Ga direct naar de content

Jrg. 9, editie 424

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: februari 13 1924

13 FEBRUARI 1954

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.

Economi”sch”‘OStati
‘Osti’sche

Berl”chten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

9E JAARGANG

WOENSDAG 13

INHOUD

1hz.
DII TWEEDE ALGEMEENE VERKEERSCONFERENTIE VAN
DEN VOLKENIIOND II
door
Prof. Dr. J. H. W. Verzijl.
146 Geen oplossingvan het Werkloosheidsvraagstuk door
J. P. Zaalberg …………………………..
147
Meer Rekenschap! door
J. Ratté ……………….
148
De economische ontwikkeling van Sovjet-Rusland V. De Rüssische (.)ommerzbank (Roskombank) door Dr. S.
Miliner
.
………………………………….
150
De burgerlijke Rechter in de Vakactie door
Prof. Mr.
W.
Drucker ……………………………….
151
Internationaleorganisatie van Industrieele Werkgevers
door
D. iludig L.Jzn………………………..
153
Een verkeerde oplossing van het Werkloosheidsviaag-
stuk door
ir. C. C. J. de l’Espinasse ……………
154
De Internationale Conferentie over de Arbeidsstatistiek
door
Mr. E.
W.
van Dam vaii Isseit …………..
154
De Kanalenaanleg in Limburg ………………….
155
AANTEEKENINCEN:
Indexcijfers van groothandeisprijzen …………..
156
De industrialisatie van N. 0.-Indi6 ……………
157
BOEKAANKONDIGING:
H. F. R. Dubbis: De Registratiewet
1917,
bespr. door
Mr. H. M.
A.
Schaclee …………………….
158
INGEZONDEN STUKKEN
Staats-onverschilligheid door
G. C.
Zcverwijn

159
OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN …………………159
MAANDCIJFERS:
R6s=6 uit het ,,Montbly Bulletin of Statistics
..
….160
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN ……………..161-168
Geldkoersen.

Effectenbeurzen.
Wisselkoersen.

Goederenhandel.
Bankstaten.

Verkeerswezen.

INSTiTUUT

VOOR ECONOMiSCHE GESCHRIFTEN

Algemeen Secretaris: Mr. G. W. J. Bruins.
Redacteur-Secretaris van het weekblad: D. J. Wansink.

Secretariaat: Pieter de Hooch,weg 155, Rotterdam.
Aarigeteekende stukken: Bijkantoor Ruige Plaatweg 37.
Telefoon Nr. 3000. Postchèque- en girorekening
– Rotterdam No. 8408.

Abonnernentsprijs vooriet weekblad franco p. p.
in Nederland f 50,—. Buitenland en Koloniën f 55,-
per jaar. Losse nummers 50 cents.

Leden en donateurs van het Instituüt ontvangen
het week blad gratis.

De verdere publicaties van het Instituut uitgaande
ontvangen de abonné’s, leden en donateurs kosteloos,
voor zoover daaromtrent niet anders wordt beslist.

Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonne-
ment volgens tarief. Administratie van abonnementen
en, advertenties: Nijgh & van Ditmar’s Uitgevers-
Maatschappij, Rotterdam, Amsterdam, ‘s-Grav enhage.

12
FEBRUARI
1924.

In den toestand van de geidmarkt kwam ook deze

berichtsweek nog geen verandering. De geldvraag

bleef nog onverminderd aanhouden, zoodat de prolon-

gatierente nog
Y4
pOt. hooger noteerde dan de vorige

week. Particulier dicsonto bleef onveranderd.
.* *

Hoewel het bedrag der rechtstreeks bij De Neder-

FEBRUARI 1924

No. 424

landscheBank geplaatste schatkistpromessen in de

afgeloopen week van
f
53 millioen tot
f
57 millioeu

toenam, blijkt de post binnenlandsche vissels op de

balans der centrale credietiustelling per saldo toch

ng met
f
1.6 millioen te zijn gedaald. Deze vermin-

dring geldt nagenoeg uitsluitend de Bijbaak. De

bbleeningen geven eveneens een teruggang te Zien.

Id totaal verminderden zij van
f
155.7 tot
f
143.8

millioen. De daling betreft zoowel de effectenbelee-

ningen als de goederenbeleeningen en komt bijna

geheid voor rekening van de Hoofdbank en de Bij-

bank.

Het renteloos voorschot aan hbt Rijk steeg met

f1.6 millioen. De metaalvoorraad bleef vrijwel op
dezelfde hoogte. De post papier op het buitenland

blijkt met
f
200.000 te zijn vermeerderd, terwijl de

diverse rekeningen op de actiefzijde der balans een

daling van
f
1.5 millioen vertoonen.

De biljettencirculatie nam met
f
19.5 millioen af.

De rekening-courant saldi bleven ongeveer op dezelfde

hoogte. Het beschikbaar metaalsaldo stelde zich
f
3.9

millioen hooger dan verleden week:
* *

De wisselmarkt was het grootste gedeelte der week

zeer rustig, op
bijna
onveranderde koersen. Geheel.

onverwachts trad echter Donderdag laat. e vooral

den daaropvolgenden Vrijdag en sterk aanbod in

Marken op, waardoor de koers, die sedert November

vrijwel op dollarpariteit stond, plotseling 8 â 9 cent

daalde. Ook de Franken werden seik medegetrokken

en. hoewel in de nieuwe week de markkoers zich vrij

krachtig kon herstellen, bleven de Franken flauw.

LONDEN,
9
FEBRUARI
1924.

Het grootere aanbod op de geldmarkt van kort ere-

diet door de couponbetalingen van het Rijk op den

isten Februari, is van heel korten duur geweest. Dag-

geld vond Maandag reeds goed emplooi en tegen het

midden van de week was kort crediet zoozeer gevraagd,

dat geroedeljk 3 pOt. betaald werd. Donderdag werd

niet zonder moeite leenen
bij
de Bank voorkomen,

maar daggeld deed tot 3Y4 pOt. Vrijdag trad een lichte

reactie in, maar kon de koers zich op 3 pOt. hand-

haven. Zevendaagsgeld kostte 2-2
9
/4 pOt.

Tegen. de verwachting in was de discontornarkt vast.

Er bestond vraag naar Mei Treasury Bills, de notee-

ring was
3-7
/is pOt.

2-mnds. prima bankaccept
……3°Jio—%
pOt.,

3- ,,

,, .

,,

3
9
/% pOt.

4

3%—’/ pOt.

6

,,

,,

,,

.3
11
/1.6
………13
/1.e
pOt

/

146

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

13 Februari 1924

DE TWEEDE ALGEMEENE VERKEERS-

CONFERENTIE VAN DEN VOLKENBOND.

II.
1)

Een ander onderwerp, dat op de tweede algemeene
conferentie voor verkeer en doorvoer aan de orde
kwam, was dat van een bescheiden begin van inter-
nationale samenwerking op het gebied der electrici-
teitsvoorziening.

Oorspronkelijk was eene geheel andere en in zeker
opzicht ook veel ingrijpender regeling beoogd dan die,
welke ten slotte in Genève in behandeling is geko-
men. Het tweetal op ,,questions électriques” betrek
king hebbende agenda-punten vond ni. zijn eerstén
oorsprong in een, bij gelegenheid van de debatten over
het internationale spoorwegregiem tijdens de eerste
Verkêersconferentie te Barcelona, op voorstel van
den Italiaanschen gedelegeerde, den ingenieur Bigna-
mi, eenstemmig uitgesproken ,,wensch”, dat in stu-
die zou worden genomen de uitvoerbaarheid van het
denkbeeld om, ter verbetering van de internationaal

belangrijke verkeerswegen, te komen tot een algemee-
iie beschikbaarstelling van electrische energie door de
in dat opzicht rijke staten aan die, welke daaraan

gebrek hebben.

Dezen ,,wensch” zou men nauwelijks terugvinden
in het bovenbedoelde tweetal conventies, welke ton
slotte, als vrucht van het intusschen door de advi-
seerende en technische commisse ingesteld onderzoek,
op de agenda voor Genève voorkwamen, nl. één, strek-
kende tot toepassing van het beginsel van de vrijheid
van doorvoer ook op electrische energie, en een andere strekkende tot vergemakkelijking van de exploitatie der
hydraulische krachten van waterwegen, die deel uit-
maken van één internationaal bassin.
Aan den eenen kant was in deze conventie elke be-
perking der regeling tot het in den ,,wensch” van
Barcelona uitge&rukte doel van bevordering der dec-
trificatie van internationale spoorwegverbindingen
vervallen; weliswaar was het contact met Bareeloa
ook hier niet verbroken, maar het oorspronkelijk be-
staan hebbende rechtstreeksche verband tusschen de ,,electrische kwesties” en de spoorwegresolutie w’as
toch – althans wat deze ontwerpen betreft – tijdens
liet onderzoek vervangen door een nieuw direct ver-band met de transit- en waterwegen-conventies, van

welker beginselen de ontworpen ,,electrische conven-
ties” als het ware bijzondere toepassingen zouden zijn.
De eenige bepaling, die nog rechtstreeks van den
,,wensch” van Barcelona afstamt, is te vinden in art.

:11 der Spoorwegconventie, dat de mogelijkheid voor-
ziet – meer niet – van bijzondere overeenkomsten

tot vederzijdschen bijstand door afstand van brand-
stoffen of electrische energie.

Aan den anderen kant was het aanvankelijk denk-
beeld om het internationaal economisch en rechts-
leven te verrijken met een algemeene verbintenis dei
aan electricitei.t rijke staten tot afstand van hun over-
vloed aan hunne armere naburen, opgegeven. Zooals
reeds gebleken was tijdens de eerste Voikenbondsver-
gadering, toen Italië tegen zijn ruimere denkbeeld
van internationale uitwisseling van grondstoffen in
het algemeen, van Canada en andere zijden sterk ve.r
zet ontmoqtte, is de gezindheid der staten voor zoo-
danige internationale philantropie, zelfs op meer be-

perkt terrein, thans nog niet rijp.
Niettemin heeft de wordingsgeschiedenis der beide
ontworpen conventies op de behandeling in Genève
een zekeren druk gelegd. Niet zoozeer omdat, in het bijzonder van Tsjechoslowaksche en Joegoslavische
zijde, daarin steun is gezocht voor voorstellen om de
werking dier conventies weder tot het oorspronkelijke
doel der electrificatie van internationale spoorwegen
te beperken, dus niet uitsluiting van andere mogelijke
doeleinden, als stroomlevering voor industrieën, ver-

1)
[Zie
voor het eerste artikel pag. 98 in het nummer van
30 Jan. jl. – Red.]

lichting etc., maar in het bijzonder, omdat zij, zooals
men. de geheele conferentie d66r kon opmerken, bij
vele gedelegeerden eene zekere vrees had achterge-
laten of opgewekt, dat de staten, langs den weg dezer
bescheiden en
vrij
onschuldige conventies, ten slotte

toch gelokt zouden worden in de hinderlaag van de
internationaal verplichte uitwisseling van grondstof.
fen en andere natuurlijke rijkdommen, zooais de Bel-
gische gedelegeerde in de electriciteitscommissie te
kennen gaf in zijn uitroep: .Mais, Messieurs, ce serait
le communisme pur!” En deze nachtmerrie van liet
internationale communisme bleek menigen ochtend
weer opnieuw verschillende delegatiehotels te hebben

bezocht.

Ook in den vorm waarin het onderwerp der inter-nationale samenwerking op het gebied der electrici-
teit in November jl. voor de eerste maal in een alge-
meene conferentie aan de orde kwam, had liet de aan-

trekkingskracht van het nieuwe.

Aanvaarding van de ontworpen regelingen immers
zou de eerste grondslagen leggen voor een modern
wereld-electriciteitsrecht op een nog vrijwel maagde-
lijk terrein. Wat er op dit punt tot dusver in bila-
terale overeenkomsten was tot stand gekomen, was
inderdaad nog zeer weinig. Internationale tractaten
over doorvoer van electrische energie van land A door
land B naar land C schijnen nog geheel te ontbreken
en de weinige bestaande accoorden over gemeenschap-
pelijke exploitatie van hydraulische kracht en aanver-want,e onderwerpen beperken zich tot dusver tot en-
kele plaatselijke regelingen tusschen Frankrijk eener-
zijds en Zwitserland en Italië anderzijds, betreffende de Rhône, de Doubs (ten N.W. van Neuchétel) en de
Roja (benoorden Ventimiglia), en een paar meer al-
gemeene betreffende de Noorsch-Zweedsche en de

Amerikaansch-Canadeesche grenswateren.

Dit feit was voor de opponenten onder de te Genève
vertegenwoordigde Staten eene gereede aanleiding om
van den aanvang af en bij herhaling te betoogen, dat
de behoefte aan internationale accoorden tusschen
buurstaten, laat staan aan collectieve overeenkomsten over deze onderwerpen, tot nog toe niet of nauwelijks
was gebleken, dat, waar plaatselijke regeling n.00dig
was geweest, de betrokken staten zonder al te veel
moeite tot overeenstemming waren gekomen en dat
inmenging van den Volkenbond of vastlegging van
algemeene ri chtsnoereu concrete onderhandelingen
slechts zou kunnen schaden. Deze algemeen gehou-
den overwegingen waren echter op zichzelf niet vol-
doende om het vrij sterke verzet van landen als Zwit-
serland, Zweden, Tsjechoslowakije, Roemenië, Brazi-
lië, Spanje, aanvankelijk ook België, te verklaren.
Welke de eigenlijke oorzaken daarvan waren, blijkt
voldoende, wanneer wij in liet kort aangeven, wat de ontwerpers der beide conventies wilden en war, blij-
kens de langdurige discussiën over beginselen en bij-
zonderheden, de oppositie vreesde.

Zoowel het ontwerp betreffende den doorvoer van
electrische energie als dat betreffende de exploitatie
der hydraulische krachten van waterwegen, die deel
uitmaken van éénzeifde internationaal stroomgebied,
beoogden voor de staten wederkeerig de verbintenis
in het leven te roepen, om al wat op dien doorvoer,
resp. die exploitatie betrekking heeft, in gemeen over-leg te regelen, en wel in overeenstemming met enkele
groote beginselen, bij voorbaat in de conveuties vast-

gelegd.

Voorzoover de transit-conventie aangaat, zou den,
volgens die beginselen, de oplossingen ter verzekering
van den doorvoer in concrete gevallen door uitslui-
tend technische overwegingen bepaald moeten worden
en zou, bijv. bij de vaststelling van het tracé der hoog-
spannings]eiding, slechts bij uitzondering.met het be-loop der politieke grenzen rekening mogen gehouden
worden; de heffing van bijzondere rechten of belastin-
gen ter zake van hèt enkele feit van den doorvoer zou
ongeoorloofd zijn, en over en weer zouden de staten

13 Februari 1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

147

hun best moeten doer om, binnen do grenzen hunuci
nationale wetgeving, de uitvoering der plannen te vet-
gernakkelijken.
Voorzoover de conventie over de toepassing van
hydraulische krachten betreft, zouden de politieke
grenzen zelfs in het geheel geen invloed mogen uit
oefenen en dus de plannen tot exploitatie moeten wor-
den ontworpen, alsof het geheele betrokken gebied
binnen één land viel, met inachtueming uitsluitend
van overwegingen, aan technische eischeri, de renta-biliteit der onderneming, de zorg voor behoud van de
schoonheid van het landschap en dergelijke ontleend.
Welke gevallen voor regeling in aanmerking zouden
komen, was uit het ontwerp niet duidelijk op te ma-
ken; blijkbaar had men echter het oog om. op ge-
vallen, waarin de exploitatie der waterkracht een ort-gunstigen invloed op den waterstand zou kunnen uit-
oefenen, of wel zou noodig maken den aanleg van stuwdammen en andere werken, van welker weer-
standskracht de veiligheid der aangrenzende gebieden
afhangt. In dit laatste geval zouden de betrokken
staten zelfs de instelling van gemengde commissies
kunnen eischen, welke overigens slechts facultatief
werden gesteld.

Ter bevordering van de internationale samenwer-
king op het gebied der beide conventies werd voor
het geval van geschillen itiroeping van het advies der
raadgevende en technische Vol kenhondscommissie
voorgeschreven. Beroep op liet Perni anent Gerechts-
hof in Den Haag werd, in afwijking van Barcelona,
slechts VOOr één bepaald omschreven geschil over dc
toepassing der ,,hydraulischo” conventie verplicht ge-
steld, maar overigens – met een nierkwaardigen te-
rugtrecl op den weg der rechtsontwikkeling – uit-
drukkelijk uitgesloten zelfs voor die staten, welke,
zooals Nederland, de verplichte rechtsmacht van het
Hof in het algemeen hebben aanvaard.
De bezwaren nu, die tegen deze regelingen werden
aangevoerd, kunnen tot twee groepen herleid worden,
nl. vooreerst die, voortkomend uit vrees voor giootc
economische nadeelen, en vervolgens die, welke hun
oorsprong vonden in ongeneigdheid om do nationale
souvereiniteit te zeer aan banden te leggen.
Tot de economische bezwaren behoorde om, het ge-
vaar van vreemde concurrentie, hetzij rechtstreeks,
doordat de transiteerende staat (bij’. Noorwegen) o
gunstiger voorwaarden aan een derden staat (bijv.
Denemarken) electrischen stroom zou kunnen laveren
dan het getransiteerde land (Zweden), of milschien
zelfs in het transitland zelf de nationale electriciteits-
fabrieken zou kunnen tegenwerken, – hetzij meer in-
direct, doordat de spoorwegen van het transitland
(buy. Zwitserland) een groot deel zouden verliezen
van het steenkolenvervoer naar den derden staat (hijv.
Italië), terwijl deze via eerstbedoeld land voortaan
electrischen stroom zou kunnen betrekken van een
electriciteit produceerend’ ander land (hijv. Pi’ank-
rijk).
De vrees voor aantasting van de nationale souve-
reiniteit kwam o.a. tot uiting hierin, dat men zich
verzette tegen elke verplichting om ten behoeve van
den aanleg van vreemde transit-hoogspanningslijnen
het apparaat der onteigeningswetgeving in werking te
stellen; dat men de gelegenheid tot exploitatie van
watervallen en andere hydraulische krachtbronnen in
geen geval wenschte te beperken door voorafgaande
overeenstemming voor te schrijven mot den buu.rstaat,
wiens belangen wellicht zouden kunnen worden ge-
schaad; dat men in geen enkel geval van (zelfs facul-
tatieve) gemengde commissies iets weten wilde en
evenmin tot aanvaarding van eenigerlei vorm van in
menging van derden ingeval van meeningsverschil be-
reid bleek.
Het, gevolg van dit complex van bezwaren is ge-
weest, dat men, om tot eenig tastbaar resultaat te
komen, de oorspronkelijke ontwerpen z66zeer heeft
moeten verzwakken, dat de ten slotte aangenomen
conventies in wezen meer het karakter van aanbe-

velingen dragen. Hoe sterk men daarvan algemeen
overtuigd was, blijkt op treffende wijze uit het feit,
dat de oppositie, die voortdurend op ,,aanhevelingen”
had aangestuurd, na vaststelling van den definitieven
tekst in die commissie, is omgeslagen, en v66r den
conventie-vorm heeft gestemd, opdat niet bij een vol-gende gelegenheid een eenvoudige recommandatie in
een meer bindende conventie zou worden omgezet.
Ç)m een overeenkomstige reden heeft de Nederland-
sche delegatie deze h.i. te zeer versiapte conventies
voorloopig nog niet onderteekend.
Wat den ten slotte aanvaarden inhoud der twee
overeenkomsten betreft, kan in het algemeen gezegd
worden, dat de ontworpen verbintertissen tot een
minimum zijn teruggebracht.
In zake doorvoer van electrischen stroom door een
tuisschenland, is alleen overgebleven de verbintenis
der belanghebbende staten om met elkander te
on-

derhandeen,
ten einde tot een bevredigend accoord te
komen, en zelfs die verbintenis is nog uitgesloten voör
geval het transitland ernstige bezwaren kan aanvoe-
ren van economischen aard of met het oog op zijn
nationale veiligheid. Bovendien zal alleen doorvoer in
den angsten zin onder de conventie vallen, zoodat zelfs
transformatiestations niet behoeven te worden toege-
laten, welke toch bij groote afstanden vaak onmis-
baar zullen zijn. Uitdrukkelijk is in de conventie vast-
gelegd, dat de transitstaat in geen geval verplicht zal zijn door onteigening of oplegging van servituten ac-
tief tot den aanleg mede te werken, wat de conventie
geheel illusoir kan maken. En elke verbintenis om
een uitspraak of advies van een onpartijdige instan-
tie in te roepen, is vérvallen, behoudens dat, op aan-
drang van de delegaties der staten, die eenmaal de
jurisdictie van het 1-lof hebben aanvaard, voor hen de
oorspronkelijke uitsluiting van dezen rechtsweg even-
aes is geschrapt. Tusschen deze staten zal dus ook bij geschil over het nieuwe electriciteitsrecht ver-

plicht beroep op het Hof bestaan.
De ,,hydraulische” conventie voorziet thans uit-
drukkelijk drie verschillende gevallen, t.w. vooreerst
het geval dat redelijke exploitatie van bepaalde wa-
terkrachten alleen in samenwerking mogelijk is;
voorts dat van grenswateren of overeenkomstigo
ge-

vallen, en ten laatste het geval, dat uitvoering van
een project door één staat zeer vel mogelijk zou zijn, maar niet zonder ernstig ongerief voor een buurstaat.
in het eerste geval zullen ‘de betrokken staten alleen
tot gemeenschappelijke bestudeering, in de beide
laatste tot onderhandelen verplicht zijn. Slagen de
onderhandelingen niet, dan gebeurt er niets en her-
neemt het algemeene volkenrecht met betrekking tot
cle aansprakelijkheid der staten zijn kracht. Ook hier
is in het algemeen elk verplicht aanroepen van be-
middelende of rechterlijke instanties uitgesloten; een-
zijdig beroep op het Permanent Gerechtshof zal
echter ook bij geschillen over deze conventie open-
staan voor die Staten, welke, zooals Nederland, de jurisdictie van het Hof hebben aanvaard, tegen an-
dere, die dit eveneen.s hebben. gedaan.

Hoewel dus, zooals uit deze samenvatting blijkt, de
juridische inhoud der beide conventies ten slotte vrij
poover geworden is, beteekenen zij toch een eerste be-
gin van een nieuwen vorm van internationale samen-
werking, die wellicht eenmaal met grooter enthou-
siasme dan ‘thans nog, zal worden aanvaard.

Dr. J. H. W. VCRZIJL.

GEEN OPLOSSING VAN HET WERKLOOS-

HEIDS VRAAGSTUK.

Ik moge beginnen met den heer Plate in zoo-
verre gerust te stellen, dat ik bij de Regeering ‘tot
dusverre niet de meaning heb bespeurd, als zou door het subsidieeren van industrieele ondernemingen het
werkloosheidsvraagstuk zijn op te lossen. Wat ik wel
gezien heb is, dat zij in enkele gemeenten, waar voor
de werkloozen geenerlei werk meer te vinden was,

148

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

13 Februari 1924

schoorvoetend haar toevlucht nam tot werkverschaf-
fing in het particulier bedrijf. Dat de voet daarbij
choorde was niet alleen, omdat de Regeering eerst dan
clie richting uit wilde, wanneer de nood groot was en
wanneer allerlei gevaren en bezwaren waren wegge-
nomen, doch ook omdat levendig beseft werd, dat men
zich op een hellend vlak beweegt.
Welke gevaren er dreigen heeft de heer Ir. Platc
reeds eenigszins doen gevoelen. De vergissing, die hij
begaat, is dat hij veronderstelt, dat er dingen gebeu-
ren, die in verkeljkh(-id niet gebeuren. De gevaren
zouden nog veel grooter zijn, wanneer inderdaad aan
de voorwaarden of wenschen van den heer Wibaut
werd voldaan.

Wat tot dusverre geschiedt, is niet anders dan op werkverschaffingsvoorwaarden te werk stellen van
werkloozen in een onderneming, die zelfs dan nog
met verlies werkt. Wordt veder gegaan, dan is de
waarschuwing van den heer Ir. Plate nog te zacht,
want dan zou de maatregel lijnrecht ingaan tegen
alles, wat onze industrie weer in een staat kan bren-
gen om op de wereldmarkt mee te dingen.

Het is nu eenmaal niet mogelijk, om buy, te Schie-
dam voor de 3 è. 4000 werkloozen werkgelegenheid te
scheppen en het is een waan te meenen, dat men met
al die Schiedammers, Dordtenaren, enz. de Peel kan
gaan ontginnen of de Reeuwijksche plassen gaan
droogmaken.
Erger dan waan is het om te propageeren, dat emi-
gratie naar Canada voor onze tienduizenden werk-
loozen merkbare verlichting zal brengen. Voor snelle,
ofschoon tijdelijke, verlichting zijn België en Noord-
Frankrijk van veel grooter beteekenis.
Hen te laten verhongeren is nog niet noodzakelijk,
ofschoon daar spoedig verandering in kan komen. Er
wordt dus gesteund
(wiel
met hooge bedragen) en

vrij algemeen is men het er wel over eens, dat steun
zonder arbeid op den langen duur noodlottig is voor
de volkskracht. Op alle manieren wordt dan naar
werk gezocht. Is er dan een scheepsbouwer, die be-
i’eid is om zondr winst, soms geheel op speculatie,
een paar honderd man te werk te stellen, mits de
overheid een deel van zijn verlies draagt, dan is dat
in dat geval – en alles wordt geval voor geval beoor-
deeld – de beste oplossing, niet van het werkloos-
heidsvraagstuk, maar van de plaatselijke moeilijk-
heden. Steeds wordt dan, hetgeen de heer Wibaut wel
een gruwel zal vinden, door werktijdverlenging en
loonsverlaging, het verlies, in weiks dekking uit dè
openbare kas wordt gesubsidieerd, verminderd.
1)

Wel degelijk werd steeds overwogen, dat het niet
verkrijgen van loonende opdrachten mede een gevolg
is van onze hooge productiekosten en dat het op peil
houden van die kosten het genezingsproces zou tegen-
houden.
Reeds bijna vergeten is de volkomen gelijksoor-
tige werkverschaffing, die bestond in het maken van
cigarillos stinkadoros voor Spaansche rekening. Toen werden ‘zonder winst, vèr beneden de tariefloonen en
met verlengden werktijd eenige millioenen van die
h’eerljkheden door een paar honderd wericlooze siga-
i’enmakers gemaakt.
Een factor van zeer groot belang’ is, dat deze vorm
van werkverchaffing voor de schatkist véél minder
nadeelig is, dan iedere andere. Zij, die roepen om uit-
voering van groote openbare werken, achten de ge-
volgen wat al te licht, die dit op ons staatscrediet
kan hebben. Een veelvoud van het arbeidsloon is daar-
bij noodig voor onteigeningen, materialen, kunst-
werken, enz., terwijl een schip, in werkverschaffing
gebouwd, aan de openbare kas slechts 30 pOt. van het

1)
Met schrik lees ik bij hetcorrigeeren der dru.kproeî
een bericht in de
N. R.
Ct. van
2
Febr.
’24,
Avondbiad D,
dat op een fabriek een loonsverlaging wordt uitgesteld in verband met een subsidie van rijk en gemeente. Is dit be.
richt juist, dan is
dit
subsidie als vergif te beschouwen en
mopper ik als belastingbetaler mee. Ik hoop echter nog op
een tegenbericht.

loon kost ‘en bovendien de handelsbalans gunstig be-
invioedt.
De niet te miskennen gevaren voor het bedrijfs-
leven hebben er tot dusverre van weerhouden, om tot
dezen vorm van werkverschaffing anders zijn toe-
vlucht te nemen, dan in uitzonderingsgevallen, na
uiterst nauwgezette overwegihg van de mate van
noodzakelijkheid met het oog op plaatselijke toestan-
den en van den mogeljken invloéd op andere onder-
nemingen en op het herstel van liet internationaal
evenwicht in de productiekosten.
Of vrees voor represailles hiervan moet weerhou-
den is een belangrijke vraag, waarover ik het volgende
zou willen zeggen. De omvang van deze werkverschaf-
fing is zoo gering, dat wanneer er niet te luid over
gepraat en geschreven werd, niemand er ernstig ge-
vaar voor het buitenland in zou zien. En worden in
alle landen om ons heen niet reeds z66vele maatrege-
len tegen vrijen invoer genomen, dat met reden ver-
wacht kan worden, dat zij op grond dezer luttele
kunstmatige productievermeerdering nog meer van
die maatregelen zullen uitdenken, die après tout toch
voor dat land ook weer nadeelig zijn? Tot dusverre is nog niets van dien aard geschied, al heeft er wel eens iets gedreigd. Maar zoolang aangetoond kan worden, dat niet, gelijk men, den heer Plate lezende, zou kun-
nen vermoeden, in Nederland de industrie gesubsi-
dieerd wordt, doch slechts hier en daar voor werkver-
schaffing iets voor de markt wordt geproduceerd, zal
geen land gegronde reden tot represailles hebben.

Den Haag, 30-1-24.

C. ZAALBERG.

MEER REKENSCHAP.

De heer J. Ratté, Secretaris der Centrale van Koop-
vaardij-Officieren, te Rotterdam schrijft ons:
De heer Treub benut het ,,mailschip van de S. M.
Nederland” nu ook in het nummer van 6 Februari der
Ec.-St. Berichten, om zijn meening over het nood’
zakelijke van arbeidsduurverlenging en loonsvermin-
dering te uiten. Hier is sprake van scheepsbouw, waar-
bij in een adem ook de scheepvaart wordt genoemd.
Laat op den voorgrond staan, dat schrijver dezcs
zeer huiverig is, om den weg van protectie, zelfs als
noodmaatregel, op te gaan. Moge men het toelaatbaar
of gewenscht achten, dat overigens volkomen soliede
ondernemingen bij wijze van steun, voorschotten ont-vangen, bijv. ter aanschaffing van te bewerken grond-
stoffen, zooals in Engeland vaak bij de scheepsbouw is geschied, het is en blijft gevaarlijk subsidie te ver-
schaffen, d.w.z. een deel van den kostprijs door de

overheid te doen dragen: Bij een vorige aanvrage om ,,een deel van den kost-
prijs” rees in den Rotterdamschen Gemeenteraad sterk
verzet en wilde ‘men een serieuze contrôle op het ‘te
subsidieeren werk. Thans blijkt, dat ook bij het nieuwe
subsidievoorstel, dat bestemd is voor Smit’s werf, zelfs
de meest-belanghebbende, ni. een der metaalbewer-
kersbonden er weinig voor voelt.
Deze houding is juist!
Want al moge bijv. voor de bij hét eventueel bon-
ven van een inailschip betrokken Amsterdamsche me
taalbewerkers, het niet doorgaan van een dergelijk
werk schade zijn, men moet zeer ernstig de vraag on-
der de oogen zien, wat voor een stad als Rotterdam
voordeehiger is, ook en in het bijzonder voor de Rot-terdamsche arbeiders: het Finsche werk, waaraan 400
metaalbewerkers een tijd
werk hebben, dan wel de
protectiebedreiging van scheepvaart en verkeer voor
een stad als Rotterdam.
Heeft de Fransch-Belgische protectie-politiek tegen
Rotterdam als Rijnhaven al niet misère genoeg ge
bracht? Waar zou het heen met de Rotterdamsche ha-
ven, wanneer het subsidie- en beguustigin.g-systeem
nog meer toepassing vindt in de ons omringende lan-
den?
Voor den scheepsbouw is wel typeerend het navol-
gende courantenbericht van 9 Februari ji.:
,,Het Noorsehe es. ,,Nico”, dat bij Swansea straddde,

13 Februari 1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

149

waardoor de bodem belangrijk beschadigd werd, zal te Rotterdam door Wilton gerepareerd worden. Het schip was in het Albiondroodok te Swansea opgenomen, ter
wijl het repareelen aanbesteed werd. Zeven maatschap
pijen, waarvan vijf te South Wales gevestigd, schreven in.
De hoogste inschrijving was £
7490 met
42
werkdagen.
De laagste inschrijving uit Wales was £
5287
met
55
werkdagen, terwijl de Hollandsehe inschrijving
£ 4500
was met
34
werkdagen.”
1)

Hier bleek dus subsidie wel zeer overbodig!
Algemeen bekend is reeds, dat de Duitsche metaal-industrieele ondernemingen al niet meer kunnen con-
curreeren, zooals bij de aanbesteding van de verhoo-
ging der Koninginuebrug te Rotterdam bleek.

Niettegenstaande dit alles een man als de heer
‘L’reub niet onbekend zal zijn, koppelt hij aan zijn
pleidooi tegen subsidies een verdediging van loonsver-
mindering vast.

Hij doet dat op geheel onvoldoende gronden voor
den scheepsbouw en in tegenspraak met cle feiten voor
de scheepvaart.

Bij do stellingen van den heer Treub ontbreekt
ieder
bewijs.
Niet door een vlot loopenden volzin,
waarvan het eerste woord: vrijhandel en het laatste:
loonsverlaging, luidt, maar door het precies aangeven
van het verband tusschen prijsvorming en loonbewe-
ging is het mogelijk zich een zuivere, onbevooroordeel-
de meening over loonsverlaging en arbeidsduur-ver-
lenging te vormen.

De heer T.ieheis besloot zijn in Dec. 1922 gepubli.-
ceerde beschouwing over de Amsterdamsche Gemeen-
teloonen met deze woorden:

,,En dat men degenen clie ten slotte cle bonen moe-
ten betalen in de gelegenheid stelt om zich een eigen
meening te vormen over redelijke bonen,

is zeker

redelijk.”

De heer Triebels wilde zich een oordeel vormen
over de redelijkheid dci Amsteramsche Gemeente-
bonen en vergeleek daartoe het beschikbare mate-
riaal der gemeenteloonen met de boongegevens voor de
metaalbewerkers. Hij heeft dat serieus gedaan, het
materiaal behoorlijk verzameld en verwerkt. Dat hij
zijn conclusie trok, terwijl het ook mogelijk is, andere conclusies te trekken, ligt voor de hand; men kon hier
ten minste van ,,redelijkheid” gewagen.

De orakeltaal des heeren Treub veracht dit ,,rede-
lijk” materiaal, maar mist daacloor alle redelijke

bewijskracht.

En daar is het immers om begonnen?
Men kan immers – het bleek hier boven reeds –
evenzeer tegen een subsidie zijn, omdat daardoor een onderneming wordt in stand gehouden, waaraan door
de arbeiders nu niet zoo bijste:r veel waarde wordt ge-
hecht. Het is integendeel in strijd met het algemeen arbeidersbelang, dat de op den zelfkant van het be-
drijfsleven staande ondernemingen niet verdwijnen.
Deze in stand te houden is geen arbeidersbelang en de
werking van subsidies in die richting moet evenzeer
worden afgekeurd. Er is dan ook niet het minste vanzelfsprelcende ver-
band tusschen vrijhandel en loonsverlaging en van-
neer de heer Treub voor scheepsbouw en scheepvaart
loonsverlaging noodig acht, zal hij die meening niet
met eenige volzinnôn, maar met feitenmateriaal heb-
ben te staven.
Ten opzichte van de scheepvaart ‘staat de heer Treub dan al buitengewoon zwak.

1)
[Het treft, dat het bericht in ,,The Journal of
Corn-
merce”, dat te Liverpool verschijnt en waarvan het bo-
venstaande een samenvatting is, eindigt met de volgende woorden : ,,It is understood that the Dutch firms are sub-
sidised to the extent of
30
per cent. of the tender price by the Dutch Government and municipality to securing vork,
so as to keep down unemployent.’ Hieruit blijkt, hoe
snel in het buitenland geheel onjuiste denkbeelden omtrent
de subsidieverleening door de Nederla.ndsche overheid post
vatten. Door welke beginselen de Regeering zich hierbij laat
leiden, blijkt uit bovenstaaiicl artikel van den heer Zaal-
berg. – Red.]

De dezer dagen verschenen Memorie van Antwoord
bij de waterstaatsbegrooting deelde mede, dat op de
.,Inclische lijnen” 3431 Aziaten dienst doen. Deze
Aziaten hebben in de laatste jaren dus de plaatsen van
Hollandsche zeelieden ingenomen en ontvangen een
gage, welke zekér aller-minimaalst is. Ook hun on-
derhoud is veel goedkooper, dan dat van Europeanen.
Hier is dan ook reeds het maximum bezuining
Op
loon bereikt. Het overige op de vloot varende mindere
scheepspersoneel geniet geen gages, welke de Engel-
sche veel ontloopen, terwijl sommige op Hamburg
varende reederijen zelfs Duitsch personeel in dienst.
namen.
Verlaging in die richting is voor Hollandsche zee-
varenden evenreer doelloos. De gages der scheepsoffi-
eieren zijn in totaal per schip altijd nog lager dan
de Engelsche gages, iets hooger dan de Scandinavi-
sche, beduidend lager dan Amerikaansche of Austra-
lische.
De sinds hajaar 1921 ingevoerde verlagingen be-
droegen achtereenvolgens pim. 5 pOt., 5 pot., 10 pOt.
en 10 pOt. In verloop van pIm. 23′ jaar is dat meer
dan voldoende tegemoetkomendheid hetoond.
Trouwens voor hen, die thuis zijn in het scheep
vaartbedrijf, is dat gescherm om loonsverlaging als
het, eenig noodige, lichtelijk ridicuul, omdat in het
scheepvaarthedrijf de bonen een zeer bescheiden frac-
tie der bedrijfskosten vormen, terwijl verschillende
groote reederijen wel degelijk hebben ingezien, dat de
geringe bate, weilce loonsverlaging van scheeps-offi-
eieren oplevert, ten slotte weinig ,,nuttig effect” als
uiteinde heeft.
Indien de heer Treub het dan oo]c oirbaar acht te
beweren, dat loonsverlaging voor de scheepvaart noo-
dig is, zal hij meer moeten aangeven dan hij tot nu toe deed. Voor iemand van de autoriteit des hee.ren Treub is een andere houding dubbel betreurenswaardig.
In het algemeen. kan trouwens worden opgemerkt,
dat, zoolang de loonstatistiek beclrijfsgewijze niet wordt
opgezet en in de ondernemingen zelve de verhouding
tusschen loon en
kostprijs
niet wordt nagegaan, alle
beschouwingen, zooais de heer Treub die hield, feite-
lijken grondslag missen.
In den jare 1924 nemen de werknemers losse bewe-
ringen niet meer aan als het begin en einde van alle
economische wijsheid. J. RATTË.

[N d s c h r i f t. Naar aanleiding van het in ho-
venstaand artikel besproken voorstel van B. en W.
van Rotterdam om aan de N.V. Machinefabriek en
Scheepswerf van P. Smit Jr. een subsidie van

f
87.500 te verleenen, zijnde de helft van 30 pOt.
van de bonen der bij den bouw van een ijsbreker voor
Finland te werk te stallen werklieden, wordt ons me-
degedeeld, dat, blijkens publicatie der Finsche Regen-ring, de volgende inschrijvingen werden ontvangen:
Millioen
Finsche Mrk
Götaverket, Gothenbuig ………………..
27.5
Flydedock, Kopenhagen ………………..
26.9
Vulkan Werft, Hamburg ………………
26.7
Buratisland (Engeland) ………………..
26.7
Cockerili, Antwerpen ………………….
26.4
N.V. Scheepswerf en Machinefabriek van
Piet Smit Jr., Rotterdam …………….
26.2
Scheepswerf De Maas, Rotterdam ……….
26._
Scheepswerf Fijenoord, Rotterdam ……….
25,5
Nederi. Scheepsbouw Maatschappij, Amsterdam
24.5
Nieuwe Waterweg, Rotterdam …………..
23.0
Wilton, Rotterdam ……………………
22.8
Deutsche Werke A. G…………………..
21.1
Wij zijn niet in de gelegenheid dit bericht te con-
troleeren, noch zijn ons nadere gegevens bekend om-
trent de verdere voorwaarden der diverse inschrij-
vingen.

Zijn deze cijfers echter juist cii is bovendien juist,
dat de laagste, Duitsche inschrijver niet in aanmer-
king is gekomen, dan zou het subsidie dus alleen dit
gevolg hebben, dat een hoogere – zoo niet de hoogste

—-.–r—

7

– •-‘-
vr”


rr- ‘”‘ ‘
T

Ç?’7-‘ ”

‘ ______’

150

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

13 Februari 1924

– Nederlandsche inschrijver met overheidsgeld iii
staat wordt gesteld zijn landgenooten, die kans
zagen

het voor belangrijk geringer bedragen te doen, de leef

af te steken.
Wij herhalen, dat wij bovenstaand bericht niet per-
soonlijk kunnen controleeren. Het wil ons echter toer
schijnen, dat het onverantwoordelijk zou zijn van den
ilotterdamschen Raad, indien deze zonder nader en
deugdelijk onderzoek thans tot het subsidie besloot.
Is het bericht juist, clan vormt het tevens de nleest
éclatante veroordeeling van het ingrijpen der over-
.heid op dit gebied. – ed.]

DE ECONOMISCHE ONTWJKKE.TJNG VAN

SO VJET-RUSTAND.

V.

De .Russiche Comnserzbanlc (Roslconibartic).

Het bedrijf van cle Roskombank is in zooverre in-
teressant, als het hier de eerste bank in de S. S. S. R.
betreft, die uitsluitend met buiteniaodsch kapitaal
werd opgericht. Het werd ter hoogte van 10 mill.ioen
Gonclroebei (5.140.000 Amerikaansche dol] ars) geheel
in buitonlandsche valuta gestort.
i)e lloskornban.k heeft onder ongunstiger voorwaarden
moeten werken dan cle overige credietiristituten in de
Sovjet-Republiek. Zoo is haar het recht, beschikbare
m:iddelen der Staatsorgan.en in deposito te nemen,
eerst in Juni ji. verleend. Verder heeft zij verschil-
lende kosten moeten maken, welke den anderen ban-
ken bespaard bleven: 5 pOt. van haar kapitaal bijv.
moest zij den Staat afstaan. Ook haar andere organi-
satiekosten zijn hooger geweest. Aangezien zij verder
haar werkzaamheden slechts in buiteniandsche munt
verricht, is zij genoopt bela.rtgrijke tegoeden bij bui-
tenlanclsche banken te onderhouden, waardoor ]iaa
voor het binnenland beschikbaar kapitaal wo id t ver-
kleind. Te:n einde voor haar binncniandsclie werkzaam-
heden middelen te verkrijgen heeft zij tegen oi:icler-
pand van bnitcnianclsche valuta hij de Gosbank voor-schotten opgenomen, waaivoor natuurlijk provisie
1)0-

I:aaid. moest wo:rclen. Toch vertoont haar balans ecn
zeer gunstig beeld. De belangrijkste actieve operaties
ontwikke]den zich van 1 Februari tot 1 Juni 1923 os’
cle volgende wijze:

(In duizenden Isjerwoutzy).

1 Febr.
1
Mrt. 1 Apr. 1 Mei 1 Juni

Goederentransacties
106

180

360

543

503
iii 0/
van de balans-
telling
……..

9,5o/
o
14,4o/

23,2o/

29,9o/

24,8o/

Beleeningen
…….13

34

73

59

49
in
0
/u
van de balans-
telling
……..l,2o/

2,7o/

4,8o3,2oj

2,4o/

I)isconto’s
………26

78

138

165

234
in
o
0
van cle balans-
telling
……..2,3o/

6,3o/

8,90/
0

9o,’

11,5
0
/
0

Totaal in
0/
van de

balanstelling . . .
13o

23,4o/ 37,4o

42,2o/ 38,7o

Tu totaal beliepeni de goederen-, beleeniings- en wis-
seltransacties in het hegi.n van de maand Juni reeds
80 pOt. van het Icapitaal der Bank. Laatstgenoemde
t.i-ansacties stegen relatief het sterkst, gevolg van het
snelle ii:iburgeren van het wisselerediet in Rusland.
De goede.rentransacties zijn bijn.a vervijfvoudigd en
de boleeningen tot het 3-voud gestegen. De goede-
rentransacties overtroffen de wisselzaken met 115 pOt.
Aangezien de werkzaamheden der Rosicombank voor-
namelijk gericht zijn op dcl ontwikkeling der betrek-
kingen met het buitenland, spelen in haat bedrijf b.iu-
nenlandsche effecten en edel metaal (al stegen deze
van 1 Februari tot 1 Juni ook tot het li-voud, van
2.000 op 34.000 Tsjerwontzy) een betrekkelijk onbe-
teekenende rol. Zij beloopen slechts 1,7 püt. van de
telling, terwijl de rekening vreemd geld steeds meer
dan beteekenis wint: zij beliep op 1 Februari 398.000 Tsjcrwontzy en den eersten der volgende vier maan-
den respectievelijk, 567.000, 543.000, 582.000 en
639.000 Tsjerwontzy.

De passiva vertoonen de volgende ontwikkeling:

(In duizenden Tsjerwontzy).

1 Febr. 1 Mrt. 1Apr. 1Mei 1 Juni

Saldiinrekenine.ert.
32

51

79

170

159
In
0
/0
van debians.
telling

……..
2,8o/
40/
0

4,6o/ 9,4o/
7,8o
Correspondenten
.
0,0
10
33 85 162
In
0/
van de balans.

telling

… …..
o,obo,
0,8
2,1o/
,
7
°’
S
Goederentransacties


74
108
104
En
0/
o
van de balans-
telling

4,7o/
Go/
o

5
,I
°
/e
Translers ……….
– –
1,2
13
39
In
0f
van de balans-
telling

……..
– –
0,01o/
0,7o
0,9%
Speciale rekening

bij de Gosbank
14
28
60 86
117
lijn
0
/0
van de balans-
telling

……..
1 ,3o
3,9ol,
4,7o/
o

5,8oi
Totaal der vreemde middelen

……..
47
59
240
466
583
In
0/
van de balans.
telling

……..
4,2oI
7,2o/
15,50/,,
25,6o
.26,6o
in oj v. h.
kapitaal
4,6o/
9, lot,
24,30/
47,2o!
58,1
0
/0

De vreemde middelen zijn derhalve meer dan ver-
twaalfvoudigd. Terwijl bovengenoemde cliie gewich-
tigste actieve operaties 80 pOt. van het kapitaal ho-
loopen, bedragen de vreemde middelen slechts 60 pOt.
hie:rvan.

Over do verdeeling der credieten dezer Bank onder
staats- en particuliere bedrijven kan men zich uit het
volgende een beeld vormen. Einde Mei figureerden
onde:r de speciale voorschotten tegen sola-wissels
staatsinstituten en particuliere ondernemingen voor
niet zeer uiteenioopende bedragen: de eerste voor 45,5 pOt., de tweede voor 54,5 pOt. Van de in disconto ge-
nonicn wissels was 27,4 pOt. door staatsinstellingcn,
4,57 pOt. door coöperaties en 62,29 pOt, door pet-
ticul ieren verdisconteei-d. 43.69 pOt. van het totale
w isselerediet was voor indust.ricdoeleinden en 50,31
pOt. den handel versti-ekt-. Onder goederenaccreclitic-von kwamen
0
1 Mei
t
itsl iii tenci particuliei-cn als

cliënten der Bank voor. Voorschotten voor een bepaal-
den termijn werden tot Maart in overwegendei om-
vang aan particulie:re ondernemingen en ‘oor con
gering deel ook aan coöperaties verleend. Later namen ook staatsoi-ganen dergelijke voorschotten op. En Mei
bedroegen de aan hen onder dit hoofd verleende voor-
schotten 3.000 Tsjerwontzy tegen 22.000 aan part i-
culieren. Wat de beleeningen van goederen en goede-
rendocumenten betreft, hiervoor wendden zich eerst
in Februari 3923 staatsorganen tot de Bank en nameti 43.000 Tsjerwontzy op, terwijl tezelfdertijd de schuld
van particulieren 21.000 Tsjerwontzy bedroeg. Deze
verhouding ontwikkelde zich idclus, dat op 1 Maart
staatsinstoilingen 27.000 tegen particuliere 45.000
Tsjerwontzy hadden opgenomen, terwijl deze cijfers op
1 April i-esp. op 1 Mei 38.000 tegen 58.000 Tsjer-
woutzy bedroegen en op 1 Mei 55.000 tegen 90.000

Tserwontzy,
terwijl
op iaatstgenoemden datum de
coöperaties onder dit hoofd 700 Tsjerwoiitzy hadclei

opgenomen

Sinds het begin van 192.3 werden voor exportt.rans-
acties 171.000 Tsjerwontzy ter beschikking gesteld.
1-Tiervan wraren op 1 Juni 88.000 terugbetaald. Voo’.-
den import w’erden tot 1 Juni 157.000 Tsjerwontzy
opgenomen, waarvan op dien datum 79.000 wei-en af-
gelost. in totaal dus 328.000 Tsjerwontzy, waarvan
167.000 afgelost. Van dit totaal werden 150.000 Tsjer-
wontzy aan Staatsorganen en 177.000 Tsjerwontzy aan
particuliere ondlernemingen tei- beschikking gesteld.

De beleening van geïmporteerde goederen, katoen inbegrepen, is zich later dan die van exportgoederen
beginnen te ontwikkelen. Gedurende April en Mei
heeft zij echter de expoi-tzakeo overvleugeld.

De balansen van de Roskombank per 1 en 30 Sep-
tember 1923, de laatste waarover wij beschikken, lui-
den als volgt: –


S

13 Februari 1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

151

Balans der

Tsjerwontzy

Activa

1 Sept.

Kas en bankiers ………….
72.102,.
Effecten en vreemd geld

695.201,02
Disconto’s ……………….
5O.425,
Beleeningen …………
.
1.004.4S1,,
Voorscb. v.langen termijn


Correspondenten ………
098.835,.
m
Eigen koopansgoederen

31.086,,,
Roerende goederen

7.718,
Diverse rekeningen

26.601,091
Organisatiekosten
32.317,,.,,
Tooruitbetaalde onkosten

62.159,27
Provisie en rente

33.520,1
4 ,
Geprotesteerde wissels. .


Diverse activa ………. .
122.344,,

Russische Commerzbank (Roskombank).

In Tsjerwontzy

30
Sept.

Passiv a

1 Sept.

52.287,053

11
Kapitaal …………….1.000.000,
573.725,,
56.383,-
1.031.902,,,

649.512,115?
9.901,
31
16.126,?
31.737,047 33.122,
S2.633,911
40.424,3,9

123.125,71
11

In

Pods voor organisatie-
kosten …………..
Crediteuren …………
Tegoed bij de Staatsbank
Herdisconto’s………..
Correspondenten ……..
Te betalen bedragen…..
Diverse rekeningen …..
l’rovisie en rente ……. Diverse Passiva ……..

308.191,7 03
266.456,4511

49.994,o,o
863.327,2
21.325,42,
11.799,3
2i3.S5,
102.146,00
8

30
Sept.

1.000.000,00

260.133,375 278.302,209
49.99
1,-
657.793,,,
25.973,
28.643,7011
307.224,
66
92.820,9 84

Totaal ……
.2836.793,,40

1
2.700.883,1
1
7

11

I’osten bu’iten de balans.

‘Vissels en

andere

doen-
inenten ter incasso
. . .

955.539,.,
, ,
294.024,., 27
Effecten

en goederen in
301.472,
Effecten en goederen

in
274,-

depot
………………221.650,31111

Dekking der verleende en
commissie …………..-

opgenomen voorschotten

1.634.612,, 72
1.839.591,,

Totaal …… .2.111.801,, 83
2.435.363,

Deze cijfers geven ons een beeld

van de verdere

ontwikkeling der Roskomhank.

Dr.
S.
MILLN ER.

J)E ]3U1WER11

11KE REQ1-ITER iN DE

VAKACTIE.

I{et is n:iet ove.r cle Arbe.idsgeschillenwet, dat ik wil schrijven. Ongetwijfelcl heeft het veler aandacht
getrokken, dat,. terwijl van. een Arbeidsgeschillenwet practisch nog geen sprake was, in den loop der laatste
jaren lie.riiaaiclelijk rechterlijke tussehenkomst en nog
wel van den gowonen civielen rechter werd ingeroe-pen om uitspraak te doen in geschillen tusscho.n pa-
troons en arbeiders. Het Ochtendblad van cle ,,Nieuwe
Rotterdamsche Courant” van 28 Januari 11 ver-
meldt vecleroni zulk een geval en het is naar aari.lci-
ding ‘daarvan dat ik een paar woorden wil schrijven.

:Dc rechterlijke uitspraken, waarop ik hier doel,
bct:reffen telkenmale gevplien van boycot. Er bestaat
een geschil tussehen een werlcgever en een arbeiders-
organisatie. Om dit geschil in hun voordeel opgelost te zien. wenden cle werknemers zich tot het publiek
met dc opwekking bij dozen patroon niet te koopen of
hij hem niet te latën werken, tot hij in liet geschil
met de arbeiders zal hebben toegegeven. Mannen met
borden worden voor de zaak van den pat:roon gepos-
teerd. Aan voorbijgangers worden vl.iegencle blaadjes
uitgereikt. Dit waren zoo ongeveer de feiten, waar-
over de rechter kreeg te oordeelen.

De werkgever noemt deze manier van doen ,,on-
rechtmatig”. Rij roept de arbeide:rsorgai:iisatie in
rechten en poogt tegen haai een veroorcleeling te
verkrijgen, waarbij de onrechtmatigheid wordt vast-
gesteld, schadevergoeding wordt toegekend en staking
der handelingen wordt gelast op straffe van een
zekere schadeve:rgoeding voor eiken dag van ve:rdere
‘OOrtzettlflg.

Een behandeling in kort geding gaat telkens aan
het hoofdgeding vooraf, waardoor het voordeel van
een beslissing op korten termijn, die hier van groot
belang is en in een geding voor de Rechtbank dik-
wijls tevergeefs gezocht wordt, wordt verkregen. In de
gevallen, welke gepubliceerd zijil., werd diie malen van
den President der Rechtbank een voorloopig verbod
verkregen. Door uitvoerbaarverklaring bij voorraad en
desnoods met den sterlcen arm of veroordeeling tot
schadevergoeding in geval van voortzetting werd aan
het verbod krachf bijgezet. Na appèl tegen een dezer
uitspraken.. werd deze door liet Hof bevestigd. Slechts

Totaal …… .
2.836.703,o

2.700.883
3
, ,

in Céui der gevallen i.s ook de uitslag van het liofd-geding gepubliceerd. Daaruit blijkt, dat cie Kanton-rechter, voor wien de ‘aak werd behandeld, ove.r het
optreden van de arbeiders anders dach t dan de Pre-
sident en zijn uitspraak werd door de Rechtbank be-
vestigd.

In de rechtspraak van vroeger jaren zal men ver-
moodelijk tevergeefs zôekeu naar behandeling van
aken van deze soort. Hoe ]comt dit? ‘Is de boycot een
verschijnsel van den laatsten tijd of .ioet de oorzaak plders worden gezocht? Het laatste is het geval.

Als middel in dcii economischen strijd is de boycot
wel ver van een bij uitstek modern middel, eerder
buderwetsch te noemen. Het werd vooral toegepast
toen de vakorganisaties nog niet sterk genoeg waren
oni een behoorlijk georganiseerde slaking door te
zetten. Verschillende gevallen, die zich in ons land
voordeden, zijn bekend genoeg. Een broodfab:rjek te
s-G.ra’venhage werd door een actie van dezen aard
ernstig getroffen, de chocoladefabriek Berisdorp en.
èen bekende Rotterdamsche firma zijn. in een derge-
eljke beweging gemoeid geweest en zon zouden meer
gevallen lcunnen worden genoemd, waai:i ii de bewe-
ging overigens in dcii regel niet veel succes had.

In clie voorvallen werd de rechter niet gemoeid.
1-loo komt het, dat men daarvan nu wel telkens hoort?
De oorzaak is te zoeken in. een verandering van het
recht en merkwaardig genoeg in een verandering, die
tot stand is gekomen zonder medew’erlcin.g van den
wetgever. Wij hebben hier te doen met een van de
gevolgen van de veranderde u:itlegging van art. 1401
B. W. ter zake van. de on:i:echtmati.ge daad.

Vroeger heette onrechtmatig alleen de handeling,
die den benadeelde aantastte in zijn recht of die op
andere wijze niet eenig door de wet uitgesproken of
althans erkend reehtsbeginsel in strijd was. Noch liet
een noch het ander kon van de boycotbewegi.ng wor-
den gezegd.
Buitenia.ndsclie rechters hebben wei ee:n.s aaulgeno-
mn, dat de ondei…ierner een.
recht
heeft op de onge-
stoorde uitoefening van zijn bedrijf, maar daarvan
heeft men hij ons niet willen weten. Ook is het niet
in strijd met de w’et of niet eenig rechtsbeginscl, tot
willekeurige personen con gemotiveerd verzoek, te
richten, n.iet in f
verbinding te treden met dezen o
genen. winkelier of ondernemej’.
Dit is veranderd sedert art, 1401 B.
W.
door de
rechtspraak anders wordt gelezen. In ccii arrest van
begin 1919 besliste de Hooge Raad, dat deze bepaling zoo moet worden verstaan, dat behalve de vroeger als
zoodanig aangemerkte oolc onrechtmatig zijn hande-
lingen, die op ernstige wijze strijden met het hete-
melijke (het arrest gebruikt deze woorden niet, maar
daarop ongeveer komt het neer). Deze nieuwe lezing
is door den lageren rechter reeds herhaaldelijk aan-
vaard. –
Sedert jaren werden door buitenlandsche rechters
reeds tal van u:itspraken gegeven over boycot e.n der-
gelijke verhoudingen ; dit geldt van den Franschen

152

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

13 Februari 1924

en Engelschen rechter, sedert de invoering van het
Alg. Bürgerl. Gesetzbuch in 1900 oôk van den Duit-
schen. In het bijzonder in Amerika heeft de recht-
spraak over deze aangelegenheid zeer aanmerkelijken
omvang aangenomen.
Toen dan ook onze rechtspraak door de veranderde
toepassing van art. 1401 B. W. op dit terrein cle be-
schikking kreeg over dergelijke middelen als reeds
lang gehanteerd waren door de rechters in de ge-
noemde vreemde landen, liet het zich dadelijk voor-
zien, dat zijn bemoeiirig ook zou worden gevraagd ter
zake
van voorvallen in den economischen strijd. En
zooals ons reeds is gebleken, werd deze verwachting
verwezenlijkt.
Het is geen gemakkelijke taak, welke hier aan den
rechter wordt opgelegd.
Niet gemakkelijk? zal men mischien vragen. Laat
de regel van art. 1401, zooals deze nu wordt verstaan,
den rechter dan niet volkomen
vrij?
Er wordt ge-
klaagd over handelingen, welke hem onbetamelijk
voorkomen, hij spreke zijn veroordeeling uit. Of wel,
hij vindt het niet zoo erg, wat er gebeurd is, hij
wijze de klacht af.
Op deze wijze ziet men de beteekenis van een regel
als die van art. 1401 verkeerd. De regel behoort tot
die bepalingen van onze wetgeving, die den rechter

groote
vrijheid
van beweging laten, maar dit wil niet
zeggen, dat hij zulk een regel toepassend, oordeelt
naar goedvinden. Ook
bij
toepassing van dergelijke
regels past hij beginselen toe, beginselen, die hij
alleen niet vindt in de geschreven wet, maar die hij
elders moet zoeken: in de algemeene overtuiging, in de wetenschap, in de rechtspractijk en wat daar ver-
der meer is aan bronnen van ongeschreven recht. Dê
rechter, die bij toepassing van art. 1401 op eefL
geval van boycot zou zeggen: ,,zoo iets komt niet te
pas” en op dien grond een veroordeeling zou uitspre-
ken, zou groote kans hebben een onjuist vonnis te

vellen.
Wie zich over deze gevallen een oordeel wil vor-
men, behoort zich v66r alles rekenschap ervan t
geven, dat het hier gaat om feiten, die zich voordoen
in groote veelvuldigheid. Tal van handelingen, die
zich uiterlijk als geheel verschillend voordoen, blijken
hij nader toezien groote verwantschap te bezitten.
Arbeiders wekken het publiek op niet te koopen bij
patroon A, dien zij willen nopen tot het verleenen
van gunstiger arbeidsvoorwaarden. Gekartelleerde
ondernemers dringen bij grondstofleveranciers erop
aan, aan fabrikant A. niet te leveren, omdat hij zich
buiten het kartel houdt. Juridisch zijn deze gedra-
gingen vrijwel identiek.
Arbeiders wekken hun vakgenooten op bij patroon
A. niet te werken. Weer een juridisch nauw verwante
handeling. Ondernemers dringen er bij vakgenooten
op aan zekere arbeiders niet in dienst te nemen. De
gedragingen zijn, voor zoover in rechten van belang,
weer identiek.
Na te vergeefs aangedrongen te hebben op de ver-

]aging van
prijzen
van buitenlandsche boeken ver-
eenigen studeerenden zich en dringen er in circulaires
op aan niet meer te koopen in den gewonen boek-
handel, maar hij een door hen in het leven geroepen

organisatie.
Een artsenvereeniging verbiedt haar leden relaties te onderhouden met een collega, die naar haar mee-
ning in strijd handelt met de goede regels van het
beroep.
De bewoners van het eiland Texel (het geval deed
zich een vijftien jaren geleden voor) sporen reizigers
aan geen gebruik te maken van de booten der maat-schappij, die sedert jaren in dan dienst op het eiland
voorziet, omdat deze naar hun meeni.n.g den dienst
verwaarloost.
Wij zouden de lijst nog lang kunnen voortzetten.
,,Maar ge moogt toch niet anderen opzettelijk be-
nadeelen”, zoo kan men ongeveer in een der uitspra-
ken lezen. Hiertegen gelde, dat benadeeling, willens

en wetens toegebracht, schering en inslag is in het
economisch verkeer, niet alleen in den strijd tusschcu
werkgevers en werknemers, maar ook tussehen on-dernemers onderling. Dat er aanleiding zou zijn, dit
alles onrechtmatig te noemen, daarvan is geen sprake.
,,Maar”, zoo lezen we elde:rs in een uitspraak, ,,ge
moogt toch in geen geval door opzettelijk financieel.
nadeel een ander pogen te dwingen zijn volkomen
rechtmatige houding op te geven.” Ook deze uitspraak
gaat in haar algemeenheid geenszins op. Stel een
klein winkeliertje heeft een zaak naast een groot
warenhuis. Het warenhuis wil zijn zaken uitbreiden
en daarvoor het winkeltje aankoopen. En stel het
winkeliertje kreeg het in zijn hoofd te weigeren. Zou-
den we het onrechtmatig noemen, als het warenhuis
door verlaging van zijn prijzen, door kostbare recla-
me en andere middelen meer, ging probeeren het win-
keliertje te dwingen?

Zal niet willekeurig worden geoordeeld, dan moet
geoordeeld worden volgens beginselen, die in alle
anuloge gevallen toepassing kunnen vinden.

Er behoort dan te worden uitgegaan van het be-
ginsel, dat het uitoefenen. van pressie, ook door finan-
cieel nadeel of het dreigen daarmee, in de vakbe-
weging en in het algemeen in het economisch verkeer
iiiet ongeoorloofd is. In een der uitspraken wordt ge-
zegd, dat het oogmerk, waarmede de handelingen wor-
den verricht, onverschillig is. Dit is niet juist. De-
zelfde maatregelen kunnen geoorloofd zijn, indien ze
aangewend worden om honger loon of korter a:rbeids-tijd te verkrijgen, ongeoorloofd daarentegen, indien ze
worden toegepast om iemand te nopen zijn begin-
selen te ver]oochenen, bijv. hem te dwingen tot, aan-sluiting bij een organi.satie van bepaalde politieke of
religieuze kleur.
Het doel der handelingen is dus wel degelijk van
bel aug.
Het tweede punt, dat in aanmerking komt, is de
manier waarop gehandeld wordt. De boycot betrekt het publielc in een kwestie, waarmede het als partij
niet te maken heeft. Op zich zelf is dit niet ongeoor-loofd. Partij kiezen in kwesties, waarbij men niet di-
rect is betrokken, is algemeen gebruikelijk, evenzeer
dat belanghebbenden daarvan profiteeren. Maar
de medewerking mag niet gezocht worden door on-
gepaste midclelen. Twee dingen zijn noodig. Het be-
loep op het publiek moet gemotiveerd worden eD de
motiveering moet juist zijn. Zeer terecht werd in de
meeste ujtspraken, hier te lande gewezen, op dit punt
nauwlettend acht geslagen.
Dus geen opwekking zonder meer, om zich met deze
of gene niet in te laten; ook niet met eene vage toe-
lichting of tendentieuze beweringen of krachttermen,
waarvan in onzen tijd maar al te veel misbruik ge-
maakt wordt, om opwinding te veroorzaked in bepaal-
de kringen. Indien een werkgever om een of andere
reden een deel van zijn personeel ontslaat, is het niet
noodig, dit te kwalificeeren als ,,zonder vorm van
proces en zonder redenen op straat smijten”. Van den
werkgever, die tot loonsverlaging overgaat, behoeft
daarom nog niet gezegd te worden, dat hij het voor-zien heeft
0])
de boterham van den arbeider. Tndien
van zakelijke mededeelingen geen succes wordt ve’r
wacht, behoort het publiek er buiten te wôrden ge-
hten.
Als deze punten in het oog worden gehouden er, als
verder de rechter zich in elk geval afvraagt: hoe zou
ik oordeclen, indien de thans eischende partij eens als
gedaagde voor mij verscheen ter zake van analoge handelingen, als waarover zij thans klaagt, dan be-
staat er alle kans op uitspraken, waarmede beide par-
tijen zich zullen kunnen vereenigen. Bu
j
tenhandsche
uts,praken op dit gebied, maken soms den indruk, dat
de rechter zich partij stelt. Niemand zal dit van den
ederl andschen rechter verwachten of verlangen.
De taak, die de civiele rechter, op deze manier te
werk gaand. in a:rbeidsgeschillen verricht, is niet zeër
belai.grijk. Hij kan niet beletten, dat er gevochten

13 Februari 1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

’53

wordt, noch dat de sterkste partij het wint. Maar
rni,hien kan hij eenigszins toezien, dat er eerlijk
gevo’hteia wordt. i)auoKER.

INTERNATIONALE ORGANISATIE VAN

INDUSTRIEELE WERKGEVERS.

Onlangs bleek, dat ook in werkgeverskringeu de
werkelijk nogal ingewikkelde verhouding van de ver-
schillende Nederlandsche werkgeversorganisaties tot
het ,,Internationaal Arbeidsbureau” (Bureau Inter-
national du Travail) niet in alle opzichten duide-
lijk is.
Dit moge voor mij aanleiding zijn in dit blad een
zoo juist mgelijk beeld te geven van de relatie, waar-
in de Nederlandsehe werkgeversgroepen staan tot tle
internationale organisaties en daarbij in het bijzonder
te belichten de positie van de groep van werkgevers
in de koopvaardij.
De bepalingen van het Xliie hoofdstuk van het
Versailles-Vredestractaat sehiepen het ,,Internationaal
Arbeidsbureau” – thans met zetel te Genève, – een
permanent werkende centrale, waarbij aangesloten
alle leden van den Volkenbond, geleid door een
directeur (den Franschen oud-Minister Albert Tho-
mas), onder toezicht van een internationaal benoem-den Raad van Beheer.
Het 1. A. B. heeft in het Versailles-Vredestractaat
een tweeledig doel gekregen: het inzamelen en verwerken van gegevens op
het gebied van sociale wetgeving,
het voorbereiden en verwerken van de resul-
taten der jaarlijks bijeen te roepen conferenties ter
ontvikkeling der internationale arbeidswetgeving. De gedachte, die bij het tot stand brengen van den
Volkenbond” heeft voorgezeten, ligt ook aan dit
kliie hoofdstuk van het verdrag van Versailles, dat
het ,,Bureau International du Travail” in het leven
riep, ten grondslag. ….
de gedachte van den socialen

vrede
In hoeverre het ,,Bureau International du Travail’ daarin geslaagd is of zal kunnen slagen, laat ik hier
in het midden; eveneens treed ik niet in beschouwin-
gen over het nut van het werk van het ,,Bureau In-
ternationa] du Travail”, dat geschapen werd ,,in den
roes van toen bestaande vredes-idealen” en dat nu met
deze idealen en met een ten laste van de aangesloten
landeft komende zeer dure Organisatie staat te mid-
den van de staten, die elkander op leven en dood be-
kampen op economisch gebied. Doch men houde
moed!
Ik bepaal mij tot het onderwerp: de relatie van de
Nederlandsche werkgeversgroepen tdt het ,,Inter-
nationaal Arbeidsbureau”.

Nadat
te Washington, in het jaar 1919, de eerste
International Labour Conference gehouden was, waar
het gebrek aan organisatie van werkgeverszijde sterk afstak bij de uitstekend
internationaal
georganiseerde
werklieden, werd nog te Washington opgericht ,,De
Internationale Organisatie van Industrieele Werkge-
vers” (Bureau te Brussel).
De ,,Internationale Organisatie van .tndustrieele
Werkgevers” te Brussel is een ve.reeniging van ,,ceu-
trale” werkgeversgroepen in de
verschillende landen.
In Nederland, waar eenige ,,Werkgevers-Centraleri’ bestaan, hebben deze zich vereenigd in de afdeeling ,,Nederland” van genoemde T. 0.
T.
W., waarvan de
volgende Nederlandsche
centrale
organisaties de leden
uitmaken: De Vereeniging van Nederlandsche Werkgevers,
Verbond van Nederlandsche Fabrikanten-Vereeni-
gingen,
Centraal Overleg,
Alg. Roomsch-Katholieke Werkgevers-Vereeniging.
De ,,Vereeniging van Nederlandsche Werkgevers”
neemt het secretariaat dezer ,,Afdeeiing Nederland”
waar.
Het bovenstaande geeft een beeld van de verhou-

ding der verschillende werkgeversorganisaties tot het
,,Internationaal Arbeidsbureau”; wat nu betreft meer
in het bijzonder dc positie van de groep Werkgevers
op Scheepvaartgebied, diene dat de Scheepvaartver-
eenigingen ,,Noord” en ,,Zuid” en• de ,,Bond van
Werkgevers in de Koopvaardij” lid zijn van Centraal
Overleg”, waardoor deze indirect te Brussel vertegen-
woordigd zijn door de ,,Afdeeling Nederland” van de
1. 0. 1. W., resp. door de heeren C. F. Stork en Cort
van der Linden, die de ,,Afdeeling Nederland” te
Brussel vertegenwoordigen, terwijl de heer Cort van
der Linden bovendien ,,Memhre adjoint” is van den
Raad van Beheer van het ,,Internationaai Arbeids-
bureau” te Genève.

Het is nuttig, er nog op te wijzen, dat ook de En-
gelsche reeders feitelijk niet
direct
vertegenwoordigd
zijn te Brussel. Di ,,Shipping Federation” namelijk
is aangesloten bij de Engelsche Centrale van Werk-
gevers, genaamd ,,National Confederation of Em-
p]oyers Organisations” en ontvangt alle stukken, de
zeevaart betreffende, van deze Centrale, evenals de
,,Bond van Werkgevers in de Koopvaardij” deze zal
moeten ontvangen van ,,Centraal Overleg”, als lid
van de ,,Afdeeling Nederland”.

Het hoofddoel van de Brusselsche organisatie is:
het behandelen van de agenda’s voor de Internationale
Arbeidsconferenties. Komt er een punt op deze agen-
da’s, het zeevaa.rtbedrijf rakende, dan bestaat er gele-
genheid voor de reeders,
direct
hun stem in Brussel
te doen hooren, door een artikel in de statuten van
de 1 .0. 1. W., luidende als volgt:

,,Each country shali be represented by
two
dele-
,,gates, assisled, if they desire, by one adviser for
,,each sub ject to be discussed at the general meeting.”
Bovendien kan voor de eigenlijke Internationale
Arbeidsconferentie door de
Nederlandsche Regeering
een reeder als technisch adviseur worden benoemd
(hetgeen geschiedde op de Conferentie te Genua in
1920: de heer Nijgh, die op verzoek van de Scheep-
vaartvereenigingen door de Regeering werd aange-
wezen).

Meer in het bijzonder met het oog op de speciale
scheepvaartbelangen in het ,,Internationaal Arbeids-
bureau”, werd ter tweede Internationale Arheids-
conferentie te Genève in 1920 ingesteld de ,,Joint
Maritime
Commission”, bestaande uit S werkgevers-
en 5 werknemersleden.

Deze ,,Joint Maritime Commission” is geen z.g.
.Iandencommissie, waaiin
alle
zeevarende naties ver-
tegenwoordigd zijn. De 5 in deze commissie zitting
hebbende werkgevers-leden vertegenwoordigen de ge-
zamenlijke reeders. Een Nederlandsch werkgever
heeft daarin
geen
zitting. De voordracht voor de 5 is
destijds gemaakt door de ter conferentie aanwezige
reeders-afgevaardigden, waarbij Nederland niet tegen-
voordig was.
De ,,Joint Maritime Commission” is dus een
offi-
cieele instelling van het ,,Internationaal Arbeidsbu-
reau”;
de 1. 0. 1. W.
een particuliere vereeniging
van de werlcgeversgroep.

De reeders zijn tegen verrassingen van de zijde van
het ,,Internationaal Arbeidsbureau” gevrijwaard door
het bestaan van deze ,,Joint Maritime Commission”,
te meer waar bij de instelling dezer Commissie het
volgende besluit genomen werd:

,,Seeing that misunderstandings may arise as to the
,,position of those employed in the Mercantile Marine
,,with regard to conventions and recommendations to be
,,passed by International Labour Conferences, it is hereby
,,resolvecl that no such conventions or recommendations
,,shall apply to those émployed in the Mercantile Ma-
,,rine, unless they have heen passed as a special Man-
,,time question on the Agenda.
411
questions on Maritime
,,Affairs put forward for consideration bi
,
Conference
,,shotild be previously considered by the
,,Joint Maritime
,,Connnission” of the International Lab our 0ffice.”

De officieele verhouding tusschen den Bond van
Werkgevers in de Koopvaardij en het ,,Bureau Inter-

154

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

13
Februari 1924

national du Travail” i.s op bovenstaande wijze duicle-
lijk geregeld, ‘) maar bovendien hebben toevallig in
cle ,,J’oint Maritime Commiss.ion” zitting diie leden

van
den General Counci.lder
international 1S’hipping

Federcctiori,
bij welke cle rapporten dezer Commissie
ten slotte belanden ep ook langs clezen, zij het niet-
officieelen weg ter kennis komen van de aangesloten

landen en dus ook van Nederland.
1) ijunid:
L.JzN.

Amsterdam.

RuN T
7
EE1(EERDE OPLOSSiNG VAN HET

WERKLO OSHEIDSVRAAGSTUK.

Ir. C. 0. X. de l’Espinasse te Straatsburg schrijft

ons:
Het zij mij vergund eenige opmerkingen te mogei,.
maken, naar aanleiding van het artikel van Ir. Plate
getiteld: ,,Een verkeerde oplossing van het werkloos-
heidsvraagstuk”, hetwelk ik met veel belangstelling
in het nummer van 10 Januari jl. las. Ik meen, dat de heer Plate enkele mi. belangrijke omstandigheden te
veel over het hoofd heeft gezien en daardoor tot ge-
vo]gtrekkingen is gekomen, waarmede ik mij niet ge-
heel kan vereenigen.

Bijv. in de kwestie van het nieuw te bouwen schip
der Mij. Nederland schrijft de heer Plate, dat, indien
door subsidie van de zijde der Ned. autoriteiten dit
werk in ons land gebleven was, ontstemming in het
buitenland zou worden opgewekt met al de onaange-
name gevolgen van dien. Maar, vraag ik mij af,
waarom clan een inschrijving geopendl Ik’ meen te
weten, dat, zoo nit alle, dan toch vele schepen der
,,Nederlancl” door de Scheepsbouw Mij, zijn gemaakt
en. gezien den roep dezer Mij., geloof ik toch, dat de
,,Nederland” zich met het volste vertrouwen tot de
Scheepsbouw Mij. had kunnen wenden met de op-
ciracht voor het nieuwe schip, zonder bevreesd te hoe-
ven zijn een prijs boven het redelijke te moeten be-

talen.
Ik geef toe, dat het in normale tijden verkieslijker
is cle meer gewone wijze van inschrijving te volgen,
maar, en zoo kom ik vanzelf op de volgende kwestie,
welke, althans naar mijn meenirtg, de heer Plate te-
veel uit het oog ver]icst, het zijn abnormale tijden,
tijden, gedurende welke de industrie en meer in ‘t
bijzonder de seheepsbouwindustrie met gi’oote moei-
lijkheden te kampen heeft en juist in zulke buiten-
gewone tijden zijn ook buitengewone maatregelen ge-
rechtvaardigd. De heer Plate vergete niet, dat deze
malaise-omstandigheden bij een herstel van normale
internationale verhoudingen een einde zullen nemen;
dan komt vanzelf aan deze protectie-maatregelen een eind en kunnen cle industrieën weer op gezonde basis concurreeren, want, men vergevc mij cle uitdrukking,
liet moeten inschrijven met een land, waar een lage
valuta-stand hee.rscht, noem ik een ongezonde con-
currentie. Zonder mij te willen wagen aan een debat
over de voor- of nadeelen van een protectionistisch
stelsel, had men toch niet een zoo belangrijke op-
dracht naar een ander (zij het dan ook bevriend) land
moeten laten gaan, uit tegenzin in ecn protectie-
stelsel, als in dat andere land hetzelfde beginsel wordt
toegepast; er loopen n.l. hardnekkige geruchten, dat
de Mij. waar het schip dci’ ,,Nederlan.d” wordt ge-
bouwd op zeer voordeelige wijze door do Fransche
Regeering aan materiaal wordt geholpen! Dat is haar
goed recht, maar, al i het in een andere vorm, het
protectie-stelsel wordt dan ook daar toegepast.
Resumeerende, kom ik dan tot de conclusie, dat,
naar mijn bescheiden meening, de heer Plato, althans

1)
[Ter illustratie, dezer regeling zij hier vermeld, dat
onlangs iii handen van de Joint Maritinie Commission is
gesteld de door het Internationale Arbeidsbureau ontN%
,
or-
lien ,,Tnternatioital Seamen s Code”, waarin mcii intern,i-
tionaal
wil
regelen de wetgeving, die dc geheele verhouding
tusschen de reeclerij en al ha:ir varende werknemers he-
heerscht. Genoemde Commissie heeft het ontw’erp op haar
beurt naar de verschillende landen doorgezonden. – Red.]

in de kwestie van het nieuw te bouwen schip der Mij.
,,Nederland” de volgende cmstandigheden te veel uit
het oog heeft verloren:
lo, het
tijdelij1e
van een rnalaise-toesta,nd en daar-

door
2o. het
tjjclelijlce
vals eventuecle protectie-maat’
regelen;
3o. het zware mededi.ngen vanwege de valuta;
4o. het verzet tegen protectie-maatregelen mag
geen oorzaak zijn, dat de guuning naar een land gaat..
waar dezelfde maatregelen zouden bestaan.
Gaarne zonde ik nog op andere gedeelten van het
interessante betoog van den heer Plato hebben willen
ingaan, maar ik heb gemeend het hierbij te moeten
laten.

IR. C. C.
J.
DE l’ESPINASSJS.

DE INTERNATIONALE CONFERENTIE OVEN

DE ARBEIDSSTATISTIEK.

Tart
20 October tot 2 November 1923 had te Genève
een inte:rnationale conferentie plaats over eenige on-
derwerpen betreffende de arbeidsstatistiek, welke
conferentie bijeengeroepen was door den Directeur
van het Internationale Arbeidsbureau.
Doel was na tb gaan, welke vraagstukken opgewor-
pen. worden door de wijze vao samenstelling -van dc
su’beidsstatisti.ek en zoo mogelijk tot overeenstemming
te geraken or.ilrent enkele regelen en methoden, waai’-
door dc verge]jkbaarheid van. de arbeidsstatistiek in
de verschillende landen en takken van nijverheid kant
v,orden bevorderd.
T)nie onderwerpen stonden op de agenda: lo. cle
bedrijfs- en beroepsciassificatie; 2o.
de
statistiek -van
loon- en arbeidsduur
en 3o. cle
ongevallenstatistieIc.
Over elk dezer onderwerpen luid het Intern. Arbeids-
bureau een voorloopig rapport met ontwerp-resoluties
samengesteld.
Het is niet mogelijk in een kort bestek een over-
zicht te geven van de gehouden besprekingen; echter
zullen hier enkele der voornaamste punten naar, voren
gebracht worden.
.1)

Met betrekking tot
hel eerste onderwerp
werd de

weuschelijkheid uitgesproken, dat ten. behoeve van de
verschillende vei’gelijkingen alle a rbaid-verj’ichteiide
personen zoodanig zouden geclassificeerd worden, dat.
men krjgt’,ecu ii deel ing: a. naar de indu.sti’ic, waarin
zij werkzaam zijn en b. naar het beroep dat zij uit-
oefenen –
Het Nederi. Centraal Bureau voor de Statistiek be-
werkt de op dc voikstellingskaarten verstrekte gege-vens reeds volgens deze methode; wij zullen dus niet
alleen weten, hoeveel personen. in de voornaamste be-
roepen in eiken tak van bedrijf werkzaam zijn, maar
oolc dOOr hoeveel personen elk beroep in Nederland. onverschillig in wrelk bedrijf, uitgeoefend wordt.
Wat de bedrjfselassificatie betreft, bleek dat mcii
op groote moeilijkheden zou stuiten, indien men wilde
trachten te komen tot eene .indeeling der industrieën
als door het Internationaal Arbeidsbureau voorgesteld
was. Daarom werd een ander voorstel aangenomen,
dat niJs een comprom:is is te beschouwen. Volgens dit
voorstel zou het Intern. Arbeidsbureau, na raadple-
ging van. andere statistische instellingen een lijst
ontwerpen van die takken van industrie, welkë in. de
meeste industrieele landen voorkomen; elk land zou
dan zijn eigen classificatie zoo veel mogelijk aan die
lijst kunnen aanpassen, waardoor het mogelijk zou
zijn, omtrent elk onderdeel van de lijst de noodige
vergelijkbare gegevens te ves-strekken. Dit zou een
vQor]oopige maatregel zijn, in afwachting van dc tot
standkoming van een uniforme internationale, op
wetenschappelijke gronden berustende, bedrijfsclassi –

ficatie.
De kwestie van de beroepsnomenclatuu r is reeds sedert 1889 aanhangig bij het Institut Intej’nationial

1)
Den tekst der resoluties vindt uien op
blz. 1359
eis
volgende van all. ii., jaargang
1923, vii.
Maandschrift v.
Ii.
Centraal Bureau voor cle Statistiek.

13 Februari 1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

155

de Statistique. Op de zitting, in dat jaar te Parijs ge
houden, betoogde 13erti]I on cle venscheiijkheicl oii
door het Institut ccii ,,nomenclatuie uniforme des
p rofessions” te doen aa noemen en aanbevelen. Te Weenen, in 1891, heeft l3ertillon drie nomenciatures ingediend; een zeer beknopte van 65 rubrieken, een meer uitgebrerde van 197 rubrjeken en een zeer uit-
voerige van 456 rubrieken. Het onderwerp kwam nog
ter sprake op de zittingen te Chicago in 1893, waa.i’ o.a. besloten werd, dat het Institut met zorg alle cor-
recties, welke later voorgesteld mochten worden, zou onderzoeken en te Bern in 1895, waar een 50-tal he-
roepen werden vastgesteld, die in het bijzonder in de
beroepsn omenci atures der verschillende landen moe-
ten voorkomen. Niet onwaarschijnlijk zal het Institut
Intern. de Statistique zijne werkzaamheden op dit ter-
rein,
dat thans ook door het Intern. Arbeidsbureau
betreden is, kra chtig voortzetten.
Bij de bespreking van het rapport betreffende dc
staistie1c van de loon- en arbeidsduur
bleek d.e verga-
dei’ing de voorgestelde resoluties te willen hesclioo-
wen als een minimum-program en het wenschelijk te achten bovendien een ideaal-program te ontwerpen,
dat zeer zeker niet in alle landen in zijn geheel zou
worden gevolgd, maar dan toch aangeven zou in welke
richting ware voort te werken. Na amendeering wer-
den zoowei het aanvankelijk voorgestelde minimum-
program als liet rnmiddels ontworpen ideaal-program
aangenomen.
liet is te betreuren, dat het ons Centraal Bureau
voor de Statistiek in verband inet de bezuirdgingen niet mogelijk zal zijn datgene te gevel, wat de Con-
fc’rentie als een min:imum beschouwde.
Tijdens de di seussi.e weiden nog een ige aanbevel in-
gen gedaan, omtrent de wijze van berekening der ge-
gevens – berekening van liet gemiddeld loon, herlei-ding van overuren tot gewone uren -, doch besloten
werd hiervan wel melding te maken in het rapport,
doch niet in dc resoluties.
Ook werd de vraag besproken of het wenschelijk
zon zijn, dat de door de werkgevers verstrekte loon-
gegevens nog gecontroleerd werden door organen van
werknemers of door gemengde comniissies van werkge-
vers en werknemers. Men besloot de noodzakelijkherd
van een dergelijke contrôle niet in de resoluties
01)
te
nemen. Daar de loonboeken der ondernemingen de beste, zoo niet de eenige bron zijn voor de statistiek
van do werkelijke l.00nen, zag men af van een toevoe-
ging, volgens welke de werkelijke bonen ook aan de
werkliedenorganisaties waren te vragen. De mogelijk-
heid om de resultaten van de loonstatistieken van
werkgevers en van werkneme.rszijde afkomstig met
el-
kaar te vergelijken, wilde men echter niet uitsluiten.
Na een verklaring van den Engelschen G’edelegecr-
cle dat het hem nuttig voo;rkwam, dat de gegevens
welke liet Britsche Ministerie van Arbei cl door tus-
schenkomst van bu:itenlandsche ministeries had ver–
zii.meid en in de Labour Gazette gepubliceerd, ten
einde liet verschil in het loonuiveau der onderschei-
dene landen aan te toonen, voortaan geregeld door het
Tot . Arbeidsbureau zouden worden verzameld en deze
werkzaamheden op breeder basis zouden worden uit-gevoerd, sprak de Conferentie den wensch uit, dat elk
land van Januari 1924 af, zoo mogelijk maandelijks,
aan bedoeld bureau gegevens zou verstrekken, lo. over
liet uurloon en het normale aantal arbeidsuren per
week, voor een beperkt aantal beroepen in de hoofd-
stad des lands, 2o. over de prijzen van een beperkt
aantal artikelen, welke in cle belangrijkste industrieele
landen een voornaam deel van het arheidersbudget
iii tm aken.
De Commissie voor de
Ongevallenstetistielc
aihtte liet voor ‘t oogenblik niet mogelijk om voorstellen te
doen, welke wijziging van de wetten op de Ongevallen-
verzekering en de schadeloosstelling bij ongevallen der
verschillende landen, t-en gevolge zouden moeten heb-
ben; in het bijzonder gold dit de dofin:itie van het be-
grip ,,ongeval”. Wel meende zij, dat geleidelijk meei’

eenheid kon worden gebracht in de statistische metho-
den, zonder dat daarvoor nog onmi cicleilijk wijzigi i.ig
in cle bestaande wotg-evingen noodig was.
Voor de classif:icatie der ongevallen, naar de oorzaak
werd, een schema ontworpen dat als uniforme ba-
sis aan de internationale vergehijkbaarheicl van de
statistieken bevorderlijk zou kunnen zijn. Ook werd
cciie .ndeeing gemaakt naar den zetel en naar den
aard van het letsel, voorts naar de zwaarte der onge-
vallen, den dïtur en den graad der arbeids-ongeschikt-
hei.d. Vooral bij deze laatste indeeling bleek, dat men,
om tot een practisch resultaat te komen, niet te zeer
in details kon treden.

Tenscheljjic
werd het geacht, dat de verschillende
landen, ten behoeve van de onderlinge vergelijkbaar-
hei.d, bij hunne statistieken de wettelijice basis zouden
puhhceeren, waarop deze berusten.

de vaststelling van cijfers betreffende de mate,
waarin. de arbeiders aan ongevallen bloot staan, achtte
men liet ‘t beste uit te gaan van liet aantal werkuren. :De
ongeva.11enfrequentie ware te berekenen door deeling
van het aantal ongevallen
(X
100.000) door het aan-tal werkuren, de zwaarte der ongevallen door deeling
van het aantal verloren werkuren (X 100.000) door
het aantal werkuren. Ingeval liet aantal werkuren o:n-
bekend is, zou men een andere methode moeten toe-
passen gebaseerd op het aantal arbeidsdagen of het
gemiddeld aantal verzekerde arbeiders.
I’en slotte sprak men. de wenschehijldieid uit, dat cle
landen, clie schadeloosstelling in den vorm van route
geven, sterftetafels zouden samenstellen van de slacht-
offers van ai’b v
eidsongeallen. welke tafels dan dooi
liet Intern. Arbeidsbureau zouden worden, gecentra-
iiseerd.
Het is niet onwaarschijnlijk, dat in 1924 wederom
een clergelijice conferentie te Genève gehouden zal won-
den. Er was ditmaal geen gelegenheid om meen
nauwgezet de kwestie van de indexcijfers van de kos-
ten van levensonderhoud te onderzoeken, gegevens
wèike onmisbaar zijn voor de bepaling van de koop-
kracht van liet hooi. Men achtte het daarom wensche-
lijk dit onderwerp in een volgende zitting te bespre-
ken en wei op basis van de algemeene aanbevelingen,
urelke over dit punt gedaan waren door het Institut
internat.jonal de Statisticiue in zijn 15e zitting te
Brussel.

E. W. VAN DAM VAN ISSEIi’.

DE HANALENAANLEG IN LIMBURG.

Wij ontvingen van cle K v. K. te Maastricht liet
volgende ‘overzicht van den kauaienaan]eg in Lim-
buig

Reeds voor eenige jaren verscheen in dit blad van
Ir. M. C. E. Bongaerts een studie over de kanalen.-
plannen in Limburg, waarin gewezen werd op de
groote beteelcen.is der aansluiting van de in uitvoe-
ring zijnde Maaskanalisatie. vanaf Maasbraclit aan dc
Belgische en Fransche scheepvaartwege’n, door den
aanleg van het zoogenaamde laterale kanaal Maas-
bracht-Bom-Maastricht. En ofschoon sindsdien de
betreffende wet in liet Staatsbiad is verschenen (28
Juli 1921) en de ontwikkeling van den algemeenen
Europeesehen toestand de belangen van onze Noord-
zeehavens bij een aansluiting aan Fransch en Belgisch

achterland nog meer heeft geaccentuee:rcl, is in dc
betreffende kringen, vooral in Zuid-Limburg, een ze-
kere ontevredenheid over de u.:itvoering der werken
niet te miskeninen. De houding der Kamer van Koop-
handel te Maastricht, welke onder dagteekening van
30 September een uitvoerig request dienaangaande
zond aan liet M:inistenie van Waterstaat, alsmede dc
door liet Departement Maastricht van de Mij. van
Nijverheid bij het l

Ioofdbestuu.r ingediende voorstel-
len voor de jaarvergadering 1924, leveren hieromtrent het bewijs. In hoeverre deze ontevredenheidi al of niet
gegrond is, willen wij hier niet nagaan.. Wel is liet
ons bekend, dat de Gedeputeerde Staten’ van Limburg
op een aan liet Ministerie van Waterstaat gezonden

156

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

13 Februari 1924

schrijven bericht ontvingen, dat verwacht kan wor-
den, dat de tijdelijke kolenoverlaadinrichting met
spoorwegaansluiting te Maasbracht in 1925 zal tot
stand komen en dat alsdan met den eigenlij ken ka-
naalaanleg vanaf Maasbracht een aanvang zou kun-
nen gemaakt worden; echter onder voorbehoud van
liet toestaan der benoodigde credieten door de Staten-
Generaal. Duidelijk blijkt uit dit schrijven, dat enkel
het stuk Maasbracht-Born in 1925 zal worden begon-
uien en dit nog onder voorbehoud; over het stuk .lioru-
Maastricht van de uit 3 deelen bestaande wet van
2
Juli 1921 wordt niet gesproken. Zoo spoedig mo-
gelijke voltooiing van het geheele werk is echter
noodzakelijk, waartbe zeer gewenscht is de aanvang
der werkzaamheden op verschillende punten gelijk-
tijdig en met name te Maastrichtdoor de directe ka-
naliseering van het Maaspand aldaar en den aanleg
eener Maashaven. Niet alleen gronden van plaatselijk,
doch ook van algemeen belang pleiten hiervoor; de
laatste vooral, waar hierdoor het spoediger gereed zijn
van dezen internationalen waterweg wordt bevorderd
en voorts, het transport der Limburgsche kolen naar
België en Frankrijk verbeterd wordt, hetwelk thans
zeer bemoeilijkt wordt door het ontbreken eener be-
hoorlijke overlaadinrichting te Maastricht.

Enkele gegevens omtrent het reeds gevorderde sta-
dium van uitvoering, waarin de Maaskanalisatiewer-
ken verkeeren, willén wij hier vermelden, ten einde
de urgentie van spoedige uitvoering der hieraan aan-sluitende kanaalplannen te belichten. Volgens mede-
deelingen van den heer Ir. M. 0. E. Bongaerts in
eene vergadering te Roermond, omstreeks Augustus
1922 gedaan, zou over een drietal jaren de geheele
grootscheepsche waterweg van Maasbracht naar de
Waal en naar de Zuid-Willemsvaart door het kanaal
Wessem-Nederweert voltooid zijn, – dus in 1925 -,
terwijl daarentegen de voltooiing van het kanaal

Maasbracht-Maastricht nog minstens 10 jaren op
zich zou laten wachten en, zooals thans gebleken is,
eerst in 1925 met den aanleg zal worden begonnen.

Welk beduidend achterland voor onze Noordzee-
havens door de voltooiing der kanaaiplannen en aan-
sluiting aan de Belgische waterwegen zal worden veL


kregen, wordt ons duidelijk, wanneer wij overwegen,
dat het tot stand komen eener verbinding met de ge-
kanaliseerde Maas in Frankrijk en België, tevens in
zich sluit de verbinding met andere Fransche rivie-
ren, als de Seine, de Loire, de Saône en de Rhône.

Wanneer het hierbij vaststaat en telkens wederom
blijkt, (lat onze zuidelijke buren – en volkomen te-
recht – niet stilzitten, ten einde de haven van Ant-

werpen in hare concurrentie met de andere wereld-
havens te steunen, moest liet toch in Nederland dui-
delijk zijn, dat het uittrekken van een bedrag van

f
80.000,.— op de Staatsbegrooting 1924 voor den

kanalenaanleg in Limburg, wellicht voldoende zal
zijn voor de kosten der voorbereidende werkzaamhe-den, doch niet -wijst op een snelle uitvoering van dit,

uit economisch oogpunt, zoo noodzakelijke werk, nood-

zakelijk èn voor de ontwikkeling van ons industrieele
Zuiden èn voor de vergrooting der concurrentie-
mogelijkheid onzer havensteden.

Zeker zijn de tijdsomstandigheden voor het uitvoe-
ren van deze kostbare werken zeer ongunstig, doch
voor ons staat vast, dat het bezuinigen op productieve

werken is een bezuiniging in verkeerde richting, te-
meer waar het mogelijk zijn zal door de uitvoering
van dit en andere productieve werken de grootendeels

onproductieve kosten der werkverschaffing te doen
dalen. Ofschoon dan ook in België de opbrengst der
belastingen van 1919 af gestegen is van 350 millioen
francs tot 2 milliard, schrikt men er toch niet voor
terug een bedrag van ongeveer 55 niillioen op de be-grooting uit te trekken voor waterbouwkundige wei-ken, waartoe in de eerste plaats behooren hbt graven
van het Maas-Schelde kanaal en de nieuwe haven-
werken van Antwerpen. Algemeen wordt overigens

de meening voorgestaan, dat een gezonde financieele
politiek zich niet er tegen verzet
belangrijke
produc’
tieve werken door leeningen te financieren. Wat aangaat de overeenstemming met België, ge-
vorderd voor de verbeteringen van het kanaal Maas-
tricht—Luik, welke verbetering nooclig is voor een
behoorlijke aansluiting van het laterale kanaal aan de
Belgische waterwegen in
zuidelijke
richting, stelle
men zich op het standpunt dat de onderbroken Neder-
landsch-Belgische onderhandelingen spoedig hervat
moeten worden en dat groote economische belangen
nietmogen lijden onder al of niet gegronde politieke
gevoeligheden, waarvoor het bij de allerwege bestaan-
de economische inzinking, thans allerminst de tijd is.
Vooral echter zorge men met de uitvoering der zuiver
Nederlandsche werken, dusdanig spoedig gereed te
zijn, dat hierdoor de Belgische en andere kanaaiplan-
nen in voor Nederland gunstigen zin worden beïn-
vloed. Gedoeld wordt hier op de plannen voor een
nieuw kanaal Antwerpen—Luik, hetwelk thans ge-
heel onafhankelijk van de Nederlandsche waterwegen
wordt ontworpen en dit ten koste van een zeer be-
duidende verhooging der aanlegkosten. Door tijdige
overeenstemming met België zou het belang van beide
landen gediend kunnen zijn, daar een gedeeltelijk
samenvallen van beide kanalen niet onmogelijk voor-
komt (2de plan Valentin). Een verbinding van deii
Rijn met het ontworpen lateraal kanaal
bij
Maasbracht
en d66r dit kanaal tot
bij
Maastricht, zich even be-
noorden hiervan westwaarts aftakkend naar Antwer-
pen, zou wellicht tegenstrijclige belangen in deze
kunnen vereenigen

Gelukkig wordt in de laatste maanden in breeden
kring van belanghebbenden de noodzakelijkheid van
bespoediging van den aanleg van het kanaal Maas-
bracht—Born—IVIaastricht ingezien, zoowel
bij
werk-
gevers als werknemers en Middenstand. De belang-
stelling reeds getoond door de Maatschappij van Nij-
verheid, door verschillende Kamers van Koophandel
– waaronder enkele der belangrijkste van ons land
– geeft in deze goeden moed. Een Commissie uit de
Limburgsche R.-K. Werkliedenvereeniging werd
onlangs geïnstalleerd, ten einde de zaak van werk-
nemersstandpunt te beoordeelen. Zoo wordt allerwege
belangstelling gewekt en zal een Ministerie, dat aan
het
spoedig
uitvoeren van dit en andere productieve
werken een belangrijke plaats verleent op zijn pro-
gramma, op ruimen steun kunnen rekenen en dit niet
alleen uit kringen van Handel en Nijverheid.

AANTEEKENINGEN.

• I’nclexcijfers van

grooihandeisprij-
z e n.
– Dc maand Januari geeft een verdere stijging van het indexcijfer te zien tot 4662 punten, waartoe
ook voor een deel de Engelsche spoorwegstaking heeft

Data
Granen
en oleesch

Andere
voe.
dlngs.
en ge.
nolm.

Weef.
stoffen
De!!-
stoffen
.

Dwer.
,efl:
olMn,

rubb;,
enz.

Totaal
Alge
meen
index.
cijfer

Basis
(gemidd.
1901-5)

500 300
500
400 500
2200
100,0
EindeJulil914
579
352
6161

4641
553
2565
116,6
Nov.1918
1289
7821

1848
903
13891

6212
282,6
Dec.1921
9211

636
1106 762
9311

4357
198,0
Dec.1922
861 706
11841

705

8071

4264
193,8
Jan.1923
860
7111

12051
739
808
4324

196,5
Febr.
8
47
1
746
1201
797j
810 4402
200,1
Mrt.
824
752
11781

840
7971
4392
199,6 Apr.
858
752 1199
834
797
4440 201,8 Mei
8691
77
2
1
11661 8181
785
4412 200,5
Juni
8151
773k

11771

773j
761
4301
195,5
Juli
8191
756

11151

7441
746k
4182
190,1 Aug.
8281
7621
1119
734 744
4188
190,4
Sept.
823
782
12141
73
2
1
745
4297
195,3
Oct.,,
823
777
12201

756
743j
4320
196,4
Nov.
831
797j
13931

770,
749
4541,
206,4
Dec.
853
8151
13821 774
7,55
4580
20,2
Jan.1924
-9091
8
4
51
1349
789
769
4662
211,9

13
Februari
1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

157

medegwerkt. De stijging komt in hoofdzak tot uit-
drukking in voed i ngsmicldelen. De aardappel prijzen
zija aanzienlijk omhoog gegaan, voornamelijk ten ge-
volge der transportmoeilijkheden. De overige bewegin-
gen waren meer gematigd, maar toch ook grootendeels
in opwaartsche richting.
Hiervoor hebben wij de gebruikelijke – aan ,,The
Economist” ontieende – tabel afgedrukt.
Alle graanprijzen sluiten hooger, maar vleesch ver-
toont een geringe daling. Van de tweede groep der
voedingiddelen noteert thee iets hooger en koffie
is ‘aanzienlijk gestegen, tea gevolge der kleine aanvoe-
ren en toenemende vraag, vooral van het continent.

Van de ‘veefstoff en heeft katoen de daling voortge-zet, zijde eveneens lager en ook hennep en jute ver-
toônen kleine dalingen. Wol hooger en vlas, hetwelk
in de afgeloopen maand een sterke neiging tot stijgen vertoonde, sluit ‘aanzienlijk hooger. Van de delfstof-
fen zijn kolen, lood, tin en koper wat gemonteerd;
de ijzerprijzen gingen omlaag. De voornaamste veran-
deringen in de diversengroep waren kleine stijgingen
voor olie en oliezaden. Onderstaande tabel vergelijkt
de huidige prijzen met die van eind December 1923,
waarbij de gemiddelde stand van 1901-05 gelijk 50

is gesteld.

1
:
0
.
0
1
0

_±_l
_±_

56)
+

Tarwe (btl.
845
+
65
Katoen(Am.)
1785
-14
Koper
515
1-

1
,(Engj
776
+
36

,,

(Egypt.)
161

65
Delfstoff.
Meel 76
+
4
Garen
1605
–12
Hout

Gerst
Haver,
868 775
+
6
+
45
Laken
Wol
(Eng.)
154
1485
.
+
25
(Baltisch)
1035
Aardapp.
125
+
47

(Austr.)
Zifde
136′
+
7
Hout
(Amerik.) 89 Rijst
Rundvl.
1185
816
– –
2 Vlas
138
134

75
+
96
Leder
595
+
Schapenvl.
89

6
Hennep
495
– –
45
Petroleum
Oliën
92
77
+
2
Varkensvl.
935

66
Jute
88
Oliezaden
88
±
5
13′
-336
Gran.
en
vi.
Wee/stoffen
Talk
75
+
7

Thee
Tiii
46
6

Ruw-Ijzer
Indigo
87
Koffie
116
+24
Stalen rails
75
Soda
855
Rietsuiker
2325
hz.
staven
92

4
Rubber
12
5
Bietsuiker
132
Kolen (st.)
141
+
45
Diversen
Boter
lOOS

5
,, (huisbr.)
925
+
3
Totaal
Tabak
1165
Lood
133
+
5
And. voed.
Tin
98
+
7

en genotm.
845
+30

Het totaal indexcijfer is thans tot 81,8 pOt. boven
den stand van Juli 1914 gestegen, zooals blijkt uit het

hier volgend overzicht.

Data
Granen
en
vleesch

oog-
dings-
en ge-
notm.

Andere

Wee.!-
stoffen
De!!-
stoffen

Diver-
sen:
0114n.
hout,
rubber,
enz.

Totaal
Juli

1914….
100
100 100
100
100
100
December

1918….
226 222 293
186
241
236
December

1921….
159 180
180 164
168
170 ])ecember

1922.. ..
149
200
193 152
146
166,2

Januari

1923….
149
201
196 159 146
168,6
Februari
146 211
195 172
146
171,6
Maart
143
214
191 181
144
171,2
April
148
214
195
180
144
173,1
Mei
150
220
189
176
142
172,0

Juni

,…..
141
220
191
167 137
167,7
Juli
141
215
181
160 135
163,1
Augustus

,…..
143
216
182 158
134
163,3
142
222
197
158 134
167,0
October
142

.

220
198 163
134
168,4 September

,……

November
144

.

226
226
166
135
177,0
December.. . .
..
148
231
225
167 136
178,6
Januari

1924….
157
241 219
170
139
181,8

Het eind Januari bereikte cijfer is het hoogste
sinds September 1921. De eerste groep der voedings-
middelen is
op
het hoogste punt sinds Juli 1922. Dc
delfstoffen hebben nog niet weder den stand van Mei
1923 bereikt.
De volgende tabel geeft thans nog een overzicht
van de indexcijfers der groothandeisprijzen in een

aantal landen. 1913
=
100.
Wat ht cijfer voor Nederland betreft merkt het
Centraal Bureau vodr d’e Sta’tistiek hierbij op, dat de
stijging voor’ December, evenals in de voorafgaande


0
>ii
0)

s.
0)
6)”
0

N

0

Z

0
0

Novemb.
1918
206 358 438


367
392
214
oogs e
U
72
591
679

325 366
297
322
ei)
(Apr.) (Apr.)
(Jan.)
(Juni)
(Juli)
(Mrt.)
Decemb.
1921
147
325 594
3.585
176 172
165
209
Decemb.
1922
156
362 580
205.417
175 163 155
183
januari

1923
156
387
575
715.881
175
163 157
184
Februari
157
422
582
677.000
181
165 155
192
Maart
159
424
537
642.700
186 168
156
186
April
159
415 589 823.700
187
168
156
116
Mei
155
407
580
1.498.000
181
166
149
199
Juni
153
408
5613
3.989.800
180
164
149
118
juli

»
151
407 566 28.359.900
175
152
145
192
Augustus
150
413 567 306.335.800
113
162
142
September
5

154
424 569
18.295
4)

181
162
145
October

»
153
421
563 4.907.150
4
)
182
161
148
November
5

152
445
571
1.649.600
4
)
183
160
153
December
»

………….
1.484.0004)
154
1

Bureau
of
Labour.

2)
Frankfurter Zeitung.
3

Sedert
1922
gebaseerd op
48
artikelen
in plaats van
op
53.
4

In millioenen.

maanden, voor rekening
der voedingsmiddelen
komt
De

voornaamste

stijgingen

betreffen

aardappelen,
éieren, kaas, boter en
haver.
Algemeen
Gem.pon-
Herleid
Datum
Index-cijfer
denkoers
algemeen
van
»
the
over de
index- Economist’
alg. maand
cijfer
Januari

1914 ……
119,2
12,11%
119,6
December

1918……
277,0
11,19
256,6
December

1921 ……
198,0 11,42 187,2
December

1922……
193,8
11,55w
185,3
Januari

1923……
196,5
11,75% 191,2
Februari

,,
200,1
11,85 196,3
Maart
199,6
11,89 196,5
April

11
……
201,8
11,88 198,4
Mei
200,5
11,83
196,3
Juni
195,5 11,79 190,8
Juli

,.

……
190,1
11,68
183,8
Augustus

,.

……
190,4 11,59
182,7
September

,.

……
195,3 11,56 186,9
October
196,4
11,56 187,9
November

,.

……
206,4
11,53
,

197,0
December

,.

……
208,2
11,47
197,7
Januari

1924……
211,9
11,39
199,8

De industrialisatie van N.-O. Indië.
De papierfabriek Padalarang, object van discussie
tusschen de heeren Sibinga Mulder en Hoyer (zie de
nos.
van 30 Jan. en
6
Febr.
1.1.),
werd op laatstgenoem-
den datum bij de behandeling der Indische begrooting
in de Kamer door den heer Gerritzen ter sprake ge-
bracht. Deze zeide:

Mijnheer de Voorzitter T Bij onderafdeeling 646
vindt men
een post, groot
f 712.500,
die geheeten is ondersteuning van
nijverheidsondernemingen. Wanneer men in de Islemorie
van Toelichting en in de Memorie van Antwoord nagaat,
waar de zaak op neerkomt, dan is de zaak de volgende:
De Regeeriug heeft het noodig geacht, dat er een papier-
fabriek kwam in Indië, en heeft enkele lichamen bereid
gevonden om clie papierfabriek op te richten, maar die
lichamen wilden daart68 niet overgaan dan wanneer het
eerste cee1 van de productie dier fabriek door de Regeeriog
werd gekocht. Tot dusver is alles in orde. Maar nu komt er
een maar.
Die afzet moest verzekerd worden tegen een enormen
prijs; er staat in de Memorie van Antwoord, dat de 11e-
geering zich verbonden heeft om
4
millioen KG. papierstof
te koopen voor den prijs van
f
1 per KG., en wanneer men
nu bedenkt, dat de prijs van die papierstof op het moment
40
cent per KG., laten wij zeggen voor Indië komt er voor
het vervoer nog een dubbeltje bij, zoodat die papierstof dus
in Indië komt te staan op
50
cents per KG., dan is het duidelijk, , dat de Regeering door dit contract voor die
4
millioen KG. papierstof
2
millioen gulden te veel betaalt.
Die
2
millioen is zeker ruim voldoende, althans voldoende
om de geheele oprichting van de fabriek te betalen.
Dus die zaak komt hierop neer, dat er een papierfabriek
is, die behoort aan particulieren, maar waarvan de’ geheele
oprichting door de Regeering is betaald; een dergelijke
vorm van steuuverleening aan nijverheidsondernemingen
acht ik tea eenenmale uit den booze en verkeerd, te meer
wanneer ik zie uit de Memorie van Toelichting, dat het
motief is voor een dergelijk onereus en dwaas contract
om een fabriek te gaan betalen, die door anderen wordt
opgericht en aan anderen in eigendom toebehoort. liet

T

158

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

13 Februari 1924

motief is, dat de Regeering er zeker van wil zijn om iii
dc toekomst tegen normale prijzen in Ttidië zelf papier te
kunnen koopen.
Maar dat doel wordt niet verwezenlijkt, want iii het
contract is bepaald, dat de eerste 4000 ton papier worde’i
verkocht tegen
f
1
per KO. en daarna heeft de :Regeering
zich verbonden om ‘1500 ton te koopen tegen de markt-
prijzen, die dan zullen gelden.
Dus wanneer die marktprijzen Nveer omhoog gaan, dan
betaalt de Regeeriug ook abnormale prijzen als ieder
ander, en dus is de garantie, die men iii dit opzicht
wenschte, dat men tegen normale prijzen steeds zou kunnen
koopen, niet aanwezig.
Mijnheer de Voorzitter! Aan het contract is niets meer
te doen, zegt de Minister, maar ik wil toch wel een woord
van protest uiten tegen deze verkvisting vail ‘s lands gel-den en de Regeering met aandrang uitnoodigen, om der-
gelijke dvaze en fantastische contracten in den vervolge
niet meer te sluiten.

De Minister van 1(o]oniëti antwoordde hierop:

Mijnheer de Voorzitter! In het algemeen erken ik (le
juistheid van het standpunt, door den heer Gerritzen inge-
nomen, dat men bij een contract als dit zich niet moet
binden aan don marktprijs van het oogeublik, waarop het
contract wordt aangegaan.
Ik merk intussehen op, dat het wel de meest voor:uni-
staande deskundigen uit particuliere kringen ziju geweest,
clie tot de zaak hebben medegewerkt en dat dc Indische
Regeering dus niet gezegd kan worden zonder kennis van zaken het contrpct te hebben aangegaan. Men heeft, dit is
hier de zwakke plek, destijds een contract gesloten, waarbij
als maatstaf werd genomen de marktprijs van het papier
01)
dat oogenhlik, voronderstelleucl dat voorshands daling
althans niet was te verwachten.
01)
(lat tijdstip evenwel
waren juist iie prijzen zeer hoog. Ook naar mijn inzien
zou uien daarom beter gedaan hebben, met als norm van
betaling aan te nemen d’e prijzen van de toekomst, verhoogd
niet zekeren toeslag voor de eerste jaren, waar het gold do
fabriek, clie voor het eerst de risico van het bedrijf op zich
wilde nemen.
f1)
het algemeen hen ik het dus niet de geop-
perde bezwaren eens. :1k houd mij trouwens overtuigd. dat
de Regeering in Indië contracten in dezen vorm niet meer
zal ‘sluiten.

R o c t i f i. c a t .1 c. – in cle aantcekening
,,iS’tij
ging
van de kosten van het leven in Duitschiand en weder-
land”
01)
pag. 133 van het vorig nummer, moet het
voorlaatste cijfer der tabel van de in guldens uitge-
drukte kosten van het leven in Dui.tschland 114 zijn
i. p.v. 99. Het sindsdien gepubliceerde cijfer per 4
Februari bedraagt 104 billioen, hetgeen een, daling
van 1,0 pOt. beteelcent t.o.v. een week te voren en om-
gorokend uitkomt
01)
109.
De koopkracht van den
gulden,
01)
het. door deze indexcijfe.rs hestrekei’i gebied,
welke cle vorige week in Duitschiand weer tot rond
3/2 van di.c hier te lande gestegen was, na een verhou-
ding
01)
3
December van 5/4, is dus nog een weinig

toegenomen.

BOEKAANKONDIGING.

17. F. R. Dubois. De 11’eqis*ratiewet
1917. (No. 5 van Hei Nederla,ndsch .8e-
iast’ingrecht onder hoofdleiding van
Prof. Mr. J. Ph. Snyling).

De redactie, mi.j verzoekende van dit werk een korte
recensie te geven, zal wel niet bedoeld hebben dat ik
hier zou gaan opsommen de plaatsen waar ik, het
boek door-werkend, over dit-of-dat, hier-of-daar het
niet met sch rijver eens was. Het onderwerp – de re-
g.istratie – is te technisch en vermag te weinig op
algemeene belangstelling aanspreak maken, dan dat
dergelijke kritiek in cli.t ti,jclschrift op haar plaats zou
zijn. ik bepaal mij dus tot een algemeene ingenomen-
heidsbetuiging met deze uitgave. Gelijk de andere
deeltjes derzelfdc serie geeft de commentaar van den
heer Dubois een handzaam, practisch overzicht
van hot onderdeel der belastiugwetgeving eri.0
behandeld. MéSr geven – wil het boekje klaar-
blijkelijk zelf niet en zee zoude het onbillijk zijn
als verwijt te laten hooren., dat wij een ietwat uitvoe-
riger beschouwing omtrent cle economsche, en omtrent
de jiuri dische beteekenis der registratiewetgeving

1)00(10
ontberen. Hetgeen op blz. 107 en vlgd. hier-
omtrent wordt aangeboden is wel zeer beknopt en wel
vat heel erg practiscli : Indien men bedenkt, dat de schatkist uit dle2e belasting zeer aanzienlijke baten
trekt, valt het te begrijpen dat een Minister van Fi-
nanciën, die zou voorstellen de rcgistratierechten ecn
theoretische redenen af te schaffen, niet gemakkelijk
te vinden ‘zal zijn.” Is hiermede de belasting gerecht-
vaardigd; ontslaat deze practische opmerking den
Wetgever ervan zich rekenschap te geven, hoezeer de
registrati ewet de economi sch-ju.ridi sche ontwikkeling
van verschillende rechtsinstituten belangrijk beïn-
vloedt? Alen denke aan het vraagstuk der mobilisatie
van onroerend goed. Alen denke ook aan het instituut
der naamlooze vennootschap. ,,In de practijk” – zegt
schrijver – ,,is van (de) theoretische bezwaren niet
.,veel gebleken. De :registratiebelasting ton spijt heeft
het kapitaalverkeer zich sterk uitgebreid. Nooit zijn ,,er zooveel overdrachten van vast goed tot stand ge-
,,komen en nooit zijn er zooveel vennootschappen op-
,,gericht en uitgebreid, als in de eerste jaren na de
,.invoering der Registratiewet 1911, wrelke het recht
van overdracht had verhoogd en dat wegens plaat-
,.sing en storting van kapitaal in vennootschappen
,,hnd ingevoerd. En. naar het eenstemmig oordeel der
,.munnen van de practijk schijnt een overdracht van
,v’ist goed of een oprichting of uitbreiding van een
,,vennootschap vrijwel nimmer om de registratiekoa-
,,ten achterwege te blijven”. Dit moest er nu nog
bijkomen ook – verzuchten wij – dat de registratie
op haar geweten kreeg het algeheel achterwege hlij-
ven van bedoelde rechtshandeli.ngen! Trouwens niet
zoozeei: over het feit, dat er betaald moet worden is

er geklaagd, als wel over den invloed, dien do registra-
tieheffing kan hebben en heeft op d.e keuze van juri-dische en economische vormen. Kapitalisee’rt een fa-
brikant, die zijn onderneming omzet in een naamlooze
vennootschap, deze met
f 10.000,—
kapitaal plus
f 90.000,—
leenschuld aan den fabrikant, in plaats
van met
f 100.000,—
kap:itaal – dan geschiedt dit,
in negen van cle tien gevallen, ter ,,besparing” van
registratierecht.; de topzwaarheid der onderneming,
met de bedenkelijke gevolgen van dien, is te boeken
in het debet der registratiewetgeving; willen twèe
vennootschappen zich fusioneeren, dan is liet belang-
rijk goedkoope’r als de een de ander opslokt, dan wan-
neer zij samen een. nieuwo vennootschap oprichten –
hetgeen natuurlijk do onderhandelingen om tot fusie
te geraken ernstig bemoeilijkt; en zoo zijn er eau-
scheiden voorbeelden meer aan te halen hoe de re.-
gistiatiewet een goeden opzet van menig contract be-
moeilijkt. Gelukkig mag echter geconstateerd, dat dc
Wet van 1911 in dit opzicht wèi belangrijke verbe-
tering heeft gebracht En verder – al is het een
magere ‘troost – mag opgemerkt, dat de Registratie-
wet het verwijt, een slechten i nvloecl te hebben
01)
de
economisch-junidischen opzet van meni ge rech tshan-
cleling. deelt met vrijwel al de verdere belastingwet-
ten; men denke aan de iukomstenbehastingwet met
haar bronnentheori e, aan de forensenbel asti rug, eau
de cl ivi den dbel asti rug. Tot hoeveel overeenkomsten ge-
‘en zij niet aanleiding, waarbij de vraag ,,schijnha.n-
delin g-bel asti rug-ontduiking, dan wel keuze van den
besten, want goedkoopsten vorm-bel astingbespaning”.
uiterst moeilijk is te beantwoorden. De, belasting-
vraagstukken zijn meen en mee.r een belangrijk deel
van ons burgerlijk en handelsrecht komen beheer-
schuen. Voor dengeen, die in deze zaken. voorlichting
heeft te geven, is cle practische serie van prof. Suv-
hing en speciaal ook het boekje van den heer Dubois
een zeer te .,raardeeeren aanwinst.

Ma. H. l’. A.
SCHADEn.

ONTVANGEN:

A.
History of The G’anadian Bank of Consmerce
with
an account of the other banks which now form
part of its organizatiorc by Victo.r loss. Toronto.
1022. Oxford University Press.

13 Februari 1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1 59

liet betalingsver?nogert van Duitschiand.
Een studie

van het vraagstuk der schadevergoeding door
i:.[arold 0. Moulton cii Constantin.e E. Mc. Guire
met hulp van dcii Raad van Beheer en den staf
van het ,,Institute of Econornics” te Washington.. Geautoriseerde Nederlandsche vertaling door Jan
3′. Bruna. Leiden, A.
T
Sijthoff’s Uitgeversmaat-
schappij.

Becirijfsorganisatie en Medezeggenschap.
Rapport uit-
bracht doo.r de Kommissie ingesteld door N. V. V.
en S.D. A. P. 1.923. Amsterdam. Uitgave N.V.
Boekhandel en IJ’itgevers-Maatscbappij ,,Ontwi k-
heling”.
Tijd- ea iS’trjjdvragen,
Verspreide Opstellen en Polo-
mieken door S. A. Reitsma. Bandoeng, 1923. N.V.
Mij. Vorkink.

De Grondslagen der TTennootschapsbelasting in Neder-
land en Indië, door J. 1-1. A. Logemann. Diss.
:IeidIen 1923.

Het Geld van’ Robinson. Crusoë.
Popuiafle uiteenzet-
ting omtrent den oorsprong en het gebruik van
geld als ruilmi.ddei door David ‘A. Welis. Met ccii
voorwoord ter inleiding van Mr. G. Visseri.tg
,
Presiclen t van De Noden andsche Bank. Uit het
Amen kaansch vertaald door E. V., ‘s-Gravenhage,
1923. N.V. Boekhandel v.h. W. P. v. Stockum &
Zoon.

indië’s Jonge Kracht. Lenige der nieuwere gegevens
omtrent de koloniale huish oud:i ng van Neder-iandsch Oost-Indië, samongelezen door 0. Lek-
kerkerke.r. Vierde uitgave, afgesloten 1
NON7em

ber 1923. Uitgave van de Koninklijke Ve.reeni-ging Koloniaal instituut, Amsterdam, 1924.

Verslag van de Staatscommissie voor het Pachtvraag-
stuk,
ingesteld
bij
Kon. Besluit van 12 Maart
1.91.0, No. 10. Deel II.

iVederlandsche Belastingwetten
bewerkt door J. M.
Bouschoite, uitgegeven onder toerzieht van Mr. Dr.
11. J. Rorneijn, No. 12a. Bijvoegsel op No. 12,
Suceessiewet. Tekst van 1917, Tweede druk. No.
14, Registratie, Zegel, Successie, Domein er,Direc-
tiën, Ïnspectiën, Kantoren, Staat, Standplaatsen,
Attributen en Kringen der Kantoren. Tweede
d ruk. ‘s-Gravenhage, 1923. Martinus Nyhoff.

De beteeidenis van het bedrijfshuishoudlcundig element
in de in.genieursopleiding, in verband met de
practische beroepseischen,
door A. E. 0. van
Saanloos, schrijver van ,,Prodiictiekosten.verrekc-
ii
ing en wetenschappelijke bedrijfsleid og”, enz.
‘s-Gravenhage, 1924. N.V. Boekhandel v.h. W. P. van Stockum & Zoon.

Jaarboek 1924.
van de Vereeniging van Nedenlan.dsche
Wijnhanclelaars. 25e Vereeiiigingsjaar. Amster-
dam 1924.

INGEZONDEN STUKKEN.

STAATS-ONITERSCHILLIGHEID.

In No. 321 van uwe Berichten d.d. 22 Februari
1.922, werd een artikel van mij opgenomen, handelen-
dc over de bestaande moeilijkheden voor onze indus-
trie, waarbij als voorbeeld werd gewezen op de Trans-formatorenfabniek te Nijmegen.

Gewezen werd op cle ernstige onb.illijkheid om dle
buitenlandsche
industrie te bevoordeelen ten koste
van de
Nederla.ndsche
door grondstoffen voor den
bouw van transfo.rmatoren met
5
pOt. inkomend recht
te belasten, dioch in het buitenland vervaardigde trans-
formatoren vrij van recht toe te laten. In overwe-
ging w’erd gegeven vrije invoer van grondstoffen en heffing van inkomend recht op transformatoren
Ei: is echter totheden niets gedaan om tegemoet te komen aan dergelijke gegronde grieven van onze in-

dustnie, grieven, die toch in commige gevallen op
zulk een eenvoudige wijze en zonder eenige moeite
weggenomen kunnen worden.
In 1909, toen nog geen gespecialiseerde transfor-
matorenindustnie in Nederland bestond, werden bij
mLnisterieel besluit transformatoren onderworpen aân
een invoenrecht van 5 pOt.
In 1919, toen die speciale industrie wel bestond,
werd dat invoerrecht opgeheven. Op een verzoek om dat unvoenrecht te bestendigen,
totdat de algemeene herziening van het tarief vn in-
voer.recht behandeld zonde zijn, werd door den Mi-
nister van Financiën afwijzend beschikt, en wel op
formeele gronden.
De fornieele reden is de wet van 1817, die ten doel
had de Nedenlandsche mechanische industrie te steu-
nen, door vrijen invoer van door haan benoodigde
mechanisch gedreven werktuigen.
Waar het hier een onzeker geval betrof, blijkens de
dianietraal tegenovergestelde zienswijzen, tot uiting
gekomen’ in de Ministenieele besluiten van 1909 en
1919, hadi kunnen worden geholpen, indien men had
gewild.
De minister heeft er echter de voorkeur aan ge-
geven om den wantoestand van bescherming der bui-
tenlan.dsche industrie te bestendigen en geen reke-
ning te houden met alleszins billijke grieven, geuit
door een industrie, die door de valuta-verhoudingen
zulk een zwanen
Strijd1
doormaakt en met verlies werkt.
Dat verbruikers van eiectnischeit stroom door zulk
een invoenrecht benadeeld worden, is geen ernstig
argument; de meerdere kosten van aanschaffing spe-
len geen rol van eenige beteekenis in de exploitatie
van centrales en fabrieken dlie transfo.rmatoren go-
b:ruiken.
Het nadeel verzinkt in het niet, vergeleken bij de
directe en indirecte schade, veroorzaakt door het s,.top-
zetten eener industrie.
Bij het streven om werkloosheid te bestrijden, om
te geraken tot cciie staatsbegrooting in evenvicht.
.om te voorkomen het gevaar van dépréciati.e van onze
valuta zal ieder Nederlander elk voorstel om in die
richting mede te wenken bestudeeren en gunstig daar-
op beschlldken, indien hij meent, dat cie uitvoering in
het algemeen belang is.
Zou het nu werkelijk te veel gevergd zijn, diat ook
dle Regeening zich op een nuchter en practisch stand-
punt stelt bij het beoordeelen van voorstellen, niet
alleen ten opz:ichte dezer speciale fabriek, doch ook
itegenover de geheele Nederlandsehe industrie, voor
zoover die zonder schade voor het algemeen belang
door de bestaande moeilijke periode heen geholpen

kan worden. C. C.
ZEVETUJN.

Hilversum.

OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN.

Jahrbiicher fOr Nationalökonomie
u n d S t a t i s t i Ir. – Jena, December 1923.
A. Lampe.
Schumpeters System und die Ausgestal-
tung der Verteilungslehre (Schluss);
H. Schacic.,
A grarpoli tik als Wi ssensch af t.

S oc i al e V o o r z o r g. – Amsterdam, December
1923.
Dr. M. Lederer,
De vooruitgang van de sociale wet-
geving in Oostenrijk;
P. Koedijk,
De gestie van over-
heidsorganen en particuliere organen bij de uitvoe-
ring der sociale verzekeringen;
J. Dekker,
Een nieuw
element in de sociale verzekeningswetgeving?

De Socialistische Gids. – Amsterdam.
Januari 1924.
bevat o.a.:
G. Vermeer,
Economische perspectieven; W. v. d.
Sluis,
De katoennijverheid in Twente. 1;
H. H. v..
J.Col,
De koloniale mandaten en de Volkenbond. T;
R.
v. Sluis, De herziening van de wet op de cobperatieve
vereenigingen;
F. M .Wibaut,
Nog eens het vraag-

160

,

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

13 Februari 1924

stuk van medezeggenschap;
W. A. Bonger,
Een laatste

woord.

Tijdschrift voor Economische Geo
graphie. – ‘s.Gravenhage, 15 December 1923.
Ir. Joh. Ten ge,
De menschelijke arbeidskrachten in

den Nederlandschen landbouw;
J. Wisselink,
De in-

vloed van geografische factoren op de vestigingsplaats
der katoenindustrie in de Vereenigde Staten van

N.-A.

Tijdschrift van het Koninklijk Neder-
landsch Aardrijkskundig Genootschap.
– Leiden, November 1923.
Dr. Th. ,S’tornps,
De loop van don Rijn door Enge-

land;
D. de Iongh,
Eenige gegevens betreffende het

Boven-Karamagebied (Oelebes); W. H. D. de Iongh,

Het gouddistrict El Oro (Mexico);
C. L. van Balen,

Enkele aanteekeningen over liet Nederlandsch glaciaal

diluvium;
Dr.
G.
Schott,
Ueber die natürlichen Eigen-

schaften des Meerwassers in abgeschlossenen Becken,
besonders in Niederlândisch-Ostindien.

The Geographical Journal. – Londen,

December 1923.

A.
G.
Stigand,
Ngamiland;
H. S. Jones,
The mag-
netic variation ‘in the neighbourhood of he Nortli
Pole; The Lushan district of Kiangsi;
K. Mason,
Kishen Singh and the Indian explorers; Wrange]

island.

Z eitschrift für Völkerrecht. – Breslau,
l3nd. XTI, 1-left 4.

Dr: A. Verdross,
Völkerrecht und einheitliches

Rechtssystem;
Dr. Meurer,
Die Rechtiosigkeit in den

neubesetzten Gebieten;
Dr. Fr. Giese,
Der Reichskom-

missar für die besetzten rheinischen Gebiete;
Dr. H.

isay, Die rechtliche Wirkuxig englischer Handelslizen-

zen; Dr. Tönnies,
Hobbes und das Zoon Politikon;

Dr. 0. Loening,
Das angebliche Protektorat Polens

über Danzig;
Dr. W. Mettgenberg,
Die Austantwor-

tung von Gegenstiinden im internationalen Rechts-

hilfeverkehr in Strafsachen.

V r a g en d e s T ij d s. – Haarlem, October 1923.

Mr. M. W. F. Treub,
Handelspolitiek;
Ir. B. Böl-

ger,
De werkgevers en het voorkomen van werkloos-
heid. Met onderschrift van
Mr. Z. van den Bergh.

MAANDCIJFERS.

RESUMÉ UIT HET MONTHLY BULLETIN OF STATISTIOS (VOLKENBOND).

Maandelijks gemiddeld
12)

1923

1913

1
1921

1922
Mei

I
Juni

I
Juli
Aug.

I
Sept.
Oct.

I
Nov.

Productievan
5,617 3,200 5,005
5,199 5,695
5,097
4,957
5,497 5,718 5,729

steenkool
9,946
8,863 7,964
10,845 11,592
10,993
11,457
10,981
11,489
11,400

(1000 tons)
Frankrijk
2)
786
774
831 782
1,027
984
988 1,090 1,063

1)
Duitschland
8)

. . . .
3,887
2,607 2,530
– –
– –


Productievan
869
222
415 726
704 666
609
568 602
607

ruw ijzer
2,601
1,401
2,276 3,930
3,735
3,737 3,505
3,176 3,200
2,941

(1000 tons)
Frankrijk
4)
434
280
427 393 447
436
486
482
514
536

Engeland …………
Ver.

Staten ……….

207
73
134
166
172
187
199 194 196
205

Schepen

op

Engeland ………….

….

1,957
2,640
1,469
Ka
1,338
(
13271

stapel eind

Ver. Staten ……….

148

…..

216
106
taals.
78
1,

Kwartaals-
J
65
Kwartaals
.

der maand

België ……………..

Engeland …………

229 353
189
,
171
opgave
143
opgave

(1000 tons)

Ver.

Staten ………….

125
394
212
142
)
,,
145

Import(voor

Frankrijk …………..

Engeland 1000
£ 14)
54,931
81,548
75,012
77,706
78,353
68,018 82,614
75,155
88,768
91,414

binneni.

Italië
6)

……
…….

Ver. Stat. 1000 $
147,932
213,072
257,076
365,565 312,442
280,856 275,438
247,124
308,366
292000
18

verbruik)
Frankrijkl000Frs.
10

701,778
1838,992 1991,717
2596,881 2558,336 2615,648 2633,217
2613,376
3068,97
3160,504

Italië

1000 Lire
8

303,803 1438,885
1310,663
1587,350
1956,397
1292,733
1187,111
1135,773
1306,356
1383,742

Export (bin.
Engeland 1000
£
14)
43,771 58,617
60,041
71,555
62,884 59,504
60,103 63,836 71,323
65,768

nenlandsche
Ver. Stat. 1000
$
204,024
364,911
313,758
309,390
312,178
295,725
304,939
374,191
393,814 404000
18

producten)
Frankrijkl000Frs)’
573,351 1647,709
1720,166
2675,045
2479,391
2423,781
2542,820
2434,645 2813,539 2941,386

Italië

1000 Lire
8

209,303
689,584
774,404
784,614
943,130
791,571
841,821
802,916
1074,897
1058
3
365

Scheepsbew.:
Engeland(geladen)
14

4
3
089
3,094
3,611
4,333
4,675
4,628 4,529 4,367 4,798 4,288

Binnenkom.
Ver. Staten
schepen
(gel. en ballast)..
4,440 5,190
5,433 5,969
5,937
6
3
843
6,574
5,685
5,960
5,619

(1000 tons)
Frankrijk

(geladen)
2,876
2,275
2,955
3,728
3
3
836
4,445 3,586
3,711
3,770

Index.cijfers:
Engeland
Groothand.-
(Board of Trade)
100 197.2
158.8
159.9 159.5
156.7
154.7
158
158.3 161.1

prijzen
Vei. Staten(Bureau
of Labour Statist.)
100
147
149 156 153
151
150.0
154
153
152

Frankrijk(off. cijfer)
100
345.0
326.6
406.5 408.6
406.7
413.1
423.6 420.4
446.018

Italië (Prof.

Bachi)
100
577.5 562,3
580.1
568.9 566.0 566.7 569.2
563.4 571.4

Wisselkoer-
New York op Londen
100
79.10 90,96
95.07
94.86
94.18
93.71
93.34 92.96 90.05

sen: (j aarl. of
New York op Parijs.
100
38.65 42.47
34.45
32.85 30.53
29.28 30.34
30.83
28.59

maand.gem.)
9

NewYorkopRome..
100
22.20
24,61
25.14
23.83
22.42
22.32 23.00 23.40
22.58

Wekelijksche productie, berekend op grond der maandelijksche productie. Inclusief bruinkool. Vanaf 1919
mci. Elzas-Lotharingen. Vanaf 1920 inclusief Elzas-Lotharingen en het Saargebied.
8)
Vanaf 1919 zonder Elzas-Lotharingen. Vanaf 1920 zonder Elzas-Lotharingen, het Saargebied en de Pl alz. Vanaf
Juli 1922 zonder Poolsch Opper-Silezië.
4)
Vanaf 1919 inclusief Elzas-Lotharingen.
5)
Kwartaalscijfe’rs volgens Lloyd’s Register of Shipping.

Vanaf 1919 inclusief Triëst.
Vermindering tengevolge van de mijnwerkersstaking.
Sedert Januari 1922 nieuwe schatting op grond der gedeclareerde waarden. Waarde der genoteerde geidsoorten in percenten der pariteit. Jaarlijksch of maandelijksch gemiddelde.
Sedert Januari 1921 geschiedt de waardeering van den invoer volgens de opgaven van irnpoiteurs. Daarvoor was
zij gebaseerd op officieele waardecijfers.
Vanaf Juli 1922 waardeert men den uitvoer volgens de officieele waardecijfer4 van 1921.
Uitgezonderd voor de steenkoolproductie (zie noot 1).
18)
Voorloopig cijfer.
Vanaf 1 April 1923 piet inbegrip van den handel van Groot-Brittannië en Noord-Ierland me den lerschen vrij-
staat en uitgezonderd7 den buitenlandschen handel van den lerschen vrijstaat.

‘ ‘
t.Jitgezonderd de Ruhrproductie. Het overeenkomstig cijfer voor December 1922 is 2.158.000 ton.

13 Februari 1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

M

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N.B. *** beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.
BANKDISCONTO’S.

Ned

lVr,-,ch.inR.C.
6124Jait.’24
ZweedscheRbk5I

Disc. Wissels. 5 24Jan.’21
1
Zwits.Nat.Bk.
4 16Juli ’23
Bk Bel.Binn.Eff.
5424 Jan ’24
N.Bk.v.Denem. 7
17Jan. ’24
8Nov.
’23
Javasche Bank … 34
1Aug.’09
Basikv.Noorw. 7 9Nov.
’23
Bankvan Engeland 4 5Ju1i ’23
Bk. v. Tsjecho-
Duitsche Rijksbk. 10 29Dec.’23
slowakijë… 5
26Jan. ’24
Bank v. Frankrijk 6
17Jan. ’24
N. Bk. v. O’rijk 9
2Sept.’22
Belgische Nat. Bnk. 5422
Jan. ’23
Hong. Bank.. 18
5Juli ’23
Fed. Res. Bank N.Y.
4421Feb. ’23
Bank v. Italië.
44
5Feb. ’24
Bank van Spanje.. 5 23Mrt.’23Z.-Afr.Res.bnk6

OPEN MARKT.

Data
Amsterdam
Londen
Part.
disconto

1
Berlijn
Part.
IPa
z
r
r
iis
Pt.
N. York
Cail-
Part.
Prolon-
disconto
gatie
(3 mnd.)
1
disconto
disc.
money

9 Febr. ’24
5
5j
3
‘/8


4% –
4_9 Feb.’24
5
5_X
3
/16-ia


4_5%
28J.-2F.’24
4% _5ii
4%_5J.(
31j


4-5%
21-26 J. ’24
4
l8-I8
45%
3/%
– –
3%_4%

5-10 F. ’23
3%_%
2%3%
25


45
6-11 F.
1
22
3
3-4
3-
– –
4534

20_24Jli’14
2%_3%
2%_%
2’/8_
2%
13


1)
iNoteering van
8
tebruari.

WISSELKOERSEN.

WISSELMARKT.
Londen bleef de geheele week prijshoudend; dé zeer
vaste sternming aan het einde der vorige week werd echter –
niet overgenomen en eerst aan het einde der week werd
weder opnieuw boven de 11.50 betaald. Franken werden
aanvankelijk sterk gesteund. De koers brokkelde echter des
niettegenstaande toch af en toen in het laatst der week Marken plotseling inzakten, waren ook de Fra.ncs niet
meer te houden. Parijs werd weder voor 12.05 afgedaan;
België was reeds eerder flauw. Marken werden Donderdag laat uit het bezette gebied sterk aangeboden, zonder dat de
koers nog al te zeer terugliep. Vrijdag echter was er mees-
tentijds geen bod te krijgen en eerst op ongeveer 53 A 53 3.Ç
werden weder meer belangrijke zaken afgedaan. Het slot
was echter beter en heden werd wdder 58 betaald. Dollars
vast en gestadig oploopend, slot 2,67%. Scandinavië onver-
aitderd voor Stockholm; opnieuw iets flauwer voor Kopen-
hagen en •Ghristiania. Zwitserland, Spanje, Buenos Aires
etc. bijna alle zonder verandering van beteekenis.

12 Februari 1924.

KOERSEN IN NEDERLAND.

Da a
Londen
Berlijn
4
)
S
)
I
Weenen
I

)
Parijs
)
Brussel
*5)
New
York**)

4 Febr. 1924
11.50*
0.000624
0.00373%
12.40
10.954 2.66
/I6
5

,,

1924
11.504
0.00062*

0.00373/
4

12.40
10.934
2.668/
s

8

1924
11.50
0.000624
0.00378/
8

12.40
10.944
2.66 7/.
7

1924
11.51*

0.000624
0.0037%
12.40
10.95
2.66
8

1924
11.49*

0.00055
0.00375/
8

12.25 10.84
2.66
5
1
8

9

,,

1924
11.504
0.00054
0.0037s
12.174
– –
Laagsted.w.’
11.47
0.00050
0.0037%
12.05
10.68
2.65
Iloogste,,,,
1

11.53
0.00063
0.0038%
12.474
11.074
2.67
2 Febr. 19241
11.53
0.00062 0.0037%
12.50
11.064
2

2.663/4 2
26Jan. 19241
11.4040.0006340.0038
12.124
10.99
3

Muntpariteit
12.10 59.26
6)

50.41
48.-
48.-
2.48
8
%

5)
Noteering te Amsterdam.

) Noteering te Rotterdam.
1
Particuliere opgave.
S
Noteering van
1
Februari P24.
3)
Idem van 25Januari.
4
Gulden per milliard Mark.
6)
Gulden per 100 Mark.

Data
Stock-
holm)
Kopen-
hagen)
Chris-
tiania)

Spanje
1)
Bataviai)
telegrafisch

4 Febr. 1924
70.-.
43.65 35.95
46.30
34.10
955/
5
_3/
4

5

1924
70.-
43.70
36.35
46.40
34.10
953/_%
6

1924
70.10
43.50 35.75 46.45 34.05
958/.%
7

1924
69.924
43.40
35.72 46.35
34.074
951j%

8

,,

1924
69.95 45.45
35.80
46.424 34.074
95
/-%
9

1924
70.10
43.35-
35.75
46.55
34:-
957/…964
L’ste d. w.
1)

69.85
43.20 35.60 46.20
33.95
95
i
H’ste

,,

,,

1)
70.15
43.75
36.50
46.50 34.20
954
2 Febr. 1924
70.10
43.30
36.-
46.324
34.074
953,%
26 Jan.
.1924
69.80
.43.65
36.90
46.50
134.20
95%_954
Muntpafitèit.
66.67
66.67
6.67
48.-
48.-
961/
8

Noteering te Amsterdam.
1)
Farticuliere opgave.

KOERSEN TE NEW YORK.

Data
Cable Lond.
(in
,

per.)
1

,jj3
ln ctjp.fr3
)
i

Zicht Berlijn
1
dId_M07k)I°’
IZichtAmsterd.
CII.
P.
gld.)

9 Febr.

1924
4.31.25
4.58 0.00021 37.45
Laagste d. week
. 4.27.75
4.58
0.00021
37.45
Hoogste
,,

,,
4.32.-
4.66
0.00023
37.55
2 Febr.

1924
4.35.25
4.70
0.00023
37.78
26 Januari 1924
4.23.25
4.52
0.00023
37.11
kluntpariteit..
4.86.67
19.30
23.81% 1)
40-1,16
‘) In
Ct.
per Mark.
KOERSEN VAN DE VOLGENDE PLAATSEN OP LONDEN

Plaatsen en
Landen
Noteerings-‘ 26Jan. 2 Febr.

4/9 Februari’24
eenheden

1924

i

1924

LaagsteHoogste1
9 Febr.
1924

Alexandrië. . Piast. p. £
9716/
93

9715/
97151 97161
9716/
3

5
Bangkok…
Sh.p.tical
1/10 1/10
1/10 1/10
1110
B. Airesl) ..
d. p. $
42
41
17
1
32

4134
42
5
/
423
Calcutta . . ..
Sh. p. rup.
1/5%
1153/32

1/47/
8

1151/
33

1/415/
Constantin. .
Piast.p.0
810
812%
805
830
820
Hongkong ..
Sh. p. $
2
/
49
/3
2

2/4
3
1
33

2137f
2/4%
2/43/
16

Lissabon 1) . .
d. per Mii.
18/
4

1681
16

121/33

to
/16
1
%
Madrid …..
Peset.p. Y
,
33.364
33.73
1
,
33.65 33.85
33.714
Mexico …..
d. per $
28%
28
271/
3

29%
28
Montevideo’)
id.
44%
3
I8
43(
44%
436/
4

Montreal …
$ per X.

..
.

4.34% 4.47 4.42
4.47%
4.427/
8

Praag ……
Y,
1463/
8

149%
147%
150 148
R.d.Janeiro
1)

d. per Mil.
6
3
/16
6
7
116
613/
53

67/
5

6%
Lires p. £
9qs
16

987/
8

981i
99/8
98%
Shanghai …

.Kr.p.

Sh. p. tael
314
3/334
313
314114
3/3/8

Rome ………

Singapore…
id. p. $
2/43/
16

2/4
7
/33

2/4
3
/
33

2/47/32

2/4
5
1
Valparais0
2
).
peso p. £
41.10 41.00
41.10
41.80 41.60
Yokohama ..
Sh. p. yen
211
3
/8
2/1%
9/1s/
2/l
-1
/s
2
/
10
/16

* Koersen der voorafgaande dagen.
1)
Telegrafisch transfert.
2)
90 dg,

NOTEERING VAN ZILVER.
te Londen N. York

te Londen N. York
9 Febr. 1924.. 33
11
/16
645/
8
10 Febr. 1923.. 30″

63%
2 ,,

1924..

64% 11 Febr. 1922.. 34s,

657/
8

26 Jan. 1924.. 331

63
1
/8 20Juli 1914- 2415j

541j

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 11 Februari 1924.
Activa.
Binnenl.Wis

1H.

bk.
f
136.074.310,42
sels,Prom., B.-bk.

44.777.172,60
enz.in
disci Ag.sch.

66.803.877,94
f
247.655.360,96
Papier o. h. Buitenl. in disconto ……..

Idem eigen portef. .
f
24.615.287,-
Af :Verkochtmaar voor
de bk. nog niet afgel.

,

24.615.287,-
• BeleeningenH.-bk.
f
35.296.531,63
mcl. vrsch. B.-bk.

10.366.112,94
in rek..crt. Ag.sch.

98.141.152,14
op onderp.

f
143.803.796,71

Op Effecten…….
f
128.844.481,43
Op Goederen en Spec. ,, 14.959.315,28

1

803 7088 71
82
Voorschotten a. h. Rijk ……………..

..14.814.451,88
Munten Muntmateriaal
Munt, Goud …….
f
56.240.025,-
Muntmat.-, Goud .. ,,
525.477.105,53

f
581.717.130,53
Munt, Zilver, enz.. 10.129.680,85 –
Muntmat. Zilver..

Effecten
,,

591.846.811,38

Bel. v.h.Res. fonds .
f
5.981.069,31
id.van
i

v.h. kapit. ,,
3.971.232,39

9.959.301,70
Geb. en Meub. der Bank …………………,

5.000.000,-
Diverse rekeningen .. ..

…………..

47.129.264,63

f
1.084.817.274,26
Pa8siva.
Kapitaal……..-. .. ………………….
f

20.000.000,-
Reservefonds ……………………….

5.999.469,43
Bijzondere reserve ……………….

9.000.000,-
Bankbiljetten in omloop……………

1.010.923.425,-
Bankassignatiën in omloop………..

1.599.946,41
Rek.-Cour. f Het Rijk
f


saldo’s:

Anderen,, 21.837.455,13

21.837.455,13
Diverse rekeningen ………. ……….

15.456.978,29

f
1.084.817.274,26

Beschikbaar metaalsaldo …………….
f

384.379.885,44
Op dg ba8is van
3/
metaaldekking..

,,
177.507.720,13
Minder bedrag aan bankbiljettetilin om-

loop dan waartoe de Bank gerechtigd bi.

1.921.899.425,-

162

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

13
Februari
1924

NED. BANK 11 Februari 1924
(vervolg).
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Bank
ndere
1
Beschikb.
Dek-
Data
Goud
Zilvèr

bilJetten
kchulden
peischb.I
Metaal- Ikings
l
saldo
perc.

11 Febr. ’24
581.717
10.130
1.010.923 23.437
1384.380
57
4

,,

’24
581.713
10.120
1.030.419
23.259
1380.496
56
28 Jan. ’24
581.745
8.752
1.008.309 31.623
381.894
58
21

’24 581.753
8.265
1.018.817
26.995
380.233
56
14

’24
581.762
7.947
1.033.716
28.716
376.595
56

12 Febr. ’23
581.790
7.001
953.107
33.042
390.865
60
13 Febr.
1
22
605.969
6.804
998.965
24.349 407.370
60

25 Juli

’14
162.114
8.228
1

310.437 6.198
43.521
1
)
54

1
Totaal
Hiervan
1
chatkist-
1
Belee-

1
P
p
er
ophet
Diverse
1
Data
bedrag
discont
0
romessen
1
kchtstreeks
ningen

1
buiten-
1reke-
ningen
2)
l
1
land

1.1 Febr. 1924
247.655
57.000
143.804
24.615
47.1:29
4

,,

1924
249.288
53.000
155.671
1
24.310
54.603
28 Jan. 1924
235.770
32.000 149.129
25.094
59.372
21

1923
229.028
20.000
155.694
25.218
66.265
14

1924
240.185
28.000
157.341
24.539 71.708

12 Febr. 1923
195.008
55.000
104.197 71.642 51.282
13 Febr. 1922
201.832
50.000 137.340
57.083 37.584

25 Juli

1914
67.947
14.300
61.686 20.188
509
1)
Op de basis van
2
/5
metaaldekking.

‘) Sluitpost activa.

‘s
RIJKS SCHATKIST.
De Minister van Financiën maakt om,
bekend:

1
4 Febr. 1924
1

II Febr. 1924

dat uitstonden
aan schatkistpromessen
f
359
.
870
.
000,-

f
363
.
000
.
000,-
waarv.directbij Ned.Bk
,, 53.000.000,-
,, 57.000.000,-
aan schatkistbiljetten
,, 179.467.000,-‘
,,180.787.000,-
1

aan zil’verbons

……..
,,

31.955.866,-
,, 32.076.744,50 Tegoed v.d.Postch. en Gdst.
bij’s Rijks Schatkist..,


106
.
558
.
196
,
53
fl,,
106.’558.196,53
Onder de vlottende schuld is begrepen:
Voorsch. aandeKoloniën
,,123.965.511,33
,,127.910.759,55
VoorschotaanGemeente,f
30 November 1923
1
31 December 1923
voor door Rijkvoor hen
,, 83.577.412,99 ,, 81.548.630,25
te heffen Ink. bel astingj
Voorschotaan rek. houders
4 Febr. 1924
11 Febr

1924
v. d. Postch.enGirodst.
74.533.863,34,,_79.581.205,24 In

daggeld]eening tegen
onderp. v. schatk.papier

1)
Waarvan
f
37.056.000 verval
en op of na
1

April 1927.

NEDERLANDSCH.IND SCHE VLOTTENDE SCHULD.
De Minister van Ko oniën maakt bekend:

2 Febr. 1924

9 Febr. 1924

Voorschot uit ‘s Rijks
kas

aan N.-I ………
flO
9
.
479
.
383,66

fl
l5
.
623
.O
28,28

md. Schatk.pron. in omi
79.100.000,-
,,

79.100.000,-
Voorsch.Jav.Bk.aanN..I.
1.200.000,-

.

2.200.000,_

Muntbiljetten in omloop.
40.900.000,- 40.800.000,-
1)
Tegoed van Ned.-lndië bij de Javasche Bank.
JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
De sarnengetrok.’
ken

cijfers

der

laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.

Data
Goud
Zilver
B

k
ije

en
bI


Andere
opeischb.
Beschikb.
metaal

schulden
saldo

9Feb.1924

214.250

264.000

77.500 145.950
2 ,, 1924

209.500

260.000

75.500 142.400
26Jan.1924

214.000

259.500

87.500 144.600

5 Jan. 1924 151.899 1 62.083 263.407 103.615 141.382
29Dec. 1923 156.391
1
62.028 260.293 107.913 145.566

10Feb. 1923 158.585 58.923 263.818 104.542 144.254
11 Feb. 1922 142.654

33.911 275.682

75.096 107.010

25 Juli 1914

22.057
1
31.907

110.172

12.634

4.842
2

I

Wissels, 1

I
Voor-

Dek-
1Divers
Dis-

buiten 1 Belee- schotten i reke-
1
kings- Data

conto’s N.-Ind.
1
ningen
alh.
Gou-1 ningen’)Ipercen-

betaalb.
1

vernem

1 tae

9Feb. 1924

145.080

2.2 08

62
2 ,, 1924

141.550

1.200

**

62
26 Jan. 1924

141.680

6.5008

**

62

5Jan.1924 35.61125.364 86.224 3.904 26.723

58
29 Dec. 1923 35.373 25.073 83.987 3.545

26.606

59

10Feb.1923 35.725 32.613 73.396 12.127 24.151

59
11Feb.1922 36.978 13.565 102.310 3.016′ 36.885

53

25Juli1914 7.259 6.395 47.934 6.446

2.228

44
1)
Sluitpost activa.
2)
Ilasis
21
metaaldekking.
3)
Creditsaldo.
DE SURINAAMSCHE BANK.
Voornasnste posten in duizenden guldens.

Data
Metaal
Circa-

1
latie

1

Andere
opeischb.
schulden
Discont.
IDiv.reke-
ningen’)
12 Jan.

1924..
1.165
1.602
867
1.118 405
5

,,

1924.
.
1.165 1.664
482
1.124
418
29 Dec.

1923..
1.174
1.661
575
1

1.172
573
22

1923..
1.154
1.516
701
1.169
513
15

1923..
1.144
1.671
697 1.169
1

535

13
Jan.

1923..
1.221 1.759
1.034 1.226
1

379

25 Juli

1914..
645
1.100
560
735
396

1) Sluitpost der activa.

BUITENLANDSCHE BANKSTATEN.
BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste posten, onder bijvoeging der Currency Notes, in duizenden ponden sterling.

Currency
Notes
Data
M
etaal
Circulatie
Bedrag
I
Goudd.
Goe. Sec.

6
Febr. 1924
128.081
125.881

30
Jan. 1924
128.079 126.534
279.904 27.000
235.098
23
1924
128.076
125.143
278.914
27.000 234.220
16
1924
128.071
125.158
281.987 27.000
237.689

7
Febr. 1923
127.491
121.481
200.887
27.000 237.768

22
Juli1914140.164
1

29.317
– –

Data
?s:
Oer
1
Reserve
kgks

6Febr.’24
46.797
69.328
15.801
104.198
21.950
18,29
30
Jan. ’24
48.422
69.833
16.248
105.290
21.295
17,52
23
’24
49.942
71.472
13.612 112.430
22.683
17,99
16
’24
48.942
69.639
13.945
109.295
22.663
18,39

7Febr.’23
49.067
65.81
17.895 103.345
24.460
20,17

22
Juli ’14
11.005 33.633 13.735
42.185 29.297
528/
8

‘) vernouu,ng tussenen eçeserve en ueposILs.

DUITSCHE RJJKSBANK.
Voorn,iauiste posten, onder bijvoeging der Darlehens.
kassenscheine, in billiarden (duizenden billioenen) Mark.

Data
Metaal
1

j0′”

1
Waart’.
1
b. Buit!.
1 1
Kassen-

scheine
Circulatie
1
Dek-
1
kings-
circ.bknhl

Iperc.2

23 Jan. ’24
1,4
0,467

10,021
9.082 457.191
2
15

,,

’24
20
0,467

0,021
9.705
478.723
2
7

’24
2,2
0,467

0,021 9.364
490.991
2
31 Dec.

’23
2,4
0,467

0,02
1
9.304 496.507
2

23 Jan. ’23
1,1
1,005

0,050
a

0,373′
1,655
4

23

23 Juli

‘141
1,7
1,357


0,0658
1

1,9

8
93

Wissels
Renten-
Dor!, kas.

bonk-
Rek
sensch.

Totaal
1
Handels-
ö

Schatkist.
cheine
Con
razt”
Tj
1

u’isse!s

1

papier
1
gegeven

637.716 637.716

227.347 1.223.904 9.100

‘ 480.745 480.745

142.315 937.613 9.700

356.026 356.026

175.543 762.105 9.700

322.725 322.725

192.928 623.388 9.400

1,919′

0,557′

1,362′

0,611′ 0,386′

0,7518 0,7518

0,9448


1) Onbelast.
2)
Dekking der circulatie door metaal en Kassensclieine.
3) In milliarden.
4)
In billioetien.
5)
Waart’. in Rentenmark,uitgedrukt in
papierm. op 31 Dec. 15.235 billiard; op 7Jan. 71.821 bill.; op 15 Jan. 185.976
bill.; op 23 Jan.268.546 bill.;
)
Idem: op 31 Dec.75.3OBbill.; op7Jan. 172.372
bill.; op 15Jan. 251.934 bill.; op 23Jan. 376.234 bill.

BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in duizenden francs.

1
Waarvan

Tegoed

Buit. geit’.
Data

Goud

in het

Zilver

in het

voorsch.
Buiten!.
1

Buitenland ajd. Staat

‘7Feb.’24 5.5
4
0.9761 1.864.321 297.152

575.920 23.100.000
31Jan.’24 5.540.899 1.864.321 297.054 575.551 22.800.000
24 ,, ’24 5.540.837 1.864.321 290.973 582.070 22.600.000

8Feb.’23 5.535.581 1.864.345 290.324 598.827 23.400.000

23 Juli ’14 4.104.390 – 639.620 – 1 –

1 Uitge-

B 1

B kb ‘1

Rek. Crt.

Rek.
Wissels

stelde

e ee-

an t –

Parti-

Crt.

Wissels

ningen
I

jetten

culieren

Staat

3.603.582

12.924 2.474.981 39.174.102 2.446.116j 14.881
4.196.994

12.939 2.385.429 38.834.041 2.305.598 40.555
3.668.741

12.938 2.434.610 38.329.145 2.32.129 2.287

2.650.629 26.083 2.121.501 37.409.366 2.292.046 57.537

1.541.9801

769.4001 5.911.9101 942.570400.590

13 Februari 1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

163

BANQUE NATIONALE DE BELGIQUE.

Voornaamste posten in duizenden 1 rancs.

Metaal
Beleen. Beleen.
Binn.
Data
mcl.
van

I

van
1

wissels
Circu-
buiten!.
buit.!.
prom.d.I
en
latie
partic.
saldi
vorder.
provinc.I
beleen.

7 Feb.’24365.102
84.653
480.000
1634.399
7.533.126
173.185
31 Jan.’24I365.223
84.653
480.000
1917.259
7.589.582
192.310
26

‘241365.537
84.653
480.000
1626.099
7.431.349
317.552
17

‘24366.l69
84.653
480.000
1608.379 7.443.789
252.404

8 Feb.
23
1
344
.
920

84.653
1
480.000

773.20316.894.351
148.152

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.

FEDERAL RESERVE BANKS.

Voornaamste posten in duizenden dollars.

Goudvoorraad
F. R.

Data
__________________________
Zilver
Notes in
Totaal Dekking
________
In het
etc.
circu-
___________
bedrag
F. R. Notes buiten!
latie

16 Jan.’24
3.157.119 2.177.679

113.28512.084.320
9

’24
3.130.542
1 2.158.153

106.96512.147.064
2

»

’24
3.083.886
1
2.167.042

87.9842
. 245.230

17 Jan.

’23
3.077.492 2.245.423

136.64512.
2
56.491

Goud-
Â7ji.
Data
Wissels
Totaal
Gestort
Dek-

I

Dek-
Deposito’s
Kapitaal
kings-
kings-
_____________


perc.2)

16 Jan. ’24
826.929
1.999.638
110.302
77,3
1

80,1
9

,,

1
24
926.087
1.983.755
110.506
75,8
1

78,4
2

,,

’24
1.145.068
2.050.798
110.483
71,8
1

73,8

17 Jan. ’23
714.680
1.969.451 107.484
72,8
1

76,1
1)
Verhouding totalen goudvoorrasd tegenover opelschbare
schulden:
F. R.
Notes en netto depoelto.
2)
Verhouding totalen
voorraad inuntmateriaal en wettig betaalmiddel tegenover Idem.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. flES. STELSEL.

Voornaamste posten in duizenden dollai-s.

Aantal
1

Totaal
1
uitgezette
1
Reserve
1
Totaal
Waarvan
Data
banken
1 gelden en
1

bij
de

F. R. banks
1
deoosito’s1

time
deposis
Ibeleggingenl

9 Jan.’24
763
11.930.950
1.430117
1
15.704.897
4.103.985
2

’23
766
12.066.813
1.455.032115.704.897

4.103.985
26 D

’23
Dec.

764
11.934.334
1.378.672115.292.030
4.072.1129

10 Jan. ’23
781
1
.
1
.
47
8.
42
71
1
.
4
7
3
.07
2
1
1
5.496.969 3.715.326

Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.

EFFECTENBEURZEN.

Amsterdam, 11 Februari 1924.

Plotseling nadat gedurende cenige inaandeis het niveau
van het Duitsche betaalmiddel Vrij stabiel is geweest, is in
de achter ons liggende week ccii daling vnu cle Mark inge-
treden, welke niet heeft nagelaten de gemoederen te ver-
ontrusten. Uit den aard der zaak varen het in hoofdzaak
de beurzen van Berlijn en Amsterdam, die onmicictellijk ccii
nerveus voorkomen hebben verkregen, doch, waar tegelij-
kertijcl dc Franc een sterke neiging tot reactie vertoonde,
heeft zich deze stemming ook aan de overige beurs-centra
medegedeeld.
i.niitiddels is weder een zooclanig herstel voel liet Duit-
selte ruilmidclel ingetreclen, (lat het geleden verlies bijna
geheel kon worden ingehaald. Toch is dit niet voldoende ge-
i’eest, om liet wantrouwen in de verdere toekonsst ve ci dc
Bentenmark geheel weg te nemen. Want, hoewel cle reactie
grootendeels werd geregistreerd door cle noteering van de
ilee Mark, terwijl cle noteering van cle Rentenmark een
hooger peil kou behouden, er bestaat een te nauw ver-
1,and tusscheii het interimaire Duitsche ruilmiciclel en de
door de inflatie volkomen bedorven oude valuta, dan dat
een daling van het eerste de laatste otigedeerci zou kunnen
laten. Feitelijk is dan ook de reactie vati de papieleti Mark
iiiet auders geweest clan een daling van cle Renteimiark.
Otiverwac-lit is zij niet gekomen. Reeds hij de oprichting
valt cle Rentenbank is dooi- de deskundigen in Duitschlanci
medegedeeld, dat zij als voorloopige oplossing was gedacht
en hoogstwaarschijnlijk haar hulp slechts effectief tot ulti-
nio Maart zon kunnen verleeneti. Tegen dien tijd hoopte
uien gereed te zijn met cle uitwerking der plannen omtrent
een goudbiljetteti-bauk. Doch liet verloop heeft niet de ge-
wensehte richting ingeslagen. De meeningen van Dr. Schacht
en de buiteulandsche deskundigen liepen uiteen ook de

commissies van onderzoek naar Duitschlatici’s betaalkracht
legden eenige bezwaren in den weg. Het verschuiven van cle
oprichting eener goudbiljetten-batik heeft echter hoogstens
een psychologische uitwerking kunnen hebben – en dat liog
slechts in zeer deskundige kringen – daar de Rentenbank
in ieder geval nog behoorlijk functioneerde. De recente zeer
gioote aanvragen naar buitentandsche betaalmiddeleu, aan-
vragen van dien omvaug, dat de toewijzingen door cle Rijks-
bank voor Sterlingwissels op S Februari slechts 3 pCt. en
Voor clollarwissels slechts 2 pCt. hebben bedragen, hebben
evenwel bewezen, dat ook zuiver economische factoren een
rol spelen bij de bedreiging van het Duitselie ruilmiddel.
Nog steeds schijnt de Duitsche industrie niet doordrongen
te zijn van de noodzakelijkheid zich te moeten acupasseti
11511
cle omstandigheden van de bitincislandsehe kapitaal-
niarkt. 1)eze is, uit den aard dier zaak na ccii tijdperk van
zoo geweldige inflatie, zeer beperkt en buitenlandsche ere-
clieten zullen eerst vei-kregen kunnen worden, nadat een
definitief ruilniidclel, voldoende gestabiliseerd, zal zijn door-
gevoerd. indien echter geen rekening niet deze omstaudig
huden w’ordt gehouden, is de kans niet uitgesloten, dat 1e11-
11aalcleli1k crises iit het vesder bestaati van de Renteubauk
zich zullen voordoen. VOOr alles zullen in Duitsche dieskun-
ctige kringen clati ook vel pogingen worden aangewend,
eenei

zijds
0111
cle industrie van de noodzakelijkheid van be-
])erking te dloorcli-ingen, anderzijds om de beraadslagingen
omtrent den dcliii itieven vorm der gouctbiljetten-baiik
ZO’)
spoedig mogelijk tot een goed einde te brengen.
Overigens is de economische ets fitiaiieieeie toestand van
i)uitsehlallcl in de laatstc weken gedecideerd guhstiger ge..
vorcleu. Uit vcrsehitteiicle takken v;lli industrie komen zeer
bevredigende berichten, terwijl liet Rijk gedurende de maand
Januari slechts een betrekkelijk gering bedrag – nog geen
2 iujllioen gouclmarken – nooclig heeft gehad tot dekking
valt het tekort 01) de staatsuitgaven. Als regel is de beurs
dan ook kalm gestemd geweest, niet uitzondering van de
laatste dagen der week, toen eerst ccii opwaartsehe bewe-
ging iii cie z.g. ,,v alnta”-papieren en daarna een een igszi
IS
onzekere st.enmnii lig overheerscliejud is geweest.

De markt te P a rij s heeft uit den aard der zaak ook
geen gelijkmatig verloop gehad. De daling val) den Franc
is hier niet onopgemerkt voorbij gegaan, hoewel ook vöÖr
diell. tijd reeds een mmumscler opgewekte houding te coust:i-
teeren is geweest, als gevo!g van de debatten, welke de
lelastingvoom-stellen in de Kamiier hebben uitgelokt. Uit dcii
aard dler zaak is hierdoor een zwakke
Plek
ontstaan iii de
verdediging valt den Franc. Ieder uitstel, dat het door-
vc’eren van drastische beschei-ncingsniaatrcgclen uinlergaat,
kan gelijk worden gesteld niet een periode van voortgezette
te hooge uitgaven en al is het in cle laatste weken gelukt
den Franc op een vrijwel omibewogeli peil te houden, men
begreep in Frankrijk zeer wel, dat dit niet liet geval zou
kunnen blijven, iticlieri een besluit omtrent belastimighervor
ming, enz. niet zeer spoedig zon worden genmncn. Thans
is alleen nog slechts aangenomen de machtiging voor cle
regcering om hij decreet verschillende besluiten te nemen
de kwestie dci belastiugverhoogingeu zelve moet nog aan
de orde wordn gesteld. Het is dan ook onwaarschijnlijk,
dat cie reactie van liet Fransche betaalmiddel ccii gevolg
is geweest van de daling van de Mark, hoewel deze wellicht
liet sein er toc kan hebben gegeven.
Merkwaardig mag het wel worden genoemd, cint de pnbl
catie van de jongste cijfers omtrent dcii bintenlancTschmeti
handel valt Frankrijk en omtrent de activiteit
01)
het ge
bied der ijzer- en staal-industrie geen steun aan de Fran-
sc-he valuta hebben verleend. Voor beide zijn cle resultaten
zeer lievredigenci te noemen. Een iniport-salclo van ruim
2 mihliard Fi-anes over 1923 is geenszins verontrustend
eis wordt hoogstwaarschijnlijk volkomen genivelleerci door
dle onzichtbare exporten. De productie-cijfers van ijzer en staal zijn grooter dan die van 191.3. Toch is men in Frank-
rijk teveel cloordrougeis van de waarheid, dat deze zeer gunstige verhoudingen voor een groot deel in het- leven
zijn geroepen dooi de depreciatie van het ruilmiddel, zooclat
het hieruit verkregen voordeel als vrij problematiek wordt
beschouwd.

Te L o is de n heeft de beurs een opgewekter verloop ge-
had, behalve tegen het einde der berichtsweek, toen cle nog
niet opgeloste gesclnllen met cle clokwerkers ccii staking
voor deze arbeidei-s deden vreezen. Overigens echter zijn de
gunstige symptomen sterk overh eerschien cl geweest. 1-loewel
men zich in Engeland geen overdreven voorstellingen vormt
veti de erkenning in rechte der Russische Regeering, heeft
deze handelwijze van liet Labour-ministerie aller goedkeu-
ring wegdragen. Alen is er zich zeer goed van bewust, dat
de concentratie van dcii buitenlandschen handel in handen van liet Sovjetbewincl een groote handicap vormt voor hét
entameereii van export-zakemi. Ook is nien geenszins ge-

164

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

13 Februari 1924

neigd aan de thans reeds sub-rosa geuite aanvragen om een leening te voldoen, doch men ziet in, dat de thans gevolgde
handelwijze de eenig juiste is, om uit cle verstarring te
komen, waarin het Russische probleem langzamerhand was
geraakt.
In verband hiermede stelt men ook in andere opzichteii
vrij groot vertrouwen in het arbeiders-ministerie, hoewel dit
natuurlijk feitelijk zijn kracht en beleid nog zal moeten
bonen.
Te N e
w
Y o r k heeft over het algemeen een opgewekte stemming geheerscht. De gebeurtenissen in Europa wekken hier nog steeds sechts matige belangstelling. Hiertegenover staat de groote invloed, welke de toes’ça.nd van de inheem-
sche industrie op de fondsenmarkt uitoefent. Deze nu kan
nog niet anders dan gunstig worden genoemd. Reeds twee
maanden achtereen heeft de U. S. Steel Corporation een
toeneming der onuitgevoerde orders te aanschouwen gege-
ven. Weliswaar wordt hierbij niet aangegeven, op welke ca-
paciteit de fabrieken hebben gewerkt, zoodat een zuivere
maatstaf in deze toeneming niet is te vinden, doch op de
beurs maakt een dergelijke bekendmaking steeds een gun-
stigen indruk. Dit is ook thans weder het geval geweest. De toestand in de landbouw-districten steekt hierbij wel
zeer sterk af. Verschillende bankinstellingen hebben reeds
hun deuren moeten sluiten in verband met verliezen, ge-
leden door crediet-verstrekking aan de boeren. Thans is een
organisatie opgericht met een kapitaal van $ 10 millioen om,
in samenwerking met de War Finance Corporation de be-
dreigde districten te hulp te komen. Afgewacht dient te
worden of de benarde toestand van vele landbouwers ten
sotte geen invloed op de nijverheid en van hieruit weder
Op
Wallstreet zal gaan uitoefenen.
Te n o ii z e n t is het verloop over het algemeen zeer
vast geweest, met uitzondering van het laatste gedeelte der
berichtsweek, toen heftige dalingen zijn voorgekomen in
verband met cle reactie van de Mark. Op de
beleggings-
markt
heeft deze daling uit den aard der zaak slechts wei-
nig invloed uitgeoefend en waar ook de geldmarkt een vrij
stabiele houding heeft aangenomen, heeft het niveau voor
inheemsche staatsfondsen slechts geringe fluctuaties te
aanschouwen gegeven. Van de buitenlandsche soorten waren
Russen eeuigszius in reactie, na de vrij groote verbetering
van de voorgaande week, terwijl Braziliaansche soorten ge-
zocht waren in verband met de gunstige stemming te Loii-
den.

4 Feb. 8 Feb. 11 Fe
?g
0f

6 oj
Nederland 1922 . . .. 9918/ 100

99u16 +
5

o

,,

1918 ….

8711f

887/

88

4-‘/iG

4%
0/
0

,,

1916 …..88%

875,

87% –
4
0
/0

1916 …. 79

79

78


3%
0
/0

,,

•.
. .
71
I8

72%

738f

+ 1%
3

o

,,

….
6311

63
19
/
32
634


8
/10
2%
o
Cert. N.W. S. …… 53i

535

537/8 + %
7

Io
Oost-Indië 1921
…. 101joi
jo
102

10115/
6

0/

,,

1919

967/p

97

9613/1
– 1/16
5

0/

,,

1915 . . .

92i

9118/
16


Iio
5
°Io
Rusland 1906

6 L4

7%

7% + 1
4
0/
RusI. bij Hope & Co 111/
5

8io/

9I0/ –
10/
16

4

o,io
Japan 1899 ……..64%

648′

64%
5
0/
Brazilië 1895
……49

+
43
8
0
/0
San Paulo 1921..

97

97

97
6 o/ Amsterdam 1920

100% –


7
0
/8
Rotterdam 1920

1017/ 101% 1018/ —%

Zeer krachtige schommelingen heeft de
tebksmarkt
me-
degemaakt. Er waren hier reeds enkele winstnemingen te
constateeren, toen de daling van de Mark de vrees deed
ontstaan, dat Duitschiand op de aanstaande voorjaarsiu-
schrijvingen van Sumatratabak niet in de mate als oor-
spronkelijk was verwacht, als kooper zou optreden. Het
gevolg was een overweldigend aanbod, dat slechts tegen
sterk verlaagde koersen plaatsing heeft kunnen vinden. Op
ae.n laatsten beursdag echter is een zeer aanmerkelijk her-
stel ingetreden.
Ook voor
petroleumaandeelen
is het ver!oop geënerveerd geweest. De vrees op cie beurs van Amsterdam ten aanzien
van een nieuwe débâcle in Duitsehland was zon 4terk, dat
zelfs tegen de richting vaii de buitenlandsche beurzen in
het hoofdfonds hier in ruime mate werd aangeboden. Het
gevolg is geweest een vrij aanmerkelijk nadeelig koersver-
schil. Voor aandeelen Geconsolideerde is de stemming door-
gaans veel kalmer gebleven.
De
rubberafdeeling
daarentegen heeft zich over het alge-
meen goed kunnen handhaven. De zeer gunstige vÔÔr-ver-
koopen, welke in den laatsten tijd weder bekend zijn ge-
worden, gepaard aan de hoopvolle verwachtingen omtrent
bevredigende clividenden hebben omvangrijke aanknopen iii
rubber-aandeelen te voorschijn geroepen, welke een stimu-

leerenden invloed op het koerspeil hebben uitgeoefend.
Suikeraandeelen
hebben niet ten volle beantwoord aan iie
berichten omtrent de jongste suikerverkoopen.
Reeds
uit
oogst 1925

welke nog moet worden geplant

zijn be-
langrijke afdoeningen tot goede prijzen
tot
stand gekomen. Desondanks konden

slechts
enkele
soorten

belangrijk

in
koers stijgen.
De
industrieele markt
was stil en eerder
bom.

4 Feb.
8 Feb.
11 F
e
b.
g
0t
dalin

Amsterdamsche Bank
1283,

126%

2%
[neasso Bank …………
97
98
98%
— 1%
oloniaie Bank ……….
195
197% 2047/8
+
97j

Ned. Handel-Mij. cert.v.aand.
143o/
140%
1407/

2%
Rotterd. Baukvereeniging
99)4

99
34
+ %
Van Berkel’s Patent ……
477/
s

47
44%

35j
Gouda Kaarsen

……….
82%
76 73

9%
Holl.Draad-enKabelfabriek
61
63 66
±
5
A. Jurgens’Ver.Fabr.g.aand.
72% 72%
72)4
—34
,,

,,

,,

pr. aand.
7734
76 76
1%
Leerdam Glasfabrieken ….
32K
31
31%

1
Philips’ Gloeilampenfabriek
280
270%
– –
9%
Vereenigde Blikfabrieken..
106

107
+
1
Vereen.ChemischeFabrieken
5634
– –
Compania Mercantil Argent.
238/
8

27% 27%
+
35j
Cultuur-Mij. d. Vorstenland.
198
195%
199%
+
1%
Handelsver. Amsterdam….
528
521%
527

Handeisverg. Reiss
&
Co….
39


Int. Crediet. en Handelsverg.
Rotterdam

…………
200
207
210
+
10
Linde Teves
&
Stokvis ….
83
8434
84%
+
1%
Redjang Lebong Mijnb.-Mij.
131

130

Gecons. Roll. Petroleum-Mij.
224
218%
223%

Kon. Petroleum-Mij .

……
469
457%
456

13
Phoenix

Oil…………..
92

99
+
Amsterdam.Rubber-Mij ….
165’/
16531
170
+
43f
Kendeng Lemboe

……..
200%
205
209
+
3%
Oost-Java-Rubber-Mij.

.. ..
2501/2

253
256%
+

6
Deli-Batavia Tabak Mij.

-.
370
353
367%

2%
Deli-Maatsehappij

……..
367%
355 362%

5)4
Senembah-Maatschappij

..
328%
309 315

13%

&heepvaartsvaarden
toonden
een opgewekte tendens, voor-
namelijk voor

cle aancleelen der

wilde vaart,

in
verband
met de betere vooruitzichten
voor het
verkeer met
Rusland.

4Feb.
8 Feb.
11 Feb.Rijzing
g0f
dalin
Uolland-Axnerika-Liju
11034
109%
110

34
,,gem.eig
91%
91
91
—34
Hollandsche Stoomboot-Mij
341
34
35
+
1
/8
Java-China-Japan-Lijn
100 104
104%
+
434
Kon. Hollandsche Lloyd
16
168/
16%
+ %
Kon. Ned. Stoomb.-Mij…..
84
88)4
91
+
7
Konink.Paketvaart-Mij.
140
144%
1445/
+ 41/s
Maatschappij Zeevaart
80%
85

+
‘%
Nederl. Scheepvaart-Unie ..
130oj
133%
133
+
25/
Nievelt Goudriaan ……..
115
113%
111
—4
Rotterdamsche Lloyd …….
136
139%
137%
+
1%
Stoomv.-Mij. ,,Nederland”
154%
154%
155%
±
1
,,Noordzee”
327k 343%

35
+- 2i/8

De
.4nserikaansche markt
was vast,
doch

stil.

4Feb. 8Feb. ii Feb Rijzing
01
daling
Americ. Smelting & Refining 67

66

665/ –
Anaconda Copper ……..84%

8234

831i, –
Studebaker Corp. …….. 110%

113%

1137/

+
33

Un. States Steel Corp…..1 13′

114% 115

+ 1if
Atehison Topeka ………. 1091/, 109%

10915/ +
18
/1
Ene ………………..29

28

28’i

– 7/
Southern Pacific ……….95′,,

96

+ 11j
Union Pacific ………… 141i/,

14171
8

1427,

+ 1
Int. Merc. Marine onig. gew. 107/

1015
1

10’i – ‘
ho
pref. 38

36s/
s

3734 —34

De
geldenarkt
bleef vrij ruim; prolongatie noteerde 5%
534 pCt.

GOEDERENHANDEL
GRANEN.
12 Februari 1924.
T a r w e. De groote vraag naar spoedig aankomende tsr-
we heeft ook in de afgeloopen week voortgeduurd, al is
de laatste dagen de belangstelling iets verminderd. Dit is
het gevolg van de wederom zeer groote verschepingen der
afgeloopen week, waardoor men gelooft, dat spoedig het te-
kort aan disponibele tarwe zal verdwijnen. Toch heeft men
met werkelijk een belangrijk tekort te doen, zooals blijkt
uit het cijfer van invoer in Groot-Brittannië de eerste vijf

3
Februari 1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

165

Noteeringen.

Chicago
Buenos Ayres

Data
Tarwe
Mars
Haver
Tarwe
Mars
Lijnzaad
Mei Mei


Mei
Febr. Febr.
Febr.

9 Feb.’24 112s/
8

81% 49%
10,60
10,05
19,90
2

,,

1
24 111k
8011
8

491h

10
3
75
9,85
19,55
9Feb.’23

1217, 76
1
/8
.
45%
11,85
1
)
9,65
1)

19,701)
.9 Feb.
1
22 129%
581f
401/
8

12,90
7,90
21,25
9Feb.’21

169
66%
44%
15,60
9,50
14,85
20Juli’14

82
36% 9,40 5,38
13,70

1)
Per Maart.

Locoprijzen te Rotterdam/Amsterdam.

s
oor ten
11 Febr.
1924
4 Febr.
1924
12 Febr.
1923

Tarwe*
1
12
1
50
12,50
13,15
Rogge (No. 2 Western)
.
•1
10,30 10,10
11,40
Maïs (La

Plate)

……..
2

227,- 922,-
199,-
Gerst(48 Ib. malting)

.
216,-
4
)
213,-
4
)
180,-
Haver (38 ib. white clipp.)
1

10,50
5
)
10,30
5
)
10,60
Lijnkoeken (Noord-Amen-
kavan La Plata-zaad)
1
14,35
14,35
13,70
Lijnzaad (La Plata)

..
. .
460,- 458,- 440,-
*) per 100KG.
2)
per2000KG.
8)
per 1960KG.
‘No.2Hard/RedWinterWheat.
8)
Donaugerst.
5
)Canada No. 3.

AANVOEREN in tons van 1000 KG.

Rotterdam

Amsterdam

Totaal
Artikelen

3/9 Febr.

Sedert

Overeenk.

3/9 Febr.

Sedert

1
Overeenk.

1923
1

1924

1 Jan. 1924

tijdvak 1923

1924

1Jan. 1924
1
tijdvak 1923

15.769
62.823
115.219
Tarwe ……………..
Rogge ……………..
9.311
47.836
65.174
Boekweit …………..1.400
4.801
1.338
Mais

……………..
..2
J.925
80.108 92.147
Gerst ……………..
4.438
27.848
19.586 4.411
27.033
10.040 7.209

.

9.710
12.075
Haver

……………..
.

3.075
14.249
26.356
Lijnzaad ……………
Lijnkoek ……………
4.923 21.816 9.320
Tarwemeel ………….
Andere meelsoorten
. . .
154 770

204

weken van het nieuwe jaar, dat volgens cle Loudon Gram,
Seed and Oil Reporter 1.344.440 qrs. bedraagt tegen
2.513.583 qrs. verleden jaar. Hierbij moet men nog in aan-merking nemen, dat de aanvoer van binnenlandsche ta.rwe
in Engeland aanzienlijk kleiner is dan een jaar geleden en
ook dan normaal. Deze vermindering wordt toegeschreven
aan het terughouden van tarwe door de boeren, clie aan een verdere verhooging der prijzen gelooven en aan het
gebruik van inlnndsche tarwe voor kippenvoer etc., in ver-
band met de zeer hooge prijzen van voedergranen. Dit laat-
ste zal wel de hoofdoorzaak zijn en ongetwijfeld doet hetzelf-de verschijnsel zich voor in verschillende Continentale mark-
ten. Het verbruik van tarwe in Europa is in de eerste
helft van het oogstjaar aanzienlijk grooter geweest, dan
door vakbladen geschat werd en die lage schattingen van
het verbruik in verband met den zeer grooten overvloed in
de exportlanden is wel een van de oorzaken geweest van
een te veel terughouden van den Europeeschen consument.
Niettegenstaande de groofere verschepingen naar Europa,
vergeleken bij een jaar geleden, zijn toch ongetwijfeld de
voorraden kleiner en als, evenals verleden jaar gedurenda
de tweede helft van het oogstjaar, de invoer in Europa groo-
ter zal zijn dan in de eerste helft, clan zal dat groote sur-
plus in de exportianden niet zoo zeer op de markt drukken,
als men aanvankelijk vermoed had, om de eenvoudige reden,
dat het niet abnormaal groot zal zijn. Te minder, omdat de
niet-Europeesche importlanden voortgaan zeer groote hoe-
veelheden tot zich te trekken.
Als de London Gram, Seed and 011 Reporter toch nog
een surplus van 33.000.000 qrs. (ca. 6.650.000 tons) be-
cijfert, dan moet men daarbij wel in aanmerking nemen, dat
liet geheele geschatte exportsaldo van Argentinië en Austra-
lië hierbij genomen is, terwijl toch een belangrijk deel op
31 Juli onverscheept zal zijn.
Wij schreven hierboven over de groote verschepingen van
deze week. Evenals de week tevoren stond Argentinië bove,,-
aan. De vraag voor deze tarwe was vooral op het Conti-
nent groot, doch ook Engeland kocht verschillende ladin-
gen. Daarnaast werden in de Engelsche markt veel zaken
afgesloten in Australische tarwe. Ook van dit land waren
de verschepingen ruim, zoowel naar Europa als naar het
Verre Oosten. De berichten over den huidigen oogst blijven
goed,. zoodat de opbrengst wel dicht bij de hoogste ramingen
zal zijn.
Natuurlijk blijft ook Manitoba-tarwe sterk de aandacht
trekken, al neemt deze soort niet meer die overwegende
plaats in van eenige weken geleden.
De weerberichten waren in de meeste landen tamelijk
gunstig; alleen klaagt Noord-Amerika over te groote af-
wisseling van vorst en dooi, hetgeen slecht voor de winter-
tarwe zou zijn.
Over de ,,maatregelen” om de Amenikaansche boeren te
helpen weinig nieuws. Waarschijnlijk zullen de invoerrech-
ten nog verhoogd worden, een maatregel waarvan liet succes
dubieus is, aangezien in een normaal jaar de Vereenigde
Staten toch moeten exporteeren, zooclat de prijzen clan toch


635
6.262
63.458
121.481

1.725

49.561
65.174
– –

4.801 1.338
4.720
11.813
19.101
91.921
111.248
15
8.075
3.360
35.923
22.946


228
27.033
10.268 1.376
4.926
8.354
14.636
20.429
450 450

14.699
26.356

410
2.617
22.226
11.973

– –
770
204

bepaald worden door de prijzen der wereldmarkt.
De verschepingen van r o g ge namen alleen wat toe van
de Vereenigde Staten. Rusland venscheepte zeer weinig. De
vraag op het Contii,ent (o.a. in Nederland) bleef goed en de
prijzen liepen in de meeste markten op.
M a 1 s. De toestand is vrijwel ongewijzigd, alleen liepen
de prijzen voor dadelijk leverbai-e en stoomende partijen nog
verder op. Onder invloed van het groote pnjsverschil met
nieuwe oogstposities van La Platamaïs sprong er in En-geland een groote vraag naar deze laatste soort op voor-
April/Mal en latere af ladingen. Een groot aantal ladingen werd verkocht, maar nadat aanvankelijk de Argentijnsehe
priizen wat verhoogd w’erden, brokkelden ze toch na eenige
dagen weer af, zoodat de speculatieve inkoopen voorloopig
althans nog geen winst laten. Ook in andere markten be-
stond er

attentie voor nieuwen oogst Plata.maïs, maar ook
daar is de belangstelling met den teruggang der prijzen
wederom oenigszins geluwd.
De Donau kan nog steeds niet verschepen, maar offertes
voor Maart en eerste helft Apnil-afladingen zijn er dage-lijks. Ook Rusland bood een en ander voor deze aflading
aan, terwijl voor zeer spoedige af lading Bulgarije nog wel
iets te koop heeft. De prijzen voor deze posities zijn even-
wel zeer hoog.

Ook Amenikaansche maïs werd meer naar Europa ver-
handeld, nu de Europeesche markten zoo gestegen zijn. In
Amerika zelf daalden de prijzen niet en waar de voorraden
aan cle zeehavens zeer gering zijn, moesten er wel heel
hooge prijzen betaald worden. Onze markt kocht dagelijks
Amenikaansche maIs, waarvan een niet onbelangrijk ge-
deelte via Antwerpen te verschepen, aangezien de vrach-
ten naar Antwerpen speciaal van de Golihavens zeer aan-
zienlijk lager dan naar Rotterdam waren. Hamburg en- Bremen konden nog niet mede; ofschoon
de voorraden daar niet groot ivanen, waren ze blijkbaar nog
te groot voor de financieele draagkracht van cle plaatse-
lijke handelaren. De verschillen met de prijzen in andere
markten waren van dien aard, dat veel zaken voor her-
venscheping mogelijk waren. Daai nu natuurlijk geen
nieuwe importzaken naar de Noonci-Duitsche ‘havens moge-
lijk zijn, moet men zich niet verwondenen, als het te veel
binnenkort weer voor een tekort zal plaats maken.
Voor ge rs t is de positie vrijwel gelijk aan die voor
mais, behalve dat dit artikel voor latere termijnen niet tot
lage prijzen wordt aangeboden. Rusland verscheept weinig
en de Donau vrijwel niets, maan naast een grootere ver-
scheping van Argentinië trekt vooral een belangrijke ve,–
seheping van Bnitseh-Iudië de aandacht.
II
a v e r kan nog steeds niet in cle algemeene willige
stemming deelen. In Duitsehland is er sprake van ophef-
fing van het exportverbod voor deze graansoort, wat even-
tueel den toestand voor de andere markten niet zou ver-
beteren.
L ij n z a a d. Ten gevolge van levendige vraag van olie
tot stijgende prijzen, bleef Europa voortdurend kooper en

166

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

13 Februari 1924

dâar ook Amerika kocht, bleef Argentinië zeer vast. De
verschepingen zijn zeer groot en niettegenstaande dat, is
de voorraad nog toegenomen, zoodat alles op een zeer
grooten oogst duidt. Later begon de oliemarkt in Europa
te waukelen en ten gevolge daarvan trokken de olieslagers zich als koopers terug.

SUIKER.
In A m e r ik a fluctueerde de markt deze week sterk
ten gevolge van liquidaties van winstnemende haussiers. Aan het slot echter hadden prijzen zich weer geheel her-
steld en toonden zelfs een avans, vergeleken bij de opening.
De openings- en slotnoteeringen met daartusshen het
laagste punt waren voor Spot Centrifugals en
01)
de ter-
mijnmarkt respectievelijk als volgt: Spot Centrifugals 7.2.8/
7.1 6/7.41; Maart 5.53/5.35/5.66; Mei 5.63/5.38/5.68; Juli
568/5.42/5.73; September 5.72/5.4315.73. Raffinadeurs koch-
ten nog steeds alles, wat aangeboden werd en kwamen be-
langrijke transacties in Cubasuiker voor prompte en Fe-
bruari/Maart verscheping tot stand tot prijzen opklimmen-
de van 5.12% dc. tot 5% d.c. e.i.f. New York.
De laatste C uh a-statistiek is als volgt:

1924.

1923

1922

Tons

Tons

Tons

Weekontvangsten 2 Febr. ’24 156.584

165.526

96.283
Tot., sedert 1 Dec.’23_2 Feb. ’24 607.848 660.912 280.062
Aantal werkende fabrieken . .

165

164

140
Weekexport 2 Febr. ’24 ….

100.739

80.835

48.403
Tot. sedert 1 Jan.’24-2 Febr.’24 367.226 387.677 116.396
Totale voorraad op 2 Febr. ’24 240.622 274.135 770.275
In E n ge 1 a n cl blijft de vraag naar prompte geraff i-
neerde suiker bestaan en verhoogden raffinacleurs hunne
prijzen voor alle posities met totaal 5h. 1/-. Zij kochten o.a.
96
0
Perusuiker voor prompte verscheping tot 8h. 29/3 c.i.f.
Engeland.
Op J a
v
a kwamen verdere afdoeningen iii oogst 1924
tot stand tot
f
16.50 en daarna
f
17.- voor Superieur.
Ook werden de eerste transacties uit oogst 1925 gemeld,
op basis van
f
16.- voor Superieur en
f
15.- voor No. 16
en hooger en Muscovados, waartoe belangrijke kwantiteiten
voor levering April/Mei/Juni 1925 afgesloten werden. Het
eigenaardige feit doet zich dus voor, dat op het oogenblik
Javasuiker uit 3 verschillende oogstjaren verhandeld wordt.
De waarde van disponibele suiker (oogst 1923) is veer tot
boven
f
22.- geklomnien.
H i e r t e 1 a n d e opende de markt vast en reageerde
betrekkelijk weinig op de daling in Amerika. De openings-
prijzen waren ongeveer
f
35% voor Maart/Mei;
f
32%
voor Augustus en
f
28% voor December, waarna de notee-
ringen door winstneming ongeveer
f
0.50 over alle
poal-
ties daalden. De ondertoon bleef echter vast en konden
prijzen zelfs weer verbeteren, zoodat de markt op onge-
veer
f ‘4
lagere prijzen dan bij opening sloot. De omzet op
de termijnmarkt bedroeg de afgeloopen week pim. 10.000
toils.
NOTEERINGEN.

Londen
New York
1
White Java’s
1

.Cuba’s
Amster-
96pCt.
Data
dam per
Tatesl
f.o.b. per
96pCt. c.i.f. Centri-

Meiljuni
Febr.jMaart
Maart
Cubesl
No.
11
fugals

Sh. Sh. Sh.
$
ets.
7 Febr.’24
f357/b
6419
28f_
29/_
7,16
31 Jan. ’24
,,33
1
I/
63/9
271_
27/6
6,91
7 Febr.’23
,,26 56/9
20/6
19/-.
5,78
7Febr.’22
,,21
51/3
17/3 11/9
3,70
4Juli

14,,11
18
/
82

18/_
– –
3,26

KATOEN.
De vaste stemming heeft zich in prijzen van Amerikaan-
sche katoen kunnen’ handhaven en noteeringen zijn ten
slotte iets hooger, zoodat Maart gisteren in Liverpool op
19.87 was gekomen. Daarna heeft weer een kleine reactie
plaats gehad, doci verkoopen zijn deze week vrij belang-
rijk geweest. Zoowel Engeland als het Vasteland hebben
tot nu toe meer kunnen afnemen dan verleden jaar. in
Egyptische soorten gaat weinig om en de verkoopen zijn
nog steeds niet groot, terwijl men uit de ontvangsten zou
concludeeren, dat de oogst ten slotte iets grooter zal uit-
vallen clan het cijfer waarop deze door de Regeering wordt
geschat.
Prijzen van Amerikaansche garens zijn van
5%
d. tot

5%
d. hooger maar voor spinners is het heel moeilijk deze
verhooging door te voeren. Er gaat weinig om en de meeste
biedingen zijn van dien aard, dat deze groote verliezen
voor Spinners zouden meebrengen. Voor Madras gaat iets

om in 40cr mule, terwijl de biedingen voor Calcutta voor
ruwe en geverfde garens in de meeste gevallen veel te laag
zijn. In getvijnde garens zijn enkele orders geplaatst voor
het binnenland en cie kantfabrieken hebben daarin enkele
belangrijke contracten gesloten. Ook voor het buitenland heeft men 32/2 en 40/2 gekocht, ter’ijl voor Bombay ver-schillende orders in de nummers 3012 tot 60/2 zijn afge-
sloten. Egyptischie garens zijn wat lger en hoewel hierin
enkele orders voor Indië zijn geboekt gaat er over het
algemeen niet veel om. Calcutta vraagt naar 701100er,
maar de biedingen zijn in de meeste gevallen veel te lang. Wel vermeldt men, dat over het algemeen meer garens op
oude contracten worden afgenomen, zoodat het verbruik
in de weverijen eeuigszins schijnt toegenomen te zijn. Met de pogingen om de productie van de Amerikaansche .spin.
nerijen te contrôleeren, schiet het nog niet hard op. Er
komen moeilijkheden van alle kanten en het zal zeker heel wat tijd en geduld eischeu, voor men een oplossing voor al
deze moeilijkheden zal hebben gevonden.
In de doekmarkt is weinig verandering te vermelden.
Prijzen zijn vaster maar de overzeesche markten volgen
deze hoogere prijzen niet, zoodat het steeds moeilijker wordt
tot zaken te komen. Wel zijn er veel aanvragen aan de markt maar uit Indië komen minder biedingen binnen.
Te Calcutta schijnt men het voorloopig eens weer te willen
aanzien en de meeste aanvragen, die nog komen zijn van Bombay en Maclra.s. De belangstelling van China is wat minder, hoofdzakelijk in verband met de nieuwjaarsfees
ten. Over het algemeen gaat er in manufacturen ook weinig
om en voor fabrikanten is het dikwijls zeer moeilijk zaken
af te slditen, vooral ook omdat spinners zeer vasthoudend
zijn gestemd. Alleen voor zeer vlugge levering kan men
nog wel behoorlijke prijzen maken, doch over het algemeen
is er een gebrek aan vertrouwen in de tegenwoordige kost-
prijzen, hetgeen ook wel eenigszins te begrijpen is.

30 Jan. 6 Feb. Oost.koeraen, 29Jan. 5Feb.
Liverpoolnoteeringen.

T.T.op Indië

1/5

1/5
F.G.F.Sakellarides 23,30 23,30 T.T. op Hongkong2/4

1)
G.F. No. 1 Oomra 13,00 13,15 T.T.op Shanghai 314

313718
1)
Feestdag.

2oteering voor Loco-Katoen.

(Middling tjplands.)

8 Febr.
I
1
Febr.

25Jan.
1
8 Febr.
1
8 Febr.
1924

1924

1924

1923

1922

New York voor
Middling… 33,50 c 34,- c 33,45 c 27,85 e 17,40e
New Orleans
voor Middling 33,38 c 33,63 c 33,50 c 28,50e 15,75 c
Liverpool voor
Fy Middl. .. 19,39 d
1
19,67 d 19,81 d 15,83 d
1
9,61 d

Ontvangsten in- en uitvoeren van Amerikaansche havens.
(In dulzendtallen balen). *)

1 Aug.’23 Overeenkomstige periode
tot
8Febr.’24
1
1922-23

1
1921-22

Ontvangsten Gulf-Havens.
Atlant.Havens
5.545
4.701
4.066

UitvoernaarGr.Brittannië
1.390 1.088
.
956
‘tVasteland.
2.179
1.965
1.890
Japan

….
443
369
688

Voorraden.
(Induizendtallen balen).
*)

Overeenkomstig
tijdstip
8 Febr. ’24
1923 1922

877
888
1.127 891
1.079
1.431
Amerik. havens ………..




Binnenland ……………
NewYork

……………
– – –
New Orleans ………….
Liverpool

…………….
540 459 580

KOFFIE.
(Mededeeling van de Makelaars G. Duuring & Zoon, Kolff & Witkamp, Leonard Jacobson & Zonen en G. Bijdeudijk.)

Noteeringen en voorraden.

Rio

Santos
Data

Wisselkoers

Voorraad
Prijs

Voorraad
1
Prijs

No.7

1No.4

9 Febr. 1924

158.000
1
22.275641.000
1
25.500

6
7
/8
2 ,,

1924

225.000
1
20.300 774.000 25.000

6/
26 Jan. 1924

282.000 119.750 754.000 125.000

6ai

9 Febr. 1923 1.325.000 21.650 2.095.000 23.600

581
182

13 Februari 1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

167

Ontvangsten.


Rio
Santos
Data
Afgeloopen
Sedert
Afgeloopen
Sedert
week
1Juli
week
1Juli

9 Febr. 1924….
42.000
2.538.000
212.000 6.267.000
9 Febr. 1923….
48.000
2.087.000
183.000
4.936.000

Statistiek der firma G. Duuring & Zoon.

Zichtbare voorraad op 1 Februari 1924 in duizenden balen.

1924

1923 1922 1921 1920

Voorraad in Europa.. 1.340 2.122 1.740 2.000 2.308

Stoomend JBrazilië ..

776

631

901

480

620

n. Europa Oost-Indië.

37

11

28

2.153 2.764 2.669

2:480
2.928

Voorraad Ver. •Staten

662

820 1.386 1.647 1.322
Stoomend
naar

,Brazilië ..

426

582

438

712

444
Ver.Statenj

3.241

4.166 4.493 4.839 4.694

Voorraad in Rio . . .

228 1.349 1.896

421

369

Santos.

705 2.199 2.847 3.479 4.227
Bahia

46

25

53

38

19

Totaal …..4.220

7.739

9.289

8.777

9.309

Op 1 Januari …….4.467

7.980

9.403

8.765

9.870

1923 1922 1921

1920 1919

Op 1 juli ……….5.340

8.639

8.706

6.750 10.336

NEDERLANDSCH-INDISCHE THEE.

(Opgave Pakhuismeesteren van de Thee.)

(Herleid tot 1/1 Kisten.)

Voorraad 31 December 1923 ……….40.058
Sedert aangevoerd ………………..23.818

63.876
Sedert afgeleverd…………………21.593

Voorraad heden …………………42.283

Waarvan in de eerste hand …………

12.614

Amsterdam, 31 Januari 1924.

KAPOK.

(Opgave van de Makelaars Gebrs. van der Vies, Amsterdam.)

Kapokstatistiek op 31
Januari
1924.

Voorr.

Aanv. Verk

Voorr.
Importeurs:

1 Jan.
tot tot

op
1924
31 Jan.
31 Jan.

31 Jan.

It. G. Th. Crone ………


335 335


Edgar
&
Co…………..

313 313


Van Eeghen & Co ……..


154 154


N.V. Haijdel en Cultuur Mij.
v/h. Smidt
&
Amesz q.q.
Edgar

&

Co’s

Handel
Mij.

Soerabaja

……..
115
714 580 249
Landb. Mij. ,,Geboegan”.

88
62
26
Maintz Producten Handel

58
58

Mirandolle,Voûte & Co.
311 1551
1371
491
Wm. H. Muller
&
Co…..

271

271
Ned. Kolon. Handelsvereen

420 420

Weise&Co …………..
33


33
Order ……………….

1970 1970

459
5874
5263
1070

1
RUBBER.
De stemming bleef in de afgeloopen week tamelijk onver-
anderd. Slecht kleine fluctuatie’s in de prijzen vonden plaats.
De slotnoteeringen zijn:

einde voorafgaande week:
Smoked Sheets Februari

73 ct . …………. 73 ct.
Febr.jMrt

73

,.

…………. 73
April/Juni 75

,,

………….74
Prima Crêpe

Februari

73 ,,

.- …………73
Febr./Mrt

73

..

………….. 73%

April/Juni 75

..

…………. 74

12 Februari 1924.

COPRA.
De markt was gedurende de afgeloopen week flauw gestemd,
met vrij veel aanbod, terwijl consumenten nagenoeg niet
kochten.

De noteeringen zijn:

Nederl. md. f.m.s. November/Januari

35,-.-

December/Februari

34j
Januari/Maart

34
October/December af 1.
f
35
11 Februari 1924.

STEENKOLEN.
De zaken op de kolenmarkt zijn, ten gevolge van de laat.
ste spoorwegstaking in Engeland, nog niet tot hun gewoneii
gang teruggekeerd en dat de prijzen zoo hoog kunnen blijven
als ze zijn, is voor een gedeelte te wijten aan de vrees, die
veleii koesteren, dat er een transportwerkersstaking en, tegen
1 April as., ook nog een mijnwerkersstakiug voor de deur
staat. In Westfalen komt de productie hoe langer hoe meer
op gang en de alles beheerschencie vraag aldaar is: zal de
overeenkomst met cle Micurn worden geconti nueerd?

Do prijzen zijn als volgt:

Northiimberland Ongezeefcle

f
16.25
Durha.m Ongezeefde

……………, 17.-
Cardiff Ongezeefde

…………..

..19.-
Schotsclie Gezeef cle ………………16.50
Westfaalsche Vetförder …………..17.25
Vetstukken

…………19.25

Smeeuootjes ……….

18.75

Gasvlamförder ……..

,, 17.25
Gietcokes

…………..29.25

Alles per ton van 1000 KG., franco station Rotterdanij
Amsterdam. Markt on regelmatig.
12 Februari 1924.

METALEN.
Loco-Noteeringen te Londen:

Data
Koper
Stan-
daard

Koper
Electro-
Tin
lytisch

Lood
Zink

11 Febr. 1924..
62.10/_
67.5/_
266.216
34._1_
36.2/6
4

,,

1924..
60.12/6 65.17/6
251.7/6
32.17/6
35.2/6
28 Jan. 1924..
62.51_
68.5/_
249._f_
32._/_
35.5/
21

,,

1924..
61.7/6
67.10/_
255.5/
32.2/6 35.12/6
12 Febr. 1923..
65.15/_ 72.15/_
186.2/6
28.7/6 35.2/6
20 Juli 1914..
61._1_
145.15/_ 19._/_
21.10/_
VERKEERS WEZEN.

VRACHTENMARKT.
Over het algemeen zijn de vrachten vast en speiaal van
La Plata. Vandaar is een zeer groot aantal booten op-
genomen voor diverse posities tegen aanzienlijk hoogere
vrachten; ook is gedurende de laatste dagen een rjzing
ontstaan in de vrachten van de Zwarte Zee, welke tot nu
toe op het peil van December waren gebleven. De vrach-
ten van Noord-Amerika naar hier zijn ook iets opgeloopen. Wat Noord-Amerika aangaat is een boot bevracht van de
Northern Range naar U. K./Cont. tegen 4/. per quarter
20 Febr.-10 Maart ligdagen en van Hampton Roads is
voor steenkolen betaald voor een Maart-boot. Van de
(u1f naar La Plata is ruimte opgenomen voor pitchpine
tegen 150/- en 152/6 per std., terwijl van de Westkust van
Noord.Amerika booten bevracht zijn naar U. K./Cont.
tegen 40/- voor Maart-aflading. De vraag voor ruimte naar
Japan is nu reeds aanzienlijk minder en bevrachtingen
vonden niet plaats.
Zooals reeds gezegd, waren de afsluitingen van La Plata
zeer groot; voor prompte booten kpn 35/. en zelfs 37/6
worden bedongen, terwijl thans voor micldelmatig groote
Maart-booten 301. is te krijgen en voor grootere booten,
welke in dezelfde positie zijn 29/-. Voor April daarentegen
is niet hooger dan tegen 2616 af te sluiten. Van de nitraat-
havens vonden geen bevrachtingen plaats.
Er werden meerdere booten met kolen hevracht van Zuid-
Afrika naar het Oosten, ni. tegen 16/3 naar Aden en tegen
15/. naar Bombay, resp. voor Maart- en Februari-aflading.
Ook de vrachten van Voor-Indië zijn iets opgeloopea.
Er is een boot algesloten tegen 301- en eenige tegen 28/-
van Bombay en dead weight.
De vrachten van de Zwarte Zee zijn opgeloopen tot 15/-
naar Rotterdam, direct met 3 Maart cancelling en 13/6
naar West-Italië voor Februari/Maart-af lading.
Van Alexandrië is niet meer dan 10/6 te beclingen per
60 kub. voet naar Hull of Londen.
Wat de uitgaande vrachten van Engeland betreft, kan
opgemerkt worden, dat deze ook vast zijn en speciaal naar
de Middellandsche Zee en naar La Plata. Naar Genua is
111. betaald en naar Port Saici ook 11/-, beide voor prompte

168

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

13 Februari 1924

IJMUIDEN.

1

Januari 1924

Januari 1923
Landen van
1
herkomst

Aantal
1
N.R.T.

Aantal
t
N.R.T.
schepen

schepen
1

4-9 Febr.

1924I


114/11
2
1
14

l
3/9

1
2714

1
27/4
28 J._2 Feb. 19241

1
14
/
1

I
14
319

1
2711

1
27/1
5-10 Febr. 19231

t
17/_
sj

ii

8

216

1
22141

1

22141
6-11 Febr. 19221

1

16

8

4/3
1
33/9
1

3319

Juli 19141
11 d.
1

7/3

1
1/113.(
1/113
12/_
121..

KOLEN.
Cardiff
Oostk. Engeland

Data
Bordeaux1
1
Genua
La
Plata
dam
Rotter-IGothen-
burg
Rivier

4-9 Febr.

’24
5/3
11/_
1017K
13110
4110k 7/9
28 J.-2 Feb. ’24
511 911
1011
12/6
4/10k

5-10 Febr. ’23
516
1017
11/3
141
5/6
6110
6-11 Febr. ’22
7/_
13/3 15/6
1316
613
91_
Juli 1914
fr. 7,-
71_
713
14/6
3/2
4/-

DIVERSEN.

D ata
West
Europa
(d.w.)

West
Europo
(r
ij
st)

stock
West
Europa

West
Europa
(salpeter)

4-9 Februari

1924..

2916
3316
33/9
27/6
98 Jan._2 Febr. 1924.

29/
3613
33/9 27/6
5-10 Februari 1923..

231_
27/6
32/6
351_
6.11 Februari 1922..

– –


Juli

1914..

1416
16/3
25/_
22/3

1)
$
per ton kolen.
2)
Per ton d.w.’
8)
Am. cents per
100 lbs.
4)
15/3 per toii d.y. Vrij laden en stuwen.
Graan Petrograd per quarter van 496 it,s.
zwaar, Odcs8a per
unit, ‘Ver. Staten per quarter van 480 lbs. zwaar.
Overige noteeringn per ton van
1015
KG.

RIJN VAART.
Week van 3-9′ Februari 1924.
De aanvoeren Van zeezijde waren zeer gering.
Hoewel de beschikbare scheepsruimte zeer schaarsch was, kon er aan de behoefte voldaan worden. Evenals in de voor-
afgaande week sleepten vele schepen leeg naar de Ruhr.
De daghuur voor groote schepen om in de Ru’hr te laden
bedroeg 2-2y4 ct., voor kanaalsehepen werd gemiddeld
2Y2 ct. betaald: .
De waterstand bleef in iie tweede helft der veekwassend.’
Naar den Bovenrijn kon op vollën diepgang afgeladen wor-
den, naar den Bovenrijn moest eenigszins beperkt afgeladen
worden.
Het sleeploon varieerde tusschen het 55 en 60 ets. tarief.

INKLARINGEN.

DELFZIJL.

Januari 1924
Januari 1923
Landen van
herkomst
Aantal

N.R.T.

schepen
Aantal

N.R.T.
schepen

Binnenl. Havens


1
207
Groot-Brittannië
1
2.726
4
2.262
Duitchland ..
5
4.733
5
7.105
Litthauen
1
338


Zweden ……..
– ,

5
749
Denemarken


2
644

7
7.797
17
10.967
Totaal
. . . .

Nationaliteit

..2
Nederlandsche
3
430
10
8.948
Britsche
6.831
1
806
Duitsthe
2
536
5
1.006
Zweedsche


1
207

Totaal ….
7
7.797
17
1

10.967

(A.
van Dijk.)

Binneni. havens
8
9.24
6
14
13.099
Groot-Brittannië
98
69.206
121
78.621
Duitschland
43
71.154
34
38.918
Noorwege»
3
1.069
4
2.071
Zweden
6
2.088
10
4.702
Denemarken
6
4.043
6
2.267
Rusl._Oostz.hav.



1
1.797
Finland
8
4.787
5
3.243
België.

……..
10
11.144
4
1.568
Frankrijk
8
4.824
8
4.120
Spanje ………
9.092
5
3.762
Portugal
2

.

1.699
3
2.079
2.164
1
976
Levant
2
2.765
3
2.693
Rusl._ZwarteZee
2

.10

5.061

Italië ………..2

Roernenië,Bulg
– –
1
1.625
And. Midd. Zeeh
7
11.537
2
3.468
Senegal, Dakar
– –
3
4.541
Ov.Westk.Afrika
4
8.495
3
5.347
Voor-Indië

. . .
1
5.218


Ned. Oost-Indië
12
50.745
11
43.923
And. Aziat. hav.



2
10.588
Vereen. Staten
4
16.581
6
20.523
Midden-Amerika
3
4.497


Ned. West-In dië-
Ned. Antillen
2
3.681
5
9.716
Argent., Urug..
5
26.346
5
18.198
Chili

………..
3
8.105
1
1.989

Totaal …. I

.249

I 333.546 II

258

I 279.834

Periode 1 Jan.-
31 Januari’).
. .
249
333.546
258
279.834

Nationaliteit

Nederlandsche
132
214.849
124
159.938
Britsche
49
47.464
62
51.901
41
36.148
43
33.798
Noorsche
10
5.823
12
7.592
Fransche


4
2.479

Duitsche ………

Zweedsche
9
4.654
7
,
3.811
Deensche
2
5.742
1
524
Vereen. Staten
3
13.958
3
11.021
Andere
3
4.908.
2
8.770

Totaal

….
249
333.546 258
.
279.834
1)
1918, 181 schepen
rnet200.208
N.
R.
T.


(Vereenigde
Scheepsagenturen
van
Ea’lverhout
&
Zwart
en Zurmühlen
&
Co.)

Nationaliteit

I I

Nederlandsche

1
f31
1255.600
257.942
1
15
1

11.109

1
1
Britsche
…….1
5
1

30.864

1
1
9.825.
Duitsche
…….1
2
962

1
5
1

4.857
Noorsche

……1
2

.
t

532

1

1


Belgische

……
4
1

‘2.264

1
6
1

2.736

belading. Voor een prompte boot naar La Plata down river
is een boot tegen 1416 afgesloten.
Voor Maart-verschepingen waren de reeders gereserveerd,
daar zij liever afwachten of een staking in de Engelsche
havens al of niet zal uitbreken.
12 Februari 1924.

GRAAN.

Ati. Kust

San Lorenzo
Petro- Odessa

Ver. Staten
grad Rotter-
Data

Londen1 dam Rotter-
1
Bristol Rotter-
I
Enge-
IR’dam

dam
1
kanaal dam

land

VLISSINGEN.

Januari 1924

Januari 1923
Landen van herkomst

Aantal

M8.

Aantal
schepen

schepen

Groot.Brittannie

35

285.150

30.

264.425
België

1

1.314

1

492
Italië’)

4

1.154

. 1

2.080
Levant
2)

13

8.363

Rusl.-Zwarte Z.
2
)19

13.713

Totaal….

59

301.331

47

275.360

Totaal …. I

59

I 301.331 II

47

I 275.360

‘) Bijleggers.
2
)
Sleepbooten. (Barend Stofkoper & Co.)

Auteur