S
NOVEMBER 1926
AUTEURJSRECHT VOORBEHOUDEN
Ec
‘onomisch~Stat
‘i
*
sti
*
sche
Beri
*
chtén
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART
UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
I1E
JAARGANG
WOENSDAG 3 NOVEMBER 1926
No. 566
INHOUD.
Blz.
DE NEDERLANDSOHE IIANDRLSPOL1TIEK
door
Mr. Dr. L.
F. H. Regout ………………………………962
Het Rekest van den Ondernemersraad voor Suriname
door
S. Bede ………………………………963
De Privaatrechtelijke regeling der Collectieve Arbeids-
overeénkomst door
Mr. Dr. A. A. van Rhijn ……..966
Loonen en Loonsverhoudingen Eerste halfjaar
1926
door
ir. B. Bölger ………………………………968
BUITENLANI)SOUE MEDEWERKING:
De saneering van het Belgisch Geidwezen door
Iéon
7,Tem,.y …………………………………971
MAANDOIJFERS:
Rijkspostspaarbank
………………………..
973
STATISTIEKEN EN OVERZIORTEN..
.. – ..
.. …
973-980
Geidkoersen.
Bankstaten.
Goederenhandel.
Wisselkoersen.
Effectenbeurzen.
Verkeerswezen.
INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.
Algemeen Secretaris: Mr. Q: J. Terpstra.
–
• ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN.
•
0
COMMISSIE VAN ADVIES.
Prof. Mr. D. van Blom; J. van Hasselt; Jhr. Mr. L. H. van
Lennep; Mr. K. P. van der Mandele; Prof. Dr. E. Moresco;
Mr. Dr. L.’ F. 11. Regout;’ Dr. E. van Welderen Baron
Rangers; Prof. Mr. H. R. Ribbius; Jan Schilthuis; Mr.
Q. J. Terpstra; Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid:
Prof.
Mr. Dr. G. M.. Verrijn Stuart.
•
Redacteur-Secretaris: D. J. Wansink.
Secretariaat: Pieter de Hoochwcg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 3000. Postrekening 8408.
Abonnencentsprijs •voor het weekblad franco p.
‘
p. -n
Nederland f20,—. Buitenland en Koloniën f 23,— per
Jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateurs van het InstitNut ontvangen het weekblad gratis.
Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij’ abonnement
volgens tarief. Administratie van abonne9nenten en adver-
tenties: Nijgh d van Ditmar’s Uitgevers-Maatschappij, Rot-
terdam, Amsterdam, ‘s-Gravenhage. Post ché que- en giro-
rekening No. 6729.
2
NOVEMBER
1926.
Bij ‘het, na’deroi:i van ode maandwisselng is de geld-
markt belangrijk vaster geworden. De rente voor par-
ticulier disconto steeg van 2
7
/s tot 3V8 h 3% pOt. en
de ])rolÔngatie]nte van 2
9
/4
pOt, tot 3% pOt. Ook cle
cailrente was belangrijk hooger; Vrijdag en Zaterdag
wevd van 3% t
o
t 4 pct. betaald.
* *
*
De post binnenlandsche wissels op ‘den weekstaat
van.De Neclerlandsche Bank vertoont een stijging van
bijna
f
8% millioen, ofschoon de post rechtstreeks hij
-do Bank ondergebracht schatkistp.apier is afgenomen
van
f
14,5 millioeri tot’
f
9 millioen. De credietvraag,
die zich als
0
normaal gevolg van de maandwisseling
hier hemerkbaar maakt, ‘komt ook tot uiting in een
stijging
–
van het.’ bedrag ‘der’ -beleeningen, met niet
minder dan rüim
f
43 millioen.
De post papier op het buitenland nam af met
bijna
f
9 millioen, ‘do post divrse rekeningen ‘onder
het actief wijst een bedrag aan, dat bijna
f S
millioen
hooger is ‘dan op de vorige weekbalans. Do voorschot-
ten aan het
Rijk
namen met bijna
f
1,5 millioen af.
A-an -de passiefzijdé der balan bedraagt, ‘de toerame
der bankbiljetten in omloop ruim
f
58 millioen, de
afname der rekening-courantsaldi van anderen ruim
f
10 millioen.
Het beschikbaar metaa1sa1d nam ‘af met i-uim
f 10
millioen. Het -clekkingsperceutage bedraagt “bijna 49.
* *
*
De Fransche franc bleef gedurende de -af-geloopen
week nog reglm’atig stijgen. Geopend op 7,57 werd
aan het einde der week 7,90 ‘betaald. Daaientegen
waren Lires zeer onregelmatig. De koers steeg aan-
vankelijk .van 10,85 tot 11,35 op Dinsdag vroegtijdig.
Na een inzinking tot 1065′ wr’d den volgenden dag
opnieuw 11,35 en ook 11,40 betaald. Het slot was
op’ 10,64. Ook Oslo was yrij onregelmatig. ,D,e koers
liep’ verschillende malen tusschen .62,10 en 62,80 heen
en weer. De gou’dwissels waren ondanks de duurdere
geldmarkt vast, maar ook’ ‘in ‘deze déviezen waren de
schomme1iigen grooter en onregelmatiger dan men
iii den laatsten tij’d gewend was.
LONDEN; t NOVEMBER
‘196.
Do vorige week is wederom een schrede gedaan ‘tot
de’ verdere normaliseoring van den -ingewi-kkel.den
firïaiicieelen ‘tdestnd ik Eurpa ‘door de stabilisatie
van -da Belgische valuta. , , ‘•
‘ ‘
De sta’bilisatie]eening, die ‘d-aarto ‘hier en in ‘andere
centra. word, en wordt uitgebracht, ha’d •hier een zeer
guntig onthaal. Doordat de com’mis-siehuizen het vrij
aanzienlijk bkdrag’ aan appl-icatiogel-d op deze’ leening
onmiddellijk weder ter beschikking stelden van de geld-
markt en deze hierover ‘gedurende de geheele ver.deio
week ‘de beschikking ‘hield, had -cle markt-voor de laat-
ste dagen van October een gemakkelijk verloop en
bleef de gebruikeljk pressie van zulke dagen geheel
achterwege.
0 0
De t-oon in ‘de discontoma,rkt blijft
bij
voortduring
zeer vast uit hoof’de van de -voortgezette goudonttrek-
kin-gen vooi- buitenlan’dche rekening. Prima Muk-
Recepten noteeren 4% pOt. ,,,
962
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
3 November 1926
DE NERLANDSCHE HANDELSPOLITIEK
Gaarne wil ik gevolg gevn aan het verzoek, dezer-zijds van antwoord te dienen op het onderschrift van
het in het nummer van 6 October gepubliceerclë adres
der Maastrichtsche keramische industrie, ‘waarin ‘ge-
pleit wordt voor eene tarieverhooging
01)
‘lcrmiché
artikelen en hieraan tevens eene beschouwing over de
joigste debatten in dé Vreeniging voor St. en St.
toe te voegen. –
Wat op de eerste plaats vrmeld adrs betreft, werd
in dit weekblad om opheldering gevraagd over den
passus, waarin het consumentenbelan bij’ cle besten-
‘diging van de ‘huidige negatieve handelspolitiek in
Nederland, ,,deels slechts schijnbaar gediend” wordt
verklaard.
Deze opheldering zij hier gegeven. In tegenstelling
niet ‘de betrekkelijke duurte ‘van eerste levensbehoef-ten hier te lande, welke ‘ik in ‘de Vereeni’ging’ voor St’
en St: hoorde toelichten en anderzijds ook weer hoor-
de betwisten, staat het vast, dat op keramisch gebied
de in Nederland geldende prijeu exc,eptioneel laag
zijn, di., met uitschakeling ‘der z.’g.n. valutalanden,
waarschijnlijk lager ‘dan waal’ ook. Dit’ geldt niet het
ninst ten aanzien van den b’elan’grijken import op dit
gebied. Zoo ge een Duitsch servies noodig ‘hebt, doet.
ge
goed het niet te ‘koopen, in het land van herkomst,
maar in Uwe onmiddellijke omgeving; dit bezorgt U
eene ‘bedui’derrde besparing.
Prachiié voor den consument, ‘zal imen op’merken!
Niet echter in allen deele en daarop ‘doelde de betref-‘
fende zinsnede. De stroom van Duitsche artikelen –
want daar gaat het in dit geval hoofdzakelijk om –
welke in ons land teken inderdaad
onbegrijpelijk
lage
prijzen ‘op de markt wordt gebracht, ‘bevat voor een
belangrijk deel ,,Ausschusz” van de betere ‘kwaliteiten,
die in het land van ‘herkomst of el’ders hunne bestem-
ming vinden. Nederland is voor deze ,,Ausschusz”
het
gewilde afzetgebied. Het voordeel uit zulk een toe
stand is j-eeds van twijfelachtigen aard, ook voor den
consument. Daar ‘komt echter iets anders ‘bij’. Het is
voor een niet gering deel ‘door de aanwezigheid van”
dit weinig-kostende ‘keramische goed, ‘dat. het zgn.
cadeau-stelsel zich in Nederland tot eene ongchende
hoogte ontwikkeld heeft. Nu aarzel ik niet, met vele
anderen, dit selel een misstand te noemen, schade
toebrengend aan den reëelen handel en niet het minst
aan de consumenten zelf. Aan de ‘hand van zulke gegevens zal de ‘betreffende
zinsnede in het adres minder on’verklaarbaar ‘zijn, te-
meer waar de adressanten er ‘den nadruk op leggen,
de ‘buitenlandsc-he concurrentie allerminst te willen
uitschakelen, maar slechts eenig tegenwic’ht gein oti
veerd achten ‘door ,eene matige tarief’verhooging.
Een tweede punt, ‘dat kritiek uitiokte, was ‘het be-
réep
oh
,,het ware vrijhan’delsheginsel,” dat volgens
het adres ,juist tot tegenactie noopt, op gronden van
redelijkheid niet’ minder ‘dan op gronden van ‘billijk-‘
held.”
Vooi wat, de ,billijkheid betreft, komt ‘het mij voor, dat adressanten’.al heel sterk staan. J’uist een vrij’han-
delaar immers moet naast zijne overtuiging omtrent
de voordeelen van ‘het
vrije
internationale ruilver-
keer, ‘het meeste oog hebben voor de bezwaren aan het,
tegenovergestelde systeem verbonden, ,niet slechts
voor het tariefheffende land zelf, maar ook voor ‘de
andere landen. Sterk moet
hij
aanvoelen ‘het element
i
,
ad grove ‘onbillij’khei’d, ‘dat gelegen is in een toe
stand, ‘als wij nu kennen, een ‘toestand,
waarbij’
aan
onze producten ‘de ernsti’gste belemmeringen worden
ip ‘dan weg gelegd door bijv. ‘denzelfden staat, voor’
vieh onze ‘kleine natie in absolute cijfers bijna en in
verhouding
*scijfers*lverreweé het ‘beiaîigrijkste expoit-
gebied vormt. Een toestand. waarbij ‘diezelfde staat.
zich zelfs niet ont’zien heeft, gelijksoortige producten
geheel te weren, welke ‘hij op groote schaal bij ons
invoert. ‘ –
En wat de redelijkheid betreft, om tegenmaatregelen
te bepleiten met een beroep op ‘het,vrihandelsbegnseI
zelf, – ‘dat immers het wederkeeri.ge en niet het een-
z]J’dige vrije ruilv’erkeer beoogt, – zoo wordt, begrijp
ik ‘het wel, ook in het onderschrif t van dit wbek’bla’d,
– dit beroeij niet ongegrond geacht ten aanzien van
retorsiemaatregeinn •of va’n
tijdelijke
protectie.
Maar laat ik dan verklaren, dat met dergelijke maat-
regelen de Maastric’htsc’he, adressanten reds geheel
tevreden zijn.
Zij
steunen hunne actie op het bestan
–
van
abnormale
verhoudingen,
gelijk
de eldrs opget-rok-
ken hooge tolmuren en daardoor mogelijk wordende
‘dumpingspractij’ken, vaardoo± zoowel ‘hun’buitenland-
sche als binnenlandsche afzet schade ondervindt.
Slechts moesten zij wijzen
oii
het ontoereikende
voor hun industrietak – naast de an’dere bezwaren –
van een uiteraard
zeer
tijdelijk
invoerverbod,
‘hetgeen
verband ‘houdt met de ver doorgevoerde specialisee-
ring voor ‘bepaalde mar:kten ‘bij hun fabrikaat. Een
speciaal tarief voor een termijn van 5 jaren, ‘gelijk
den jon’gsten
tijd
in enkele gevallen ‘in Engeland toe-
gepast, zou, meen ik, eene alleszins bruikbare oplos-
sing geven. –
Geene meer, dan de Maastric’htsche industrie, wel-
kar belangen te aanzien van ‘den ‘binnenlandschen af-
zet en export van oudsher ongeveer gedeeld waren,
sluit ‘zich ‘gereeder aan
bij
‘den wensch naar werkelijken
i n’ternationaien vrijen handel, gelijk in het program
van ‘de Vereeniging voor actieve han’delspol’itiek is
tot uibdrukking ‘gebracht.
De ‘beantwoording ‘der gemaakte opmerkingen om-
trent het bewuste a’dres heeft,’hiermede, vrees ik, reeds
meei,, ‘dan voldoende aandacht gevraagd! Than’s nog
een korte terugblik op d
e
gehouden ‘debatten omtrent
‘de wenschelijkhei’d
‘van
wijziging onzer han’delspöli-
tiek op 16 October jl.
Het viel op, dat van de zijde der tegenstanders de
geopperde bezwaren zich wel het allermeeste gericht
hebben tegen het stelsel der retoriie en ip zooveel
mindere mate tegen ‘het treffen van andere invoe.rbe-lemmerende maatregelen. Dit was vermoedelijk daar
door in !de ‘han’d gewerkt, ‘dat in de laatste jaren het
vraagstuk der retorsie ‘hot meeste op ‘den ‘voorgrond
was getreden. Echter hoorde men van ‘de zijde van een
‘der debaters, met name van Prof. van Embden, toc’h
ook een geluid, dat
hij
tegenover de door hem ge-
wraakte retorsie, een onrnidd elljk productivitei tsstel-
sel
‘bij
het treffen van handelspolitieke maatregelen,
veeleer redelijk achtte.
De bezwaren tegen retorsie, door meerdere ‘debaters
op duidelijke wijze aan ‘het licht gesteld,
‘zijn
inder-
‘daad niet licht te sc’hatten. Ofschoon het systeem der
retorsie een zeer sterken rechtsgrond heeft en, naar
mij voorkomt, ook overwegingen, ontleend aan eene
ration cel opgevatte vrij’handeisgedachte, op de eerste
plaats in ‘de richting van retorsie wijzen, valt het niet
te ontkennen, dat het aanwenden van retorsiemaat-
regelen. een groot element van onzekerheid bevat.
Tevens blijft retorsie eene hoogst gecompliceerde’zaak,
wanneer men het niet aandurft, er eene zekere mate
van bescherming voor binnenlandsche industrietakkn
als een made voorop’gezet doel
‘bij
te betrekken.
Dat het systeem hanteetbaar is, ‘hebben andere lan-
‘den, bewezen; ‘dat het systeem •ook zijne bezwaren en
gevaren heeft, daaroriitrent kon men
tijdens
het debat
uit de practijk interessante gegevens vernemen, voor-
al van •de zijde van ‘den heer Plate.
Mede aan ‘de hand daarvan zou ik ook ‘bij toepassing
van retorsie voor ons land, steeds
gematigdiveid
willen
bepleiten Het geopperde argument, dat men aan halve
maatregelen niets heeft, is hier allerminst ,steekhow
‘dend.
Iets
doen is beter ‘clan
niets
doen, om ‘aldus ten
onzent ‘de lasten, voortvloeiende ui’t de protectionisti-
sche vloedgolf van eldrs, gelijkmatiger te ,vèrdeelen.
Geen oogmerk derhalve, om een vreemd ‘land – juist
met
gelijke-
munt terug te willen ‘betalen, maar de
hoogte van een ,te hanteeren ‘dubbel tarief dusdanig,
dat ‘het nooit een prohibitief ‘karakter draagt, zegge,
bijv. nooit hooger dan 20 pOt.’ Dat. i’ij aldus tévéns
3 November 1926
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
963
bij het afsluiten van han,’delstractaten reeds in eene
geheel andere positie zouden verkeeren, zal wel
geen ‘betoog ‘behoeven. Intusschen blijft het even-
zeer mijne overtuiging, dat naast retorsie tevens
zooveel eenvoudiger maatregelen van onmiddellijke
,,safeguarding”, reden van bestaan hebben.
Eeno belangrijke plaats nam ook ‘ditmaal weer bij de
verdediging ‘der absolute ‘vrijhandelsieer de theorie
van de ‘handelsbalans in. Dezerzijds werd reeds •bij de
debatten
01)
‘de eenzijdige en ‘daardoor onjuiste con-
clusie gewezen, ‘die zoo vaak uit ‘het in- en uitvoerar-
‘gument getrokken wordt, als zou een verminderde in-voer steeds met eene vermindering van ‘de totale hanS
delsbeweging gepaard ‘moeten gaan.
Tegenover ‘mijn betoog omtrent de mogelijkheid en
zelfs waarschijnlijkheid van ‘de verplaatsing, in stede van vermindering ‘der totale han’delsbeweging in ge-
val ‘van in’voerbelemmering, ‘doordat voor tal van be-
drijven, die tot heden voor ‘den export werkten, ‘de
binnenla.ndsche markt als afzetgebied nog belangrijke
perspectieven biedt, w’erd door Prof. ‘van Embden op
–
gemerkt, ‘dat elke kunstmatige verkeersbelemmering
naar
hij
vreest, tekort zal ‘doen aan ‘den eisch van de
geringste voortbrengingskosten. M.a.w. Prof. ‘van
Embden vreest, ‘dat het minder economisch zou zijn,
wanneer de bedrijven, die overwegend exportbedrijven
‘zijn, meer ‘dan tot dueverre zich zouden richten, ook
naar ‘de ‘hinnenlandsche ‘behoeften, omdat de afzt
aldus wordt afgeleid van zijne natuurlijke kanalen en
met eene afnemen’de specialiseering tevens :de pro-
‘dii cti’vitei t vermin’dër’t.
Ik zou met Prof, ‘van Embden geheel accoord kun-
nen gaan,
indien
‘de elders tot stand gebrachte invoer-
belemmeringen ‘cle natuurlijke afzetverhou’dung niet
reeds thans verstoord ‘hadden. Gelijk ‘de situatie nu
is, ‘komt het mij voor, dat onze uitgebreide export ten
dccle een
geforceerd
karakter heeft en ware eene be-
langrijker ‘voorziening van het binnenland ‘door eigen
industrie veeleer ‘de normale toestand te achten, zoo-
‘dat onder ‘de gegeven omstandigheden de a,fzet alsdan
slechts in de natuurlijke kanalen zou worden terug-
geleid.
Terwijl ‘de normale, ‘d.i. meest economische ont’wik-
kelingsgang van ‘den afzet, thans wel ‘door beide par-
tijen moet worden verstoord ‘geacht, ten gevolge van de buitenian’dsche invoerbelemmeringen en hetgeen,
gelijk dumping, ‘daarmede samenhangt, zoo kan het
nieeningsverschil tusschen beide partijen slechts ‘hier-
in gelegen
zijn,
‘dat de eene partij ‘van invoerbelem-
merende maatregelen ook van de zijde van Nederland,
nog verdere verstoring vreest, terwijl de andere partij
daarin een ‘herstel van ‘het verbroken evenwicht ziet.
De zaak is verre van eenvoudig en noch langs deduc-
tieven noch langs inductieven weg in hare algemeen-
heid op te lossen. Maar ‘dat moest er toch van weer-
‘houden, langer met het in- en uit’voerargument zoo
eenzijdig om te springen, als men van de
zijde
van
de voorstanders van eene onverzwa’kte Nederlandsche
vrij’handelspolitiek, steeds weer ziet gebeuren!
Niet minder ingewikkeld staat het met de kwestie van ‘het ‘bedreigd geachte consumentenbelang, daar
ook ‘hier ten’denz en tegenten’denz elkander in tal van
gevallen in evenwicht kunnen houden, altijd zoo men
uitgaat van cciie
nuclige
tariefverhoogung, welke de
buitenlan dsche concurrentie niet uit’schakelt, maar
slechts eenige:rmate verzwakt en daarnaast aan ‘de
‘bunnenlan’dsche industrie gelegenheid tot verdere ont-
wikkeling biedt.
Het sterkste staan m.i. ‘de voorstanders eener zgn.
actieve han’delspolitiek, wanneer zij tot zekere hoogte
de mogelijke na’deelen voor bepaalde groepen erken-nen, maar ‘daartegenover stellen de gedeeltelijke op-
heffing van zeer aperte, zwaar ‘drukken’de nadeelen,
welke anders als gevolg van den thans bestaanden
toestand voor andere ‘bevolkingsgroepen met zeker-
heid besten’digd blijven.
De saamhoorigheid eener natie brengt nu eenmaal
mede, ‘dat lusten èn lasten verdëeld worden en niet
in eenig opzicht aan ééne soort belangen de volstrekte
prioriteit verleend wordt. Hier is het eene kwestie
van geven en nemen, ‘hetgeen door ‘beide partijen dient
te worden in het oog gehouden. Ook ‘vormt tegenover
de ‘deels problematische lasten, het scheppen ‘van
werkgelegenheid een ethisch doel, ‘hetsvelk niet voor
‘dat ‘der sociale wetgeving behoeft onder ‘te doen.
Lang kan men over ‘dit onderwerp doorpraten. Wil men tot practische conclusies komen, zoo sluit ik mij
geheel aan hij de uitpraak ‘van Prof. Diepenhorst,
dat het aankomt op realca. Door ‘den ‘heer Stork wordt
met zijn prettigen opgewekten kijk op menschen en
dingen, de toestan’d ten onzent kortweg goed ge-
noemd. Aan de andere zijde staan helaas ‘de klagers.
Nu ware het ‘toch ook vel verwonderlijk, wanneer de
‘gevolgen van zoo vergaande ‘kunstmatige belemmering
van den internationalen handel door de groote meer-
‘derhei’d der andere staten bijna ongemerkt aan ons
voorbijgi’ngen.
Intusschen is ‘sedert de jaarvergadering der Ver-
eeniging voor St. en St. een internationaal manifest
wereldkundig geworden ter bepleiting van een vrijer
ruiiverkeer. Voorwaar ‘het geneesmiddel hij uitstek:
internationale ontwapening zoowel op militair als
economisch terrein. Maar de te wachten resultaten?
Van vrjhandelaarszijde waarschuwde men steeds voor
het duurzame van eens opgetrokken tolmuren. Bij zoo
vèrgaande maatregelen, ‘dat het geheele economische
leven erdoor geschraagd wordt, gelijk wij thans in de
voornaamste Europeesche landen aanschouwen, ‘heb-
‘hen zij vermoedelijk geen ongelijk.
Prof. von Mises kon dan ook aan het slot van zijn
onlangs gehouden voordracht te Rotterdam, volgens
liet verslag in de ‘dagbladen, zijn hoop nog maar op eene komende generatie bouwen. En ‘dreigend staat
daarnaast do economische expansiezucht onzer Ooste-
lijke nahuren, die tevens met ‘het oog op hunne her-
stel’verplichtingen nog eene lange reeks van jaren
onder een extra ‘drang verkeeren, om naast bescher-
ming ‘der eigen markt, hun export met alle middelen
op te voeren.
Zulke teekenen moeten ook ‘den vurigsteri vrijhan-
delaar tot nadenken stemmen.
L. F. 11. RECOUT.
teerssen, 24 October 1926.
HET REKEST VAN DEN ONDERNEMERSRAAD
VOOR SURINAME,
Ieder, die zich al eens ernstig bezig heeft gehou-
den met ‘het ‘groote Surinaamsche probleem, zal met
de grootste belangstelling kennis hebben genomen van
het rekest met de daarbij behoorende nota, ‘door den
Ondernemersraad voor Suriname op 22 Juli 1926
aan den Minister van Koloniën overhandigd.
Reeds herhaalde malen ‘hebben zich ‘de Nederland-
sche Regeering en ‘het Surunaamsc’hè Gouvernement
tot de Nederlandsch-Indische ondernemers gewend
met het ‘verzoek, zich financieel ook voor Suriname te
interesseeren. Aan onderzoekingen, die dientengevolge
plaats ‘hadden, heeft het niet ontbroken. Verschillen-
de ‘omstandigheden werkten echter steeds zoo 6ngun-
stig samen, ‘dat van tastbare resultaten tot ‘dusver
zeer weinig te ‘bespeuren viel. De On’dernemersraad
voor Suriname heeft nu eens zeer grondig ‘de vraag
onder oogen gezien, welke ‘bezwaren in den weg liggen
en den hndischen ondernemers beletten, een ‘deel van hun kapitaal in Suriname te investeeren. Tevens geeft
de Ondernemersraad in zijne nota op grond van een
ernstige, ‘diepgaande studie aan de Nederlan’dsche Re-
geering te kennen, wat ‘door deze gedaan moet worden,
teneinde Suriname als arbeiidsveld voor ‘de Indische
ondernemers aanlokkelijker te maken.
De Nederlandsc’he Regee.ring moet zich nu verkla-
ren, of zij principieel genegen is, den ‘door den’ On-‘
dernemersraa’d in groote lijnen voorgeteekenden weg
te”volgen. Het is duidelijk, dat er voor de toekomst
van Suriname ‘buitengewoon veel van afhangt, welk
stan’dpunt zij inneemt. Wordt aan de wen’schen vn
964
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
3 November 1926
den On-dernemersraacl voldaan, dan kan’ een nieuw
tijdperk voor de kolonie, die ,,reeds zoo lang – finan-
cieel en economisch – in verval verkeert”, aanbreken.
De nota ‘van ‘den On’dernemer-sraad is een buitenge-
woon mooi stuk werk, dat als een der meest -belang-
rijke, wellicht het belangrijkste stuk beschouwd mag
worden, dat in de laatste jaren in ‘het belang van
Suriname is geschreven. De verschillende vraagstuk-
ken zijn niet alleen theoretisch, maar ook practisch,
niet alleen ‘van het standpunt van Nederland en Ne-
derlandsch-Indië, maar ook van .dat •van Surina
uit bezien, en van alle kanten bekeken. Er is een
grondslag geschapen, die als een nieuw uitgangspunt
kan dienen voor maatregelen, die voor de ontwikie-
ling van Suriname noodig zijn.
In de nota wordt er op gewezen, wat er toe heeft
bijgedragen, het -kapitaal af te schrikken om in Suri-
name belegging te zoeken. Gewezen wordt daarbij’ op
de talloo’ze mislukkingen, die de geschiedenis van
Suriname getoond heeft en op ‘de wetgeving in de ko-
lonie. Er iroi’dt echter ook op gewezen, ‘dat de grootere
directe voordeelen, welke elders zijn te behalen, en
vooral -de enorme economische ontwikkeling van Oost-
Indië, alle ener-gie en kapitaal uit Nederland -dusdanig
•derwaarts hebben getrokken, dat Suriname nog meer
op den achtergrond kwam te ‘staan. De oorzaken van
cle geringe ‘belangstelling voor de kolonie liggen dus
niet a1len aan ‘mi-slukkingen en teleurstellingen in
Suriname zelf, maar-ook aan het feit, dat het in Oost-
Indië zoo goed is gegaan. :Dat het bij het opsporen der oorzaken, ‘die- tot den
tegenwoordigen toestand hebben -geleid, niet zonder
kritiék gaat, is begrijpelijk en is wel niet anders mo-
gelijk, -ook al wordt -de kritiek alleen uitgeoefend met
het doel, den juisten weg naar eene betere toekomst
te vinden en de ‘herhaling ‘van eenmaal begane fouten
te voorkomen. En ‘hoeveel aanleiding tot dergelijke
kritiek geeft niet de Surinaamsche -geschiedenis van
de opheffing der slavernij af! Enkele grepen uit de
nota ‘mogen. dit na-der aan toonen. Men -he-eft -zich in.’
dertijcl in Nederland onvoldoende reken-schap gegeven
van de ontzagijke economische gevolgen van de op-
heffing der slavernij voor de kolonie; evenmin heeft
men voldoen-de maatregelen genomen, -deze gevolgen
te neutraliseeren; men heeft niet begrepen, dat het
ccii levensbelang voor de-kolonie was, dat onmiddellijk
van overheidswege de krachtigste maatregelen -geno-
men werden to-t aanvoer van v-oi-doen’da arbeidskrach- –
ten ‘van elders; men heeft ‘kostbare jaren verspild met
-de inimigratie over te laten aan het initiatief der par-
ticuliere ondernemingen, en toen eindelijk -de regne-ring ‘de immi-gr-ate geheel in eigen hand nam, -ver-
zuim’de men tijdig de noodi-ge maatregelen te nemen
vor ‘de geneeskun’dige behandeling en verpleging -der
immigrantenbevo-iking, met ‘het gevolg, da-t ‘de im-mi-
gratie uit Britsch-Indiö naar Suriname -door Engeland
weder eeuige jaren werd stop-gezet. Door
–
-deze politiek
heeft Nederland -den moeilijken toestand voor den
grooten landbouw vererger-d en.de kolonie t.a.v. hare bevolking onnoodig verre ten achter gebracht hij haar
Britschen nabuur.
Maar ook toen de werving en de aanvoer van con-
tractarbeide.rs in handen van het Gouvernement ge-
komen was, heeft men nog niet het juiste besef gehad
van het alles overheerschen’de algemeene lan-dsblap-g,
dat ‘voor een zoo ‘dun bevolkt 1-and als Surinamo
– •in -çle
bevordering van immigratie en koloni-satie gelegen
is. Men heeft in Nederland nimmer recht ‘be-
grepen, wel-le groote algemeene belangen hier -op -het
spel stonden. Men ‘hield aan het denkbeeld vast; dat
n
de immigratie i het belang der plantages als -doel,
maar de mogelijke kolonisatie. slechts als een bij-kom-
stig voordeel ‘daarvan aangezien moet worden. Da.t
iblijkt uit de wij-ze der kostenverdeeling van den
aanvoer van immigrah’ten. Principieel is men daar-
hij noôit te werk gegaan. Het overhei-dsaan-d-ee,l
in -de kosten
1f
-der immigratie werd slechts be-
schouwd als een steun aan de plantages in de kosten
van ‘defl noodigen aanvoer van arbeidskrachten. Prac- –
tisch is het -ook tot in den nieuwsten tijd niet veel
anders- geworden dan een mj-ddel voor het Gouver-
neinent om op de -goedkoopst -mogelijke wijze -aan
ko-lonisten te ‘kom-en.
Kritiek wordt ook uitgeoefend op -de economische
leiding van de immigranten na afloop van hun con-
tracttijd. De vestigingsplaatsen waren soms -zeer zon-
derling gekozen of zelfs voor land-bouw min of meer
ongeschikt, waardoor ‘de -ko-lonisteri zelve het zelden
-tot. een-ige welvaart kon-den brengen, welke toch
indirect aan -het geheele land ten goede komt.
Gewezen wordt op -de absolute noodzakelijkheid, den
-kleinen landbouw onafhankelijk te ma-ken van ‘de spoe-
dig overvoer-de ‘binnenlandsche -markt. Wel acht cle
Raa’d zich niet -bevoeg-d, nader in te gaan op de vraag,
welke cultu:res daarvoor in aanmerking kinnen ko-
men, hij
–
wijst er echter •met -den grootsten nadruk op,
dat -de -oplossing van deze vraag
4
ioor het geheele
kolonisatievraagstuk van het allergrootste belang is
en adviseert ‘daarom, in Suriname een lan-dbouwdes-
kutidige aan te stellen uitsluitend om dit vraagstuk
te bestudeeren en zon mogelijk tot oplossing -te
brengen. – – – –
De aandacht wordt ook -gevestigd op -de gevolgen
van hot theoretische, op I-Iollan-dsche leest geschoeide
schoolon-derwijs en op -de urgentie van eene grondige
herziening van het .onderwij-ssystee-m, weilce -de Raad
absoluut nood-zakelijk acht, om te voorkomen, -dat het
2cle of Bde geslacht -dek immigrantenbevolkin-g door
-het onderwijs aan -het landbouwbedrijf onttrokken zal
worden. Vooral t.a.v. de met groote kosten van Java
aangevoerde im-migrantenbevolking lijkt ‘het -den Raad
een enorm groot economisch belang, -dat ten spoedig-
sf,e gebroken wor-cle met een systeem, dat -de kinderen
dier -hevolicing volstopt -met Hollandsche schoolwijs-
hei-d, instede van zich to -bepalen tot lezen, schrijven
en rekenen en verder -den tijd nuttiger te besteden
met de eerste beginelen -der -hygiëne en -met een
eenvoudig .lan’dbo uwonderwijs. Gewaarschuwd wordt
voor cciie algeheele samensmelting der Surinamsche
-bevolking -door gelijkheid van alle -bevolkingsgroepen
t.a.v. -onderwijs en wetgeving. Men zou veel’ verder
komen ‘door de Javaansche immigranten eerst op dc
voor hën meest practische w’ijre tot- ontwikkeling en
welvaart te ‘brengen.
Wanneer in vroegere tij-den maatregelen ter ver-
heffing -der -kolonie beriamd werden, ging het in de
eerste plaats om pogingen, -den grooten landbouw op’
de een of andere wij-ze te -helpen. De economische
welvaart der kolonie werd vrijwel geheel geïdeutifi.’
ceerd -iet die der plantage&n’dernemingën. Er zijn
tijden in de ‘gesc-hiedenis der kolonie geweest, dat
deze zienswijze’jui-st was. Deze tijden -zijn echter voor-
bij
–
. De kleie landbouw -heeft in -de laatste kwarte’euw’
een -du-sdanige vludht -genomen,’ ‘dat
hij
-den groten
land-bouw nu evenaart. Dat zou – nog duidelijker
–
te
bespeuren zijn, indien niet een ‘groot gedeelte der ge-
-wel-dige arbeid-spretatie van den Ideinen landbôuw
ir-i relatief onviuchtbare banen was gegaan, omdat
zijne productie bij-na uitsluitend ‘voor de -dadelijk bver-
voerde -hinnenlandsche markt in aanmerking kwam.
De Raad
–
heeft niet uitsluitend het -doel voor oogen,
de bestaansvoorwaarden voor de bestaande en vobr
nieuw -op te richten plantageonderneniingn -dusdanig
te verbeteren, dat clie ondernemingen goed ren-deeten-
de, winstgevende -bedrijven worden. Er wordt, veeleer
als vast-staand feit aaï’igenomen, -dat in de eerste plaats
vermeerdering van ‘bevol-kingnoodig is, om Suriname
uit zijn tegenwoordig verval op te heffen; en van een
armlastige, voor een groot deel op -de moederlan-dsche
schatkist toren-de kolonie, eene zelfstandige -samen-
leving te ma-ken. Voor het ‘bereiken van- eee snelle
en belangrijke vermeerdering van bevolking is echter
noodzakelijk ‘vermeerdering van het in Suriname –
en in -de eerste plaats in -den Surinaamschen grooten landbouw –. belegd kapitaal.
Het een is onafsoheid,elj-k van ‘het ander. Ver-meer-
3
November 1926
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
965
dering ‘van eene economisch welvarende bevolking is
alleen te bereiken, wanneer op groote schaal immi-
granten door •den grooten landbouw worden inge.
voerd, en dat is wederom alleen mogelijk, wanneer
de grooto landbouw in de kolonie winstgevend kan
worden uitgeoefend. Ziet men eens van de naaste
toekomst af en vestigt het oog op tijden, in welke
de ongehinderde invoer van Javaansche immigranten op groote schaal wellicht niet meer zoo gewaarborgd
zal zijn als dat op liet oogenbl.ik het geval is, clan komt
men tot het inzicht, dat er tijden kunnen komen, in
welke een groote landbouw in de kolonie alleen kan
bestaan, wanneer hij uit de in •de kolonie aanwezige
bevolking arbeidskrachten kan krijgen. De groote
landbouw heeft daarom vermeerdering van bevolking
dringend noodig, terwijl vermeerdering van bevolking
niet mogelijk is zonder medewerking van een opbloei-
en’dQn groeten landbouw. En beide moeten samen-
werken tot het bereiken van het groote doel, de be-
vordering van de algemeene welvaart in de kolonie.
Deze overwegingen hebben den Raad ertoe geleid,
met klem op eene spoedige en princiieele beslissi:ng
van Regeering en Volksvertegenwoordiging aan te
dringen, om de ,,kraohtige ‘bevordering van immigra-
tie en kolonisatie geheel op Staatskosten” te verkla-
ren tot een zaak van algemeen belang – van Suriname
‘zelf, maar niet minder van het moederland, en in-
direct ook van Java.
In do voorstellen door den Raad gedaan, worden vol-
strekt niet alleen verlichtingen van financieelen en
anderen aard voor den grooten landbouw gevraagd,
maar er worden wel degelijk tegenprestaties geëischt.
Een dezer tegenprestatios is het voorstel, dat het
Gouvernement het recht zal krijgen, om contractan-
ten reeds na 3 jaren arbeidstijd op een plantage als
zelfstandige kolonisten, al is het nog onder toezicht
van het Gouvernement, te doen vestigen. Houdt men
in het oog, dat do nieuwgekomen contractanten na
hun komst in do kolonie eerst een acclimatisatie-
proces hebben door te ma.ken vaak eerst, na geruimen
tijd een goede voeding en verzorging te hebben ge-
noten, hun volle arheidscapaciteit
verkrijgen,
de over-
groote meerderheid der aangevoerden niets van den
landbouw verstaat en dozen eerst op cle plantage moet
lcçren, dan blijkt uit den gesteiden eisch duidelijk,
dat de plantages in zulke gevallen feitelijk als door-
gangshuis en opvoedingsinstituut fungeeren. Men
zal dan de juiste waarde beseffen van het offer, •dat
de groote landbouw brengt, doordat hij wellicht arbei-
ders juist op een
tijdstip
weder moet afgeven, waar-
op de arbeider voor de onderneming van waarde be-
gint te worden.
De Raad heeft ‘zich
bij
zijn ‘breed opgezet onderzoek
niet blind gestaard op eene bepaalde belangengroep,
al mocht deze nog zoo belangrijk voor de kolonie ge-
acht worden. Telkens en telkens bljict uit de nota,
dat de ‘belangen van alle betrokken groepen in het
oog ‘zijn gehouden.
Van welke enorme beteekenis •de zaak voor de ge-
heele kolonie
Suriname is,
ligt voor de hand, en ‘be-
hoeft geen nader betoog. Voor het landbouwende ge-
deelte der bevolking spreekt het vanzelf, ‘dat elke
maatregel ter bevordering van kolonisatie en land-
bouw haar ten goede moet komen. Maar ook voor het niet landbouwende gedeelte der bevolking zal het een
middel zijn, economisch vooruit te komen, wanneer door kolonisatie en vermeerdering der bevolking en
dooi winstgevende plantagebedrijven meer vertier in
de kolonie komt,. Handel en ambacht zullen er ‘zonder
twijfel van pr.ofiteeren.
Het belang van Suriname is tevens een algemeen
belang van
den
Nederlandsciten Staat.
Hier wordt
de weg gewezen, waarlangs het moederlan.d kans heeft,
het drukkend subsidiecijfer eens te zien verminderen
en ten slotte verdwijnen, zooals ‘dit reeds lang bij den
Britschen nabuur van Suriname het geval is.
De Raad wijst ei’ verder op, dat volgens zijne mee-
ning een veel grootere emigratie van Javanen naar
Suriname tevens in hooge mate in het belang van
Java
zou zijn, dat op deze iirjze een ruimer dô-
bouché zou
krijgen
voor zijne steeds toenemende over
–
bevolking. Ook
voor de immigranten zelf,
die in
den regel op Java behoorden tot de economisch
slechtst gesitueerden, en die nu ‘de kans krijgen,
in Suriname na een zkere laudbouwkundige op-
voeding in don grooten landbouw, het te bren-
gen tot min of meer welvarende kleine landbou-
wers, welk resultaat zij op Java zelden of nooit zou-
den hebben bereikt. Moer dan 80 pOt. der aangevoerde
Javaansche immigranten hebben zich
blijvend
in Su-
riname gevestigd. Dit is een sprekend
bewijs,
dat Su-
riname den Javaanschen immigranten inderdaad gun-
stige kansen biedt.
Dat de voorgestelde maatregelen in het belang der
bestaande en der toekomstige
ondernemingen in Su-
riname
‘zijn, spreekt van zelf. Dat moet tevens doel en•
middel zijn. Niet, alleen ‘moet worden bereikt,
dat de ondernemingen onder gunstiger voorwaarden
kunnen werken en alles uit den weg wordt geruimd,
wat hare ontwikkeling belemmert, er moet ook voor
worden gezorgd, dat zij in de verdere toekomst arbeids-
krachten ter beschikking kunnen krijgen.
Op meer dan eene plaats wordt in de nota met
klem gewezen op de groote urgentie der zaak en op
cle noodzalcelijicheid, met den meesten spoed doortas-
tende maatregelen te nemen. Op het oogenblik is de
constellatie voor de uitvôering der plannen zoo gun-
stig als zij sedert lang niet is geweest en wellicht
nooit meer zal worden. Nu Icunnen nog Javanen in
grooten getale naar Suriname overgebracht worden.
Niemand weet, hoe lang dat nog het geval zal zijn. Herhaaldeljic wordt in de nota met nadruk gezegd,
dat er nu nog gelegenheid is om Suriname door
onverwijid krachtig
ingrijpen
er zoo mogelijk voor
goed bovenop te helpen. Wordt van deze gelegenheid
echter geen gebruik gemaakt, clan zal wellicht voor
larïgeu tijd de laatste kans onbenut voorbij gaan en
Suriname blijft dan in den lcwijnenden toestand,
waarin het nu reeds zoo lang verkeert.
Hoopvol stemmen de nieuwe klankei, die de Raad
in de nota doet hoeren en die in lang niet vernomen
werden, wanneer van Suriname sprake was. Sedert
langen tijd werd als axio.rna beschouwd, dat elice maat-
regel, welke een tijdelijke opoffering voor het moe-
rlerlând zou medebrengen, hij voorbaat uitgesloten
moest worden geacht. In de nota zegt cle Raad rond-
uit, dat tijdelijke opoffering niet alleen wenscheljk,
maar zelfs ‘dringend geboden is, wil men een einde
maken aan den tegenwoordigen toestand, die zoowel
moreel als financieel voor moedorland en kolonie
beide in hooge mate schadelijk is.
Uitvoerig bespreekt de Raad verder in de nota de
verschillende maatregelen, die volgens Zijne meening
genomen moeten worden ter bevordering van immi-
gratie en kolönisatie, verlichting der op ‘de plantages
clruklcende financieele lasten, waarbij immigratielas-ten, geneeskundige belasting, inkomstenbelasting, in-
voerrechten, enz. uitvoerig ‘behandeld worden, wat
verder op het gebied van arbeidswetgeving en arbeids-
inspectie veranderd dient te worden en ten slotte,
welke geldelijke gevolgen de voorstellen vermoedelijk
zullen hebben.
Het zou buiten het bestek van dit artilcel voeren,
diep op deze
bijzonderheden
in te gaan. Wie in de aan-
hangige vraagstukken belang stelt ôf direct ôf indi-
rect geïnteresseerd is, dien kan een zorgvuldige studie
der nota niet dringend genoeg worden aanbeiolen.
Het spreelct van zelf, dat men het niet tot in alle
finesses met het in de nota gezegde behoeft eens te
zijn, dat tal van onderdeelen nog nader onder oogen
moeten worden gezien en dat ook de mannen van de practijk over de uitvoerbaarheid van sommige voor-
gestelde maatregelen nader gehoord moeten worden. Als geheel beschouwd, heeft de nota in. Suriname de
grootste belangstelling en waardeering gevonden en
met groot verlangen en verwachting ziet men het ant-
966
ECONOMISCH-.STAT’ISTISCHE BERICHTEN
3 November 1926
woord tegemoet, dat de Nederlandsche Regeerin.g in
woorden en in daden op de zoo zorgvuldige studie
en met zulke kennis van zaken gedane voorstellen
van den Ondernemersraad zal geven. Men ziet in be-
langhebbende kringen dit antwoord met des te meer
verwachting tegemoet, aangezien men er ook in Su-
riname diep van doordrongen is, dat.
nu
de kansen
voor uitvoering der voor Suriname noodige maatre-
gelen gunstig zijn, doch dat de gelegenheid voorbij
zal zijn, wanneer men •deze kans thans onbenut laat.
S.
BEeK.
DE PRIVAATRECHTELIJKE REGELING DER:
COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST.
Rechts1cara1ter der C.A.O.
Zoolang de collectieve arbeidsovereenkomst (0. A.O.)
bestaat, heeft de rechtsgeleerde wereld zich overal
bezig gehouden met de vraag naar het reohts’karakter
van deze figuur. Ook in Nederland is dit onderwerp
door vooraanstaande juristen uitvoerig ‘behandeld.
De reden daarvan is, dat de C.A.O. ons stelt voor
allerlei afwijkingen van de gewone leer der verbinte-
nissen, zooals die onder R.omeinschrechterlijken in-.
vloed ook in ons Burgerlijk Wetboek is neergelegd.
Hier wordt immers een overeenkomst aangegaan tis-
schen twee partijen ni. de vereenigingen van patroonig
en arbeiders, die ton doel heeft niet alleen die ver-eenigingen zelve, maar ook derden, ni. haar leden,
aan zekere banden te leggen.
Velen hebben het rechtskarakter der O.A.O. aldus
geconstrueerd, dat niet cle leden, maar alleen de
ver-
eeniging partij is: Deze opvatting, de zg.
Verba’n.ds-
theorie,
heeft als voordeel, dat men de vereeniging
a]s drager der C.A.O. beschouwt, waardoor meerdere
zekerheid wordt geschapen dat de C.A.O. wordt door-
gevoerd. Bovendien kan men op die wijze een verkla-
ring geven van do verplichtingen, welke niet aan
de leden, maar aan ‘de vereenigingen zelve wor-
den opgelegd. Men denke buy, aan de verplich-
ting der vereeniging tot het storten van een ctutie.
Ten slotte heeft de Verban’dstheorie dit voor, dat bij
elke op’zegging of verandering der C.A.O. niet alle
leden individueel hun toestemming behoeven te ge-
ven. Want niet do leden, maar de vereeniging is de
partij.
Toch stelt ‘deze theorie ons ook voor ernstige ‘be-
zwaren. Als do vereeniging partij is, zijn ‘de individu-
eele werkgever en werknener vrij een van de C.A.O.
afwijkende overeenkomst, te treffen. Wel handelen zij
dan ieder in strijd met de bepalingen van hun éigen
vereoniging, maar hun onderlinge in.dividueele band
wordt daardoor niet geraakt. Deze blijft rechtsgeldig.
Een tweede bèzwai.r is, dat de vereeni’ging ‘bij de Ver-
ban’dstheorie geen actie heeft voor de schade, welke niet zij zelve maar ‘haar 1edn lijden. Want die leden
zijn voor de Verbandstheörie derden. En toch is het in de practijk noodzakelijk, dat. de vereeniging een
‘dergelijke actie bezit.
Deze bezwaren hebben anderen ertoe geleid om niet
do vereeniging, maar de
leden
als partij ‘te beschou-
wen. Daarmede was de
Vertretungstheorie
geboren.
Maar ook die gaf geen afdoen’de constructie. De mdi-
vidueele werkgever en werknemer zijn ‘dan wel aan
de C.A.O. gebonden, ‘maar slechts zoo]ang als zij dit
zelf verkiezen. Komen zij andere arbeidsvoorwaarden
overeen, dan ‘herroepen zij dooihun latere overeen-
‘komst het vroeger bepaalde. Ook om een andere reden
is ‘de doorvoering .der C.A.O. ‘bij ‘deze theorie niet ver-
zekerd. De leden, niet ‘de vereeriiging, moeten even-
tueele acties instellen. Maar zal de in’dividueele ar-
beider gemakkelijk een vordering beginnen zonder
den steun van zijn vakvereeniging? Men ‘kan hier
veilig ontkennend op antwoorden.
Ons Burgerlijk Wetboek wijdt aan ‘de C.A.O. slechts
ôén artikel, ni. 1637 n., dat bij de totstandkoming
van de wet op het arbeidscontract werd ingelascht.
Wanneer men de daarover gehouden ‘discus’sie naleest,
dan krijgt men den in’dru’k dat de werkgever zich
door de Verbandstheorie liet leiden. Het aan deze
theorie verbonden bezwaar, dat een van de C.A.O. af-
wijkende individueele overeenkomst dan geldig is,
omdat patroon en arbeider tegenover de vereeniging
staan als ‘derden, is
‘destijds
ondei-vangen, door’dat de
wetgever in art. 1637 xi. uitdrukkelijk ‘h.eeft ‘vastge-
legd, ‘dat ‘die afwijkende bedingen nietig kunnen wor-
den verklaard.
In het andere bezwaar .der Verban’dstheorie, dat wij
bôven noemden; nl. dat ‘de vereeniging geen actie
heeft voor ‘de ‘schade, ‘die haar leden lijden, werd bij
‘cle totstandkoming van art. 1637 n niet voorzien.
Sommige schrijvers staan op ‘het standpunt, dat de
vereeniging die actie ook zonder wetsbepaling reeds
heeft. Aldus bijv. Star Busman, in verband met zijn
opvatting over de verhouding tussohen de ‘vereeni-
ging en haar leden, die sterk van de Verban’dst,heo-
rie afwijkt.’) Staat men evenwel, zooals blijkbaar onze
wetgever, op ‘het standpunt ‘der Verban’dstheo’rie, dan
moet men in ‘de wet uitdrukkelijk
bepalen,
dat de ver-
eeniging voor dë scha’de van haar leden ‘kan optreden.
Het ontwerp CAO., ‘dezer dagen door de ministers
Donner en Slotemaker de Bruine ingediend, heeft
‘dit in Art. 15 gedaan. Daarmede i’s naar onze mee-
ning in een ‘belangrijke leemte voorzien.
Nietigheid of vernietigbaarheid?
Het ontwerp ‘brengt ons ook op andere punten ver-
betering.
Op het oogen’blik is de individueele overeenkomst,
in strijd met de C.A.O. gesloten, krachtens Art. 1637n niet
nietig
maar
vernietigbaar.
Dat wil zeggen, dat
eeii uitdu’kke1j1ce rechterlijke uitspraak noodig is
om een afwijkend beding van de baan te krijgen. Het,
initiatief ‘daartoe moet worden genomen door de vak-
vereeniging.
Het ontwerp geeft ‘in Art. 12 terecht een krach-
tiger sanctie, ni. ‘die ‘der nietigheid. De overtollige
arbeid ,eerst de nietigverlclaring teve,ikrjgen, is daar-
door ‘vermeden, terwijl do arbeider ‘niet ‘behoeft te
wachten op het initiaf,ief van zijn ‘vakvereeniging,
maar zijn eigen recht kan zoeken. Daarmede ‘blijft het ontwerp ‘geheel in ‘de lijn van
hetgeen buitenlan’dsche wetten op dit punt voorschrij-
ven. En de Duitsche verordening van 23 December
1918 èn de Oostenrijksc’he wet van 18 December 1919
èn Art. 323 van het Zwit’sersche B. W. èn ‘de Fran-
sche wet van 25 Maart 1919 ‘staan alle op het stand-
punt ‘der ‘nietigheid.
Intussohen noemt d
e
Memorie van Toelichting met
geen enkel woord de bezwaren tegen de nietigheid,
hoewel ‘deze in 1907 in de Tweede Kamer breed wer-
den uitgemeten. Welke zijn die bezwaren?
Wij
noe-
men er drie.
Bij’
de vernie’tigbaarheid – aldus redeneerde men
– berust het initiatief tot het verkrijgen ‘van een
rechterlijke uitspraok
bij
de vak’vereeniging. De arbei-
der nu zal ‘minder kans op ontslag hebben, indien de
pogingen tot het verkrijgen van de arbeidsvoorwaar-
den der C.A.O. niet van ‘hem, maar van ‘de vakver-
eeniging uitgaan.
Van veel beteekenis lijkt ons dit argument niet.
Do patroon ontslaat omdat hij meer loon moet beta-
len. Het zal ‘hem geheel onverschillig
zijn
of ‘de ver-
clering daartoe ‘wordt ingesteld door de vak’vereeni-
ging dan wel door den arbeider. Wel’kan men zeggen,
‘dat de in’dividueele arbeider in het algemeen min-
der gauw dan ‘de va’kvereeniging een proces tegen.
zijn patroon zal beginnen. Maar men kan ook bij «de
nietigheid aan ‘de’ va’kvereeni’ging een actie geven.
Art. 12 al. 2 van het ontwerp heeft ‘dit zelfs uitdruk-
kelijk ‘gedaan.
Een tweede argument voor ‘de vernietigbaarheid
werd in ‘de Kamer
on
tl
een
d aan het bekende praead-
vies over de C.A.O. van Mr. Nelissen, in 1905 voor de
1)
Laui,I-Star Busman, Verklaring van ‘het Burgerlijk
Wetboek,
5e deel, 2e
stuk,
pag.
236-237.
3 November 1926
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
967
Nederlan’dsche Juristenvereeniging uitgebracht. De
heer Nelissen acht de •vernietigbaarheid ,,soepeler”.
In tijden van slap te – aldus de geachte schrijver –
kan het beter zijn, dat een zeker aantal arbeiders %
van het loon der C.A.O. heeft dan in het geheel geen
loon (pag. 277). Intussc’hen beteekent dit dat het hek
van den dam is. Wanneer eenmaal een C.A.O. is tot
stand gekomen, dan kan de vakvereeniging onmoge-
lijk toestaan, dat •de werkloozen op een lager loon
gaan arbeiden om een patroon te vinden. Dan is de
O.A.O. practisch vervallen.. Op grond van dit argu-
ment kan de ‘vernietigbaarheid dus niet worden ver-
dedigd.
3. Van meer beteekenis is een derde ‘bezwaar. Bij
de nietigheid kan de arbeider steeds zonder meer het
geheele bedrag, dat te weinig is betaald, als achter-
stallig loon opvorderen. Gesteld nu een arbeider biedt
zich aan voor een loon beneden de C.A.O. De patroon
neemt hem op die basis in dienst, misschien wel na
een ander, die zich aan zijn C.A.O. hield, te hebben
ontslagen. Krijgt de arbeider, die beneden het loon
der C.A.O. werkte, nu bijv. na
een jaar ontslag, dan
kan hij het geheele achterstallige bedrag, waarop de
O.A.O. hem recht geeft, opvorderen. Men zag hierin
een beroep op ,,eigen onfatsoen”.
Inderdaad is dit argument niet geheel onjuist.
Intusschen moet men niet vergeten, dat
de patroon
wist,
dat hij de O.A.O. overtrad, zoodat er niet zoo-
veel aanleiding is om met hem consideratie te gebrui-
ken. Maar dat een
arbeider, ‘
die een collega van zijn
plaats stoot, op die wijze nog een douceurtje krijgt,
is toch wel een bedenkelijk resultaat.
Dr. Hueck geeft in zijn ,,Das Recht des Tarifsver-
trages” (pag. 111) in overweging om in dergelijke
gevallen niet den arbeider, maar een of an’der liefda-
dig fonds van de vakvereeniging te bevoordeelen. In
de O.A.O. in de typografie ‘heeft men getracht de
scherpe ‘kanten van deze moeilijkheid af te slijpen
door ‘de terugwerkende kracht ‘der vordering aan een
termijn van drie maanden te ‘binden. Deze bepaling
heeft in het algemeen wel voldaan.
Het komt ons voor, dat het ontwerp deze gewich-
t’ige aangelegenhei’d ten onrechte stilzwijgend voor-
bijgaat.
Tegenover v.itgetrede.n leden.
Een zeer belangrijke materie wordt geregeld in
Art. 0.
Dikwijls worden C.A.O.’s voor den tijd van eenige
jaren gesloten. Gesteld
bijv.
dat ‘de C.A.O. in het
brouwersbedrijf nog tot 1 Januari 1928 geldt, maar
dat 1 Januari 1921 een bronwerspatroo uit zijn or-gani’satie treedt. Is ‘die patroon dan gedurende het
jaar 1027 nog aan de C.A.O. gebonden? Art. 11 be-
antwoordt die vraag bevestigen’d ten einde den prik-
kel om voor de vereeniging te bedanken en zich aldus
aan de C.A.O. te onttrekken, ‘zooveel mogelijk weg
te nemen.
Op zichzelf gevoelen wij met het ontwerp wel voor
‘de billjkheid van deze bepaling. Ons bezwaar is
alleen ‘dat zij in een
privaatrechtelijke
regeling der O.A.O. voorkomt. De Memorie van Toelichting zegt
het zelf zoo ‘duidelijk: ,,Het lidmaatschap der ver-
eeniging brengt mede gebondenheid aan de O.A.O.”.
Wanneer het lidmaatschap wegvalt, ‘dan is dus ook de
verplichting tot het naleven der C.A.O. verdwenen.
Maar tot deze juiste conclusie komt het ontwerp niet.
Wij gelooven, dat het meerdere practische bezwa-
ren moet opleveren een oncierdeeltje van ‘de publiek-
rechtelijke gedachte hier incidenteel vast te leggen.
Het uitgetreden lid ‘heeft geèn ‘enkelen ‘band meer
met de vereeniging, ‘die hij heeft verlaten. Hoe kan
de vereeniging eventueele overtredingen dan behoor-
lijk achterhalen? En wat ‘moet er gebeuren, indien
het uitgetreden lid zich aansluit bij een an’dere ver-
eeniging, ‘die
ook
een C.A.O. heeft en ‘dat nog wel
een ‘die strijdt met de C.A.O. waaraan het uitge’treden
lid alsnog door Art. 11 is gebonden? Welke van ‘de
twee C.A.O.’s ‘gaat dan voor? Wij vragen maar ten
lejze ‘dat een nadere regeling hier niet overbodig is.
Leden tegenover niet leden.
Ook Art. 14 van het ontwerp schijnt ons niet ge-
heel in overeenstemming met het feit, dat het ont-
werp zich als zuiver privaatrechtelijk aandient.
Het geval zal zich telkens voordoen, ‘dat een werk-
gever, die aan de C.A.O. is gebonden, een niet gebon-
den arbeider in dienst neemt of omgekeerd, dat een
aan een C.A.O. gebonden arbeider in dienst treedt
bij een werkgever, ‘die ‘vrij staat. Wat moet dan als
recht gelden?
De zaak privaatrechtelijk beschouwende is men
geneigd te zeggen, dat e’en werkgever en een arbei-
der alleen tot naleving der O.A.O. verplicht zijn,
wanneer zij
beiden
onder de overeenkomst vallen. De
vereenigingen van patroons en arbeiders en ‘hunne
leden, hebben zich tegenover
elkaar
en niet tegenover
derden
aan bepaalde arbeidsvoorwaarden vastgelegd.
Het ontwerp denkt er anders over. In navolging
van een autoriteit als Hugo Sinzheimer (Em Ar-
beitstarifgesetz 1916, pag. 102-103) bepaalt Art. 14 uitdrukkelijk, dat de patroon, ‘die aan een C.A.O. is
gebonden, die O.A.O. ook tegenover ongeorganiseerde
arbeiders moet toepassen. De bedoeling is kennelijk
om te voorkomen, ‘dat de georganiseerde patroon een
prikkel zou ‘hebben om speciaal ongeorganiseerd per-
sc’neel in dienst te nemen.
Al valt •de ratio van deze bepaling niet te ontken-nen, zoo is het toch eigenaardig, dat Art. 14 den ge-
organiseerden
arbeider vrijlaat
rich tegen een lager
loon aan te bieden. Want op die wijze werken de
georganiseerde arbeiders er toe mede om de patroons,
met wie zij nota’ bene in contractueel verband staan,
kapot te maken door bij ongeorganiseerde concurren-
ten tegen een lager loon te gaan werken!
De M. v. T. voert ter verdediging aan, dat de geor-
ganiseerde arbeider anders zoo moeilijk werk kan vin-
den. Maar wanneer ‘de georganiseerde arbeiders zich
uitsluitend voor het contratueele loon bij niet ge-
bonden patroons aanbieden, ‘dan zullen dezen dikwijls
genoodzaakt zijn de arbeidsvoorwaarden der C.A.O.
te betalen. In ieder geval is het argument niet van voldoende kracht om tegenover e georganiseerde
werkgevers een zoo onbilljk standpunt in te nemen.
Wil men inderdaad artikel 14 ook in een privaat-
rechtelijke regeling handhaven, dan zal het voor pa-
troons èn arbeiders, die aan de C.A.O. zijn gebonden, moeten gelden. Voor de vrees van Mr. Nelissen (pag.
289-290), ‘dat aldus een bescheiden tim’mermannetje,
met een paar knechts werkende, een C.A.O. met een
vakvereeniging zal aangaan, waardoor hij al
zijn
groo-teren collega’s ‘de wet kan voorschrijven, is toch waar-
lijk geen reden. De vakvereeniging wordt geleid door
practici, die geen O.A.O. zullen aangaan, die bij
alle
collega’s van het bescheiden timmermannetje juist
den prikkel schept de vakvereenigingsleden uit te
sluiten! Wil een vakvereeniging haar leden verbie-
den zich beneden een bepaald loon te verhuren, dan
kan zij dit heel wat eenvoudiger bereiken ‘door een
bindend vereenigings’besluit te nemen. Daarvoor heeft
zij geen C.A.O. met een klein baasje noodig.
Wat niet wordt genoemd.
In het bovenstaande konden wij slechts enkele der belangrijkste bepalingen van het ontwerp aanroeren.
Daarnaast bewaart het ontwerp een stilzwijgen over
enkele andere punten, die eveneens van groote betee-
kenis zijn. –
De C.A.O. wordt gesloten om den bedrijfsvrede te
bevorderen. Wat nu, in’dien in ‘de C.A.O. geen ver-
bod tot werkstaking en uitsluiting is opgenomen?
Moet men aannemen, dat dat verbod dan toch stil-
zwijgend geldt? Op grond van Art. 1374 lid 3 B. W.
zou ik hierop bevestigend willen antwoorden. Maar
dan rijst een andere vraag: geldt ‘het verbod absoluut
ôf
alleen voorzoover een conflict beoogt verandering
te brengen in het bij C.A.O. bepaalde? Plaatst men
968
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
3
November 1926
zich op het laatste standpunt, dan zet men tegelijk
de deur open om shet geheele verbod krachteloos te
maken, daar elke vereeiging wel een conflict kan_
provocesren over een onderwerp, z.g. vallende
bui-
ten
de C.A.O.
Een andere materie, clie o.i. regeling behoeft, is die
van de rechtspraak in de O.A.O. neergelegd. Bijna alle
C.A.O.’s
onttrekken meer of minder geschillen tus-
ichen patroons en arbeidérs rijende aan de bevoegd-
heid van den b
urger
lijk
en
rechter. In sommige ge-
vallen draagt men de beslissing op aan een commis-
sie van arbitrage volgens de Art. 620 e.v. van het
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. In tal van
andere gevallen evenwel .gaat men ook deze rechts-regeling voorbij om uitspraak te doen op den grond-
slag van een zgn. bindend advies.’) Het komt mij
voor, dat do privaatrechtelijke regeling der C.A.O.
‘deze ontwikkeling niet kan voorbijgaan, maar in juiste
banen moet leiden. In Art.. 31x van de Fransche wt
bijv. wordt ook dit onderwerp aangeroerd.
Zoo
blijft
er bij het vele goede dat ‘het ontwerp
geeft, toch nog wel het een en ander te .wenschen
over. Mogen de Ministers van Justitie en Arbeid er
spoedig in slagen een zoo goed mogelijke wet tot-
stand te brengen.
Mr. Dr. A. A.
VAN R}JJJN.
‘) Den belangstellenden lezer moge ik nader verwijzen
naar mijn artikelen over Bedrjfsreehtspiaak in de ,,So-
6iale Vooizorg” van Februari 1921, September 1923 en
Arbitrale Rechtspraak van 1 Juli 1925.
LOONEN’ EN LOONSVERHOUDINGEN
EERSTE HALFJAAR 1926.
Door het Bureau van Centraal Overleg te Haarlem zijn wederom gegevens verzameld over de bonen en
loon’sverhoudingeii van meerderjari ge mannelijke
werklieden. De gegevens betreffen thans 41.222 werk-
lieden in dienst van 280 ondernemingen, de gemeente
Amsterdam en de gemeente Rotterdam, benevens de
bovengrondsche arbeiders in het Mijubedrijf in Lim-
burg. De
cijfers
voor Amsterdam
zijn
verzameld door
bemiddeling van het Plaatselijk Overleg (secr. Dr. J.
Regtdoorzee Greup).
De ‘werklieden zijn ‘verdeeld in drie vakgroepen:
1, geschoolden; 2, geoefenden en 3, ongeschoolden, volgens de methode aangegeven in •de Handlei’din
met Vailijst voor de boonsvergeljking tusschen ver-
schillende bedrijfstakken. ‘) Voor belangstellenden is
deze Handleiding te verkrijgen bij het bureau van
Centraal Overleg, Schotersingel 9, 1-laarlem. Van ‘deze
vakgrdepen is overeenkomstig de methode, aange-
geven in de genoemde handleiding, ‘het gemiddeld
uurink amen
berekend door het totale inkomen over
het eerste halfjaar 1926 (loon plus
‘bijverdiensten
vol-
gens opgave van de R.V.B. sub 8) te doelen door het
totaal aantal gedurende dat tijdvak gewerkte uren,
(gewone ureii plus overuren). De kosten dr sociale
voorzieningen (ziekengeld, verlof etc.) zijn ‘dus niet
bij het uurinkomen inbegrepen.
1)
Zie hiervoor o.a. het artikel van den heer M. Triebels
in E.-S. B. van 5 Augustus 1925.
Amsterdam.
De gegevens hebben betrekking op 169 onderiemingen en de gein. Amsterdam met totaal 18554 werkl;
Amsterdam, 1eha1fjaar 1926.
–
‘
Aantal
1
Aantal werklieden.
Li
Uurinkomen.
1
ondern.
Totaal
1
2
3
1
1
2
933
Gemeente Amsterdam
1)
…………
.
8548
716
Bouwvakken
…………………..5
Kuipers- en kistenmakersbedrijf
.
.. .-
3
.
2
159
Houtbedrijf
……………………
372
Brouwersbedrijf
…………………4
20
612
Drukkersbedrijf
…………………
.
33
1755
Havenbedrijf
……………………
Diverse fabriekmatige bedrijven
2
)
16
1190
Boekbindersbedrijf ………………..
11
312
Tf+noli,,+ri
14
3957
– 1)
‘tJurinkomen over het geheele jair 1925 van de
uelijke werklieden. De bijdrage van de werklieden
pensioen (8Y pOt. vali het loon) is van het hedra4
afgetrokken.
2)
Tot deze groep behooren 1 superfosfaatfabriek
471
129
333
92
90
87
2846
4489
1213
89
86
81
185
339
192
87
76
68
42
93
24
80
78
75
93
98
18!
78
71
64
als,
77
–
1755
–
–
71
–
140
367
683
76
68
64
198
114
–
75
60
–
2190
1115
652
74
67
58
ninefabriek,
1
zwavelzuurfabriek, 1 asphaltfabriek, 1 soda-
fabriek, 2 verf fabrieken, 1 pha.rmaceutische handelsvereeni-
ging, 1. blikfabr’iek,
1
vruchtensappenfabriek, 1 .kabelfa
briek, 1. ‘nieelfabriek, 1 papierwa’renfabriek, 1 zuivelfabriek
• cii 2 cacaofabrieken.
man-
voor
niet
1 chi-
Rotterdam.
De gegevens hebben betrekking op 32 onderhemingen en de gem. Rotterdam met totaal 16095 werkL
Rotterdam, le halfjaar 1926.
1
Aantal
1
Aantal werklieden.
1
Tjuriukomen.
ondern.’
1
Totaal
1
1
2
. 1
3
Ii
2
3
Brouwersledrjf …………………..2
564 –
Gemeente Rotterdam
3)
…………..
–
.
4849
Bakkersbedrijf ………………….
.2
83
Houtbedrijf …………………….2
201
Boekbindersbedrijf ……………….5
57
Diverse fabriekmatige bedrijven
4
)
7
258
.
Metaalindustrie …………………4
, 10083
3)
.Mannelijke werklieden bij een 15-tal gemeentebedrj
ven en -diensten. De bijdrage van de werklieden voor pen-
sioen (64 pOt. van het loon) is van ‘het bedrag niet afge-
trokken.
99
365
100
88
,
79
‘
72
1594
2026
1229
.
791
73
‘
67
18
19
46
77
71
‘
61
46
53
102
74
67 61
41 16
–
73
56
–
42
113
‘
103 70
58
53
.4562
2675
2846
65
1
62 51
“) Tot deze groep behooran:
1 chemicaliënfabriek, 3 verf
fabrieken,
1 papierwarenfabriek,
1 blikfabr.iek
en
1
zuivel-
fabriek.
Evenals vorige keeren zijn ook than.s weer de cijfers
van de omvangrijkste bdrjfsta’kken vereenigd in een
grafiek. Links is het uuri.nkomen der geschoolden, in het midden dat der geoefenden en rechts dat der
dngeschoolden uitgezet. (In verband met de afme-
tingen vangt de grafiek met 40 ct. aan). Er ‘is zoo-
‘doende’ een gemakkelijk overzicht verkregen van het
loonpeil, terwijl de schuinte van de lijnen een maat
is voor de -verhouding van ‘het uurinkömen ‘der 3 vak-
groepen. De niet in de graf i’ek opgenomen bedrijfs-
takken kunnen door hen, die zich daarvoor in ‘het
bijzonder interesseeren, gemakkelijk in ‘de grafiek ge-teekend worden. Werkgevers, die het uurinkomen ‘van
hunne onderneming willen vergelijken met het alge’
meene loonpeil, kunnen dit in de grafiek aangeven
en dan de verbin.dingslijn bijv. met rooden inkt tee-
kenen, zoodat ‘zij ‘in een oogopslag een indruk krijgen
van de verhoudingen.
3 November 1926
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
969
–
GEMIDDELD UUPINHOMEAT VMMEEJPDEJPJAJfGE MAt/NELIE
WERKLIEDEN OVERI
–
IETEER5rE
4L/41421926 TEA/[3TERDAI
HAARLEM,
UTPICIIT, ROTTERDAM ENDI V5PSE IM TSE!
._
GF5CHOQLDN
GEO5FEIVDE1V
OATGE3CI
–
I00LDEN
9
–
1
_ft
89
as
—
w._
.__
87
87
84.
84
82
82
1
791
78
Z
‘-
–
—
77
76
–
l
..
ej-.
.
– –
–
4L
_________
..Z.
77
76
7,5
74
1
–
71
70
gvenAo
70
i
.68
s
N
-O
”
–
k
65
—
_
_
_
68
67
56
-65
64
63
2
.
•
‘
65
Î
Ckiej.
–
C
___
_
1’1
e
.
_’
t
58
57 57
1
55
50
52
5
1.
-50
1!
_____
48
_
45
–
VERKLARING DER LIJNEN
AN5TERDAM
A.
‘HAARL.EM
– –
H.
UTREC-iT
-. ___
ROTTERDAM
————— R.
D1V PLAATSEN
…
… –
44-1
43
–
____________________________
42
41
__
–
40
970
.
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
3November 1926
Utrecht.
De gegevens hebben betrekking op
32
ondernemiiigen met
2854
werklieden.
..
Utrecht, le halfjaar
1926.
:
Aantal
Aantal werklieden.
Uurinkomen.
.
ondern.
j1otaa
1
1
1
2
3
1
2
3
Centrale werkplaatsen
5)
1
631
•
400
121
110
86
794
70
Bakkersbedrijf
…
……………..
..
1
47
14
33
–
75
69
–
Drankindustrie
………………….2
25
3
17
5
70
59
47
Boekbindersbedrijf …………………6
68
51
17
–
69
554
–
Chemische industrie
6)
……….5
328
39
91
198
64
62
534
Metaalindustrie …………………10
1583
799
400
384
60
53
47
Houtbedrijf
…………………….2
61
14
19
28
624
57
48
Diverse fabriekmatige bedrijven
7)
.
5
111
32
45
34
1
59
1
57
474
5)
Ouder gemiddeld uur.inkomen wordt hier verstaan het
6)
Tot deze groep :behooren:
1 zeepfabriek, 2 asphaltf a-
gemiddeld uurloon per uitbetaald uur vermeerderd met den
brieken, 1 beenzwartfabriek en 1 Ioodwi.tfabriek.
gemicidelden kinciertoeslag per uitbetaald uur en de •gemid-
7)
Tot deze groep behooren: 1 papierwarenfabriek, t mar-
delde
o.verwerkverdiensten
per
gewerkt
uur.
De bijdrage
ga.rinefabriek, 1 gietverpakkingsfabriek en 2 on’clernemin-
voor pensioen (8Y
2
pCt. van het loon) is niet van het be-
gen
in bouwmaterialen.
–
clrag algetrokken.
Haarlem.
De gegevens hebben betrekking op
26
ondernemingen met
3237
werklieden.
Haarlem, le halfjaar 1926.
Aantal
Aantal werklieden.
.
Ijuriukomen
ondern.
Totaal
1
2
3
.1
.
2
3
Centrale werkplaatsen
8)
…
1
1
938
680
115
143
894
81
.
744
Ilakkersbedrijf ………………….
3
69
•
15
34
20
7.8
68
53 23
47
49
76
634
52 52
298
57
75
66
61
13
6
–
724
55
–
Houtbedrijf
……………………..3
119
.
Tramwegen
……………………..1
407
.
Diverse fabriekmatige bedrijven
9)…
.
4
314
94
63
157
67
54
53
Boekbindersbedrijf ……………….4
19
4
26
50
664
63
57
Zuivelbedrijf
…………………..1
80
Metaalindustrie
…………………7
1292
617
395
280
66
60
50
8)
Onder gemiddeld uu;rin.koen wordt hier verstaan :het 9) Tot deze groep behooren: 1 ‘zeepfabriek, t margarine-
gemiddeld uurloon per uitbetaald uur, vermeerderd met den
fabriek, 1 cacaofabriek en 1 verffabriek.
gemiddelcien kindertoeslag per uitbetaald uur en de gemici-
delde overwerkvercliensten
per gewerkt uur.
De bijdrage
.
Diverse plaatsen..
Odk ditmaal is de rubriek diverse
voor pensioen (83′
pCt. van het loon) is niet van het be
plaatsen voortgezet.
drag afgetrokken.
Diverse plaatsen, le halfjaar 1926.
Aantal
Aantal werklieden.
Ijurinkomen.
ondern.
Totaal
1
2
3
1
2
3
Centr. werkplaatsen te Amersfoort’
0
)
1
.
282
.
161
84
37
85
77
71
Tilburgio)
1
1147
.
810
143
194
84.
744
684
Zwolle’°)
1
945 668
111
166
83
74
.674
1232
889
373
68
.
59
53
Dordrecht ………..9
1464
‘371
904
189
61
52
42
i’letaalindustrie Hengelo ………….
.5
2494
Boekbinders Den Haag
…………5
150
111
39
–
73
58
–
–
MijnindustrieLimburg(bovengr.arb.)”
93758511)
220774
11
)
27069611)
446115
11
)
654
1
59
52
10)
Onder gemiddeld uuri.nkomen wordt hier verstaan het
voor pensioen
(Si.
pCt. van •het loon) is niet van het be-
gemiddeld uurloon per uitbetaald uur, vermeerderd met den drag afgetrokken..
gemiddelden k.indertoeslag per uitbetaald uur en de gemid-
11
)
Aantal diensten
(van 8 uur)
gedurende het
eerste
clelde overwerkverdiensten
per gewerkt
uur.
De bijdrage
halfjaar 1926.
Ten slotte hebben wij uit de gegevens, die tot nog
(
Kuipers- en
.!
1
2
80
85
78 77
80
77 81 77
80
75 81
78 80
78
toe werden gepubliceerd, een overzicht opgesteld van
Kisteninakers
t
3
78 73
73
77
75
76
75
de loonbeweging sinds
1923.
.
Wij hebben de cijfers, die
(T
TT
Ti
W
77
W
door verschillende omstandigheden niet imet de vroe-
Houtbedrijf. .,
2
71 70
70
71
72
72
71
ger gepubliceerde vergelijkbaar waren, daarbij wegge-
3
65
65 65 65
65
65
64
laten. Daardoor werd op sommige plaatsen het over-
87
Brouwers-
1
«T
–
88
1T
zicht niet geheel compleet, doch voor alles moet wor-
bedrijf
2
– – –
77
78
77
76
den vermeden, dat uit de cijfers verkeerde conclusies
.
3
–
–
. –
68 70 68
.68e
‘
1
–
–
-.
–
–
getrokken zouden kunnen worden.
De invloed van de betrokken cijfers kan worden
Havenbedrijf
2
70
69
67
68 70
70
71
afgeleid uit de gegevens omtrent het aantal werklie-
1
3
–
–
– –
– –
–
76 75 72
71
72
74
.den over het iste halfjaar
1926 in
‘de bovenstaarid
74
taheen.
i
ndustrie
Metaal–
li
2
66 66
63
63
65 67 67
3
57
58
55
55
55 57 58
76
IJurinkomen
in cts.
_.
–
.
(
Div. Fabr.
1
81 81
75
75
73
74
0.
.!
2
66
.67
66
66
68 68 68
.
Plaats
.
…,.
m.bedr….
t3
65
68 65
66 63
66 64
en bedrijfstak
.
–
‘
–
w
‘
‘
T
r
-y
–
–
r
—
Boekbinders-
i
..
!
2
65 65
66 67
66
60
60
bedr
-.
– – –
.
–
–
–
Amsterdam.
(
1
107 103 95
91
’92
91
5
92
5
ir
Rotterdam.
–
68
13
59
11
‘iö
–
iï
Bouwvakken
.
2
– – –
87
87
89
90
Metaal.
.
2
62 58
54
55
56
61
62
3
96
95
88 85
86
86
87
industrie
. .
3
53
46
46
46
45 50
51
3 November 1926
ECONOMISCH-STATISTISCHE BËRICHTEN
971
(
i
73I
7l
2
–
69
70
65
67
6781
67
lloutbedrijf..
3
–
59 59
58
61
645161
Div.
Fabr.
11
i
70
ff
70
68
ff
7ÖÏ
rn, bedr.
.
2
–
63
61
62
57
59
58
3
1
–
58
56
54
50
52 53
Brouwers-
T
89
88
88
bedrijf
2
–
–
–
79 79
786
79
3
1
–
–
–
71
73
70
72
Utrecht.
T
60
64
_ö_
Metaal-
.!
2
55 55
53 52
53 55
53
industrie.1
3
46 47
46 46
46 48
47
Centrale
‘T
)
– –
86 85
86
werkplaatsen.1
2
–
–
–
77 78
78
795
–
–
70
70
70
70
5
T
–
68
61 61
62
61
Houtbedrijf..
ç
2
–
66
59
56 54
57 57
1.
3
–
55 49
48 45
48
48
(T
—1
69 62
65 65
66
T
2
–
1
65
60 64
61
61
62
Chemischeind.
–
56
54
54
54
54
53
Div. Fabr.
1
2
_
02
î
Ï1
m. bedr.
–
1
–
59
56
56
55 57
–
–
50
49 48
48
475
Drank-
(‘Ti
–
1
72
69
7ö
7
industrie
2
1
–
60
1
60
59 60
58
59
_
1
–
481
49 48
47 47
Haarlem.
‘T
Ïö
94
87 88
89 89
89
Centrale
.
2
94
88
81 81
81
81
81
Werkpi.
. .
I
3
86 80
75
75
75
75
745
Metaal-
T
iT
iiT’
r
iî
Ï
66
industrie
{
2
62
60
57
1
59
57
59
60
53 53
48 46
46
46 50
(T
–
76
755 755
75 75
Trambedrijf. ..
2
—
1
72
68
67 67
66 66
–
65 62
615j
61
5
61
61
1
T
–
83
79
77
—
r
w
Bakkersbedrijf.
2
–
69 69
70
1
69
70 68
3
–
—I
–
-I
–
–
53
Div. Fabr.
(T
73
1
1
67
m. bedr.
“1
3
2
–
55
1
56
1
62
62 58
1
54
–
54
56
53
55153
‘
T
–
67
6
66
5
66
1
66
5
Zuivelbedrijf
l
2
63 62
63
63
63
59
63
3
57 56
57 56
58 56 57
(T
97
–
96
81
–
75
76
J.Ioutbedrijf
. ..
2
80
–
70
65
—
73
635
3
57
–
57
55
–
48j52
Boekbinders.
‘T
bedrijf….
2
—
–
–
55
55
Dordrecht.(IT
1
1
T
iT
Metaal-
2
55
54
52
52
52
52 52
industrie
3
47 46
41
42
42
42
42
Hengelo.
tT
68 68
64
63i54
i
68
Metaal-
!
2
59
59
57
54
1
56
1
59
59
industrie
. .!
3
51
52
51
49 50
52
53
Haarlem, October 1926.
Ir. B. BÖLG]IR.
BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.
DE SANEERING VAN HET BELGISCH GELDWEZEN.
De heer Léon Nemry, consul-generaal, handelsat-
taché aan de Belgische Legatie te ‘s-Grave’nhage,
schrijft ons:
We hebben in de E.-S. B. van 25 Augustus jl. een
korteuiteenzettirug gegeven over de poging, die Bel-
gië wilde doen om het geidwezen te saneeren. Wij spra-
ken daarbij tevens als onze meening uit, dat het op
dien datum nog niet paste oni details te geven over
een werk, dat zich toen nog in het stadium van ont-
wikkeling bevond en dat het evenmin gewenscht was
met kritiek voor den dag te komen, voordat objectieve
resultaten verkregen waren.
Op het oogenblilc zijn zoodanige resultaten he-
reikt. De 25ste October vormt een keerpunt in de ge
schiedenis van het Belgische geldwezen; immers op
dezen datum werd aan ‘den Koning het’rapport over-
handigd, waarin het Gouvernement ‘het mech’anisiiie
van ‘de stabilisatie uiteenzet, en waarin de verschil-
lende besluiten voorkomen, die den Minister van Fi-
nanciën machtigen een leening in ‘het ‘buitenland te
‘sluiten. Ook werd een overeenkomst tussc’hen de Na-
tionale Bank en ‘den Belgischen Staat goedgekeurd,
waarbij het bankoctrooi verlengd werd en de stabili-
satie van het geld werd geregeld.
De dagbladen hebben ôf den ganschen tekst ôf
groote uittreksels van deze ‘belangrijke ‘documenten
gepubliceerd. Het lijkt ons ‘dan ook overbodig tot een
‘gedetailleerde analyse van den inhoud over te gaan
en wij zullen ons ertoe bepalen de strekking in eenige
groote trekken in herinnering te brengen.
1)
Beginnen wij met vast te stellen, ‘dat men redelij-
kerwijze ‘de Belgische Regeering niet van gebrek aan
activiteit kan ‘beschuldigen. De vele in enkele maan
den verrichte werkzaamheden, ‘de ingrijpende maat-regelen, ‘die ‘slag op ‘slag genomen zijn, vormen het
resultaat van een geweldige krac’htsinspanning. De
stabilisatie is voorbereid ‘door een schuidregeling met
de Vereenigde Staten en met Groot-Brittannië; door
onverbiddelijke beperking van ‘de uitgaven van den
Staat; ‘door ‘het aannemen van 1.500.000.000 nieuwe
belastingen; ‘door het scheppen van een zelfstandig
fonds ter ‘delging van de vlotten’de en ‘de geconsoli-
‘deerde schuld; ‘door het oprichten van de Belgische
Nationale Spoorwegmaatschappij; door – regeling en
conversie van de binnenlandsche vlotten’de schuld.
In vijf maanden tijds hebben deze ‘voorbereidende maatregelen het terrein geëffend, zoodat men tot hel
eigenlijke werk van de stabilisatie kon overgaan.
Het was zaak al deze factoren in onderling ver-
band met elkaar te brengen en hun voor alles een
so]iede basis te verschaffen: Men heeft ‘deze basis
‘gevonden in de overeenkomst tusschen den Staat en
de Nationale Bank.
Het valt thans niet meer te ontkennen, dat de rol
van de circulatiebanken in den ioop van ‘de laatste 30
jaren ‘steeds belangrijker i’s geworden. Men behoeft
slechts ‘de geschiedenis te herlezen om te constateeren,
‘dat in verloop van tijden de bevoegdbeden der circula-
tiebanken geleidelijk zija uitgebreid, naarmate de in-
ternationale ‘handel toenam. Laten wij niet te ver van
bui’s gaan en ons beperken tot ‘de Nederlan’dsche en ‘de Javasche Bank. Nieman’d zal er op het oogeublik
in Nederland aan denken ‘de uiterst belangrijke rol
in twijfel te trekken, die de Nederlandsche Bank
heef t gespeeld bij het herstel van de Nederlan’dscha
financiën. In andere landen heeft men ‘zich reken-
schap gegeven van ‘het nut van circulatiebanken met uitgebreide bevoegdheden; ‘de stichting van een der-
gelijk instituut in Afrika en Australië is daar een
nieuw en zeer overtuigend bewijs van.
Dit juist is een van de ‘belangrijkste punten va
–
i
de Belgische hervorming;, ‘de Belgische Nationale
Bank zal in de grootst nsogelijlce onafhaaskelijkheid
en in nauw con,tact met alle on’derdeelen van het na-
tionak economisch leven ‘de duurzaamhei’d der stabi-
lisatie verzekeren.
Daartoe is ‘de minimum ‘dekking van den biljetten-omloop van 33y
3
pOt. voortaan op 40 pOt. gebracht,
waarvan 30 pOt. in goud en de rest in gou’dwissels.
Onafhankelijk van deze ‘dekking beschikt de Bank over middelen, ‘die ‘haar in staat stellen, deze wet-
telijke reserve op gemiddeld 50 pOt, te brengen
en dit gemiddelde zoolang te handhaven als de
omstandigheden ‘het eischen. Deze basis van 50
püt. wordt ten slotte ondersteund ‘door een belang-
rijke reserve aan wissels, terwijl de groot,e circulatie-
banken in het buitenland ‘hun zedelijken en mate-
rieelen steun verleenen door een tussc’hen haar en dc
Nationale Bank gesloten crediet- en ‘herdisconto-over-
eenkomst. Deze steun is bij’zonder waardevol; ‘hij
wordt verleend ‘door ‘de Bank of England, de Banque
de France, ‘de Federal Reserve Bank te New York, de
1) Den vollecligen tekst van leze documenten kan men
vinden in het Belgisch Staatsbla,d van
25
October
1926.
[Reci.].
972
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
3 November 1926
Keizerlijke Bank van Japan, cle Reic-hsbank en de cir-
cula’tiebanken van Nederland, Zweden, Hongarije en
Oostenrijk.
Met dit feit wordt-een nieuw tijdperk ingeluid, dat
zoowel
–
voor België -als voor andere landen gelukkig
belooft te worden; dit voërboel-d van solidariteit
bewijst o.i. wel, dat -de circulatiebanken in de w’ereld
-geroepen zijn een steeds belangrijker rol te gaan
spelen. Mogelijk beteekent het een eerste st-ap op den
weg naar een meer permanente internationale finan-
cieele samenwerking. –
Het -kwam er op aan de stabilisatie van de Belgi
sche valuta een -duidelijk sprekend ‘karakter te geve
met het oog op de -internationale wisselmarkt. De
oplossing -bestaat hierin, -d-at men een veelvoud van
5 francs heeft aangenomen voor de noteerin-g van
den Belgischen franc op -het -buitenland. De -biljetten
behouden de -kracht van wettig betaal-middel, -dat zoo-
wel de openbare kassen als de particulieren – verplicht
aijn aan te nemen. De koers op het buite1-and woidt
vast-gesteld in een veelvoud- van 5 francs, dat -den
naam ,,Belga” draagt. De Nationale Bank neemt dit
veelvoud -aan als basis voor de -inwisseling harer bil-
jetten, welke inwisseling zal worden -hervat, en wel’
-hetzij
–
-in goud, hetzij in -zilver, berekend -tot de goud-
waarde, hetzij in den vorm van goudwisseis op het
buitenland.
Het gaat hier -derhalve niet -om een nieuwe geld-
soort, maar om -de benaming, die een van de odei-
deelen van het huidige gel-dsysteem verkrijgt voor -het
wissel-verkeer. –
De stabilisatie -geschiedde op de basis van 175
franes per pond -goud sterling; het -biljet van 5 francs,-
d.w.z. -de ,,Belga” staat gelijk met 0,209211 Gram
fijn -goud.
Het eerste bsluit van 20 October verleent, den Mi-
nister van Financiën de -bevoegdheid in het, -buiten-
land een leenin’g te sluiten tot een effectief totaal
van hoogstens 100.000.000 dollar of een daarmee oven.
eenstemmende waarde. De opbrengst van deze leening
is bestemd
–
voor -de stabilisatie -van ‘het geidwezen.
Het besluit stelt vast, dat de heer Emile Francqui,
Minister van Staat en lid van -den Ministerraad d
rach-t iheeft -deze leening te sluiten en -de -daarop be-
trekking -hebben-de overeenkomsten in naam van den
Belgischen Staat te -onderteeken-en. –
De omvang van -deze-bevoegdheden -behoeft -het
Nederlan-dache publiek niet te verbazen; de for-
muleerin-g van cle Nederlan-dsche en Indische leening-
wetten is in -de laatste jaren voortdurend ruimer ge-
steld. De Indische Leeningswet 1921 . -heeft -de rij
in -dit opzicht -geopend. Zij verleent -den competen-ten Minister volmacht om leeningen te sluiten,
wa
ar:
bij- de wetgever -zich slechts beperkt tot het vaststellen
van een maximum bedrag en de maximum kosten van
den dienst der leeningen. De buitenlan-dsche leenin
;
-gen, wowel voor Nederlandsch-Indië als voor -het
moed erlan-d, verleenden -den competenten Ministers
soortgelijke rechten. Het komt erop neer, dni- derge-
lijke operaties heden ten -dage meer en meer het ka-
rakter krijgen van groote particuliere transacties,
vaarbij men -den uitvoeren-den autoriteiten toestaat ‘het guns-tigsté nioment te kiezen en – -de operaties,
waarmede zij- belast zijn, te ,,comm-ercialiseeren”.
Het Belgisch besluit van 20 October -geeft den -heer
Francqui een macht van nog grooter uit-estrekthei-d.
Het beperkt zich er toe het maximum bedrag van de
leeiiin-g te bepalen. De bijzondere omstandighedeji
van -de voorgenomen, vèrstrekkende operaties recht-‘
vaardigen -deze -methode ten volle.
Het tweede -besluit van 25 October is
gewijd
aan de
overeenkomst, -die -den 18den October tussc-hen den
Belgischen Staat en de Natio-nale’Bank werd gesloten.
Volgens •de bepalingen van -deze overeenkomst stemt
de Staat erin toe aan de Bank -de volledige opbrengst van -de leening af te staan om -de stabilisatie van den
franc te -bewerkstelligen; een en ander ter terug-
betaling van -het verschul-di-gde bedrag aan Bons -da
Trsor, die haar schuld jegens de’Bank vertegeuwoor-
-d-i gden.
Anderzijds heeft de Bank volmacht het zilver uit
haar metaalvoorraad te realiseeren mits het de op-
brengst hiervan -besteedt voor het aankoopen van
goud. De toeneming van het actief, voortvl-oeien-d
uit ‘de hersch-attin’g van den metaalvoorraad zal
worden afgestaan aan den Staat, die de op deze
wijze verkregen som onder aftrek van 600.000.000 zal besteden om een overeenkomstig -bedrag aan bons bij
-de Ban-k af te lossen. De door -den Staat gereserveer-
de 600 millioen -zullen -dienen om deviezen te ver-
werven ter de]-gi-n-g van -de vlotten-de buitenland-
sche schuld. Het resultaat an deze overeenkomst
zal zijn, -dat de -schuld van -den Staat aan -de Bank ver-
min-derd wordt met een bedrag van meer dan 4700
millioen franc. Het saldo van de schuld zal op zijn
beurt -gedelgd worden door de opbrengst van -liet
amortisatiefonds. – –
Het -derde besluit, eveneens ‘van 25 October, ver-
lengt het octrooi van -de Nationale Bank tot 1952 en
brengt het kapitaal van deze instelling op 200 mil-
heen. Het besluit -bevat bovendien alle bepalingen,
die noodzakelijk zijn om de Nationale Jank haar -on:
misbare onafhankelijkheid te verieenen ter vërvulling
van -haar taak van groot-regulatrice
vak
het econo-
misch leven der natie.
Het vierde besluit ten slotte beveelt – de stabili-
satie van den franc, gebaseerd op de verschillen-de
maatregelen, -die dus op -het volgen-de neerkomen.
De schulden van den Staat aan de Nationale
Bank, die 25 October jI. een bedrag van 605 millioen
bedroegen, worden teruggebracht tot een maximum
van 2 milli-ard. Dit saldo zal progressief gedelgd wor-
den, het zal onder geen -omstandigheden vermeerderd
mogen – worden. De Staat ‘draagt aan -de Nationale
Bank over het totale -bedrag van de buitenl-aud
sche leening, tot wel-ker uitgifte -biji – -besluit van
20 October is ‘besloten. De Bank moet haar goud, haar
-zilver – en haar buitenl-a,ndsche deviezen
OP
.
–
hun reëele
francwaar-de brengen, overeenkomstig -den koers, die
-hij -dit besluit is -bepaald. Behalve haar goudvoorraad
-dient de Bank zich te bedienen van ‘haar -beschikbare
gouddeviezen, om de -stabiliteit van -den wisselkoers
te verzekeren.
Zij
zal zoo noodig tot hetzelfde doel.
gebrui-k moeten maken van de credieten, die zij
1
-direct
verkregen heeft van -de circulatiebanken en crediet-instellingen in het buitenland. ‘De Bank is verplicht,
een voorraad -goud en gouddeviezen op het buitenland
aan te houden,
gelijk
aan een -bedrag van 40 püt. van
haar dadelijk opeisc
–
hbare verplichtingen, waarvan
minstens 30 pOt. -aan goud. Het -kapitaal van -de Bank
word-t op 200 millioen franc gebracht, -de -biljetten in
– francs, die ‘door -de Bank wor-den uitgegeven, blij-ven
,,wettig betaalmiddel”; deze biljetten -zijn verzekerd
door het gan-sche -bezit van de Bank. De -koers van
-den Belgischen franc op het buitenland ssordt uitge-
-drukt in een veelvoud
–
van vijf, -dat -den naam draagt
v-an ,,-bel-ga”. De pariteit met -de buitenland-sche munt-
eenheden is vastgesteld -op een gewicht van 0,209211
– gram fijn ‘goud per ,,bel:ga”. –
In-dien -de Bank als wettig betaalmiddel ,,belga”
-biljet-ten uitgeeft, zullen -deze biljetten terzelfdertijd
hun waarde in francs dienen te vermelden. Franc-
biljetten zullen ten allen tij-de inwisselbaa,r zijn
tegen biljetten in ,,’belga”, in een verhouding van
vijf tot een. Voegen wij hier -nog aan toe, ter
completeering van -deze algemeene voorschriften, dat
de Staat wederom -gebruik -zal ma.lcen van zijn
recht om pasmunten te -slaan; en wel tot een -bedrag,
da-t noodig is om de tege-nwdordige pasmunt op
een niveau te brengen, dat in -overeenstemming
is met het niveau van v66r -den oorlog. Aan-gezien
-de, Staat er niet terston-d toe kan overgaan het
daartoe
–
benoodi-gde bedrag in zijn -geheel te laten
slaan, -zal er aanvankelijk nog een overgangstoestand
hees-schen, wâarin de coupures van 5 en 20 francs
-voorloopig zullen -blijven circuleeren voor rekening
1
3
November
1926
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
973
en verantwoording van den Staat, onder dezelfde
voorwaarden en met dezelfde wettelijke rechten als op
het oogenbli’k.
Het kritieke oogenb]ik van de stabilisatie is op
het oogeublik voorbij, de buitenlandsche leening is
geplaatst. Haar succes te New York, te Londen en te
Amsterdam schijnt volgens cle eerste berichten be-
langrijk geweest te zijn. Het is ons ter oore gekomen,
dat Amerikaan sche bankiers, toen de inschrijving te
New York na een half uur word gesloten, naar Am-
sterdam getelegrafeerd ‘hebben,
om
zich
nog een even
groot gedeelte te verzekeren van het bedrag, dat voor
Nederland was bestemd
Het schijnt wei, dat het moment om op ‘de wereld-
markt een leening van deze beteekenis te plaatsen,
bijzonder goed gekozeti was. Wij weten, dat de laatste
eerste klas conversie]eeningen hier slechts 4Y2 pOt.
gaven. De zeer gunstige voorwaarden van de Belgi-
sche leening boden een onmiskenbare aantrekkelijk-
heid, die nog versterkt werd door •het terugkeerend
vertrouwen in de Belgische valuta.
Wil
dit zeggen, dat de voorwaarden te voordeelig
zijn geweest? Wij gelooven ‘het niet. Wij golooven in-
tegendeel, ‘dat ‘dergelijke operaties in zeer ruimen
geest moeten worden uitgevoerd, evengoed als wij van
meeni’ng
zijn,
dat de koers van de stabilisatie niet
moest worden geforceerd.
De bijzondere omstandigheden, waarin België zich
bevindt, hadden er de bewindslieden niet toe ‘mogen
brengen, den hoog te stra.k to spannen. De indirecte
voordeelen van deze succesvolle operatie schijnen zoo
vèrstrekkend, dat zij’ dat deel van het vraagstuk, dat
men den schadeljken kant zou kunnen noemen, vol-
komen rechtvaardigen. Men mag niet uit het oog ver-
liezen, dat het reëele kapitaal van België zijn werk-
kracht is en •dat •dit kapitaal in zijn geheel niet
kan worden aangewend, wanneer het niet wordt
gesteund ‘door het materieele en moreele crediet in
het buitenland. Dit crediot heeft het mogelijk ge-
maakt, een transactie, die aan velen onuitvoerbaar
scheen, snel te verwezenlijken. Het staat thans aan
het land te toonen, door duurzame krachtsinspamning,
door zijn ‘aloude werklust en energie, dat het ‘den
steun, dien •het buitenland brengt, waardig zal zijn.
De terugkeer van het vertrouwen in het binnen-
land, zoowel als in het buitenland, is ‘de voornaamste
voorwaarde voor het herstel. Het zal ‘den terugkeer
van •de gevluchte kapitalen begunstigen, evenals den
normalon toevoer van nieuw kapitaal. Zeker, er zul-
len nog moeilijkheden te overwinnen zijn, maar de
practische resultaten, die tot op heden zijn verkregen,
zijn zoodanig, dat zij de kalmte en de rust zullen doen
terugkeeren.
ONTVANGEN:
Over den invloed van ht depressieverschijnsel op de
orcdernemin.g
door Dr. B. H. ‘de Jongh; openbare
les, gehouden
bij
de opening van ‘zijn lessen als
privaat-docent in de bedrijfsloer aan ‘de Rijks-
universiteit te Leiden op
2
October
1926.
Roer-
mond,
1926;
J. J. Roman en Zonen.
Advtes over het gewijzigd ontwerp va’n wei op de
naanrlooze vennootschappen, uitgebracht door
eens comrnssie uit hei verbond van Nederland-
sche werkgevers,
‘s-G-ravenha’ge,
1926;
Mouton
& Co.
De Rechtsverhouding van Moeder- en Dochtermaa.t-
schappjj,
onderling en ton aanzien van derden,
door Mr. D. J. Sannes, advocaat en procureur.
Zutphen,
1926; W.
J. Thieme & Oie.
Rapport
van een commissie, ingesteld ‘door ‘de ver-
eeniging van Nederlandsche gemeenten en den
nationalen woningraad, inzake het hurenprobieem
voor arbeiders- en middenstadswoningen van
woningbouwvereenigingen en gemeenten.
Supplesnertt op de toelichting op de voorschriften voor
de begrooti’ng en rekening der gemeente,
door
W. Wagenaar, Hoofdcommies ‘bij het Departe-
ment van Financiën met medewerking van H.
D. G. Groeneveld, Secretaris ‘der Adv’iescommis
sie begrootings- en rekeningsvoorschriften
1924,
Commies ter provinciale griffie van Zuid-Hol-
land, Alphen aan den Rijn,
1926;
N. Samsom.
MAANDCIJFERS.
RIJKSPOSTSPAARBANK.
–
SEPTEMBER
1924
1925
1
1926
f
10.526.445
f
10.114.903f
10.648.447
Terugbetalingen … 10.237.280,,
9.616.412,,
9.494.226
Tegoed der inleggers
,,302.540.100,,
304.166.118
,,313.613.021
Nom. bedr. der uitst.
Inlagen …………
op ultimo ………
staatsschuldboekj es
op ultimo ………
,,
44.062.850,,
42.055.450,,
41.878.900
Spaarbankboekjes:
Aantal nieuw uit.
gegeven
9.943
10.027 10.922
Aantal geheel
af-
betaald
7.264
7.205
6.444
Aantal in omloop
op ultimo
1.965.804 1.979.736
2.005.254
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
N.B.
***
beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.
GELDKOERSEN.
OPEN MARKT.
1926
11
1925
1
1924 1914
30
Ct.
o
25-30
18-23
11-16
26-31
20-24
Oct.
Oct.
Oct.
Oct.
1
1270ct.-
1 Nov.
Juli
Amsterdam
Partic.disc.
3
18
–
14
2715-314
2
314-
7
/8
2
5
18-
3
14
3116
4314_7/4
3118-116
Prolong.
3I1
3-
1
1
2
1
13
2-34
331
4
_4
41
3
_31
4
211
4
-31
4
Londen
Daggeid ..
3114
3
1
13..4
1
13
3_5
3115.4314
34
1
1
1
3
1-3
1314-2
Partic. disc.
431
4
431
4
4U116_314
4
116
–
14
3’14-116
331
4
2114-31
4
Berlijn
Dageld ..
6-7
1
12
3-7
1
1
3-5
3-4
1
1
710113
–
–
Partic.disc.
30.55 d..
.
471
471g
I4I8
4714_5114
7
1
1s
–
–
56-90 d..
.
43/
4
4514
_31
4
411_51
451_5l1
7
–
2
1
/-
1
/
Waren-
wechsel.
5114
511_318
5
1
18_
1
12
5
1
14.
1
12
8314-9
–
–
New York’)
Ca11 money
41/
3
_3/
4
411
3
_31
4
4_31
4
5_33/
4
431
4
_511
4
2-31/4
13/42112
Partic.disc.
4 4 4
4
31
– –
1)
Cail money-koers van 29Oct. en daaraan voorafgaande weken t/m
Vrijdag.
WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.
Da a
New
York)
Londen
4)
Berlijn
4)
l_
Parijs
4)
4)
Brussel
Batavia
1)
26 Oct.
1926
2.501/
4
12.12e 59.45
7.71
34.79
10011
4
27
,,
1926
2.50l/
12.121
59.441
7.65
34.80
100i,
28
1926 2.501/
12.121 59.47
7.65
34.80
10081
8
29
1926
2.501/
4
12.12e
59.49
7.87
34.80
100t
30
1926
–
12.121
59.471
7.85
34.80
100
1
/
8
1 Nov. 1926
12.1171
4
2.50 59.451
7.971 34.80
1001
Laagsted.w.i)
Hoogste d.wl)
12.11h
12.12h
2.491
2.50k
59.43 59.50
7.58 8.__
34.65
100
35.10
1
100k
25 Oct.
1928
2.50I
1
l2.12
1
59.47
7.641
34.821
10031
8
18
,,
1926
2.49l
1
1,
12.121
59.501
7.23
35.07k
1002/
8
Muntpariteit
2.483%
12.10
59.26
48.-
34.59
/
100
4)
Noteering te Amsterdam. *4) Noteering te Rotterdam.
1) Particuliere opgave.
Data
slatild
Weenen
Praaf
Boeka-
Milaan
Madrid
26
Oct.
1926
48.25
35.30
7.39 1.40
11.25
3797
27
1926
48.25
35.34
7.38
1.40
11.-
3
7.87&
28
1926
48.25 35.30
7.39
1.40
10.721 37.90
29
1926
48.25
35.321
7.40
1.40
11.0%
37.87k
30
1926
48.25
35.321
7.40
1.40
– –
1
Nov. 1926
48.21
35.30
7.40
1.40
10.80
38.-
Laagsted.w.
1
)1
48.17 35.15
7.37
1.35
10.60
37.70
Hoogsted.wi)
48.25 35.35
7.42 1.45
11.40
38.15
25 Oct.
1926
48.27
35.30
7.39 1.35
11.25
38.
18
,,
1926
48.30
35.30
7.39 1.32
10.371
38.20
Muntpariteit
48.-
1
35.-
150.41
48.- 48.-
48.-
) Noteering te Amsterdam. *4) Noteering te Rotterdam.
– 1) Particuliere opgave.
974
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
3
November 1926
1
Buenos-
Mon-
Data
Stock- Kopen-I Oslo ) sing-
holm *)!hagen*.)
F’1l
1
Aires1)
1
treal’)
26 Oct.
1926
6685
66.50
62.85
0.28
102
2.5034
27
,,
1926
66.824
66.50 62.60
6.29
102 2.5034
28
,,
1926
66.824
66.50 62.25 6.28
102
2.5034
29
,,
1926
66.824
66.50
62.25
6.30
102
2.5011
4
30
,,
1926
66.85
66.524
62.45 6.30
102 2.5034
1 Nov. 1926
66.824
66.50 62.35
6.30
102
2.5034
Laagsted.w.l)
66.70
66.42
62.-
6.26
10134
2.50
Hoogste d.w
1
)
66.92
66.55
62.80
6.32
10234
2.5034
25 Oct.
1926
66.85 66.50
62.20
6.29
102
2.5034
18
,,
1926
66.80
66.50
60.85
6.29
102
2.50
Muntpariteit
66.80 66.67
66.67
1
48.-
105
1
2.48218
‘) Noteering te
Amsterdam.
8*)
Not, te
Rotterdam.
1)
Part,
opgave.
Laatstbekende noteeringen te Amsterdam en Rotterdam op
1 Nov. 1926 voor
telegrafische
uitbetaling op:
Gulden per
Pan
Koers
Ban k-
dis-
conto
Europa.
9/
Londen
8)
£
12.104
12.114
5
Berlijn
S)
100 Mark
59.264 59.464
6
100 Franc
48.-.
7.964
74
Brussel
8)
100
,,
48.-
34.80
7
100
,,
48._
49.22
34
100 Kronen 50.41′
7.41
54
Parijs
5)
………….
100 Schilling
35.-
35.30
7
Züricb
S)
…………
Mill. Kronen
50.41 ‘)
34.95
6
Praag
…………..
Weenen
5)
………..
100 Lei
48.-
1.41
6
Boedapest
………
Boekarest
………
100 Leva
..
..
48.-
1.80
10
Sofia
………….
Belgrado …………
100 Dinar
48.-
4.39
7
Stamboel
………
Turksch £
10.93
1.24
100 Drachme
48.-
3.024
11
Milaan
8)
100 Lira
48.-
10.81
7
100 Peseta
48.-
38.09
5
Escudo
2.684
0.124
8
Kopenhagen
t)
100 Kronen
66.67
66.50
6
100
,,
66.67
62.35
44
Athene
………..
Madrid
S)
………
Lissabon ………..
100
,,
..
100 Lat
66.67
66.824
44
100 IJsl.Kr.
66.67
55.20
Stockholm
t)
…
Zloty
48.-
27.75
10
Warschau
………100
Kovno (Litauen)
100 Lita
24.88
0.244
7
Reickjavik ………
Riga (Letland)
…
48.-
48._
8
Oslo
t)
……
Reval (Estiand)…
100 Estl.Mk.
0.664
0.664
10
Finnmrk.
(31.26
6.304
74
Tjerwonets
12.80 12.85
(10 Roebel)
llelsingfors
…….100
Moskou
………..
100 Gulden
48.40 48.25
54
Amerika.
Danzig…………
New-York
t)
$
2.4875
2.50
4
Canad $
2.4875
2.504
Mexico
……….
Mex.
Dollar
1.224
Montreal ………..
Buenos Aires ……
Peso (papier)
1.05682
1.02
La Paz (Bolivia) .
Boliviano
..
0.97 0.89
Rio de Janeiro…
Milreis (pap.)
0.8075
3
0.344
Peso (papier)
.
0,9080
2
0.304
Bogota (Columbia)
Peso
2.42
2.43
Valparaiso ………
Quito (Ecuador)
.
Sucre
1.21
0.50
Per. £
12.104
9.19
Lima (Peru)
…….
Montevideo (Urug.)
Peso
2.5725
2.49
Caracas (Venezuela)
Bolivar
0.4795 47.40
Gulden
1.-
99.50
Willemstad (Curaç.)
Gulden
1.-
1.014
San José (0. Rica)
Colon
0.6220
0.624
Peso
0.0415 0.0415
Managua (Nicarag.)
Cordoba
2.484
2.524
Paramaribo
…….
San Salvador (Salv.)
Colon
1.2440 1.234 Azië.
Rupee
0.807
0.91
4
Calcutta
.-……….
Batavia
……….
Gulden I.C.
1.-
1.00k
4
Yen
..
1.24
1.224
6.57
Hoog Kong
……
Dollar
1.184
Taël
1.464
Singapore
……..
Straits Dol!.
1.4125
1.404
Guatemala ………
Phil. Peso
1.214 1.224
Bangkok ……….
Tical
0.914
1.124
Teheran (Perzië) .
Kran
0.244
Kobe
………….
Afrika.
..
Shanghai
………
Kaapstad
£
..
12.104 12.084
Manilla
………..
Egypt. £
.
12.42
12.45
Australië.
Alexandrië ………
Melbourne, Sidney
en Brisbane
£
12.104
12.13
Nieuw Zeeland
1
12.10ï
1
12.13
1)
Parteit der voorm. Oostenr. Kroon.
2)
Goudpeso.
2)
Milreis Goud.
) Not, te Amsterdam.
8*)
Id. te Rotterdam. Overige not, part. opgave.
KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).
Data
Londen
($ per £)
Parijs
($
p.
IOOfr.)
Berlijn
($ p. 100 Mk.)
Amsterdam
($ p. 100 gid.)
26 Oct.
1926
4,84’2/
3,06
23,7634
1
39,98
27
,,
1926
4,849/
,
3,044 23,76%
39,98
28
,,
1926
4,84%
3,114
23,77% 39,98
29
,,
1926
4,84
1
31
3,17
23,77%
39,9934 30
,,
1928
4,8434
3,165
23,7834
39,9934
1 Nov.
1926
4,841/
8
3,184
23,7934
40,-
2 Nov.
1925
4,8451
8
4,17
23,80
40,24
Muutpariteit..
4,8667
19,30
23,8134
40s1
KOERSEN TE LONDEN.
Plaatsen en
Landen
Noteerings-
eenheden
16
Oct.
1926
23
Oct.
1926
1
25130
Oct.
’26
LaagsteiHoogste
30
Oct.
1926
Alexandriö. .
Piast. p.0
ii
97
‘971
97sj
9734
Athene
….
Dr.p.0
400 409 390
412
398%
Bangkok …
Sh.p.tical
1110T
I/108i
1/1034
1I1071
11108/
8
Budapest . ..
Pen. p. £
27.774
2 7.7 24
27.65
27.80
27.724
B. Aires’). ..
d. p. $
4571
5
4571
8
4534
4515
1
1
6
4Sial
le
Calcutta ….
Sh. p. rup.
1
1i571
1
1
5
57
1
1j5
27
115
29
1
22
115
7
18
Constantin..
Piast. p. £
93234 94734
940 980 965
Hongkong ..
Sh.p.$
11134
11111/
8
11034
1,11
7
/
8
11134
Kobe
……
Sh.p.yen
21011
33
210
2/0
7
(
93
2/0
9
/
33
2/034
Lissabon 2) . .
d. per Esc.
2
17
1
217J
22
lsd
2
35
/
84
2
17
1
32
d. per $
..d. per $
24 24
23
25
24
Mexico ……..
Montevideo
1)
49’j,
498/t
49
4951
8
4934
Montreal’) ..
$ per £
4.84+
4.843/
t
4.84
4.84%
4.R4lig
R.d.Janeirol)
d. per Mil.
6%
6′
5
116
611
1,
6
31
1
32
1
25
132
Shanghai …
Sh. p. tael
2/54
2/4-1,
6
21471
8
216
21534
Singapore. ..
id. p. $
2137/
t
2/3
57
1
94
2/3%
2/3
25
1
33
2/327/
3
,
Valparaiso 2).
$ p.0
39.47
39.45
39.44
39.62
39.46
Warschau ..
Zi. p. £
4334 4334
42
45
4334
1) Telegrafisch transfert. 2)90 dg.
ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS
8)
Londen’)
N.York2)
Londen
25 Oct. 1926.. 2491,
5271
t
25 Oct.
1926. …
8411134
26
,,
1926- 2418/
5334
26
,,
1926….
8411134
27
,,
1926..
24i5
5334
27
,,
1926… .
84/1134 28
,,
1926..
247,
5234
28
,,
1926….
8411134
29
,,
1926..
24’s/
53
29
,,
1926….
8411134
30
,,
1926..
24tsf
918
30
,,
1926….
84/1134
31 Oct.
1925..
325
70y,
30 Oct.
1925,…. .
84/10%
20 Juli
1914..
24131
54t1
20 Juli
1914….
84111
1) in pence p. oz.stand.
2)
Foreign silver in $c. p.oz.fine.
3)
in sh. p. oz.fine
STAND VAN’. RIJKS KAS.
De Minister van Financiën maakt bekend:
Vorderingen.
1 15Oct.1926 1 23Oct.1926
Saldo bij de Nederlandsche Bank
–
–
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
f
1.480.076,29
1
22.449,10
Voorschot op uit. Sept. 1926 aan de ge-
meenten op voor haar door de Rijks-
administratie te heffen gemeentelijke
inkomstenbelasting en opcenten op
49.550.456,42
,,
49.550.456,42
14.210.272,15
8.109240,49
de Rijksinkomsten belasting…………
Kasvord. weg. credietverst. a/h. buiteni
,,l41.404.255,93
,,139.066.336,53
Daggeldieeningen
tegen onderpand
van Staaisschuldbrieven
–
–
Voorschotten aan de koloniën………….
Saldo der postrekeningen van Rijks-
12.417.982,02
,,
10.759.502,00
comptabelen
……………………..
Vordering op het Staatsbedrijf der P.,
T.
en
T.
‘
)…………………………
Id. op andere Staatsbedrijven 2)
-.
..
3.430.348,03
–
,,
1.880.348,03
V e rpli cl, t i n ge n.
Voorschot door de Nederl. Bank ….
/ 14.837.607,05 t 13.269.598,28
111.623.000,-
,,11 1.623.000.-
87.000000,-
,, 71.900.000.-
de
Waarvan direct bij
Ned. Bank..,,
41.000.000,-
,,
26.000.000,-
14.057.783,-
,,
14.524.114,-
Schatkistbiljetten in omloop’)……….
Schuld a. d. Bank v. Ned. Gemeenten 2)..
—
–
Schatkistpromessen in omloop ……..
Id. a. h. Alg. Burg. Pensioenfonds 2) ..,,
11.514.648,14
,,
10.511.966,98
Zilverbons in
omloop ……
………..
Id. a, h. Staatsbedrijf d. P., T. en T.
2)..,,
22.955.455,72
,,
17.432.530,02
,,
590.000,-
Id. aan andere Staatsbedrijven’)………550.000,-
Id, aan diverse instellingen 2)
……….
..
4.528.858,04
,,
4.543.353,25
Waarvan / 12.056.000 vervallende
op 1 Juli 1929.
In rekg.-crt. met ‘s Rijks Schatkist.
NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.
1
23 Oct 1926
1
30 Oct. 1926
Voorschot uit ‘s Rijks kas aan N.-lndië
–
f
1.093.000,-
Indische Schatkistpron,. in omloop ..
/ 4.lSO.000,-
5
)
,, 4.150.000,-
Voorschot Javasche Bank aan N.-lndië
–
–
Muntbiljetten in omloop
…………
..
33.403.000,- 33 392.000,-
Ten voordeele van N_ed.-lndië ge.
boekte beleggingsge’lden van het
,, 2.938.000,-
,, 2.938.000,–
Ned.-lnd, muntfond8……………..
Idem van de Ned.-lnd. Postspaarbank.
,,
1.006.000,-
,,
847.000,-
/33.769.000,-
1
)
/37.821.000,-
Totaal
……………………
Tegoed bij ‘s Rijks kas……………
,, 2.977.000,-
,, 4.599.000,-
Te goed bij de Javasche Bank ……….
4.751.000,–
–
1) Verbeterde opgave.
3 November 1926
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
975
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 1, Nov. 1926.
Activa.
Binnenl.Wis-I Hfdbk.
f
48.267.555,37
sels, Prom., Bijbuk.
9.962.841,06
enz.in disc.l Ag.sch.
,,
15.564.722,36
f
73.795.118,79
Papier o. h. Buiten!, in disconto
–
Idem eigen portef.
.
f
185.543,762,-
Af :Verkochtmaar voor
debk.nognietafgel.
–
185.543.762,-
Beleeningen
ncl.
vrsch.
Hfdbk.
f
81.299.279,13
in rek.-crt.
Bijbnk.
»
14.242.625,56
op onderp.
Ag.sch.
74.812.81609
f
170.354.720,78
Op Effecten…..
…
f
165.440.569,42 Op Goederen en Spec.
,,
4.914.151,36
170.354.720,78
Voorschotten a. h. Rijk..
.-. …. .-. ….
… …..
4.689.112,82
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud
……
f
62.266.185,-
Muntmat., Goud
..
,,
356.290.383,51
f
418.556.568,51
Munt, Zilver, enz.
•
,,
26.734.398,66
Muntmat. Zilver..
,,
–
Effecten
445.290.967,17
BeleggingRes.fonds.
f
7.008.176,68
id. van
‘
v. h. kapit.,,
3.954.298,42
10.962.475,10
Gebouwen en Meub. der Bank
.. ……
5.142.000,-
Diverse rekeningen
•…… ……….
…
…
66.100.027,13
f
961.878.183,79
Passiva.
Kapitaal
………………..
………..
f
20.000.000,-
Reservefonds .
…………..
,,
7.047.731,06
Bijzondere
reserve ……………………
8.800.000,-
ankbiIjetten in omloop……………..
891.960.865,-
Bankassignatiën in omloop………..
535.534,70
Rek.-Cour.j Het Rijk
f
–
saldo’s:
Anderen
23.441.531,27
23.441.531,27
Diverse rekeningen .
.. .
10.092.521,76
•
f
961.878.183,79
Beschikbaar metaalsaldo
……………
f
261.532.977,35
Op de basis van. 21
5
metaaldekicing….
,,
78.345.391,16
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd
is.
,,
1.307.664.885,’-
Voornaamste posten in duizenden
guldens.
Goud
Andere
Beschlkb.
Dek-
Data
]Circulatie~ope
is
chb.
Metaal-
k
Munt
1
Muntmaf.
schulden
saldo
perc.
1 Nov. ’26
62.266 356.290
891.961
23.977
261.533
49
25 Oct.
’26 82.445
356.290 833.642
34.370
271.700
51 18
’26
62.553
356.290 840.778
38.265
269.164
51
11
’26
62.660
356.281
850.816 54.343
263.693
49 4
‘2C.
62.846
356.281
866.948 45.573 262.561
49
27 Sept. ’26
83.050
356.290
823.552
45.028 272.431
51
2 Nov. ’25
56.184
379.685
940.046
38.583
262.715
47
25 Juli
‘14165.7031
96.410
1310.4371 6.198
43.521
1
)
1
54
Totaal
Schatkist-
ee
TPapIer
Dive’ï
Data
bedrag
promessen
1
e
‘
op het.
reke-
Lingen
disconto’s
rechtstreeks bulteni.
2)
1 Nov. 1926
73.795 9.000
170.355 185.544 66.100
25 Oct.
1926
65.335
14.500
127.303
194.428
58.336
18
1926
87.654
37.000
128.467
194.181
50.771
11
1926
86.084 36.000
135.897
208.580 44.699
4
1926
86.884
35.000
130.816
218.673
47.728
27 Sept. 1926
51.062
–
133.815
218.446
42.164
2 Nov. 1925
93.484
10.000
166.259
244.249
39.488
25 Juli
1914
67.947
14.300
61.686
20.188
509
‘)
op (Ie basis van
3
15
metaalcekking. ‘)
Sluitpost activa.
SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Data
Metaal
ci laU
Andere
opeischb.
Discont.
Di
k
18 Sept.
1926..
1.071 1.481 1.241
890
552
11
1926….I
1.058 1.533 915
904
608
4
,,
1926.
.
1.057
1.671
859 903
598
28 Aug.
1926..
1.069
1.589 933 915
606
21
,,
1926…
1.068 1.486
1.040
899
579
19 Sept.
1925-
1.002
1.686
661
992
255
5 Juli
1914..
645
1.100
560
735
396
., U
,
UILIJVVI
UCt VLILV 0.
JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens. De sainengetrok-
kencijfersder laatste weken zijn -telegrafisch ontvangen.
Andere Beschikb. Data
Goud
Zilver
Circulatie opelschb. metaal-
schulden saldo
23 Oct. 1926
221.500
333.000
72.000 146.500
16
,,
1926
228.000
334.500 70.000 147.100
9
,,
1926
229.000
333.500
73.000
147.700
2 Oct. 1926
‘198.935
29
330.457
76.457 147.972
25Sept.1926
199.092
30.243
329.220
69.010
150.138
18
,,
1926
199.149
30.154 332.294 64.670
150.321
11
,,
1926 199.021
30.171
334.234 55.044
151.785
24 Oct. 1925
143.456
42.352
336.772 56.948
107.665
25Oct. 1924
148.784
57.346
276.063
114.341
128.684
25 Juli1914
22.057
31.907 110.172 12.634
4.842
1
)
–
Data
Dis-
conto’s
N.-lnd.
betaalb.
Belee-
ningen
Diverse
reke- ngen
kïngs-
percen
tage
23 Oct. 1926
1597’020
56
16
,
1926
159.960
‘
56
9
,,
1926
156.830
‘
56
2Oct. 1926
12.191
24.561
102.275 44.301
56
25Sept.1926
12.158
23.654
94.850 43.534
58
18
,,
1926
12.173
24.042
91.079 43.852
58
11
,,
1926
12.235
24.224
83.164 43.686
59
24Oct.1925
17.637
28.933
98.711
60.117
47
25. Oct. 1924
34.326
17.685
105.509
35.841
53
25Juli1914
7.259
6.395
47.934
2.228
44
1)
Sluitpost activa.
S)
Basis
5
16
me aaldekking.
BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste
posten, onder bijvoeging der
Currency Notes,
in duizenden ponden
sterling.
Data
Metaal
Circulati
e
Currency Notes
Bedrag
Bankbilf.
1
Oov. Sec.
27 Oct.
1926
152.815
139.069
287.615
56.250
236.820
20
1926
154.096
138.712
288.705
56.250
237.934
13
1926
154.174
139.344
290.448 56.250
239.763
6
»
1928
154.865 140.233
290.770
56.250
240.489
29 Sept. 1926
155.833
140.517
287.858 56.250
237.467
28 Oct.
1925
150.283 142.979
291.617
56.250
240.327
22 Juli
1914
40.164
29.317
–
–
–
Data
Gov.
Sec.
Other
Sec.
Public
Depos.
Other
Depos.
R eserve
_
Ide
27 Oct. ’26
36.715 70.094
17.756
104.850 33.496
27s
20
’26
35.325
72.772
20.202
105.344
35.134
28
13
,,
’26 35.810
70.859
19.607
103.964 34.580
28
6
,,
’26
33.265
72.678
15.798
106.860
34.382
28
29 Sept.’26
33.641
71.986
21.177
101.182
35.066
28
51
8
28Oct. ’25
30.179
74.149
11.106 102.615
27.054
23
22 Juli ’14
11.005
33.633
13.735
42.185 29.297
52
VILlVUUlIl5 tU00.IICtI flCOCI CC CII UCVbItb.
BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in millioenen francs.
Data
Goud
Waarv.
in het
ZIlverI
Te
goed
in h t
–
WIS
Waurvan
op het
Belee-
buitenl.
buit
f.i
s
buitenl. ningen
28 Oct. ’26
5.549
1.864
339
80
5.334
13
2.160
21
1
26
5.549
1.864 339
80
–
4.673
15
2.214
14
’26
5.549
1.864
339
77
5.024
15
2.227
7
’26
5.549
1.864 339 580
4.797
14
2.290
30Sept.’26
5.549 1.864
339
579
5.882
13
2.148
29 Oct. ’25
5.548
1.864 310 566
3.587
15
2.596
23Juli’14
4.104
–
640
–
1.541
8
789
Buit.gew.I
Schat-
1
Diver-
Rekg.Courant
Data
voorsch.
I
kist bil-
sen
2)
Circulaile
Parti-
a/d. Staatlfetten
culleren
Staat
28 Oct. ’26
35.750
5.494
5.062
54.578
3.945
36
21
’26 36.150
5.493 5.009
54.988
3.251
33 14
,,
’26 36.300
5.488
4.984
55.432
2.949
9
7
,,
’26 36.950
5.487
5.311
55.994 2.886
10
30Sept.’26
36.650
5.470 4.072
55.010
2.885
37
29 Oct. ’25
29.950
5.148
3.726 46.679
2.480
37
23 Juli’14
–
–
–
5.912
943
401
-,
,n
UISI.. genusnen
WC5CI1C
voorscn. v. u. niaala. oulnenu. regeeringen.
2)
Sluitpost activa.
3)
Met ingang van den
bankstaat
per
14 October
is de post Tegoed
in
het buitenland in twee onderdeelen gesplitst.
Het tegoed bij de Russische Staatsbank is
pro memorie
opgenomen,
terwijl de thans opgenomen cijfers de andere rekeningen in het bui-
tenland voorstellen.
976
S
ECONOMISCH-TATISTISCHE BERICHTEN
3 Noverjiber 1926
DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten in milioenen Reichsmark.
Daarvan
Deviezen
Andere
Data
Goud
bij bui-
tenl.
circ.
als goud-
dekking
wissels
en
Belee-
ningen
banken
1)
geldende
cheques
23 Oct.
1926
1.679,2
.
179,3
411,3
1.273,1
11,2
15
,,
1926
1.652,6
185,6
446,1 1.293,3
35,0
7
1926
1.616,3
182,9
511,0
1.377,8
11,1
30 Sept. 1926
1.598,1
201,8
521,9 1.383,5
142,1
23
,,
1926 1.566,8
201,8
456,7 1.238,8
.
7,4
23 Oct.
1925
1,204,7
124,4
323,5
1.311,5
14,0
30 Juli
1914
1.356,9
–
–
750,9
50,2
Data
1
Effec-
1
Diversel Circu.
1
Rekg.-
1
Diverse
II
Rijksb.
ten Actival)I latie
1
Crt.
Passiva
Ii geher-
II
disC.’
23 Oct.
1926
91,4
712,7
2.824,5
15
,,
1926
91,3
655,8 2.971,7
7
19211
91,3
611,7
3.139,3
30 Sept. 1926
91,4 556,0 3.251,1
9
,
2
1û9C
01
.4
R07 (1
9 700 9
Q
,,
SUVJ Ui,T
UUIØ)
1
±(fl%’
–
.
23 Oct. 1925 216,9
789,5 2.395,2 814,8
450,5 746,3,
30 Juli 1914 330,8 200,4 1.890,9 944,-
1
40,0
–
1)
Onbelast.
2)
V/.o. Rentenbankscheine 23,15,7 Oct., 30, 23 Sept., reap.
256,9; 204,8; 182,4; 127,6; 295,7 miii.
NATIONALE BANK VAN BELGIE.
Voornaamste posten in miljoenen francs.
1)
Data
u
n
9
Voorsch.ajdSt.
(SJ
bh
.’
r,
cc’o
‘
1r
$52i
ti
CO
——-
__
28Oct.’26
600
481
459
49
400
–
1.753
235
21
’26
358
30
1.801 350
5.200
1.025
9.406
736
14
’26
358
30
1.640
373
5.200
1.025
9.521
344
7
,,
’26
358
30
1.552
400 5.200
1.025
9.484
254
30Sept.’26
358
30
1.633
477
5.200
1.025
9.507
316′
23
,,
’26
359
30
1.489
371
5.200
1.025
9.234
247
29 Oct. ’25
364
30
1.135
455
5.200
–
7.653
132
1)
Sedert 28 October1926 in millioenenbelgas.
VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
,
FEDERAL RESERVE BANKS.
Voornaamste posten in millioenen dollars.
—
Goudvoorraad
Wettig
Wissels
Data
betaal-
middel,
Totaal
Dekking
In her-
disc. v. d.
In de
open
bedrag
F. R.
Notes
Zilver
etc.
member
markt
banks
gekocht
13Oct.’26
2.818,9
1.386,2
126,3
703,9 291,3
6
,,
’26
2.813,4
1.446,1 128,7
623,6
273,3
29Sept.’26
2.807,1
1.424,7
130,1
716,6
275,6
22
’26
2.826,0
1.443,0
131,6
661,6
270,4
15
’26
2.832,7
1.491,1
132,4
565,5
.
262,5
8’26
2.831,5
1.462,4
130,5
614,3 266,0
14 Oct. ‘251
2.766,1
1
1.430,1 103,7
1
643,5 287,0
Belegd
Notes
–
–
-I
estort
‘ou
Dek-
Algem.
1
Dék-
Data
in tj.
.,
Gov.Sec.
1fl
circu-
Kapitaall.
kings-
1
kings-
___________
1
perc.’)
1
perc.a)
13Oct.’26
308,2
1.756,3
2.274,2
123,9 69,9
73,1
6
’26
306,3
1.731,0
2.259,8
123,9
70,4
73,7
29Sept.’26
302,0 1.716,5
2.330,4
123,8
69,3
72,6
22
’26
305,2
1.716,1
2.332,0
123,8
69,8
73,1
15
,,
’26
488,0
1.724,1
‘2.417,3
123,8
–
68,5
71,6
’26
312,3
1.746,5
2.242,3
123,7
71,4
74,3
14 Oet. ‘251
336,2 1.716,0
2.288,2
116,5
69,0
71,7 1)
Verhouding totalen goudvoorraad tegenover opeischbare schulden:
F. R. Notes en netto deposito.
2)
Verhouding totalen voorraad munt-
materiaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in mi11ioenn dollars.
Da(a
Aantal
banken
conto’s
en
beleen.
.
Beleg-
gingen
Qeserve
bij de
F.R.
banks
Totaal
depo-
sito’s
Waarvan
1
time
deposits’
6 Oct. ’26
693
14.414
5.609
1.621
18.966
5.666
29Sept.’26
694
14.395
5.634
1.668
18.939
5.674
22
’26
694
14.259
5.621
1.658
18.820
5.662
15
’26
695 14.316
5.655
1.767
19.215 5.684
8
,,
’26
697
14.198 5.605
1.637
18.758 5.712
7 Oct. ’25
724
13.817 5.447
1.662
18.418
5.248
Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten
EFFECTENBEURZEN.
S
Amsterdam, 1 November 1926.
De stabilisatie van het Belgische betaalmiddel heeft
op de internationale beurzen een gaustigen indruk. Oct-
der deze omstandigheden is het begrijpelijk, dat án het
bijzonder de beurs van B e r 1 ij n van een krachtige
koersstijgiu.g dc vruchten heeft kunnen plukken. Daar ter
plaatse toch hebben ook nog andère overwegingen gegolden, ‘e1ke op zich zelf in staat zijn geweest een opgaande koers-
beweging in liet leven te roepen. De volledige fusie van de
lihein Elbe Union, de aaneenslui.ting in de scheepvaart- tus-
schen de ilapag en Austral lijnen, het vooruitzioht op een
spoedige voortzetting van de B ritsnh-Duitsohe industrieele besprekingen waren pwiten, waarop de aandacht ter beurze
zich sterk heeft geooncentreerd. Bovendien heeft de ruime
geld.markt veel bijgedragen tot het uitvoeren van dekkings-
aanknopen tegen het einde van de maacl. Op den voorgrond
stonden de aandeelen in bovengenoemde maatschappijen, ver-
volgens bankaandeelen – speciaal Danatbank en Commerz-
und Privatbank, in verband met de kleine kapitalen dezer
ondernemingen – Farbenindustrie, enz. Het slot is nage-
itoeg op het hoogste punt gekomen.
Te P a r ij s is de stabilisatie van het Belgische 141u11.twe-
zon niet met volkomen enthousiasme ontvangen. Desniette-
111111 heeft d.o Fransche franc geen enkel nadeel ondervonden
van het lagere peil, waarop men gemeend heeft den Belgi-
scheit fraiic te moeten stabiliseeren Integenideel is iii den
1oop van de ber1chtsweek een vrij krachtig herstel voor de,, Fransehen franc te constateeren geweest, welke 01) de beurs
niet zonder uitwer;king is gèbleven. Over het algemeen ble-ken Fransehe obligaties te zijn gevraagd, terwijl in aan.deo-
len, zooal geen aanbod van beteekenis op te merken is ge-
weest, dan toch ccii duidelijke verslapping van de aandacht
iS ingetreden.
Te L o ii d e n is de markt vrij vast geweest. Het groote
siicces van de Belgische stabil.isatieleening heeft de gansche
beleggingsmarkt gestininleerd, temeer, waar toch al reeds een betere ondergrond voor deze afdeeling heeft bestaan.
Wat de nandeelen betreft, verdient liet opmerking, dat de
mecledeeling omtrent de nieuwe bepalingen -van het plan
Stevenson op de rubberafdeeling zonder eenigen invloed is gebleven. Daarentegen waren aandeelen in binnenlandsche
spoorwegondernemingen iets beter van toon, in verband met
de betere vooruitzichten inzake het conflict in het mijn.
bedrijf. De omzetten zijn echter gering gebleven.
rp0 N en Y o r k is cle ten
,
dcnz vster geworden. Tal i’ai,
ornitandigheden hebben er toe bijgedragen, dat verscillencic
soorten van aandeelen uit te markt wer den genolen, o.a.
de publicatie van de zeer gunstige cijfers van de U. S. Steel
Corporation en van. de. General Motors, de groote ontvang-
sten van de spoorwegen gedurende de eerste negen maanden
van het loopende jaar, de hoogere tlividenden, w’elke pas
zijn gedeclareerd of in het vooruitzjcht zijn gesteld, de
ruimere goldmark.t, enz. Weliswaar is de kooplust iets ge-remd, doordat de beurs zich bezig heeft gehouden met be-
spiegelingeii omtrent ten uitslag van de senaatsverkiezin-
gen, doch aan de algemeene stemming heeft dit geen afbreuk
gedaan. –
T e
n
o ii zo nt is le markt gedurende het grootste ge
deelte van de achter ons liggende beriohtsweek zeer kalm
geweest. Gedurende enkele dagen heeft de af deeling voor
ieleggingsfondsen
een maitte houding aan den dag gelegd in veilband met de iets hoogere noteeringen, welke op de
geldmark.t werden bereikt. De voorbereidingen, welke tot
inschrijving en betaling, op de Belgische stabilisatieleeiiing
w’erclen getroffen, hebben hier wellicht een even groote rol
gespeeld, als de nadering van den termijn van den eersten
November. Toen cle invloed hiervan – zonder dat een lagere
geidnoteering werd bercikt – eenigerm ate verniinilerde,
werd de stemming op de beleggingsmarkt ook betcr. De obli-
gaties der Belgische stabilisatieleening werden op tien eer-sten dag, waarop zij werden verhandeld tot een prijs, onge-
veer 6 pCt. boven dec koers van emissie, omgezet. 6 pCt.
Ned. Werk. Schuld 1922: 1067/
s
,
10615/,
106
3
/
4
; 4% pCt.
Ned Werk. Schuld 1917: 997/
s
, 99%,
99%;
4% pCt. Neci.-
Indië: 98, 97
15
/is, 977/
s
; 5 pCt. Brazilië 1903 £ 100: 76
1
1
16
,
75% ; 8 pCt. Sao Paulo: 105%, 105
1
/
16
.
De aandeelenmarkt is vooral in twee afdeelingen nogal
sterk op den voorgrond getreden. In de eerste plaats in de
af deeling voor
binnenlandsche indns trieele fondsen,
voor
aoover het kunstzijde soorten betrof. Na een aanvankelijke
inzinking, welke gevolgd is op de periode van schielijk her-
stel, trad opnieuw ruime vraag voor de desbetreffende aan-
deelen naar voren, in verband met geruchten omtrent een
.groote productie van eerste klasse garens door te Neder-
lantlsohe bedrijven. De koersen werden als gevolg hiervan
weder gebraeht op het niveau van vôSr cle laatste reactie. De
overige aandeelen uit deze a.fdeeling waren eveneens opge-
872,1
263,8
–
737,8
235,2
–
635,7
208,4
–
594,6
203,5
–
QÇ9
17Q&
–
3
November
1926
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
977
wekt van tooi, doch (Ie verschillen zijn hier veel beperkter
gebleven. Centrale Suiker Mij. : 123, 12234 123 ; Holland-
sche Kuustzijde Industrie: 81%, 7S/, 8634 ; Jiirgens:
16734, 16534, 166; Mackubee: 101, 984, 102%,
1
05%;
Nec!. Kunstzijdefabiek: 243%, 236, 252, 259; Philips Gloei-
lanipenfabriek: 342
1
/2, 3
4
5%, 346%. Vervolgens on.tstond op de afdeelilig voor
ietrolcumaan-
(leden
een iets grootere vraag, welke zich voornamelijk heeft
uitgesproken in Koninklijke Petroleum Maatschappij en de
met deze onderneming verwante soorten. Niet alleen zijn
de koersen van (leze :iandeelen Vrij aanmerkelijk gestegen,
doch ook de handel is veel ruimer geworden. Dordtsche Petr.
mci.
Mij.: 350, 3541/, 350%; Geconsolideerde Roll. Petr.
Cy.: 1727/
s
; Kon. Petroleum Mij.: 368%, 39/8, 368%
Perlak Petroleum: 65%, 68%, 71%, 70%; Peudawa: 39,
38%, 38%.
Riibberaandeckn
hebben zich geheel nan.gesloten aan de
houding, welke deze fondsen ter beurze van Londen hebben
aangenomen. Aanvankelijk heeft een opgewekte stem-
ming bestaan na het bekend worden van de wijzigin-
gen, welke in liet plan Stevenson zijn aangebracht,
doch reeds spoedig ki
–
omp de belangstelling in en werden
de omzetten tot een minimum gereduceerd. Hoewel een vaste
stemming bleef bestaan, viel er voor de speculatie geen aan-
leiding te ontdekken in do eene of andere richting in te
grijpen. Amsterdam Rubber: 336%, 338%,
339%,
336%
Dcli Batavia: 270, 273% ; Hessa Rubber: 483, 476%,
479%; Java Caoutchouc:
215%,
210, 212%; Kali Telepak:
324%, 326, 329, 320% ; Majanglanden: 383, 390; Ned.-Ind.
Rubber en Koffie: 336, 340, 339; R’.dam Tapanoeli: 159%,
161
1
A,
158; Serbadjadi: 336, 344%,
336%;
Sumatra Caout-
chouc: 307, 302%, 306; Sumatra Rubber: 380%, 378, 381; Verg. End. Cultuur Ondernemingen: 200, 199
1
/
2
, 198, 196.
Ook
tabaJtsanndeelen zij ii verlaten gebleven, waarbij de no-
teeringen nagenoeg geen wijziging hebben ondergaan.
Arencisburg: 588%, 598; Besoeki Tabak: 270, 269; Dcli
Batavia: 433%, 436%, 439%; Dcli Mij.: 429%, 428, 430;
Oostkust: 208,
203%,
207; Senembab: 402%, 401%, 403.
Tot§ grootere handel kon wordeu opgemerkt in te scheop-
vactrtinarlct.
Hier echter hebben de realisaties de nieuwe
aankoopen overtroffen, zoodat een lichte daling van het
koerspeil is ingetreden. Hoewel de berichten van de vrach-
.tenmarkt voortdurend gunstig blijven Juiden, is men te-beurze iets voorzichtiger geworden, omdat men aan een
terugslag gelooft, zood.ra de mijnwerkarsstaking in Enge-
tand tot het verleden zal beliooren. Holland-Amerika Lijn:
67%, 64, 66%; Java-China-Japan Lijn:
132%,
131%,
132%; Kou. Ne:l. Stoomboot Mij.: 103, 103%, lO0/s; Ned.
Scheepvaart Unie: ISO’%, 179, 179%; Stoomvaart Mij. Ne-derland: 175.
01) de
suikcrmdcrkt
heeft een afwachtende lioutig ge-
heerseht, waarbij een vaste ondergrond te ontdekken viel.
Langzamerhand verkrijgt men een beter overzicht over de
schade, welke door dcii orkaan aan den suikeroogat van
Onba is toegebracht, toch zoolang de juiste cijfers niet be-
kencl zijn – en daarnietle de invloed, welke op het prijs-
verloop van suiker uitgeoefend zal kunuen worden – gaat
men er klaarblijkelijk niet toe over suikeraandeelen op
groote schaal aan te koopen. Iii verband hiermede zijn
slechts hier en daar koersverheteriugen van eenige beteeke-
iiis voorgekomen. Cultuur Mij. der Vorstenlanden: 172,
170, 178; liandelsvereeniging Amsterdam:
665%,
668, 672;
Java Cultuur Mij.: 359, 358. 363%; Ned.-Jndisehe Suiker
Unie: 247%, 245%, 251%; 254; Pagottan: 270, 275; Poer-
woredjo: 118%, 117, 117%; Sindanglaoet: 404%, 401, 395; Tjepper: 659, 657.
Mijnaeiwlcelcn
waren rustig, doch over liet algemeen niet zeer geanimeerd. Alg. Exploratie Mij.: 113, 114%, 112%
Billiton le Rubriek: 811
1
/, 812,
828%,
830, 805 (ex div.);
Redjang Lebong: 237, 231, 237; Singkep Tin: 427, 433%,
435.
De afdeeling voor
bankaandeelcn
was vast met nu en dan
vrij groote omzetten. Amsterclarnsehe Bank: 163, 162%,
162; Roll. Bank voor Zuid-Amerika: 735
z
‘, 75i/, 75%;
Javaselie Bank: 361, 359, 360; Koloniale Bank: 218%,
217, 216, 218
5
/s; Xecl.-Ind. Handelsbank: 171%, 170%, 172;
Ned. Handel Mij. C. v. A.: 157
1
/2,
156%, 156
1
/8; R’clamsche
Bnnkverg.: 79, 78, 77%, 79
1
/
4
; Twentsche Bank: 142, 141.
De
Ainerikaensohe nrerkt
heeft enkele op- en neergaande
bewegingen aangetoond, waarbij ten slotte echter lioogere
iioteeringeii voor enkele fondsen werden bereikt. A.nacon-
da Copper: 97%,
97%;
Studebaker:
50%,
51%, 51
3
/8; Uni-
te:l States Steel Corp.: 139%, 141%, 139%; Atehison Tope
en: 150
1
,
153%,
1521
16
; Ene: 38%, 39, 37% ; St. Louis
& San Francisco: 97, 97%, 97%; Union Pacifie Rw.:
161
7
1,
162%, 161%; Wabash Railw.: 41
15
1
no
, 41
11
1
3
2,
4028
1.32.
De noteering voor
prolongatie
varieerde tusschen 3 en
3% pCt.
1
GOEDERENHANDEL.
GRANEN.
2 November 1926.
De t a r iv e-markt is deze iveek in de meeste Europeesche
invoerlanden niet bepaald levendig geweest. Zoowel de prijs-
loop in Noord-Amerika als de ‘vooruitzichten voor de
vrachtenmarkt gaven aanleiding tot een rustige stemming.
Op den eersten dag der week hadden de zeevnaehten, welker
verhooging op de voorafgaande dagen wat tot staan was
gekomen, haar stijgende beweging nog niet weder hervat.
Daarop volgden echter weder minder goede vooruitzichten
voor de bijlegging der staking in de Engelsche kolenmijnen,
en zoowel in Noord- als iii Zuid-Amerika en aan de
Zwarte Zee gingen versehepers er weder toe over om hoo-
gere vrachten te betalen. Het einde der week bracht echter
weder eene verbetering dier vooruitzichten en als resul-
taat daarvan was scheepsruimte op latere posities vat ge-
makkelijker te krijgen. Spoedige boeten blijven echter
schaarsch en daarvoor werden speciaal van Argentinië ook
hoogefe vrachten betaald, terwijl ook van Noord-Amerika
voor venscheping in November nog met zeer hooge vracht-
cijf ers moet gerekend worden. Aan de tarvemarkt zijn door
de wat weifelende houding der vrachten de prijzen voor
eenigszins verwijdlende af lading wat gedaald, terwijl de en-
clenneniingslust op die posities afnam. Voor spoedige tarwe
blijft de kooplust in verschillende invoerlanden vrij goed, doch de omvang der zaken van eenigen tijd geleden werd
niet weder bereikt. Molens en handelaren in Engeland
schijnen voldoende tanwe in koop te hebben om hunne in-
koopen nog eenigen tijd te kunnen beperken. Sedert
1 Augustus heef t de Engelsche tarwe-invoer 1 millioen qrs.
meen bedragen dan in dezelfde periode van het vorige jaar,
en waarschijnlijk ligt daarin voor de Engelsche tarwekoo-
pers s’el aanleiding om bij den tegenwoordigen hoogen prijs
den vercleren prijsloop wat af te wachten. Behalve de mo-
gelijkheid, dat een oplossing van het geschil in de Engel-
sche kolenmijnen tot lagere zeevrachten zal leiden, lag ook
in de Noord-Amerikaansche markten voor den Europee-sehen handel aaiileidiug om een eenigszins afwachtende
houding aan te nemen. Daar zijn namelijk in tien loop
den week cle prijzen geleidelijk gedaald. Groot waren de
verlagingen niet, omdat men daar stei-k doordrongen bleef
van de zekerheid, dat Europa dit jaar veel tarwe zal moe-
ten importeeren. Daar tegenover stonden echter berichten
uit Canada, volgens welke de opbrengst der Pnainie-pno-
vincies ondanks het slechte weder van September nog
grooter zou zijn dan de laatste offieieele r1ming aangaf.
Wel heeft de kwaliteit geleden, dloeh ook van de minder
goede soorten wordt aangenomen, dat zij zeer goed bruik-
baar zullen zijn als grondstof voor brood en iii de Cana-
deesche marktsituatie werd dus algemeen aanleiding gezien
voor prijsverlaging. Daarbij komen dan bij voortduring zeer
goede vooruitzichten in Australië en Argentinië, ivelker in-
vloed zich naarmate het seizoen vordert in sterkere mate
doet gevoelen.
mii
Argentinië blijkt dle vorst, waarvan den
laatsten tijd nu en dan sprake was, weinig schade te heb-
ben veroorzaakt, zoodat er op een grooten oogst wordt
gerekend. In Australië blijft het weder zeer gunstig en
een opbrengst van ongeveer 20 millioen qrs. wondt daar
zeer waarschijnlijk geacht, terwijl in 1925 de opbrengst
slechts 13,3 millioen heeft bedragen. De Argentijnsche
tarweprijs onderging deze week weinig verandering, doch
ten slotte is Februari-tanive wel ivat goenikooper geworden,
zoodat het slot op 30 October (op 1 November waren de
Argentijusche markten gesloten) daarvoor 5 5. 10 centavos
lagen was dan op den 25sten. Eenige oude tarwe is deze
week weder uit Argentinië verscheept, doch ofschoon het sunplus er nog Vrij groot schijnt te zijn, kan op eene uit-breiding der verschepingen nauwelijks wonden gerekend,
omdat van veel den in Angentinië nog aanwezige tarwe de
kwaliteit onvoldoende is als gevolg vanhet slechte oogst-
weder van het vorige jaar. Uit Noord-Amerika waren de
verschepingen deze week wat grooter dan de vorige en de
schaarschte aan scheepsruinite doet zich daarop dus slechts
weinig gevoelen. Bovendien werd veel tarwe verscheept uit
Rusland, en ofschoon van den Donau de groote afladingen
van the vorige niet wenden voortgezet, droeg door de groo-
tere Russische af ladingen Oost-Europa in dezelf cle mate
tot te wereidvenschepingen bij als in de vorige week. De
berichten uit Rusland blijven erop duiden, dat ook in het vervolg ruime tarwevenschepingen kunnen worden ver-
wacht, want, terwijl voor andere graansoonten de aan-
voeren iii de Russische havens en in het centra van Zui-
delijk-Rusland niet schijnen mee te vallen, zijn zij voor
tarwe ruim en veel grooter dan in het vonige jaar. Op liet
Europeesche vasteland werd geregeld met inkoopen van buitenlandsche tarwe voortgegaan en ofschoon de zaken
niet levendig waren, wordt toch alle spoedige tarwe zon-
979
ECONOMISCH.-STATÎSTISCHE BERICHTEN
3 November 1926
Noteeringen.
Chicago
Buenos
Aires
Data
Tarwe
Mars
Haver
Tarwe
Maïs
Lijnzaad
Dec. Dec.
Dec. Nov. Nov.
Nov.
30Oct.’26
1403
21
74y
4
43
12,75 5,75
15,25
23 .,,
’26
144
775/
44
1
18
12,85
5,90
15,60
30Oct.’25
147%
74i1
38
12,15 7,90 18,30
30 Oct.’24
14151
1053/
49W
15,40
11,55
23,10
30Oct.’23
106
72
41i18
12,40
9,80
2,15
20Juli’14
82
56i1
3 6,W
9,40 5,38
13,70
Locoprijzen te Rotterdam/Amsterdam.
Soorten
1 Nov.
1926
25
Oct.
1926
1
2
Nov.
J
1925
Tarwe (Hardwinter II)
.
.11
16,10
1
16,50
15,75
Rogge (No. 2 Western)
.
.i
13,-
13,-
9,60
183,-
190,-
Gerst (48 lbs.malting)
. .
216,-
1
223,-
192,-
Haver (Canada 3)……..
1
11,75
1
11,75
10,70
Maïs
(La
Plata) ……….180,-
Lijnkoeken (Noord.Ameri.
kavanLaPlata.zaad)..1
12,.9
1
Lijnzaad (La Plata) …..
390,-
1) per 100 KG.
2)
per 2000 KG.
12,45
13,70
386,_…
415,-
8)
per 1960 KG.
AANVOEREN in tons van 1000 KG.
Rotterdam
Amsterdam
Artikelen
24130
Oct.
Sedert
Ov,ereenk.
24130
Oct.
Sedert
1
Overeenk.
1926
1
Jan.
1926
1
tijdvak
1925
1926
1Jan.
1926
1
tijdvak
1925
Totaal
1926
1925
Tarwe ………………
..42.845
1.376.954
1.025.166.
Rogge ………………3.688
225.813.
238.576,
Boekweit ……………
..1.001
17.885
18.181
Maïs ……………….53.321
758.948
647.078
Gerst ……………..
.9
..881
311.925
222.085
Haver ………….. ……870
158.627
179.901
Lijnzaad …………..
..
.1.335
192.157
195.220
Lijnkoek …………..
6
..702
213.430
161.037
Tarwemeel ………….670
75.273
103.554 i
Andere meelsoorten …
826
12.962
7.813
der bezw’aar opgenomen. Zoo was in België aan het einde
der week de vraag zeer bevredigend. Uit Duitschlaud hoort
men, .dat de voorraden daar zeer klein zijn in afwachting
van mogelijk geachte prijsverlaging, doch geregelde inkoo-
pen moeten toch plaats vinden, en op sommige dagen der
vorige week vren de zaken zelfs vrij omvangrijk. Op
geen enkelen (lag der week veroorzaakten zij echter een
herstel in Noord- en Zuid-Amerika. Op 1 November sloot
Chicago 3 per 60 lbs. lager dan een week tevoren. Te
Winniieg bedroeg de verlaging ongeveer 4 cent.
‘Ook r o g ge is deze week in Chicago wat in prijs ge-
daald, wat aanvankelijk tot eene uitbreiding der zaken in’
Noor.d-Amerikaansche rogge naar Europeesche invoerlan-
den leidde. Ook andere soorten waren in Europa goed-
kooer te koop, w’aartoe uitbreiding van het Duitsche aan-
bod meclewerkte. Aan het einde der week, toen voor alle
graansoorten cle zaken in omvang af namen, was dat ook
voor rogge het geval. Bij liet beperkte aanbod waren zij
trouwens de geheele week niet groot geweest.. Grootere
verschepingen uit Rusland werkten cle. afname der zaken
in de hand.
M a ï s was in het begin der week gedurende zeer kor-
ten tijd 1 lauwer wegens de groote Argentijniche versche-
pingen en de iets gemakkelijker houding der vrachtenmarkt.
Daclelijk daarop volgde echter weder eene vastere houding
der markt wegens’ het voortduren der zeer goede vraag
01) hot vasteland en ook in Engeland, speciaal voor spoe-
dige maïs, terwijl tevens weder •hoogere vrachten van Ar-‘
gentinië werden betaald. De hoogste tot nog toe. ‘bereikte
prijs voor Platamaïs werd op 27 October voor eene stoo-
mencle lading betaald, doch vanaf .dat oogenblik Is cie
stemming van maïs veel flauwer geworden. De verschepin-‘
gen van Argentinië waren kleiner dan de vorige week en”
toch namen de voorraden in de Argentijusche havens ‘niet
toe, doch ondanks deze omstandigheid vond op 28 October eene aanziehlijke ‘verlaging plaats in de maïsprijzen aan de
Argentijnsche termijumarkten. Toen op dieuzelfden dag
‘boadndien de kans op de bijlegging ‘van het geschil in cle
Engelsche kolenmijnen begon te verbeteren, verdween in
sterke mate het vertrouwen ‘in de maïsprjzen. Eenige ver-
betering op 30 October ‘in cle Argentijnsche maïsprijzen kon
•e prijsverlaging van mais in Europa nauwelijks tegen-, houden en terwijl de vraag verminderde, was na
en
k
e
l
e
r
dagen de prijs niet slechts voor latere posities, doch ook
voor sp’oedige nraïs vrij aanzienlijk gedaald. In Nederland’
bedroeg de prijsdaling 4 á 5 pCt., •doch in Ege1ancl was
de markt minder flauw, zoodat daar bijvoorbeeld op 1 No-
veinber meer voor Platamaïs w4rd betaald dan in Necler-land: Aan de A’rgentijnsehe .termijnmarkten heeft van 25
tot 30 October de prijsverlaging ’20 1 30 centavos per 100-
EG: bedragen. Een zeer groote maïsi.nkoop der Spaansche
regeer’ing ter verseheing van Argentinië in December tot Juli, welke niet minder dan 150.000 ton schijnt te hebben’
beloopen, heeft cle Argentijusche ‘markt slechts weinig ge-
steund. Hij heeft ei
–
echter wel toe meegewerkt, dat in En- –
geland mais niet zdo fikuw was als bijvoorbeeld in
Ne’t
–
13.842
20.966
1.390.796
1.046.132
–
1.411
450
227.224
239.026
–
1.108
150
18.993
, 18.331
462
87.180
63.590
846.128
710.668
50
9.664
‘
9.806
321.589
231.891
250
2.465
602
161.092
180.503
338
174.443
50.423
366.600
245.643
–
– .
–
213.430
161M37
–
‘ 20,525
16.412
95.798
119.966
–
–
–
12.962
J
7.813
derlanL Andere maIs clan Argentijosche werd ook deze
w’eek weder weinig verhandeld. De berichten uit Roemenië
blijven weliswaar uitstekend en het staat daar nu w’el vast,
.dat een zeer groote oogst van uitstekende kwaliteit is bin-
nengehaald, doch de zaken ‘daarin blijven nog steeds klein,
wat voornamelijk het gevolg is van de bezwaren, welke
cle vi-achtenmai-kt met zich brengt. Enkele partijen afge-
laden Don aum als werden speciaal in Nederland gemakkelijk
opgenoen, doch zij waren slechts van beperkten omvang en het zal nog w’el eenige weken duren vdôr belangrijke
partijen nieuwe mais van den Donau ter verschepi.ng
komen, vooral indien het aanbod van scheepsruimte aan
den Donau niet grooter wordt dan ‘op het oogenblik het
geval is. Rusland kwam met nieuwe ma.ïs ter verscheping
in de eerstvolgende maanden aan de mai-kt. Uit Noord-Amerika wordt bericht, dat de maIs daar onder bevredi-
gende omstandigheden is binnengehaald, en slechts in
enkele streken is sprake – van onvoldoende kwaliteit. De
ma.ïsprjs te Chicago is de laatste ‘dagen vrij sterk gedaald,
zoodat die daar op 1 November 434 h 5 dollarcent per 56
lbs. lager stond clan een week tevoren. Men denkt nu weder
aan de mogelijkheid, dat Noord-Amerika dezen winter tot. uitvoer van mais zou kunnen overgaan.
G e r s t was aanvankelijk nog zeer’ vast met verdere
stijgende prijzen, doch spoedig nam ook voor deze graan-
soort dc vraag af, waarna houders geleidelijk bereid bleken
tot lagere prijzen af te geven. Zoowel in Duitschland als
in Nederland kwamen in gerst in de tweede helft dezer
week veel, minder zaken tot stand. De verschepingen van
Rusland waren deze week weder zeer ruim en ofschoon die
van den Donau niet weder het hooge cijfer van de vorige
week bereikten, waren de gezamenlijke afladingen uit Oost-
Europa weder bijna even groot. Tot de flauwere houding
‘der gerstmarkt heeft toenemend aanbod uit Noord-Amerika
‘bijgedragen. Tot dalende prijzen werd uit Canada en de
Vereenig.cle Staten gerst aangeboden, ‘hetgeei aanvankelijk
tot eene toename der zaken leidde. Aan het einde der
week ii’a.s echter ook voor deze gerstsoor’ten, ondanks de dalende prijzen, de kooplust zeer beperkt.
H a v er is tien laatsten tijd slechts in buitengewoon
kleine hoeveelheden uit de uitvoerlanden verscheept en deze
week werden zelfs uit Argentinië en Noord-Anierika in het
geheel geen afladingen gerapporteerd Dit is in overeen-
stemming met de ‘beperkte vraag naar haver in de invoer-landen en zaken waren ook deze week weder klein.
SUIKER.
De verschillende suikerma.rkten waren cle afgeloopen week
aan triteenloopendo stemmingen onderhevig.
In A m e r i k a werden de verschillende Cuba-cyclooti-
beriohten nogal door de speculatie uitgebuit, hetgeen eenige
prijsschommeling ten gevolge had. De interesse van koo-
pers ‘bepaalde zich echter tot stoomencie en spoedig lever-
bare suiker. De termijnmarkt ‘toonde dan ook na eene
lagere opening ‘in den loop der.Week niet veel verandering,
hetgeen uit volgende cijfers blijkt:
3
November 1926
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
979
Sp. C. Dec. Mrt. Mei Juli
Slot voorafgaande week ……4.52 2.81 2.79 2.86 2.95
Opening verslagweek ……..4.58 2.74 2.74 2.83 2.90
Laagste punt verslagweek ….4.52 2.70 2.71 2.79 2.87
Slot verslagweek …………4.52 2.73 2.75 2.83 2.91
De ontvangsten in de AtI havens der V. S. bedroegen
deze week 70.000 tons, cle versmeltingea 75.000 tons tegen
54.000 tous in 1925 en de voorraden 210.000 tons tegen
81.700 tons.
IPrompte 0 ii b a-suiker werd grif opgenomen tot 2% cLe.
c. & fr. New York en zelfs werd een oogenblik gedaan tot
2.13/16 Lc.; daarna bleef echter deze positie tot 2% dc.
verhandeld.
In E u r o p a werden de berichten van de Cuba-cycloon
kalmer opgevat en bleef men vooral in Engeland daaronder
vrij onverschillig, wat niet te verwoncleren is bij de betrek-
kelijk groote voorraden ruwsuiker. De zaken met dit we-
jeiddeel bleven dan ook tot een enkele lading Februari
levering tot Sh. 13/7% c.i.f. beperkt.
De Cubastatistiek is als volgt:
1926
1925
1924
Tons
Tons
Tons
Weekontvangsten tot 23 Oct. 40.024 21.790 24.852
Totaal sedert 1112 tot 23/10 .. 4.453.962 4.828.244 3.877.581
Weekexport 23 October …. 72.191 58.288 25.362
Totale exportsedert 1/1 t. 23110 4.008.858 4.334.540 3.711.794
Totale voorraad 23 October. . 445.106 500.009 166.787
Volgens F. 0. L i ch t was in October het weer in de ver-
sehillencie bietsnikercentra van Duits cii 1 and nogal
van uiteenloopend karakter; cle verschillende factoren voor
eene raming geven hem aanleiding bij zijn eerste cijfer
van 1.800.000 tons te blijven.
Uit T s j echo sl o v a k ij e kwamen, hoewel het weer
in October vrij gunstig was, klachten binnen over slechte
veldopbrengsten en laag suikergelialte. Ook voor dit land
handhaaft Licht zijne vorige ramiug.
In 0 o s te ii r ij k en Ho ii ga rij e was het weer resp.
gunstig en zeer gunstig; cle oogst in liet eerste land is
echter kleiner uitgevallen clan verwacht werd.
In J u go sI av i ë en Roenie nid daarentegen had
het gewas en de veidbewerkiug te lijden van overvloedige
1-egens en van overstroomingen.
De gegevens uit Ru si a n cl, ofschoon uit officieele bron,
zijn te onvolkomen en tegenstrijdig om zich een goed denk-beeld te kunnen vormen vaii den a.s. oogst.
In 1 tal i ë kan liet oogsten der bieten en het fabrieks-
werk onder gunstige weersomstandigheden goede vorderin-
gen maken, zooclat cle laatste raming met 10.000 tons ver-
hoogcl werd.
In F r a n kr ij k kwamen eindelijk cle regens door na
eene lange periode van droogte. Het oogstwerk wordt hier-
door zeer vergemakkelijkt en ofschoon het gewas minder zwaar is, is het suikergehalte belangrijk hooger. De gun-
stige weersomstandigheden in aanmerking genomen, gaf
dit Licht aanleiding zijne raming voor dit laad met 30.000
tons te verhoogen.
In N e d er 1 a n
cl
en B e 1 g i ë was het i,’cer in October over het algemeen gunstig.
Hetzelfde geldt voor D e n em arken en Zweden;
verschillende factoren echter brengen Liciht ertoe zijne
vorige raming voor het laatste land met 5000 tons te ver-
minderen.
De nieuwe raming van Licht in vergelijking met zijne
vorige en de opbrengsten in de twee voorgaande jaren, ziet
er als volgt uit:
1926127
1925126
1924125
tons
tons
tons
tons
nieuwe ram. le raming
Duitschiand …. 1.800.000 1.800.000 1.595.161 1.575.684
Tsjechoslowakije 1.200.000 1.200.000 1.487.920 1.409.703
Oostenrijk
72.000
80.000
78.145
75.000
Hongarije ……185.000
185.000 166.286
202.354
Frankrijk . …..730.000
700.000 746.913
827.472
België ……….285.000
285.000
332.170
400.106
Holland ……..300.000
300.000
306.970
329.244
Denemarken ….
150.000
150.000 182.000
140,000
Zweden ……..25.000
30.000 204.497
135.009
Polen ………..600.000
600.000
588.770
494.854
Italië ……….280.000
270.000
182.000
422.000
Spanje……….300.000
300.000 250.000
260.000
Rusland ……..975.000 1.000.375 1.050.000
458.375
Andere landen .. 440.000
440.000 300.000
348.000
Totaal in Europa 7.342.000 7.340.000 7.470.832 7.077.691
• In E n ge 1 a n d hebben de groote voorraden buitenland-
sche witte suiker een der Britsche Raffinadeurs genoopt
eene hunner Londensche fabrieken te sluiten en eene andere
op halve kracht te laten werken.
De termijnmarkt in Londen sloot op de volgende cijfers:
voor October . . . . Sh.17110
voor Maart .
. Sh.1517%
December . .
1512%
,,
Mei .. ..
,, 15/10%
,,
Aug…..,, 16/334
De Zichtbare Voorraden zijn volgens Czarnikoiv:
1926
1925
1924
Tons
Tons
Tons
Duitschland 1 October ……77.000
17.000
2.000
Tsjechoslowakije 1 October ..
44.000
36.000
7.000
Frankrijk 1 October ……..51.000
51.000
50.000
Nederland 1 October ……..63.000
35.000
11.000
België 1 October ……….18.000
18.000
11.000
Polen 1 October …………43.000
35.000
7.000
Engeland 1 October ……..366.000 301.000 142.000
Europa.. 662.000 493.000 230.000
V.S. Atlant. havens 27 Oct. .. 210.000
82.000
50.000
Cuba 23 October …………
445.000
500.000
167.000
Totaal .. 1.3 17.000
1.075.000
447.000
Op. J a v a werden door de V.LS.P. weer eenige verkoo-
pen uit oogst 1927 tot stand gebracht op basis der laatste
prijzen (al.
f
17% per 100 KG. basis Superieur). In de tweede band verhoogdeii koopers hunne biedingen tot
f
11,56% voor Superieur November;
f 11%
December;
f 11%
Januari en
f 11Y8
Februari.
lii er te 1 au d e opende de markt vast en bleven cle
prijzen op de termijnmarkt gedurende cle geheele week
eigenlijk boven pariteit te New York. Vooral voor Decem-
ber konden de iioteeriiigeu aantrekken en ligt cle oorzaak
hiervan waarsdhijnljk in verkoopen van effectieve suiker
voornamelijk naar België, welke met Decemberterinijn wer-
den gedekt.
De markt sloot
01)
f
18% voor December,
f
18% voor Maart en
f
19,- voor Mei.
NOTEERINGEN.
Londen
New York
Amster-
Wh(teJavas
Cubas
go
Data
dam per Tates f.o.b. per
96° c.Lf.
Centri-
No. 1 Ocf.jNov.
Nov/Dec.
fugals
kristalsulker
bil.
Sh.
Sli.
$
ets.
basis 990
1 Nov.’26
f
18i5,
351-
15110k
1316
4,52
25 Oct. ’26
,,
18
7
1
33
35/_
161_
13
1
6
4,58
1 Nov. ’25
,,
1671,
3113
1211% 1011%
3,90
1 Nov. ’24
,,
211
4116 201734
221- 5,96 ruwsuiker
basis 88
0
4 Juli ’14
f
1118183
181
7
– –
3,26
basis 990
1)
Het
verschil tusschen
ruwsuiker
88° en
f
14
18
1
2
1
krist.suik.
99° is aan
te nemen opf3
p. 100 KG.
KOFFIE.
Over de afgeloopen week valt feitelijk niet anders te be-
richten, dan dat de markt geheel onveranderd bleef. De
wisselkoers op Londen in Brazilië bleef schommelen iets
onder 7 .d. en in cle aanbiedingen van Rio en van Santos
kwam dientengevolge bijna geen wijziging. Voor de gewas-
schen Centraal Ainerikaansche soorten was de markt eer
iets vaster; daarentegen ivaren de offerten van Robust.a uit
Indië een fractie lager.
In de week, eincligende 30 October, bereikten de versahe-
pingen van Santos naar cle Vereenigde Staten van Amerika
het formidabele cijfer van 275.000 balen tegen 59.000 ba-
len in de week, eindigende 23 October en 126.000 balen in
die, eindigende 16 October. De uitvoer naar Europa ivns
klein, namelijk 53.000 balen tegen 84.000 balen en 73.000
balen. Naar Amerika en Europa tezamen werden dus in
de laatste week verscheept niet minder dan 328.000 balen
en daar de aanvoeren uit het binnenland van Sao Paulo naar Santos op het oogeublik gelimiteerci zijn op circa
32.000 balen per dag, was het gevolg, dat cle voorraad te
Santos nog ongeveer 100.000 balen is afgenomen. Hij be-
draagt thans slechts 680.000 ‘balen, een cijfer dat voor dezen
tijd van het jaar ongekend klein is. Hoe hieruit de verschil-
lende soorten en beschrijvingen, noodig voor levering op de
afgesloten contracten, zullen te zoeken zijn, is een raadsel
en met grond mag worden verwacht, dat cle limite van de
aanvoeren uit het binnenland van Sao Paulo naar Santos,
die voorloopig sleohts tot 5 dezer verhoogd was op 32.000
balen, op dien datum niet zal worden verlaagd, tenzij blij-
ken mocht, zooals reeds vroeger enkele malen het geval is
geweest, dat de telling van den voorraad in den laatsten
tijd onjuist is geweest, en hij in werkelijkheid belangrijk
grooter is.
De noteeringen aan de termijnmark
–
ten oudergingen deze
week slechts kleine veranderingen en onze markt sluit dan
ook bijna op de prijzen van de vorige week.
980
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
3 ‘Noveniber 1926
In loco was de afzet nog altijd beperkt, vooral voor bin-
nenlandseli verbruik. Voor uitvoer ging er weliswaar iets
meer om, doch bevredigend kan de afzet nog lang niet ivor-
den genoemd.. De prijzen van gewoon goed beschreven Superior Santos
op prompte verscheping zijn thans ongeveer 921- á 93/6 per
cnt. en van dito Prime ongeveer 94/- k 95/6, terwijl zij
‘aii Rio type New-York met beschrijving, prompte ver-
sdheping, bedragen 7313 l 74/-.
Van Robusta op aflading van Nederlaudsch-Indië zijn de
prijzen in de eerste hand op het oogenblik:
Palembang Robusta, November/December verscheping,
403.4 et. Benkpe1en Robusta, November/December versche-
ping, 42% ct., alles per
1%
K.G., cif, uitgeleverd gewicht,
netto contant. –
De .offieieele loco-noteeringen bleven onveranderd 61 ct.
her 14 K.G. voor SuperioT Santos en 52 ct. voor Robusta.
De noteeiingen aan de Rotterdamsohe termijnmarkt wa-
ren aan de ochtend-cali als volgt:
Santos-contract
Gemengd Contract
basis Good
basis Santos Good
Dec.
1
Mrt.
1
Mei
1
Sept. Dec.
1
Mrt Mei
i
Sept.
2 Nov.
’18
‘/8 47
443%
4751
453% 433% 417/8
26 Oct. 50
50
48
48
463%
423%
19
483% 463%
45
18
3
18
46
v
4
44
4211
8
40
1
1
8
12
50% 4851
8
47
1
46
48% 463! 4418 42l/
De slot-noteeringen te New-York van het aldaar geldende
gemengd contract (basis Rio No. 7) waren:
– —
Dec.
1
Maart
Mei
1
Sept.
$
15,60
$
15,09
$14,64
$
13,70
25 Oct ………
,,
15,39
14,83
14,35
,,
13,39
1 Nov
……….
,,
14.51
.
,,
14,16
13,87
13.10″
18
………
11
,.
……..
.,,
15,34
,,
15,05
,,14,72 14.03,
Rotterdam, 2 November 1926.
(Mededeeling van de Vereeniging voor den Goederenhandel
te Rotterdam.)
Noteeringen en voorraden in Brazilië.
1
te Rio
1
–
te Santos
1 Wlsselkoe’s
Data
1
1
1
teRio
1
Voorraad 1 Prijs
1
Voorraad
1
Prijs
0p
Londen
1
(In Balen)
1
No.7′ 1 (In
Balen) lNo.4′)
1 Nov. 1926
306.000 23.025716.000 25.000 6
28
1
25 Oct. 1926
311.000 22.600 786.000 24.700 6’5,
18 ,,
1926
303.000 22.525
821.000 24.300
6
,
11,
0
31 Oct. 1925
256.000 24.175 1.225.000 27.000 7
17
1
32
–
Ontirangsten uit het binnenland van Brazilië in Balen.
te Rio
te Santos
Data
Afgeloopen
Sedert Afgeloopen
Sedert
week
1Juli
week
1Juli
30 Oct. 1926…….
81.000 11.639.0001 197.000
1
2.723.000
31 Oct. 1925……. 106.000
1.838.000
184.000
3.185.000
t)
In Reis.
THEE.
In de afgeloopen *eek behield een flauwe tendenz op de theemarkt de overhand. Alle kwaliteiten, met uitzondering
van de – beste soorten, moesten -het
–
ontgelden’ en gaf de
markt een daling te zien van
1
/2
tot ruim
10
d. per lb. De
gemiddelde prijrhen voor Britschln-dische thee daalden,
vergelëkeu bij een week geleden, ruim 1 d. Voor Ceylonthee
wits de gemiddelde prijs slechts
3%
J. lager, terwijl dç Java-
veilidg. in doorsnede 3%’ d. lager was. Men schijnt in Lon-
dèn iekeding te houden met groote aanvneren uit Britsch-
Indië en uit Ned.-Indië, waar dè oogstcijfers tot nu toe nog
voortdurend een toendme te zien geven boven verledén jaar.
De maandstatistiek over October van het Thee Etablis-
sement alhier .geef t aanvoeien te zien ten bedrage
0
van
14.297 ‘..-kisten, welke aanvoeren bijna 2000 kisten hoogeÉ
zijn danverleden jaai.
0 0
De. afleveringen in October beliepen 22.064 kisten, welk
cijfer een gunstig figuur maakt, vergeleken bij verleden
jaar,. toen het nog geen 17:500 kisten ‘bedroeg.
De ‘voorraad in entrepôt, clie op ulto. Septëmber 61.819 kiten bedroeg, is daardoor op ulto. Octôber tdruggeloopen
tdt 54.052 kisten en heëf t dus een vermindering ondergian
van bijna 8000 ki4ten. Tochis de voorraad nog bijna 13.500
kisten» hoger dan verledeh jaar op hetzelfde tijdstip. De
voorraad in handen van ‘den handel, die op ulto. October
1925 bijna .29.500 kisten, bedroeg, bedraagt thans 23.433
kisten.
–
0
Amsterdam, 1. November. ……
0
–
COPRA.
De markt opende vast, terwijl de prijzen •in den loop van
de week tamelijk sterk opliepen. Singapore en Nederl.-Indië
trokken zich als verkoopers terug, daarentegen waren er
van Cebu en Zuidzee soorten geschikte offerten in de
markt, welke -grootendeels door consumenten werden op-
genomen.
De slotn-oteeringen zijn:
–
Ned. Indische f. m. s. stoomend .
…………
fi. 327/
t
Nov./Dec. aflad…… …….
,, 33
Dec/Jan.
,.
…………
,, 33a1
Rotterdam, 1 November 1926.
VRACHTENMARKT.
‘De ‘Noor-d-Amerikaansche gi
–
aanvrachtenmarkt was ‘de
afgeloopen 1week over het a-lgemen – kaJ; de bevrachters
waren door de hooge vraclhten minder -tot’ bevrachten ge-
neigd. Alleen voor de prompte bodten -bereikte de vracht
in -de laatste dagen haar vorige peil. Van Montreal werd
per begin November bev’racht tegen 34 cents per 100 lhs.
zwaar graan naar Rotterdam en 45 cents naar Napels.
Van cle Nort’hern Ra-nge heeft een zeer goede November-
boot de goede vracht van 40 cents voor zwaar graan be-
dongen naar Geuua, terwijl .per December een handige
boot werd gedaan naar U.K. tegen 7/6 per qtr.
i
optie Ant-werpen of Rotterdam tegen 30 cents per 100 lbs:
Van ‘de Golf van Mexico werd een lading sulphu-r be,
vracht naar Marseille en/of Cette pei begin December tegen
$ ii,—. De suikerinarkt van West-Indië bleef onveranderd;
de -bevrachters zijn nog niet in staat tegen -de hooge v-rach-
ten te concurreeren.
De North Pacific werd, na het groote aantal bevrachtin-
gen van de voorafgaande ‘week, minder levendig. In het
begin van ‘de week werd 47(3 betaald van Vancouver, doch
is de markt op het oogenblik levenloos.
De markt van de La Plata bleef vast, speciaal voor
November en December posities. November-tonnage is nu
zeer schaarsch en voor deze termijn ‘w’erd 52(6 bedongen
en 50/- voor 5 December cancelling, beide voor belading
in de boven La Plata havens. Een groote ‘boot werd be-
vracht van Ba-hia Blanca naar Antwerpen of Rotterdam
tegen 4216. –
De vraag naar tonnage voor salpeter naar Europa is nog
steeds gering, doch cle voor’handen ruimte per Nov./Dec.
Jan. wordt ook minder. De vraag is nog bijna uitsluiten naar Fransche havens en ‘cle -vrachten zijn -hooger. Per
Jan/Febr. is ruimte geboekt naar DuinkerkenRamburg
range tegen 351-, terwijl naar Borcleaux/Antverpe range
36(6 is geweigerd door reeders. Volle ladingen zijn aan de
markt per Februari naar cle Mid-dellad-dsche Zee, waarvoor
een’ Italiaans’che lijnboot beschikbaar is tegen de betrek
kelijk goedkodpe vracht van 38/9. Deze vracht kon echtei
niet bedongen worden.
-‘
De vraag van de markten van het ,,Verre Oosten” is niet
groot, doch het uitgesproken tekort aan tonnage voor dé
eerstvolgende
3%
maanden hield de vr achten op een hoog
peil. Van Wladiwistock is per Jan/Febr. geboekt tegen
40/- naar Rotterdam en(of
Hamburg,
4113 Scandinavië. De
thuisvrachten van Australië waren kalm; Januari tonnage
vraagt 55/- van Zui-cl-Australië(Victoria/Sydney. Burmali
verschafte nog steeds geen vraag, naar tonnage.
Bevrachters van Britsch-Indië waren gedwongen aanmer-
kelijk hoogeré vrachten te betalen; een groote November-
boot wei-d gedaan vn Bombay naar ‘U.K.’/Continent
tegen 3613. –
De Donau bleef
,
vast voor booten van iedere grootte,
voor handige tonnage werd 3719 gedaan. Ookde vrachten
van de Zwarte Zee zijil vast en een fhi’dk aantal bevrach-
tingen werd gedaan tegen 32/6 per November en 251- voor
December-belading. – –
Erts van de .M
–
iddellandsche Zee was kalm. Huelva/Rot-
terclam betaalde 131- voor een 3600 tonner en Melilla/Duin
kerken 121- voor een 2800 tonner. Voor fosfaat werd een
boot gedaan van Sfax naar Nantes tegen 16/6, 2 1 rancs be:
laden ‘3 d. lossen, terwijl naar Rounan bevracht is op de
zelfde condities tegen 161-. Naar U.K. wordt 181- geboden en
naar Rotterdam 15/-.
Van de Golf van Bïscaye blevçn de vrachten op het-
zelfde peil. Bilbao/Rotterdam betaalde 613 en 6(43.4, Salta
Caballo/Rouaan
81-
met 6
cl.
lossen.
De Amerikaansche kolenvrachtenmarkt verschafte ge-
durende het grootste gedeelte van -de week een’ vaste vraag
•raar tonnage en er werden ongeveer 90.1100 booten beyracht.
Naar U.K. werd tot 37(6, betaald met 3& Nov. cancelling,
32/6 15 Dec. cancelling; 30/. met eind December cancelling;
251f voor 15 Januari cancellin-g (tegen het einde der week
werd, ‘voor “deze positie 2/6 minder gedaan) en 23/1 met
10 Jan. cancelling.