30 JULI 1924
AUTEURSRECHT V 0 ORE
Jij
fl0 Ui).EX.
Economisch-Statistische
Beri
*cht
*
en
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL. NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART
UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
9E
JAARGANG
WOENSDAG 30 JULI 1924
No. 448
INHOUD
BIz.
DE NIEUWE TARIEIwET 1
door
Mr.
M. W. 1′.
‘J’reub.
..
. 660
Het Rijsttekort in Nederlandsch 0.-Indië II door
J.
$ibinga Mulder …………………………..
661
Phulosophie of Sociologie? door
Prof. Dr. J. A. Eige
.
man
663
BUITENLANDSOHE MEDEWERKING:
De ontwikkeling van liet herstelwerk in Oostenrijk 1
door
Dr. Richard Kerschagi ………………..
665
AAN’i’EEKENINGEN:
De wisselkoers van Necl.-Indië op Nederland; de Nederlandscbe Bank en de Javasche Bank…….
667
De Tabakscultuu.r ter Oostkust van Sumatra ……
669
MAANDOIJFERS:
Giro-kantoor der Gemeente Amsterdam. ………..
671
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
…………….
671-678
Geidkoersen.
Effectenbeurzen.
Wisselkoersen.
Goederenhandel.
Bankstaten.
Verkeerswezen.
INSTITUUT
VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
Algemeen Secretaris: Mr. G. W. J. Bruins.
1c&ictcur-Secretaris van het weekblad:
D.
J. Wansink.
Secretariaat: Pieter de Tloochweg 12, Rotterdam.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruige Plaatweg 37.
Telefoon Nr. 3000. Postchèque- en girorekening
Rotterdam No. 8408.
Abonnementsprijs VOOr het weekblad franco p. p.
iii. Nederland
f
0,—. Buitenland en Koloniën
f
25,-
per jaar. Losse nummera 50 cents.
Leden en donateuis van het Instituut ontvangen
het weekblad gratis.
De verdere publicaties van het Instituut uitgaande
ontvangen de abonn’s, leden en donateurs kosteloos,
voor zoover daaromtrent niet anders wordt beslist.
Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonne-
inent volgens tarief. Administratie van abonnementen
en advertenties: Nijgh & van Ditmar’s Uitgevers-
Maatschappij, Rotterdam, Amsterdam, ‘s-Gravenhage.
29 JuLI 1924.
in dcii toestaiid vitit de geldniaikt kwam deze be-
jichtsweek weder weiiag veraiidei.ieg. liet aanbod
i’an wissels bleef gering, zoodat er in cle noteering
voor particulier disconto geen verartderi ng kwam en
men 1 ii dcii .rogcl voor 2% k 2
7
/8
pCt. plaatsing kon
vinden.. Daarentegen wks cle prolongatie-rente iets
hooger. In het begin der week werd
3
pOt. genoteerd
maar later kwam er meestal nog een noteering van
pOt. bij, waaruit zou Zijn op te maken, dat het
aanbod vait geld in liet algemeen ii.iet meorzoo cirin-
goud is als de vorige weken.
* *
Op den weekstant van De Nederlandsche Bank geeft
de post binnenlandsche wissels een daling van
f 4;5
millioen te zien, die voor ‘het grootste gedeelte voor
rekening komt van de ioofdbank. De effectenbelce-
nfngen stegen met een goede
f
600.000. i)aar echter
de goede.renbeleeuingen tegelijkertijd met ongeveer
f
900.000 afnamen, vertoont het totaal der beleciuun-
genrekening per saldo een teruggang van pIm.
f
257.000. Het ereditsaldo van het Rijk liep van circa
f
12 millioen tot ruim
f
11, millioen terug. De zil-
vervoorraad der Bank noteert ruim
f
300.000 hooger.
De daling van
f
4,4 millioen der diverse rekeningen
onder het actief correspondeert voor een goed deel
met dc gelijktijdige stijging van den post papier op het
buitenland, welke in de afgeloopen week van
f
92,4
millioen tot
f
95,3 millioen opliep. –
De bil jettenei reulatie steeg met een kleine
f
500.000;
‘de rekeningeourant-saldi van anderen daalden met
f
5,6
millioen. T-Jet beschikbaar metaalsaldo stelde zich
f
1,6 millioen hooger clan verleden week. Het dek-
kingspercentage bedraagt 52 pot.
.* *
De wisselmarkt was deze week onregelmatig. Aan
do daling van de laatste twee weken k’am 1)insdag
een einde cii verschillende wissels waren plotsel ng
vrij sterk gezocht tegen oplooperide koersen. i)eze
stijging was echter zeer voorhijgaand cii latei trad
weder een kleine daling in. liet langzame verloop van
de Londenseho Conferentie bad veel invloed en vooral
rancs waren daardoor meestal gedrukt.
LONDEN, 26 JUiIL 1924..
Ook deze week oi’orwoog de vraag weer geheel -.i t de
geldinarkt. Qpn ieuw was het laten sf1 oopci i van uit-
staande leeningen. door ecuigo groote banken oorzaak,
dat reeds in liet begin van de week de beschikbare
middelen snel opgenomen waren. :Diiisiag en Woens-
dag leende de markt biJ de Bank tegen 4% pOt. Nieuw
opnemen van daggeid kostte in dc meeste gevallen
3V2 pOt., maar tot 4 pOt. toe werd in enkele gevallen
betaald. Gewoonlijk kon den zevendaagsch e leen in gen
tegen 2% pOt. vernieuwd worden, maar (leze relatief
lage koers zal ‘ol niet lang meer stand kunnen houden.
In overeenstemming niet de geldmarkt was ook de
diacontomarkl vast’. ‘ October Treasury Bil Is worden
togeui 3%-3/ pOt. genoteerd.
2-mnds. prima hankaeeept
37fi_°/ua
pOt.
3
,,
,,
–
3n110_/1• pOt.
3′
3
f
l6
__.’
5
/ia
pOt.
6- ,,
,,
,,
43/
io
_51ic
pOt.
660
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
30Juli 1924
DE NIEUWE TARIEFWET.
1.
lIet ontwerp van Minister Oolijn onderscheidt zich
gunstig van de voorstellen tot tariefsherziening, welké
tot tweemaal toe door Ministers van Financiën uit
andere rechtsche kabinetten werden ingediend. Het
beoogt niet een pr’incipieele verandering te bren;
gen in onze sedert 1862 of, althans sedert 1871 ge-
voerde handeispolitiek. Het is dan ook niet te verwon-
deren, dat dit ontwerp niet aanstoud.s bij zijn verschij
ni ‘ig een beweging tot handhaving dnzer beproefde
en clôor historie en ligging van het land aangewezen
hartclelspolitiek heeft gaande gemaakt. Daarvoor is hij deze gelegenheid geen aanleiding.
Afgezien van de voorgestelde technische verbete
ringen, waarover in een volgend artikel een woord,
gaat het thans wat de principieele vraag betreft, al-,
ieeu hierom, of de heer Oolijn gelijk heeft, waar hij in
iie M. v. T. schrijft: ,,Door een recht van 8 pCt.. dor.
waarde word.t naar dezerzijdsch ‘oordeel het fiscaal
karakter ‘der tegenwoordige Tariefwet (welke een
waarderecht van 5 pOt. ten grondslag ‘heeft) niet aan
;
getast.”
Een positief oordeel is hierover in het algemeen
moeilijk te geven. Elk algemeen waarderecht heeft
een proteetionistisch element in zich, dat sterker
wordt naar gelang het percentage hooger wordt ge-
steld. Een 8 procentstarief wekt, voor zoover het
drukt op van elders ingevoerd wordende waren, die
ook door den eenen of anderen tak van binnenland-
sche nijverheid worden voortgebracht, uit den aard
der zaak beschermender dan, een 5 proceutstarief. Ik
zou evenwel .ais algemeene stelling, niet durven bewe-
ren, dat het kwantitatief verschil tusschen een invoer-
recht van 5 en van 8 pOt. zoo groot is, dat het tevens
een kwalitatief on ciorscheid uitmaakt. Mij dunkt, dat, dit geheel, afhangt van den aard der
verschillen de goederen en van het verschil in omstan –
digheden., waaronder de Nederlandsche industrie in
een bepaalden bedrijfstak in vergelijking met de
meest in aanmerking komende harer bui teul and sch e’
concurrenten werkt. Evenwel is het verschil bij ‘er-
schi]iende goederen niet 3 maar 8 pOt. Er worden
namelijk eenige ‘goederen, die thans Vrij kunnen hiti-
nenkomen, volgens het ontwerp-Oolijn eveneens met
8 pOt. belast. Bijv. aardappelmeel ,,verpakt”, azijn
,,verptkt”, biscuits ‘zonder suiker, enkele drukwerken,
boter ,,verpaktz,
verschillende verpakte drogerijen,
sommige kleinere accumulatoren, kuipen, bakken, ke-
tels, persen en toestellen, in kleinere hoeveelheden op-,
gemaakte garens, sommige gereedschappen, die thans
Vrij zijn, omdat
zij
,,doorgaans het eigendom van dn’
werkman zijn”, in kleine verpakking ingevoerd brood
en beschuit, sommige gedroogde groenten, latten voor
lijsten; kleine kettingen, gi.eken, wherry’s en roeihoo-
ten met een gewicht van minder dan 100 KG. (deze
hooten zijn thans belast met 1 pOt.), haarspelden, stee-
nen beelden, ‘altaren en doopvonten, enkele soorten
stroo voor hoeden, meubelen van teen- en man’dewerk,
opgemaakt klein touwwerk, ‘verpakte drukinkt, en
enkele andere artikelen meer.
Het schijnt mij niet twijfelachtig, dat er onder deze,
nieuwe rechten zijn, die beschermend zullen werken
voor bepaalde industrieën en die voor den handel ‘be-lemmerend zuilen zijn. Maar om dit te kunnen beoor-deelen, moet men weten, wat belanghebbenden ervan
zeggen. Dit geldt niet alleen voor de enkele, in het
algemeen, naar .het mij voorkomt, niet zeer belangrijke,
artikelen, die ik hier met name noemde, maar ook
voor ‘de werking van ‘het verhoogde tarief in speciale
gevallen of liever op bepaalde takken van bedrijf.
Enkele voorgestelde rechten van niet minder dan
20 pOt. op geconserveerde levensmiddelen in kleine
verpakking en ‘op van buiten ingevoerde kaas hebben
ongetwijfeld een protectionistische tendenz. De ont-
werper heeft zich ten aanzien van deze artikelen laten
leiden door de overweging, dat men h’ier met ‘weelde-
artikelen heeft te maken, ‘die wel een hooger recht
velen kunnen. In het algemeen meen ik, ‘dat deze
overweging wel met den feiteljken toestand zal stroo-
ken en dan dunkt er mij weinig aanleiding te bestaan
om zich over de zaak warm te maken, aangenomen
dat er geen belangrijke h’andelsbelangen door worden
geschaad en dat men, zooals de kaasprodiicenten vree-
zen, zich door zulke hooge rechten niet aan represaille-
heffingen van andere landen blootstelt. Maar ‘bijv. de
hier te lande wonende Belgen, en zij niet alleen, zul-
len sardi’nes in blik wel niet onder weeldeaitikelen
ra,ngsohikken. Vele arbeiders bij onze zuidelijke na-
huren ‘beschouwen de sardine als een goedkoop en
voedzaam genotmiddel, dat volstrekt niet uitsluitend
door de rijkeren wordt genuttigd. Er ware meer aan-
leiding om deze gewoonte hier te lande aan te moe-
digen dan om haar ‘doordringen in Nederland te be-
lemmeren.
Tegen de belasting van goheimmiddelen en anti-
onceptioneele ‘middelen met een recht van 50 pOt.
zal wel weinig bezwaar worden gemaakt, al is deze
rechtenheffiog van de iaatstbedoelde artikelen als
middel in den strijd tegen het Neo-Malthusianisme
niet van eenige kinderachtigheid vrij te pleiten. Maar
het zal ‘hier ‘den ontwerper wel in ‘hoofdzaak zijn te
doen geweest om te getuigen en dat genoegen moet
men hem gunnen. Hij heeft waarlijk, niet zoo heel veel,
pleizier van zijn baantje.
Van heel wat meer beteekenis is do in dit tarief
niet n1i haar ‘plaats zijnde bepaling, voorkomende
onder N.o. 133, dat automobielen en motorrijwielen, als-
mede chassis, earosserieön en andere onderdeelen van
ai.ito’s belast worden met een recht van 12 pOt. der
waarde. In het algemeene deel der M. v. T. wordt
men op deze ‘belangrijke afwijking van den algemee-
nen regel, welke bij de samenstelling van ‘het tarief
werd gevolgd, niet voorbereid. Bij de toelichting op
het tariefriummor houdt de steller ‘der Memorie zich
van den domme. Alsof ‘het een afwijking zender eenigc
principieele beteekenis betrof, ‘wordt daar leukweg
gezegd: ,,Wanneer men ter verkrijging van eenigszins
belangrijke baten voor de schatkist een importartikel
aan een honger dan het als normaal aangenomen recht
wil onderwerpen, moet ‘het voldoen aan twee voor-
waarden. In de eerste plaats moet de aard van het
artikel zich voor een zoodanig honger recht benen;
in de tweede plaats moet de invoer ervan van zoo-
danigen omvang zijn, dat door het hoogere recht ook
baten van beteekenis zijn te verkrijgen. Met automo-
bielen en motorrijwielen is beide het geval. De aan-
sc’haffing van een automobiel voor personenvervoer
en evenzeer – zij het wellicht in mindere mate – van
een motorrijwiel, wijst in ‘den regel op een welstand,
die veilig toelaat voor die voertuigen een eenigszios
honger recht te heffen. Wat den import dezer arti-
kelen betreft, werden, blijkens do statistiek van den
in.-, uit- en ‘doorvoer, in 1923 ingevoerd 5554 perso-
rien’automobjelen ter waarde van
f
13.414.000 en 5324
motorrijwielen ter waarde van
f
2.537.000. Met het
oog op den invoer van automobielen voor goederenver
voer behoeft van evenvermeld ‘hooger recht ,niet te
worden afgezien, want die invoer bedroeg in 1923
slechts 420 stuks. Bij het belasten van automobielen
met een recht van 12 pOt. der waarde, moet echter
met het oog op het ‘gevaar, dat men het recht gedeel-telijk zal trachten te ‘ontgaan door de auto’s voor den
invoer te demonteeren in chassis en carosserie, ook
voor chassis hetzelfde recht worden voorgesteld.”
Bedrieg ik mij niet, dan heeft men
bij
dit tarief-
nummer met een ,,hallnn d’essai” te maken. De heer
Oolijn toch is een veel te verstandig man, dan dat
hijzelf niet zou ‘hebben ingezien, dat
zijn
toelichting critiek ni’et kan verdragen. ,Er zijn een aantal afge-
werkte producten, ,,toonbankartikelen”, gelijk de
M. v. T. ze noemt, voor welke dezelfde redeneering,
die hier voor de auto’s ‘wordt ‘ten ‘beste gegeven, met evenveel en even weinig recht kan worden gehouden.
1
30
Juli 1924
ECONOMISCH-STATISTSCHE BERICHTEN
661
Als het alleen de kwestie was om baten voor de schat-
kist te verkrjgen, waarom dan een aantal artikelen, waarvan de invoer van beteekenis is, niet evenzeer
met 12 püt. belast?
[Jet is evenwel duidelijk, dat men op die wijze te
werk gaande, terstond midden in het vraagstuk der
liandeIspoltek zou zijn aangelitncl. De Minister hee[t
nu blijkbaar hij zichzelf geredeneerd: ,,indien de voor-
standers van den. vrijhandel dit ééne zonder te veel
kabaal slikken, heb ik hen te pakken. Ik of een ander
protecti onistisch gezind bewindsman kan dan wijzen op een niet te ontkennen precedent, vooral ook omdat
het betoog, waarmede ik ‘deze afwijking van mijn al-
gemeen tar:ief heb ingeleid, dermate zwak is, nat er
welhaast geen enkel invoerartikel -van eenige beten-
kenis is, waarop het niet met tea minste evenveel
recht van toepassing is.”
De heer Oolijn toch weet evengoed als ieder ander,
ilat er onder de ingevoerde auto’s een aantal is, be-
stemd voor autoverhuurders, voor taxi’s, en heeft de
Minister soms nooit gehoord van autohussen? Al deze
en dergelijke auto’s zijn toch waarlijk geen weelde-
a:rtikclen. Voorts worden vele personenauto’s gebruikt
door zakenmenschen, die, als het voor hen. de vraag
was of zij alieei:i voor hun persoonlijk genoegen een.
dergelijk voertu:ig zouden aanschaffen, er niet aan
zouden denken. Bedenkt men daarbij, dat de redenee-
1-ing van de M. v. T. voor motornijwielen op zijn minst
zeer gezocht is en voor vrachtauto’s in het geheel niet
opgaat, -dan is het wel duidelijk, dat men met dit
tariefnummer een ‘der zwakste plekken, zoo niet het
zwakste, van het geheele voorstel heeft aangeroerd.
Men heeft •hie.r te doen met een protectionistisch
voorstel, dat, gelijk steeds met ‘dergelijke voorstellen
het geval is, als een fisealen maatregel wordt aange-
di.e,ncl. Het zal niet alleen den handel in clie artikelen
ernstig schade berokkenen, maar ook cle ‘bedrijfskosten
van verschtilende i ndustrieelen en
–
neringdoenden ver-
lioogen, indien de heer Colijit de verdenking wil ont-
gaan, dat hij naar een middel heeft uitgezien om,
zonde.r stof op te jagen, ccii beschermingstartef door
cci kier bio tien te laten, moet hij bij de M. v. A.
nok op dit ii timmer het algemeen recht van 8 pOt.
van toepassing verklajen. Ik kan moeilijk aan nemen,
ilat hij- daartoe niet bereid zou. zijn ; mocht dit echter
tuut het geval wezen, dan .is het te hopen, dat e:r ii
le Kamer een meerderheid zal worden gevonden, d:ie
ook voor auto’s deut algemee.nen maatstaf van het
WOON
gestelde tarief herstelt.. Voor mij en, naar ik over-
tuigd ben voor vele anderen, vervult di.t tariefnum-
nier in het voorstel de rol van cle vlieg, clie cle apothe-
kerszalf bederft.
Op dit puo.t zullen allen, die niet, willen weten vat
con principieel verlaten van onze beproefde vrijhan-
deispolitiek zich hebben schrap te zetten en een k:rach-
lig ,,principi.is ohsta” moeten doen hooren. indien zij
dit dcl; vc.rzuinien, zal de Minister zijn. te kwade.r ure opgelaten proefhalion w’ei weer opbergen.
Ticucun.
(Wordt vervolgd.)
HET R..1JSTTEKOW1′ IN Nl?D. OOSTiATDJE.
1 let grootste bezwaar van den rijstbouw, zooals clie tot op lieden in onzen archipel wordt gedr.even, is nog
altijd, dat -de productie wordt verkregen, met behulp
vuil ecn zeer groot aantal mensehen en die allen weer
‘aru die productie moeten eten, zoodat er per hoofd
slechts een minimaal overschot overblijft, ja vaak
nog ccii tekort bestaat. Het plantje voor plantje over-
poten, het oogsten aar voor aar, env. enz. zijn oor-
zaicen, dat het aantal henoodigde handen zeer groot
is, grooter dan bij welken graanhouw ter wereld ook.
?Tei
zijn er strelcen, bv. Sumatra’s Westkust, waar liet oogsten met den sikkel geschiedt en is hier het
overschot per hoofd belangrijk grooter, maar Indië
als geheel ‘genomen levert per hoofd van degenen, die
aan den verbouw te pas komen, een uiterst gering
overschot op, dat den niet-planters ter beschikking
]can komen. Wie dat bezwaar overw.int zal aa:n den
r.ijstbouw i.n Indië oene groote economische en direct
fiianeieele beteekenis geven en tele handen vrij ma-
kèn voor anderen productieven arbeid. Ik zal niet
ontkennen, dat er landbouwkundig ook voordeelen
aan den tegenwoordigen verbouw zijn verbonçlen (de
idans is ‘b.v. nu gering, dat er ‘vooze aren in den
loemboeng komen), maar die enkele voordenlen we-
gen tegen de vele nadeelen niet op.
De mythe van liet ontstaan van de rijst, van Sans-
krytschen oorsprong en dus met de hindoe-over-
heersching op Java gekomen, vericlaart ons in ver-
band met karakter en historie veel van liet conserva-
tisme van de bevolking in onzen archipel ten opzichte
van den rijstbouw, maar hoe poëtisch en interessant
dnt verhaal ook is, het zou te veel plaatsruimte
eischen om die in deze beschouwing op te nemen.
Maar zonder eenigen twijfel wordt de rijstbouw in
zoo belangrijke mate door liet heilig geloof aan die
mythe, iiiettegenstaande den koran, hehccrseht, dat
het uiterst
moeilijk
zal zijn om daarin veraitdering
te brengen.
Eerst dan, wanneer door meerdere ges]aehten van.
voor de massa passend, praktisch opvoedend onder-
wijs het vol
kslcaralcter
meer naar o;nzen geest zal zijn
gewijzigd, mogen we verwachten, dat zulke gebrui-
ken en overtuigi.ngen zullen worden losgelaten en
de weg voor meer rat’i.oneelen inlandschen ri.jstbouw
zal zijn geëffeud.. –
– Die beschouwing sluit ook al weer spoedige voor-
uitgang in deze richting u.it.
Wïa
n
nee
r
dus het sawahoppervlak belangrijk wordt
uitgebi’eid, maar de rijstteelt op de thans bestaande
w-ijze blijft uitgeoefend, zal de totale rjstproducte
vermeerdei.en, maar toch het overschot per hoofd van
allen die er aan te pas komen gering blijven. Het
blijft dus urgent om uit te zien naar methoden, clie wel een groot overschot per hoofd geven en dan in
handen van rneuschen, die niet door geloof en bijge-
loof zijn. gebonden.
Ook van ,,]coloni,atie” mogen we ter vermeerdering
van do rijstproductie niet te veel verwachten, hoc’
nuttig die kolon.isatie in andere opzichten oo]c kan
zijn. De Regeering tracht den landbouw en den rijst-
bouw in het bijzonder te bevorderen op tot dusverre
nog niet ontgooncn gronden. Voor dat doel bezit
Indië uitgestrekte terreinen in de Buitengewesten,
waaronder vele, waarop hevloeiiïig mogelijic is. i)e Regeering is doende om de oceupatie op dergelijke
‘terreinen, meest nadat er hevloeiingswer.ken zijn aan-
gelegd, te bevorderen door toepassing van liet stelsel
van lancibouwkolonisaties, doch ook deze kunnen
slechts langzaam vorderen; zij verei.sehen een tijd-reovende en moeizame voorbereiding en, zooals ge-
zegd, wordt er de rijsthouw op de oude wijze gecire-
ven. Dergelijlce Icolonisaties vormen een middel om
een zelcer aantal inenschen over een grootor opper-
vlak te verdeelen en die individueel tot cle hoogst
mogelijke arbeidsprestatie en p rodncti.e te breti gen.
Gecloetig rfatan iii de Lamporigs is wat dat aan-
gaat een succes; -de productie bedraagt er, dank zij ook de kwaliteit van den grond, ruim het d n.bbe:le van
at
gëmiddeld op
Java per bouw wordt verkregen of
beter gezegd staat gelijic als
gemiddelde
met de beste
sawahs op Java. Maar ook hier is de weg moeilijk
en lcosthaar, want om Cedoe.ng Tataiin eene ge-
wenschte g
–
roote uitbreiding ‘te geve:n zijn kostbare
irrigatie- en draineeri:ngswerken noodig.
De ervaring i.n zake ko]onisatie leerde trouwens,
dat de Javaansche i.mmigrant alleen dan aardt, wan-
neer hij van irrigatie voor zijn sawah zeker is ibij zijn
komst. Zelve er veel moeite voor te doen in een voor
hem vreemde streek doet hij niet, ook al omdat het
begrip: ,,samenwerldng” nog onvoldoende in zijn
,lcarakter ontwilckeld is.
Een, groote uitbreiding van het sawahoppervlak op
662
ECONÖMISCH.STATISTISCHE BERICHTEN
30 Juli 1924
Java mogen we ook niot verwachten. De hoeveel-
heid irrigatiewater is beperkt en daarmede ook het
sawahoppervlak. ‘ii
V%Te zien dus summa summarum, dat langs de bd-
staande wegen eene belangrijke vermindering van het
nijsttekort niet in afzienba ren tijd kan worden be-
reikt. Het is daarom, dat in begin 1919 uitkomt
werd gezocht langs een anderen weg, iii. dien van
den mechanischen rijstbouw,
de eèrcige weg,
die ons
de kans geeft om van eigen bodem in de naaste toe-
komst ruimer rijstoverschotten te verkrijgen ter
voorziening in het tekort. Nog altijd kan ik ten volle
onderschrijven, wat ik in de Volk-sraadzitting van
7 Februari 1919 zeide, nl.:
,,Tndien men werkelijk groote overschotten wil ver-
krijgen, ken de oplossing van het vraagstuk slechts wor-
den gevonden in de vorming hier te lande van grootbe-
drijven voor de nijstteelt, waarbij menschelijke en dier-
lijke werkkracht in hoofdzaak zal worden vervangen
door mechanische.”
Om te trachten die oplossing te vinden nam de
Regee.ring op mijn initiatief eeno proef te Selatjaran
aan do sarneuvloeiing van Moesie en Selat,jara.n in
Zuid-Sumatra, dus om een antwoord te krijgen op cle
vraag of in deze landen:
1
0
.
grootrijstbednijven met uitschakeling van den
thans gebruikelijken menschen- en clierenarhe.id
tech-
nisch mogelijk zouden zijn,
2
0
.
zoo ja, of zij ook financieel, dus economisch
niogelijk zouden zijn.
Pas als het antwoord op cli.o vragen beslist ontken-
nend luidt, is Nederl andsch-Indië verantwoord
slechts den rijstbouw op den ouden grondslag to be-
vorderen.
Want nog eens, afgescheiden van normalen tijd,
hoe staat liet er voor met Indië, wanneer groote wis-
sels op de wereidrijstmarkten van het Oosten getrok-
ken worden, zooals in 1919 en 1920 liet geval was, of.
erger nog, wanneer die markten voor ons korter of
langer tijd onbereikbaar zijn? In totaal werd in den
z.g.ri. distributietijcl doo:r de Regeening voor 175 mil
lioen gulden aan rijst ingevoerd dus ingekocht, en de
hoogst betaalde• prijs bedroeg zelfs 40 guiden per
picol c.i.f.
Beter duur dan niet te Icoop. Wat zou er gebeurd
zijn, wanneer dat laatste het geval ware geweest? ik
durf. mij daarvan geen voorstelling te maken.
Het vi.aagstuk vas nieuw voor Indië en al leek ook in den aanvang het succes gemakkelijker to bereiken
clan in de praktijk blijkt, al kwamen telkens onver:
wachtte bezwaren naar voren, cle tijd is zeker nog niet
gekomen om een ,,non possumus” uit te spreken. In-
tegendeel, de ervaring won en hoe onaangenaam het
ook moge zijn voor den znaier, beschadiging van het
gewas door ratten, wantsen of walang sangit enz. doet
daaraan geen afbreuk!
ik moet echter nog wijzen op een belaugnijlcen fac-
tor in de pnijshepal ing van cle buitenlancischo rijst.
Die prijzen hebben zich ni. in een over het geheel
OP;
loopende lijn bewogen en het laat zich aanzien, dat
clie stijging voorloopig zal aanhouden. Natuurlijk ka’I
onder bepaalde omstandigheden die prijs tijdelijk zelfs
weer tot liet oude peil terugvallen, maar rekenencic
over een vol clocncl langen tijd
CU
bij uitschakeling van
zeer abnormale jaren, zal toch wat ik hoven beweerde
waar blijken. in de groote nijstuitvoerlanden is ook
de levensstandaard van de bevolking stijgende en dat
ook al als gevolg daar van dc voortschrijdende omzet-
t.i tig van cle productetihuishoud ing in de guiclhuishou-
dii:ng, waardoor de producti.ekosten om’oog gaan.
En in i3urnia bv., cle groote rijstschuur van iit
Oosteit, dat Java in proci uctie per
o
pp
erv
l
a
kt
e
_
eenh
e
id
verre achter zich laat, eischeu de duizenden koelies,
d:ie voor den rijstoogst van dien overwal komen, hoo-
ger loon, maar de stoomvaartniaatschappijen en spoor-
wegen, die ze vervoeren, moeten hooger vrachten be-
rekenen, daar ook voor hen de kosten geweldig zijn
gestegen.
• Ik zal hier van de proefneming geen beschrijving
geven, alleen vermelden, dat er tevens mee werd be-oogd voor irrigatie gebrurik te maken van inundatie,
door de getijbenteging in de groote rivieren, die ter
plaatse enkel zoet water bevatten, te benutten op de
onder hoogwaterpeil gelegen landen, die daartoe
werden mgepolderd.
Die proefneming heeft
bijna
1.206.000 gulden ge-kost en is ten slotte gestaa]ct om phytopathologische
redenen.
Het antwoord op de twee gestelde vragen is ver-
kregen, maar het is van belang, vooral na allerlei
,,Wahrheit und D:iciitung”, vooral ,,Dichtung”, clie
over de proef is verspreid, in ‘t Icort de oorzaken aan
e geven, waardooi de proef is moeten worden ge-
staakt. Het bleek, dat technisch mechanische rijst-
bouw zelfs zonder groote bezwaren mogelijk is. Een
positief en gunstig antwoord du.s op vraag één.
Reeds na den eersten zaai werd het jonge gewas
aangetast door een wants, Kepi geheete.n in de volks-
taal, d,ie de jonge stengels aantast en waardoor de p]ânt
sterft. Een afdoend middel daartegen is om het gewas
onder water te zetten. De insecien kruipen clan zoo
hoog mogelijk tegen de stengels op en worden door
‘het zoiilicht gedood. Om dat te bereiken moet men
feitelijk ten allen tijde kunnen inundeeren om
direct
de plaag te
bestrijden.
Hoewel de inundatie voldoende
was om het gewas tot rijphoid te brengen, is ze dat
niet in dien zin, dal men op elk gewenscht oogenhlilc
de beschikking heeft over voldoenci hoogen vloed oril
liet water te doen instroom en tot voldoende hoogte.
De iaag werd nu en dan met succes bestreden, maar
op andere tijden was dat soms niet
mogelijk
en dan
was de schade enorm. De Kepi is niet onbekend, maar
treedt in de hevolkingsaanplantingen meer endemisch
op, maar werd
bij
ons in die groote velden, die telken
jare weer werden heplant, epidemisch. Oolc de ratten
deden veel kwaad en ook daarvoor moet hetzelfde
middel worden gebezigd. Maar deze plaag is niet ver-
ontrustend en. vond zijn ooraalc ook in liet feit, dat
niet de geheele polder van bosch kon worden ontdaan en schoongemaalct. Voor een regelmatig groothedrijf
behoeft dit geen gevaar to zijn. De belcende rijstvijancl
Walang Sangit liet ons ook niet met rust. Hij lcwnm
soms in groote zwermen op het gewas aan, niet ge-
woon om in deze strelcen zoo’n groot en rjic voorziep
gebied te treffen. Maar vooral. de steeds toenemende
kepipiaag was oorzaaic, dat, daar we er geen afdoend
middel tegen hadden, op
dit
terrein geen kans was
voldoenden oogst te
krijgen.
Daar kwam nog een ander
verschijnsél hij, maar dat voor oplossing zeker vat-
baar is, ni. het legerert van het gewas.
We hadden ‘gezocht en met succes, naar soorten met
lcort en stevig stroo, en in den aanvang hadden we daarmede succes. Maar men. weet, dat rijst uit een
iotanisch oogpunt beschouwd een zeer merkwaardige
plant is. Ze heeft nl. het vermogen zich zeer ge-
makkelijk aan veranderde omstandigheden aan te pas-
sen en zich te wijzigen naar en als gevolg van die
omstandigheden, zooals ik reeds eerder opmerkte. En
dat hebben wij tot ons nadeel moeten ondervinden.
Die kortstroosoorten gaven al spoedig langer en ten
slotte lang stroo en onvoldoeude sterk. We zouden
moeten trachten soorten te kweeken, die op
ons
ter-
rein en vooral met onze grondbewerking Icort cii ste-vig van stroo zouden blijven. De kortstroosoorten van
de ladangcultuui der bevolking wijzigden zich op onze
goed bewerkte velden.
Er was heel wat over te doen geweest, dat onze
grond te arm zoude zijn aan pb,osphorzuur en dus wer-den e:r hemest.ingsproeveu aangezet niet contrêlevalc-
ken, ene. en ook met andere meststoffen al of niet ge-
mengd, en ziet,
•oii
de niet bemeste vaklcen zoowel als
op de bemeste vakken groeide ‘het laatste jaar een
prachtig gewas, zéé mooi, dat de kans op logeren zeer
groot werd en dat is dan ook geschied. Wat niet ten
prooi viel aan Kepi en later Walang Sangit, legerde en
30
Juli 1924
ECONOMfSCH-STATISTISCHE BERICHTEN
663
kon met -dé rnchines niet worden geoogst. Gelukkig,
dat een jaar te voren.reeds bewezen was, dat mecha-
nisch oogsten absoluut mogelijk was.
Er waren bemeste en onbemeste velden, waar de
halm een lengte had van 1,60-1,80 M., niettegen-
staande vaak driemaal achtereen rijstop deze velden
wa verbouwd.
Het is om cle bovengenoemde, meest phytopatholo-
gische oorzaken, dat de proef nu is gestaakt en de
pecwliai.re toestand van Indië’s gouvernement is de
oorzaak, dat men thans ook niet elders de proef wil
voortzetten. Een proef b.v. op uitgestrekte vlakke ter-
reinen .op Java, zooals bv. bij Tjassem, m.ar ook
elders, zou zeker van heteekenis kunnen zijn. met, het
oog op de ontginning voor rijstbouw van groote ter-
reinen op Java, zooals op dc voormalige Kandanghou-
werlanden en in Banjoewangi, dus zonder inundatie,
maar met z.g.n. regenbevloeiing.
Maat men kwam toch zoover, dat men ook een ant-
woord kreeg op de vraag: wat zal die rijst kosten
Het antwoôrd
was:
dat hij een rationeel bedrijf de
pico! gaba, dat is dus ougepelde rijst, zal kosten
f
1,40,
zonde:r renteberekening, dus inclusief rente ruim
j 8, dus pl.rn.
f
12 de picol rijst, die we mogen ver
gelijicen met prima Javarijst die
f
8 l
•
f
9 per .picol.
kost. Dat is hoog, vergeleken bii, den prijs van tegen-
woordig, maar laag vergeleken hij den prijs, dien we
i ri den distributietijcl hebben betaald en Indië zou
tientallen millioenen hebben bespaard, wanneer we
toen enkele van die rijsthedrijven hadden gehad. Maar
dat is het resultaat van de èerste proef, dus met alle
onvolkomenheden van ons kunnen en wten. Welke
proef was dadelijk volmaakt en hoeveel zaken, die
eerst te duur waren, zijn door voortschrijdende teelt-
iiiek en kennis econom:isch goed mogelijk geworden.?
M.i. moet dit resultaat een aansporing
zijn
om verder
te gaan, wanneer de tijden er gunstiger voor zullen
zijn.
De rijstinvoer in Nederlandsch-Indië in. stijgende
lijn was in 1921 reeds •tot een bedrag van ruim 10
millioen. gulden gestegen. Wat beteelcent tegen.over
dit
jaar? jjlcs wederlceerendp
en wellicht grooter wor-
clende
cijfer
de
f
1.200.000 clie de proef heeft gekost?
Ik zou willen vragen: ook al is de eerste proefneming
nu gestaakt, mag dat een reden zijn om maar rustig
er hij neer te gaan zitten, wanneer de aankelijkheid van Indië’s rijstvoorziening uit het buitenland jaar-
lijks grooter wordt? Mag dat een reden zijn om geen
nieuwe banen te htredeu? Moeten wij maar rustig
de tienduizenden hectaren vruchtbaar land laten lig-gen, enkel omdat er geen handen
zijn.
om
die te be-
werken voor cle wiuning van het hoofdvoedsel, en,het
rijsttolcort laten stijgen van jaar tot jaar met al dc
risico en nadeelen er aan verbonden, wanneer er uit-
zicht is op succes?
Nog eens, cciie andere uitkomst
zie
i.k niet en wat
eerst ook economisch onmogelijk leek is vaak door
voortschrijdende ervaring mogelijk, ja goed winstge-
‘cnd geworden.
Men heeft van zekere zijde in Indië met modder
gesmeten naar den auteur van deze proef, dus naar
den man, die het groote gevaar voo.r Indië van het
rijsttekort begreep en de eerste was, die het niet hij
rerieneeri.ng liet, maar (met volle instemming van de
Regeering) eene daadwerkelijke poging deed ter oplos-
sing van, dit hoogst belangrijke vraagstuk. Maar ik
hel,) nog geen oogenblik heroutv gehad over dat initia-
tief cii wacht rustig af, tot men, gebruik makende van
de ervaringen te Seladjaran opgedaan, en die met
alle gemaakte fouten, feiten, leeri.ngen, conclusies, in
con rapport, waartoe, ik reeds geru.imcn tijd, v66r mijn
vertrek order gaf, zullen worden vastgelegd, het ur-
gente vraagstuk van . den mechanisehen.rijsthouw
weer aan zal vatten om Indië voldoende zekerheid te
geven
ten alle tijde
over het hoofdvoedsel te kunnen
beschikken.
Veel van vat ik hierboven schreef heb ik in den
Volksraad reeds gezegd en is dus in de Handelingen
ttlezen en evenals in. den Volksraad gedenk ilc hierbij
in dankbaarheid het belangrijke aandeel dat cle heer Van der Stok, chef van cle afdeeling Landbouw van
liet Dep. van L. N. H., aan de bestudeeriug van het
vraastu1c en de poging tot bplossing heeft gehad.
Maar voor
allen,
ook buiten Indië, die belang stellen
ih Indië en/of er belangen hebben, is liet vraagstuk
van de rijstvoorziening van Indië. van zéé groot ge-
wicht, dat ik er gaarne nog eens mijn meening over
‘heb gezegd.
J
.
SIBINGA MULDIIR.
: (Naschrift
volgt).
• PTIILOSOPHIE OF SOCIOLOGIE?
(Naar aanleiding van een kritiek).
Gaarne maak ilc gebruik’ van de mij geboden ge-
iegenhe:id een enkele opmerking te maken, naar aan-
leiding van ‘de bespreking door den heer Kuyper van
mijn Marx-studie.
1)
De pointe van het betoog, waarin mijii arbeid wel-
wi]lencl als een ,,eerhiedwaardige vergissing” wordt
g-equalificeerd, is deze, dat ik niet wetenschappelijk,
i’iet met overtuigende argumenten de juistheid, de
waarheid van mijn meening
,,bewijs”,
maar slechts
gevoelsoveiweg:ingen en exclamaties geef, waarvoor
,,wij Marxisten, zeker niet zwichten”. Deze betoog-
trant van den heer Ku.y’per is voor mij
i
het sprekende,
het afdoende bewijs,. dat ik in mijn kritiek op Marx
inderdaad juist hel) gezien.
De wereld, waarin Kuyper zich met zijn gedachte.n
beweegt, is de wereld, waarin het causaal verband
heerscht als het eertige verband, dat bestaat tussehen
doode en levende objecten. Zijn wereldbeschouwing
ii de tot tvereldbeschouwing trerabsoluteerde ha-
tunrwetenschap, binnen welker raam er maar één
soort kennis is, nl. de kennis van ‘wetten, die
bewezen worden, i ntcllectueel verklaard, worden.
In zooverre is zijtL kritiek een zuivere weerspie-
eiing van Marx’ arbeid zelf, die geheel is opge-
tokken in monistisch-materialistisehen betoogtrant:
ik zie in de allereerste plaats in Het Kapitaal den
tijdgeest in de toenmalige wijsbegeerte, georiënteerd als deze was aan cle materie en het materieele. Ken-
herlcencl voor deren tijd is, dat men de álomvattende
ikerkeljkheid meende gegrepen to hebben in de stof.
Geestelijk leven is niets dan een psychisch verloop,
m.n deze geheele reeks van bewustzijnsversehijnsele.n
is slechts een nevenve:rschijnsei van physiologische,
vnl. hersenprocessen, welke zonder rest herleidbaar
ijn tot mechanische, of wel biologische processen.
Marx spreekt deze gedachte uit in de voorrede hij de
tweede uitgave van Het Kapitaal ,,hij mij is (omge-
keerd) het ideëeie niets anders dan het in het men-
sehelijk brein omgezette en overgeplaatste materieele.”
Dit is de geest
•
van Marx’ tijd, die door hem tot
openbaring komt in zijn wetensehappelijlce maat-
schappijleer. Wanneer de wetenschap, clie ons de wet-
‘ten van het stoffelijk gebeuren leert lccnnen, de ue-
t,enschap der werlcelijkho’id is, zijn haar kategori.eën
verkei.ijkheidskategoriën. Zelfs de éénige werk&ijk-
l’ieidskatego’rieën, want de werkeljkiiei d gaat vol komen
91) in het oorzaak en gevoigzijn binnen het matericele
– mechanische dan wel biologische – verloop.
Wanneer deze wetenschap dus de eeuige weten-
schap is, is er geen ware kennis, dan die van oorzaak en gevolg, en het eeni.ge lcertdoel, dat met zin nagc-
.jaa.gd
kan worden, is de kennis van wëtten.
De staat-
hi.iishoudlcunde met ‘name zal pas wetenschap worden,
als
Zp
zich tot n-taaischappelijle natuurwetenschap
vervo’rm’t en wetenschap van wetten wordt:
di.t :i.s cle
gedachteusfeer, waarin 1-let Kapitaal is opgetrokken,
1)
Ik stel er prijs op te verkla.ren, dat ik, evenmin als
de heer Kuyper, behoor tot degenen, die zich in de huidige
]cnpitalistisclie maatschappij de weelde van zorgcloos theo-
retisch werken kunnen veroorloven. [Verg. de Nos. i’an
25 Juni
en
2 juli I.I.
– Reci.]
664
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
30 Juli 1924
en waarbinnen Kuyper, als aanhanger van Marx, oôk
nu nog verkeert. Hij verlangt ,,bewijzen”, hij wil
mi
tellectueel aangetoond, verklaard zien, waarom ik
in
mijn kritiek op Marx gelijk of ongelijk heb: hij ziet
voorbij, dat ik, en niemand met
mij,
in staat is aan
dezen eisch te voldoen, om de afdoende reden, die ook
voor Marx zelf geldt, ni. dat hier, waar het om waar:
den gaat, niets te bewijzen valt, alleen te doorieven en te ervaren.
Kuyper schrijft, dat ,,Marx zijn historisch-econo-
mische wrerkrnethod e eerst uit feiten opgebouwd, h aaF
daarna op feiten toegepast en zoo aan feiten gecon-
troleerd heeft! Wil men het bewijs met de woorden
van Mmx zelf? In do voorrede van zijn ,,Zur Kritik”
noemde hij zijn verkmethode: ,,das aligemeine Resul-
tat das sich mir orgab, und, einmal gewonnen, maiL
nem Stuclium zum Leitfaden diennte”. Kuyper noemt
dit een ,,bewijs met feiten”; zijn gewone scherpzin-
nigheid heeft hm hier in den steek gelaten: dit is
toch zoo w’oi nig eQn bewijs met feiten, dat het niets
anders is dan een eenvoudige formuleering van een
uitgangspunt
met een beroep op feiten, waarvan vooi
den niet-overtuigde de beteelcenis, de waarde in gee
nen deele vaststaat.
Marx en Kuyper leggen a priori
in de feiten wat zij er in willen zien, om het er na
derhancl weer uit te halen, en aizoo te ,,bewijzen”
dat huh inzicht liet juiste is. Zij aanvaarden dogma-
tisch de op cln voorgrond gestelde gedachte, dat. de
wetenschap der stof de eenige ware wetenschap is
en dat de kennis, die
zij.
verschaft, volledig en abso
luut is. Ten aanzien der staathuishoudkunde culmiL
neert bij Marx deze loer in het denkbeeld, dat d
totaliteit der produetieverhoudingen ,,d.io ökotiomische
Struktur der Geselischaft bildet, die
reale
Basis, won-
auf sicli ei.n juri.stischer und p&itischor Ueherbau
er]iebt, unci weleher bestimmte, gesellschaftliche Ee-
ILSztsei
ii sforme.0 en tsp:rechen”.
Dit moet bewezen
worden: dit ican echtir niet bewezen worden.
Kuyper argumenteert in dit geheole betoog onzui
ver; met beroep op ,,een uitlating, waarin nog uitL
drulckelijker
01)
do enipirie gewezen wordt”, citeert hij
Marx’ voorrede van Het Kapitaal, dat ,,a.Ilerdingi
I:nuss sich die Darsteilungsweise formeli von der Foi
schungsweise unterscheiden. Die Forschung hat den
Stoff sich irn Detail antzuoigrien, seine vo.rscliiednen
Enfiwicklungsformën zu analysiren und dereii. inneres
Band aufzuspliren. E.rst nachdem diese Arbeit vol].
bracht, kann die wirkliche Bcwcgung eutsprechend
ciargestelit werden. Gelingt clies unid spiegelt sich nuni
das Leben des Stoffs :ideelVi’ieder,
so
mag es aussehe.n,
als habe man es mit ciner Konstruiction a priori zu
thun.
1)
Alleen als men liet uitgangspunt van Marx aan-vaardt, bewijst men met deze feiten iets, maar het komt ju:ist op de geldigheid van het uitg.ngspun.t
aan: dit wordt eenvoudig door Marx vooropgazet,
Cii
zijn waarheidswaarde als iets vanzelf sprekends gepo-
noord. Wij staan hier voor liet fundamenteele pro-
bleem – en dit heef t Kuyper voorbij gezien -, wat
cle waarheid is, waaraan. Marx’ systeem deel beweert
te hebben, waarop dat gelden berust, waarop het aan-
spraak maakt voor zijn beweringen. En nu begrijpe
Kuype.r dit niet in dén z.i.n van een genetische verkla-
ring, hoe het systeem zelf en elk van zijn stellingen
is ontstaan. immers, zulk een verklaring pretendeert
zelf weer te gelden, heeft ons alleen iets te zeggen
voor zoover die p:retentie gerechtvaardi.d is cii plaatst
ons dus weer voor hetzelfde probleem. Waarom moet
de Marxistische groncigedachte als waarheid, als vier-
Iceljkheid aanvaard worden? Dit stelt Ku.yper zich
nu tot taak te bewijzen: deze taak gaat boven zijn
icracliten.
In den tijd der conceptio van ‘Het Kapitaal had
deze vraag voor de praotijk des levens niet zooveel
heteekenis: de stoffelijke wereld nl. aanvaardde men
algemeen als de volle wrerkeljkheid, en
in
het kader
‘) Kuyper cursiveert.
van deze gedachte pist Marx’ Kapitaal, hetwelk
voor de staathuishoudkuncie deze werkelijkheid vond
in de proclucijie en reproductie van het materieele
leven. Marx’ maatschappijleer was de sociale open-
baringsvo’rm dor toenmaais als algemeen geldend aan-
genomen n atuurwetenschappeijke wereidbeschouwing.
Nu wij deze levensleer te boven zijn gekomen, en be-
seffen, dat ‘de iiatuui-wetenschappel jke objectenwerel’d
cle ware, alomvattende werkelijkheid niet te zien
geeft, ondervindt Marx’ loer daarvan den noodzake-
lijken en op den langen duur doodenden terugslag. Het
is dan ook mijn vaste overtuiging, dat Het Kapitaal,
met al zijn ongetwijfeld geniale beschouwingen, zijn
tijd gehad heeft: het past niet meer in de mentaliteit
van onze dagen, die niet intellectueel, haar veeleer
anti-inteliectueel ge’tint zijn. De waardeening van het
het intellect als het vermogen de alomvattende wer-
icelijkheid te doorgronden, een werkelijkheid, die men
niet een natuurwetenschappeljke objectenwereld ver
eenzelvigde, heeft afgedaan: zijn onvergankelijke ho-
teekenis erkennende voor do wereld der objecten, die
tot andere objecten in causalo betrekking staan, erken-
nen wij zijn invloed in die wereld, maar wijzen dien
onvoorwaardelijk af, als liet erom gaat de beteekenis
van het geestelijk leven
geheel
te doorzien.
Wij zijn gaan beseffen, dat wel verre van de ware
werkelijkheid te zijn, de natuurwotenschappelijke we-
i-øld er door een onoverkoombare kloof van gescheiden
is. De nati.nirwetenscha.p is buiten staat liet kleinste
stukje concrete werkelijkheid geheel te verklaren, al
was liet alleen reeds, onidat zij slechts liet quantita-
tieve beheerscht en de concrete werkelijkheid nooit
zuiver quantitatief is. Ht is iii dit verband merk-
waardig vast te leggen, dat Marx’ w’aardetheorie cul-
mineert in do voorstelling, dat do waarde van een
zaak wordt bepaald door de
hoeveelheid
meschel ijken
arbeid, besteed ter vervaardiging van clie zaak, en dat
alle soortverschillen tusschen de verschillende vormen
van menschelijken arbeid teruggebracht worden tot
hoeveelh,eidsverschillen.
Bij Marx beslist het quantum: het cmiie, als voor
den gang dor werkelijkheid van geen beteekenis, wordt
principieel bu:i.tengesloten. Daarom is voor hem liet
i.nteliect liet vermogen de werkelijkheid te doorzien,
daarom heeft hij liet socialisme van utopie tot weten-
schap, d.i. natuurweten schap, verheven.
Marx en Kuyper poneeren nu, dat de alomvatteude
it’erkelijkheid is de wereld der stoffelijke productie-
verhoudingen. Marx heeft zich aan. een ,,bewijs” niet
gewaagd, het misschien wel beproefd in een, echter
niet tot ons gekomen kritiek op de nia-Hegelsche
wijsbegeerte: ik zie met groote belangstelling Kuypers
pogingen tegemoet dit bewijs te leveren in wat hij
zelf noemt een wetenschap nel ijke gedachtenwisseling.
liet eenige wat hij op dit gebied in staat zal zijn te
geven, is wat ik niet zijn oi.gen woorden mag omschrij-
ven als cxchaniat:ies en gevoeisuitingen: ik hen er
zelfs zeker van. dat Kuyper ook nog gaat prëeken.
Dit wat liet algemeen gedeelte betreft; nu nog een.
enlcele inciclenteele opmerking tot slot.
Volgens Ku.yper is ,,hot met de groncigedachten
van liet philosophisch materiahisme niet volstrekt on-
ve.reen:igbaar om binnen den geest aprionistisch mo-
rede, religieuze en aesthetische elementen aan te
nemen”. In verband hiermede ,,ontkent niemand, dat
hetgeen wij gewoon zij ii het matenieele te noemen in-
vloed uitoefent op het geestelijke; bjv. dat de bui-
tenwereld ons beïnvloedt, of dat alcohol dronkenschap
of een hersenverwonding ancieré geestelijke stoornis-
sen veroorzaakt.” Ilc ontken dit laatstoa]leiminst,
geef onvoorwaardelijk de jjiisthèid van de laatste op-
merlcing “toe, maar meen toch, dat de eerst aange-
haalde zinsnede een onjuiste gedachte beliehaamt.
Binnen het kader der monistisch-materialistjsche le-
vensi’eer wordt alles wat niet atodm of atoombewe-
ging is, een onzelfstandig epiphenomeen genoemd,
voor den gang der werkelijkheid van even weinig be-
30
Juli 1924
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
665
1
teekenis als voor de beweging der gôlven de daarmee
gepaard gaande phosphorescentie. Wij noemen het
nevenverschijnsel ,,geestelijk leven”: het zou veel be-
ter zijn dat wij het, in liet raani van het materialisme,
noemden atoombeweging of atoomconstellatie, bezien
van en bijzonderen kant,
dien wij noemen den geeste-
lijken.
Al liet misverstand, dat ontstaan is door het
gebruik van hef, woord ,,geest”, zou dan uitgesloten
zijn: in wezen was voor een ieder de geest terugge-
bracht tot zij ii elgenlijke bef,eeken.is, schijn object te
zijn, dat door zijn oplossing in mechanische objecten
tevens ,,wegverklaard” was.
Kuyper ,,houdt de Marxistische waardeleer qua
waardeleer voor volkomen foutief, en als zoodanig
door de kritiek tot op liet gebeente gehavend”, noemt ze ook nu weer ,,volkomen onhoudbaar”, oordeelt het
zelfs beter, wanneer in Het Kapitaal. geen hoofd-
stuk over de waarde gestaan had. Toch blijft hij zich
volgeling van Marx noemen, hoewel hij (K) boven-
dien oordeelt, dat Marx ook zijn relatie tot Hegel
weer onzuive:r gesteld heeft. Wanneer men z66 de
fundamenten van Marx’ leer loswoelt, haar wijsgee-
rigen ondergrond z66 kritiseert, de waarde en waar-
dcl eer slechts als een werkmethode opvat, terwijl naar Marx’ eigen verklaring ,,die Waarenform des
Arbeitsprodukts die ökonomische Zellenform der
bitrgeriiehen Gesellschaft ist”, brengt men dan niet zelf
ht Marxisme den genadeslag toe? Ik voor mij waar-
deer Marx’ gedachtengang hooger: inderdaad, zie ik
rrm een logisch gesloten betoog, helder geconstru-
eerd, met ijzeren noodzakelijkheid gededuceerd uit
een dogmatisch vooropgezet standpunt, niet minder
dan geniaal in elkaar gezet en doordacht; maar.
het uitgangspunt deugt niet. Kuyper’s kritiek op Marx gaat gelijken op de kri-
tiek van Woltmann, die van Marx schreef, dat deze,
toen
hij
zijn relatie met Hegel formuleerde, zichzelf
niet goed bewust was van de eigenlijke strekking
van zijn betoog. ik aarzel niet deze kritiek een geest
ls dien van Marx onwaardig te noemen: Marx was
een veel te scherp dialectiCus, dan dat hij de grond-stelling nog al van zijn systeem niet doorzag!
Volkomen onbegrijpelijk is mij ten laatste, dat Kuy-
per, waar ik Marx verwijt de o:neindige waarde der
menschelijke persoonlijkheid te ontkennen,
.4it
ver-
wijt afwijst met een beroep op Marx zelf, ,,die èn in
wetenschap èn in karakter een persoonlijkheid vaii den allereersten rang was”. Het is Kuypez toch be-
kend, dat in de Marxistisch-Hegeliaansche levensleer
individuen alleen maar doorgangspunten van maat-
schappelijke verhoudingen zijn, zonder oorspronke-
lijke, eigen waarde. Marx zelf zegt dit in de voor-
rede tot Het Kapitaal: ,,mindei dan eenig ander kan
mijn standpunt, hetwelk de ontwikkeling der econo-
mische maatschappij vormen op vat als een natuurhis-
torisch proces, den enkeling verantwoordelijk ma-
ken voor omstandigheden, ivaarvan hij maatschappe-
lijk het voortbrengsel blijft, hoe hoog hij zich er
voor zichzelf ook boven verheffen mag.” 11et is de
amoreele levensleer, die in den mensch ziet een meer
of min belangrijk iverktuig van een onpersoonlijk
proces, onvatbaar voor daad, spontaneïteit, wil: de
oorspronkelijke, eigen waarde der persoonlijkheid
past niet in Marx’ leer, wat intussehen niet wegneemt,
dat Marx zelf een zeer belangrijk doorgangspunt was van sociale natuurkrachten. Maar een doorgangspunt
blijft de mensch.
Mét meer dan gewone belangstelling zie ik het
,,iute]lectuoele” betoog van Kuyper in de Socialisti-
che Gids tegemoet: blijft het intellectueel, dan heeft
hot geen overtuigende kracht voor den tegenstander,
wordt liet ,,w’aarde” vol, dan past het weer niet in
Kuyper’s gedachteusfeer. Zie ik wel, dan is het hier
een botsing tusschen twee wereldbeschouwingen:
Marx had in zijn tijd het voordeel van de zon in den
rug, van dan tijdgeest in de wijsbegeerte. Tegenwoor-
dig zijn wij boven die natuurwetenschappehijire levens-
phiiloso1liie uitgekomen.
1)
iii
Dit is het punt in geschil tusschen Kuyper en mij:
cle strijd is ternauwernood goed begonnen. De bloei-
tijd van de natu urwetenschappelijke wereldbeschou-
vng, waarvan Marx voor de maatschappijleer do ver-
tolker was, heeft voorshands zijn hoogtepunt ovor-
schreden, inrlien hij cd niet voorbij is. De tijd om de
t.rotschie banier van liet Marxisme voor
Ccli
waarheid
van hooger orde te strijken – de beeldspraak is van
]iiype.r is om deze reden genaderd.
J. A.
:IDE01dMAN.
BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.
DE ONTW[.KKELING VAÎT HETI-TÈI{5TEiwgRJ i
1
OOSTENRIJK.
Dr. Richarcl Kerscliagl te Weenen schrijft ons:
1.
Toestand voor het herstel.
Midden 1922 had de econoniisclie crisis in Oosten-
rijk haar hoogtepunt bereikt. De prijzen stegen niaan-
delijks vaak met meer dan 100 pOt., terwijl de dol-
larkoers aan de heftigste schommelingen was bloot-
gesteld en in het tweede kwartaal van 1922 niet meer
dan 200 pOt. opliep. Kenschetsotid voor den toenma-
higen omvang der inflatie was ook de omstandigheid.
dat de daling van de waarde vnu. het geld in veel
sneller tempo plaats vond dan de vermeerdering der circulatie, zoodat in den zomer van 1922 de stijging van het indexcijfer het dubbele tot het drievoud van
de toeneming van den biljettenomloop bedroeg.
Deze toestand had zich zoo ver ontwikkeld, dat liet
tekort op de staatabegrooting nauwelijks
1
meer te
schatten viel. Iedere raming werd door de in ijiend
tempo volgend.e waardedaling van het geld direct
onbruikbaar en een cijfer voor het tekort op de be-
grooting viel niet aan te geven, aangezien men im-
niers voortdurend te doen had niet in waarde ver-minderende Kronen van de meest uiteenloopende
vaarde. Slechts een ding staat vast, nl., dat de dek-
king der uitgaven vrijwel geheel door het druk-
ken van bankbiljetten plaats vond. De opbrengst uit
belastingen enz. kan
nauwelijks
10 è 15 pOt. der uit-
gaven bedragen hebben.
• Ook de Centrale Bank bevond zich derhalve in een
desohaten toestand. Sedert ongeveer twee jaren was
in plaats van de volgens de bepalingen van art. 206
van het vredesverdrag van St. Germain in liquidatie
getreden Österreichisch-u.ngarisohe Bank een voor-
loopige instelling, de Osterreichische Geschiiftsfüh-rung der Osterreichisch-ungarischen Bank getreden,
welker circudatie echter onder den druk van den
nood, waarin de Staat verkeerde, vrijwel geheel op
staatspapier gebaseerd was. Onder deze omstandighie-
den konden natuurlijk de voortdurende pogingen,
door een ingrijpende deviezenwetgevi ng en economi-
sche dwang-maatregelen den koers der buitenlandsche
wissels te Wennen te beïnvloeden, slechts zeer ge-
ringe uitwericing hebben. Intusschen is het wellicht
juist den heroïschen pogingen, welke in de laatste
maanden van den overgangstijd tot bgin 1923 wer-
den gedaan, toe te schrijven, dat een algeheele ineen- i
storting van het goldwezen toch vermeden werd. De
verschillende pogingen, credieten voor de doorvoering
van het herstelwerk te verkrijgen, hadden onder ver-
schillende kanseliers geen resultaat gehad. Eerst
den 31sten Augustus 1922 gelukte het, den Volken-
bond ertoe te brengen, zich ernstig met het vraagstuk
bezig te houden en op 6 September 1922 pleitte de
Oostenrijksche Bonçlskanselier, Dr. Seipel, te Genève
voor de zaak van Oostenrijk. Het gelukte oe.n recon
structieplan op te stellen en het verkrijgen van de
1)
Iklees dat Kuyper liet psychisch monisme als ,,de
minst onaa
nnemel ijke wereldbeschouwing zou willen qua) i-
ficeerea”: dit zal wel moeten zijn de
meest
onaannemelijke
vere1dbeschouwing.
666
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
30
Juli 1924
noodige middelen voor te bereiden. Dit plan bestond
in hoofdzaak uit vier deelen:
T. Een begrootingsontwerp werd uitgewerkt, dat
zich bezig houdt met den geleidelijk aan te bereiken,
stand van inkomsten en uitgaven en het sluitend
maken der begrooting binnen twee jaren.
Ter dekking van het deficit in den overgangs-
tijd wordt een internationale volkeubondsieening met
garantie van de afzonderlijke staten van de Volken
bondscommissie uitgegeven, die in totaal 630 mi]Ji.oen
Kronen heeft op te brengen. Onderpand voor af 1os
sing en rente dezer leening zijn niet slechts de garan’
ties van evenbedoelde staten, doch ook de tota.le ont-
vangsten uit de Oostenrijksohe invoerrechten en de:
monopolies.
Om deze financieele reconstructie door te
voeren en er toezicht op te houden wordt door den
Tolkenbond een Commissaris-Generaal aan gesteld, clie
de verder vereischte beslissingen over onderdeeléd’
heeft te nemen en den Volkeuboncl periodiek ovei
den stand van zaken moet inlichten.
L
Een Ostenrijksche Nationale Bank word
opgericht, welke een einde zal maken aan de inflatie,,
cle biljettenuitgifte op gezonden grondslag zal plaat-
sen eu de Kroon stabiliseeren. Bij de Oostenrijk-
sche Nationale Bank wordt door den Commissaris-
Generaal, in overleg met den Oostenrijkschen Bo.nds-president, een buitenlandsoh adviseur aangesteld. A1
eerste adviseur trad de vroegere vice-president van
de Zwitsersche Nationale Bank, Charles Schoyder v.
Wartensee op. Begin 1924 trad dere af en werd opge-
volgd door Prof. Mr. Ant. van Gijn.
H. Hei eerste herstel jaar.
‘ r
Het begin van het herstelwerk vond onder zeer
onganstige omstandigheden plaats. De nieuwe Oos
teurijksche Nationale Bank beschikte, toen zij 1 ja-
nuari 1923 haar loketten opende, behalve over een
aandeelenkapitaal van 30 millioen Goudkronen,
slechts over betrekkelijk zeer geringe bedragen vreem-”
de valuta, terwijl het tijdstip, waarop het geheele
volke.nbondscrediet beschikbaar zou komen, nog niet,
vast stond. Desniettegeustaando begon men direct met de stabilisatie van de Kroon, die op ongeclachte wijzac
gelukte. Als stabiliseeringsuiveau koos men een koers
vali. ongeveer 1 $ = 70.500 Kr., een koers derhalve
die den laagsten stand van de Kroon van ongeveer
75.000 Kr. per Dollar, welke in den herfst van 1922
bereikt was, niet onaanzienlijk overtrof. Men liet
zich echter tot geenerlei verdere experimenten bewegen,
maar hield onsrikbaar aan. dezen koers vast, doordat,:
men alle binnenst.roomencle valuta hiertegen opnam.
Zoo gelukte het niet slechts de Kroon te stabilisee- –
ren en daarmede aan het sluitend maken der begroo-tiilg vasten grondslag te geven, doch tevens ondanks
vei.meerdering der circulatie van ongeveer 2i op bijtia
S hillioen, do dekking van den biljettenomloop in
goud en goudvaluta van ongeveer 26 pOt. in het
begin van 1923 tot ongeveer 50 pCt. tegen het eindc,
van dat jaar te verhoogen.
Wat nu de begrooting betreft, hier was .het resultaat
wel gunstig, doch niet overeenkomstig het schema, dat
-door den Volkenbond was ontworpen. In afwijking
daarvan gelukte het ni. een sluitende begrooting in de
eerste plaats te bereiken door versterking der .inkonx-
n
sten en geenszins door sterke verlaging der uitgaven.1(
Kenschetsend voor de wijze, waarop het tekort ver-
minderde is, dat in het eerste halfjaar van 1923 de
ontvangsten uit de -directe belastingen alleen -meer
dan het dubbele der raming bedroegen. Eveneens over-
troffen de ontvangsten uit invöerrechten en ver-
brui1csbelastinen iedere verwachting. Veel minder
gunstig was het daarentegen met de uitgaven gesteld..
De drie maatregelen, die men hier met .het oog op
de reconstructie door wilde voeren, werkten slechts
zeer langzaam. Het gelukte weliswaar het aantal
staatsambtenaren en bea-mbten van ongeveer 320.000
tot ongeveer 250.000 op den lsten September 1923 te
verminderen, doch hierbij bleef het en voorloôpig was,
gelijk overigens te verwachten viel, het effect, wat
betreft de uitgaven, onvoldoende. Voorts werden en-
kele staainbedrijven, die tekorten opleverden wel op
meer of rninder gelukkige wijze afgestooten, doch het
hoofdprobleem van het begrpotingsdeficit, het tekort
der. Osterreichische Bundesbahuen, kon niet snel ge-
noeg worden opgelost. De toestand was hier ei.nde 1 923
ongeveer deze, -dat het totale tekort op de staatsbe-
grooting iets kleiner was clan dat der Spoorwegen,
zooclat men wel gerechtigd is te zeggen, dat hier een
dier gewichtigste punten van het herstelvraagstulc ge-
legen is.
Om dit kwaad te verhelpen werden de Osterreichi-
sche Bundesbahnen tot een zelfstandige economische
eenheid gemaakt, die op commercieelen grondslag zal
worden geleid, doch staatseigenclom bleef. President
werd Dr. Georg Günbher. Al zijn zekere verbeteringen
hier ongetwijfeld reeds bereikt, toch is. Oostenrijk van
een definitief bev.i.ecligeade oplossing van het staats-
spooiwegvragstuk op het oogenhlik nog ve.r ver-
wijderd.
Zekere -zorg baarde ook het passiefsaldo der han-
deisbalans, dat over 1923 ongeveer 650 mill:ioen K:ro-
nen bedroeg. Den besten kijlc op de ontwikkeling ver-
krijgt men wellicht, wanneer de cijfers der handels-
balans kwartaalsgewij’ze met elkancier worden vergele-
ken. Wij krijgen dan het volgende overzicht:
(In millioenen Goudkronen)
Eerste
Tweede
Derde
Vierde
Eerste kwart, kwart, kwart,
kwart.
kwart.
1923
.193
1923
1923
1924
Inyoer
.
..
347,7 347,3 395,9
5S5,5
500,7
Uitvoer…
207,7
219,3
246,0 290,2
233,2
Tekort..
140,0
128,0
149,9
295,3
– 267,5
Opgemerkt dient nog te worden, dat de invoer voor
ongeveer een derde uit voedingsmiddelen en dranken bestaat, waartegenover vrijwel geen enkele tegenpost
onder den uitvoer staat. Een verder derde deel komt
voor rekening der eindproducten, doch hiertegen over
staat een circa cle helft grootere uitvoer. Een bijzon-
der belangrijken invoerpost
–
vormen min cmle brand-
stoffen-zoowel als levend vee, niet zoozeer wegens hun
absolute
–
grootte van ongeveer een
vijfde
van den
total-en invoer, doch in het bij-zonder wegens de om-
standigheid, dat hiertegenove.r zoo goed als geen uit-
voerpost van eenige beteekenis staat.
Het lijdt geen twijfel, dat de betalingsbalans, geheel
afgezien van het ter beschikking staande crediet, in
staat was, een groot deel an dit
•
passiefsaldo to corn-
penseere; vooral geschiedde dit door deelneming -van
het buitenland in Oostenrijksehe ondernemingen door -het opkoopen van aandeelen. Dit optreden versterkte
het in hel; tweede kwartaal 1923 beginnende proces
eener natuurlijke waardestijging van Oostenrijksche
aarideelen in zoodanigen omvang, dat de koersen, in
stabiele Kronen ge:rekend, tegenover begin 1923 tot
op geniiddelcl het drievoud, ik sommige gevallen nog
veel meer stegen.
Ondanks het hierboven beschreven, niet geheel vol-
ledige succes bij het sluitend maken der begrooting, was, zelfs vergeleken hij het geraamde en in de ont-
werpen van Qenève vastgelegde tekort, een zeer veel
gunstiger toestand geschapen: Het nadeehg saldo, dat
volgens het G-eneefsohe plan over 1923 ongeveer 3,2
hillioen Oostenrijksche Kronen had zullen bedragen,
bedroeg in werkelijkheid ongeveer 2,5 billioen, zoodat
circa X billioen Oosten.rjlcsche Kronen voor latere
aanwending gereserveerd konden -blijven. –
Wanneer men de feitelijke ontwikkeling van hot
sluitend maken der Oostenrijksche begrootin-g wil be-
schouwen, kan dit wél het best -geschieden door mid-
del van enkele tabellen. In de eerste plaats volgt hier-
onder een overzicht van de ver-houding van het maan-
deljksoh gemiddelde der inlcomsten en u{tgaven:
30 Juli 1924
ECONOMISCH-STATISTISÇHE BERICHTEN
667 1
(in millioenen Goudkronen)
le halfjaar 1923 2e halfjaar 1923 le halfjaar 1924
Uitgaven
49,4
43,7
53,4
Ontvangsten
35,1
38,9
49,4
arijieei
wij hiermede de raming der inkomsten en
u tgaven vergelijken, verkrijgen wij. de volgende
cijfers:
(in niillioenen Goudkroiien)
ielinifjaai 1923 2e halfjaar 1923 le halfjaar 1924
Uitgaven
46,8
43,7
43,02
Ontvangsten
23,7
30,6
40,31
Indien wij thans nog, om een overzicht over de
totale ontwikkeling van inkomsten en uitgaven te
verkrijgen, deze vergelijken op grond van de cijfers
van Jiet eerste en tweede halfjaar
1923,
die definitief
zij ii vastgesteld, dan vertoont zich het volgende beeld:
Werkelijk tekort 1)oor den Conunissaris-Oeneraal
vrijgegevel.1 credietbecirag
(in iïiilliarden Oosteitrijksehe Kronen)
Eerste halfjaar 1923 1.283
1,325
Twee:le halfjaar 1923 420
1.136
Totaal
1.703
2.461
derhalve bespaard (resp niet verb:ruikt vrijgegeven
crediet) 153 miii:iard Oostenrjksche Kronen.
Ten slotte volgt dan nog een overzicht van ‘de maan-
deljksche cijfers der werkelijke ontvangsten en uit-
gaven gedurende
1923,
vergeleken niet die der Geneef-
sche ontwerpen. Opgemerkt dient te worden, dat het
totaalcijfer van het feitelijk deficit hier wat kleiner
schijnt dan in cle vorige tabel, aangezien enkele uitga-
ven voor kapitaa]sdoe]einclen nog achterna door den
Commisssaris-G’eneraal werden goedgekeurd en niet
de cijfers der periodieke uitgaven, die hieronder
volgen, zijn opgenomen:
Eerste halfjaar 1923
(in milliarden’ papierkronen)
Uitgaven
Ontvangsten
Tekort
feite-
vlgs.
feite-
vlgs.
feite-
vigs.
lijke raming lijke raming
lijk raming
Januari . 624
274
350
Februari
702
307
394
Maart
703
471
232
April. … . 667
6
652
6
15
6
Mei ……646
)<
522
)<
124
x
Juni …..707
684
488
345
119
339
Totaal 3949
4104
2714
2070
1235
2034
Tweede halfjaar 1923
(in milliarden papierkronen)
Uitgaven
Ontvangsten
Tekort
feite-
vigs.
feite-
vlgs.
feite-
vlgs.
lijke raming lijke raming
lijk raming
Juli ……667
581
86
Augustus.. 677
595
82
September. 664
613
151
October … 713
6
607
6
106
6
November . 618
><
663
X
45
X
December . 715
643
752
453
37
190
Totaal 4055
3858
3711
2718
344
1140
Derhalve geeft het geheele jaar 1923 het volgende resultakt:
Uitgaven
Ontvangsten
Tekort
feite- vlgs. feite- vlgs. feite. vlgs.
ljke raming lijke raming ljke raming
8004 7962 6425 4788 1579 3174
Voor
1924
zijn eerst de voorloopige cijfers tot einde
Mei beschikbaar. Het tekort over de verschillende
maanden bedroeg bij een raming van gemiddeld 51
milliard voo.r het eerste halfjaar
1924
de. volgende
bed rageii
(in inilluarcien 0. Kronen)
Jannari
…………79,1
Februari ……. . ….
70,0
–
Maart
…………..4,3
April ……… . …..
3t,5
Mei
…………….
10,0
‘)
(Slot volgt.)
Dr. RtorIAni) KERSCITAOL.
1)
[Over de maand Juli wordt volgens een mededeeling
van Mr. Ziinnienuian een tekort geraamd. van 101 milliard
Kronen, waarvan 46 nailliard te (lekken uit door hein be-
AANTEEKENINGEN.
De wisselkoers vanNed.-Indië op Ne-
d
°
erland; de Nederlandsche Bank en de Javasc he Bank. –
Over deze punten bevat het
erslag van den President van de Javasche Bank
over het boekjaar
1923/’24
‘
dé volgende beschouwingen:
– Bij den aanvang van het 96ste boekjaar van De Javasche
i3auk was de officieele koers voor T. T. Amsterdam 98,
steeg geleidelijk in September tot 97 en
9634,
vervolgens
daalde die weder voor een korten tijd op 9636, om na een
plotselinge rjzing in Februari 1924 tot
9534
zich spoedig
weder te herstellen tot
9634,
waarop het boekjaar sloot.
Waar 1923 een exportsurplus voor Nederlandsch-Indië aanwijst van
f
775 millioen
1),
moeten andere oorzaken
dan cle gewone, die als factor moeten worden beschouwd
voor den stand der wisselkoersen, aan het werk geweest zijn.
Die oorzaken na te gaan is niet moeilijk. De remises
voor rekening van het Gonvernement van Nederlandsch-
indië ad ƒ 150 millioen in dit boekjaar, al. van 1 April
1923 tot 31 Maart 1924, hebben hun invloed op de koer-
sen doen gelden. Daarbij komt een psychologische invloed
als gevolg van cie beweringen, dat in Nederlaudsch-Indië
inflatie zou zijn en als gevolg daarVan een waardevermin-
dering van den Indischen gulden onvermijdelijk was, voor
welke beweringen wel eenige propaganda werd gemaakt.
-‘Ecu vrees outstonci bij velen voor den Indischen gulden
en hoewel men niet mag spreken van een vlucht voor den
J.ndischen gulden, zijn er toch velen, wien die vrees om het
hart is geslagen en clie trachtten naar elders te remittee-ren wat mogelijk was. Zelfs werd het crediet van de cir-
culatiebank gebruikt om al dadelijk te kunnen remitteeren
die gelden, waarover men eerst later de beschikking zou
krijgen.
l)at in .Liidië geen inflatie is, behoeft niet uitvoerig te
worden bewezen; men besehouwe slechts cle cijfers van de
gezamenlijke obligo’s van de circulatiebank van thans in
vergelijking met vorige jaren en de metaaldiekking voor
clie obligo’s bij De Javasehe Bank aanwezig. Daaruit
spreekt zeker de gunstige toestand. Het feit, dat De Ja-
vasche Bank in staat was om in het afgeloopen boekjaar
f
150 millioen voor de Regeering naar Nederland te remit-
teeren, zonder dat een sterke stijging in koers plaats vond,
sjreekt eveneens voor zichzelf.
De vraag wordt weleens gesteld waarom De Javasche
Bank de pariteit van dcii iliiclisehen gulden niet heeft kun-
nen handhaven.
Voor zoover op die vraag in de bovengenoemde cijfers
nog geen antwoord is te vinden, behoeft ten aauzieu van
de landen buiten Nederland zeker wel niet op het onmog&
lijke te worden gewezen, waar niet ién lat.id ter wereld in
staat was om mde verwarde financ-ieele werelcltoestauclen
wisselkoersen te beheersinen. Stelt men bijvoorbeeld Ne.
clerlandsch-iiid.ië tegenover Amerika, dan ziet men, dat het
exportsurplus uit indië naar Anierika in 1923 niet minder
heeft bedragen dan $ 42.799.615. Hadden nu geen andere
factoren de koersen beïnvloed, dan zou alleen door dit
exportsurplus de pariteit van den dollar a
f
2,48 gemak-
kelijk bereikt zijn. Neclerlandsch-Ïndië staat echter ten
aanzien van wisselkoersen wel degelijk in het financieel
verband van alle wisselmarkten, die in Neclerlandsch-Indië
kunnen opereeren en kan dan ook niet met dat voor de
wereldmarkt klein exportsurplus naar Amerika de wereld-
iii arkten beheerschen.
Wat Nederland betreft is Nederlanclsoh-uadië bovendien
op verschillende wijzen gehandicapt. Eerstens is het be.
kencl dat, hoewel een wettelijke munteenheid tusschen Ne-‘
derland en Nederlandsch-]Indië bestaat, De JavasChe Bank
voor hare vorderingen in Nederland geen metaal van De
Neclerlandsche Bank meer kan ontvangen sedert 1919, toen
De Nederlandsche Bank met clie met.aalafgiften ophield.
2)
rj.
veed
l
ens
weigerde De Nederlandsche Bank cle toezegging
aan De Javasche Bank het metaal, hetzij standpenuingen of anderszins, hetwelk De Javasche Bank aan De Neder-
laiidsche Bank zoucle afgeven ten einde fondsen in Am-
sterdam te verkrijgen, eventueel op haar verlangen weder
• chikbaar te stellen leeningsgeld.. In de rest wordt voor-
dien uit cle surplussen, waarover de regeering nog beschikte.
-Dit is de eerste maal in 1924, dat een beroep op het door
den Commissaris-Generaal beheerde deel der leening moet
worden gedaan. – Red.]
Voorloopige raming.
])e Javasehe ]3ank heeft het destijds ongewenscht ge
acht daaromtrent ntoeilijkheden te maken en in het besluit
van- De Neclerlancisohe Bank berust.
668
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
30 Juli 1924
te verstrekken. Ten derde weigerde de Regeering, der Ja-
vasche Bank toestemming te geven om de overtollige in
linie kassen aanwezige zilveren stancipenningen naar Ne-(Ierland te zenden, ten einde de Regeering aan goedkooer remises te helpen en daarmede tevens koersen te steunen.
De bijzonder sterke metaalpositie van De Javasche Bank,
05 pCt. dekking in metaal voor liet totaal harer oblig&s,
vQrmende een metaalsurplus van ongeveer
f
80 millioen bij
een dekking van 40 pOt., zou haar in staat stellen om tij-clelijk afstand te doen van een voorraad standpenningcu,
zelfs van een hoeveelheid goud, die althans voor het oogen-
blik niet bepaald noodig zijn. Daardoor zoude zij fondsen
te Amsterdam hebben en kon zij, zoo noodig, het hare ertoe bijdragen om de wisselkoersen op Nederland te verbeteren,
maar het zou een onvoorzichtige politiek zijn, goud af te
geven, zonder de zekerheid te hebben dat ook weder terug
te kunnen krijgen, wanneer zulks noodig werd geoordeeld.
Hieruit volgt dus, dat het gebrek aan samenwerking van
Sl)e Nederlandsche l3aiik met De Javasche Bank in het
belang van Nederlandsch-Indië oorzaak is, dat De Javasche
Bank in haar pogen om de wisselkoersen op Holland op
pariteit te brengen en te houden -weinig of geen steun
vindt. Van cle 1 aciliteit goudentientjes bij De Nederlandsche
i3ank te kunnen beleenen tegen 3 pCt. per jaar, werd dit
jn:ir niet zoo vaak gebruik gemaakt als het vorige boekjaar,
omdat De JavaLhe Bank kans zag om op goedkoopere ‘wijze
door wisseltrausacties tijdelijk fondsen in Amsterdam te
krijgen. Toch zijn deze transacties niet geregeld tot staüd
te brengen en daarom zal ook in de toekomst van de ge-
geven faciliteit wel gebruik gemaakt worden.
In liet 96ste boekjaar betaalden wij
f
108.422,73 aan
rente aan De Nederlandsche Bank tegen f248.635,17 in
liet 95ste boekjaar.
Ei
–
is in den laatsten tijd veel theorie geleverd ten aan-
zien van de wisselkoersen in Nederlanclsch-Indië en meer
speciaal ten aanzien van cle Indische valuta en ons munt-
stelsel, en dikwijls van een zijde, waarvan men dat aller-
minst zou hebben verwacht, omdat clie theoretische be-
schouwingen ook dikwijls gepaard gingen met een scherpe
critiek op het muntwezen en cle gestie van de circulatie-
bank en daarvoor werden’ veelal plaatsen en momenten
gekozen, die allerminst geschikt ivaren om de theorie van
oncleugclelijkheicl van ons muntstelsel naar voren te brengen.
Door De Javasche Bank is in alle moeilijke tijden alle
taiidacht geschonken aan cle praktijk en daardoor is een
goede gang van zaken verzekerd geworden. Hare taak is
doorloopend geweest en zal ook in de toekomst zijn: steun aan het bedrijfsleven, opdat een geregelde gang van zaken
i’ordt verzekerd en geen stagnaties ontstaan, die niet
bepaald onvermijdelijk zijn. Terecht merkte onlangs de
Redactie van de Indische Financie (No. 62 van 13 Mei
1924) op:
,,De groote kracht door De Javasche Bank in de jaren
,,van af 1914 ontwikkeld, heeft het publiek spoedig ten
,,opzichte van ons muatstelsel gerust gesteld en daarin
,,verder een alleszins geivettigd vertrouwen doen stellen.
,,Op dit vertrouwen is de geheele samenleving in Indië en
,,aUe crediet gebaseerd. Elke poging om dat vertrouwen
,,te ondermijnen, is schadelijk.”
Het is hier de plaats met eak enkel woord gewag te
maken van de uitlatingen, welke in het jaarverslag van
De Nederlandsche Bank over het boekjaar 1922/23 omtrent
De Javasche Bank worden aangetroffen:
In bedoeld jaarverslag heeft de President van De Neder-
landsche Bank gemeend kritiek te moeten uitoéfenen over
de in vooigaande jaren door De Javasche Bank gevoerde,
gestie ten aanzien van de financiering der Indische vlotten-
cle schuld en de daarmede verbanclhoudende rémises voor
rekening van het Gouvernement. Zonder af te dingen op
zijn recht om cle handelingen van de Indische circulatie-bank aan kritiek te onderwerpen, mag toch cle vraag ge-
stelci worden of de behandeling van deze kwestie in het jaar-i
verslag van De Nederlandsche Bank nuttig en noodig is;
geweest. i:mmers cle bezwaren van De Nederlandsche Bank
hadden reeds uiting en weerlegging gevonden in een twee-
tal nota’s door De Nederlandsche Bank en De ‘Javasche.
Bank tot hare resp. Regeeringen gericht, en bovendien
hadden die bezwaren hij het uitbrengen van voormelcl jaar-•
verslag hunne actualiteit reeds verloren. De gedragslijn
toch, welke in verband met de toenmaals heerschende om-
standligheden, in voorgaande jaren ten aanzien van de
afclekking der Indische vlottende schuld gevolgd was ge-worden, zonder dat deze van cle zijde der Neclerlandsche
Ilegeering noch van die der Nederlandsche Bank bedenkin-
gen had ontmoet, was verlaten zoocira het bleek dat dit wel
het geval
was.
Toen hier te lande bekend werd, dat eene gebruikmaking
van de Neterlancische geidmarkt voor het onderbrengen
van de Indische vlottende schuld, bezwaren begon op te leveren, in zooverre, dat een 01) den voorgrond tredend
Necierlandsch belang daardoor dreigde geschaad te worden,
zijn cladelijk maatregelen genomen om tot eene verininde-
ring te geraken” van liet 1cm Nederland loopeucle gedeelte
dier schuld. De Javasche Dank heeft desgevraagd onmici-
clellijk hare meclewém-king toeg
–
ezeg’cl voor liet bewerkstel-
ligcn der daarvoor berioodigde Regeeringsrenmises
ii:ifLr
Nederland, en ware liet muet dat van hare reeds in Januari
1923 aangeboden bemiddeling eerst in April day. gebruik werd gemaakt, de invloed dier Regeeringsremises op den
stand der vlottende schuld in Nederland zou reeds eerder merkbaar zijn geweest. In ieder geval was het der NeJer-landsche Bank bij het uitbrengen van liet jaarverslag van
haren President (d. i. begin Juni 1923) bekend (zooals ook
in dit verslag vermeld) dat de Indische Regeering door De
Javasche Bank reeds f40 millioen gerentitteerd had, en dat
voor eene geregelde voortzetting dier remises zou worden
zorg gedragen, al zou uien daarbij trachten liet belang eener
ongestoorde wisselmarkt zooveel mogelijk in het oog te
hciuclen. Indië had dus getoond bereid te zijn aan cle uit
Nederland kenbaar gemaakte wenschen tegemoet te komen,
en zoover De Neclerlandsche. Bank het, initiatief had
genomen tot de aan de Indische Regeering gerichte vertoo-
gen, bestond voor haar alle reden over de uitwerking van
dit initiatief voldaan te zijn.
Niettemin heeft haar President gemeend zijn korten
tijd daarna verschijneud jaarverslag te moeten beiu.ttten
om de beziva.ren van De Nederlandsche Bank opnieuw naar
voren te brengen, en zulks op eene wijze, clie zeer veront-
rustend op de buitenwereld moest werken.
Het overbrengen van de Indische vlottende schuld naar
Nederland werd voorgesteld als eeue, ten koste van Ne-
derlancische belangen, door de Indische Regeering met
steun van De Javasche Bank roekeloôs doorgevoerde tac-tiek, terwijl die overbrenging in werkelijkheid berustte op eene met Nederlandsehe medewerking tot stand gekomen
ivettel ijke regeling, waarvan uiteraard zonder inachtnemi ng
van het daarbij betrokken Nederlandsch belang geen ge.
bruik kon worden gemaakt. De uitbreiding, w’elke het ten
behoeve van Nederla.ndsch-Inclië door den Minister van
Financiën aan den Minister van Koloniën ingeruimde kas-
crecliet in de jaren 1920/1922 ondergaan heeft, is alleeti
mogelijk geweest omdat het Nederlandsch belang zich niet
daartegen verzette. Inderdaad is die uitbreiding met me-
deverking en dus met instemming, zoowel van de Neder-landsche Regeering als van De Neclerlanclsche Bank, tot
stand gekomen. Van een door Indië geforceerd gebruik vau
dit kascrediet is nimmer sprake geweest, en kon ook geen
sprake zijn, omdat noch de Minister van Koloniën, noch de
Indische Regeering, noch de Javasche Bank het in hun
hand hebben een ten behoeve van Indië gedaan beroep op
de Nederlandselie geldmarlct en de Necler]ansche circula-
tiehank voorrang te geven boven welk ander beroep ook.
Het onderbrengen in Nederland van een groot deel der
llndische vlottende schuld is dan ook alleen geschied, omdat
de gelegenheid daartoe gunstig was, en het benutten van
die gelegenheid in Nederland zelf als een voor Indië ge-
eigend credietmiddel werd beschouwd. Indië heeft echter steeds klaar gestaan om met te dien aanzien in Nederland bestaande geivijzigde opvattingen rekening te houden, en
desgewenscht zorg te dragen dat de Indische vlottende
schuld op andere wijze gefinancierd kon worden.
De in het jaarverslag van De Nederlandsehe Bank ach-
teraf geleverde beschouwingen over ongewensehte uitbrei-ding der Indische geldopna,men in Nederland, en de pogin-
gen om het Indische fina.ncieele beleid daarvoor uitsluitend
verantwoordelijk te stellen, moesten naar buiten wel den
indruk vestigen, .dat tussehen Nederland en Indië een ern-
stig belangenconflict was ontstaan, waaruit allerlei moei-
lijkheden konden voortkomen, terwijl de houding in deze
door indië aangenomen, veeleer het tegendeel had moeten
(leen verwachten.
Hetzelfde geldt van de ten deze door De Javasche :Baik
gevoerde gestie. Afgescheiden van, de wenschelijkheid om
de beoordeeling van een bankbeleid, waaraan dergelijke
vet strekkende gevolgen worden toegeschreven, op deug-
dlelijke gronden te doen berusten, hetgeen hier niet het
geal was, aaugezien De Nederlanclsche Bank hare beoor-
dieling in hoofdzaak op vermoedens en onjuiste gegevens
blijkt te hebben opgebouwd, was deze achteraf geleverde
kritiek bovendien minder op hare plaats, omdat De Neder-
landsche Bank wist, dat voor het maken van de benoodigde
renlises naar Nederland op de volle medewerking van De
3 avasche Bank gerekend kon worden.
30 Juli 1924
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
Door hare vermeende bezwaren tegen de remisepolitiek van De Javasche Bank zonder meer iii haar jaarvers]ag op
te nemen, (leed De Nederlandsche Bank aan het bestaan van
clie ineclewerki ig twijfel rijzen, en wekte zij iii het algemeen
den iidruk dat tussehen de beide circulatiebanken een voor
het gelcleli,jk verkeer tussehen Nederland en Indië bedenke-
lijk conflict was ontstaan, hetgeen natuurlijk niet nalict
verontrustend op de wisselmarkt te werken. hl en moet zich dia t-om afvragen wat de President van
De Nederlandsche II ik met bedoelde uitlatingen in zijn
jaarverslag eigenlijk heeft voor gehad, tenzij het zijne be-
iloeling is geweest een uitgangspunt te vinden voor het
lanceeren van een andere grief tegen De Javasehe Bank,
tamelijk het door laatstgenoemde volgehouden verzet tegen
de opeischiig hoor ‘De Nederlaitdsche Bank van een deel der door De Javasche Bank gemaakte, doch nog niet uitgekeerde
winsten, over het boekjaar 1921/22. Doch ook cle openbaarmaking van deze reeds geruimen
tijd hangende kwestie hiid gevoeglijk achterwege kunnen
blijven, aangezien de wegens Zijne onrechtmatigheid onmo-
gc4ijk te aanvaarden eisch van De Nederlandsche Bank met
liet algemeen belang niets had uit te staan.
I3oveudien had De Nederlandsche Bank haar meenings-
verschil met De Javasche Bank als liet ware vastgeknoopt
aut het verscdül dat tusschen deze laatste en het Indische
Gouvernement i’as ontstaan over de balans
per
ultimo
Maart 1922, en waar dit geschil nog bij den rechter in be-
handeling was, vorde het jaarverslag van De Neder-
laudsehe ]3ank allerminst de plaats om zich in dit geschil
partij te stellen. Met het brengen harer grieven voor het forum der publieke opinie kon De Nederlandsche Bank
hoogstens bereiken, dat er ter zake van dat geschil stem-
ming werd gemaakt tegen De Javasche Bank. De president
van De Nederlandsche Bank moge hierin voldoening, heb-
ben gevonden, deze handelwijze zal hem toch niet veel
nader tot de verwezenlijking van het doel hebben kunnen
hrengcn.
De Javasche I3ank heeft harerzijds gemeend de oude en
goede gewoonte te moeten blijven volgen om eene zaak, die
in staat van wijzen verkeert, niet in het openbaar te be-
handelen. Ik zal daarom den President van De Nederland-
sche i3auk op den door hem ingeslagen weg niet volgen,
en mij in dit verslag van verdere beschouwingen over deze
kwestie onthouden. De Javaaehe Bank acht het voldoende,
dat hare besti
–
ijding van het standpunt van De Nederland-
sche Bank werd geleverd ter plaatse, waar zulks behoort.
,1)e Tabakscultuur ter Oostkust van Su-
in ((fr a. – Het onlangs verschenen jaarverslag der
Deli Planters Vereeniging, loopende van April 1923
tot en met Maart 1924 bevat de volgende beschou-
wingen over de tabakseultuur en de beperking van
den tabaksoogst:
Kon het verslag over Oogst 1921 besloten worden met
het uitspreken van het vertrouwen, dat het wereldartikel
Sumatra tabak zich, ondanks alle belemmeringen, zou weten
te handhaven op de eereplaats, die het innam, deze overtuiging
is in het jaar 1923 gebleken gerechtvaardigd te zijn.
Weliswaar ging het met Duitschiand in de laatste maanden
van 1922 en in het grootste gedeelte van 1923 helaas nog
steeds bergaf. Was de waarde van de Mark tegen het einde
van
1922 nog steeds ongeveer 100 Mark = 3 cent, de
bezetting van het Ruhrgebied in Januari 1923 en tengevolge
daarvan de passieve tegenstand der arbeids-bevolking, ge.
steund door de Duitsebe Regeering, die daarvoor de drukpers
in steeds sneller tempo liet draaien, maakte heel spoedig,
dat de Mark ver onder de Kroon en zelfs onder den sovjet-
roebel daalde, en reeds na eenige maanden als internationaal
betaalmiddel in het geheel geen waarde meer vertegeit-
woordigde. Het gevolg daarvan was, dat die Duitsche
fabrikanten, die zich niet bijtijds van buitenlandsche valuta
hadden voorzien, automatisch uitgeschakeld werden en dat
de consumtie van sigaren sterk terugging tengevolge van
de steeds toenemende verarming van groote lagen der
Duitsche bevolking, terwijl de vraag naar pijptabak steeds
grooter werd.
In dat opzicht waren dus de vooruitzichten bij het begin
van de campagne 1923 alles behalve rooskleurig.
Daarentegen was reeds in de laatste maanden van 1922
bekend, dat de sigaren-eonsumtie in Ameika gunstig was,
dat de voorraden bij den handel zeer klein, en bij de f a-
brikanten slechts voldoende waren, om de eerste 4 11 5
maanden val liet jaar 1923 voort te kunnen werken.
Waar men tevens wist, dat oogst 1922 vele voor Amerika geschikte tabakken zou brengen, was optimisme aangaande
de marktconstellatie in haar geheel gewettigd, ook al,
omdat bekend was, dat op eenige regieën als koopers aan
de markt kon worden gerekend, en vooral ook, omdat de
vraag naar zandbiad niet alleen in Nederland maar ook
daarbuiten hoe langer hoe grooter werd. Voor het begin van de campagne waren er echter pessi-
misten, die dachten, dat men wel het Amerikaansch goed
zou verkoopen, maar dat de rest onverkoopbaar zou blijken
door de slechte toestanden in Duitschland, welke meening
echter door de Directies der groote maatschappijen niet
werd gedeeld, terwijl later ook bleek, hoe juist (ie laatste
opvatting was
De voorraden van den handel uit oogst 1921 waren niet
uitermate groot, het goede zandbiad was bij den handel
uitverkocht, alle maar eenigszins voor Amerika geschikte
nierken waren verdwenen. Daar oogst 1921 weinig goede
bladtabak opgeleverd had, waren ook de goede regie.merken
moeilijk meer te vinden. De lagers bij den handel bestonden
.dus voor het grootste gedeelte uit stukbiad en miskieurige
merken.
Reeds in het begin van het jaar vertoonde zich de koop.
lust voor Amerika. Eenige kleine maatschappijen verkochten
den oogst ongezien aan Amerikaanscite koopers, en ook aan
eenige groote maatschappijen werden biedingen gedaan
om den geheelen oogst op deze wijze te verkoopen. haar
principe getrouw, vôôr alles te trachten het pas verkregen
herstel van de tabaksmarkt te handhaven, wisten de Directies
dier maatschappijen aan de verleiding van verkoop weer
–
stand te bieden, van welk besluit zij dan ook later geen
berouw hebben gehad.
In de eerste inschrijving reeds verscheen Amerika als
ernstige kooper aan de markt. Zoo verkocht de Deli Maat-
schappij 305 pakken Saiut Cyr 2 voor 814 cents, de Dehi
Batavia Maatschappij de partij Paya 1)jamboe voor 707
cents; in totaal verkocht de Deli Maatschappij in deze in-
schrijving 5750 pakken voor dooreen 423 cents, de Dehi
Bata’,’ia Maatschappij 1945 pakken tot 473 cents.
Een veelbeloi’end begin.
Het zandbiad bewoog zich op ongeveer gelijke hoogte als
het vorig jaal; daarentegen werden de resten, het stukbiad
en de mindere tabakken tot in de latere jaren ongekend
lage, prijzen verkocht.
Oogst 1922 had, in tegenstelling tot den vorigen, een
zeldzaam gunstige merkenverdeeling; prima Amerikaansche
merken van 100 pakken en meer, waren geen zeldzaam-
heid. Het duurde natuurlijk eenigen tijd, voordat de koo-pers aan deze groote merken gewend wat
–
en, en klachten
over sortatie bleven niet achterwege. Iedere oogst toont nu
eenmaal in de sortatie zijn eigen beeld, en het is niet bil-
lijk, ook in dat opzicht, den eenen oogst met den anderen
te vergelijken.
Bij de volgende inschrijvingen werd de Amerikaansche
steeds geanimeerder; ‘die fabrikanten, die dachten, zich
eerst te moeten onthouden, in de hoop later goedkooper
de Amerikaanscite tabakken te kunnen krijgen, zagen zich
in hun verwachting teleurgesteld en moesten soms tot hooge
prijzen met de eenmaal gevormde markt meegaan. Het aan-
tal Amerikaaosche koopers nam gedurende de eerste vijf
inschi
–
ijvingen voortdurend toe, hetgeen natuurlijk een gun.
stige uitwerking had op de blijvende levendigheid der in-
schrijvingen.
Ook trad de Zweedsche regie krachtig als kooper van de
allerbeste tabakken op, hetgeen met satisfactie geconsta-
teerd werd, evenals het verschijnen van de Hongaarsche
regie.
Vatten wij dus de voorjaarseampagne samen, dan is het
beeld dat wij verkrijgen: een sterke markt voor Amen.
kaansche tabakken, onder groote concurrentie tot zeer be-
vredigende, ja hooge, prijzen; een bevredigende zandbiad-
markt; een lage markt voor de z.g.n. regie-tabakken, en
een door de omstandigheden ongunstige markt voor stuk-
blad, bonte en uitschotsorteeringen en voor topbladen, in het kort, voor alle mindere soorten.
Gedurende de zomervacantie ontstond een vraag »nat-
goedkoop materiaal, die nog sterker werd, toen in de eerste
herfst-inschrijving de Tsjechoslovaaksche regie ca. 3500
pakken Java en 10.000 pakken Sumatra aan de markt kocht.
Gedurende korten tijd ontstond voor goedkoope tabakken
een koopstemming aan de markt, die eenigszins aan de
speculatiedagen vân den oorlogstijd deed denken.
Weliswaar waren het hoofdzakelijk Java’s, die omgezet
werden, maar het verdwijnen van groote kwantiteiten Java-
tabak van de markt had ook een stimnuleerenden invloed
01)
de meer ordinaire Sumatra’s.
Zoo zagen wij, dat het ioschrijvingsjaar 1923 niet alleen
in zeer vaste stemming sloot, maar dat het aantal biedingen,
dat de maatschappijen voor hunne partijen kregen, dusdanig
670
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
30 Juli 1924
was, dat men den ,honger” naar die goedkoope soorten
duidelijk kon bespeuren.
Hieronder volgt thans een staat, vermeldende het aantal
pakken van elke Maatschappij van oogst 1922, hoeveel
pakken naar Amerika werden verscheept, de gemiddelde op-
brengst per pond, benevens het percentage Amerikaansche
tabak van het totaal.
Deze cijfers zijn ontJeend aan een overzicht der verkoopen
in Holland, sanengesteld door de Ainsterdamsche tabaks-
makelaars Wagener & de Beer.
Verkoop Oogst 1922.
Producent.
‘
.
a
bh
o,o-E
,z
,s,
‘J
61.522
14.581
240/
0
2.82
Deli Batavia Maatsch.
34.113 8.285 24
2.53
Senembah Maatschappij
38.018
7.373
19
1.88
Tabak Mij. Arendsburg
15.996
2.293
14
1.97
Cult. Mij. ,,De Oostkust”
14.990
2.638
18
1.36
Deli Maatschappij ……
Serdang Cultuur Mij.
.
2.550
402
16
2.00
Tab. Mij. ,,TjintaRadja”
2.338
542
23
,,
2.66
Tabak Mij. ,,Krapoli”
.
1.364
130
1.0
0.78
Holland Deli Cie …….
2.638
843
32
2.05
Rimboen Tabak Mij.
2.714
.
602
22
2.20
Roll. Sumatra Tab. Mij
1.774
190
11
0.97
Shanghai S. T. C. Ltd
2.470
451
16
,,
1.50
AmsterdainLangkatCie
5.642
1.110
20
1.66
Onderneming Martabing
1.730 482
20
2.33
3.934
520
13
1.06
Ned. Langkat Cult. Mij
910
76
8
,,
0.76
H.
V.
A……………..
516
26
5,,
0.60
J.
Glas
…………….
193.219
40.544
21
0
/0
2.24
Van bovenstaande Mijen hebben de navolgende, door
verkoop in het land een gemiddelden prijs behaald van
Serdang Cultuur Maatsch. fl.87 (Verk. i/h land 88 pakken)
Tabak Mij. ,,Krapoh”
,,0.61 (
,, 527
Holland Del i Cie.
.11
– ( ,,
,, ,,
71
Shanghai SumatraT.C. Ltd. ,,1.08 (
,, ,, 427
Onderneming Martabing
,,1.80 ( ,,
,, ,, 600
De prijs per pond was dus gemiddeld f 2.24, tegen in
1921 f 1.94.
Hieronder volgt een staatje van de gemiddelde opbrengsten
pr pond van de oogsten 19 10-1922, van het aantal pakken
van die oogsten en van de totaal opbrengst.
Oogst Prijs
p. 112
KG. Aantal pakken
1)
Opbrengst
1910
f1.31
234.133
f 47.800.000-
1911
,, 1.42
280.704
62.200.000.-
1912
,, 1.36
282.920
60.000.000.-
1913
,, 1.27
251.689
49.900.000.-
1914
,, 0.93
246.543
,, 35.800.000.-
1915
1.78
232.911
64.700.000.-.
1916
,, 1.80
237.898
,, 66.800.000.-
1917
1.43
238.299
53.200.000.-
1918
,, 1.42
275.392
61.000.000.-
1919
3.03
144.469
68.300.000.-
1920
,, 2.84
145.507
64.500.000.-
1921
,, 1.94
163.681
.
49.500.000.-
1922
2
)
11
2.24
193.219
67.500.000. 2)
De opbrengst per pond van oogst 1922 is dus hooger
dan die van elken oogst, voorafgaande aan oogst 1919, evenals
de totaal opbrengst.
Over de rentabiliteit van de tabakseultuur kan men zich
echter geen oordeel vormen als men geen cijfers heeft over
den kostprijs van de tabak.
Omtrent den kostprijs kunnen de volgende cijfers worden verstrekt, welke echter min of meer op schatting berusten.
3
)
Oogsten 1910 t/m 1914 80190 cent
1915 ,, 1916 951105
1917 ,, 1918 1051115
1919
1851195
1920
1951205
1921,
1901200
1922 .
1601170
»
1923
1351145
Daaruit blijkt, dat de tabakmaatschappijen er in geslaagd
zijn, om in de laatste jaren den kostprijs weder in een vrij
snel tempo belangrijk te verlagen, al gaat de verlaging niet
Een pak bevat 80 KG. tabak.
Dit zijn de cijfers van Dent.z.
Deze kostprijs.is exclusief .tantièmes aan het personeel.
zoo spoedig in haar werk, als indertijd de verhooging. Het
valt echter te betwijfelen, of de kostprijs van de benoodigde
materialen weder is teruggekeerd tot het vooroorlogsniveau.
Uit het hieronder volgend staatje moge de prijsdaling vah
verschillende materialen blijken.
Pi’ijslijst van goederen.
Omschrijving
Prijs v. d.
1917
1918
1920
1921
1922 1923
oorlog
Guano p. zak van
6211
2
1(0.
6.05
17.50
17.50
21.-
10.-
8.-
6.50
Thomas Stak-
p. zak van
kenmeel
100 K.G.
4.60 7.75
-.-
13.80
9.50 7.50
5.50
Dubbel Super-
p. zak van
phosphaat
62
1
12 KG.
II.-
16.50
16.50
21.60
13.50
II.-
7.50
Kopersulfaat
p. KO.
0.35
0.85 0.85 0.50 0.40 0.40
-38
Schweinfurter
gruen
.
p. 1(0.
1.05 1.60
2.00 2.80 2.25
1.40 1.68
t XA Matten
p. 0/
19.-
19.50
20.50
30.- 43.-
30.50
23.-
1 A Matten
P.
%
15.-
18.25
18.25
27.- 41.-
28.50
21.-
Tertiamatten
p. 01
10.25
10.25
23.-
31.50
18.50
12.
Koelitkajoe
p. bundel
9.50
14.- 17.-
38.-
24.-
21.-
21.30
Afpaktouw
p. haal
220.- 575.- 575.- 960.- 550.- 500.- 375.-
Aanrijgtouw
p. haal
105.-
-.- -.-
370.-
150.-
150.-
181.-
Yzerdraad
p. 50 1(0.
8.50 37.50
37.50
35.-
12.50
14.-
15.75
Spijkers
p. 50 1(0.
16.50
28.- 25.-
12.50
12.50
12.50
Cement
p. vat
7.25
12.50
16.50
21.50
l6.50
10.50
8.50
Zinken rabongs
p. stuk
0.70
1.75
2.75
2.25
1.25
1.10
-.96
Rond hout
Tiangs
1
p.,,
4.-
5.50
5.50
4.50
3.50
II
p.,,
1.95
2.60 2.70
3.25 3.30 2.55
2.-
III
p.
,,
1.15 1.40 1.45
1.75
1.90
1.40
-.95
lv
p.,,
0.85
1.- 1.-
1.25
1.50
1.-
-.80
Kassau Djan-
tan 32:
p.,,
0.370
0.45
0.45
0.65
0.65 0.426 0.30
Kassau Dian-
p.
tan 26:
p.,,
0.22
5
0.25
0.25
0.35 0.30
0.26
-.19
Kilas
p.
,,
0.14
0.15
0.15
0.175
0.176 0.165
-.13
Bacau
t
p.
,,
1.90
2.85
2.80
3.50 4.25
3.25
2.70
II.
p.,,
1.55 1.95
2.-
2.50 2.75
1.50 III
P.
0.80 0.95
1.-
1.50 1.60
1.20
0.85
Tjangkols koe-
lies
P.
0.95
2.50 2.50 2.90
1.55
1.-
1.-
vrouwen
p.
0.75
1.- 1.-
1.10 1.10
0.80
-.80
Parang Beng-
kok
p.,,
0.60
1.-
1.56
1.30
0.80 0.65
-.55
Lalang Messen
p.
0.60
-.90
1.86
1.30
0.80 0.50
-.45
Schoppen
p.,,
0.50
1.10
3.50 0.70
0.70
1.10
-.82
Harken
p.,,
0.80
1.-
1.57 1.35
t.-
0.75
-.75
Tiangkol-
wiggen
p.,,
0.03 0.03 0.07 0.04 0.03 0.021 0.03
Atap
p. l000stk. 26.- -.- -.- 38.- 38.- 24.- (23.-
fr Belawan
(1
0
.
–
fr
T.
Balei.
En nu in den aanvang van 1924 dit verslag schrijvende, staan wij weer voor den grooten onbekende, den nieuwen
oogst. Hoe zijn de marktvooruitzichten?
Tegenover die ondernemingen, die door de droogte geledn
hebben en daardoor een matig product zullen leveren, zullen
vele staan, die een pracbt.00gst zullen brengen. Bij de eene
maatschappij zal dit laatste percentage grooter, bij de andere
kleiner zijn. Of de oogst evenveel Ai,ierikaansch als de
vorige zal leveren, is te betwijfelen. Door elkander genomen,
zijn onze verwachtingen gunstig, eii wij wachten met vertrou.
wen de inschrijvingen af.
In de laatste maanden van het jaar zijn, wat de markt-
constellatie aangaat, gunstige factoren te vermelden. Duitsch.
land heeft pogingen gedaan om zijn valuta te stabilisee-
ren, hetgeen voor het oogenblik gelukt is. Het gevolg daar.
van is merkbaar geweest in de toeneming van de con-
sumtie van sigaren en de grootere vraag van de zijde der
fabrikanten ook voor ons artikel. De berichten uit Amerika
luiden gunstig, wat de consumtie betreft. De voorraden
daar zijn wederom niet groot en ofschoon tegenover Amen-
kaansche fabrikanten, die een goed jaar gehad hebben, er
ook zijn, die klagen dat zij niet verdiend hebben, zijn er
redenen genoeg orn een krachtige Amerikaansche markt te
mogen verwachten. Ook de berichten omtrent de Regieën
zijn niet ongunstig, en zon kunnen wij met genoegen dit
overzicht besluiten met het uitspreken van de meening, dat
wij een opgewekte voorjaarscampagne hopen tegemoet te
gaan.’)
Beperking ven den Teba.ksoo gat.
Reeds in het vorige verslag werd vermeld, dat door de
leden van het Tabaks Bureau te Amsterdam werd besloten
om den Tabaksoogst 1923 te beperken tot 195.000 pakken.
In verschillende circulaires werden aan de Maatschappijen
de voor deze inkrimping geldende regelingen bekend ge-
maakt, welke in hoofdzaak gelijk waren aan de vroeger
getroffen regelen. Circulaire No. 1668 zette deze regelen
nog eens uitvoerig uiteen.
Slechts OOn uitzondering werd gemaakt op de vroeger
vastgestelde iegelen. Wanneer tabak door storm nf brand
geheel
werd vernietigd, zou deze tabak, ook al werd zij
1)
Blijkens het resultaat van de op Vrijdag 14 en 21
Maart 1924 gehouden inschrijvingen, schijnen deze ver-
wachtingen niet te zullen worden beschaamd.
30 Juli 1924
ECONOMISCH-STATIS±ISCHE BERICHTEN
671
geheel door assuradeuren vergoed, niet in mindering be-
hoeven te komen van het aantal door de betrokken maat-
schappij te realiseeren pakken tabak (circulaire 1699).
Vond de verdeeling van het aantal pakken op dezelfde
basis plaats als bij vorige beperkingen, ook bij de beperking
van oogst 1923 werd bepaald, dat, hetgeen enkele maat-
schappijen minder realiseerden dan het haar toebedeelde
kwantum, door maatschappijen, die meer dan haar kwantum
hadden geproduceerd, zou mogen worden verdeeld, naar
rato van dat meerdere (Cire. 1683).
Toen in het najaar van 1923 was gebleken, dat de
Amsterdanisehe marktstemmiug zeer gunstig was voor
ordinaire tabakken, besloot liet Tabaks Bureau, dat ook
alle tabak boven de 195.000 pakken, die anders zou worden
vernietigd, naar ITolland zou worden verscheept. De opbrengst
daarvan zou over alle maatschappijen worden verdeeld, dus
zonder er rekening mede te houden van welke maatschappij de tabak afkomstig was. Alleen zou de maatschappij, die de
tabak had geproduceerd, 30 centen per pond ontvangen
voor de extra kosten.
Deze tabak werd voorzien van een speciaal merk T
(circulaire 1687).
Blijkbaar in verband niet de markt werd door het Tabaks
Bureau telegrafisch
01)
een spordige verzending aangedrongen.
Hieronder volgt thans een staat van het aantal pakken,
dat iedere maatschappij van oogst 1923 mocht realiseeren,
benevens van de pakken T. tabak, welke vermoedelijk zullen
worden verscheept.
Magrea-
T
]otaal
liseeren Labak
1)eli Maatschappij …………
70.545
7.554
78.099
enembab Maatschappij …….. 38.786
4.799
43.585
Dcli i3atavia Matschappij .
34.795
34.795
Cultuur Maatsch. ,,De Oostkust” 14.422
14.422
Tabak Maatschappij Arendsburg. 16.837
433
17.270
Serdang Cultuur Maatschappij..
2.746
319
3.058
holland Sumatra Tabak Mij.
1.839
1.839
holland Deli Compagnie ……
2.668
120
2.788
Onderneming Martabing ……
2.149
2.149
Tabak Maatschappij ,,Krapoh”.
2.132
2.132
ilaudeisvereenig. ,,Amsterdam”.. ± 3.125
± 3.125
Tabak Mij. ,,Tjinta Radja” . .
1.429
186
1.615
Shanghai Sumatra Tob. Cy. Ltd.
3.585
358
3.943
1195.058
1
13.762
1
208.820
Ook voor oogst 1924 was vastgesteld, dat deze zou worden
beperkt tot 195.000 hakken en het gelicele plantplan is hier-
01) gebaseerd (circulaire No. 1638). In begin van dit jaar
werd echter van het Tabaks Bureau telegrafisch bericht
ontvangen, dat liet kwantum van oogst 1924 grooter mocht
worden door het afoogsten van de meer ordinaire tabak en
wel tot een maximum van 10 pCt. voor elke maatschappij
van het aantal pakken, dat zij oorsponkelijk zou mogen
reahiseeren (circulaire No. 1687).
Uit het betrekkelijk schrijven van het Tabaks Bureau
bleek, dat de bedoeling was, (lat elke maatschappij niet meer
mag realiseeren dan liet oorspronkelijk kwantiun plus 10 pCt.
Als andere maatschappijen onder dat kwantuin blijven, mag
(lat mindere
niet
over de andere, die er boven komen,
worden verdeeld. Verder werd uitdrukkelijk bepaald, dat
uitbreiding, zoowel van het aantal boomen als van het aantal
velden, verboden was.
Deze maatregelen beoogen dus uitsluitend olu het aantal pakken ordinaire tabak te veruieerderen. Tabak, die anders zou worden verbrand, zal thans verscheept mogen worden. [let Amerikaansch zal hierdoor dus niet toenemen (zie ook
circulaire No. 1701).
MAANDCIJFERS.
GTRO-K ANTOOR DER GEMEENTE AMSTERDAM.
Januari
1924
t
Februari
1924
Posten
1
Bedrag
II
Posten
1
Bedrag
Ontvangen en
betaald:
1
1
ii
in contanten..
1
36807
f
17.377.592
33558
If
15.562.310
door over-
1
1
II
schrijving’)… 1116494
111
67.823.330 1108072
1,,
52.716.205
Particuliere
1
II
rekeninghoud.
1
21280
2
)1,, 32.489.919
1
21506
2
11,, 31.258.774 Saldo te goed
1
part. rek. uit0. 1
–
,, 18.790.764
II
–
,,
19.331.548
Deposito’s voor 1
een jaar vast.
1
2296 « 7.760.600
1
2315
2
)1,,
7.804.400
lnclusieve verrekeningen tusschen geineentedieusten,
zijnde
f
13.517.845,54 en
f
4.516.636,80 per maand.
Aantal.
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
N.B. •* beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.
GELDKOERSEN.
BANKDISCONTO’S.
NedDisc. Wissels. 5
24Jan.’24
Zwits. Nat. Bk. 4
16Juli ’23
Bk Bel.Binn.Eff.
5*24
Jan.’24 N.Bk.v.Denem. 7
17 Jan. ’24
1Vr,-
,
eh. in R.C.
604 Jan.’24
ZweedseheRbk 51
8Nov. ’23
Javasche Bank …. 3
1Aug.’09
Bank v.Noorw. 7
9Nov. ’23
Bank van Engeland 4
5Juli ’23
Bk. v. Tsjecho-
Duitsche Rijksbk. 10
29Dec.’23
slowakijë. .. 6
27Mei ’24
Bank v. Frankrijk 6
17Jan. ’24 N. Bk. v. O’rijk 12
4Juni’24
Belgische Nat. Bnk. 6
14 Feb. ’24
Hong. Bank .. 18
5 Juli ’23
Fed. Res. B ank N.Y.
3*11Juni’24
Bank v. Italië.
511Juli ’22
Bank van Spanje.. 5
23 Mrt.’23 Z.-Af r.Res.bnk 6
_
OPEN MARKT.
Amsterdam
Londen Berlijn Parijs N. York
Data
Part.
1
Prolon- disnto Part. Part. Cali-
disconto
gatie
1
(3
mnd.)
disconto
1
disc. money
26 Juli
‘242%
3%
1)
3%
–
–
2_%
1)
2 1-2 6 J. ’24
2% _7/
3-3.
311_
–
–
2_
14-19 ,, ’24
25_3
2% -%
3%
-/
–
–
7-12 ,, ’24
3
1
j_%
2%
18
–
18
– –
2_3/4
23-28 J. ’23
11844′
3_34
3’1-%
–
–
4% -5
24-29 J. ’22
2%
–
18
3-%
1 7/-2
–
–
3_4%
20_24Jli’14
‘i-i
2% .3%
2% ._%
2m,_%
2%
1
_2
2)
Noteering van
25
Juli.
WISSELKOERSEN.
WISSELMARKT.
Na
een zeer flauwe opening, waarbij Londen tot 11,4534
terug liep, trad Dinsdag een herstel in, dat de koers tot
11.53 (!ee:l oploopen. Den volgenden dag was cle koers ech-
ter ive :er flaniver maar later was dc stemming opnieuw
beter. De berichten over liet verloop vIti de Lomideusehe
Coitferentie werden vrijwel op den voet gevolgd door rijzin-
gen of daiiitgen van den .Pondcukoers. Ook Parijs en Bel. gië stonden sterk onder. den invloed en het langzame ver-
loop
VL1
cle onderhancielingcin had ccii neercirukkende wel-
king
01)
cie Prancskoerseii. Dollu’s waren aanvankelijk even-
1
eens .tcrk aangeboden maar Dinsdag kwam voor clezen wis-
sel, evenals voor het Pondsterhing, een herstel tot en.
2,61%, ivaarna cle koers op dit peil bleef schommelen, iii
Skaiuli navië ging weder weinig oimi. Stockholm was flauw,
hoofdzakelijk iii sympathie niet den Dollar. Echter bij het
latere herstel van den Dollarkoers bleef Stockholm verder
tertigloopeul. Kopenhagen en Christiania eerder iets betcr.
(,ok Zivitaeraiid iets oploopeiid. Java onveranderd.
29 juli 1924.
KOERSEN IN NEDERLAND.
ILonden
1
Berlijn2 Weenen 1 Parijs I Brussell New
Data
1
1
i)1
1
1
York)
21 Juli 1924
11.49*
0.000620.0037 13.56 12.08 2.618/,
22 ,, 1924 11.48
0.00062* 0.0036%
13.47*
12.04 2.60%
23 ,,
1924
11.50*0.00062*0.00361s
13.50 12.05k 2.6111
8
24 ,,
1924 11.51
0.00062*
0.00367/
s
13.40 12.- 2.6171
25 ,,
1924
11.51*
0.00064 0.00367/
8
13.45 1
2
.05* 2.6181
8
26 ,, 1924 – – – – – –
Laagsted.w.’ 11.45* 0.00061* 0.00361/, 13.30
11.92*
2.60k
Hoogste,,,,
1
11.53 0.00063 0.0037% 13.60 12.10 6271
8
18 Juli 1924
11.52*
0.00063 0 ‘ 0037y
4 13.42*
11.98
2.63
7
18
11 ,, 1924 11.55* 0.000
6
3* 0.0037′ 13.55
11.99*
2.6511
8
Muntpariteit 12.10 59.26
3)
50.41
48.- 48.- 2.48%
5)
Noteering te Amsterdam. “) Noteering te Rotterdam.
1)
Particuliere opgave.
2)
Gulden per milliard Mark.
3)
Gulden per 100 Mark.
t
1
Stock- Kopen-
1
Chris-
1
serland
Spanje 1 Batavla
1)
Data
hoIrn*)hagen*)tian1a*)
. 1
1) telegrafisdi
21 Juli
1924
69.90 42.15 35.20 47.90 34.80
96% _97
22
,,
1924
69.60
42.-
35.10
48.05
34.80
9
67
18_97*
23
,,
1924
69.60
42.25 35.15
48.05
35.-
97’18-97*
24
,,
1924
69.65
42.40
35.-
48.12*
34.90
91/8-8/8
25
,,
1924
69.65
42.30
35.10
48.12*
35.-
97
‘/-.%
26
,,
1924
–
– –
–
35.-
96
L’ste d.
w.
1)
69.35
42.-
34.70 47.75 34.65
96%
H’ste
,,
,,
1)
70.20
42.40
35.25
48.20 35.10
97%
18 Juli
1924
70.20 42.50
35.40
48.-
34952
9797k 2
11
,,
1924
70.50 42.40
35.30
48.02*
35.10
3
96% _973
Muntpariteit
66.67 66.67
66;67
48.-
48.-
100
S)
Noteering te
Amsterdam.
1)
Particuliere
opgave.
2)
Noteering van
19
Juli.
3)
ldenm
van
12
Juli.
672
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
.
30 Juli 1924
KOERSEN TE NEW YORK.
Data
Cal,ie Lond. i Zicht Parijs 1 Zich! Berlijn
(InS per
(in Sper.) (in Ct3.P.fr3.)1
liii
d
I(M ds. p. gld.)
20 Juli
1924
4.40.25
5.12
0.00023718
38.16
Laagste d. week
4.39.-
5.09
0.00023718
38.16
Hoogste
,,
4.41.50
5.21
0.000237,
38.30
19 Juli
1924
4.38.37
5.14
0.00023718
38.05
12
,,
1924
4.37.37
5.16
0.00023718
37.78
untpariteit..
4.86.67
19.30
23.8134 1)
4O8/o
in c c. per IvlarK.
KIOERSEN
VAN DE VOLGENDE PLAATSEN OP LONDEN
Plaatsen en
Noteerings-
12
Juli
19
Juli
21j26
Juli’24
1
26
Juli
Landen
1eenheden
1924
1924
1
Laagste
l
Hoogstel
1924
Alexandrië… Piast. p. £ 971132l
9715,
9715135 97
1
,1
1
32
1
97
15
1
32
Bangkok
.
Sh.p.tical
111011
2
1110
111021
8
111051
8
111021
8
B. Aires’)
…
d. p.
$
401s1
4034
4071,
403(
4021
8
Calcutta
… _.
Sh. p. rup. 115I1
11534
1157132
11521
16
1159
32
Constantin.
.
Piast.p.0
85734
8571,
855
880
87234
Hongkong
..
Sh. p.
$
214
18
1
214i31,
21451
21511
16
214
27
1
3
Lissabon
1)
…
d. per Mii.
lt
134
1
15
1
32
1
17
1
32
134
Madrid
…
Peset. p. £ 32.87
33.04
32.80
33.05
32.85
Mexico
…….
d. per
$
2934
2934
29
30
2934
Montevideo
1)
id.
4234
4134
41
,
1
9
4134
4134
Montreal
S….
$
per
£.
4.4034
4.41
4.4071
8
4.45s1
4.4234
Praag
.. ……
Kr. p. £
14811
8
147
51
8
14734
14834
148
1
/8
R.d.Janeiro’) d. per Mil.
51/5
5I16
51I6
5
7
11e
534
Rome….
…
_..
Lires p. £
102
101i1
10111
8
102 t
l
io
10134
Shanghai
._..
Sh. p. tael
31318
31334
3/3
31371
s
313i1
Singapore
.. .
id. p.
$
214
1
1
32
214
1
1
52
2133t
1
32
214
3
/
32
214
1
1
32
ValparaisoS). peso p. £
42.00
42.70
42.40
43.00
43.00
Yokohama
..
Sh. p. yen 1/107/
t
1/104
1/10P
1/10k 1110
• lçoersen oer vooralgaanaeaagen.
ij
1
elegranscn translert.
‘)
su ag.
NOTEERING VAN ZILVER.
te Londen N. York
te Londen N.York
26Juli 1924- 3451
68l1
28 Juli 1923.. 30’s/
621,
19
,,
1924…
34
5
1
67
29 Juli 1922-
35
1
18
6934
12
,,
1924-
34
51
6734
20 Juli 1914- 24i1
54
1
18
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 28 Juli 1924.
Activa.
Binnenl.Wis-f H..bk.
f
59.618.852,13
sels, Prom., B..bk.
,,
28.419.103,98
enz.in disc. Ag.sch.
,,
49.626.721,48
f
137.664.677,59
Papier o. h. Buitenl. in disconto
…..
…
–
Idem eigen portef.
.
f
95.282.6 14,-
Af :Verkochtmaar voor
de bk. nog niet afgel.
–
95.282.614,-
Beleeningen H..bk. f 95.209.297,06
mcl.
vrsch.
B..bk.
15.700.354,42
in rek..crt. Ag.sch.
87.866.271 01
op onderp.
f
198.775.922,49
Op Effecten…..
…
..
f
185.375.503,82
OpGoederenenSpec.
,,
13.400.418,67
198.775.922,49
Voorschotten a. h. Rijk
……
. …..
,,
–
Munten Muntmateriaal
Munt, Goud
. –
56.241.130,-
Muntmat., Goud
…
,,
475.269.922,97
f
531.511.052,97
Munt, Zilver, enz.
•
,,
10.882.728,73
Muntmat. Zilver…
Effecten
542.393.781,70.
Bel.v.h.Res.fouds
.
f
5.654.378,37
id.van
1
1
,
v.h. kapit.
3.982.548,68
9.636.927,05
Geb.enMeub.derBank
5.212.500,-
Diverse rekeningen
…..
,,
90.660.598,07
f
1.079.627.020,90
Pas.iva.
Kapitaal
..
_.
20.000.000,-
Reservefonds
.-.
.-.
.-.
,,
5.655.237,53
Bijzondere reserve….
_. … ._ ……_……..
8.235.000,-
Bankbiljetten in omloop
963.503.900,-
Bankassignatiën in omloop
……..
1.028.258,27
Rek.-Cour.
J
Het Rijk
f
11.199.982,17
saldo’s:
k
Anderen
,,
62.865.398,25
74.065.380,42
Diverse rekeningen
7.139.244,68
f
1.079.627.020,90
Beschikbaar metaalsaldo
.
.
f
334.075.521,01
Op de
basi8
van
21
metaaldekking…….
126.356.013,67
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is.
1.670.377.605,-
NED. BANK 28 Juli 1924. Voornaamste posten in 000.
Data
Goud
Zilver
–
Iopeischb.I Metaal- Iklng
Bank
1
Andere
Beschikb. Dek.
biljetten
schuldenl
saldo
perc
28 Juli
’24 531.511 10.883
963.504
75.094
1334.076
52
21
’24 531.511 10.548
963.023
82.096
1
332.437
54
14
’24 531.511 10.015
978.793
71.753 330.818
52
7
’24 531.511 10.033
992.295
66.636 329.158
51
30
Juli ’23 581.794 10.934
947.432
30.759 395.195
61
31
Juli’22 605.955
8.156
988.449
36.825 408.316
60
25 Juli
’14 162.114
8.228
310.437
6.198 _43.521
1
)_54
Hiervan
l
–
1
Papier
Data
1
bedra
g,
promessen
ningen
1
buiten-
ningen
5)
Totaal
~rechlstreeks
Shatkist-
1
Belee-
1
op
het
1
Diverse
disconto S
l
1
land
28 Juli
1924 137.665
–
198.776
95.283
90.661
21
1924 142.182
–
199.023
92.379
95.058
14
,,
1924 143.393
–
197.971
92.734
100.100
7
1924 145.316
–
191.774
93.105
102.071
30
Juli 1923 140.607
–
149.313
39.836
87.085
31
Juli
1922
169.530
6.000
132.879
67.439
46.504
25 Juli
1914
67.9471
14.300
1
61.686 1
20.188
509
1)
Op de basis van
2/
metaaldekking.
_
2)
Sluitpost activa.
‘s
RIJKS SCHATKIST.
De Minister van Financiën maakt o.m. bekend:
121Juli1924
–
1
28Juli
1924
dat uitstonden
aan schatkistpromessen (183.760.000,-
f182.730.000,_
waarv.directbij Ned.Bk
–
–
aan schatkistbiljetten.
,,200.60 1.000,-
1
,,200.529.000,-
1
aan zilverbons ………
29.556.363,-
,,
28.504.343,-
Door den Postch. en Gdst. in
‘s Rijks
Schatkist
gestort deel v. h. tegoed
van den dienst …….. .,,l06.558.196,53
,,1O6.558.l96,53f
Onder de viottende schuld is begrepen:
Voorsch. aan de Koloniën
109.616.134,45
,,111.416.305,17
Voorschot aanGemeenten)
31
Mei
1924
30
Juni
1924
voordoorRijkvoorben
56.003.386,88f
,,
42.080.135,85
te heffen Ink. belasting)
Uitbetal. ad
. rek..houders
21
Juli
1924
28Juli
1924
v. d. Postch. en Girodst. ,,120.075.937,67
,,120.796.406,27
Voorschotten a.h. buitenl ,,216.198.739,29,,216.004.481,72
In
daggeldleening
tegen
onderp. v. schatk. papier
,,
2.000.000,-
,,
2.000.000,-
1)
Waarvan
f
37.056.000 vervallenopofna 1 April 1927.
NEDERLANDSCH
–
INDISCHE VLOTTENDE
SCHULD.
De Minister van Koloniën maakt bekend:
19Juli1924
1
26Juli1924
Voorschot uit ‘s Rijks
md. Schatk.prom. in oml
,,102.400.000,-
,,102.470.000,-
kas aan N..I ………
…91.782.000,-
f
95.170.000,-
Voorsch.Jav.Bk.aanN..I
,,
7.500.000,_
,,
4.700.000,_
1
duntbiljetten in omloop
,,
45.100.000,-
,,
45.000.000,-
1)
Tegoed van Ned.-Indië
bijde
JavascheBank.
JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrok.
keu
cijfers
der
laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.
Data
Goud
Zilver
Bank-
bijetten schulden _saldo
26 Juli1924
21
2
.000
253.000
95.500 142.300
19
1924
211.500
256.000
91.000 142.100
12
1924
209.500
260.000
80.000 141.500
21 Juli1924 140.699
65.12
9
253.792
65.692 142.662
14
,,
1924 145.708
64.969
257.191
62.229 147.489
28 Juli 1923 152.380 1 60.920 260.975 107.053 140.285
29Juli1922 147.342
52.371 266.793
84.963 130.016
25Juli1914 22.057
1
31.907 110.172
12.634
4.842
2
Data
Dis-
‘”
1
Belee-
schten
Diverse
conto’s
N.-Ind.
ningen
a/h. Gou-} ningen’)
tage
betaalb.
vernem.
1
ri
26 Juli 1924
1320
4.700
3
61
19
,,
1924
150.510
7.500
*
61 12
1924
145.640
8.500
62
21 Juli 1924 35.533
17.643
58.707
9.222
19.058
64
14
,,
1924 35.531(
16.2731
64.355
2.060
16.917
66
28 Juli 1923 36.219
37.7881
69.876
10.106
22.997
58
29Juli1922 32.880
26.5291
99.777
17.085e
20.898
57
25 Juli1914
7.259
6.395
47.934
6.446
2.228
44
1)
Slultpost activa.
2)
Basis
2
/s
metaaldekking.
3)
Creditsaldo.
30 Juli 1924
ECONOMISCH-STATISTISCHÉ BERICHTEN
673
DE SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Data
Metaal
–
Circu
latie
1
1
Andere
opeischb.
schulden
Discont.
~in
–
~
én
reke-
‘)
14 Juni
1924-
1.142 1.432 817
1,
1.107
435
7
,,
1924..
1.144
1.515
713
–
1.110 425
31 Mei
1924..
1.154 1.536 874
1.115
429
24
1924..
1.159
1.328
1.071 1.101
419
17
1924..
1.142
1.366 1.016
1.099
438
16 Juni
1923..
1.201
1.650
1.101
1.186
535
25 Ju1i
1914..
645 1.100 560
735 396
2)
Sluitpost der activa.
BUITENLANDSCHE BANKSTATEN.
BANK VAN ENGELAND.’
Voornaamste posten, onder bijvoeging der Currency Notes, in duizenden ponden sterling.
Data Metaal
:rculati
Currency
_
Notes
[-
Bedrag
1 Goudd.
Gov.
Sec.
23 Juli
1924
128.270 126.273
292.302 27.000
248.295
16
1924 128.271
126.203
292.844
27.000
248.804
9
1924
128.269
127.270
293.686 27.000 249.620
2
1924
128.266
127.801
292.115 27.000 248.373
25 Juli
1923
127.640
125.717
289.049
27.000
244810
22 Juli
1914
1
40.164
1
29.317
11
–
– –
Data
Gov.
Other
Public
Other
Reserve
ings
Sec.
.
Sec.
Depos. Depos.
23 .TuIi ’24
39.682 73.510
11.336 105.575
21.7471
18,60
16
,,
’24
45.187
70.131
11.739 107.447
21.819
18,30.
9
,,
’24
48.057
69.950
9.928
110.875
20.749
17,17
2
,,
’24
54.222 95.356
18.392
140.136 20.215
13,31
25 Juli ’23
45.634
70.556
10.463
109.384 21.673
18,08
22 Juli ’14
11.005
33.633
13.735
42.185 29.297
52’1B
1)
Verhouding tusschen Reserve en_Depdsits.
DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten in millioenen Goudmark
(=
trillioen papiermark).
Daarv Waarv.
1
1
Dek-
Data
Metaal
.
I
BU1tl;
Goud
_.
._
Kassen-
1
Circulatie
scheine
1
15 Juli
’24
498 469
34
0,618
1.062
0,06
7
,,
’24
491
466
34
0,659
1.106
0,06
30 Juni ’24
486 462
30
0,698
1.097
0,06
23
,,
’24
486 462
30
0,752
891
0,08
15 Juli
1
23
22,1
3
)
657
110
3,161
4
25,492
4
12
23 Juli
’14
1.691
1.357
–
65 1,891
1
93
Wissels
Renten-
Rekg. Courant
6
)
1
bank-
scheine
Totaal
Handels-s
1
Schatkist-
1
Partic.
Rijk en
1
wissels
1
papier
Staten
fo
1.826
1.82(3
–
377
332
598
‘
1.871
1.871
–
303
320
491
C
r
1.898
1.898
–
278
281
493
1.868
1.868
–
474
347
725
40,971.
l 1,061
4
29,910
–
14,513
4
) 2,414
4
)
751
751
–
–
944
1)
Onbelast.
2)
Dekking der circulatie door metaal en Kassenscheine.
3)
In milliarden.
4)
In billioenen.
5)
Waart’. in Rentenmark,uitgedruktin
papierm. op 23Juni 1.044 trillioen; op 30Juni 1.05 trillioen; op 7Juli
1.052 trillioen; op 15 Juli 1.012 trillioen.
6)
Idem: op 23Juni 606 trillioen;
op 30 Juni 388 trillioen; op7 Juli 400 trillioen; op 15 Juli 475 trillioen.
BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in duizenden francs
Waarvan Tegoed
Buit. gew.
Data
Goud
in het
Zilver
in het
1
Buitenland
voorsch.
1
Buitenl.
ajd. Staat
24 Juli’24
5.543.408
1.864.321
300.063 573.885
22.700.000
17
’24
5.543.364
1.864.321
299.988
573.608
22.900.000
10
’24
5.543.284
1.804.321
299.870
573.444
23.000.000
20 Juli’23
5.537.874
1.864.345
293.742
565.279
23.300.000
23 Juli’14
4.104.390
–
639.620
–
–
–
Uitge-
e ee-
.
an
–
Rek. Crt.
Rek.
Wissels stelde
Wissels
ningen
je
en
Parti-
culieren
Crt.
Staat
4.698.1631
9.201
2,696.654 40.081.713
2.174.0481
15.305
W
4.715.315
9.212
2.709.893
40.155.862
2.181.753
14.282 g
4.864.021
9.212
2.772.985 40.224.979
2.201.242
15.236
cD
2.471.741
19.338
2.101.135 36.929.324 2.039.428
32.277
1
.5
41
.980
769.400
5.911.9101
942.570 400.590
BANQUE NATIONALE DE BELGIQUE.
Voornaamste posten in duizeuden francs.
Metaal
1 Beleen.
Beleen.
Binn.
Voor-
–
–
D a
62
mcl.
van te-
van
wissels
schot
Circu-
buitenl.
goe
d
in
prom.d.
en
aan den
latie saldi h.buitl.
provinc.1
beleen.
Staat
24Juli’24
352.751
84.653
480.000
1701.379
5.250.000 7.602.784
17
,,
’24
354.027 84.653
480.000
1655.309
5.250.000
7.603.701
10
,,
’24
354.070
–
1657.877
7.609.100
3
»
’24 354.613
– –
1710.171
–
7.582.979
20Juli ’23
350.060
84.653
480.000
989.7905.300.000
6.888.836
VEREENIGDE STATEN VAN NOORD
–
AMERIKA.
–
FEDERAL RESERVE BANKS.
Voornaamste posten in duizenden dollars.
Goudvoorraad
_____________ ___________
_____
F. R.
Data
Zilver
etc.
Notes In
circu-
Totaal
Dekking
In het
__________
bedrag
F.RNotes
buitenl.i
latie
9 Juli
’24
3.143.402 2.137.268
–
101.904l1,855.005
2
,,
’24
3.120.655
2.159.820
–
98.96311.874.270
25 Juni ’24
3.155.570
2.150.584
–
115.8331.843.922
18
,,
’24
3.157.041
2.161.211
–
114.503i1.851.842
11 Juli
’23 3.100.379
2.101.270
–
76.76912.265.1’49
Goud-
Algem.
Data
Wissels
Totaal
Gestort
1
Dek-
Dek-
Deposito’s
Kapitaal
1
kings-
kin es-
t
perc.’)
perc.S)
9 Juli
’24
369.222
2.078.910
111.400
79,0
82,5
12
,,
’24
421.812
2.074.492
111.407
78,0 81,5
25 Juni ’24
395,165
2.108.459
111.420
79,8
82,8
18
,,
’24
408.702
2.135.476
111.472
79,2
82,1
11 Juli
’23
1.032.653
1.949.722
109.621
73,6 75,4
• 1)
Verhouding totalen goudvoorraad tegenover opeischbare schulden:
F. R. Notes
en
netto deposito.
2)
Verhouding totalen voorraad munt-
materiaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.
‘PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. BES. STELSEL.
Voornaamste posten in duizenden dollars.
Data
Aantal
Totaal
uitgezette
Reserve
bij de
Totaal
Waarvan
time
banken
gelden en
b
F. R. banks
deposito’s
deposits
2 Juli ’24
748
17.056.459
1.520.871
16542.122
4.418.377
25Juni’24
748
16.968.760
1.544.661
16.380.869
4.414.306
18
,,
’24
749
16.870.782
1.596.232,16.391.790
I
4.379.316
11
‘241
749
lO.796486i
1.539.492116.212.7771
4.347.826
3Juli ’23)
773
16.624.604j
1.441.086)15.491.995
4.011.974
Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen baukstaten.
EFFECTENBEURZEN.
Amsterdam, 28 Juli 124.
Het verloop der internationale conferentie te Londen ge-
durende cle aehter ons liggende week heeft er niet’toe bij-
gedragen een krachtigen ondergrond, op de. internationale’
beurzen te voorschijn te roepen. Men heeft vrijwel overal
de overtuiging gekregen, dat de zeer geleidelijke vorclerin-
gen, welke men, blijkens de officieele communiqul’s, maakt,
zijn toe te schrijven aan de geweldige moeilijkheden, die’ nog
overwonnen moeten worden. En al heerscht er een stem-
ming van vertrouwen, een zekere onrust kan toch niet
worden uitgeschakeld, bij een beschonwing van de toekomst-
mogelijkheden in economisch opzicht.
Merkwaardig mag het in dit verband wel worden ge-
noemd, dat de bedenkingen tegen het plan-Dawes groeien
naarmate de beslissing van de conferentie nadert. Ook deze
omstandigheid heef t er niet toe bijgedragen het optimisme
aan de beurzen krachtig te doen opbloeien. Over het alge-
meen kan worden geconstateerd, dat gunstige en ongunstige
overdenkingen elkander vrijwel in evenwicht houden, doch
dat de balans toch neiging vertoont naar de zijde van het
optimisme over te slaan.
Uit deze situatie volgt echter onmiddellijk, dat de om-
zetten tot een minimum beperkt zijn gebleven. Het publiek
heeft overal de neiging met ingrijpen af te wachten, tot de
naaste toekomst zich wat duidelijker afteekent en de be-
roepshandel, welke toch al door het uitblijven van orders
uit het publiek hun arbeidsvelcl verkleind ziet, let scherp
op alle teekenen, welke een ommekeer zouden- kunnen voor-
spellen en houdt zich uiterst liquide met zeer kleine po-
sities. Behalve de factoren van internationaal-politieken en
economischen aard geven echter speciale omstandigheden
674
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
30 Juli 1924
wel eens richting aan de beurs. liet sterkst is dit nog te
B e r lij ii het’ geval geweest. In de achter ons liggende be-
richtsperiode is het b.v. opgevallen, hoe, in het algemeene
kader van vrij groote opgewektheid, de koersen van obliga-_
tieleeningen het sterkst zijn gestegen. Naast de schuidbe-
kentenissen van den Staat, van Pruisen en van allerlei
gemeenten, waarvoor de opwaartsche beweging reeds lang
is gemarkeerd, zijn het thans ook de obligaties van indus-
trieele ondernemingeh geweest, welke de algemeene aan-,
dacht hebben getrokken. Men tracht dit te verklaren door
te wijzen op de bepalingen der derde ,,Steiiernot-verord-,
tiung”, volgens welke dergelijke obligaties over het alge-
meen op 15 pCt. gevaloriseerci moeten worden. In verband
met cie agitae, welke thans wordt gevoerd ten gunste van
een verhoogiig van dit percentage en rekening houdende
niet het feit, dat de meeste industrieele obligaties nog niet
zijn vervallen -. zoodat ook geen maatregelen tot ver
ç1
vroegde aflossing genoien kunnen worden – schijnen vele
ondernemingen er toe
• o’ er te gaan, hun eigen scliuldheken-
tcnissen ter beiirze in te koopen. Zij on’tloopen zoodoende
de kans plotseling voor de noodzakelijkheid van een hooge-
ren aflossingskoers dan die van 1.5 pCt. te worden ge-
plaatst, terwijl zij aan den anderen kuit vrijwel alle in hun
balansen reeds rekening hebben gchouden met hun latere
afiossingsverplichtingen. Op deze wijze is er ee]iige leven-
digheici aan de Duitsche beurzen ontstaan. Ook voor ver-
schillende aandeelen bestond er goede kooplust, doch deze
beperkte zich toch grootendeels tot de aandeelen van die
ondernepiingen, welke reeds een goud-balans hebben gepu-bliceerd, zooals Scheideanstalt, Anglo-Guano, Süddeutscbe
Metall-industrie, enz., wijl men van deze ondernemingen een
beter inzicht in de werkelijke verhoudingen kan verkrijgen.
Te L o act en is de kalme houding wel buitengewoon
opmerkelijk geweest. Men laat zich daar ter plaatse vooral
leiden door cle kuiseo op cle emissie van een Duitsche lee-
ning, zooals deze in liet plan-Da.wes is geprojecteerd. Ge-
durende de afgeloopen week heeft bovendien de vaste hou-
ding van den sterhingkoers invloed op de foridsenmarkt uit-
geoefend, hoew’el de fluctuaties op cle wisselmarkt op hun
beurt weder in het nauwste verband staan met de vooruit-
zichten op een oplossing van het scliadevergoecliiigsvraag-
stuk. liet spreekt echter vanzelf, (lat de opgaande. tendens,
welke de sterliugkoers aan .den dag heeft gelegd, op zich-
zelve reeds voldoende is’as, om een min of meer geanimeerde
stemming – ondanks liet gebrek aan aken, – te voor-
schijn, te roepen. De tegenstanders van een discontoverhoo-
gi lig putten hieruit hun argumenten tegen de onmiddellijke
noodzakelijkheid van een dergelijke verhooging en cle voor-
stanclers zien er den voorlooper van de verwezenlijking hun-
lie!
,
gedadhten in. Eenige teleurstelling heeft het niet zeer
gunstige verloop van cle emissie Harlancl & WolfI uitge-
oefencl, doch liet bedrag was dan ook vrij groot en van een
druk
01)
de beurs is geen sprake geweest.
Te P a rij s heeft cle omvang van zaken niet veel afivij
king. van dien der overige centra getoond. Hier echter is
de grondtoon niet zoo vast gebleven. Er waren te veel fac-
toren, welke een tegengestelde werking hebben iiitgeoefend
in cle eerste plaats heeft cle teruggang van den buitenland-
scheit handel over de niaan.cl Juni, vooral voor cle export-,
cijfers, nogal onrust gewekt. De opleving van de voor-
gauldle maanden is door clezeii gang van zaken veel meer
iii het licht van het inflatie-tijdperk komen te staan. Ver-
volgens toouen dc ontvangsten van de schatkist uit hoofde
va de belastingen niet zulke bevredigende cijfers als in
dcii joiigsten tijd. Dit klemt vooral voor de indirecte bebis-
tingen, welke min of meer als een directe graadmeter van
de conJunctuur beschouwd kunnen worden. Voorts vertoo-
iiu de 1 iclex-cijfet’s van de groothanclelsprijzen neiging tot
lc’riuiciin’de stijging. ]3ovendien zijn de berichten uit cle
kringen van de industrie niet onverdeeld gunstig, zoodat
hier cii daar vrees voor een crisis begint te ontstaan. Zelfs
bij ecn algeheel bevredigende regeling van de kwesties der
biiitenlandsche politiek en vat de schadevergoeding van
Diiitscliland acht men het in sommige kringen niet ondenk-
baai’, dat een zeer moeilijke tijd doorgemaakt zal moeten
worden. Onder deze omstandigheden is liet begrijpelijk, dat
de beurs rekening houdt niet mogelijk minder gunstige iven-
di ligeil.. Hef tige fluctu aties zijn echter voorkomen, doordat
de wisselkoers vrij stabiel is gebleven en door het ontbre-ken van belangrijke affaire,
Te Na w Y o r le is de niarkt bijna voortdurend vast van
stemming geweest. De huerichten uit de staalnijverheid,
welke veelal als de barometer van de inchiistrieele beclrij-
vigheid in cle Unie worden beschouwd, luiden weliswaar niet
onverdeeld gunstig en ook van sommige spoorwego.nderne
uhingen
(o.iL
de Baltimore & Ohio, Atehison, Pennsylvania,
ena.) zijn de ontvangsten lager, doch de fondseumarkt lied t
deze omstandigheden niet in lagere koersen weerspiegeld.
Hoofdoorzaak hiervan is wel de omstandigheid, dat men
in New Vork niet aan een langen duur van de tegenwoor-
ulige depressie gelooft. Eensdeels staat dit in verband met
het jaar der presidentieele verkiezing, hietwelk steeds’ een
tijdelijke ,,slump”te aanschouwen geeft, anderdeels met de
hoop, clie men in liet welslagen der Europeesche beraad-
slagirigen koestert, waardoor, bij een werkelijk economisch
herstel van Europa, ook de Amerikoanscbe industrie van
dc algemeene opleving zou kunnen profiteeren.
Te n o n z e n t is de
staatsfondscnmerict,
wat de inheem-
sche soorten betreft, onveranderd vast van toon gebleven.
[ii het midden der beriehtsperiode neigde de geldmarkt
cciuigsziuus naar den stroeveu kant, doch dit heeft geen
invloed op de stemming van de beleggingsmarkt uitge-
oefend, vooral niet, toen later bleek, dat de hoogere geld-
koersen slechts van voorbijgaanden aard waren. Wat de
bnitenlandsch,e soorten betreft, waren Braziliaansehe foncl-
sc’n opnieuw aangeboden in verband met ule niet zeer op-wekkende berichten omtrent den opstand en waren Portu-
geezen gedrukt, speciaal voor de Tabaksieening, als gevolg
van de aankonuliging, dat llohlni:idsche houders coupons en
lossiugen slechts in 1i’ransehe Franes kunnen realiseeren, in tegenstelling niet de Engelsehe bezitters, die in sterlirg
heta1d worden.
21 Juli 25 Juli 28 Juli Rl11gO1
6
oj
Nederland 1922 ….. 99X
999
99″,,, +
5
‘io
,,
1918 …..89
8951
t6
89
–
4g
0
/0
,,
1916 …..89isj,
8915,
6
89i51
0
4 o,’,
,,
1916 …..8i1/,
81K
8171
+
9111
3X
0/
,,
743i
7451
8
74
3 . o’
65
,
al
g
66X
663% ± 15116
2y
2
0/
o
Cert. N. W. S……..53
53’18
–
+ /8
7 ol. Oost-Indië 1921 …..1013/
4
101uo/, 102
+
6 o/
»
1919 …..9Sti,, 98’5,
6
98
– ‘/
18
5 ,’o
,,
1915 …..94
933<
93
–
5
0/
Rusland 1906 …….4
4 Y
4
34 –
4 ol
o
RusI. bij ilope & Co
5’1,0
4y
4
5
+ 71,6
4 o, Japan 1899 ………615/,
–
–
5
0/,
Brazilië 1895 …….49
–
–
8 s/, San Paulo 1921 . … 92,
91
90
– 1i/
6
0/
Amsterdam 1920 …. 100318100k
+ 1/8
7
o,
Rotterdam 1920 . .. . 1011
8
10151
8
101118 +
31
De aandeelenmarkt was over het algemeen vast, doch
zeer stil. De rtunue geldmai’kt wijst overigens reeds op ccii
zeer bescheiden vraag naar accomodatie. Teekenericl echter
voor het vertrouweo, dat nieu aan onze beurs in den goe-
den afloop der conferentie te London blijkt te hebben, is
wel, dat speciale afdeelingen, welke tot voor korten tijd
niet de miuistë belangstelling hebben getrokken, zoo al niet
levenuhig zijn geworden, dan toch grooter interesse hebben
gewekt. Tot deze afcleelingen behooren in de eerste plaats
de
sclueepvaai-tnvai’kt
en cle markt voor
inclusfrjeefe aan-
cieeleiu. In eerstgenoemde nam de handel zelfs af en toe
Vrij groote afmetingen aan, waarbij ook verschillende con-
trantine-posities – o.a, in aatudeelen Holland-Amerika Lijn
– werden gehiquideerd.
21 Juli 25 Juli 28 Juli
daling
Holland-Amerika-Lijn …..66
70M
73′
+
7
i
,,gem.eig 55
y
4
58
y4
60
y4
-j- 5
Hollandsehe Stoomboot-Mij 17o
8
20
2071, +
3
K
Java-China-Japan-Lijn
85
93g
95
+ 10
Kon. Hollandsche Lloyd .
751
8
7314
–
+ i,u
Kon. Ned. Stoomb.-Mij…..65
68,i1
7011! + 51, –
Konink.Paketvaart-i’iij. .. 13134 133
136k + 3
Maatschappij Zeevaart .
65′,’
2
72
–
–
4-.
634
Nederl. Scheepvaart-Unie . 110
8
116u
8
117
+ 2s
Nievelt Gouclriaan ……..8334′
86
8734
+ 3
Rotterdamsche Lloyd……122
121
120518 – 1318
Stoomv.-Mij. ,,Nederland”
136
140
14434
-F
8
,,
,, ,,Noordzee” .
20
23s1
8
24
+
Een uitzondering op de over het algemeen opgewekte
stemming hebben
tebcclzsaandeeleiu
gemaakt. ‘De afloop dci’
tot nu toe gehouden inschrijvingen achtte uien ter beurze
iuu de koersen vrijwel verdisconteerd. Daarentegen lieerscl,t
luog steeds onzekerheid omtrent den stand van den komen-
detu oogst, zoodat sommige houders er ule voorkeur aan
gaven hun bezit te realiseeren, vooral onidat dit in de
iueeste gevallen niet winst kon geschieden.
De
Rmnbberafdeeling
was uiterst kalm, nul cle prijs ‘van het
product te London bijna niet heeft gevarieerd; de stem-
ming was echter aan den vasten kant.
Ptrolemuianncleejen
ivaren, ivat liet hoofdfonds betreft,
zeer opgewekt, vooral nadat de stortingsdatum op de
nieuwe aancleelen Koninklijke Petroleum Mij. voorbij was.
30 Juli 1924
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
675
Voor de bijsoorteii bleef de belangstelling heel wat minder
groot.
Ruime
handel
otitstond
op
sorriniige
dage]1
voor
mijn
aandceien,
waarvan
iandeeleu Recljang
Lebong wel vooraan
stonden, iii verband
met gunstige
toekomstbeschouvingen.
In
aansluiting hieraan was de koersontwikkeling
voor
(1e
overige mijitwaarcien
ook
zeer
bevredigend.
De
hoogste
koersen
konden
echter
tiiet
voor
alle
soorten
behouden
blijven. Voor aancieelen Redjang Lebong trad.
zelfs
een niet
onnauziei.il ijke reactie in.
Suikereandeclen,
bleven zeer kalm,
mei
uitzondering van
ie uideelen
Randelsvereenigiiig
Amster(am”,
welke uit de
markt geuonien werden iii verband
met de aangekondigde
uitgifte van
f
5.000.000 nieuwe aandeelen
h 100
pCt.
21 Juli 25 Juli
28 Juli R1gOf
dalin
Amsterdamsche Bank …..123%
123%
122
–
94
Incasso Bank …………96%
96%
9694
+ %
Koloniale Bank ………..160
161
7
/
8
16214
+
2%
Ned.flandel-Mij.cert.v.aadd. 120%
121%
121
+ %
Rotterd. Bankvereeniging..
84 84
84
Van Berkel’s Patent ……
59W
6194
61%
+
2
34
Gouda Kaarsen ………..12′.
12% 12%
+
ioll.Draad-enKabelfabriek
46
48
48%
+
2%
A.Jurgens’Ver.Fiibr.g.aand.
45%
48%
48%
-1-
3%
pr. aand.
53’1
55′
4
‘
55
+
‘/b
Leerdam Glasfabrieken ….
23%
21%
–
–
2%
Philips’ Gloeilampenfabriek 280
28811,
–
+
8%
Vereenigde Blikfabrieken..
834
85%
85%
-f
2
Vereen.ChemischeFabrieken
3834
413(
41
+
2%
CompaniaMercantilArgent.
16%
16%
1671a
+
si,
Cultuur-Mij. d. Vorstenland. 159
161% 160%
+
1%
Elandeisverg. Amsterdam .. 492%
498
3
%
503%
.4-
11
Handelsverg. Reiss
&
Co….
31 t
31
30%
–
1
Int. Crediet- en ilaudeisverg.
Rotterdam ………….184%
Liede Teves
&
Stokvis ….
81
,
1
2
Redjaug Lebong Mijnb.-Nij. 219
Gecons. Roll. Petroleum-Mij. 155
Kou. Petroleum.-Mij ……340%
Phoenix Oil …………..90’j,
Amsterdam-Rubber-Mij…. 140%
Kendeng Lemboe ……..:
179%
Oost-Java-Rubber-Mij ……
2038/
t
Deli-Batavia Tabak Mij. … 302
Deli-Maatschappij ……… 358%
Senembah-Maatscliappij … 310%
1)
ex. div.
De
A.merik.&ansclw merkt
was willig,
iii
aansluiting
aan
Wallstieet.
21 Juli 25 Juli 28Juli
R1
:
g
OI
Americ. Smelting& Refining
72%
72
+
1
9
18
Anaconda Copper ………
69
7
/
12
75
77sj
+
715/16
Studebaker Corp ……….
97 96
97%
+ %
EJn. States Steel Corp…..
104% 105%
106%
+
2
Atchison Topeka ……….
110%
110%
11171
+
15/66
Ene …………………
326/
8
37 36
+.
3
/8
Southorn Pacific ……….
100
10071
66
100%
.4-%
Union
Pacific ………….
1457/
s
14811
9
14871
+
3
[ut. Merc. Marine orig. gev
1
0
5
18
9
116
10
–
pref
40
404
40
Do
geldnearkt
blef, na een voorbijgaane
lichte stroef-
heid, wederom zeer ruim;
prolongatie noteerde ten slotte
weder 2%
i
2% pCt.
GOEDEREN HANDEL•
GRANEN.
28 Juli 1924.
De stemnuiiug
0
(le groote tarwecenira was in de afge-
loopen week zeer wisselvallig, hetgeen het gevolg was van
cle dagelijks iiiteenloopende berichten, welke omtrent den
Cnn adeesc-he” tarweoogst werden verb reid .I.n het begi ii
der week gaven de overzeesche markten van ccii weife-
leimde houding blijk; in het Westen VaIS Canada waren over-
vloelige regei.is gevallen, welke, naar bericht w’erd, (IeR
stand der tarwe’ htiiteiigowooa hadden verbeterd. Op dcii
23steii Juli echtej- ondergingen de noteeringeru te Chicago
en Vi liii peg een geweldige verhooging
01)
grond van rai)-
L:)ortei, dat dle gevallen regens voor iie meeste districten
oivoldouude cmi te laat zouden zijn geweest. lii Siiskatehe-
w;u6 schijnt cle oogst ten gevolge van de lange Iritteperiode
zou goed als gereïneerd te zijli, terwijl in andere deden
des lnn.ds van veel roestschade gesproken wordt. Van offi-
cieele zijde wordt toegegeven, dat cle hoop niet langer kan
gekoesterd worden, dat de opbrengst even groot zal zijn
als verleden jaar. Particuliere ramingen geven voor de drie
groote Prairie-pro.vincies een opbrengst aan van 325 mii-
hôen bushels, tegen veileden jaar een werkelijke op-
lirengst van 450 millioen. Het officieele Statistische Bui-
reau te Ottawa spreekt zelfs van slechts 319 millioen. In
cle aan het vorig jaar voorafgaande jaren oogstte Canada
gemiddeld een hoeveelheid van ca. 325 millioen bushels
tarwe, hetgeen als een bavrecligenci resultaat werd aange-
merkt. Wanneer nu in dit jaar de drie groote Prairie-
provincies alleen toch nog 325 millioen zuilen opbrengen,
dan mag dit belangrijk beneden de opbrengst van verleden
jaar zijn, echter in elk geval is clii kwantum toch niet onbe-
langrijk in vergelijk met de resultaten van de daarvoor
]iggendc jaren, en zon dus deze mindere opbrengst niet
direct reden tot bngerustheict behoeven te geven. Men
mag edhtcr niet vergeten, dat Europa dit jaar belangrijk
minder tarwe van eigen bodem zal oogsten dian verleden
jiar, speciaal wat Iltuslancl betreft. Dit in oogensehouw
noinende, is het niet te verwondereti, dat de tarwemarkten
voor elk ongunstig oogstbericht uit Canada zeer gevoelig
zijn en elke mogelijkheid van mindere wereldprocluctie met
onnhi{ldlell ijke prijsstijgingen beantwoorden.
Intusselien is dc mogelijkheid niet uitgesloten, dat de
stand iler tarwe iii Canada zich gedurende cle maand Augus-
hms nog veel verbetert. Bovendien kan ook de indruk niet
worden weggenomen, dat cle oogstexperten in de Vereenig-
de Staten de ,.Crop-killing” in Canada wel wat overlrijven,
wat niet wegneemt, dat de haussepartij daarvan een dank-
baar gebruik maakt. In Argentinië gaat de ontwikkeling
der uitgezaaicle tarwe naar wensch. De hezaaicle opper-
vlakte is volgens de laatste rapporten nog iets grooter clan
verleden jaar.
Te Nederland waren cle omzetten in tarwe niet van
grooten omvang. Men bepaalde ziek in hoofdzaak tot aan-
koop van disponibele en spoedig gewachte partijen Plata-
tarwe. Voor nieuwe Amerikaansehe Hardwinter bestond
hier te lande slechts matige belangstelling. Duitschlanci in-
teresseerde zich meer voor deze soort. -Frankrijk houdt zidh
nog steeds als keeper buiten cle markt. Integendeel wer-
den belangrijke partijen tarwe uit dat land weder herver-
schecpt. Ook cle Engelsche markt was niet bijzonder leven-
dlig. Alleen gedurende cle laatste dagen leefde de belang-
stelling voor ladingen weer op.
Rogge hield met tarwe vrijwel gelijken tred, al kon niet
Çvopden ontkend, dat cle grondtoon voor dit artikel zeer
vast blijft. Het aanbod van Rusland is buitengewoon klein.
Hetgeen omgezet w’orclt, komt in cle meeste gevallen uit de
tweede hand. Alhoewel cle berichten uit Rusland moeilijk
te eontroieeren zijn, mag wei, als vaststaand worden
–
aan-
genomen, dat de groote verschepingen uit Rusland voor-
loopig tot het verleden zullen behooren. Het schijnt er met
den nieuwen oogst daar te. lande allesbehalve rooskleurig
uit te zien. Dat men in Amerika daar eveneens cie lucht
van gekregen heeft, bewijst cle markt te Chicago, welke
gedurende cle laatste dagen van een zeer vaste houding
blijk gaf. In Necliarlanci u’as de vraag voor rogge aanvan-
kelijk traag; iii verband echter met het slechte weder, het-
u’elk ‘oor de nieuwe rogge niet ongevaa.rlijk is, verbeterde
cle vraag aauinerkelijk, waarbij de sterk verhoogde vraag-
prijzen grif w’erclen ingewilligd.
Vooi IILaÏS was de markt in cle a.fgeloopen week veel
minder opgewekt clan in cle voorafgaande week, toen de
omzetten buitengewoon groot ivaren. De stemming was op
de meeste dagen bepaald zwak, tengevolge van groote Au–
gentijnsehe verschepi ngen en betere oogstberichten uit de
ereelligd!e Staten. i3ovendien stonden bijna alle Eui-opee-
sihe markten sterk onder den invloed van het twee.e-
h,andsch aanbod. Wederverkoopers hebben allen een goeclen
voorraad maIs op alle posities en bij de minste veifeling
aan. de overzeesehe markten ontstaat een neiging tot winst-
inming. Het moeilijkst vinden stoomeacle posities afzet.
De prijzen hiervoor bew’egen zich clan ook belangrijk be-
neden die voor latere verschepingen. De vraag voor stoo-mende bootemi is zeer beperkt, niet omdat •er zoo weinig
verbruik – is, doch omdat consumenten reeds vroeger op een lager prijsniveau zich eveneens rijkljk hebben voor-
zien. Tenslotte vormen zich nergens in Europi, voorraden
i’an heteeknis en stoomende
mcli
igen vincien successieve-
lijk alle een onderdak, hetgeen ongetwijfeld op een groot
verhrui.k vijst.
In Noord-Amerika. werd cle maïsmarkt beïnvloed door
geruchten van groote importzakeu van muïs uit Argentinië.
In hoeverre deze momenteel reeds op eenige belangrijkheid
kunnen wijzen, is hier niet met zekerheid bekend. De ver-
sehepi ngen van Zuid- naar, Noord-Amerika -‘aren in de
afgeloopen )veek 20.000 tons, hetgeen nog niet bepaald groot
gemioemcl kan worden. In zake den nieuwen maïsoogst in
185
185
+3%
84l/
86
+ 4%
202
200
– 19
1571/
8
156% +
11/9
330k 332l/ – 81/91)
93
91
+1
138
140
—3%
166
165
– 144-‘)
207
208
-4- 4%
3041/
4
301 – 1
3623% 359% + 1
322 318
-j-
8%
676
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
j0 Juli 1924
Noteeringen.
Chicago
Ruenos Ayres
j
Data
Tarwe
Maïs
Haver
Tarwe
Maïs
L(jnzaad
Juli Juli
juli
Sept. Sept. Sept.
26Juli’24
13634
109k
55
15,70
9,80
23,70
19
,,
1
24
128%
109w
5371
s
14,90
9,60
23,70
20Juli’23
98
87/8
41(
10,60
1
)
8,30
21,45
1
)
26Juli’22
109
8
,
61
57é1
8
12,75
1
)
8,-
21,05
1
)
26 Juli’21
124
1
4
64
37
18.70
1
)
9,40
25,–
1),
20Juli’14
82
56i1
8
36X
9,40 5,38
13,70
1)
Per Augustus.
Tarwe
.
…………….
1
15,25 14,50
11,75
Rogge (No: 2 Western)
.’
11,50 11,15
8,20
Maïs (La
Plate)
……..
2
195,-
194,- 183,-
Gerst (48 Ib. malting)
. . .
250,-
240,-
172,-
Haver (38 ib. white clipp.)
1
11,25
5
)
11,-
5
9,10
Lijnkoeken (Noord-Amen-
kavan La Plata-zaad)
1
13,50
13,60
10,85
Lijnzaad (La Plata)
.3
442,-
438,- 413,-
1)
per 100 KG.
2)
per 2000 KG.
3)
per
1960 KG.
*N
o
.
2
Hard/Red Winter Wheat.
4)
Donaugerst.
5)
Canada No. 3.
Locoprijzen te BotterdamjAmsterdarn.
Soorten
1
28Juli
1
21Juli
30
Juli
1
1924
1
1924
1
1923
AANVOEREN in tons van 1000 KG.
Artikelen
Rotterdam
—
20126
Juli
Sedert
Overeenk..
1924
1
Jan.
1924
tijdvak
1923
24.365 539.149
409.233
Tarwe ………………..
Rogge
……………….
12.209
281.303
276.530
–
11.921
9.822,
Boekweit
………………
MaTe
………………
407.894
338.223
6.479
191.081
1
115.456
4.925
105.736
47.732
14.0
.71
5.304
1
1.38.799
82.970
Gerst …………………
Haver
……………..
2.780
123.166 129.485
Lijnzaad ……………..
Lijnkoek ……………
2.925
137.077
48.058
Tarwemeel …………..
Andere meelsoorten
165
3.953
1.344
Noord..Amerika blijven de berichten i.iog ongunstig luiden, hetgeen blijkt uit de December noteeriogen, welke gestadig
blijven rijzen. Particuliere ramingen spreken nog altijd van
een mindere opbrengst van 500 millioen bushels, hetgeen
werkelijk een zeer kleinen oogst zou beteekenen. Van Roe-
menië is nog steeds geen aanbod van nieuwe mais op
j::a.rsverschepiug te bespeuren. Berichten omtrent den nieli-
wen oogst loopen nogal uiteen, echter op grond van het
gebrek aan aanbod kan worden aangenomen, dat de voor
–
uitzichten niet gunstig zijn.
Het artikel gerst is verder in prijs gestegen cn heeft
ititussclien een ongekende hoogte bereikt. Ten opzichte van
gerst kan bepaald van een schaarschte worden gesproken.
In Nederland was in deafgeloopen week de vraag zeer
gering, zoodat de prijzen iets afbrokkelden. Echter trad
zeer spoedig een herstel, ja zelfs ecu verdere verhooging
in, toen België tot sterk oploopende prijzen bijna alle stoo-
niende Russische geist uit do markt nam. Rusland zelf is
niet gerst niet aan de markt; liet aanbod komt in hoofd
zaak uit de tweede hand. T{oernéiiië biedt eveneens zoo goed
als niets aan, terwijl berichten over den nieuwen oogst zeer
pessimistisch luiden. In Engeland. bepaa.lt
men zich niet
alleen tot azukoopen v;ui ]3ritsch-.Ludische gerst, waarvoor
ongekende prijzen w’erdcn besteed. De door Noord-Amerika
geofireerde gerst is zoo duur, dat deze voor de Europee-
sche markten zonder belang is, liet schijnt, dat aan de
stijgiug nog geen einde zal komen, want van nergens ter
w’ereld is eenig aan1o:l van gerst ‘te bespeuren.
Haver, welk artikel niet zoo sterk in prijs is gestegen,
kon zich daardoor in iceer belangstelling verheugen. Ca,na-
deesche soorten werden tot geschikte prijzen aangeboden en
verhandeld, w’aarvan ook Duitschland ccii belai:igrijk ge-
deelte tot zich trok. i:n Engeland werden behalve Canadee sc’he ook geregeld Platasoorten gekocht.
.Lujiizd was vast doch zakenloos. De markt werd geheel
door de tweede hand beheerseht. l)e door afladers ge.
vraagde prijzen konden geeli belangstelling opwekken,
daar de oliemarkt zich aan hoogere .Argentijnschie koersen
absoluut niet stoorde. Aa,nkoopen van olie voor buitenland-
sche rekening veroorzaakten slechts ccii voorhijgaande be-tere stemming. De omzetten in lijnzaad bepaalden zich dan
ook tot s!echts eenige tweedehandsch zaken.
Amsterdam
Totaal
20
(26 Juli
1
Sedert
1
Overeenk.
1924
1923 1924
1
1Jan.
1924 1
tijdvak
1923 ii
–
15.305
31.086
554.454
440.319
–
3.775
485
285.078
277.015
–
.
– –
11.921
9.822
1.925
66.756 49.547
474.650
387.770
–
28.606
7.062
219.687
122.518
–
305
533
106.041
48.265
–
44.957
48.156
183.756
131.126
–
700
–
123.806
129.485
827 15.725
3.864 152.802
51.922
–
–
–
3.953 1.344
Cubasuiker ivci’d verhandeld tot pi’ijzefl van 3Y en 3% dc.
c. & f. New York, waartoe alles wat aangeboden werd koo-
pers vond.
Willett & Cray publiceerden actie raming voor den Aine-
riktansehen bietsuikeroogst van 820.000 tons, terwijl dc
laatste oogst 787.217 tons opbracht.
De versmeltingen in de Atlantische havens bedroegen
77.000 tons tegen 39.000 verleden jaar toen (leze buitenge-
woon laag waren.
De Cuba-statistiek is als volgt:
1924
1923
1922
Tons
Tons
Tons
Weekontvangsten 19 Juli ’24
42.653
17.427
05.047
Tot. sedert 1Dec. ’23_19 Juli’24 3.415.82 1 3.254.814 3.418.909
Werkendefabrieken
2
3
13
Weekexport 19 Juli
1
24
96.132
41.410 123.231
Tot. sedert 1 Jan. ’24-19 Juli’24 2.77 7.046 2.7 15.311 2.762.641
Totale voorraad op 19 Juli ’24 638.775 540.403 667.769 1n E ii ge 1 au (1 hebben raffinadeurs, in verband niet
de betei’e vraag haai’ hun product, hunne prijzen voor alle
soorten met 6 d. per cwt verhoogd.
Uit J a v a werden nog eenige afdoeningen door den Pi’o-
dueenteii Trust gemeld van Superieur uit den oogst van dit
jaar tot
f
I3%. Voor disponibele en spoedig leverhare
pirtijen k.oi.i de tweede hand betere prijzen bedingep en werd Juli-levering tot
f
14 verhandeld. De Juli-afsche-
pen
Java, zullen zeer groot zijn.
De markt in N e de rI nu 6 was weinig belangwekkentl.
(;u de t.erniijiiniarkt werden 1eeh3 2000 ton omgezet. De
markt opende
01)
f25 voor Jub,
J
2434 voor Augustus cii
f
21 voor September en sloot voor alle maanden ongeveer
f
34 hooger. Van Java, komen successievelijk cle eerste
ladingen hier te laude nali, die echter voor liet grootste
gedeelte hunne bestemming reeds gevonden hebben, zooclat
weinig hervcrkoopcn platts vinden.
NOTEEBINGEN.
Londen
Neiv York
Amster-
1
WhiteJavas
1
Cuba’s
96pCt.
Duin
dam per Tates
1
f.o.b. per
1
96 pCt. c.i.f. Centri-
Aug. Cubesl
fugals
No. 1
1
Juli/Aug.
1
JulilAug.
SUIKER.
De kalrnere stcuiiniiig
01)
cle snikermarkten maakte tegen
liet einde der week plaats voor meerdere kooplust, die echter
tutsluitend disponibele of spoedig verwachte suikers gold.
In A m er ik a konden Spot Ceutrifugais het verlies der
voorafgaande week weder inhalen en kw’a.m de .prijs dus
wederom op 5,15 cle. te staan. Op de termijnmarkt fluc-
tueerden de noteeningen als volgt:
Septemher . . .
3,36-3,47-3,40
December . . .
3,32-3,43-3,36
Maart …….3,12-3,23-3,17
25 Juli ’24
f24’fji
43/-
20/_
1717k
5,15
18
’24
,,24a/
42/6
20/-
181_
5,02
25 Juli ’23
,,27si,
6119
211_
241-
6,97
25 Juli
1
22
58/3
206
19/-
5,36
4 Juli ’14
,,1113/32
18/_
– –
3,26
KATOEN.
Marktbnicht van de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons,
Manchester, d.d. 23 Juli 1924.
– De Anier ikaa,nsehe katoenmarkt gaat een inoeilijken tijd
door, tengevolge van het einde van het seizoen, de ver-
30 Juli 1924
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
677
schillende weerberichten gedurende de laatste weken en
de operaties van diegenen, die voor de loopende maand
nog niet gedekt zijn. Tot overmaat valT ramp word op j.l.
Maandag het nieuwe halfmaandelijksche Bureaurapport be-treifeude den nieuwen oogst gepubliceerd, hetwelk een ver-
mindering aangaf van 2.7 pCt. vergeleken met 25Juni en
een geschatte oogst van iets minder dan 12 inilhoen balen.
Ei zijit geen data om dit rapport niet vorige publicaties te
vergelijkcn, maar dat het een vermindering van 2,7 pCt.,
sedert liet laatste rapport, vermeldde, steeg de markt in
Liverpool ongeveer 80 punten; de opening van vandaag
was echter ongeveer
1
/4
d. per lb. lager. Deze ongunstige
oogstschatting achten sommigen in strijd met de werkelijk-
Iteid, hoewel prijzen der loopende itiaand vast blijven ten-
gevolge van gedwongen dekkingskoopen. Het zal wel een
paar dagen duren voordat de markt zich weer hersteld,
heeft; inmiddels wordt er echter weinig verkocht Egypti-
sche katoen is in sympathie met Amerikaansche gestegen.
Fitlly Goo:l Fair Sakcl noteerde gisteren 80 plinten hooger
sedert ons laatste bericht.
Prijzen valt Anierikaansehe garens noteerden gisteren
it
3%
d. hooger in overeenstemming met de stijging van
het ruwe materiaal, er zijn vrij veel zaken gedaan, over het algemeen tegen de noteoringen van Maandag. De meesten
zien echter liever de markt nog eens aan. Madras schijnt
op het oogenblik de levendigste markt te zijn en er worden
verdere zaken gerapporteerd in 60cr Amerikaansch ring-
bundle garens en in 60cr medio. Ook in Malegarens is wat gedaan voor de verven/en. Egyptische garenprijzen notee-
ren ongeveer t d. per Ib. duurder, doch hierin gaat weinig
om. En Egyptische getwijncle garens is deze week nog al wat gedaan, speciaal voor binnenlandsch gebruik, daar de
vraag voor export slechts gering is.
Zaken in de doekmarkt zijn plotseling tot stilstand ge. komen door de stijging van katoenprijzen, welke hier jI.
Dinsdag plaats vond. Tot dien tijd was er van alle markten
eelt behoorlijke vraag, hoewel de limites meestal te laag
waren. Vooral ii.r stapels werden vrij goede zaken gedaan.
Van Indië i’as de vraag het levendigst, doch ook van Zuid-
Aiiierika en Perzië ivoiclen flinke zaken vermeld. Fabrikan-
ten begonnen reeds hoop te krijgen hun positie te kunnen
verbeteren en is het daarom wel teleurstellend, dat de voor-
uitzichten
01)
een betere handel, waarsne:le de week begon door de plotselinge stijging van katoenprijzen weer geheel verloren zijn gegaan. Over een paar dagen zal men dc toe-
stand gemakkelijker kunnen hcoordeelen.
16Juli 23 Juli Oost. koersen. 15Juli 22 Juli
Liverpoolnoteeringen. T.T.op Indië 1f5 115k
F.G.F. Sakellaridis 23,35 24,15 T.T. op Hongkong
2/45/
s
214i,
G.F.No. 1 Oomra 10,35 11,05 T.T.opShanghai 3/3k 313
Noteering voor Loco-Katoen.
(Middling Uplands.)
–
25Juli
18 Juli
11Juli
25Juli
1
25Juli
1924
1
1924
1
1924
1
1923
1922
New York voor
Middling . .. 35,25 c 32,40e 30,65e 23,90e 22,20e
New Orleans
voor Middling 30,- c29,50e 29,45e 23,50e 22,25c
Liverpool voor
Fy Middl. .. 18,29 d 17,38 d 16,95 d 15,13 d
1
13,44 d
Ontvangsten in- en uitvoeren van Amerikaansche havens.
(In duizendtallen balen).
1
Aug. ’23 Overeen komstige periode
tot 19Juli’24
1922-23
1
1921-22
Ontvangsten Gulf-Havens.
,,
Atlant.Havens
6.845 5.826
6.227
Uitvoer naar Gr.Brittannië
1
1.668
1
1.291
1
1.750
‘t Vasteland.
I
3.470
I
–
Japan
..
. . 582
Voorraden.
di
(In duizendtallen balen).
Overeenkomstig tijdstip
1
8Juli’
24
–
1923 1922
Amerik. havens
*5*
***
*5* *** *5*
Binnenland …………..
New York
…………….
*5*
*5*
New Orleans ………….
Liverpool …………….
146
.
145
494
KOFFIE.
,(Mededeeling van de Makelaars G. Duuring & Zoon, Kolff & Witkanip, Leonard Jacobson & Zonen en G. Bijdendijk.)
Noteeringen en voorraden.
Rio
Santos
Data
. ..
.
..
Wisselkoers
Voorraad
1 Wii 1
Voorraad
1
No4
26 Juli 19241 289.000 32.710 841.000
l”11132
19 ,,
1924
307.000 35.075
943.000
11
513132
12 ,,
1924
297.000 30.650 1.044.000
1)
5,18
26 Juli 1923
897.000 17.300 1.290.000 18.400
5151
Ontvangsten.
–
Rio
Santos
Data
A fgeloopen
SedeT
Sedert
week
1Juli
week
1Juli
26 Juli 1924….
98.000
317.000
1
)
143.000
26 ,,
1923….
82.000
282.000 237.000
605.000
– 1)
Gesloten.
COPRA.
De niarkt was deze week aanvankelijk flauw, doch later
veel vaster gestemd. Consumenten kocliten flinke posten,
en ook Duitsehiand toonde tegen het slot meer belangstelling.
De noteeringen zijn:
•
Nederl.Ind. f.m.s. Juni
– aflading
fi. 34′
,,
,,
Juli
,,
,, 33%
Augustus
,, 3351
September
,, 33; 28 Juli 1924.
KAP OK.
(Opgave van de Makelaars Gebrs. van der Vies, Amsterdam.)
– Kapokstatistiek op 30 Juni 1924.
Voorr. Aanv. Verk.
Voorr.
1 Jan.
tot
tot
op
Importeurs:
1924 30Juni 30 Juni 30Juni
(in pakken).
Burma Handel-Mij …….
–
1271
714
557
H. G. Th. Crone………
–
2254
2053
201
Edgar & Co…………..
–
438
438
–
Van Eeghen & Co……..
–
2525
2229
296
N.V. HaTidel en Cultuur Mij.
v/h. Smidt
&
Amesz q.q.
Edgar
&
Co’s
Handel
Mij.
Soerabaja
……..
115
1
1550
1665
–
Hand.-Verg. v/h. Reiss &Co.
. –
908 908
–
Jacobson v. d. Berg
&
Co…
–
2349 2349
–
Koning,Teves&Co …….
–
846
846
–
Landb. Mij. ,,Geboegan”.
..
–
171
138
33
Maintz Producten Handel.
–
1186
1186
–
Mirandolle,Voûte
&
Co…
311
6251
6079 483
Wm. H. Müller
&
Co…..
–
1668
906
762
Ned. Kolon. Handelsvereen.
–
1946 1946
–
Weise&Co …………..
33
858
471
420
Order ……………….
–
6822 6822
–
459
31043
28750
2752
METALEN.
Loco-Noteeringen te Londen:
Data
Koper
Stan-
daard
Koper
1
Electro-
Tin lytisch
Lood
Zink
28 Juli 1924..
63.1216 68.51_
244.101_
33.151_
33/
21
,,
1924..
62.716
66.7/6
241.716
32.101_
32.2/6
14
,,
1924..
61._/_
64.1716
226.1216
32.1716
32.51_
.7
,,
1924…
60.1716
65.216
225.1216
31.151_
31.1716
30 Juli 1923..
65.151_
72.101-
185._/_
24.716
31.1216
20 Juli 1914..
6l._/_
145.151_
19._/_
21.101_
VERKEERSWEZ EN.
VRACHTENMARKT.
De algemeene toestand van cle vrachtenmarkt blijft
slecht, alleen de vrachten van La Plata geven iets meer
reden tot optimisme. Het blijft een probleem voor dc ree-
clers om een dusdanige reis te bedenken, waarbij cle einden
aan elkaar worden geknoopt, en naar het zich laat aanzien
zullen wel tal van nedderjen overgaan tot het opleggen van
hun stoomschepen.
Wat Montreal en de Northern Range betreft, bljft de
vraag naar ruimte zeer gering. Van Montreal is een boot
678
ECONOMISCH-STÂTISTIHE BERICHTEN
.
.
30 Juli 1924
beviaclit tegeii 10 cent per 100 lbs. Antwerpen/Harnburgf
WATERWEG.
_________________NIEUWE
railge en 2/434 per qu. naar U. K. Van de Northern Range
April 1924
1
t
April 1923
‘erclen geen booten opgenonten en de vrachten op de herth
L a n d e n v a
ii
Aantal
–
N. R. T.
Aantal
N. R. T.
zijli soms zeer slecht.
herkomst
Er werd een enkele boot van de Gulf bevrucht met graad
schépen
schepen
tegen 14 ct. naar U./K./Continent. Voor Augustus-Septem
herbooten van de North Pacific blijft belangstelling bestaan
Binnenl. havens..
39
35.597
23
24.904
tegen 32/-.
1
Groot-Brittannië
298
228.047
330
261.341
P
lloit is van de Golf ilaaj L
L
l t
bevr tcht tegen 150/
Duitschland….
145
204.754
74
97.962
op mindere condities dan waartegen meestal werd af gc
Noorwegen
34
64.579
14
20.530
sloten.
42.123
20
7.054
Zooa.is gezegd, zijn de vrachten van La Plata iets beter
Denemarken
6
7.019
2
360
en het blijkt, dat het aantal beschikbare booten voor Aitgus
Finland
2
916
5
2.272
tus-aflading niet zeer groot is. De laatste bevrachtiug, welke
62.259
21
33.127
plaats vond, was op basis van 25/9 van not above San Lo- Frankrijk
108
103.430
19
15.050
renzo naar U./K./Continent met optie Denemarken tegen
Spanje
61
105.021
11
17.021
116 extra. Charterers zijn er echter in geslaagd voor Augus-
Portugal
5
3.051
5
4.442
tus-aflading een boot van 10.000 ton
10
pCt.
te krijgen
17
39.615
10
31.651
.4
tegen 21/10
naar Botterdam met optie Antwerpen tegen
Oostenrijk-long.
3 cl. meer.
Griekenland.
6
16.991
–
–
De oogst van maIs in Zuid-Afrika is dit jaar aanzienlijk
Levant
1
15.056
3
. 15.557
geringer dan het vorige jaar ten gevolge van groote droogte
Rusland_Zw. Zee
11
27.339
1
2.714
en vele booten zullen wel niet van daar worden opgenomen
Zweden ……….51
België ………41
Roemenië, BuIg
8
14.139
2
4.597
I)e vraag naar ruimte van Voor-indië blijft gen
1W
And. Midd. Zeeh.
37
19.428
68.197
11
De vrachten van de Middellandsche en Zwarte Zee blij-
Over. Wk.Afrika
4
4.776
6
5.429
velt zeer weinig attractief. Voor nieuwe oogst aflading valt
Italië ………….
Oostkust Afrika
–
–
4
14.649
ae Zwarte Zee havens werden een paar booten opgenomen
Zuid-Afrika
8
29.044
1
4.497
tegen 12/6 Continent, optie U. K. 13/-. Van de Donau werd
Voor-Indië
14
56.636
8
30.399
een boot afgesloten tegen 15/6. De bevaarbaarheid van deze
Achter-Indië
1
5.846
–
–
‘rivier wordt hoe langer hoe slechter.
Ned. Oost-Indië
7
29.581
7
29.019
Van de Middellandselie Zee werden eenige booten met
And. Aziat. hav.
10
39.144
6
24.065
erts beviacht tegen de laatst geldende cijfers.
Australië
2
8.876
1
4.310
J)e uitgaande vrachten van Wales naar La Plata tooneti
Vereen. Staten
40
143.338
33
140.194
nog verdere neiging tot achteruitgang. Er werden hooteu
Midden-Amerika
4
13.133
3
9.409
opgenomen naar Buenos Aires tegen 1213 en naar Rosario
Ned.West-Indië-
tegen 12/6.
Ned. Atil1en
1
2.357
—
–
Naar West Italië werd 9/- betaald.
Brazilië
3
7.218
1
1.896
29 Juli 1924.
.
Argent., IJrug
19
69.923
15
59.341
GRAAN.
Chili
South Georgië..
4
–
12.100
—
7
1
28.706
1.718 Petro-
Odessa
Ati, Kust
Ver. Staten
San Lorenzo
—
Totaal ….
911.642
.
987
1.460.105 644 Data
Lgornadde
Botter
IR dam
dam
Rotfer-
1
dam
Bristol
kanaal Rotter-
dam
1 Enge-•
land
Periode 1 Jan.-
30 April.
1)
..
Nationaliteit
3.382
4.890.215 2.824
4021.023
21-26 Juli
1924
–
1219
2
–
–
2319
2319
14-19
,,
1924
–
1213
2
14.’
–
2314k
2314
Nedenlandschc.
223
391.975
191
316.369
23-28 Juli
1923
–
1516
2
2.151
–
20/10
20110
Britscbe
256
349.648
210
244.121
24-29 Juli
1922
–
–
1211,3
219
2416
2416
Duitsche
205
243.370
113
134.356
Juli
1914
ii d.
713
11113.1
11113.1
121_
121_
Noorsche
53
56.873
43
43.599
KOLEN.
.
……..
Belgische
Fransche
Zweedsehe
2
67
55
7.142 77.232 50.639
3
10
23
5.196 15.902 15.485
Cardiff
Oostk: Engeland
Data
Deensche
Vereen. Staten
14 15
14.881
53.551
9
13
11.799
45.764
Bordeaux
Genua
Said
Plata
dam
1
burg
Rivier
i
Andere
97
214.794
29
79.051
987
1.460.105 644
21-26 Juli
1
24
511
1
12
91-
1115
131_
416
–
.
Totaal….
911.642
14-19
,,
’24
4111
9/6
1019
12/8
413
. –
1)
1913, 3.654 schepen
met
4.301.78
N.
it. T.
23-28 Juli
’23
613
9151
1017
1416
5
1
4
519
.
(Dirkzwager’s Scheepsagentuur
Maassluis.)
24-29 Juli
’22
619
11110
141_
15/4K
513
713
Juli 1914 Ir. 7,-
71_
713
1416
312
41_
.
–
VLISSINGEN.
1)
Am. cents per 100 lbs.
2)
Per ton d.w.
8
)$
per ton kolen.
Juni 1924 Juni 1923
Landen van
–
.
INKLARINGEN.
herkomst
Aantal
M
schepen
Aantal
M.
schepen
DORDRECRT/ZWIJNDRECHT.
.
Binnenl. havens.
Groot-Brittannië
Duitschland
2
34
1
48.586
267.742
1.031
-_____
1
30
1
15.030
246.500
635
Landen van
1
Juni 1924
Aantal
Juni 1923
Aantal
herkomst.
1
N.R.T.
N.R.T.
schepen schepen
Zweden
1
10
1.118
5.714
1
–
3.906
–
Binnenl. havens
Groot-Brittannië
3 3
468 300
5 2
1.752
192
Italië’)
–
–
1
5
750)
1.321f
Duitschland
1
1.230
2
678
Oostenrijk-long.
–
België
– –
4
1.1931
België ………..
Griekenland
2
4.047
–
–
Portugal
1
1.711
–
–
Levant
–
–
8
5.518
0v. Wstk. Afrika
2
1.969
– –
Rusl.-Zw. Zee
2
).
7
3.053
–
–
Totaal….
Totaal….
57
331.291
47
273.660
10
5.678
13
3.815
Nationaliteit
Nationaliteit.
Nederlandsche
2
270
2
445
Nederlandsche..
43
282.275
32
250.579
Britsche
4
498
3
550
Britsche
6
41.875
2
15.351
Duitsche
2
2.941
8
2.820
Duitsche
2
4.661
6
4.989
Noorsche
1
992
–
–
Belgische
6
2.480
7
2.741
Fransche
1
977
–
–
Totaal ….
57
331.291
1
47
273.660
10
–
5.678
13
3.815
Totaal
1)
Bijleggers.
2)
Sleepbooten.
(Baren
Stofkoper
& Co.)