
sc’hen van ‘bescheiden middelen zijn zou, . dat zij een
deel van ‘hun uitgaven voor kleine zaken overbren-,
gen op grootere. Zij’ zouden zich ‘bij1v. •de schouwburg
Icunnen on’tzeggen voor een ‘tochtje in hun eigen
auto of een goed radiotoestel kunnen ik-oopen om -hun
vrienden bezig te ‘houden in plaats van met ‘hen te.
‘kaarten. Dit is’ heel -aangenaam voor ‘de fabrikanten
van de artikelen in kwestie, -maar vermeerdert ‘cle
middelen der koopers niet in. ‘het minst..
Professor ‘Seligman merkt op, dat, wanneer iemand
in staat wordt gesteld meer van de materieele goede-
ren van deze wereld te genieten, zijn ijver en werklust
geprikkeld zullen worden, zoodat vermeerdering der
vraag naar goederen ‘hiervan een min of meer direct
gevolg zal zijn. Op ‘di-t pun’t kunnen wij buitengewoon
moeilijk met Prof. Seligman accoord ‘gaan. Niemand zal ontkennen, da’t de eetlust geprikkeld Ican worden,
door voedsel of dat een goede geestelijke of lichame-
iij’ke gesteldheid beter werk mogelijk ican maken. Maar
ongeiak’kigeiwijze is het ook een feit, dat voedsel den
eetlust ‘ben slotte verzadigt en ‘dat de -gelegenheid tot
meerdere verstrooiing de aandacht van het werk af-
leidt. Voorts is het- geenszins altijd gemakkelijk arbeid,
hetzij lichamelj’ken, hetzij geestelijken, tegen een âan-
lokicelijken prijs ‘beschikbaar ‘te• stellen. . Het is
‘duidelijk, dat hier ‘geen absolute regel geldt. Veel
zal afhangen van teinperameirt en omgeving. Waar-
sehijuljk zou de prikkel meer uitwerking ‘hebben in
de Vereenigde Staten dan in Europa of Groot-Brit-
tannië. In laatstgenoemd land bestaan ten minste niet
dezelfde gunstige omstandigheden voor een voortdu-
rende verhooging van het in-]comen als voor energieke
personen aan ‘den overkant van ‘den A’tlantisehen
Oceaan, en het valt te betwijfelen of ‘het verlangen.
naar ‘bezitsuitbreiding er wel even sterk is. Zolfs in
Amerika zijn er echter zekere grenzen voor den’
drang om bepmide goederen, ‘die gewoonlijk slechts
voor particuliere genoegen’s moeten dienen, enkele
maanden vroeger te verwerven, ‘dan anders het geval
zou zijn geweest.
Wat de verwaohting betreft, dat ‘de verkoop op af-
betaling tot het effenen van de fluctuaties der con-
zal
bijdragen,
ook ‘dit is moeilijk toe te
g
‘
ivoering van ‘het ‘stelsel ver-grootte natuur-
lijk .
1aar ‘het een ‘heel nieuwe groep der ‘be-
volkinb
.teide de artikelen, waarop het werd
toegepa’su,
, S-ren, maar wanneer ‘deze groep der
‘bevolking aan
komen nu eenmaal reeds van
te voren eene be
u.iia’g heeft gegeven en dit in-
Icomen ten gevolge van eene ‘depressie eene d’alirng
vertoont, zoo valt het moeilijk in’ te rien, waarom
spoediger herstel zou in’treden dan v66r de invoering
van het a,fbetalingsstelsel. Ook bij’ een ,’boom” zal er
minstens evenveel overleg a’ls tot dusver noodig zijn
om overproductie te voorkomen, daar de nieuwe lcoo-
pers waarschijnlijk even weinig als de oude op de voor-
teekenen van een komen-den ‘omslag ‘der conjunctuur
zullen letten. Als alles nog ‘goed schijnt te gaan, zal
de verkooper trachten zijn goederen van ‘de ‘hand te
doen en ‘de ‘kooper zal grif van het hem toegestane
crediet ‘gebruik maken, doch na een siechten tijd zal
de kooper waarschijnlijk voorzichtig zijn geworden,
hoewel de verkooper ‘dan wellicht bereid is een iets
grootst risico te loopen, ‘ten einde ‘den wagen weer aan
het rollen te krijgen. 1-let nieuwe systeem zal dus de
moeilijkheden van den fabrikant in sommige opzich-
ten nog vergrooten.
Het ‘is opmerkelijk, ‘dat het afbetalingss’telsel voor-
namelijk op betrelckelj’k nieuwe han delsartikelen
wordt toegepast. De producent stelt zich rech’ts’treelcs
met ‘den consument in verbinding, dat- wil zeggen, hij
neemt agenten in dienst om voor hem te verkoopen,
en verleent zelf het crediet aan den kooper. De vroe-
gere methode was om aan den handelaar te vericoopeni
en hem het risico te laten dragen. Onder het nieuwe
stelsel zal de last van een on-gewenschten voorra,’d
zwaarder op ‘de producenten ‘drukken dan vroeger,
tenzij; men ‘mag aannemen, ‘dat ‘de agenten ‘do toekom-
stige vraag ‘beter weten te schatten dan de ban delareu
voor eigen relcening, die zich in een bepaald artikel
hadden gespecialiseerd. Indien aangenomen ‘kon wor-
den, ‘dat wanneer ‘de menschen minder geneigd zijn
tot contante betaling, zij’ moer ‘geneigd zouden zijn
gebruik te maken van het afbetalingssysteem en om-
gekeerd, zoo zou de vraag tot’ op zekere hoogte gosta’bi-
]iseord worden en zou een van de moeilijkheden van
‘den fabrikant gedeeltelijk verdwijnen, maar is er
eenige reden voor deze veronderstelling? Het volledig
verslag van Profess’or Selig-man’s onderzoekingen zal
wellicht- op enkele van -deze vragen meer licht wer-
pen, maar on’der-tussc’hen is men geneigd het stelsel
van koopen op afbetaling eerder te beschouwen al’s
een gemakkelijke methode om bepaalde goederen aau
‘den man te brengen dan al’s een belangrjicen vooruit,-
gan’g op ‘economisch -gebied.
AANTEEKENINGEN.
Indexcijfers van groot- en kleinhandeisprijzen
in Ned.-Indië.
De maandstatistiek 1927 No. 3 van het Centraal
Kantoor voor de Statistiek te Weltevreden bevat o.m.
het volgende:
Iw’oer.
De volledige serie omvat
72
artikelen en ‘is ver-
deeld in vijf groepen. Het onderscheid .tussohen ‘do ,,.l&uge”
en de ,,korte” serie
‘is
dit, ‘dat van (le
18
extra artikelen
der lange serie gedurende
1914-1920
prijzen ontbreken.
Het gemiddelde i-ndexeijfer
van
alle in-voerartikelen (vol-
ledige serie) in
1926 ‘is 15
-punten gedaald beneden
1923.
De grootste ‘daling vertoont
1926
met hot inclexcijfer
165
tegen
17-2 in 1925.
Januari, Februari en Maart
1927
met
162, 163
en
161
blijven nog beneden
1926.
De -dal-ing van ‘het algemeene i’n’dexcijfer van de groep
textiele goederen
-zet
zich
i-n het nieuwe jaar voort, soodat
nu Maart ji.
172
geeft. Tegenover kleine prijsve-rbeterin-geu
van
enkele soorten shirtings in de ‘laatste maan’cl staan
een enorme prijsdaling van ‘Garen en minder belangrijke
van sarongs, Kan-pandjang en gebl. Cambr.ics. Sinds
1922
is let i’ndexcijfer van Garen, ‘Mule Twist no.
24 op 194
6 Juli 1927
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
607
blijven staan; in Maart jl. is het op 97, dus beneden het
niveau van 1913 gedaald.
Door cle seizoendaling van de
rijstprijzen is
het groeps-
in.clexcijfer van de
levensmiddelen
in ‘de laatste maand
Weer niet 2 plinten op 149 gedaald.
In het eerste kavartaal van dit jaar hebben de index-
cijfers van de
metalen
weinig verandering ondergaan.
Slechts de prijzen ‘van enkele
ijzersoorten
zijn ‘iets opgeloo-
pen.
Ook de indexcijfers van de groepen
chemicaliën
en
di-
versen
oiidergingen geen noemenswaardige veranderingen.
De laatste groep staat met het indexeijifer 175 in Maart ji.
het lioogst. De oorzaak hiervan is de stijging van
iigarat-
tenpapie’r
‘door de veiihooginig van het uitvoerrecht in Juni
1926, met 241 punten. Hierdoor steeg liet groepsinidexcij-
Ier met 20 punteil.
Het gemiddelde indexcijfer van alle invoerartikelen van
cle korte serie is vijf tot zeven punten hooger dan dat van
de lange serie.
Uitvoer.
Het algemeene indexeijf er vertoont gedurende
‘de laatste maanden een geleidelijke daling.
Maart ji. staat met 129 weer S punten beneden het ge-
middelde van 1926. Dit is voornamelijk een gevolg van liet
teruglopen der
mais prijzen.
Was het indexcijfer ‘voor dit
artikel ie Januari nog 220, in Februari daalde liet ‘met 85
lunten en iii Maart weer met 8. De ‘groote aanvoeren zijn
hiervan de oorzaak.
Ook de prijzen van
suiker
(eerstehandsoh en tweede-
handsch) zijn sinds Januari blijven ‘dalen. De indexeijfers
voor de laatste 3 maanden zijn resp. 178, 163, 156 en 154,
139, 128.
Ten slotte geven de intlexcijîers van
kapok
en
kat jaag
uljoe
een aanzienlijke daling te zIen. In September 1926
daalde dat v.an kapok niet 19 111ite1l van 217 op 108; ge-
durende ccii ‘paar maanden ‘bleef loot ongeveer op deze hoog-
te staan .1 n Februari ji. zakte liet bot 188 en Maart staat
hier sweer 14 punten beneden.
Het indexcijf er van katjang ‘idjoo daalde in Maart met
iS punten tot 13(1.
De gemiddekle indexcijfers van de
thee prijzen
zijn de
laatste 4 jaren rvrij constant op ruim tweemaal ‘de hoogte
van 1913 ‘blijven staan, ook ‘in 1925 niettegenataande van
Maart—Oetober iin dat jaar een ‘inziuking plaats vond. Het
laagste punt viel in Mei niet ‘het ie. 184. Januari 1926 be-gon met 215, daalde na Mei geleidelijk tot 200 in October
en daarna sprongsgeevijze tot in. December met 185 weer het
laagterecord van 1925 averci ibereikt. In het nieuwe jaar
zette de daling zigli voort en Januari stond 23 pufiteu ‘be-
neden December. Februari gaf een ‘stijging van 5 punten
tot 167; Maart braoht geen verandering.
Indexcijfers van 72 invoer- en 20 uitvoerartikelen in den
groothandel te Batavia, Soerabaja en Semarang.
Invoerartikelen.
Uit-
voer- artik.
Tot.
groot.
hand,
ce
–
.4
2
1-
1913.
100
100 100
100
100 100
100
100
1922.
208
166 172
170
175
181 129
170
1923.
208
163
174
170
169
180
149
173
1924.
212
164
167
160
168
178
155
173
1925.
208
161
161
150
165 172
146
166
Juli
1926.
183
160
149 153
156 162
132
156
Augustus
,,
.
182 159
149
155
156
162
131
155
September
,,
.
181 157
151
154
157
162
132
156
October
.
178 156
150
154
175 164
133
158
November
.
177 151
151
153 175
163
135 157
December
.
175 152
149
151
173
162
136 156
Januari
1927.
176
151
150
152 173
162
136
156
Februari
.
179
151
152
152 175
163
132 157
Maart
.
172 149
153
152
175
161
129
11
154
1)
20 art.
2)
12 art.
8)
12
art.
4)
15
art.
5)
13
art.
Kleinhendelspr-(jzen.
De ‘serie indexeijfers voor artikelen
van in- en uitheemsëhen oorsprong is ‘aoo samengesteld, dat
cle inlieemsohe en de uitheesnsohe groep gëheel parallel zijn.
De kleinhandelsprijzen der
uithecnische
artikelen ‘blijven
zich in dalende richting bewegen. I)e algemeene indexeij-
fers van de eerste 4 maanden van 1927 (145, 143, 143, 145)
staan weer beneden liet gemiddelde 148 van 1926.
Van te serie
inheeonsche
artikelen ‘is de prijs van
aard-
appelen
in April ji. aanzienlijk gedaald, tenwijl ook de
rijst.
prijzen
wat teruggeloopen zijn. Het algemeene indexcijfer
van deze groep geef.t sinds Februari een geleidelijke daling
te zien van 172 tot 167 in de jongste maand.
Indexcijfers van kleinhandelsprijzen van verbruiksartikelen
van in- en uitheemschen oorsprong te Batavia.
In-
heemech
1)
Uit-
heemsch
1)
Totaal
Voeding
2)
1913114
100
100
100
100
1923 ..
194
173 183
182
1924 ..
182
158 170
170
1925 .
.
169
152
160
158
April
1926 ..
171
149
160
158
Mei
,,
..
171
146
159
157
Juni
,,
. .
170
147
159
157
Juli
..
167
146
157
154
Augustus
..
167
148
157
155
September
. .
167
148
158
155
October
. .
170
145
158
155
November
..
168
145
157 154
December
. .
171
147
159 157
Januari
1927 .
.
168
145
158 155
Februari
,,
..
172 143
157 156
Maart
,,
. .
169
143 156 154
April –
–
. .
167
145 156 154
1)
2
0
artikelen. 2) 35 artikelen.
l’asserprijzen.
De prijzen der landbouwgewassen, uitge-
zonderd
mais,
bewogen zich in ‘begin 1926 op een hooger
niveau dan in 1925, voornamelijk ten gevolge van de lange
droogte in dat jaar en van den ‘slechten padioogst in Mid-
‘den- en Oost-Java. In de ‘laatste maanden van 1926 en (ie
eerste van 1927 zijn de prijzen eëhter ‘lager dan eind 1925
en begin 1926, toen ze .a’bnormaal hoog waren.
De seizoendaling is merkbaar bij de prijzen van
rijst
en
mais;
door den ‘sledhten oogst zijn daarentegen de prijzen
van
klappers
te laatste twee maanden opgeloopen.
MAANDCIJFERS.
EMISSIES
fl4 JUNI 1927.
Staatsleeningen
…………….f
2.316.000,-
zijnde:
Republ. Eetland
£
200.000
7
o/,,
obl.
It 96% °/o ….
f
2.316.000
Prov. en Gemeentelijke Leeningen.
,,
19.077.425,-
zijnde:
Nederla,i d
Provincie
Gelderland
fl.629.000′) 4%
Of
obl.
A.
100 o’.
…………..
fL629.000
Gem.Rotterdamf 9.570.000
4%
0/
obl. S 97%
O/
..
f
9.354.675 Hongarije
Stad Boedapest$ 3.500.000
6
0/
obl. S 92%
0/…. f
8.093.750
Bank- en Oredietinstellingen ……,,
9.563.750,-
zijnde:
Nederland
o
bligatiën
Bank voor Nederlandsche
Gemeenten
f
2.500.0002)
4%
°Io
Schuldbr. S 97%
0/
f
2.443.750
Coöp. Grondkapitaalbank
voor den Landbouw U.A.
f
1.000.000
5
0/
obl. S
10001
……………. fl.000.000
België
Obligatiën
Credit Communal de Belg.
Belg. t ra. 75.000.000 6
0/
obl. S 93
0/
.-
………
f
4.882.500 Hongarije
o
bligatiën
Landes Zentral Kredit Ge-
nossenschaf t
$
500.000
7 ol
o
hyp. obi. S 99 o/
. .
fl.37.500
Hypotheekbanken
…………..
Nederland
A andeelen
Groningsche Hypotheekb. f100.000
aand. S 155
o13)
(20
0
/0
storten) ………
f
31.000
Nederl.
Scheeps.Hypoth.-
bank
f
400.000
aand.
S
110
0
/0 (10 0/
storten)..
f
44.000
ÉCONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
6 Juli 1927
Industrieele Ondernemingen ……
f
zi
jnde:
Nederland
Obligatiën
Bierbrouwerij en Azijnm.
,,De Gekrnonde Valk”
f
1.500.000
4
) 5
0
/0
obi. k
99x
01
……..t1.492.500
Vereenigde Staten
Aandeelen
American Glanzstoff Cor-
poration $ 2.500.000 7
0
1
0
cum. prei. aand. kilO
o/o
f6.875.000
Electr.-, Gas-, Tel.-, Telegr.- en Wa-
ten. Maatschappijen ………..
zijnde:
België
Obligatiën
Consortium Beige de Soc.
de Gaz etd’Electricité Bel-
gas 8.500.000 6
0
/0
oblig. i
914
0/. …………..
f
2.644.350
Handelsondernemingen …………
zijnde:
Nederlandsch’Indië
Aandeelen
Java Sumatra Handel-
Maatschappijf 1.250.000
aandeelen It 120 o/ …. fl.SOO.
000
Mijnbouwondernemingen……….
zijnde:
Duitschiand
Obligatiën
Gewerksch. Carolus Mag-
nus
f
7.000.000 6M %
verz. hyp. obi.
It
96
o/
f
6.755.000
Scheepvaart-Maatschappijen
zijnde:
Nederland
Obligatiën
Kon. Nederi. Stoomb. Mij.
f 9.333.000
1
) 5
0/
obi.
á
99.
0
…………….
f
9.239.670
Frankrijk
o
bligatiën
Socidtd des Services Con-
tractuels desMessageries
Maritim.Can. $1.500.000
6
0
/0
oh!.
It
92X
0/
…. f 3.468.750
Diverse Oultuurondernemingen…. ,,
zijnde:
Tederla
7
0dSch.I?1dië
Aandeelen
Cultuur Mij. ,,Mayong”
flI2.000 aand. It
1050/,f
117.600
Diversen
……………………
zijnde:
Nederland A.andeelen
A’damsche Rijtuig Mij.
f
600.000 aand. It 1180/0
f
708.000
DeCourant,,deMaasbode”
fBOO.000 5
0/
oh!.
It 100010
f
300.000
Nederlandsch-Indië
Aandeelen
Mijnbouw- en Cultuur
Mij.
,,Boeton” f 1.350.000
aand.
It
110
ol.
……..
Totaal….
f
65.618.045,-
Totaal der emissies in Januari….
f
35.079.000,-
Februari
.
48.089.825,-
Maart
.
,,
44.212.687,50
April
. . .
,,
30.640.692,50
Mei
……,,
73.681.545,-
Juni
……,,
65.618.045.-
Algemeen Totaal.
f 297.321.795,-
Deze leening diende geheel voor conversie. Hiervan
f
1.900000 voor conversie.
2)
Koers voor aandeelhouders; vrije inschrijvingen
It
165
0
/0.
4)
Hiervan
f
344.000,- voor conversie.
Voorts werd in de afgeloopen maand hier te lande de
inschrijving opengesteld op een beperkt bedrag 40/ obi.
Union Pacific .Cy.
It
99 o/, een beperkt bedrag 5,4
0/
obl.
Cuba Northern Ry
It
9811,
0
/0
en op de volgende obligatie-
leeningen:
Rente- Emissie-
Guldens voet
koers
Sodalotas Medicorum obl. Ord. Sancti
Benedicti …………………..850.000
8
0/
98
0/,,
E.E. P.P. Jezuieten te Budapest
200.000 71
s/
9901
Congregatie der Priesters van het
II.. Hart van Jezus …………220.000 5
0/,,
991 01
Orde der Barmhartige Zusters van
den H. Vincentius
It
Paulo (Frei.
burg)………………………600.000
7
0
/o
100
°fo
Congregatie der Paters Oblaten van
den fi. Franciscus van Sales,
Weenen
.
………………….150.000
7
0
/0
99 °/o
Ver, tot bevordering van het Gesticht
van het Arme Kind Jezus (Sim.
pelveld)
………………….300.000
5 o/
100
0
/0
Kerkbestuur H. Thomas van Aquino,
Amsterdam Zuid ………….
450.000 5
01
99
0
1
Parochie van den H. Bavo, te Heem.
stede ……………………..100.000
5
0/
100 01
GIRO-OMZET BIJ DE NEDERLANDSOHE BANK.
Mei 1927
Mei 1926
Posten
1
Bedrag
Posten
Bedrag
Voor reke-
ninghouders 53.542
f3.485.097.000
53.417 f2.849.008.000
waarvan door
de H..bank
plaatselijk
40.894 ,,3.142.457.000 39.640 ,, 2.472.483.000
Ter voldoe-
ning van
Rijksbelast. 1.815 ,, 11.433.000 1.859 ,, 12.057.000
POSTOHEQUE EN GIRODIENST.
(In duizenden guldens).
Mei 1927
Mei 1926
Aantal
Bedrag
Aantal
Bedrag
Aaütal rekeningen
op
uit°.
……..
124.007
..
1.366.441 116.166
Bijschrijvingen
.,
413.076
1.107.417
430.460
wegens:
591.755 114.292 476.913 103.076
b.
Overschrijvingen.
van andere rek
774.566 280.547
630.504 327.384
van Ned. Bank
120
18.204
2)
2)
c.
And, onderwerpen
..
33
a.
Stortingen
……..
Afschrijvingen
918.623 419.922 758.705 418.313
wegens:
67.689
189.715
90.899
b.
Overschrijvingen.
a.Chèques
………211.015
van andere rek
678.424 280.547
549.216
327.384
van Ned. Bank
820
71.649
2)
2)
c.
And. onderwerpen
28.364
37
19.774
30
Gezamenlijk tegoed
op
ult°
88.281
116.040
Bedrag der beleg-
ging’)
67.580
72.241
9 Het bedrag, dat vroeger tegen vergoecing van rente
aan de schatkist werd verstrekt, wordt tegenwoordig, voor
zoover het nog niet voor vaste belegging is aangewend, te
zamen met andere bedragen in rekening-courant met het
Staatsbedrijf der posterijen en . telegraf ie begrepen en is
daarom niet meer in het bedrag der belegging begrepen.
2) Sinds Juli 1926 overschrijvingen Ned. Bank afzon-
derlijk.
PRODUOTIE DER STEENKOLEN-, BRUIN-
KOLEN- EN ZOUTMIJNEN.
(Gegevens vérstrekt door den Hoofdingenieur der mijnen.)
I. Gezamenlijke Steenkolenmijnen.
Mei
1
Jan/Mei
Jan./Mei
–
1927
1927
1926
Prod. Steenkolen in tonnen
723.125
3.675.809 3.261.252
11.768
54.134
113.969
Kolenslik
………………..
Aantal normale werkdagen
.
258) 125
124
8.367.500,-
2.644.350,-
1.500.000,-
6.755.000,-{
12.708.420,-
117.600,-,,
2.493.000,-‘
6 Juli 1927
ËCONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
m
e
II. Bruinkolenmijn ,,Carisborg”.
Mei
Jan/Mei
Jan./Mei
1927 1927
1
1926
Netto-productie in tonnen.
.
16.943,5
81.718,8
85.404
Aantal normale werkdagen
25
77 121
III. Zoutmijnen.
(Kon. Ned. Zoutindustrie te Boekelo.)
Mei
1927
Jan./Mei
1927
Jan./16Iei 1926
Afgeleverd:
Geraif. zout ……..(ton)
2.765,4
12.649,9
12.096
Industriezout
……(
)
45,5
254,5
133
Afvalzout ……….(
)
117
457
262
Aantal normale werkdagen
25
126
123
Arbeiders.
Gezamen-
Bruin-
Aantal.
lijke
Steenkolen-
kolenmijn
Zoutmijnen
Carisborg”
mijn en
1 Juni 1927
J
9.0961) 179
131
,
24.2162)
……………
1 Juni 1926
J
8.6511) 138
101
……………
22.625
2
)
1)
bovengron
Os.
) onoergroncis.
8)
ötaatsmijnen z4 cagen.
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
N.B. *** beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.
GELDKOERSEN.
OPEN MARKT.
1927 1926
11
1925
1914
2
1
,jU
27Juni!
20(25
13118
28Juni/II2gJuni/
20124
2Juli
Juni
Juni
3Juli
4Juli
Juli
Am3terdam
Partic.disc.
3116-
1
I9
3
9
116-Is
3116-1I8
311_11
2
7
/8-3
211314
31J_31
Prolong.
33(
4
1)
3314_4
312
-4
3
1
12-4
I3
1
14-14
2
1
(4
3
14
211
4
.31
4
Londen
Daggeld ..
2
1
1-3
1
1
2
1
12_5
1
12
21124
2/4-4113
35
1
12
211
3
.6
1314-2
Partic.disc.
41116
4
1
(16
4
5
116-
3
1s
4116-18
4
1
18.
1
14
4
1
12.
9
116
2
1
14.
1
14
Berlijn
Dageld ..
7
1
12-9
4-10
3
1
13-6
1
1
3
1
126
1
12
4111.8
9.1111
2
–
Partic.disc.
30-55 d..
.
6
5
7
1-6
5
5
I8
–
I8
5-18
451
9
771
8
–
56-90 d..
.
6 5
7
18-6
55
9
_71
9
5_3/
4
112
7314
2118-1I2
Waren-
wechsel.
6/g-J4
61/3
5/-6
55j
9
_7(
9
5_114
8
1
116-9
1
18
–
New York’)
Cali money
4113_314
4113-514
4.114
4.
1
14
4’I2-5
1
14
4-6
1
14
1
3
14.2
1
12
Partic. disc.
31
/8
3718
3719
3114_7/8
3112 3318
11
–
1)
Call money-koers van
1
Juli en daaraan voorafgaande weken tjm
Vrijdag.
2)
Noteering van Vrijdag.
WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.
D a a New
Londen
Berlijn
Parijs BrusselBatavia
1)
York
‘)
)
0)
S
,)
)
28 Juni 1927
2.495,,
1
2
.1
2
+
59.16+
9.771
34.67
10011
19
29
,,
1927
2.49
19
19,
1212
59.15+
9.77t
34.68+
10011
1
,
30
,,
1927
2.49I1/9
12
.
12
*
59.16
9.771
34.69+ 100
1
Juli
1927
2.49
2
/,
12.1
2
*
59.
1
5*
9.77k
34.69 100
2
,,
1927
–
–
–
– –
–
4
,,
1927
2.49
2
1,
0
12.12
5
9.
1
4+
9.774
34.68*
LOO
Laagsted.w.l)
2.49k
12
.
11
* 59.12+
9.77
34.65
99
Hoogste d.w
1
)
2.49 ‘/l9
1
2
.1
2+
59.17
9.79
34.71
100,
27 Juni 1927
2.49
9
1
19
12.124
59.14+
9.774
34.67+
10091
1
,
20
,,
1927
2.499/,
12.12
59.15 9.774
34.67*
10011
9
Muntpariteit
2.48X
12
.
1
0*
59.26
48.-
34.59
1
100
D
f
a a
Zwit-
Weenen
Praag
Boeka-
1
Milaan
Madrid
S)
1)
rest
1)
)
)
28 Juni 1927
48.08J
35.15
7.40
1.50
14.05
42
.47*
29
,,
1927
48.06h
35.15 7.40
1.50
14.09)
42.59
30
,,
1927
48.06 35.15 7.40
1.
4
7+
13.78*
42
.56*
1
Juli
1927
48.05 35.15
7.40
1.50
13.81
42
.
77
+
2,,
1927-
–
– –
–
–
4
,,
1927
48.044
35.15
7.40
1.54
13.77
42.75
Laagsted.w.’)
48.-..
35.05
7.38
1.45
13.70
42.-
Roogsted.wl)
48.10
35.20
7.42
1.57*
14.20
42.95
27 Juni 1927
48.073
35.15
7.40
1.50
14.35
42.57
20
,,
1927
48.013.
i
35.1
2
+
7.40 1.50 13.94k
42.67+
Muntpariteit
48.-
35.-
l
9
48.-
48.-
48.-
-, INULOOKILL5 La flmaLa±u4u1. ‘) iutaeriag LO nutLeruam.
Particuliere opgave.
Wettelijk gestabiliseerd tusschen 7.534j en 7.21
1
12.
D a a
Stock-
holm
)
Kopen-
hagen0)
*
510
)
17C1-
Buenos-
Aires’)
Mon-
treal
1)
28 Juni 1927
66.9
2
+ 66.75
64.47*
6.30
106
2.49*1,
29
,,
1927 66.95
66.75
64.55
6.29
106
2.4921
8
30
,,
1927 66.921 66.75
6
4
.5
2
+
6.30
106
2.49k
1
Juli
1927 66.90
66
.
72
+ 64.621
6.30
106
2.4981
9
2
,,
1927
–
–
– –
– –
4
,,
1927 66.87*
66.72+
64.55
6.30
106
2.4991,
Laagste d.w.1) 66.80
66.65
64.45
6.27
105%
2.49
1
/8
Hoogste d.wl)
66
.97+ 66.77+ 64.70
6.32 106X
2.49%
27 Juni 1927 66.9
2
+ 66.75
64.55
6.30
106%
2.4921,
20
,,
1927 66.90
66.75
64.55 6.30
106’1
2.4911
4
Muntpariteit 66.67
66.67
66.67 6.26+
1058/
2
2.48%
5)
Noteering te Amsterdam.
)
Not. te
Rotterdam.
1)
Part, opgave.
Laatstbekende noteeringen te Amsterdam
en Rotterdam
op
1
Juli 1927 voor
telegrafische
uitbetaling
op:
Gulden per
Pari
Koers
1
_
Eieropa.
0/
Londen
*)
£
1
2
.
1
0*
1
2
.1
2
*
44
Berlijn
) ……….
100
Mark
59.26
59.15+
6
100
Franc
48.-
9.774
100
Belga
..
34.59 34.69
5
Parijs
0)
……..
Brussel
5)
§)
……..
‘100
Franc
–
48.-
6.92
34
100
,,
48._
48.05
100
Kronen
50.41
1)
Weenen
5)
100
Schilling
35.-
35.15
6
100
Pengö
50.41
1)
43.50
6
100
Lei
48.-
1.50
6
100
Leva
48.-
1.80 10
Belgrado ……….
100
Dinar
48.-
4.39
7
Turksch
£
10.93
1.29
100
Drachme
48.-
3.40
10
Milaan
0*)
100
Lira
48.-
13.81
7
100
Peseta
48.-
42.77*
5
Escudo
2
.68*
0.12*
8
Luxemburg
……..
Kopenhagen
0)
100
Kronen
66.67
6
6.7
2
*
5
Oslo 5)
100
,, 66.67
64.62+
44
100
,,
66.67
66.90
4
100
IJsl. Kr.
66.67
54.85
Boedapest
……….
100
Zloty
..
..
48.-
28.-
8
Zürich
)…………
Boekarest
……….
Sofia
…………..
Stamboel
……….
Kovno (Litauen)
100
Lita
24.88
24.75
7
Praag
…………..
Riga (Letland)
100
Lat
48.-
48.05
7
Madrid
0*) ……….
Reval (Estland)
100
Estl.Mk.
..
..
0.66
2
1
3
0.6660
8
Lissabon
…………
Stockholm
*) ……..
100
Finnmrk.
6:26*
6.29
7
Athene
…………
Tjerwonets
12.80
12.85
(10
Roebel)
Helsingfors
……..
100
Gulden
48.40 4
8.37*
6
Moskou
…………
Amerika.
Reickjavik
……….
Warschau
……….
New-York
0)
$
2.4876
2.494
4
Canad.
$
2.4876
2.49
+
Mex. Dollar
1.16
Montreal
……….
Mexico
………….
Buenos Aires ……
Peso (papier)
1.0568
2
1.06
Danzig
…………
La Paz (Bolivia)
..Boliviano
0.97
0.8840
Rio
de Janeiro…
Milreis (pap.)
0.8075e
0.
2
9*
Peso (papier)
0.9080′
0.30*
74
fi
84
Bogota (Columbia)
Peso
2.42
2.434
Valparaiso
………
Quito (Ecuador)
–
Sucre
1.21
0.48*
Lima (Peru)
…….
Per.
£
1
2
.10*
9.57
Montevideo (Urug.)
Peso
2.5725
2.50
Caracas (Venezuela)
Bolivar
0.4795
0.
4
8*
Paramaribo
……
Gulden
1.-
0.98+
Willemstad (Curaç.)
Gulden
1.-
1.01+
San José
(C.
Rica)
Colon
..
0.6220
0.62*
Peso
0.0415 0.0416
Managua (Nicarag.)
Cordoba
2.48*
2.47+
San Salvador (Salv.)
Colon
1.2440
1.23
Azië.
Rupee
0.807 0.90+
Gulden
I.C.
1._
1.00
Yen
1.24 1.184
5.84
Dollar
1.214
Taël
1.564
Guatemala
……….
Straits
Doll.
1.4125 1.404
Calcutta
………..
Batavia
…………
Phil. Peso
1.214
1.214
Bangkok
……….
Tical
0.914
1.134
Teheran (Perzië)
.
Kran
0.26
Kobe
………….
Hong Kong
…….
Manilla
…………
Af r,ka.
.
Shanghai
………
Singapore
……….
Kaapstad
£
12.104
12.09
54
Alexandnië ……..
Egypt.
£
12.42 12.43
Avstralië.
Melbourne, Sidney
.
en Brisbane
£
12
.
1
0*
12.11
Nieuw Zeeland
£
12
.
1
0*
12.11
-, r,.,, LCI VULIIIII. UUSLO1I[. fIruun. )
uouupeso.
) iv,iireis uoua.
‘)Not. te A’dam.
0*)
Id. te R’dam. 0v. not, part. opg, §) IBelga = 5 frank.
610
ECONOMISCH-STATTISCI
T
E BERICHTEN
6 Juli 1927
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Ba!ansop 4
Juli
1927.
Activa.
Binnen!.
Wis-
(Hfdbk.
t
137.228.008,41
sels,Prom.,
Bijbnk.
12.736.242,26
enz.i
–
ndisc.Ag.sch.
,,
16.489.522,09
f
166.453.772,76
Papier
o.
h. Buiten!.
in
disconto……
Idem eigen portef..
122.632.219,-
Af :Verkochtmaar voor
de bk. nog niet afgel.
–
122.632.219,-
Beleeningen
nc1.
vrsch.
Hfdbk.
f
49.548.263,21
in rek.-crt.
Bijbnk.
,
9.060.088,67
op
onderp.
Ag.sch.
76.984.566,61
f
135.592.918,49
Op
Effecten………
f
130.031.818,49
Op Goederen en Spec.
5.561.100,-
135.592.918,49
Voorschotten a. h. Rijk
… .. .. .. .. . ……
,
492.981,55
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud
… …..
f
(18.325.165,-
Muntmat., Goud
… ,,
335.519.095.15
r
403.844.260,15
Munt, Zilver, enz..
28.433.278,55
Muntmat., Zilver..
,
–
432.277.538,70
Belegging
1/5
kapitaal, reserves en pen-
sioenfonds
…………………….
23.542.709,02
Gebouwen en Meub. der Bank
…… ,,
5.000.000,-
Diverse rekeningen
…
…………. –
,,
22.719.166,76
Passiva.
f
908.711.306,28
Kapitaal
……….. … . .. …. .
……
f
20.000.000,-
Reservefonds
…….
…….
7.027.840,39
Bijzondere reserve
……… ….
……
8.000.000,-
Pensioenfonds
………………….
,,
4.673.566,92
Bankbiljetten in omloop…………
..
,,
825.262.885,_
Bankassignatiën in omloop………..
,,
509.179,64
Rek.-Cour.
Ç
Het Rijk
–
saldo’s:
1
Anderen
f
39.022.384,29
39.022.384,29
Diverse rekeningen
. …………….
,,
4.215.450,04
f
908.711.306,28
Beschikbaar metaalsaldo
……
… ….
f
258.799.322,47
Op de basis van
8/
metaaldekking….. ,,
85.840.432,68
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop
dan waartoe de Bank gerechtigdis.
,,
1.293.996.610,-
Voornaamste posten in duizenden guldens.
KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).
D a a
Londen
($ per £)
Parijs
–
($
p.
IOOfr.)
Berlijn
($
p. 100 Mk.)
Amsterdam
($ p. 100 gld.)
28 Juni
1927
4,855/
3,9161
8
23,69/4
40,05
29
,,
1927
4,859/
3,91%
23,70
40,05
30
,,
1927
4,8591,
0
3,91%
23,69a1
40,0514
1 Juli
1927
4,8551
8
3,9161,
23,70
40,06
2
1927
4,8551
8
3,91
5
18
23,69%
40,0614
4
1927
–
–
–
5Juli
19261
–
–
–
–
Muntpariteit ..
1
4,8667
1900
23,813
4081,
KOERSEN TE LONDEN.
Plaatsen en
Landen
1
Noteerings-I
eenheden
18Juni
1927
25
Juni
I27
1927
ILaagstelffoogstel
Juni 12Juli
19271
2Juli
1927
Alexandriö.
.
Piast. p.
9714
973<
9771,,
97116
97/4
Athene
.. ..
Dr. p.
£
357%
358
356 261
359%
Bangkok …
Sh.p.tical
1
t
10
1/10k
1110/4
1110%
1110%
Budapest
.
..
Pen. p.
£
27.86
27.851
27.83
27.90
27.871
B. Aires’)…
d. p.
$
4738182
1
4721:
82
4721/
82
4726
‘as
47281
32
Calcutta
Sh. p. rup.
55
IFT
1
5291
t
133
115
,1
1
51
–
115291
1/571
8
Constantin ..
Piast. p.
£
932/4
937% 930 950
942%
Hongkong ..
Sh. p.
$
2
11
05
‘
32
2
10
5
132
1/1171
s
210/4
20
1/11
1
1
8
1/118/s
1111T’
1
1
11
H
1
1
113
/s
Lissabon
1)
.
d. per Esc.
2151
215!
laa
2
,
1
16
2%
215′
132
Kobe……..Sh.p.yen
d. per
$
24
.24
23
25
24
Mexico ………
Montevideo
1)
d. per
$
4
9
5
18
49%
48%
49/4
48%
Montreal’)
..
$
per
£
4.86
4.8614.
4 86
t
4.8661
8
4.86P
5
R.d.Janeiroi)
d. per Mil.
5271
3
527′
I3
5%
527!
33
525!
32
Shanghai
..
.
8h. p. tael
21671
216151,
26%
217%
2,6+
Singapore…
id.p.$
213
27
81-
2/3
49
/
2/328/
2313
1
116
2
1
2/3%
Valparaiso
2).
$
p. 39.81
39.85 39.84
39.85
39.84
Warschau ..
Zl. p.
£
4314 4314
43
) 1
eiegranscn transtert.
‘1161
og.
ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS
8).
Londen’)
N.York’)
Londen
27 Juni
1927..
26
3
1,
56%
27 Juni 1927
84/11%
28
,,
1927.. 26
5661
8
28
,,
1927
84/11
29
,,
1927..
266j,
5651,
29
,,
1927
84111%
30
,,
1927..
261/,
5634
30
,,
1927
84111
1
4
1 Juli
1927..
2611
56%
.1 Juli
1927
84111%
2
,,
1927..
26
5811
8
2
,,
192″….
8411131
3 Juli
1926..
3051
….
3 Juli
1926
84/11%
20 Juli
1914..
24
11
1
68
541/
20
Juli
1914
84111
1)
in pence p.oz.stand.
6)
Forelgnsllver in
$c.
p.oz.fine.
3)
in sh. p.oz.fine
STAND VAN ‘s RIJKS KAS.
De Minister van Financiën maakt bekend:
Vorderingen.
1
23Juni 1927
1
30 Juni 1927
Saldo bij de Nederlandsche Bank….
f
16.360.226,99
/
8.147.915,53
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
309.666,94
–
Voorschot
op
uit. Mei 1927 aan dege-
meenten
op
voor haar door de Rijks-
administratie te heffen gemeentelijke
inkomstenbelasting en opcenten
op
»
22.626.193,35
,,
22.626.193,35
de Rijksinkomsten belasting……….
9.266.737,31
,,
14.691.993,62
Kasvord. weg. credietverst. ajh. buttenl.
,,
125.627.459,-
,,126.11I.214,51
Daggeldleeningen tegen onderpand
van Staatsschuldbrieven
–
–
Voorschotten aan de koloniën…………
Saldo der postrekeningen van Rijks-
16.925.855,34
,,
14.383.760,82
comptabelen
…………………..
Vordering
op
het Staatsbedrijf der
P.,
T.
en
T.
‘
)
.
…………………………
Id.
op
andere Staatsbedrijven
1)
–
,,
2.985.348,03
.
–
,,
2.385.348,03
V
er
p1 i c
h t
t
n gen.
Voorschot door de Nederl. Bank
–
–
/
58.724.000,-
/
58.724.000,-
29.580.000,-
,,
29.580.000,-
Waarvan direct bij de Ned. Bank
–
. –
11.906.327,50
,,
11.897.480,50
Schatkistbiljetten in omloop’)………
Schatkistpromessen in omloop
………
Schuld a. d. Bank
v.
Ned. Gemeenten
‘)
–
17.819,44
Id. a. h. Alg. Burg, Pensioenfonds’)
,,
11.056.409,94
,,
14.207.545,12
Zilverbons in omloop
……………….
Id. a. h. Staatsbedrijf d.
P., T.
en
T. 3)
,,
24.345.553,85
,,
27.774.642,28
Id. aan andere Staatsbedrijven’)………980.000,-
980.000,-
Id. aan_ diverse instellingen
1)
……..
..
..
4.687.803,32
,,
4.663.222,13
‘)
Waarvan
/
12.056.000 vervallende
op 1
Juli 1929.
3)
In rekg.-crt. met
‘s
Rijks Schatkist.
NEDERLANDSCH.INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.
1
25Juni1927
1
2 Juli 1927
‘Vorderingen:
–
Saldo bij
‘s
Rijks kas
.. …………..
f
45.000,-
–
Saldo bij de Javasche Bank
……….
–
–
Verplichtingen:
.
Voorschot uit
‘s
Rijks kas aan N.-Indië
–
f10462.000,-
Voorschot Javasche Bank aan N.-lndië
,
6.723.000,-
…..
5.551.000,-
Schatkistpromessen in omloop
–
–
30.326.000,-
»
30.509.000,-
Muntbiljetten in omloop
…………..
Schuld aan het Ned.-lnd. Muntfonds..
1.186.000,-
,,
2.625.000,–
Idem aan de Ned.-Ind. Postspaarbank.
»
1.291.000,-
.,
1.272.000,-
1
–
Goud Andere Beschikb.
Dek-
Data
Circulatie
opeischb.
Metaal-
k
Munt
1
Muntmat.
schulden
saldo
perc.
4 Juli ’27
68.325 335.519
825.263
39.532
258.799
50
27 Juni ’27
68.458 335.517 782.673
54.948
264.724
52
20
,,
’27
68.559
341.498
779530
64.147
269.197
52
13
,,
’27
63.634 351.459
795.429 51.110
273.096
52
7
,,
’27
63.719
345.444 808.354
33.847
267.691
52 30
Mei ’27
58.819
350.444
812.553
31.942
267.561
56
5 Juli
’26
65.067
361.248
841.724
35.054
277.731
52
25 Juli
’14
65.703 96.410
1
310.4371 8.198 43.521
1
)
1
54
Totaal
Schatkist-
,
ee-
Papier
Diverse
Data
bedrag
Lsconto’s
promessen
1
e
n ngen
–
op
het
reke-
rechtstreeks buiteni.
ningen
5)
4 Juli
1927
166.454
–
135.593
122.632
22.719
27 Juni 1927
146.656
–
128.739 122.142
22.094
20
,,
1927
146.862
–
134.632 117.486
39.803
13
1927
153.036
–
133.572
114.103 36.501
7
,,
1927
149.257
–
141.353
114.076
33.967
30
Mei 1927
123.516
–
141.692 140.490
34.515
5 Juli
1926
57.413
–
137.448
203.317
J44.985
25 Juli
1914
67.947
14.300
61.686
‘
20.188
509
‘) Up ae Oas;s van 96 metaalueKKing. ‘; biuitposi activa.
SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Data
–
Metaal
Circu-
latie
op
Andere
eischb.
schulden
Discont.
Div.
reke-
ningeni)
4
Juni
1927..
1.030 1.568
551 951
535
28 Mei
1927-
1.040 1.417
540
966
482
21
1927..
1.041
1.382
601
963
522
14
1927-
1.030 1.492
582
961
555
7
1927-
1.030
1.543 648
940
571
5 Juni
1926-
1.018 1.692
607
972
406
5
Juli
1914…
645
1.100
560
735
396
) tuitposi oer activa.
6 Juli 1927
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
611
JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrok.
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.
Data
Goud
Zilver
Circulatie
Andere
opeischb.
schulden
Beschikb.
metaal-
saldo
2 Juli1927
20.600
317.000 59.600
134.280
25Juni1927
210.400
315.400 57.600
135.800
18
,,
1927
210.900
376.600
55.000
136.700
28 Mej 1927
‘185.245
29.278
308.361
54.393
149.768
21
1927
185.275
29.166 310.243
54.476
142.248
17
1927
185.323
29.627 312.080
55.657
142.213
7
1927
185.286
30.256 312.420 58.290
142.289
3Juli1926
200.067
35.186 331.581
43.274
160.739
4Juli1925
133.220
47.560
299.433
50.527 111.569
25 Juli 19141
22.057
31.907
110.172 12.634 4.842
2
)
e
Data
Dis-
1
buiten 1 Belee-
Divers
reke-
conto’s
1
N.-Ind.
1
ningen
ningen’)
1
Perce
-n
1
tage
2 Juli 1927
139:600
56
25Juni1927
132.900
56
18
,,
1927
130.800
60
28Mei1927
ï978
21.010
57.538
59.120
59 21
»
1927
13.919
19.888
58.361
59.135
59
17
1927
14.036
20.007
63.243 57.834
58
7
1927 14.181
19.442
64.544
58.741
58
3Juli1926
11.529
23.724
47.795 62.185
63
4Juli1925
18.187
24.608
63.217
63.320
51
25 Juli1914
7.259
1
6.395
47.934
2.228
44
‘)
Sluitpost activa.
2)
Basis
2
1
metaaideeking.
BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste
posten, onder bijvoeging der Currency Notes, in duizenden ponden sterling.
Data
Metaal Circulatie
Currency Notes
Bedrag
1
Ban kbil/.
1
Gov. Sec.
29 Juni 1927
152.118 137.977
298.260
56.250 249.067
22
1927
152.009
136.297
296.517
58.250
246.901
15
,,
1927
152.111
136.500
305.825
56.250
249.214
8
,,
1927
152.111 137.333
302.460
58.250
252.650
1
1927
152.576 136.346
297.979
56.250
248.216
25 Mei
1927
152.540
135.859
293.556
56.250
243.930
30 Juni 1926
150.350
141.705
294.036 56.25e
243.667
22 Juli
1914
40.164 29.317
1
1
– –
Data
00v.
Other
Public Other
R eserve
kDek
zngs_ Sec.
Sec.
Depos. Depos.
29 Jnj’27
51.666 59.305
7.875
119.033
33.891
2612/
1
,
22
,,
’27
49.411 48.477
20.168
95.289
35.461
30
15
,,
’27 50.386 49.162
19.113
97.923
35.361
3021
1
,
8
,,
’27 52.586 45.606
12.550 102.389
34.528
30
1
,,
’27
50.606
57.320
14.724
111.402 35.980
28
25 Mei ’27
48.519
50.919
19.759 98.356
36.431
30
12
1
1
30 Juni’26
51.610
103.091
10.458 154.669
28.394
17i
8
22 Juli ’14
11.005
33.633
13.736
42.185 29.297
52
verriouaing jussenen n.eservc en ueposits.
BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in millioenen francs.
Waarvan
Te goed
w’
–
Waarv.
B 1
e ee-
Data
Goud
in het
Zilver
in het
se
5
op het
ningen
buitenl.’)
1.864
buiten!.
buttenl.
30Juni’27
5.547
345
50
2.494
6
1.602
23
,,
’27
5.547
1.864 345
50
1.829
7
1.653
16
’27
5.547
1.864
345
51
1.634
8
1.887
9
’27
5.547
1.864
345
53
1.779
9
1.670
2
’27
5.547 1.864
345
52
2.644
7
1.630
1 Juli’26
5.549
1.864
338
77
5.606
14
2.254
23 Juli’14
4.104
–
640
–
1.5411
8
769
Buit.gew.
Schat-
D
iver-
Rekg. Courant
Data
voorsch.
kistbil-
sen
)
Circulatie
Parti
Staat
ald. Staat
letten2»
culteren
30Juni’27
26.850
5.732
22.321
52.786
12.372
10
23
,,
’27
26.650
5.732
22.015
52.107
12.679
299
16
,,
’27
26.950
5.726
21.300
52.381 12.003
125
9
,,
’27
27.200
5.720 20.483
52.786
11.255
4 2
,,
’27
27.100
5.704
19.704
52.328
10.231
30
1 Juli ’26
37.350
5.371
2948
.
53.914 3.204
23
23Juli’14
– – –
5.912
943
401
‘)
waarvanDescnlkoaar
403
miluoen. ‘; in uisconto
genomen wegens
voorsch. v. d. Staat aan
buiteni. regeeringen.
3)
Sluitpost activa.
DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten in millioenen Reichsmark.
Daarvan
Deviezen
Andere
a a
ou
d
hij bui-
als goud-
wissels Belee-
ten!. circ.
dekking
en
ningen
banken
1)
geldende
cheques
30 Juni 1927
1.802,6
57,9
67,0
2.494,6
146,6
23
,,
1927
1.802,8
57,9 70,3
2.017,4
21,3
15
,,
1927
1.803,6 57,9 75,2
2.116,9 28,5
7
,,
1927
1.815,5
69,1
86,9
2.338,2
54,9
31 Mei
1927
1.815,6
69,1 78,6
2.421,3
71,6
30 Juni 1926
1.492,2
260,4
324,8
1.288,2
143,3
30 Juli
1914
1.356,9
– –
750,9 50,2
Data
Effec-
Diverse
Circu-
Rekg.-
Diverse
ten
Activai)
lat ie
Crt.
Passiva
30 Juni 1927
92,9
461,8
3.815,2
669,5
318,1
23
,,
1927
93,1
522,8
3.219,3
769,5
304,9
15
,,
1927
93,1
520,8
3.342,0
759,6
294,0
7
,,
1927
92,9
464,9
3.689,2
850,9
252,6
31 Mei
1927
92,9
444,3
3.719,2
699,8
245,2
30 Juni 1926
89,5 521,6
2.971,2
526,9
119,9
30 Juli
1914
330,8
200,4
1.890,9
944,-
40,0
unoelast.
‘3
WO. kçentenDankscnelne 30, 23, ID,
1
JUnI,
31 Mei ’21
30Juni
’26,
resp.
47;
121;
115;
61; 40;
133 mlii.
NATIONALE BANK VAN BELGIË.
Voornaamste posten in millioenen Belgas.
Data
Goud
‘
.
o
zt
o°
.
,j
.9
Rekg. Crt.
–
0
‘
.
1927
u
L
(.2
0
30 Juni
645 444
–
473
40
–
1.906
38
72
23
644
438
41
486
25
400
1.850
16
136
16
644
435
41
478
32
400
1.867
16
115
9
,,
644
438
41
484
28
400
1.876
12
116
2
640 444
41
480
34
400 1.882 23
101
ltan ne
SCflaU(1SL
geceaeera.
VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANKS. Voornaamste posten in millioenen dollars.
•
Goudvoorraad
Wettig
Wissels
Data
betaal-
middel,
Totaal
–
Dekking
In her-
disc. v. d.
In de
open
bedrag
F. R.
Notes
Zilver
etc.
mejnber
markt
banks
gekocht
15Juni’27
3.185,4
1.727,5
1
168,7
360,9
182,5
8
,,
’27 3.005,9 1.634,4
164,0
399,3
221,6
1
,,
’27
2.993,0
1.665,1
180,7
496,5
229,0
25 Mei ’27
3.012,0
1.698,4
165,8
428,6 238,2
18
’27 3.056,9 1.688,2
166,3
458,2
225,5
11
’27 3.070,2
1.680,8 164,2
442,0
233,1
16Juni’26
2.836,8
1.576,0
147,7
393,3
233,2
Data
Belegd
in
u. s.
–
Notes
Totaal
estort
Goud- Dek-
Algem.
Dek-
Gov.Sec.
in circa-
latie
apitaal
1
–
kings-
perc.’)
kings-
perc.
2
)
15Juni’27
547,2
1.698
2.473,7
129,4 72,3
76,4
8
,,
’27
438,1
1.716,8
2.390,5
129,1
73,2 77,2
1
,,
1
27
362,5
1.740,4 2.366,6
129,0
72,8 76,8
25 Mei ’27
321,9
1.705,8
2.325,6
129,0
74,2
78,8
18
,,
’27
269,1
1.711,4
2.353,4
128,9
75,1
79,3
11
,,
’27 253,9
1.718,3
2.325,8
128,9
75,9
80,0
16 Juni’261
482,2
1.688,2
2.290,9
122,8
71,3
75,0
‘ v
ernouutng totaien gouavoorraaa
tegenover
opeiscnoare
scnulaen
F. R.
Notes en netto deposito.
2)
Verhouding totalen voorraad
munt-
materiaal en wettig
betaalmiddel tegenover
idem.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in millioenen dollars.
Data
banken
conto’s
en
beleen.
Beleg-
gingen
Rl
Aantal
bij
se
de
F. i.
banksl
1
Totaal
1
1
depo-
1
sito’s
Waarvan
time
deposits
15Juni’27
668
14.580 5.956
1.736
1
19.579
1
6.195
1
,,
’27
688 14.625 5.977
1.725
1
19.644
1
6.156
25 Mei’27
668
14.429
6.044
1
1.687
1
19.433
1
6.150
18
,,
’27
668
14.460
8.032
11.701
1
19.477
1
6.186
11
,,
’27
669
14.449
5.959 11.675
1
19.452
1
6.124
16Juni’261
703
13.905
1
5.723 11.660
1
18.750 5.586
Aan net euvel van ieder Jcwartaal wordt een Overzient
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen baiskstateu.
r
.
612
.
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
6 Juli 1927
EFFECTENBEURZEN.
Amsterdam, 4 Juli 1927.
De gang van
zaken
op de ‘internationale benrzen is in
de achtte’r ons liggende beriehtsveek tamelijk kalm geble-
ven. Zelfs te B er lijn, waar cle geidmarkt vrij stroef is
geworden, kon een stijging van eenige beteekenis ‘van het
algemeene koerspeil worden opgemerkt. Overigens Leeft
de geidmarkt een zoodanig verloop gehad, dat ver-
moedelijk wel een sterke invloed hiervan op de beurs
zou zijn . uitgegaan, ware het niet, dat kort geleden
juist een soherpe koersval plaats heeft gevonden. Voor
{lagelijksch opvraaghaar geld moest tot 9 pCt. toe worden
betaald, terwijl voor ,,report”-gelden in het algemeen
8% pCt. werd gevraagd. Da sterkste verbeteringen zijn in
de markt voor montaan- en electriciteitsaandeelen op te
merken geweest, o.a. Vereinigte Stahlwerke, Gelsenkirohen,
Mannesmann, A.E.G., Gesfilrel, Siemens & Halske, ver-
volgens voor scheepvaarbaandeelen, banken, enz. Kuristzij-
.desoorten da renbegen waren aangeboden.
De markt te L o n d e n is eveneens eenigszins onder den
indruk geweest van de houding van de geidmarkt in
verband met de gewone moeilijkheden van de maand-
wisseling. Daarentegen heeft ‘het plotselinge overlijden
van der financier Ja.mes Wicile een grootere iutwOr-
king gehad, allereerst in aancieelen British Coutrolled
Oiltiel s – waarbij de overledene groote belangen had –
vervolgens ook in andere maxktgebieden, omdat men
‘rees•.e, dat de ongeahimeerde stemming op deze afdee-
lingen zou overslaan. Ten slotte is cle markt echter tot
rust gekomen en hebben de koersverschillen geen groote
proporties aangenomen.
Te 1? ii r ij s was de stemming veel beter dan gedurende
enkele weken het geval is geweest. De beschouwingen,
welke ter beurze omtrent de f.inancieele politiek van de
regeeri.ng werden gehouden dcdeu zien, dat het tegen-,
woorclige gouvernement zioh In de sympathie van vele
beurskrin,gen mag verheugen.
Te N e
w
Y o r k •is de markt zeer stil geweest, hetgeen
gepaard is gegaan met reacties in verschillende atcleelingen,
hoewel de kdersverlieaen gering zijn gebleven. De in-s
krimping van de ïndustrieele bedrijvigheid in sommige,
takken van industrie, heeft, hoewel een seioensverschijn-.
sel, te zamen met de geringe verstijving van de geldmarktc
als gevolg van de maanclvisseling, ertoe bijgedragen, dat
een kalme houding overheersohend is gebleven.
Te n o n ze n t Leeft de markt over het algemeen een
1
rustig verloop gehad. De
beleggingsa.fd.eeling
heeft uit den
aard der zaak 6geen grootte’ verschillen aangetoonl, nuc
eenerzijds de geklmarkt vrijwel onveranderd is gebleven,.
anderzijds geen nieuwe factoren hun invloed thebben doen t
gelden. 6 pCt. Ned. Werk. Schuld 1922: 105%, 10511(16,
105%; 4% Nl. Werk. Schuld 1917: 100, 100%, 10011e;
4% pCt. Ne.d.-Indië 1926: 9731133, 9811e, 96
3
1,
98716; 5 pCt.
Mexico £ 100-1000 (Afgest.) : lO/i, 10
5
11e; 5 pCt. Brazilië
1913 f 20-lOO: 72
9
1,
72%, 72%; 8 pCI. Sao Pau.lo 1921:
106
3
/, 106, 106%.
Levendig is daarentegen de houding van de
suiker’nsarlct
geweest. Feitelijk moet in dit verband alleen gewag worden. gemaakt van aandeelen Haudelsvereeniging ,,Amsterdam”,
welke bij ruimen handel in grootte posten uit de markt
werden genomen. De koersstijging was Let gevolg van het
1
feit, dat in de berichtsperioie, met een onderscheid van
enkele dagen, eerst Let slotdividend en daarna de claim
voor de uitgifte van nieuwe aandeelen kon worden
gerealiseerd. Te zomer vormden dividend plus claim
een waarde – laatstgenoemde gerekend volgens de no- –
teeringen van den eersten dag van handel – van
ruim 100 pCt., met welk percentage echter de koers va.n
de aanideelen niet is verlaagd. De overige suikeraandeelen
varen veel rustiger, doch onder den invloed van het hoofd-
fonds vast van toon. Cultuur Mij. der Vorstenianden: 175,
174, 176%; H.V.A.: 805%, 817, 808% (ex div.), 721%.
(ex claim); Javasche Cultuur Mij.: 383, 389, 384; Knac:
220, 217, 221; NedInd. Suiker Unie: 274, 278, 277%
Pagottan: 308, 303, 307%; Poeriworecijo: 131%, 130%,.
129
1
/8;
Sindanglaoet: 449, 450; Suiker Cultuur Mij.: 306,
30:6
1
/
2
, 305; Pjepper: 750,
753%,
755; Tjoekir: 590,595,
600; Watoetoelis Poppoh: 892, 890, 899%.
Rubbernandeelen
daarentegen waren aan den lustelop-
zen kant. Hoewel de rubberprijs geen groote veranderingen
heeft aangetoond, was de tendens omlaag gericht. Dit,
te zamen mct de pessimistische beschouwingen, welke hier
en daar omtrent de toekomst van de rubbermarkt worden
gehouden, heeft aanleiding gegeven tot enkele verkoopen,
althans tot .terughoadiing ‘v.ande koopers, waai.in het feit,
dat de rubbervoorraden te Londen in de achter ons lig-
gentcle berichtsweek oiniieaw zijn verminderd, geen wijni-
ging heeft kunnen brengen. Amsterdam lluhber
:
292%,
289%, 285% ; Deli Batavia: 235, 233
1
/4, 229; Hessa Rub-
‘her: 433, 421, 423,
419%;
InkI. Rubber: 339, 39, 332,
325% ; Java CaocLtchouc: 203, 199, 198; Kali Telepak: 285,
280%, 278, 270% ; Keudeng Lesnboe: 402, 370% (ex div.),
360 ; Majang Landen : 352, 351, 350% ; Ned.-Ind. Rubber
& Koffie: 342, 340, 346; Oost-Java. Rubber
:
330%, 328,
318; Preauger Rubber: 186, 180%, 181; Rdani Tapanoeli:
144, 146%, 140; Serba4ljaci: 300, 289,
286%;
Sumatra
Rubber: 340, 336, 335; Tjiboen’iTjipongpok: 165, 160%,
171%; Wai Sumatra Rubber: 296%, 295
1
/.-, 289; Intercon-tineutal Rubber: 1211e, 12%, 12%. De afdeeling voor
tebakseaadeelen
is vrij opgewekt ge-
‘eest, doch de handel is gering gebleven. Er bestond vraag voor de meeste Sumatr.asoorten, iwaarbij zich ook de aan-
deelen van de op Java werkzaam sijnde ondernemingen heb-
ben aangesloten. De druk op de rubbermarlot ‘heeft eenige
uitwerking uitgeoefend epcertificaten De Oostkust, in ver-
band met de groote rubberbelangen ‘dezer maatschappij.
Arendsburg: 623, 620, 625; Besoeki Tabak: 501, 502, 500;
Deli-Batajvia Mij.: 480,
475%,
486; Dell Mij.:
449%,
432
(ex (liv.), 439% ; HollandSum’atma: 215, 210, 200 (ex cliv.),
203; Ngoepit: 432, 428, 422; Oostkust: 238%, 235, 237;
Senembah:
448%,
447, 446; Temoeloes Landbotbw: 475, 470.
Petroleumecsadeelen
zijn gedurende de gan sche beriehts-
periode bijzonder lusteloos gebleven. In aanideelen Kon ink-
lijke Petroleum ging op enkele dagen wel iets om, doch
hierbij hebben zich de koersen vrijwel voortdurend op een
onveranderd peil gehandhaafd, zooclat de animo om nieuwe
affairs •in dit fonds te ondernemen, spoedig tot het ver-
leden behoorde. Dordtsohe Petr. md. Mij.:
348%,
347,
346% ; Kon. Pe’tr. Mij.: 365%, 366,
365%;
Perla.k Petro-
leum: 65
1
67,
67%;
Peudawa:
151Ii,
161, 15
3
116; Ma.rianid
Oil: 317/, 32
5
/
16
,
32%;
Geoons. Roll. Petr. Cie: 200 (ex div.).
Ook scheepvanrtmndeeien
zijn gedurende het grootste
deel van de achter ons liggende dagen buiten het centrum
van de belangstelling gebleven. De tendens bleef echter
doorgaans opgewekt: Holland-Amerika Lijn: 74, 78, 75%;
Java-China-Japan Lijn: 125%, 125
1
/
2
, 125; Kon. Ned.
Stoomb. Mij.: 92%, 927/
3
,
93%;
Kon. Paketvaart Mij.: 220,
217, 218%; Ned. Soheepv. Unie: 183%, 184%, 185% ; Nic
velt Goudriaan: 112%, 112?/
8
, 113; Stoomv. Mij. ‘Neder-
land: 177%, 175.
• De afdeeling voor llinnenlalvciscice ircdustrieele a.an.deefen
heeft een iets grootere levendigheid getoond, waarbij aan-
deelen Philips Gloeilampenfwbriek een koersstijging van
eenige beteekenis ‘hebben kunnen behalen. De omzetten in
ktinstzijdesoorten waren gering, doch de markt ondervond
ditmaal bijna geen invloed van de beurs te Berlijn. Voor
aandeelen Jurgens, Centrale iSuiker Mij., enz. bestond goede
vraag. Centrale Suiker Mij.:
113%,
116%, 117
3
/
4
; bIl.
Kunstzij’de md.: 114%, 114
5
/s,
1137/8,
1157/
s
;
Jurgens:
176%, 176%, 175; Maeknbee: 107%, 105%, 104%; Ned.
Kunstzijdelnbr.: 316, 323, 318; Philips Gloeilampenfabr.:
428,
430%,
438
1
/2.
Mijnaandeelen
waren over het ‘algemeen lusteloos. Nadat
de uitgifte van nieuwe aandeelen der Boeten Maatschappij
was geschied, krompen de omzetten in dit fonds sterk in,
waarbij een lichte achteruitgang ‘van hit koerspeil plaats
heeft gevonden. Dit laatste was overigens voor de meeste
andere soorten uit deze afdeeling ‘het geval. Alg. Ex’pl. Mij.: 57%, 59%, 55; Billiton le Rubriek: 907, 900, 887;
Boeten Mijnb. Mij.: 137%, 142%, 139,
142%;
Müller &
Cos Mijnb. Mij.: 74, 74
3
/, 75; Riedjang Lebong: 164, 165%, 162%; Singkep Tin Mij.: 496, 492, 497, 492.
De markt voor
baevkaasvdeelen
was doorgaans vast, met
een kleine verbetering voor. ‘cle koersen van cle in deze af-
deeling verhandelde papieren. Amsterd. Bank: 171, 171%,
1717/8; Roll. Bank v. Z.-Amerika: 74%, 75,
75%;
Incasso
Bank: 124%; Javasohe Bank: 375; Koloniale Bank: 247%,
246,
248%;
Ned.-Ind. Handelsbank: 169%, 169%, 170;
Ned. Handel Mij. C. v. A.: 160
5
/8,
160%, 161
3
/
8
; Rott. Bank-
verg.: 86%, 86
5
/8,
86%; Twentselie Bank: 138, 139, 140.
De
A.nserikaansche merkt
was ‘stil, doch opgewekt voor enkele soorten. American Smelting & Refining Cy. 152%,
153%, 153116; Anaconda Copper: 85%, 87%, 88%; Stede-
baker:
49
5
/8,
50%, 49%; United States Steel Corp.: 121
3
/
8,
121%, 122
1
/8;
Atchison Topeka: 176%, 176%, 178; Ene:
51
3
/,
3
, 51%, 52; Missouri Kansas & -Texas Rr.: 51, 50%,
51%; New York Ontario & Western: 34
15
(16, 35%, 377io;
Southern P.aciïic Cy.: 115, 118116,
1191116;
Wabash Rw.:
72
15
1,
72132, 7 120/32.
6 Juli 1927
ECONOMISCH-STATISTISCHE BÉRICHTEI4
613
GOEDERENHANDEL.
GRANEN.
5 Juli 1927.
Evenals in de voorafgaande weken heeft ook nu weder
de tarwnmarkt sterk onder den iinvloed van oogst- en
weerberichten gestaan. Vooral uit Noord-Amerika sijn deze
berichten de laatste dagen gunstig geweest en met name
uit Canada wordt gerapporteerd, ‘dat het zeer goede weder,
dat sedert ‘den laten uibzaai der
tar’we
heeft geheerscht,
reeds een groot gedeelte heeft goed gemaakt van den on-
girnstigen invloed van het slechte weder van Mei, dat
den uijtzaai ‘zoo heeft vertraagd en met ongeveer 10 pCt.
bij dien van het ‘vorige jaar heeft doen achterblijven. Ook
in de Vereenigde Staten ziet het er met de vooruitzichten
voor ‘den tarweoogst beter uit. Nu het oogsten der wintcr-
tarsve zich steals meer naar het Noorden uitbreidt, valt
de opbrengst in verschillende streken mee. Ook is in de
latere staten het weder den laatsten tijd goed geweest en
al is de oogst van wintertarwe in de Vereen’igde Staten
dit jaar niet zeer groot, zoo zijn de particuliere ramin-
gen der opbrengst toch ‘Vrij wat hooger ‘dan de of ficieele
schatting van 1 Juni. Zij bedragen ongeveer 560 inillioen
bushels, terwijl de oogst in 1926 627 millictn buehels heeft
bedragen. Zeer goed blijft in het Noordwesten der Ver-
eenigde Staten ‘de stand der zomertarwe en men verwacht,
dat te opbrengst groot genoeg zal ‘zijn, om een groot ge-deelte van ‘het mindere resultaat der wintertarwe goed te
maken.’ Volgens particuliere ramingen wordt namelijk de
opbrengst der zome.i’tanwe geschat op 257 mill.ioen •hushels,
tegenover 205 inilli’oeu tin 1926. Deze gunstige Noord-
Amerikaansche ‘berichten hebben in Europa meer indruk
gemaakt ‘dan ‘in Amerika. Daar hebben zij ten minste nog
geen reactie teweeggebracht na de zeer vaste mai’kt van
30 Juni, toen na de flauwe markten der voorafgaande
dagen te Chicago een prijsstijging plaats vond van 3 á 4
‘dollarcent ‘per 60 lbs. en dientengevolge ook W.inni.peg vast
en ‘hooger ivas. Op de vroegere dagen dezer week was in
Europa de stemming hier en daar avat beter geworden. Zoo
nam tot de gedaalde prijzen de omzet in België ‘Vrij sterk
toe en ‘ook ‘de Engelsehe markt ‘was iets be’tei, ‘hetgeeh
ten ‘deele samen’hin,g met ernstige klao’hten over droogte in
Australië, en in ‘het Zuiden van Argentinië. In overzich-
ten van de tar,wemarkt las men telkens weder, dat nu
weliswaar uit Noord-Amerika de berichten ‘beter varen
geavortlen, doch dat de gevaren, die voortspruiten uit den
laten Canacleesohen uitzaai, toch nog allerminst verdwe-
nen zijn en dat er voor ‘de tarwevoorziening van Europa in
Ihet komende seizoen •ieer veel afhangt van het verdere
weder in Canada, terwijl tevens ‘droog weder in Austral’ië
en Argèntinië gevaren met rdch brengt. Uit den omzet
iii Engeland blijkt echter niet, dat men zich dakr over
dit ‘allet erg ongerust maakt, ‘want ook deze ‘week zijn
daar ‘weinig ‘zaken gedaan. De molens hebben’ blijkbaar nog
goede voorraden en ‘de handel vindt’ in den dog’grooten
zeilenden voorraad (al i die dan den ‘laatsten tijd wel
verminderd) en in de Noord -Anierikaansche oogstber.ich-
ten allerminst aanleiding tot groots inkoo’pen. Dat ten
slotte uit Australië regen ‘werd gemeld heeft tot het hand-
ii&v
en der lustelooze stemming meegewerkt, evenals ten
slotte de gchcle’ Amerikaansohe ‘berichten. Ook ‘hebben
zoowel in Duitschlan’cl en ‘Nederland al in Engeland groote
aankomsthn cle markt gedrukt en zelfs in Engeland ‘bij
gebrek aan voldoende vraag, was ‘aangekomen tarde goed
kooper te koop dan latere partijen. Op 4 Juli ivas ‘de om-
zet in Etigelanci wat beter. In Du’itsahland is ‘de reeds
ednigen tijd verwachte verbetering van de ‘vraag tot nog
toe uitgebleven. Wel zijn te ‘Hamburg dé ergste gevolgen
van de overvloedige ‘aanvoeren voorbij, ‘doch de niolns
hebben ‘blijkbaar de voorraden nog niet verwerkt. Daarbij
is de vraag naar meel in geheel Centraal-Europa bebe
vredi,ken’d, en tot ivietawe inkoopen van grooten onivang
is ‘het nog’ niet gekomen. Men ‘mag echter ‘wel verwachten,
dat binnen niet al te langen tijd de zaken weder in toe-
ne’mende mate worden ‘bervat, vooral wanneer ‘de Duitsuhe
oogst van tarwe en rogge .werkelijk, “zooals tot nôg toe ver-
wacht wordt, enkele weken vertraging heeft. Overigens
is gedurende deze week ‘het weder in West-Europa veel
beter geweest en ernstige klachten ten aanzien van den
stand der gewassen’ kouneû eigenlijk -‘ h’iet voor – Slechts ipréekt men iii vërsèhillendé d’andeui ‘i’ah een laten oogst,
‘doch er is geeh aanleiding «om aa’n te’ nemeû, dat ten
ilotte de opbrengst van broodgraan «in Europa niet vrij
wat grooter ioui zijn den in het +orige j’aar In’Ie,,waar
dê oogst in vol’len gang is, sohijn,t’ de opbrengsv mee te
vallen, want nadat een igen tijd ‘geleden gemeld avrd, dat
deze kleiner zou ‘zijn dan in 1926, ‘heet het nu, dat op
‘dezelfde hoeveelheid van ‘het vorige jaar mag worden ge-
rekencl. Uit Frankrijk komt de ‘buitengewoon optimistische niedecleeLing, dat men daar dit jaar zooveel tarwe meent te
oogsten, dat geen invoer noodig zal zijn. Dit bericht riet er
echter zeer tendentieus uit en valt nauwelijks ernstig op te vatten. De fwereldversoliepingen van tarwe zijn deze
‘week klein geweest, speciaal ‘wegens geringe afladiagen
uit Noord-Amerika, doch eene ‘verbetering van den Euro-
peesehen kooplust heeft dat niet teweeggebracht.
Op 4 Juli ‘was Chicago gesloten, doch Winnepeg was
op ‘dien ‘dag iets lager. Toch sloot de markt er nog
2% h 3% dollarcent per 60 bs. ‘hooger dan op 27 Juni. Te
Chicago sloot tarwe op den 2eif 414 t 5% hooger clan op
7 Juni.
Aan den prijsloop aan de Argentijnsclie ‘bar’ w e-markt-
is niets te ‘bemer.ken geweest van eenigen invloed der be-
richten omtrent droogte ‘in ‘liet Zeiden van Argentinië,
welke droogte eenige ‘vermincler’iug van ‘den ui’tzaai ten-
gevolge zon hebben. DeArgentijnsclie
–
tarwemarkjten waren
namelijk allerminst ‘vast, hetgeen ‘wel het gevolg zal zijn
geweest van de weinig bevredigende Argentijn’sehe vraag
en den flinken voorraad,- welke nog in de Argentijnsohe
havens aanwezig is. Ten slotte was tai”we op 4 Juli te
Buenos
–
Aires en Rosario aan de termijnmarkten 5 & 10
centavos per 100 kgr. lager dan een week tevoren.
Voor r o g ge ‘is in cle Europeesche iuvoerlanden de vraag
zeer gering en nieuwe zaken uit Noord-Amerika komen
nauwelijks tot stand. Nog altijd wordt speciaal in Amerika
groote nadruk gelegd op ‘de zeer yaste statistische positie
voor deze graansoort waarvan de zichtbare voorraad in de
Vereen.igde ‘Staten zeer ‘veel kleiner is ‘dan in de vorige
jaren. Men wijst daar’bij dan tevens op de flinke ‘hoeveel-
heden rogge, die Du’itschlaud nog nooclig zal hebben vÔOr
de ‘nieuruve oogst zal zijn binnengehaald, te meer nu deze
waarschijnlijk eene vertraging van enkele ‘weken ‘zal onder-
gaan. Ondanks het uitblijven van zaken ‘heeft clan ook
na cenige verlaging in het begin der week de Amerikaan-
sche roggeprijs zich Vrij goed kunnen ‘handhaven. De juist-
heid ‘der Amerikaansche redeneering valt niet te ont-
kennen, Joeli de aanvoeren in de Daitsche havens en ook te Rotterdam zijn den laatsten tijd zoo groet geweest, dat
blijkbaar in de behoefte voor geruimen ‘tij’d is ‘voorzien
en de verhouding tusachen de ,Mnerikaansche prijzen en
het in Europa geldende niveau maakt inieuwe zaken nog
steeds uiterst moeilijk, ondanks de omstandigheid, dat
s]eohts Noord.Amerika als leverancier van rogge in aan-
mei’king .,komt. Van 27 Juni tot 2 Juli is Juli-rogge te’ Chicago 3% dollarcent per 56 lbs. ‘in prijs gedaald, de
September-termijn echter slecht
14
cent.
In Hongarije, w-aar men eenigen’ tijd over den ‘stand dèr
rogge heeft geklaagd, valt de oogst blijkbaar mee en de
opbrengst wordt zelfs iets honger geraamd dan in het
rvorige jaar. Voor tar,uve echter is ‘de r.a.miug voor den Ron-
gaarschen oogst ‘niet zoo gunstig en men verwacht een opbi-engst van ongeveer 5 pCt. minder dan in 1926. In
Polen is ‘de stand van ‘den oogst gedurende de maand uli-
verbeterd en deze wordt nu als ‘vrij goed beschreven.
Voor m a fs scheen de stemming in ‘liet begin der week
iets verbeterd, doch. reeds spoedig :is ‘daarin een verande-
ring ‘ingetreden. Een nieuwe officieele ranning der Argn-
tijnsche niaïsophrengst, volgens welke deze niet minder
daui ‘37% mi’l’lioen qrs. zou bedrageul, heeft ‘prijsverlaging
in ‘de ‘hand gewkt. De vorie raming van d&zon oogst be-
droeg 34% millioen quarters, tenn;ijl 4é oogst van het
vorige jaar op 32% millioen is geschat. Wel is deze laatst
ach atting ‘steeds als td ‘laag beschouwd, ‘doch een zoo groots
‘
hoeveelheid ‘als nu voor’ ‘den maisoogat woedt opgegeven, is
ria Argentinië nog nooit ‘voorgekomen. De verschepi’ngei
van ‘de laatste 2 ,veken zijn in overeenstemm’in niet dié
hii.itengewoon gi-oote hoeveelheden. Zij overtreffen ook deze
uweek ‘weder de naiilrion quaxterg en desondanks zijn de
voorraden in de Argentijnsohe ‘havens nog weder toege-
nomen. Zij ‘bedragen nu niet minder dan 410.000 ton tegen
280.000 ton om den’zelfden tijd vaia ‘liet vôrige jaar, toen
toch ook een groote maïsoogst was bindengehaaid. Aan
de ‘Argentijnsohe termijnmarkt is de nia.tsprjs in den looi
dezer week geleidelijk wat gedtsid en de buitengewoon
groote verschepingen, evenals ‘de Vrij flauwe stemming der
vrachtenmark, ‘hebben ria Europa niet slechts de prijzen
‘voor Argentijusche mais ‘vrij sterk gedrukt, doch vooral ook
tefl gevolge gehad, dat de premie ‘voor spoedig te verwach-
ten partijen verdwenen is. Zodwel op Rotterdam als
Antwerpen en Rambuig is nu de ‘prijs vor spoedige m,ïs
614
•
.
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
6 Juli 1927
Noteeringen.
.
Loccjrjzen te Rotterdam/Amsterdam.
Chicago
Buenos Aires
Soor
t
en
”
Juli
•
27Juni 5 Juli
a a
1927 1927 1926
Tarwe
Maïs
Haver
Tarwe
Maïs
Lijnzaad
•
Tarwe (Hardwinter II)
…1
Rogge (No. 2 Western)
.
1
15,25
1
2,50
Juli
Juli
Juli
Aug.
Aug.
Aug.
15,40
12,75 15,80
11,60
2Juli’27
1463.
97
4551
s
12,35
6,50
16,25
Mais (La Plata)
2
167
–
174,50
25Juni’27
140
18
94
e/s
454
12,40
6,50
16,40
•
Gerst (48 lbs. malting)
.
•2
229,-
240,-
198,-
2Juli
1
26
1343
6891
8
36718
12,95
6,70
16,95
Haver (Canada3) ……..
1
12,40
12,50
1040
2 Juli’25
145
1
1
8
98
431
12,65
1
)
8,50′)
19,90′)
Lijukoeken (Noord.Ameri.
.
.
2Juli’24
118
31
96
718
53
13,70
1
)
8,75′)
22,35′)
ka van La Plata-zaad)..
1
12,10
12,15
2,_
20 Juli’14
82
561
8
364
9,40
5,38
13,70
Lijnzaad (La Plata) …..
3
)
388,_
369,-
1
369,-
1)
Juli.
.
1) per 100 KG.
)
per 2000
KG.
)
per 1960
KG.
AANVOEREN in tons van 1000 KG.
.
Rotterdam
–
Amsterdam
Totaal
Artikelen
26JuniI2Juli
Sedert
Overeenk.
26Junij2Juli
Sedert
Overeenk.
927
1926
1927
1 Jan. 1927
tijdvak 1926
1927
1 Jan. 1927
tijdvak 1926
32.240 1.100.583
715.754
._
34.165
7.568
1.134748
723.322
Tarwe………………..
Rogge
……………..
9.966
210.016
127.923
–
loo
•
596
210.116
128.519
45
10.139
.
12.016
67
855
10.206 12.871
31.919
664.505
456.645
12
98.414
52.650 762.919
509.295
Boekweit …………………..
12.714
235.310
171.285 6.529
6.815
241.839
178.100
Maîs …………………
Haver ……………..
10.422
106.708
106.657
–
2.728
2.165
106.436
108.822
4.541 135.942 124.987
6.150 129.290 125.357
265.232
250.344
Gerst
………………
..
507
87.296
123.731
_
–
87.296
123.731
Lijnzaad
…………….
Lijnkoek
…………….
814 59.851
36.422
_
19.654
6.914
79.505
43.336
Tarwemeel
………….
Andere meelsoorten
. . .
98
7.584
7.606
– –
7.584
1
7.606
lager clani
voor partijen, waarvan de af1ndig eer.s1
over
van het nieuiwe Oost-Europeesche versohepings-seizoen. De
eenge
weke.n
zal
plaats
vndeii.
Zeer
vast
ds
in
het
gerstoogst in Roemenië blijkt goed te zijn en reeds in Juli
begin dezer week de
ma.1ssiar.kt
in Noord-Amerika geweest.
meent men nieuwe Roemeensdhe gerst ter ver1adug te kun- Na,dat in de voorafgaande weken de maisprjaen te Chicago
nen brengen. Roemeensche gerst ter verschepin.g in Augus-
aanzienlijk waren gedaa1cl is op 27 Juii een sterke ver-
tus en vooral in September wordt dan ook ver beneden het
iooging
•ingeitrede.n,
omdat
vrseJii11ende
verontrustende
voor spoedige gerst geldende prijspeil aangeboden en ver-
berichten omtrent den ndeuw&t Aimerikaanschen maisoogst
handeid. Uit Noord-AfrIka, waar de oogst goed is, kGmen
teg1ijkertijcl
d
rGn{le
deden.
Deze
onistan4igheid
heeft
op bescheiden schaal zaken in gerst tot 6tohnd uar Enge-
in Nederland den kooplust voor Platamaïs ter levering
land en Frankrijk. Noord-Amerika is met gert ter ver-
mde tweede helft van het
eizoen in de Jtaud gewerkt en s0heping in de laatste maanden van het jaar goedkoop aan
zoowel op levering in liet najaar van 1927 als in de eerste
de markt. Zaken komen daarin nog niet veel tot stand,
maanden van 1928 zijn aan de Neder.landselie markt deze
dooh de groote waarschijnijkheid, dat er binnen korten
week
vrij
wat zaken gedaan, mraarbij speciaal voor Januari-
tijd gerst verkrjgaar zal zijn tot veel lagere prijzen dan
April eene aanzienlijke premie werd ibetaald. Tot de dalen-
de tegenwoordig geldende, drukt ook voor spoedige partijen
de prijzen zijn ook in Nederland aanzienlijke ‘zaken gedaan
de markt. Op dienseifden grond is ook de vraag voor spoe-
in Platamaïs, die reeds verscheept is of in
de
eer.stvol-
.dige gerst slecht en vooral Noord-Amerikaansche soorten
enc1e maanden ter af lading zal komen. De vraag naar rnaïs
worden dringend aangeboden. Zoowel in Duitschiand als blijft dan ook aan onze markt zeer igoeci en zij vond vrij
in Nederland echter ontmoet dat aanbod weinig kooplust.
gregeÎd steun in betere belangstelling sein den Duitschen
In Duitschla.nd vindt deze onbevredigende gerstvraag nog
Bovenrijn. Moeilijker is echter de verkoop van mais in
een speciale oorzaak in de lage maïsprijzen, welke factor
Nord-Duitschland.
Weliswaar is de afzet er
ten slotte in de andere invoerlanden zich reeds gedurende eenige
niet slecht, doch de aanvoeren overtreffen er de vraag en
maanden meer dan in Duitsdhl.nd ‘heeft laten gelden.
vooral is dit het geval met Donaumals, welke onlangs, soefl
Ha v e r is na de onlangs plaats gevonden hebbende ver-
.de Hasnhargsche markt ‘voor mais beter ‘was dan die in
laging nog verder iin .prjs gedaald, doch in de meeste in-
andere West-Europeesche invoerlanden, in te groote hoe-
voerlanden blijft (le vraag slecht. De uitz.aai van haver in
veelheden naar Hamburg is verscheept. Slechts met groote
Canada is dit jaar zeer groot geweest en ook in (le Ver-
moeite en tot aanzienlijke prjsopofferingen
zijn
aanko-
eenigde Staten
staat de oogst er goed
voor.
Na eene
mende partijen daar de laatste dagen te plaatsen. Slechts
aanzienlijke prijsverhooging •in het ibe
g
gin der week heeft
zëer weinig Don.aumafs is naar Nederland en Antwerpen
dan ook in Amerika de ihaverprijs zich niet kunnen hand-
onderweg en de markt heeft zioh dar voor Donaumaïs
haven. Noord-Amerikaansdhe haver staat nu weder bene-
ook wat beter kunnen handhaven clan in Noord-Duitsch-
den het laagste pei.l van de vorige week, doch zaken naar land. Dit neemt echter niet weg, dat ook tin eerstgenoem-
Europa komen slechts weinig tot stand.
de markten de prijs voor DonaumaXs aigh aanzienlijk be-
Rusland is in bescheiden mate met haver aan de mi.rkt
neden (le Boemeensche .pariteit bevindt. Veel betere prij-
en noteert daarvoor ondanks de betere kwaliteit slechts
zen dan naar West-Europa worden namelijk betaald in
weinig meer dan er voor de meest voorkomende kwaliteit
Zu.id-Duitschland, Tsjecho-Slowakije en
Oostenrijk en
het haver
uit
de
Vereni.gde
Staten
gevraagd
wordt.
An-
is ten gevolge van deze omstapdigheid,
dat verschepin-
dere igraansoorteïi dan haver worden uit Rusland nauwe-
gen van Donaumals naar West-Europa, ook deze week
lijks aangeboden en reeds eeni.gen tijd geledeü hebben de
weder klein waren.
De
vooruitzichten
voor de
nieuwe
versdhepingeu van graan uit
cle
Ru.ssische
havens
der
mais in Hongaiije, Zuid-Slacvië, Roemenië en Bulgarije zijn
Zwarte
Zee
vrijwel
opgehouden.
Verdere
verschepingen
zeer goed en zelfs meent men in Zukl-Slavië te mogen ver-
zullen waarschijnlijk wel uitblijven tot de eer•se aanvoe-
wachten, dat de, oogst er weder groot genoeg zaJ zijn om
ren van den nieuwen oogst ter verscheping komen. De
in het nieuwe seizoen zaken in ZuicI-Slavische maïs via de
otand van het nieuwe Russische graan wordt over het
Roemeensche zeehavens mogelijk te maken, evenals nut den
algemeen als vrij goed beschreven.
grooten oogst van 1925 het geval was.
Na
de ibuitenge-
woon vaste markt van 27 Juni lis te Chicago geleidelijk de
–
maïspnijs wat gedaald. Het weder is namelijk in de Ver-
SUIKER.
eeniiøde Staten beter geworden en ook de nieuwe mais heeft
Ondanks de meerdere belangstelling,
die Raffivadeurs,
daarvan
geprofiteerd.
Volgens particuliere
ramingen zal zoowel in Amerika als in •Europa, de voorafgaande week
een opbrengst van opgeveer 2300 millioen bushels kunnen
aan den dag legden, kondn .suikerprijzen ‘zich de afgeloo-
worden versvaoht, hetgeen echter nog ruim 10 pCt. minder
pen week niet handhavei en verslapte cie stemming op de
is dan in het vorige jaar toen de ina.tsoogst reeds vrij wat
verschillende markten na eene prjshoudende opening.
kleiner, was dan gewoonlijk.
In Amerika brokkeldeii .prjsen opde. termijnmarkt
e .r .st ondervindt sterk den invloed van het naderen
geleidelijk af, hetgeen uit ondervôlgende cijfers blijkt:
6 Juli 1927
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
riii
Sp. C. Juli Spt. Dec. Jan. Mrt.
Slot voorafg. week ……4.61 2.70J 2.82 2.90 2.83 2.72
Opening verslagweek. … 4.61 2.71 2.83 2.91 2.85 2.76
Slot verslagweek …….. 4.48 2.59 2.66 2.76 2.73 2.69
De ontvangsten in de Atlantische havens der V. S. be-
droegen deze week 77.000 tons, ‘de versmeitiugen 74.000
tous, tegen 81.000 in 1926 en de voorraden 259.000 tons
tegen 377.000 tons.
Cubasuiker werd in h&t begin der week tot 2,84 cle. c.
& Ir. New York ‘verhandeld; houders trokken zich echter
terug, zoodr.a de markt daalde. Verdere afdoeningen in Por-
to Rico en Ph.ilippijnsdbe suikers ‘vonden plaats tot prijzen
afbrokkelend tot 2,75 de. c. & Ir., basis Cuba. De laatste Cuba-statistiek is als ‘volgt:
1927
1926
1925
Tons
Tons
Tons
Weekontvaasten tot 25 Juni
36.857
60.855
68.738
Totaal sedert 1 Jan.-25 Juni 3.349.434 3.758.909 4.184.727
Aantal werkende fabrieken
–
5
15
Weekexport 25 Juni ……..73.622
82.574 100.291
Totale export sedert 1 J.-25 J. 2.164.516 2.422.355 3.063.382
Totale voorraad 25 Juni .. . . 1.181.918 1.339.605 1.121.345
Men klaagt aldaar over het droge aveder.
F. 0. Licht meldt, dat het weder in Juni voor Duitsoh-land, Nederland en België over het algemeen ongunstig
was; het te velde staande gewas staat er weliswaar niet
ongunstig voor, doch men heeft voornamelijk te lijdenvan
onkruid, dat niet voldoende weggewerkt kon worden. De
achterstand hierdoor ontstaan, bedraagt ongeveer 2 weken.
Voor Tajecho-Slowakije, Oostenrijk, Hongarije en Frank-rijk daarentegen was het ‘weder gunstig en het gewas kon
aieh over het algemeen zeer goed ontwikkelen.
Licht publiceert eene nieuwe raming van het in Eiropa
met bieten beplaiite areaal, welke hieronder volgt ‘in ver-
gelijking met Zijne vorige raming en het areaal
1
92
61
2
7:
192728
1927/28
1926/27
N. Raming. Vor. Raming Areaal.
H.A.
H.A.
H.A.
Duitsohiand …………..405.000
405.000
373.561
Tsjecho-Slowakije ……..280.000
280.000
258.176
Oostenrijk ……………22.500
• 22.500
18.741
Hongarije …………….64.000
64.000
62.500
Frankrijk ……………232.000
232.000
218.970
België ………………70.000
70.000
61.755
Nederland …………..69.000
66.000
60.492
Denemarken ………….40.000
40.000
29.500
Zweden ……………..40.500
40.500
4.418
Polen ………………200.000
200.000
180.453
Italië ……………….95.000
95.000
80.255
Spanje ………………87.000
87.000
87.000
Andere landen ………..236.500
234.000
192.594
Totaal Europa (zonder Rus-
land)
…………….1.841.500
1.836.000
1.628.415
Rusland …………….640.000
‘584.000
543.000
Totaal Europa … …..2.481.500 2.420.000 2.171.415
Voornamelijk werd dus het cijfer voor Rusland, verhoogd.
De bronnen, waaruit de gegevens hiervoor geput zijn, zijn
echter niet ‘zeer betrouwbaar.
In E ii ge 1 a u d trokken op de ternijnmarkt de prijzen
aanvankelijk nan om daarna veder af te brokkelen; de
slotnoteeringen waren a.v.:
Juli
1927 . . Sh. 1513
Dec.
1927 … Sh. 1416
Aug.
,,..,, 1515
Maart 1928 ….., 16 3
October
,,
. .
,, 1419
Mei
,,
. . .
,,
1616
Op Java was de markt in het begin der veek kalm ge-
temd, ‘doch aan het eInde kom tot lusteloos. Prijzen voor
tweedehan’dsch suiker brokkelden tussohen
f %
en
Y
2
al.
De laatste vraagprijaen waren:
Superieur Nieuwe Oogst ready . .
f
15,62
per 100 K.G.
»
,,
Juli/Aug. ,, 15,50
,,
Sept./OcL. ,, 15,75
Nov./Dec. ,, 16,1 2l,
No. 16. &/hooger Nieuwe Oogst ready ,, 15,-
Het rendement ‘van 99 fabrieken ibedroe
g
g op 15 Juni on-
geveer 14 pCt. meer dan op dat tijdstip verleden jaar, toen
het gehalte van het riet zeer tegenviel. 1f i e r t e 1 and e opende de markt in zeer kalme stem-
ming en prijzeri brokkelden in den loop der week af in
sympathie met Amerika. Aan het slot verkreeg het aan-
bod de overhand en waren de noteeringen a. v.:
Aug. f 18%;
*
Dec. f 17%; Mrt. f18; Mei f 18%, met
koopers tot
f
Lot
f %
lager.
De omzet bedroeg deze week 1800 tons.
KOFFIE.
Over de afgeloopen week valt niet veel bijzonders te be-
richten. De prijzen •der kost- en vrachtaanbieclingen van
San Los en van Rio op prompte verscheping zakten nog een
fractie in en ook Nederlandsoh-Indië was met Robusta
iets – zij het ook slechts weinig – gemakkelijker. Van de
Centraal-Amerikaansohe landen komen, ‘zooals reeds vroe-
ger te dezer plaatse vermeld, zoo goed als geen aanbiedin-
gen ‘van gewasechen soorten meer af, aangezien deze oog-
sten als afgeloopen kunnen worden beschouwd.
Aan de termijnmarkt ten onzent schommeldea de notee-
ringen in navolging van New-York met kleine fracties heen
en weder en de markt sloot heden voormiddag voor het
Gemengd contract op prijzen, bijna gelijk aau die van een
week geleden.
In loco was de afzet nog altijd niet bevredigend en de
zaken, die tot stand kwamen, bepaalden zich bijna uitslui-
tend tot clie, welke tnoodig zijn ter voorziening in directe
behoefte.
Een dezer dagen alhier ontvangen telegram uit Bra-
zilië berichtte, ‘dat de Centro do Commercio de Cafd te
Rio de voor uitvoer beschikbaar komende hoeveelheid
v,1
n
den Rio-oogst
1927
1
2
8 schat op 5 millioen balen, welk
cijfer, te zarnen met de in het vorig bericht vermelde rnming
van 15.274.000 balen voor den Sazitos-oogst, eene ra.ming
levert van ca. 20% millioen balen ‘voor de beide voornaam-
ste uitvoerhavens van Brazilië.
Volgens telegrafisch bericht van Santos zullen de Inn-
voeren
uit
het binnenland van Sao Paulo naar de haven
van Santos in •de maand Juli gel’imiteerd worden op 34.000
balen per dag.
De dezer (lagen verschenen Statistiek van de Firma G.
Duuring & Zoon te Rotterdam geeft aan, dat in Juni de
aanvoer geweest is als volgt:
1927
1926
1925
balen
balen
balen
inEuropa …………800.000
685.000
811.000
Ver.Statenv.Amerika
839.000
383.000
887.000
Totaal….
1.639.000
1.523.000 1.498.000
De Aanvoereic in Europa en in Amerika tezamen ge-
durende de eerste zes maanden van het jaar bedroegen
10.663.000 balen tegen 10.095.000 balen in 1926 en 9.050.000
balen in 1925.
De Afleveringen in Juni ‘waren:
1927
1926
1925
balen
balen
balen
inEuropa …………871.000
720.000
916.000
Ver. Staten v. Amerika
794.000
774.000
510.000
Totaal…. 1.665.000
1.494.000 1.426.000
De Afleveringen in Europa en in Amerika te zanien gedurende de eerste zes maanden van ‘het jaar we roll
10.588.000 balec tegen 10.398.000 balen in 1926 en 8.872.000
balen in 1925.
Vanaf 1 Juli tot 30 Juni waren de Aanvoeren in Europa
en in Amerika tezamen in het nu afgeloopen oogstjaer
20.926.000 balen tegen 20.315.000 balen in 1925126 en
19.206.000 balen in 1924126, terwijl (le Afleveringen lie-
cb-oegen 20.597.000 balen tegen 20.495.000 balen iii 1925126
en 19.258.000 balen in 1924125.
De zichtbare voorraad was op 1 dezer in Europa 1.762.000
balen tegen 1.833.000 balen op 1 Juni. In Amerika be-
droeg hij 788.000 ‘balen tegen 743.000 balen op 1 Juni. In Europa en in Amerika tezamen was de zichtbare voorraad
dus op 1 dezer 2.550.000 balen tegen 2.576.000 ‘balen op
1 Juni. Hij bedroeg op 1 Juli 1926 – 2.221.000 balen en
op 1 Juli 1925 – 2.401.000 balen.
De zichtbare rwcreklvoorraa,cl was op 1 Juli 4.720.000
balen tegen 4.631.000 balen op 1 Juni en 4.571.000 balen
verleden jaar (iii deze cijfers zijn niet begrepen de voor-
raden in het binnenland van Sao Paulo waarvan het cijfer
van 1 Juli 1927 nog niet bekend is, doch die op 1 Juni
1927 – 2.810.000 balen bedroegen en op 1 Juli 1926 –
2.833.000 balen.
De prijzen ‘van gewoon goed beschreven Superior Santos
op prompte verscheping zijn thans Ôngeveer 721. t 7316
Pel owt. en van dito Prime ongeveer 741- t 7516, terwijl zij
van Rio type New-York 7 met ‘beschrijving, prompte ‘cr-
scheping, bedragen 6019 3. 611..
Van Robusta op aflading van Nederlandsch-Indië zijn de
prijzen in de eerste hand op het oogenbiik:
Palembang Robusta, Juli/Augustus verscheping, 30% ot.;
Palembaug Robusta, Augustus/Sept.. verscheping, 30 et.;
Man dheling Robusta, Juli/Augustus versoheping, 33% ct.,
616
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
6 Juli 1927
alles per
4,
KG., cif., uitgeleverd gewicht, netto contant.
De officieele loco-noteeriogen bleven -onveranderd 49 oh
per
34
KG. voor Superior Santos -en 47 cl. voor Robusta.
De noteeringen aan de Rotterdamsche termijnmarkt wa-
ren aan cle ochtend-eau als ‘volgt:
Santos-contract
Gemengd Contract
basis 0-ood
11
basis Santos Good
Sect.! Dec. 1 Mrt. 1 Mei II Seut.I Dec. 1 Mrt. 1 Mei
5 Juli
3834
3734
3634
3534
375,
3534
33%
28 Juni
3834
3734
3634
35i
37
3534
341
3371
t
21
,, 3834
3734
3634 3534
3734
3534
345/8
3371
5
14-
,, 3934
3734 3634
35W
37
35
,
1
8
34
331
De slot-noteeringen te New-York van het aldaar
geldende
gemengd contract (‘basis Rio No. 7) waren:
Sept.
1
Dec.
1
Maart
1
Mei
1
Juli
..
$11,98
$11,60 $11,45 $11,31
,,
11,92
11,60
,,
11,45
,,
11,30
27
Juni
…….
20
,.
……
,,
12,01
11,68
,,
11,52
11,34
10
,,
.,,
11,60
,,
11,30
,,
11,18
,,
11,05
Rotterdam, 5 Juli 1927.
IJZER.
-Er is geen verandering van beteekenis ‘te vermelden in!
den -toestand der Continentale Ijzer- en Staalmarkt.
In Engeland zijn de cokesprijzen een paar shil-lings. ge-
daald, doch tegen de venwaohting houden -de ruiwijzerprodu-
centen aan de geldende noteeringen voor kun product vast,
omdat, – zooals zij zeggen – de thans genoteerde prijzen
in het geheel geen lwinst laten.
‘Noteering in de week van
2026 Juni
27 Jn./3J1..128
Jn.14J1.
1927
1927
1926
Ruwijzer.
–
f.o. b. Middlesborough
Sh.
Sh. Sh.
Cleveland Foundry no. 1
7216 7216
8616
3
–
701_
701_
841_
4
Hematite East Coast
6912
691_
831_
mixed numbers
7716
771-
791_
Wagon départ Longwy
(Lot haringen)
Frs.
Frs.
Frs.
Moulage P. L. no. 3
460,_
460,- 460,-
Semi-phosphoreuse
495,-
495,_
520,_
ab Werk Rheinl-West
falen
–
Mk.
Mk.
–
Mk.
Giessereiroheisen no. 1
88.- 88.-
88.-
,,
.
3
86.- 86.- 86.-
–
Hatit …………..
93,50
93.50 93.50
–
f.o.b. Antwerpen
Sh.
Sh.
Sh.
Gieterij ruwijzer no. 3
60_61
..
60_61
66_67
Waisproducten.
–
f.o. b. Antwerpen (vrjbi.)
Sh.
Sh.
Sh.
93_94
9216_93
93-94
–
Stafijzer
……………
Plaatijzer 5 mM …….
11
3
,………
120
120 98j6_9916 125
124_125
107-108
STEENKOLEN.
Er is in de afgeloopen berichtsperiode niets van eeuige
beteekenis op de kolenmarkten voorgevallen.
– In Amerika duurt de staking in de Unioni-stmijnen en.
verzwakt voort, wat evenwel niet -belet, dat er geen spoor
van kolensehaarschte ‘te ontdekken valt. Zelfs, is de pro-
ductie, -hoe ongeloofelijk liet klinken moge, grootar clan het
‘vorige jaar,
:toenl
er in de zachte kolenmijnen geen staking
was.
In Engeland en Westfalen -zijn de prijzen ‘hier en daar
nog wat gedaald en in het -algemeen vertoont de kolen-
markt een weinig opgewekt beeld.
De prijzen zijn:
–
–
Nor-thumberland
Ongezeef de
………….
f10,75
.Dur-ham
Ongezeefde
………………..
..10,85
–
Cardifi
2/3
large,
113
smails
………….
,
14.-
Sehotsche
Gezeefde
…………………..
975
Yorkshire Gewasschen Doubles
………..
,
13,-
W-estfaalsche Vetförder
……………..
,, 14,-
Vetstukken
. –
…………..
,, 16,-
Smeenoiitjes
.
.
.
…………..
15,-
Gasv-lamförcler
–
14,-
.
Gietcokes
……………….
16,50
alles per ton van 1000 KG., franco station Rotter.damfAm-
sterdam.
Westfaalsohe bunkeik-olen f.ob. Rotterdam/Amsterdam
f
11.15. Markt prijshoudend.
5 Juli 1927.
–
VERKEERS WEZEN.
VRACHTENMARKT.
De Noord-A’merikaansohe graanvraoktenmarkt is ten
gevolge van de groote taawevoorraden in Engeland en op
het vaste land nog steeds zeer alap. Van Montreal zijn
eenige booten, die stil gelegen hebben, afgesloten tegen zeer
lage vrachten. Naar Antwerpen/Rotterdam werd een zeev
-prompte boot van 35.000 qtrs. -afgesloten voor 9 cents per
100 l’bs. zwaar -graan en een andere boot van dezelfde groot-
te en positie voor 934 cents naar An’tiverpenRotterdam, op-
tie Bremen/Hamburg, optie volle lading gerst’tegen 1 cent
extra. Een der-de boot van 35.000 qtrs. is afgesloten naar
de Middellandsohe Zee (niet ten Oosten van West-Italië)
op basis van 14 ets, een, 1434 ets, twee, 15 ets, drie los-
havens per begin Juli. Van de Gçdf van Mexico blijken
– bevrachters een weinig meer belangstelling te toonen voor
de laatste helft ‘van Juli en een boot van 33.000 qtrs. naar
Antwerpen/Hamburg -Ra.nge werd afgesloten tegen 1534
cents per 100 ibs. zwaar graan. –
De West-Indische suikervraehtenanarkt was -iets leven-
-diger gedurende de afgelopen week en er ‘wordt verwacht,
dat -binnenkort zeer belangrijke afsluitingen gedaan zul-
len worden. Ten gevolge van de lage ‘vrachten van naburige
markten zijn de vrachtcijfers van Cuba zeer laag, voor
Juli en Juli/Augustus hebben de bevrachters 47.0004onners
kunnen afsluiten tegen 181- voor een, en 19/- voor twee
‘havens UK/Continent van Ci.iba- of San Domi-ngo.
De markt van cle La Platarivier heeft in de -afgeloopen
week teleurgesteld. Aan het einde van cle ‘vorige week leek het alsof de markt op zou -loopen. Plotseling evenwel ‘hield
de betere vraag, die toen merkbaar ‘was, op en de ‘vraoh-
ten vielen onmiddellijk, zoodat -slechts eenige kleine ladin-
gen voor Juli/Augustus werden afgesloten. De groots par-.
tijen, -die reeds bevracht zijn en die nog bevracht moeten-
worden zijn oorzaak, dat er niets meer gekocht wordt, en
er wordt gevreesd dat de vraag naar scheeperuimte- zeet
gering zal zijn totdat dit graan definitief ‘verscheept is. – –
De Chilisalpeter vraohtenmar-kt is nog steeds kalm. Boe-
ten voor Augustus belading werden aangeboden om -in bal-
last
,
uit te ‘varen, niet slechts van -de La Plata havens,’
maar ook van U.K. Voor Juli/Augustus heeft eén kleine
boot 27/- geaccepteerd naar Bordeaux/Hamburg Range, met
cle optie Noord–Spanje ‘tegen 116 en Middell
;
n.dsche Zee-
tegen 2(6- extra. Per 10 September/10 Octo-be werd een,
7000
–
toncer afgesloten, eveneens naar
.
oideaux/Hamburg
Bange, tegen 281..
De Oostersohe markten zijn gedurende de a-fgeloo-pen week zeer flauw gestemd -geweest, -zeer weinig ladingen
zijn afgesloten. De eenige boonenlading, die gedaan werd,
is voor een ‘boot per Augustus van Wlaodiwostok naar Bot-
ter-dam of Hamburg tegen 31/3, -optie Noordelijke ‘havens
tegen 113 extra. Er -is weer een aantal partijen met lijn-
booten afgesloten, een partij van 1000 tons voor Juli tegen-
30/- naar Rotterdam of Hamburg en een partij van 500
tons”tegen 301- met dezelfde bestemming, beide partijen te
laden in Da-Iny, terwijl voor September 4000 tons ,werdn
afgesloten, eveneens tegen 30/- naar Rotterdam/Hamburg,
optie Scandinavische haven-s 3113, ook van Dalny. –
De Donau was zeer kalm. Er zijn geene afsluitingen te.
rapporteeren. Van de Zwarte Zee werden twee boeten be-
vracht ‘v’an Nicolaieff naar Genua/Porto Ferraio-/Bagno-li/. Antwerpen o-f Rotterdam tegen 9/- voor Juli belading. – – Van -de Middellandsche Zee werd vrij veel gedaan, maar
,
(le vrachten ‘blijven op een laag niveau zonder vooruitzicht.
op verbetering. Van Benisaf naar Ardrossan werd 7/- ‘be-‘
taald, van Algiers naar Rotterdam 416, Valencia/Botter-
dam 61. en Piraeu-s/Botterdam 6/434. –
Van de Golf iran Biscaye werd vrij veel gedaan, er voedt’
zeer ve1 tonnage aangeboden. De vrachten blijven on-
veranclerd. Bilbao/Rotterdam werd afgesloten ‘tegen 61-, Car-
diff 6/6, Newport 619, Gra-ngemouth 71- en Oslebshatisen
6/434. –
Op deEngelsche koleamarkten wordt alleen voor directe
consumptie gekocht, waardoor de stemming zeer geclrukt
is. Van Zuï-d-Wales werd bevracht naar Nantes tegen 413.’
Gibraltar 8/-, Genua 9/-, Alexandrië 1013, Hongkong en
Shanghai 201-, Bnenos A-ires 131- en Montreal 616.