0 JANUARI 191),
0
AUTEURSRECHT VOOROBRHOUDEN.
Economi”sch,,Statis
–
tische
Berichten
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL. NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART
UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
9E
JAARGANG
WOENSDAG
9 JANUARI 1924
No. 419
INHOUD
B1z.
Verplichte Meting en Immatriculat.ie door
.1Ii.
G.
van
Slooten iIzu. ………. …….. ………………
2h
De economische ontwikkeling van Sov,jet..Riislancl
1
Algemeen Overzicht door
I)r. S. MiUner …………27
Verkoop van djatihout in gemengd hcdrijî. Een hout-
handelstrust
op
Java door
Ir.
A.
Eîioot ho/T ………
31
Aandeelhouders in Naamlooze Vennootschappen van
Verzekering door
Mr.
II. R. ii. EIi’uI;
C1iflUr?1ia1I ..
32
Een jaarbeurs in indië door
Mr.
A .
I. J.
S’ivioii
‘I’/ioi,,o,s’
34
RIJITENUANOSCHE ME1)EWERKING
De economische ontwikkeling van de Vt’anschKo10-niën door
Prof. Jiertruiid ?Voquro …………..
35
A , NTEEKEN INOEN:
De bosahexploitatie iii Nederlauilscli-Tndië ………
17
Stati (1 de t ciii tii ros en iii tvoc r ged ii ra ii de liet
dan le
kiyartaal
.1923
in Sti ri n nnie ………………..37
10E S AANKON DI DI
(.
II.
Flousqnet.. liSvointion sociale des Pis Bas
(1914-1922)
bespr.dior
.
.i)’.
A.
U. Joepii-iis .Istto.
.
38
Ov:iizicn’i
VAN
r1IjDscHFtI1,0,I.
EN
…… . ………….
.»
19
M
AANDCTJFERS:
(iro-omzct
hij
De Nedeilandscite Bank ………..
41)
.13.6suinc
,
uit het ,,Monthiy Bulletin
of
Statisties”….
40
flandelsbeweging over de maand November
1923.
. .
41
SPAPISTIEKEN EN OVERTCH’I’IdN
………………
42-48
(Jeldkoersen.
Effectenbeurzen.
Wisselkoersen.
Goederenhandel.
Bankstaten.
I
Verkeerswezen.
1
NS’TITUUI
VOOR’ /2CONOMISCFIE GESCHRIFTEN
Aigèmeen Secretaris: Mr. G. W. J. l3ruins.
Redacteur-Secretaris van het ‘weekblad:
D. J.
Wansink
“prre(ar,aoi: I’iet er cle I[oocIbweçJ 122, Rottarclanr.
Aan»qeteekencle stukken: Bijkantoor Ruige Piaolweg 37.
Tele foo’n. Nr. 3000. Postchéque- en girorekening
Rotterdam No. 8408.
Abonneinentsprjjs voor het weekblad franco p. p•
in» Nederland f 20,—. J3uilen land en Koloni6n f 25,-
j;sr jaar. Losse nuncnzers 50 ccii is.
T,e(ien cii donateurs ran liet .Tnstit»-uut ontvangen
het weekblad gratis.
Dc verdere publicaties van het Instituut ‘uitgaande
ontvanqen de abonné’.s, leden en donateurs kosteloos,
»Door zoover daaromtrent niet anders wordt beslist.
8 JAN
IJART
1923.
Ook na dc jaar.swisseling trad geen verruiming van
de geidmarkt in. De prolongatieronte noteerde meestal
4% pct. en sloot weder vaster op 5% pOt. Particulier»-
disconto werd feitelijk niet genoteerd. Prima bank-
acept met cliie handteolcei’iingen kon meestal tot het
officieele tarief plaatsing vinden, met» twee hanclt.ec-
lccningen werd 4% h 4% pOt. berekend.
*
*
*
Hoewel het bedrag der rechtstreeks bij de Neder-
landsche Bank gep] aatste sch atkistpromessen in cle
afgeloopeit week van
f
34 millioen tot
f
46xniliioen
opliep, geeft de. post hinnenlariclscho wissels
01)
dcii
weekstaat der centrale credietinsteiling sléchts een stij
ging van
1
2,4 mi llioen te zien. De credieteischen vals
het -bedrijfsleven moeten, voorzoover zij in clezen post
tot uitdrukking komen, vrij aanmerkelijk zijui afge-
nomen. Ook de beleeiiin.gen vertoouen en ta.meiijlc
aanzieulijken teruggang; de effectenbeleeningen. blij-
ken met
f
15.6 i
–
nil.li oen, iie goederciubeleen ingen niet
1
2.6 mi l lioen te zijn verminderd. lis totaal liep liet
hoofd beleeiii’gen van
f
180.2millioen tot,
,f
162 nijl-
iioen terug. ‘De daling komt voor liet grootste gedeelte
voor rekening van de ltoofdbank.
Het renteloos voorschot aan het Rijk steeg met
1
3.6 rnillioen. De zilve.rvoorraacl der Bank blijlct niet
e°n kleine
j’
400.000 te zijn verminderd. ie. post pa-
piet op het bui tenl
ii
ncl en de di verse rekeningen
0
1)
ie act»iefzijde der balans daalden resp. niet
.f
0.8 en
1
1.2 milhioe.n.
De hi.ljettcncirculatie vertoont een daling van
j’
13.1 niillioen. De rekening-courant saldi blijken met
een ideitie
f 1
milhioen te zijn, afgenomen. liet be-
schikbaar metaalsalclo stelde zich
1
3.8 nuillioen hoo-
ger dan verleden week.
* *
*
i)e flauwe stemming op cle wisselmarkt aan het em-
cle van het jaar bleef. T)oiiars uitgezonderd, ook in
liet nieuwe jaai- aanhouden. Londen liep een oogen-
blik
–
tot 11.29 terug, terwijl Parijs onder 13.— ver-
handeld werd. Daarentegen waren Dollars in het
nieuwe jaar direct vaster. in het midden der week
kwam er echter plotseling een kentering, w’aarschij-n-
lijk reactie door winstrieming van baissieu-s, welke
lioofdza»kelijk in New York ontstond. liet gevolg was
dat Dollars plotseling inzakten en Ponden en Franca
sterk stegen. Het slot was ‘echtej’ vast voor alle wissels,
ook Poll
ii I.S.
LONDEN, 5 JANUARI[ 1924. –
Met het verwisselen van het jaar is ook de tendens
op de geldmarkt omgeslagen. Terwijl nog tot het einde
van de vorige week kort krediet zeer gevraagd was
en tot den laatsten dag toe hij de Bank of Englancl
geleend moest worden, was Dinsdag de markt over-
vloeid met aanbod. Ondanks het feit dat van deaen
dag af de Bank terugbetaald werd, bleef de mark
–
t
ruim’ en ded daggeld tussehen 1. en 13-t pOt.
De discontomarkt was flauw in overeenstemming
met de geldmarkt.
‘
Tan
de zijde der banken was
vraag naar Februari en Maart ‘rieasury J3ills h 24
en
23’8
pOt.
2 maands prima bankaccept
21-3
pOt.
‘3
,,
0
,,
–
31f3
pOt.
0
4
.
0
‘
pOt.
–
6
,,
,,
,
–
,, ,
:3
Y ,
7/16
pOt.
26
ECONOMISCWSTATISTISCHE BERICHTEN
9 Januari 1924
VERPLICHTE METING EN
IMMATRICULATIE.
1-let is van algemeene bekendheid, dat een belang-
rijk deel van het Nederlandsch kapitaal betrokken is
bij het scheepserediet en dat onze schepsverhand-
maatschappijen ook buiten ons vaderland gewichtige
diensten bewijzen aan een gezonde financieering van
de scheepvaart ter zee en over de binnenwateren.
Niettemin, viel het tot dusver moeilijk om belang-
stelling te wekken voor enkele tamelijk ‘eenvoudige
verbeteringen in onze wetgeving die noodzakelijk zijn,
wil men dit important bedrijf vestigen kunnen op
een gezonde juridische basis.
Een van de meest aperte moeilijkheden van het
scheepscrediet is wel deze, dat men geld voor%chiet onder verband van een zeer bewegelijke zaak, waiir-
over men geen feitelijke macht kan uitoefenen. An-
dere bewgelijkè voorwerpen neemt mcd in pand enT
bergt ze op. Maar schepen moeten varen, en het
geld wordt geleend opdat ze kunnen varen. Er wordt
zeer zeker ook geld voorgeschoten op zaken, die de
ërediteur niet in zijne feitelijke macht bekomt, on-
roerende goederen; doch dit zijn ,,vastigheclen”, die
0
1) hare materiecle en juridische geteldheicl gemak-
kelijk kunnen worden gecontroleerd. Niet aldus de
schepen.
Zij
verdwijnen uit het oog van den geld-
schieter en uit het gebied van cle gelding der vader-
landsche wetgeving. De juridische quaesties, die hier-
uit ontstaan, zijn vaak even interessant als hachelijk. Reeds langen
tijd
wordt daarom door de belang-
hebbenden aangedrongen op vereenvoudiging van den
:iuridischen onderbouw van het bedrijf door het stel-
len van vaste regelen ter vermijding van interna-
tionale rechtsconflicten. Alen had daarbij op het oog
twee remedies. Het eerste, een voorloopig en dulci-
fiant, zou moeten zijn een reglement voor een overal
uniforme oplossing van wettenconflict, zoodat men van te voren zeker kan weten, welke wét in een be-
paald geval moet worden toegepast. Het tweede, een
definitief en radicaal geneesmiddel, dacht men zich
in den vorm eener unificatie der verschillende vet-
gevingen, waardoor vrede zou komen inplaats van
strijd tusschen texten en systemen.
Intusschen, geen van beide remedies zal ooit met
eénig succes kunnen werken zoolang het niet moge
–
lijk is met een groote mate van stelligheid te
bepalen, met welk schip men eigenlijk te doen
heeft, welke zijn juridieke geschiedenis is geweest en
in welke zakenrechtelijke positie het verkeert. Om
bij de reeds gemaakte vergelijking te blijven: het
gaat hier niet anders dan bij den dokter, die ook
met ‘t beste drankje niemand genezen kan zoolang
hij verkeert in geheele onwetendheid omtrent cle
identiteit, de antecedenten en den status presens van
den patient. Vandaar dat men de noodzakelijkheid
heeft ingezien van twee voorbereidende maatregelen,
wardoor kan worden verzekerd (a) dat vooi ieder
schip een behoorlijk identiteitsbewijs voorhanden is,
en (b) dat er ten opzichte van de juridische positie
van het schip een volledige, betrouwbare en openbare
administratie bestaat.
Omtrent deze voorbereidende maatregelen wordt
thans van gedachten gewisseld. Zonder onbescheiden te worden mag ik wel mededeelen, dat men het Vrij-
wel hier over ôéns is, dat moet worden begonnen
met het verplicht stellen zoowel van de seheeps-
meting als van de teboekstelling.
Zij, die alleen met de zeevaart te maken hebben,
zullen zich allicht met verwondering afvragen of die
verplichting, zij ‘t al niet wettelijk dan toch feitelijk,
niet reeds lang bestaat, zeker althans na de wet op
de zeebrieven. Inderdaad, ik moet mij haasten erbij
te voegen, dat de voorgestelde maatregelen slechts
hiertoe moeten dienen om een vooi de zeevaart reeds
bestaand stelsel door te voeren voor de binnenwate-
ren en de. internationale rivieren en kanalen.
De vraag, die nu rijzen kan, is deze: of er hier te
lande gewihige bezwaren kunnen worden a ange-
voercl tegen de ver p1 i chte meting en im m atri en 1 ati e
van, bio oen vaartuigen, cl aaroncler begrepen cle sche-
pen bestemd voor cle vaart naar het buitenland over
rivieren en kanalen. Zooais men wellicht reeds weet,
is de tegenwoorclige toestand cle volgende: de meting
is facultatief, de immatriculatie door cle bewaar-
ders der scheepshewijzen is verplicht, doch er be-staat op deze verplichting geen sanctie, zoodat.zij
straffeloos kan worden en wordt veronachtzaanid.
Het ontwerp-zeerecht wil cle zaken zoo laten als
ze zijn. Er bestaan, zoo zegt de Memorie van Toe-
lichting, bij de binnenschipperij vooroordeelen tegen
die verplichtingen; deze vooroordeelen mag men
respecteeren zoolang er in de practijk geen nadee-
lige gevolgen zich openbaren.
Met hetgeen ik hierboven heb medegedeeld omtrent
de nooclen en gevaren van het scheepscrediet, is deze
stelling reeds weerlegd. Ik wil mij hiertoe echter
niet beperken, doch zou het volgende nog w’illen
aanvoeren ten gunste van obligatoire meting en
mi-
matriculatie. In de eerste plaats cle meting.
Het is hij een ingesteld ambtelijk onderzoek ge-
bleken, dat van een algemeenen weerzin tegen de
meting tegenwoordig eigenlijk geen sprake meer is.
Gaf het Rapport van de Staatscommissie voor-de
Binnenschipperij in 1911
(bijlage
XVI) nog aan, dat
slechts 40 pOt. van de binnenvaartuigen gemeten
waren, heden tea dage vindt men reeds geheel an-
dere
cijfers.
Voor schepen boven de 10 ton gaven
als ongenieten op: cle sc.heepsmeters te Rotterdam:
3′ pOt,; een register in den crisistijd gemaakt en
omvattend 13500 vaartuigen: 3 pOt.; de Rijksambte-
naar voor de Binnenvaart te (iasselternijveen: 1.5 pOt.;
gedurende een opneming aan cle sluis te Leidschen-
dam gedurende 24 uur vanwege den Provincialen
Tatei.staat
bleken ongemetn te passeeren: 12 â
15 pOt.; volgens schatting in de Gouwe vanwege
dezelfde autoriteit: 4 pOt.; de scheepsmeter te ‘s-Gra-
venhage (die cle kleine vaartuigjes in de gemeente
zelve uitzonderde) kwam op 2 pOt. Genoeg om aan te toonen, dat in ieder geval slechts een kleine min-
derheid niet gemeten is.
Wat is nu het hoofdbezwaar tegen de meting?
Het komt hierop neer – en ook op dit punt is het
hovenverrneld Rapport instructief – dat de schip-
pers, wier schepen niet gemeten zijn en derhalve voor
sluis-, haven-, en andere gelden op het oog geschat
worden, hierbij wèl varen, aangezien de schatting
doorgaans lager uitvalt dan de meting. ,,Hier liegt
der Hund begraben”. Zooals gewoonlijk worden prin-
cipes naar voren gebracht, terwijl het eigenlijke oog-
merk benadeeling van den fiscus is. Het is thans
zeker niet de
tijd
om deze praktijk aan te moedigen.
Let men meer in het bijzonder op de binnenvaart
over de grenzen, dan blijkt, dat tengevolge van cle
wettelijke regeling op de los- en ]aaddagen en het
overliggeld, waarvan de berekening wordt vastge-
knoopt aan de tounenmaat der schepen, cle meting
voor een behoorlijke exploitatie toch reeds onmis-
baar is. En eindelijk: voor de verstrekking van het
schèepspatent voor de Rijnvaart is, zooal niet cle
meting volgens de vet, dan toch de ongeveer op ‘t
zelfde neerkomende schatting van de commissie van
deskundigen voor de Rijnvaart noodig.
Slotsom: er zijn tegen verplichte meting geen,
althans geen afdoende bezwaren..
Nu de inschrijving.
Waar de vooroordeelen blijven wanneer behoorlijk
cle hand wordt gehouden aan een nuttigen maat-
regel, kan men zien aan de zeevisscherij. l)oor de
intrnationale conventie is het zeker even vrijheid-
lievend als behoudzuchtig visscliersvolkje onderwor-
pen aan een rigoureus systeem van inschrijving en
merking. Waar zijn hunne klachten?
Gaan wij intusschen dat ,,vooroordeel” eens even
in
zijn
wordingsgeschiedenis na.
9 Januari 1924
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
27
Het gevoel van eigenwaarde van menig schipper
schijnt te worden beleedigd, wanneer de kenteekenen van
het kantoor van inschrijving in zijn vaartuig worden
ingebrand. Waaraan ligt het echter, dat dit op zich-
zelf onschuldig bedrijf wordt opgevat als gold het hier een werkelijk ,,brandnierken” met de daaraan verbonden nota infamiae? Eenvoudig hieraan, dat
de schipperij nalatig is gebleven de verplichting tot
teboekstelling, haar bij het K. 13. van 1836 opgelegd,
na te komen.
:lan men toch in de schipperij het inschrijven in
het algemeen wel ontberen, dit wordt anders zoodra
ei geld
01)
het schip wordt opgenomen, aangezien het
verband, en derhalve ook het schip, dan
vzoet
worden
geboekt. Wanneer alle schepen behoorlijk waren ge-
immatriculeerd, zou dit ingebrande merk algemeen, derhalve niets bijzonders zijn. Thans blijkt daar min
of meer uit, dat de schipper geld heeft geleend op
zijn schip. Doch de fout dat de inschrijving niet
algemeen en de branding iets bijzonders is, ligt aan
de eigen nalatigheid der schipper. -,
Maar dan bestaat er geen enkele reden om daarmee
rekening te houden!
Wat zou men er wel van zeggen, wanneer geprotes-
teerd werd tegen een dwang om de inschrijving in
cle registers van den burgelijken stand te verzekeren
op grond dat, tengevolge van een laakbaar verzuim
om clie registers bij te houden, tenslotte alleen (te
menschen, die een veroordeelmg achter den rug hadden,
erin varen opgenomen? iiet anders da.n dit: dat liet
eenerzijds noodig is clie registers compleet en i jour
te hebben, en dat het, anderzijds, niet langer een
schande is daarin voor te komen, wanneer iedereen
erin staat.
Zoo is het ook met de schipperij.
Wil men een goeclen grondslag voor de vestiging
en uitbreiding van een beveiligd credietwezen, clan
is het in cle eerste plaats noodig, dat cle voorwerpen
van (lat crediet, juist omdat men ze niet in zijn
macht kan brengen, ten aanzien van de publiciteit
dci zakelijke rechten zooveel mogelijk piet onroerend
goed worden gelijkgesteld. Met het oog op cle hierboven
gemaakte vergelijking is het zelfs eigenaardig, dat
men in dit verband ook heeft gesproken van de nood-
zakel ij kheicl van een betrouwb aren ,,burgenlijken stand”
der binnenvaartuigen. Dit is dus een gegronde reden
om cle verplichting tot inschrijving absoluut gebieclend,
met kwade gevolgen voor den overtreder, te maken.
Indien, tengevolge van slofheici, tegenwoordig
•
de
toestand z is, dat aan de inschrijving gevolgtrêk-
kingen van minder aangenamen aard kunnen worden
vastgeknoopt, clan is hierin een reden te méér gelegen
om die verplichte imrnatriculatie door te voeren, want
clau zal die verkeerde toestand ophouden.
T-Jet meergenoemde Rapport der Staatscommissie
heef t vrijwel hetzelfde gevoelen t.ot uiting gebracht
en men vindt daarin nog menig ander argument van
practischen aard.
T00r
ons kan thans nog bovendien gelden, dat die
verplichte inschrijving reeds bestaat in Frankrijk,
Duitschland en Zwitserland en in België wordt voor-
bereid. En
wij
behoeven er niets voor te wijzigen of
nieuw iii te voeren; het geheele apparaat is er.
Het zijn deze overwegingen, die stellig zullen wegen
bij onze R.egeering wanneer haar cle uitkomsten van
de in deze dagen te Straatsburg gevoerde beraad-
slagingen omtrent de meting en imniatriculatie van
hinnenschepen zuilen wôrden voorgelegd. l)e belangen
van ons scheepscrediet moeten onze Regeening zeer
aan het hart gaan en voor die belangen is kort
geleden te Brussel van Neclerlanclsche zijde nadruk-
kelijk opgekomen.’) Het geldt thans niet het zeerecht
maar het recht der binnenwateren, doch de belangen
zijn gelijkwaardig. De conventie ter beveiliging van het zeecrediet zal-tenslotte ook voor de binnenvaart
1)
[Verg.
p. 954 van den vorigen jaargang. – Bed.]
moeten gelden. Maar clan zijn èn de verplichte meting
ên de verplichte immatriculatie cle eerste stappen om
daartoe te kunnen geraken.
Mr. G.
VAN
Sinc’n1cN Azx.
DE ECONOMISCHE ONTWiKKELING VAN
SOVJET- RUSLAND.
1.
Algemeen overzicht.
[Nu ]iet er steeds meer op gaat lijken, dat Sovjet
Rusland, over welks economische ontwikkeling men
hieronder een eerste beschouwing van de hand van
Dr. S. Miliner, l)irecteu i van het Nederl andsch-Rus-
sische Handelsconcern ,, N ed
i
US
“
, aantreft, op weg
is, zijn plaats in het economisch wereldverkeer te
hernemen, dringt zich het Russische vraagstuk met
steeds meer kracht naar vore.0 en in verschiliencie
landen, clie zicht tot dusverre afzijdig hielden, maakt
de lcwestie van de erkenning
de jura
in den laatsten
tijd een onderwerp van levendige besprekingen uit.
Zelfs Mussolini, anti-bolsjewiek bij uitnemendheid,
heeft onlangs gesproken van erkenning
cia 2’are
in
ruil voor een gunstig handelsverdrag en van Russische
zijde wordt bericht, dat de onderhandelingen over
cle aan Italië te verleenen voordeeieu .aau den gang
zijn. Dit land streeft er nl. naar zijn industrie te
ontwikkelen en heeft daarom het oog geslagen op
cle Zuid-Russische grondstoffen. Materieele voordeelen
kan het Rusland weinig bieden en dus komt het van
zijn kant met erkenning
de jura.
De recente pogingen vait Tsjitsjeriu, zich met de
Vereenigde Staten te verstaan, zijn mislukt. Eet
vraagstuk is daarmede echter geenszins van de baan.
De radicale Republikeinen zijn sterk voor erkenning
en de Senaat is verdeeld. De correspondent van de
Times te Washington berichtte onlangs, dat het vraag-
stuk het materiaal levert voor een ,,first class poli-
tical mow”.
In Engeland zijn Liberalen en Labour liet eens,
dat Sovjet-Rusland zoo spoedig mogelijk rechtens
erkend moet worden, hetgeen, komt Labour aan liet
bewind, dan ook wel niet lang meer op zich zal laten
wil chten.
Wat de Kleine Entente betreft, Servië is voor-
nemens zoo spoedig mogelijk de geregelde betrekkingen
met Rusland te hervatten. Tsjechoslowakije, dat ge-
lijk Nederland om nieuwe afzetgehieden voor zijn
exl)ortnijverheidl zeer verlegen is en dat in Juni 1922
reeds een voorloopig handelsverdrag sloot, in Dec.
jl. gevolgd door een overeenkomst in zake den export
van landbouwmachines naar Rusland, is er uit cle
genoemde economische overweging zeer toegeneigd,
nauwere banden met Rusland aan te knoopen en
onderhandelingen hierover zijn gaande. Roemenië,
dat in November ji. met de Sovjet-Republiek een
conventie sloot tot regeling van grensincidenten l)ij
de vaart op (en Dnjestr, zendt binnenkort afge-
vaardigden naar Salzburg, ten einde daar niet een
ltusslsche delegatie te onderhandelen over de erken-ning van zijn souvereiniteit over l3essarahië en over
de kwestie, van het Roemeensche goud, dat tijdens cle. Duitsche bezetting te Petrograd in veiligheid is gebracht, doch nog steeds niet teruggekeerd.
Een belangrijk aantal handelsverdragen is intusschen
reeds gesloten.
Reeds in Maart 192.1. sloot Engeland een, handels-
verdrag, in September van dat jaar volgde Noor-
wegen, in i)ecember Oostenrijk, in dezelfde maand Italië ), in April 1922 i)uitschland, in JuniT sjecho-
slovakije
1)
(hierboven reeds genoemd) en in Juli
Canada (uitbreiding van het Eogelsch-Russische ver-
drag). Begin November 1922 breidde Diiitschland
l)ij tractaat het verdrag van Rapallo uit tot Wit
Rusland, Azerbeidzjan, Georgiö
on
Ukraïne en in
April 1923 kwam een handelsverdrag met Denemar-
ken tot stand.
1)
Voonloopig
verdrag.
28
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
9
Januari 1924
Intussehen had
zich
in Rusland een zeer belang-
rijke politieke verandering voltrokken. Nad at in
November 1922 cle Republiek van het Verre Oosten
in cle R. S. F. S .R. was opgegaan, vereenigden zich op 30 December 1922 deze laatste en derepublieken
lJkraïne, Wit-Rusland, A zerbeidzj an, Armenië en Geor-
gië tot de Vereenigde Socialistische Sovjet-Republieken (S.S.S.R.), welks grondwet bij besluit van den Centralen
Uitvoerenden Raad
•
6 Juli 1923 van kracht werd ver-
klaard, van welk feit
r1sjitserin
den 23en Juli ji.
mededeeling deed aan de achttien regeeringen, welke
toen officieele betrekkingen met cle R. S. F. S. II.
onderhielden.
De S. S. S. R. vertegenwoordigt sindsdien de
samenstellende Staten o.m. in het internationaal ver-
keer. Tractaten, voor cle fusie met een hunner ge-
sloten, blijven voor het gebied der betrokken repu-
bliek van kracht. ieuwe verdragen kunnen voor-
taan voor het geheele enorme gebied der S. S. S. R.
gelden.
Oostenrijk heeft in deze verandering aanleiding
gevonden bij notawisseling van September 1923 het
handelsverdrag van December 1921 tot het geheele ge-
bied der S. S. S. R. uit te breiden. Sindsdien wordt
gemeld heropening der onderhandelingen over een
handelsovereenkomst met Japan in October en met
Zweden eind November j.l.
Dan, last not least, vertoont Frankrijk, blijkbaar
bevreesd geheel achteraan te komen, sinds eenigen
tijd een neiging zich met Rusland te verstaan.
In Augustus 11. werden de parlementsleden Heriiot
en de Monzie naar Moskou gezonden. Dit bezoek
werd gevolgd door dat van een delegatie, die thans
nog te Moskou beraadsiaagt over de toekomstige
betrekkingen met Frankrijk en haar pendant vindt in een te Parijs vergaderende commissie, waartoe
behalve bovengenoemde twee ook de heeren Loucheur
en de Jouvenci behooren, alsmede een der directeuren
van cle Russische Staatsbank, de heer Scheinmann.
i usl and heeft reeds een h ancicisvertegenwoordiger
in Frankrijk, dc heer Skobelev, die volgens het or-
gaan der handelsdelegatie te Londen, dezer dagen op het punt stond met uitgebreidere volmacht dan
tot dusverre naar Frankrijk terug te keeren.
Over cle onderhandelingen wordt een diep stil-
zwijgen bewaard. Zij hebben echter belaugrijken in-
vloed gehad op den voortgang, dien Mussolini met
de Jtaliaansch-Russische besprekingen maakt.
Bij dit alles steekt cle werkeloosheid onzer Regeering
wel wonderlijk af. Toch heeft Nederland hij het
sluiten van een handeisverdrag groote belangen, waarop den laatsten tijd met steeds meer nadruk
wordt gewezen.
Om nog eens enkele voorname punten aan to halen,
zij hier in de eerste plaats genoemd het gemis van
rechtszekerheid, dat het handelsverkcer ernstig be-
lemmert. Voorts de havenrechten e.d., die voor schepen
uit landen, waarmede geen verdrag is gesloten, tot
liet vijfvoud bedragen van die voor vaartuigen uit
landen, waarmede zulks wel het geval is, welke twee
factoren voor onze eertijds zoo bloeiende Russische
vaart op Oost-, Witte- en Zwarte Zee fnuikend zijn.
i)an het feit, dat Rusland vooral koopt in landen,
waarmede het een handelsverdrag heeft gesloten,
omdat het daar over een handelsvertegenwoordiging
beschikt, die er het provenu van, den Russischen
axport aanwendt. (De buitenlandsche handel is, gelijk
1)Ckend, in Rusland staatsm onopolie). Onze importeurs
moeten daarom bovendien steeds naar het buitenland
om transacties af te sluiten.
En dit alles, terwijl wij vroeger ccii zeer belang-
rijken invoer uit Rusland hadden’) en onze industrie
i) Voor cle belangrijke beteekenis van den huidigea Rus-
sischen graanexport zij verwezen naar de daaraan in de
graaaoverzichten in de rubriek ,,Statistieken en overzichten”
geregeld gewijde opmerkingen.
thans meer dan ooit om nieuwe afzetgebieden ver-
legen is.
Men kan niet zeggen, dat verzuimd is onze Regeering
0
1) de noodzaak met Rusland een handelsverdrag
te sluiten, te wijzen. Zoowel in de pers als uit liet
bedrijfsleven is herhaaldelijk aandraag in deze richting
geoefend.
Leerzaam voor haar houding zijn cle mededeelingen
in het Terslag 1922 van het Centraal Industrieel
e
i
.
bond. De door dit Verbond gevormde Commissie van belanghebbenden vroeg direct na cle Conferentie van
Washington, begin 1922 dus, een onderhoud met
den Minister van Büitenlandsche Zaken aan.
De naclereiide Conferentie van Genua was oorzaak,
dat de Minister de Commissie niet ontvangen kon
en het resultaat van een bespreking met den Chef
der Directie van Economische Zaken was, dat de
zaak aan den Genueeschen kapstok naast de handels-
politiek een plaats kreeg.
Genua leverde niets op en evenmin de daarop volgende
Conferentie van Den Haag. Kort daarna ging de
Minister met verlof en eerst 1.5 November 1922 kon
cle wederom aangevraagde audiëntie plaats vinden.
Aanvankelijk bleek cle Minister verschillende bezwaren
te hebben, de hervatting der handelsbetrekkingen
met Rusland van regeeringszijde te bevorderen, maar
tenslotte werd den Voorzitter der Commissie de uit-
drukkelijke toezegging gedaan, dat, indien handel en
industrie nog op de toelating in ons land van
een Russische handelsdelegatie prijs stelden, dit
van Regeeringszijde zooveel mogelijk zou worden be-
vorderd.
Bij het verschijnen van het verslag, waarop boven-staande mededeelingen berusten, in September 1923,
was de aangelegenheid nog niet veel verder gekomen.
Alleen kan thans aan Russische onderdanen, wier
aanwezigheid hier te lande voor handelsdoeleinden
noodzakelijk of gewenscht is, op hun verzoek een
p asvisu in worden verleend.
Dat is alles – in dit geval vrijwel niets.
Sindsdien is bij herhaling zoowel in de pci’s als
0
1
)
congressen van industrieelen op het sluiten van
een hancle]sverdrag met Rusland aangedrongen. Voorts
zij hier nog eens in herinnering gebracht cle 21 Febr. j.l.
door de jaarvergadering der Nederlandsche lIeeders-
vereeniging met algemeene stemmen aangenomeit
motie, om er bij de lIegeering op aan te dringen,
dat zoo spoedig mogelijk de diplomatieke betrekkingen
niet Rusland weder w’orden aangeknoopt.
Ook i)i’. van Aalst acht, blijkeus een aan een mede-
werker van het Hblcl. toegestaan interview, een regeling
– zij het een voorloopige -. van de handelsbetrekkingen
van veel iÇut, om de boven reeds uiteengezette gronden
en de heer Heidring zeide in zijn rede op 2 dezer
in de Amsterdamsche Kamer van Koophandel, dat
het meer en meer tijd wordt, dat onze Regeering
stappen onderneemt, teneinde tot een handelsover-‘
eenkomst niet de Sovjet-Republiek te geraken. – W.]
Dr. S. Miliner schrijft:
D wereldoorlog heeft aan de daarbij betrokken
volken niet slechts tallooze mensclienlcvens gekost, hij heef t ook een enorme vermindering van de door
geslachten opeengehoopte rijkdommen en industrieele
waarden met zich gebracht. Het kapitaalarmeitusland,
dat slechts een betrekkelijk zwrakke industrie had en
welks staatsfinanciën niet veel verdragen konden, moest liet economisch eerder opgeven dan andere
groote mogendheden. Nadat Rusland niet ondermijude
financieele en industrieele krachten uit oorlog en
revolutie was te voorschijn gekomen, werd het direct
in, de lievigste politieke ontwrichting gesleept. De
grondslagen van het absolutisme waren door de poli-tieke stormen aan het wankelen gebracht en perioden
van langdurige en verschrikkelijke burgeroorlogen
begonnen. De economische en financieele krachten,
zoowel als het nationaal vermogen, waarvan de grond-
9 Januari l924
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
29
vesten door den wereldoorlog reeds waren aangetast,
werden hierdoor op nog verwoestender wijze aange-
grepen. Blokkaden en interventies leidden tot steeds verder gaande verpauperiseering der massa’s.
De iutusschen opgerichte communistische regeering
deed pogingen tot
.
gedwongen hervorming van het
geheele economische leven van het land op cdmmu-
nistischen grondslag, waarvan de resultaten des te harder zijn moeten, naarmate het land armer is en
de strijd om het bestaan moeilijker valt. De geheele
industrie werd in de handen van den staat gecon-
centreerd en de geheele ladbouw op communistischen
grondslag geleid. Maar twee jaren communistische
regeeringspolitiek overtuigden de regeering ervan,
dat indien de persoonlijke grondslag, het persoonlijk
initiatief in het economisch leven worden ondermijnd,
en de bases van het eigenbelang en van het parti-culier eigendom ontbreken, dit onder de gegeven
voorwaarden ertoe pioet leiden, dat de economische
suhjecten het veld van hun werkzaamheden beperken,
tot hetgeen zij voor hun eigen behoeftenbevrediging
noodig hebben: De boer bebouwt nog slechts dat deel
van zijn akkers, dat hemzelf voedt. Het economisch
ibitiatief en de energie van het land stortten ineen
en hét verarmde meer en meer, terugkeerend naar
de grondvormen •van het economisch leven. Deze
verarming kon natuurlijk den aan het hoofd der
communiètiche regeering staanden Lenin niet ont-
gaan. 15 Maart 1921, op het lOè communistisch çon-
ges, hield hij zijii histoiisch gew-ördeu rede, waarin
hij de
noodzakelijkheid
erkende, af te zien van de
absolute doorvoering van het comniunistisch systeem
en van het gedeeltelijk herstel van het kpitalisme.
,Deze terugkeer beteekent voor de boeren een
prikkel; de eigenaar kan en moet zich in zijn eigen
belang moeite geven. Het gewichtigste is juist, dat
er. voor den kleinen grondeigenaar zoodanige prikkel
bestaat.” Ter verklaring van zijn standpunt laat zich
Lenin openlijk als volgt uit: ,,Op de grondslagen
van een zekere, zij het ook slechts lokalei vrijheid
van handel begint het weder opleven van de kleine
burgerij en eveneens van een klein kapitalisnïe.
Ongetwijfeld, dit over het hoofd te willen zien zou
belachelijk zijn.”
Z000ntstond de beroemde ,,Nep”, d.w.z. de nieuwe
economische politiek ‘). Gelijk Lenin openlijk heeft
toégegeven, beteeként deze een gedeeltelijken terug-
keer naar het kapitalisme. In het economisch leven
van den boer, den handwerker, den kleinen burger
en indutriee1 werden de grondslagen van vrijheid
van handel én persooialijken eigendom erkend Tezelf-
dertijd bleven de grootindustrie, de spoorwegen en
de buftenlandsehe handel in hiniden der regeering.
Bij deze erkenning van de vrijheid van hiindel en
eigendom bleef de nieuwe economische politiek niet
staan: heele reeksen bedrijfstakken werden voor en na uit het communistisch dwangbuis bevrijd en aan
het vrije spel dei economische krachten overgelaten.
Een reeks-fabrieken en werkplaatsen werd den vroe-
geren bezitters teruggegeven of volgens de nieuwe
methode verpacht. Niet slechts een sterke uitbreiding
van den vrijen handel valt daarna te constateeren,
doch ook het ontstaan van particuliere onderne-
mingen. –
Tenslotte ontwaakte in het land, dat zijn nationaal
vermogen in den wereldoorlog en in zijn politieke ontwrichting had verspild; een steeds sterker wor-
dende belangstelling voor het aantrekken van buiten-
landsch kapitaal. Op dezen grondslag ontstond de
z.g. concessie-politiek. . Aan buitenlandsche kapita-
listén werden ten deele onmiddellijk, ten deele in
den vorm van gemengde maatschappijen, belangrijke
concessies voor grondbewerking, boschbouw, in- en
1)
[Veigelijk hiervoor ook de artikelen van den heer J. H.
Cohen Stuart, op pgns.
479, 543, 605
en
694
van den
jaargang
1922
en
dië
van Dr. Strnnz op pgns.
306, 360
en
423
van dien jaargang. – Red.]. –
ûitv6er eh de ontginning van bodemschatten, ver –
leend. De geweldige rijkdommeh van Rusland en de
verarming van de geheele wereld, waarvoor de Rus-
sische grondstoffen en Rusland als afzetgebied ander-
zijas volstrekt onontbeerlijk zijn, hebben ertoe ge-
leid, dat buitenlandschc kapitalisten zich steeds
sterker voor deelneming aan ondernemingen in
Rusland interesseeren. –
Wenden wij thans den blik tot den belangrijksten
tak van. den Russischen in- en uitvoer. De buiten-
landsche handel is in Rusland staatsmonopolie. Doch
ook op dit gebied heeft de Russische regeering
haai oorspronkelijke strenge mono poliepolitiek opge-
geven.
i)
Voor alles werd het recht op vrijen handel
met betrekking tot den handel – met het buitenland
behalve aan den staat ook aan een reeks trusts en
coöperatieve organisaties met den Oentrosojus aan
het hoofd . toegestaan. Zij kregen recht van vrijen
in- en uitvoer, dien zij zelfstandig. en slechts onder
een zekere contrôle van den staat, doen plaats vinden.
Maar met den overgang naar deze nieuwe econo-
mische politiek en gegeven het feit, dat Rusland
zeer dringend behoefte heeft aan huitenlandsch
kapitaal, kwam de Russische regeeriog tot steeds
verder gaande verzwakkingen van het monopolie-
systeem in den buitenlandschen handel. De z.g. ge-
mengde
maatschappijen,
waaraan eenerzijds de regee-
ring, anderzijds buitenlandsch particulier kapitaal deelneemt, kregen het recht met het buitenland in
contact te treden. Het aantal dezer maatschappijen
breidde zich sterk uit en weliswaar in twee ver
–
schillende vormen: eenerzijds gemengde maatschap-
pijen, waaraan huitenlandsche grootkapitalisten en de Russische regeering deelnemen, welker doel de
handel in speciale producten is. Zoo ontstonden h.v.
belangrijke maatschappijen voor den uitvoer van hout,
koren, huiden en vellen en den invoer van kleur-
stoffen, chemicaliën, pharmaceutische producten enz.
Aan den anderen kant ontstond een reeks groote,
daarop gelijkende maatschappijen, welke een uitge-
breiden handel drijven, niet slechts in speciale pro-ducten, doch in de meest uiteenloopende goederen.
Een dergelijke is b.v. de ,,Russgertorg” (Deutsch-
Russische Handels-Aktiengesellschâft), aan wier
hoofd de bekende Duitsche firma Otto Wolf staat
en een geheele serie andere, belangrijke, gemengde
maatschappijen, waaraan Duitsch, Engelsch, Fran sch
en Amerikaansch kapitaal deelneemt. –
Naarmate het economisch leven van Rusland zich
herstelt bloeit de Russische buitenlandsche handel
weder op en ontplooit zich, doordat er langzamerhand
al die producten en goederen weder in betrokken
worden, welke ook v66r den oorlog verhandeld wer-
den. In de eerste plaats moet hier gewezen worden
op den uitvoer .van graan en andere landbouwpro-
ducten. Vôr den oorlog vormden de landbouw-
producten den voornaamsten post in den uitvoer
naar de West-Europeesche markten. De wereld- en
de burgeroorlog zoowel als de hongersnood hebben
den uitvoer van graan uit Rusland geheel doen op-
houden. Maar naarmate .dc ‘Vrede terugkeert en
Rusland economisch weder gezond wordt, leeft
ook de Russische export weder op en breidt zich
langzamerhand over alle landen van Europa uit.
In
1923*)
bedroeg de Russische uitvoer naar Europa:
P
u
d**)
Pud
Rogge ………
27.918.768
Zonnebloeinenzaad
132.653
.Lijnkoeken …..
6.880.101
Zeinelen ………..
252.757
Gerst……….
4.188.950
Gierst… ………
296.715
Haver ………
1.449.824
Gierst (echte) …..
39.666
Tarwe ………
777.459
Roggeneel ……..
20.000
Linzen ……..
775.207
Klaver ……….
1.930
Mais ……….
758.105
Boter …………
11.584
Boekweit
406.980
19.112
Wikkên ………
405.243
And. graansourten
475.405
2)
[Verg. voor de desbetreffende decreten
p. 408
van den
jaargang
192-2
en
.p. 355
van den jaargang
1923. –
Red.]
en. **) Zie volgende pgn.
30
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
9
Januari 1924
Ingedeeld naar verschillende landen krijgt men het volgende
beeld: Pud
Duitschiand ……
28.073.899
Finland……….
4.904.532
Denemarken ……
4.784.899
Holland ………
2.178.129
Letland ………
. 1.286.483
Engeland ……..
1.202.389
Estland ……….
996.683
Frankrijk ……..
808.080
Noorwegen …….
310.000
Zweden ……….
145.000
Turkije ……….120.000
Totaal ……
44.81 0.460
) Deze en volgende uitvoercijfers, welke betrekking hebben
op het geheele jaar
1923,
omvatten de tot November uit-
gevoerde goederen, alsmede de voor uitvoer gedurende de
rest van het jaar gereed liggende.
**) 1
Pud is
16,12 KO-.
Van gelijke beteekenis als de graanuitvoer is de
houtuitvoer.
Vôôr
den oorlog bedroeg deze 10 pOt.
van den totalen export. Ook deze tak van uitvoer
bloeit weder op.
In 1920 voerde Rusland uit:
200 standaarden hout.
1921
40.000
1922
200.000
1923
400.000
ter waarde van 65.000.000 goudroehel.
Een groote rol speelt in den Russischen uitvoer
de aardolie (naphta). Vôôr den oorlog leverden de
Kaukasische bronnen meer dan 9 mili. ton aardolie
per jaar, d.i. 18,3 pOt. van de wereldproductie. Ook
op dit gebied komt de export weder op gang. In
1921 bedroeg hij 1,437.000 gudroebel, in 1922
19.600.000 G.R. Voor 193 rekent men met een uit-
voer van 25.000.000 pud ter waarde van 27.000.000 G.R.
[Men herinnere zich de bekende overeenkomst met
de ,,Koninklijke”.]
Om van de huidige exportnaogelijkheden van
1
Rus
land een beeld te geven laten wij hieronder de cijfer
van -het voor 1923 opgestelde exportplan volgen:
Ter waarde van
Vlas ………………
30.000.000 G.R.
Wol ……………..5.000.000
Hennep …………….
6.000.000
Paardenhaar ……….
1.500.000
Varken shaar ………-10.000.000
Darmen, magen, horens
en klauwen………
4.000.000
Dons en vedereu ……
.500.000
fluiden en vellen …….
14.000.000
Lijnkoeken ………..
12.000.000
Roomboter
…………
6.000.000
Eieren
……………
8.000.000
Suiker
……………..
6.000.000
Alcohol,
wijnen ……..
1.000.000
(ieneeskundige kruiden,
behalve santonine
.
1.250.000
Santonine …………
4.900.000
Visch ën kaviaar …..
2.000.000
Pelterijen
………….
20.000.000
Hout
……………..
65.000.000
Hars en terpentijn….
5.000.000
IJzererts
.
…………
2.500.000 Mangaanerts
.
……….
2.500.000
Asbest
……………..
740.000
Zout ……………:
1.000.000
Platina
…………..
5.000.000
Aardolie en petroleum
27.000.000
Chemicaliën ……….
3.000.000
Gummischoenen ……..
3.000.000
Lucifers. . . ..
. .
..
. .
..
.
1.300.000
Textielgoedeien …….
3.000.000
Glaswerk…………..
1.500.000
Cigaretten
………..
4.500.000
Prod
der huisindustrie
5.000.000
T
o
l
gens
dit plan rekent men- dus met een uitvoe-r ter waaide van 422.840.000 G.R. in totaal. Deze ge-
tallen geven een volledig beeld van de huidige export-
mogelijkheden van Rusland, waârbij men in. aan-
merking nemen moet, dat de Russische -uitvoer nog slechts in het begin van zijn -herstel is, dat hij thans
eerst begint zich langzamerhand weder te ontplooien
en dat dit proces des te sneller zal gaan, naarmate de deelneming van buitenlandsch kapitaal daarbij
grooter zal zijn. Rusland was nooit een kapitaalrijk
land en had steeds buitenlandsch kapitaal noodig.
Thans is het geheel verarmd, maar het is
rijk
aan
natuurschatten. Doch om de doode bodemschatten
tot levenden volksrjkdom te maken heeft het buiten-
landsch kapitaal noodig. Dit wordt door de Rus-
sische regeering, ongeacht haar communistische op-
vattingen, in het algemeen niet ontkend en zij doet
tegenwoordig dan ook alle moeite om buitenlandsch
kapitaal aan te trekken.
Wat den invoer in Rusland betreft, ook deze heeft
nog een onafzienbaai arbeidsveld voor zich. Gedu-
rende oorlog en revolutie leefden de Russische
industrie, de Russische landbouw, zoowel als het
individu
bijna
uitsluitend van de in de voorafgaande
jaren opgehoopte voorraden. Deze werden echter ge-
durende de afgeloopen jaren op meedoogenlooze wijze
vernield. Het resultaat is, dat Rusland in den ergsten graad versleten en verarmd is. Van de aanzienlijkste
staatsgrootbedrjven tot den moejik behoeven allen
en alles een geheel nieuwe voorziening met inventaris machines, gebouwen en kleeding. Met de afkondiging
van de niauwe economische politiek, welke aan het
particulier initiatief en kapitaal een groot arbeids-
terrein opende, ontwaakte in Rusland in breede kringen der bevolking een sterke drang naar de
oprichting van nieuwe ondernemingen en economi-
schen wederopbouw, een machtige factor voor de
herleving van het land. -Gegeven dit feit moet Rus-
land op het oogenblik als het
belangrijkste
afzet-
gebied voor de Europeesche industrie beschouwd
worden. Rusland is, gelijk – gezegd, hoewel verarmd
en uitgemergeld en in het bezit van een minimaal kapitaal, toch een land met zeer groote toekomst. Hiermede moet het naar Rusland gaande kapitaal
rekenen. Ook thans reeds worden door Rusland uit
het buitenland machines, instrumenten, fabrieks-
installaties, chemicaliën, koloniale waren, automo-
bielen, landbouwmachines en -gereedschappen in
groote hoeveelheden ingevoerd. Maar deze totale
invoer beteekent ten opzichte van de Russische be-
hoeften aan West-Europeesche producten slechts een
droppel op een heeten steen en hij zal toenemen,
naarmate normale toestanden weder intreden en het herstel van het land vorderingen maakt. Het buiten-
iandsch kapitaal, waaronder ok het Hollandsche,
vertoont een stërker wordende belangstelling voor
deelneming aan het Russisch economisch leven. Dit
blijkt zoowel uit de toeneming van het aantal ge-
noemde maatschappijen als uit de vermeerdering der
concessies.
Tot op den allerlaatsten tijd hebben de Duitsche
kapitalistengroepen zich op dit gebied op de eerste
plaats gehandhaafd (Krupp, Wolf, Wirt.) Er moet
echter op worden gewezen, dat in de deelneming van
deze Duitsche maatschappijen buitenlandsch kapitaal,
dat slechts onder de Duitsche vlag vaart, een groote
rol speelt en wel tengevolge van de omstandigheid,
dat Duitschland een der eerste landen was, dat een
handelsverdrag met Rusland heeft afgesloten en de
Duitschers mede tot de eersten behoorden, welke de
handelsbetrekkingen met Rusland weder opnamen.
In den laatsten
tijd-
beginnen ook ander kapitalisten,
waaronder in -het bijzonder Hollandsche, met aan-
zienlijk grootere kapitalen dan de Duitsche aan
Russische ondernemingen deel te nemen. De geheele
Russische grootindustrie is- in trusts en syndicaten
vereenigd, welke op geheel andere bases staan dan de
West-Europeesche ondernemingen, welke dezen vorm
hebben aangenomen. De trusts en syndicaten bevinden
zich in handen sn den Staat. Zij worden door een
Staatsorg
.
aan opgericht en beheerd, nI. den Oppersten
Economisohen Raad. – Trusts -worden gevormd ôf door
territoriale ondernemingeirvan dezelfde soort, ôf door
9 Januari 1924
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
31
vereeniging van ondernemingen van dezelfde soort,
welke tot verschillende territoria behoordcn. Het
totaal aantal der onder den Oppeisten Econoniischen
Raad vereenigde trusts omvatte eind 1922 twaalf
verschillende bedrijfstakken met in totaal 430 trusts,
4.144 ondernemingen met 1.000.000 arbeiders. Hier-
onder zijn niet begrepen cle steenkolen- en de aard-
olie-industrie.
Hoewel deze trusts aan de algemeene leiding van
den Oppersten Economischen Raad ondergeschikt zijn, handhaven zij op het gebied van de productie
een zeer groote zelfstandigheid. In den aanvang werd
door ieder dezer trusts een eigen prijspolitiek ge-
voerd en concurreerden zij onder elkaar. In 1922
echter begonnen zij zich voor en na tot syndicaten
aaneen •te sluiten. Reeds in genoemd jaar werden
1.8 dezer syndicaten geregistreerd, die 176 trusts met
1.791 ondernemingen en 600.000 arbeiders vereenigden.
De syndicaten namen later den vorm van naamlooze
vennootschappen aan.
De trusts zijn vereenigingen met een productief
karakter, terwijl de syndicaten voor den afzet der pro-
ducten te zorgen hebben, dus een commeicieel doel na-
streven. De taak der syndicaten is drieledig. In dc
eerste plaats het in één hand vereenigen van de
commercieele taak van de triists met betrekking tot
den afzet. In de tweede plaats vereeniging van de
trusts met het oog op de verzorging met grond- en
brandstoffen en in de derde plaats de gemeenschap-
pelijke oplossing van de financieele vraagstukken,
waarvoor cle trusts zich gesteld zien.
Een staatstrust is rechtspersoon. De trusts hebben de yrije beschikking over hun eigendommen en zijn
in hun werkzaamheden onderworpen aan het Rus-
sische burgerlijk wetboek. Particuliere kapitalisten
kunnen aan een trust slechts op deze wijze deel-
nemen, dat
zij
belang nemen hij een gemengde
maatschappij.
De totale winst van de Staatstiusts vloeit in de
Staatskas, na met minstens 20 pct. te zijn vermin-
derd, welke op reserverekening worden geboekt, zoo-
lang het bedrag hiervan niet de helft van het statutair
kapitaal heeft bereikt en voorts onder aftrek van
de aan het bestuur te betalen tantiémes en van de
premies van arbeiders en beambten. Het bedrag,
waarmede de reserve wordt gecrediteerd en dat der
uitbetalingen aan bestuur, beambten en arbeiders
wordt jaarlijks door den Oppersten Economischen
Raad vastgesteld.
D)r. S. Mii
–
LNER.
VERKOOP VAN DJATIHOUT IN GEMENGD
BEDRIJF, EEN HOUTHANDELSTRUST
OP
JAVA.
1)
Ir. A. Groothofi te Bandoeng schrijft ons:
In ,,Korte berichten voor Landbouw, Nijverheid en
Handel” van 19 October 1923 No. 42, uitgegeveh
door het Departement van Landbouw, Nijverheid en
Handel te Buitenzorg, wordt de volgende keîinisgeving aangetroffen
‘,,De Regeering lieeftziih in- beginsel bereid verklaard
tot medewerking aan verkoop van dati-timmerhout
2)
in het grodt in gemengd bedrijf met bestaande particuliere
maatschappijen, diein het groot handel drijven in, djati
timmerhout. Daarom zal noodig zijn een.recontructie,
o.a. met dit effect, dat aan de Regeering een overwegend
aandeel in het zeggenschap toevalt. Derelijkegemenae
bédrijven zouden geduiende een langén teriiijii al het hôut
geleverd krijgen,dat door den Dienst van het Bosch-wezen geoogst wordt uit bepaaldelijk aan te wijzen osch-
arealen met een geschatte jaarlijksehe houtopbrengst,
verband houdende me.t de welbewezen afzetcapaciteit van
de betreffende houthandelmaatscbppij. De levei’ing. zal
in persten aanleg tegen ostp-ijs geschieda niet toepassing
van een- systeem van winstdeeling, waarbij
3/5
deel, bij
‘Verg. deuanteekning op pag. 3 van dit’ nuinnier; Rêdj’
[Verg. de opmerkingen over het b
6
schwezen op-pag.
1035/6′
v.itn,: den. vorigen jaargang. – Bed.] …..
groote winsten op te voeren tot
314
deel, aan het Gou-
vernement komt.
Gegadigden, die voor vorming van een gemengd bedrijf
op
dezen voet in aanmerking wenschen te komen, kunnen
zich daartoe aanmelden bij den Directeur van Landbouw,
bij wien ook nadere inlichtingen hieromtrent zijn te be-komen. In ieder voorkomend geval zal echter vôdr alles
een onderzoek moeten J)laats hebben naar de financieele
en handelspositie van den gegadigde, zoomede naar de
vooruitzichten, die de vorming van een gemengd bedrijf
met hem op financieel en liandeisgebied opent. Voor deze
taak is hij Gouvernementsbesluit van 7 October j.l. No. lx een Commissie ingesteld bestaande uit de E[eeren C. van
den Bussche, Hoofd van den Bezuinigingsdienst, voor-
zitter ; Mr. J. de Riemer, Administrateur bij het Departe-
ment van Landbouw, lid-secretaris; J. L. van Houten,
President van cle Factor)’ der Nederlandsche 1-landel-
Maatschappij te Batavia en het Hoofd van den Gou-
vernements Accountantsdienst, dan wel een door dezen
aan te wijzen Gouvernements Accountknt, als leden. Naar-
mate zich gegadigden bij den ])irecteui- van Landbouw
-aanmelden, wordt op diens verzoek door de Commissie te hunnen opzichte bedoeld onderzoek ingesteld, waarna
hij gunstig rapport besprekingen omtrent de vorming
van een gemengd bedrijf met den gegadigde kunnen
aanvangen.’
J)eze aankondiging is blijkbaar bedoeld als een
openbare oproep aan particuliere groothandelaren om
mede te werken tot de vorming van
gemengde bedrijven
LOOr den verkoop van
d2ati-tammerhout
‘in het groot.
Ingewijden in de Indische houtpolitiek weten, dat
hier een poging gedaan woi-dt ter verkrijging van
een definitieve oplossing in zake jarenlange geschillen
tusschen den Dienst van het Boschwezen en Indische
groothandelaren.
Dat men die oplossing, in de richting van het ge-
inengde
bedrijf
zoekt, is naar het ondergeteekende
voorkomt, stellig meer als een gevolg van de in -de
laatste paar jaren in Indië gevoerde propaganda voor
gemengde bedrijven te beschouwen dan als een uit
de bedrijfsomstandigheden voortgekomen noodzaak. Voorts zij nog gewezen op twee met de algemeene
malaise in verband staande drjfveeren, welke beide
partijen te eerder er toe gebracht hebben deze richting
in te slaan nl.:
van Gouvernements zijde:
de verminderde afzet
en lage prijzen van het djatihout;
‘iian particuliere zijde:
de ongunstige financieele positie van de houthandelmaatschappijen.
Men verwacht aan beide zijden door het samengaan
in,gemepgd bedrijf een ruimer afzet (o.a. door meer
export), betere financeele resultaten alsook een defini-
tieve oplossing van meeningsverschillen over de hout-
vei-kooppolitiek te bereiken.
Het is echter zeer de vraag, of de gekozen weg
tot dit doel zal leiden, ook al beteekent de oprichting
van gemengde houthandelmaatschappijen feitelijk een
stap in de richting van een
cljat’i-houttrust op Java.
Het feit evenwel, dat langs dezen weg onvermijdelijk
de groothouthandel
onder ieiding en overwegende
zeg gingschap van het Gouvernement
gemonop oh seerci
wordt, zal blijken het bereiken van het beoogde doel
in den weg te staan.
Om zulks in te zien behoeft men zich slechts af te
vragen, hoe men
nlsçlan
in verschillende gevallen den
groothandel van regeeringswege denkt te m anipuleeren
buy – v’ooi dé jegeling van prjzén en voor de verdeeliog
der afzetgebieden bij export, hij verkoop op Java, bij
levèring aan de overheidsdiensten
eh
bedrijven. Der-
gelijke regèeringsbémoeiingen in houthandelszaken
zullen in de toekomst stellig tdt minstens even grodte,
Ô6 niet jiog grootere moeilijkheden aanleiding geven
clan’ zich ths tusèche’n houthaudel en Boschwezen
voördoen en ‘ivelke’ bezwaren ‘men met de nieuve
jlan’nen voor gemengde bedrijven juist wenscht te
devaèn.Iers wordt cle monopolistische prijs-
zetting -door
.
let Gouvernement als vrjwe,I-eenigst
djatihoutproduéent.op.Java (n.l. door cle gebruikelijke
}im.ietstelhingèn
bij
de vedities- en inschrijvingen van
het Boschwezen) -als gevolg dier ‘plannen verplaatst
32
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
9 Januari 1924
naar een houthimdëlstrust, gevormd door een aantal
gemengde bedrijven met particuliere directies onder
overheerschen de leiding van Regeeringscdmmissaris-
sen, welke verplaatsing veel meer intesieve kennis
en inzicht van regeeringswege in den houtha.ndel
eischt, waaraan, ook in de toekomst, zeer moeilijk
voldaan zal kunnen worden, zoodat uit dien hoofde
vele nieuwe bezwaren en een veel grôoter risico te
vewachten zijn.
Dat het Gouvernement – eenmaal den weg van
de gemengde houthandelsbedrijven ingeslagen – on-vermijdelijk op korten
termijn
in een houttrust be-
landt, moge alsnog in het volgende verklaard worden.
Uit de overgenomen kennisgeving in ,,Korte Be-
richten” is af te leiden, dat indien de besprekingen over een gemengd bedrijf met eiken gegadigde uit
den bestaanden particulieren groothouthandel, over
wien ‘de Oommissie van onderzoek gunstig gerappor-
teerd heeft, tot het gewenscht,e resultaat leiden, er
meerdere gemengde houthandelsbedrijven uit de tegen-
woordige vrij concu rreerende particuliere bedrijven
zullen ontstaan.
Aldus wordt een nieuwe toestand id den groot-
houthandel geschapen, waarbij het Gouvernement als
winstgerechtigde en meest gezaghebbende betrokken
is
bij diverse houthandelmaatschappijen.
Laat men de onderlinge concurrentie bestaan, dan
zullen deze gemengde
bedrijven
als concurrenten, die
het G ouvernements-dj atihout vrijwel tegen kostprijs
bekomen, bij verkoop het
prijsniveau
omlaag drukken
teneinde het hun toegewezen quantum volledig van
de hand te kunnen doen. Er ontstaat dan een
ver-
7n4nde’ring van de, winstrnarge
tusschen verkoop- en
kostprijs, in tegenstelling met den tegenwoordigen
toestand bij de gouvernementsvenduties en pacht-
contracten, waarbij de concurrentie van de koopers
en inschrijvers juist voert tot een
vermeerdering dier
wnstmarge.
1)e naast de gemengde bedrijven voort
te zetten venduties van het Boschwezen ondergaan
natuurlijk ook den prjsdrukkenden invloed van zulk
een nieuwe situatie in den groothouthandel, zoodat
het Gouvernement aan alle kanten in het nadeel zou
komen.
Het spreekt daarom vanzelf, dat bij invoering van
de gemengde bedrijven cle vrije concurrentie tusschen deze bedrijven onderling, alsook met het Boschwezen,
ontoelaatbaar is en dadelijk in het eigen belang van
het Gouvernement zelf heteugeld moet worden. En
zulks kan niet anders dan door een of andere trust-
vornhing op initiatief en onder leiding van het Gou-
‘ernement.
• Voor houthandelaren, die geen gemengd bedrijf
wenschen en dus op de venduties van het Boschwezen
aangewezen blijven, zal zulk een houttrust
vrijwel
het
begin van het einde van hun vrij bedrjf’beteekenen.
tTit een algemeen economisch oogpunt is het voor-
uitzicht eener houttrust op Java voor de distributie
en export van djatihout weinig o’pwekkend. Een
productienionopolie wordt aldus tot een handels-
monopolie, hetwelk hij een zoo moeilijk te verhandelen
product als hout en onder Gouvernementeele leiding
tot zeer ongewensdhte toestanden kan leiden.
De bestaande moeilijkheden tussehen Boschwezeu
en groothandel, alsmede de minder gunstige resultaten
van het Gouvernements-djatihoutbedrijf, zouden door
een betere organisatie en meer commercieele lêiding
van den Dienst van het’Boschween alsmede door een
minder eenzijdig beleid van de houtvesters ‘en een
speciaal georganiseerd contract met de groothout-
handelaren grootendeels, zoo niet geheel, opgelost
kunnen worden tot tevredenheid beider partijen.
1)
Het experiment der gemengde houthan’delsbedrij ven
i) Dit oordeel van ondergeteekende berust op zijn ervaringen
als lid van de thans ontbonden Commusie voor de Hout-
politiek, waarin zoowel ambtenaren als particuliere belang-hebbenden zitting hadden.
is voor dit doel onnoodig en uit een financieel en
economisch oogpunt vol onvoorziene risico’s.
Als financieele steun voor de bestaande houthandel-
maatschappijen is het gemengde bedrijf in het geheel
niet op zijn plaats en schept het een gevaarlijk
precedent.
Ir. A. Gnoo’rnorr.
Bandoeng, 22 November 1923.
AANDEELHOUDERS iN Ni1AMLOOZE VEN-
NOOTSCHAPPEN VAN VERZEKERING.
(Een antwoord aan de directie van den ,,Nederlandsche
Lloyd”).
Indien het mij gelukken mag, langs den ingeslagen
weg der publiciteit te bereiken, dat mijn critiek als
aandeelhouder niet a priori afgewezen wordt, maar
onderzocht, dan zal ik veel gewonnen hebben. De
aandeelhoudersvergadering heeft inmiddels – op 3 De-
cember – in verlenging voor vijftig jaar van de onder-
neming, toegestemd; de reserve, die ik mij oplegde
in
mijn
artikel van 23 November (zie E. S. 13. van
28 November), is daardoor overbodig geworden; en ik
wil dan nu de directie van antwoord dienen op haar
beschouwing in het nummer van 2 Januari jl.
Ik heb bereikt, dat openlijk de directie het aan de
orde gestelde aandeelhoudersbelang bij een beteren koers
van aandeelen een ,,belangrijk vraagstuk” noemt en,
dat zij, hare belofte in, de aandeelhoudersvergadering
zich herinnerend, liet zoeken harerzijds naar een voor-
ziening in uitzicht stelt. Het middel, dat ik aangaf,
heeft een diepere beteekenis, dan men op het eerste
gezicht beseft, en ofschoon niet zeer krachtig, kan
het zonder schade beproefd worden. Wanneer er van
des aandeelhouders deelneming
bijvoorbeeld
10 pOt.
of één tiende gestort is, dan zoo pleitte ik, kan men het
voor dividend beschikbare deel der winst en uitkeering
geschieden, clie men stelt in stede van op x pOt. over
het gestorte,’ op
–
0
/
0
over het volle deelnemende be-
drag. Men kan ook, zooals de N.I.L.L.M.IJ. reeds
heeft gedaan, cle uitkeering inkleeden als 5 pOt. ovér
het gestorte benevens daarenboven y pOt. over het
niet-gestorte deel der deelneming. In beide gevallen
krijgt men lagere percentages dan volgens de tot dus-
verre gevoigde methode.
Nu zou men misschien willen tegenwerpen, dat een
dividend van 10 pOt. een kenmerk van een bioeiêncl
bedrijf genoemd pleegt te worden, maar een dividend
van 1 pOt. niet tot het publiek spreekt; om het publiek,
dat zich verzekeren wil, vertrouwen in te boezemen in
de soliditeit van een bepaalde instelling, zou dus eeii
hooger percentage, volgens de oude methode berekend,
veel geschikter zijn! Edoch, het is twijfelachtig, of
tegenwoordig bij den miserabelen stand der koersen
van de aandeelen, een stand die nu reeds meerdere
jaren aangehouden heeft, de bovengenoemde propa-gandistische waarde van een hoog dividend nog wel
aanwezig is.
Bovendien vergeet men, naar het schijnt, ‘dat de
medaille ook haar
keerzijde
had. Ging het dividend
een zeer hoog percentage bereiken, dan werd, en waar-
schijnlijk terecht, ook wel gevreesd, dat het publiek zpu
gaan meenen, dat op de risicopremie een te hooge opslag
voor winstgelegd wordt, en krachtig zou gâan- aan-
dringen o lagere tarieven. Wie deze vrees weleens
gedeeld heeft, zal ongetwijfeld van mijn -denkbeéld
dit
de goede
zijde
vinden: dat, men cijfers in ‘de toe-
komst krijgt, die nimmer die ‘ongewensch.te hoogte
bereiken.
Van de voorstelling die het publiek dan krijgt.
bij een zeer laag dividend – kan trouwens niet gezegd
worden, dat zij onwaarachtig is. Een feit is het, dat
de aandeelhouder het volle bedrag van zijn aandeel ris-
keert; het is dus niet misleidend, zoo men het dividend
uitdrukt in een percentage daarvan. De vergelijking
ligt voor de hand met ‘de: aansprakelijkheid, die in, de
9′ januari 1924
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
33
de jaren 1915-1918 de bankieis op zich namen voor
het richtige nakomen van verplichtingen onder N.O.T. –
contracten. Voor het aanvaarden dier aansprakelijk-heid of borgstelling bedongen zij van de kooplieden
een provisie, berekend als een percentage van het
bedrag dier aansprakelijkheid. Gesteld, dat de N.O.T.
destijds van de bankiers gevergd had, dat zij een
zeker deel vooraf stortten, dan zou het geheel der
verho’hding in wezen niet anders geweest zijn; welnu,
zij zou dan ten volle gecorrespondeerd hebben met
de positie van een aandeelhouder in een N.V. van
verzekering.
Een verder voordeel van mijn stelsel zou dit zijn.
Er
schijnen
personen te zijn, die maar al te zeer de
mogelijkheid van het opvragen van kapitaal wegcijfe-
ren; die zich het koopen van aandeelen veroorloven,
al verkeeren zij.niet in de mogelijkheid, aan een wivei-
hoopte oproeping vlot te voldoen. De kring van zulke
personen, waaronder er zonder twijfel vele te goeder
trouw zijn, zou een nuttige waarschuwing ontvangen,
wanneer het gebruikelijk werd, dat de directiën hun
circulaires ongeveer aldus gingen redigeeren: het
,,dividend” (wellicht de ,,provisie”) wegens uw deel-
neming in de maatschappij zal zooveel percent over
het bedrag waarvoor gij aansprakelijk zijt bedragen”,
of wél ,,uw dividend zal, boven en behalve de .statu-
taii-e 5 pOt. over uwe storting, dit jaar bedragen
zooveel percent over het bedrag dat nog opgeroepen
kan worden.” Dat men aldus het ontstaan van de
bedoelde categorie van zwakke aandeelhouders voor-
komt, is een voordeel.
* *
*
Ik kom nu tot het andere punt van mijn critiek:
het niet tot uiting brengen van de verplichtingen,
die ‘op de genoemde maatschappij zelve rusten, als
aandeelhoudster in andere, in zustermaatschappijen.
Het schijnt mij toe – en het volgt uit het boven-
staande reeds als vanzelf – dat de directie van den
Nederlandsche Lloyd” beter gedaan had, door het
niet voor te stellen, zooals zij tot tweemaal toe doet,
,,dat
hare
aandeelhouders nimmer voor eenig gevaar
,,beducht zullen behoeven te
zijn.”
Ik maak dan ook
geen gebruik van den vrjbrief, die hierin eigenlijk
ligt, om mijn aandeelen te verkoopen aan en te doen
overschrijven op personen, om wier gegoedheid ik mij
niet bekommer. De directie zelve trouwens laat die zorg niet aan hare aandeelhouders over; maar zij is
wel degelijk waakzaam, ziet toe, dat bij wisseling van
eigenaar, de verkrjger goed is voor het bedrag. Door
deze hare gedragslijn wordt echter de beteekenis van
de-gewraakte uitspraken te niet gedaan. Van geen
enkele N.V. mag volgehouden worden, dat de verplich-
ting om bij te storten, verwaarloosd worden mag!
Dus ook niet van die maatschappijen van welke de
N. L.- aandeelen bezit. Welke het zijn, isaan aandeel-
houders niet bekend! Zij weten alleen het volgende:
De laatste balans der maatschappij vermeldt hij
de activa:
Prolongaties
f 847.000,
Effecten
f
105.405, etc. etc.;
en op een volgende pagina van het -jaarverslag be-vindt zich afgedrukt een:
–
,,Staat der Effecten op 31 December 1922.’ Van dezen staat zijn verschillende posten gespeci-
ficeerd tot een totaal van………….
‘.-.
f
–
47.641
en daaronder staat met zooveel woorden:
,,Aandeelen in diverseAssurantie Maatschap –
pijen onder beheer van onze Maatschappij”_ ,, 57.764
f
105.405
De eenige toelichting de gegeven wordt, treft men aan in deze woorden van de accountants-verklaring:
,,terwijl het bezit der Aandeelen in andere door de
,,Maatschappij beheerde Assurantie Maatschappijen
,,op de Balans voorkomt oyereehkomstig de intrin-
,,sieke waarde.” . . ..
Twee ‘vragenliggen., voor wie dit leest- voor ‘dé
hand:
.10
,,wa’is de verhouding van aansprakelijk
kapitaal tot -het nominaal bedrag der op die aand’eelen-verrichte -stortingen?”
20
deze vraag:-,,wat is de ver-
houd.ing van -de balanswaarde tot dit laatste’:? Ik begon dus met per brief aan de directie te vragan:
,,bevinden zich onder de aandeelen stukken, waarop
nog bijstorting verlangd kan -worden?” en: ,,wat is
bedoeld met intrinsieke waarde?”
Op deze vragen ontving ik geen behoorlijk bescheid;
alleen cle wel wat naïeve-mededeeling, dat met ,,in-
trihsieke waarde’ bedoeld was de ,,werkelijke waarde”;
en verder deze geruststelling: ,,dat het
onverschillig
,,kon geacht -worden,
of er nog gestort moest worden
,,op ‘deze aandeelen, omdat krachtens de met de -be
,,doelde maatschappijen gesloten contracten de Ne-
,,derlandsche Lloyd toch voor al haai’ onverhoopte
.,verliezen -op’ moest- komen”.
Nu zie ik-het zôé in: dat allerminst dit aandeelen-
bezit zonder meek- op één lijn gesteld kan worden met
de overigë eflectenportefeuille; zooals in deze balans
en ,,staat van effecten”‘ geschied is; maar ook, dat
een directie liever niet moest trachten, een aandeel-
houder aldus met een kluitje in het riot te zenden!
Ook is het aanbodj om ten kantore der directie inlich-
tingen– te komen ontvangen, waarop de directie zich
nu beroept,’ dooi- mij terecht gepasseerd. Ter’ ver-
gadering – heeft de directie toegegeven, dat het haar
welkom -is, dat voor. -haie aandeelen ook buiten- de stad Amsterdam een markt is (zij ‘had dit niet-anders
kunnen voorstellen) maar hieruit volgt, dat voor den aandeelhouder het verkrijgen – van inlichtingen’ niet
afhankelijk gesteld worden kan .van een reis naar ‘het
hoofdkantoor. Bovendien geeft een onderhoud onder
vier oogen den indruk; dat’de directie een gunst ver-
leent en men begeert geen gunsten; ea
eindelijk
weet
men nooit, of op hetgeen men aldus zal vernemen
wellicht het zegel der geheimhouding zal worden ge-
legd. Neen, voor discussies over de balans is open-
haaiheid noodig, eii de bepérkte opehbaarheid van
een vergadering van aandeelhouders is zelfs – niet
altijd voldoende.’
Mijnerzijd4 heb ik gedaan wat maar in mijiï ve
r
:
mogeh wâs; om opb’ouwende critiek te’ leveiei; ik
hëb ‘de directie niet
‘op
een aandeelh’oudersvergade
ring iét’ vragen willen ‘overvallen, maar ik heb ge-
tr’acht, ‘om – voör de vergadering de zaak te doen op-
helderen; en ik zie er viemd vn
‘op,
dat ‘de directie
nu duift
schrijven:
,,de heer E. S. heeft het nciodig
en oirbaar geacht.. . . onverholen critiek te oefenen”.
– Ik ben dan ook’ overtuigd, dat de lezers – van
E. S. B. die onoirbaarheid van
mijn’
optreden niet
zullen toegeven; maar – véele’er het waardeeren zullen,
dat iemand den moed heeft, voor zijn belang op te
komen en zijn eigen – inzicht durft verdedigen, ‘of-schoon men te voren weet, dat men als critiseerend
aandeelhouder in ‘t algemeen kans loopt op een on-
heusche bejegening. -‘
Ik heb, wat dit tweede punt betreft, mijn doel nog
niet volkomen bereikt; doch toch wel reeds iéts véi-
nomen. De nauwe relatie tiisschen ,,Nederlandsche
Lloyd” en een zekere maatschappij is van algemeene
bekendheid; dus informeerde ik bij het Handels-
register naar’het bedrag waarvoor de N. L. als hou-
der van hare aandeelen ,geboekt stond; en zéé ver-
nam ik, dat dit
f
5000 storting en
f
25000 totale
deelieming is. Dezen post kon ik dus ter vergadering
ter sprake brengen, en ten opzichte hiervan kon
ik de vraag herhalen: ,,voor welken koers komen
nu deze
f
5000 nominaal in onze balans voor?” Het
antwoord van den accountant gaf toen aan, dat de
likwidatiewaarde niet beneden pan is; maar dat
,,Nederlandsche Lloyd” zijn stukken voor belangrijk
minder dan pari had verworven en voor dezen aan-
koopprijs ze in zijn balans had opgenomen. De aan-
wezige aandeelhouders vernamen op. die
wijze
althans van, één enkelen post iets naders.
– Dat, aandeelhouders en publiek ook verder inge-
licht wordeû is hun recht. Gèfiat’teerd is cle voor-
34
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
9 Januari 1924
stelling, dat de mogelijkheid van bijstorting’ een
bloote fictie is; de aandeelhouder heeft daarom recht
te weten, welke maatschappijen het zijn, wier lot
mede het lot van de ,,Nederlandsche Lloyd” influen-
ceert. Van de bedoelde instelling; die ik met name
noemde, gaat het al vast niet op, dat de ,,Nederland-
sche Lloyd” het ,,overgroote deel der aandeelen” in
zijn bezit heeft, zooals de directie in haar artikel,
in de vijfde alinea, zegt. Laat ons echter aannemen,
dat dit met de overige wel het geval is en dat
daar dan wel de N. L. met de groote meerderheid
der aandeelen ook alle zeggenschap bezit. Welnu, deze
representeeren nog een bedrag van wellicht
f
55.000;
en, zooals de zaak thans staat, is de directie van de
,,Nederlandsche Lloyd” de eenige in Nederland, die
souverein beoordeelt, of dit bezit een bezit is, dat
onze vennootschap past; of de vennootschap met het
oog op mogelijke bijstortingen over voldoende vrije
reserves beschikt; en eindelijk over de vraag, welke maatstaf van beoordeeling behoort te gelden hij het
taxeeren van deze stukken voor de balans.
De directie zal het moeten billijken, dat een aan-
deelhouder, al stelt hij een haast onbeperkt vertrou-
wen in haar kwaliteiten als assuradeur, toch weigert
in alle deze punten blindelings goed te keuren, wat
zij verricht heeft. Al is hij overtuigd
;
dat het be-
lang van de ,,Nederlandsche Lloyd,” zooals de directie
dat inzag, haar geleid heeft, hij permitteert zich
toch gaarne de vrijheid, een
afwijkende
zienswijze te
hebben; en hij zal ook nooit afstand doen van zijn
recht, om zulke dingen in het openbaar te bespreken;
want het gaat ook om groote algemeene belangen!
Mr.
W. 11. A. EL1NK SOHUURMAN.
Basel, December 1923.
EEN JAARBEURS iN INDJE.
Mr. A. E. J. Simon Thomas te ‘s-G’ravenhage
sehrij±t ons:
in de nummers van 5, 12, 19 en 26 Dec. neemt de
heer Sibinga Mulder, uitgaande van de Indische begroo-
ting, verschillende bestuurstoêstanden onder de loupe.
Zelden zeker vindt men in het moederland de gele-
genheid, onder zoo zaakkundige leiding een speurtocht
door de keukens der koloniale huishouding te onder-
nemen. De schrijver, van wien in Indië bekend was,
dat hij geen blad voor den mond nam, toont zich in
Holland niet anders en, al zal zeker menige uitlating in zijn aanklacht tegenkanting vinden, véSr alles zal
men dezen onvermoeiden strijder dankbaar moeten
zijn, dat hij ook hier zijn licht niet houdt onder de
korenmaat.
Dit te erkennen ‘ëchter en te treden in beschouwing
van de bonte reeks der monstra, die de heer Sibinga
Mulder aan ons voorbij doet trekken, ligt niet méér
op mijn weg dan op dien van den gemiddelden lezer
met belangstelling voor indië. Hidrvoor staan anderen
klaar, bij wier optreden het mij past op den achter-
grond te blijven. Maar in de rij van ambtelijke wind-
molens, waartegen hier de strijd gaat, tref ik van heel andere bouworde een hutje aan, dat mij ter harte.gaat
en dat ik, bij dezen imposanten orkaan, wat op zij
‘an den weg zou willen zetten.
Wie zich in Indië wel gelegen liet liggen aan het
jonge Bandoengsche – Jaarbeursinstituut, heeft maar
al te goed het oordeel van den afgetreden Directeur
van L. N. H. daarover leeren kennen. Het kan hem
niet verwonderen te lezen, dat aan dit instituut ,,geen
behoefte bestaat, ook al was het op een meer geschikte
plaats dan Bandoeng gevestigd”; dat ,,de tentoonstel-
ling niets en de eigenlijke beurs minder dan niets
hadden te beteekenen.” Aan de groote beteekenis, die
de meening van een man als Sibinga Mulder omtrent
Indische toestanden ontegenzeggelijk heeft, wordt niet
te kort gedaan door in dit opzicht daartegenover te
stellen die van verschillende personen wier stem oj
Java niet minder gezag heeft. Omtrent een insti-
tuut, dat ‘mannen als Bosscha, den Volksraadvoorzit-
ter.
Mr. Schumatn, den Directeur van Gouvernements-
bedrijven Roolofsen, den Voorzitter van let Suiker-
syndicaat, den Hoofdvertegenwoordiger der Bataaf-
scite Petroleum Maatschappij, den Rector-magnificus
der Technische Hoogeschool, den President der Pactorj
van de Ned. Handel Mij. (‘zoo zijn er nog meer op
het lijstje!) in, zijn Hoofdbestuur heeft, moet toch nog
een andere zienswijze mogelijk zijn clan de boven geci-
teerde, uit hoe gezaghebbenden mond zij moge komen.
1-leeft niet het ,,vernietigend” rapport van den chef
der afdeeling Nijverheid als tegenhanger het optre-
don van diens evenknio, het hoofd der afdeeliug Han-
del van het Departement L. N. El., in het Hoofdbe-
stuur der Jaarbeursvereeniging, zoodra het heengaan
van diens chef ‘den band, aan eigen meening aange-
legd, slaakte?
Er is, inderdaad, nog een gezichtspunt naast dat van den zoo bij uitstek deskundigen schrijver van
,,in en om cle Indische Begrooting”. Het is niet dit,
dat de Bandoengsche Jaarbeurs thans zou zijn het
centrum van Insulinde’s handel en industrie; niet
ook, dat zij zou wezen het bemiddelingsinstituut
zonder hetwelk import en product4e zich zouden
zien beknot in hun meest vitale belangen. Maar
wel verdient wat meer waardeering en steun van
een zijde, clie getoond heeft zoozeer het belang van
Indië voorop te stellen, het eerlijk en oprecht streven
van een aantal menschen om den weg te openen tot
gereede introductie van wat telken jare in de Wes-
tersche landen aan nieuws op de markt wordt ge-
bracht.
De taak, die zij daarmede op zich genomen hebben,
is op zichzelf reeds zwaar genoeg.
De groote omvang van het terrein, waarover zich de
propaganda voor een nieuw handelsartikel op Java
heeft uit te strekken; het weinig compacte der groot-
handelsorgansatie in indië in verhouding tot die in
cle ,,cultuurstaten”; de moeite, verbonden aan het
samenbrengen van een schare bezoekers, die een vol-
doende suces kan verzekeren – deze en andere facto-ren stellen een Jaarbeurs in onze koloniën op zichzelf
al in een belangrijk minder voordeelige positie dan, om
maar vlak bij huis te blijven, haar TJtrechtsche zuster.
Naast deze, om zoo te zeggen, natuurlijke bezwaren,
die de oprichters der jaarbeursvereeniging vooraf kou-
den onderkennen en met de daad der oprichting fei-
telijk hebben aanvaard, is zich gaan stellen een bestrij-
ding, die zich niet ertoe bepaalt het nut der instelling
te ontkennen en verder aan de direct belanghebben-
den, den handel, het laatste woord te laten, maar haar
te lijf gaat als betrof het hier een staatsgevaarlijke
Organisatie.
De actie tegen de Jaarbeurs komt – de keer Sibin-ga Mulder weet dit evengoed als ik en ieder ander –
maar al te vaak voort uit onzuivere motieven. Een
artikelenreeks, tijdens cle 3e Jaarbeurs in een dci
eerste Bataviasche bladen verschenen, liet hieromtrent
al heel weinig te raden; een ander blad in Batavia
– sindsdien gelukkig van redactie veranderd – had,
naïever, reeds véSr de Jaarbeurs in zijn kolommen
gedreigd ,,dat het, indien het Jaarbeursbestuur geen
advertenties liet plaatsen, zijn houding ten aanzien
van dit instituut wel zou weten te bepalen.” De
publieke opinie te Soerabaja werd, en ‘wordt nog
steeds, beïnvloed door den wensch om zelf een jaar-
beurs te hebben – een têndens, die voor propaganda
der jaarbeursgedachte in het algemeen zeer waardevol
is, maar die in de gedaante waarin zij zich hier voor-
doet, toch getuigt van een weinig breeden kijk op de
algemeene beteekenis van wat in Bandoeng werd ver-
richt. In het algemeen is vanuit de lage havensteden
steeds verket aangeteekend tegen elk streven om in
het’ voortreffelijk klimaat van Bandoeng iets anders
te voorschijn te roepen dan een vacantie- of herstel-lingsoord; dat de groei van deze plaats niet is voort-
gegaan in het tempo, dat de voorafgegane jaren had-
den doen verwachten, is zeker niet vobr het minste
deel toe te schrijven aan den kortaichtigen naijver,
9 Januari 1924
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
35
waarmede de persorganôn der kustplaaten haar eiken
aanwas. hebben betwist.
Hét is wel eens goed, dat men in Holland weet,
welke factoren meegewerkt hebben, wanneer dc’ Jaar-
beurs een slechte pers heeft. Afbraak eischt minder
tijd dan opbouw en maakt meer lawaai – geen wonclei
dat het publiek uit cle rnailberichte.n wel eens ‘wat
eenzijdig wordt voorgelicht.
Het is een ernstig feit, wanneer in aldus bewerkten
bodem de stoere boom eener erkende autoriteit wordt
geplant. De heer Sibinga Mulder diotiveert zijn oor-
deel ditmaal niet, maai een zoo positieve uitspraak,
als sluitstuk op een
zoo
langdurig verzet, moet wel
zeer ernstige bezwaren doen veronderstellen’. Wat
staat hier tegenover, dat het bestaaTi. eener Indische
jaarbeurs kan wettigen?
De eerste beurs in 1919 wilde ‘zijn nationaal. Zij
ontstond in een tijdperk, waarin men de geboorte ver-
wachtte .van een omvangrijke Iiïdische nijverheid, ge-
vormd naar westerscheu stijl. Reeds het volgend jaar
is het nationaal standpunt verlaten en ‘het verloop,
dat het vraagstuk der industrialisate heeft genomen,
bevestigt dc juistheid dezer koerswijziging.
Toch zou ik allerminst willen beweren, dat een
indische Jaarbeurs voor de inheemsche industrie
zonder beteekenis zou zijn. –
Voor de – niet zeer vele – fabrieken van vester-
schen opzet levert een jaarbeurs het complement
hunner vaste verkooporganisatie; een centraal punt,
waar zij het publiek bereiken, dat anders aan hen
zou voorbijgaan en- waaronder zich zoowel de weder-
verkoöpers bevinden als de velen, ‘die als consument
door hun vraag de behoefte aan het product moeten
in het leven roepen.
Voor de inlandsche nijverheid ligt het belang meei’
bij deti exposant clan bij den kijker. De inheemsche
handwerker kan ei’ slechts w’el bij varen, wanneer
hij zich een enkel maal in het jaar laat weglokken uit
zijn enge dessasfeer om in een grooter milieu zijn
kunnen te tonnen en leering te trekken uit wat hij
anderen daar ziet veri.ichten. Daarbij komt nog de
beteekenis, ‘die zulk een expositie voor de studie van
land en volk kan hebben en de attractie, die vooi’
vreemdelingenbezoek Ican liggen in deze gelegenheid
om van het eigenaardige der inheemsche productie-
vormen als het ware een staalkaart bijeen te zien.
iloe aanmerlcelijk echter op zichzelf reeds het be-
lang moge zijn, dat door een industriebeurs gediend
kan worden, met de internatio,naliseering is het veel
grooter belang van den handel binnengehaald. In ver-
gelijking met die van, als ik ze zoo mag noemen, de
cultuurstaten, zijn de invoerkanalen van Indië be
perkt, in aantal en in’ capaciteit: Er is geen’ sprake
van, dat cle Indische maatschappij in de vervulling
harer behoeften gelijk op gaat met gezegde ,,cultuur-
landen”. Bij het publiek is elke behoefte lateut, tot
het ‘t voorwerp heeft gezien dat eraan beantwoordt.
In Indië bepaalt dit zien zich tot hetgeen bij ge-
schrifte wordt geboden en van de overzeesche reis
wordt medegebracht – voor liet overige is het woord
aan de importmaatschappijen , ,lYeice hebben een feite-
lijk, monopolie – soepel weliswaar ‘en verzacht in ‘ge-
lijke mate als het me anderen wôrdt gédeeld, maat’
met dat al toch een mondpolie, op grond van de moei-
lijkheid aan de vestiging van zulk een ondertreming
verbonden. En aan hun waarde voor de Indische maat-
schappij doet niet te kort, wie naa’st hen wenscht ge-
steld te zien een vorm van ‘bemiddeling, die met be-
t,rekkeljk weinig kosten en risico de gelegenheid biedt
om een nieuw artikel op de Indische markt te in-
troduceeren, op den ‘enkelen grond dat de producent
dit van belang acht, dus, dësnoods’, v66r den ‘impor-
teur uit in ‘plaats van achtér ‘hem aan: Heeft eenmaal het publiek het artikel op ‘de J’arbeurs gezien en pakt
liet, dan komt de vraag ‘vnzelf, want – men mag
zeggen wat men wil –‘ ‘het publiek, op de Jaarbeurs
is en blijft eeti setor’ van belang in den Indischen
kooperskring. Geprikkeld door die vraag, zal vanzeli
de import zich gaan interesseeren en zijn onmisbare
organisatie ter beschikking stellen; meestal, wanneer
de koopwaar voor de markt geëigend is, blijkt dit op
de beurs zelf en zal de relatie reeds daar gevestigd
worden. Hôt uiteindelijk effect is dus hetzelfde;
slechts wordt de monding van het importkanaal over
een bepaalde uitgestrektheid verbreed en cle sluis der
selectie verlegd tot daar, waar ook een ander element
(lan de ove.i’zeesche inkoo-per zich kan laten gelden.
Zon hebben dit jaar de Australiërs het begrepen;
zoo wordt voor de volgende beurs gewerkt in Neder-
end en Engeland; zoo is, bij ‘tijd van leven, nog ccii
ruim arbeiclsveld gelegen in vele exportianden.
Vai,inee,r dit werk mccht slagen, zou zijn, boteekens
.niet’licht zijn te overschatten. Niet alleen om het ge-wicht, te hechten aan een zoo ruim en doelmatig mo-
gelijlcen import in Indië; het belang kan veel verder
i’eiken. Een gezonde jaarbeurs op
.
Java zou, tot nu
toe gezien, ook zijn de eenige in geheel Oost-Azië. Met
volledige erkenning van alle differentiaties, is er toch
een zekere’congruentie in de importbehoeften der vei’-schiliende oostersche landen. Een volwassen jaarbeurs
,in ,Ned.-Indië kan er tegelijk een zijn voor de Straits,
Siam, de Philippijnen – om maar niet verder van
huis te gaan. Toekomstmuziek, zal de heer Sibinga
Mulder zeggen. Toegegeven – maar waarom bij voor-
baat zulken mogelijkheden den kop ingedrukt?
Wat de voorstanders der Jaarbeurs vragen, is alleen,
,,a fair chance”. Piet werk op zichzelf is waar genoeg.
Èenige der te overwinnen moeilijkheden stipte ik
lnerv6ô:r reeds aan. De voornaamste is wel de wissel-
‘werking, die er bestaat tusschen liet belang der expo-
santen en dat der bezoekers. De exposanten komen al-
leen als zij van een genoegzaam bezoek zeker kunnen
zijn; de bezoekers willen een expositie, welker belang-
rijkheid hun moeite beloont. Wachten beiden op el-
kaar, dan komt er niemand. Komen beiden, dan is het
succes verzekerd.
De publieke opinie is hier beslissend. En daarom
hoop ik, dat de heer Sibinga Mulder het mij zal ver-
geven, wanneer ik in een onderdeel van zijn betoog
.mij keer tegen zijn autoriteit. In een onderdeel –
want het’geen hij wenschte te betoogen was’ de afkeu-
renswaardigheid van rechtstreekschen of verkapten
t
ouvernementssteun aan de Jaarbeurs; en objectief ge-
zien zou ik dit kunnen
onderschrijven,
in zoo’verre als
,het thans is af te keuren, wanneer de Regeering een
gulden’ uitgeeft zonder er vijf kwartjes voor terug te krijgen. Allèen tegen den ,,Seitenhieb”, die de Jaar-
beurs zelf hierbij lcrijgt, heb ilc mij willen kanten. 1)at
een beiangrijk deel van de Indische pers, uit chauvi-
nisme, tegen zijn eigen belang ingaat en daarbij gast-
‘vrijheid vindt in de Hollandsche bladen, is reeds be-denkelijk genoeg; nu naast deze falset voor het eerst
een sonore baspartij zich doet hooren, acht ik den
tijd gekomen om in te vallen in het koor – zij het
,,mezzo
i
roce”.
A. E. J. SliloN THOMAS.
BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.
DE ECONOMISCHE ONTWIKKELING VAN
DE PRANSCHE KOLONIËN.
Prof. Bertrand Nogaro te’ Parijs schrijft ons:
Iedereen kent de beteekenis van het koloniale rijk,
dat
Frankrijk
zich in den loop van de 19e eeuw, iii
liet bijzonder onder de derde Republiek, opnieuw ge-
voi’md heeft. Bij de resten van het oude koloniale rijk
(St. Pierre en Miquelon, de Antillen, Guyana, Sene-
gal, Réunion) zijn zich komen voegen de oceanische
koloniën, I,nclo-Ohina, het Noorden van Afrika, Ma-
dagaskar ‘en het geweldige gebied van West- en Mid-
den-Afrika. Deze wederopbouw van het Fransche
koloniale rijk is aanvankelijk het werk geweest yan
slëchts enkele mannen en ook van min of meer toe-
vallige ‘gebeurtenissen; langen tijd heeft in Frank-rijk zelf de legende geheerscht, dat de Franschman
geen k
–
olonisatoï was en eerst kort voor. 191f beon de
36
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
9 januari] 924
koloniâie politiek in Frankrijk- POl)ulai.r te worden.
De zoo belangrijke steun aan personen en hulp-middelen, dien sindsdien liet Moederlancl van zijn
overzèesche bezittingen heeft ontvangen, hebben de
zwenking van de openbare meening ten gunste van
cle koloniale politiek voltooid. Het komt er bovendien
thans niet meer op aan het gebied te vergrooten,
doch op rationeele wijze een terrein te ontginnen,
twintig maal zoo groot als Frankrijk en bewoond
door 50 miliioen menschen.
De bezittingen, waaruit dit uitgestrekte Rijk is
samengesteld, kunnen in verschillende groepen, wor-
den verdeeld: eenerzijds Noord-Afrika met Algiers
en dc beide protectoraten Tunis en Marokko, die
het type zijn van een kolonie, geschikt voor blijvende
nederzettingen – van Europeanen en waar de voor-
waarden voor landboaw en veeteelt grootendeels de-
zelfde
zijn
als in het Moederland. Everwel kan kolo-
nisatie in deze streken niet op geheel dezelfde wijze
geschieden als in de groote Engelsche koloniën als
Canada of Australië, want rekening moet hier ge-
houden worden met het feit, dat zij naast een 10
millioen Europeanen een oorspronkelijke bevolking van een 12 millioen tellen, welke reeds vrij ver ont-
wikkeld is, doch zich nog niet geheel heeft aange-
past aan de Europeesche beschaving, voorzoover het
productiemethoden en consumptiebehoeften aangaat. Van alle Fransche koloniën is Nieuw-Oaledonië vrij-wel de eenige, die zoowa-t overeenkomt met de Brit-
sche koloniën in de gematigde zones, doch ook daar
is de Inlandsche bevolking nog in de meerderheid.
Madagaskar houdt het midden tusschen het even-
genoemde type en de tropische plantage-kolonie, want cle hoogviakte is geschikt voor de duurzame vestiging
van Europeanen, terwijl bovendien de Inlandsche
bevolking er een is met een zeer groot aanpassings-
vermogen. –
Indo-China met een vrij dichte bevolking (van
ongeveer 20 millioen) en met een oude beschaving
bezit een reeds zeër ontwikkelden landbouw en enkele
inlandsche industriëen, waarbij zich komen voegen
de Europeesche plantages en industriëen. Het is een
zeer rijk land, dat velerlei producten oplevert, maai
—
dat in de eerste plaats in zijn eigen behoeften moet
voorzien.
Vooral is het groote gebied van Midden- en West-
Afrika, waar slechts enkele duizenden Europeanen
verblijven, die met behulp van inlanders groote ge-
bieden in tropisch klimaat ontginnen, dat het best
beantwoordt aan het type kolonie, dat wel door
Europeanen wordt ontgonnen, zonder dat deze zich
daar echter
blijvend
vestigen.
Alles bij èlkaar genomen beantwoordt het Fransche
koloniale rijk
vrijwel
aan de belangen van een land, waarvan de bevolking
bijna
stationnair is, dat dus
geen behoefte heeft aan een afzetgebied voor zijn
surplus-bevolking, maar weiks industrie zeer ont-wikkeld is en dat dus behoefte heeft aan gebieden,
waaruit het levensmiddelen en grondstoffen kan be-
trekken.
– *
– *
Het econoniisch belang:van een dergélijk koloniaal
Rijk voor een groot – industrieel
–
land is duidelijker
dan ooit- gebleken na- den oorlog, toen zekeie voor-
raden grondstoffen gemoiiopoliseerd waren. De
Fransche industrie zag zich toen voor de -taak ge-
steld, zich haar verzorging met grondstoffen voor de
textielnijverheid, in het bijzonder wol en katoen, te
verzekeren. Iedereen weet, dat de wereld op het
oogenblik bedreigd wordt met een katoenschaarschte.
De productie is verminderd, – terwijl de consumptie
is gestegen. De groote productielanden als de Vet-
eenigde Staten en Britsch- Indië verwerken een steeds
grooter deel van hun productie,..terwijl het Britsche
Rijtc, dat ongeveer 40 pOt. van de grondstoffen noo-
dig heeft,, daarvag nauwelijks
za
pOt prodi.iceert. —
Ddarènboveu. ”oelt Frankrijk, nu zijniisselkoers
belangrijk – gedeprecieerd is, de moeilijkheid zijn be-
hoeften aan vleesch, visch en granen en diverse
soorten hout in het buitenland te dekken. Het heeft
echter bespeurd, dat het -en dan meestal bovendien
zonder moeilijkheden voortvloeiende uit de wissel-
koersen, een deel van het tot dusverre in het buiten-
land gekochte uit zijn koloniaal rijk kan betrekken
en systematische pogingen worden 4incls enkele jaren
dan ook in het werk gesteld om in de eerste plaats een beter overzicht te krijgen van de hulpbronnen
der Fransche koloniën en vervolgens om hen beter
te kunnen exploiteeren met het oog op den uitvoer
naar het Moederland. Een kleine ontwikkeling in
deze richting kan reeds worden waargenomen uit de
volgende cijfers.
In 1913 bedroeg de buitenlandsche koloniale handel
(uitvoer en invoer naar en van het Moederland en
vreemde landen) ongeveer 1.750 millioen francs voor
Noord-Afrika en 1.250 millioen voor andere kolo-
niën, dus ongeveer 3 milliard in totaal,
terwijl
cle
buitenlandsche handel van het Moederland een 15-tal
milliarden beliep. Thans bedraagt de buitenlandsche
handel van Noord-Afrika ruim 7 milliard, die van de andere koloniën ruim 5 milliard, dus ongeveer
13 milliard tezamen; een cijfer, waarbij men onge-
twijfeld de prijsstijging
in aanmerking moet nemen,
doch waarin desniettegensta ande een wezenlijke stijging
van den goederenruil tot uiting komt.
De rol, welke Frankrijk in dezen handel speelt,
is op het oogenblik de volgende:
Wat Noord-Afrika betreft vormt de uitvoer naar
Frankrijk
bijna
314 van het geheel, terwijl de invoer van Algiers voor een zelfde deel uit het Moederland
wordt betrokken. De invoer van Marokko betaat
echter slechts -voor de helft, die van Tunis voor 1
1
‘3
uit Fransche goederen.
Wat de andere koloniën betreft geschiedt de uit-voer voor ongeveer 50 pOt. naar Frankrijk en is de
invoer -voor – ongeveer 25 pOt. uit het Moederland
afkomstig.
Dit resultaat baart overigens geen verrassing, in-
dien men den grooten afstand – in aanmerking neemt
welke deze bezittingen van het Moederland scheidt
en indien men verder nagaat, welke de rol van de
Fransche bezittingen, hieronder Noord-Afrika be-
grepen, inden buitenlandschen handel van het
–
Moederland is, blijkt, dat in 1913 de invoer uit de
koloniën 10 pOt. van den totalen import bedroeg en
de uitvoer voor 15 pOt. naar de koloniën ging.
Na den oorlog heeft deze verhouding zich gewijzigd:
het koloniale afzetgebied ontvangt nauwelijks meer
12 pOt. van den Franschen uitvoer, maar de koloniale
producten omvatten thans 13 pOt. van den invoer,,
hetgeen terug te voeren is op bovengenoemd streven
en schijnt te
wijzen
op het -gedeeltelijk slagen van
een eerste poging, de voorziening van het Moeder-
land door de Koloniën te bevorderen.
* *
–
*
Reeds voor 1914. leverde het Fransche koloniale
rijk aan het moederland een groot deel van zijn be-
hoeften aan
wijnen,
granen en levend vee (Algiers-
Tunis) suiker en rum (de Antillen—Réunion) en
oliehoudende grondstoffen, – als aardnoten uit West
;
Afrika, zonder nog te spreken van verschillende pro-
ducten, als nikkel van Nieuw-Caledonië en vanille,
waarvan de productie
bijna
een monopolie der F
r
an:
sche koloniën was. – – —
– Sindsdien is in de eerste plaats krachtig gestreefd
naar een ontwikkeling van de rubberproductie: de
wilde -rubber uit Midden-Afrika en de plantage-rubber
uit Indo-China schijnen thans te kunnen voorzien in
de behoeften van de Fransche industrie. –
De uitvoer van oliehoudende producten is eveneens
ontwikkeld en dé markt in het moederland wordt er
op het ,00genblik door beheerscht. De tabakscul-tuuv
is in Algiers zeer bevorderd, evenals in demeeste
9 Januari 1924
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
37,
Fransche kofoniën en begint reeds een belangrijke
rol te spelen in den Franschen tabâksinvoer.
Krâchtig wordt ook gestreefd de voorziening met
geconserveerd en bevroren vleesch uit de koloniën te
bevorderen: conservenfabrieken enhevriesinrichtingen
zijn op Madagascar opgeiicht, evenals in West-
Afrika en Indo-China. De invoer is in absolute
cijfers reeds aanzienlijk gestegen; hij werd verzes-
voudigd in de jaren 1913 tot 1921. Desniettegen-
staande bedraagt hij nog slechts
1
1’0
van den totalen
invoer van bevroren en geconserveeid vleesch, maar
het huidige invoercijfer schijnt in korten tijd te
kunnen worden verdubbeld, zonder dat de koloniale
veestapel wordt vermeerderd, die vooral op Madagascar
nog een groote beschikbare marge vertoont.
Ook wordt de kolQniale visscherij ontwikkeld. Voor
den oorlog geschiedde de voorziening met visch vrij-
wel uitsluitend door de eilandjes St. Pierre en Mi-
quelon; thans treft men de Bretonsche viss,chers aan
op cle kust van West-Afrika en visscherijonderne-
mingen worden in een groot aantal koloniën opgericht. De katoenproductie, zoo belangrijk voor de moeder-
landsche industrie, is nog zeer weinig ontwikkeld,
hoewel in verschillende koloniën reeds proeven zijn
genomen. In het bijzonder schijnen die proeven te
worden voortgezet, welke met succes in Indo-China
en in West-Afrika
zijn
genomen; vooral in deze
laatste bezitting
wijzen
de opgedane ervaringen op
de
mogelijkheid
de katoenproductie met behulp van
irrigatie in de streken van den Midden-Niger en de
Senegalrivier te.doen plaats vinden met een opbrengst,
vergelijkbaar met die van de beste Egyptische katoen-
velden.
Wat de wol aangaat is het nog altijd Algiers, dat den
moederlandschen invoer het meest steunt. Overigens
is deze steun slechts gering.
Op Madagaskar worden thans met de schajenteelt
proeven genomen. –
Tenslotte heeft de exploitatie van de koloniale
bosschen het voorwerp van onderzoek gevormd, waarbij
belangrijke ervaringen zijn opgedaan. De staats-
bosschen van
TestAfrika
zijn botanisch geclassifi-ceerd en aan een wetenschappelijk onderzoek onder-
worpen; vervolgens heeft een industrieele commissie
hen economisch geclassificeerd volgens dichtheid
en kleur om het hout als surrogaat voor Europeesche
courante soorten als eiken, peppels, vuren, beuken
enz. te kunnen aanbieden.
De exploitatie der koloniale bosschen is op deze
wijze goed – voorbereid en belangrijke orders zijn reeds
dooi het Ministerie voor de Bevrjde Gebieden en de
Fransche spoorwegmaatschappijen geplaatst. Er- blijft
echter nog wel het een en ander te bestudeeren over,
aangezien de Afrikaansche bosschen vaak heterogeen
zijn en ontginning dus plaats moet vinden door het gelijktijdig kappen van zeer verschillende soorten.
Verder is daar het transportvraagstuk, dat in tal
van gevallen zeer
moeilijk
op te lossen is, ondanks
den vooruitgang, welke reeds bereikt is door den aanleg
van wegen. De transportkosten naar de kust, meer
dan de zeevracht,
blijven
een der grootste hinderpalen
voor de rationeele exploitatie der Fransche koloniale
bosschen. –
Samenvattende
blijkt,
dat wat de voorziening van
het Fransche Moederland door zijn koloniën aangaat,
belangrijke vorderingen, welke op goeden grondslag
schijnen te berusten, slechts kunnen worden genoteerd
voor oliehoudende producten, rubber, tabak en ge-
conserveerd of .bevroren vleesch. Intusschen bestaan
goede vooruitzichten, dat de katoenproductie en de
exploitatie der Afrikaansche bosschen – zich in de
naaste toekomst gunstig zullen ontwikkelen.
BmrTRAND
NooArco.
–
AANTEEKEN ING.
De boschexploiatiei
Neder-
landsch-Indi. –
In verband methet artikel
van Ir. A. Groothoff op pgn. 31 van, dit nummer zij
gewezen o het’ onde’rhoud iian den héer: G. 0. ‘v.:d.
Wall Bake, Directeur – van de – Vereenigcle Javasche
Houthandel Maatschappijen en van de Vereeni’gdè –
Indische Bosch-Exploitatie Maatschappijen, met dch
redacteur van het Nieuw Algemeen Effectenblâd;
waarvan het verslag onlangs in -de pers de rond
deed.
De sombeie finanèieel-e vooruitzichten’ der onder
zijn leiding staande ondernemingen hebben den heer
v.
cl.
W. B. de in bovengenoemd artikel uiteengezette
regeling doen accepteeren. Hij bleek de gekozen op-
lossing een gelukkige te achten, alhoewel zij ook van
de V. J. H. M. en de V. I. B. offers zal eischen. Men
heoft hier volgens hem t-e doen ffiet een zuivere- be-
langengemeenschap en de voorbeelden van andere ge-
mengde bedrijven – Ned. md. Aardolie Mpij:, Kon.
Nederlandsche Zoutindustrie e.d. – zijn er volgens
hem om te bewijzen, dat onder de juiste voorwaarden
een dergelijke belanengemêenchap tot zeer – gëédc
samenwerking kan voeren. –
Op basis van de gedachte overeenkomst en – met
medewerking der betrokken autoriteiten, heëft de
V. J.
H.
M.
in Zuid-Afrika een offerte in dwarslig-
gers kunnën maken, welke aanbieding een contract tot
gevolg gehad heeft, waardoor 1000 kub. M. hout ge-
exporteerd wordt. Wanneermen nu nagaat; dat de-ge-
heele uitvoer. in 1922 niet meer bedroeg dan pl.m.
3300 kub. M., dan zal men, aldus de heer v. d. W. R,
inzien, van hoe groot belang de tot stand te ‘brengen
regeling voor het gouvernement zoowel als voor de
be:
trokken ondernemingen en het beleggeud publiek ge-
noemd mag worden.
Zooals men ziet is de heer v. d. W. B. optimistischer
dan Ir. Groothoff! Intusschen schijnt all-es toch
niet
zoo v]ot te loopen als de eerste wel dacht. Althans het
,,Bat. Nbl.” deelde dezer dagen het volgende- mede. –
Er is eene kleine verandering gekomen. in den opzet
der gemengde houtbedrijven, waarover ik onlangs, .naar
aanleiding eener door den directeur van landböuw vef-
zonden circulaire, – verschillende bijzonderhelea e1dde.
Men was voornemens met de houthandelareii, clie zich
hiervoor aanmelciden, voorloopige overeeakomstënt slui-
ten; later zou dan het definitieve contract volgen.
Naar ik hoor,. wenscht de landvoogd, hoewel- aan
–
het
t)rincipe van den opzet dezer gemengde bedrijven niet
wordt getornd, eene ietwat andere oplossing. – : –
Delancivoogd wil niet, dat men vooruitloopt op de te
nemen definitieve beslissing, welke uiteraard eerst wordt genomen na eene meer diepe voorbereiding en behande-
ling door verschillende colleges, als voor een voorloopige
overeenkomst noodig is. –
Men heeft, naar het mij toeschijnt, hierin vooral te
zien eene erkenning vn de groote beteekenis der nieuwe
regeling, welke dan meebrengt, dat de voorbereiding-alle
administratieve stations passeert, zonder dat men zich
tevoren door eenc voorloopige overeenkomst eenigszins
– vastlegt.
–
–
Landbouw ha4 liever gezien, dat (le sluiting der voor-
loopige verbintenis mogelijk was gebleken; dez had dan
den laten Januari as. tot stand kunnen komen, terwijl
men de onvolkomenheden der regeling, welke dooi dc
practijk zouden blijken, in de later te sluiten definitieve
overeenkomst had kunnen verbeteren.
Het gewijzigd inzicht
zal
eenige vertraging èeben-
gen; natuurlijk komt alles nu eerst in den Volksraaden
dus zal het vermoedelijk wel Juli worden vÔÔr de -defini
tieve overeenkomsten tot- stand kunnen komen. Ik hoor uit goede bron,- dat omtrent de principes, waar-
– op de regeling van het gemengd, houtb.e&rijf rust, ook in – (Ie hoogste regionen geen verschil van’ meening bestaat;
– het gaat slechts om de wijze van behandeling van ,de
ontwerp-regeling.
–
-‘
–
– –
Behalve do V. 3. H. M. hebben, naar het blad he- –
iichtte, ook de Java Teak- en Hardhouthande1ende
Firma Landberg & Zonen zich’ bij den Directeur van
Landbouw aangemeld.
,Stand der cultures en uitv’er gedu-ren-de het derde kwartaal 193 in Su-
r i n a ni e.
1)
– De weersomstandigheden waren over
het algeeen niet gunstig, voor sommige cultures w.o. –
het suikerriet zelfs zeer ongunstig. – De – maande]!
38
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
9 Jannari 1924
Augustus en September kenmerkten zich door groote
droogte. De regenval bedroeg in Juli 155.0, Augustus
117.2 en September 40.3 mM. (de normaal gemiciclel-
den voor deze maanden zijn resp. 224.3, 148.6 en 12.0 niM.). De totale regenval over de 3 kwartalen bedroeg
312.5 mM.; 11et normaal gemiddelde bedraagt
444.9 mM.
Cacao.
De stand der cultures is niet algemeen guil-
stig. Hoewel de instervingsziekte tot stilstand is ge-
komen, de invloed van ‘krulloten en thrips zich nu
minder laat gevoelen en de stand der boornen niet be
paald ongunstig is, zijn de vooruitzichten onzeker,
doordien over het algemeen aan het onderhoud der
velden niet moer die zorgen kunnen worden besteed
als noodig is wegens gebrek aan fondsen. Het product
is thans bijna onverkoopbaar en de toekomst der be-
staande beplantingen onzeker, zoodat men huiverig is
er nieuw kapitaal in te steken.
De stand van de Liberiakoffie is gunstig en de oogst-
vooruitzichten zijn goed. De productie bedraagt nu
meer dan in het overeenkomstige tijdvak in 1922.
De berichten over den stand van het suikerriet lui-
den ongunstig. Als gevolg van felle droogte geduren-.
de de maanden Augustus en September is de groei
nagenoeg geheel tot stilstand gekomen.
De berichten over den rijstoogst luiden in de meeste
districten vrij gunstig en men is overal nog aan den
oogst bezig. Uit het voornaamste rijstdistrict Nickerie
zijn de berichten minder gunstig. Bij ongeveer gelijke
beplante oppervlakte als in 1922 wordt de oogst van
dit jaar op slechts
15
pCt. van die van het vorige ge-
raamd.
De overige gewassen van den kleinen landbouw, zoo•
als bananen, bacoven, maïs en cocosnoten staan er niet
slecht voor; de productie van de drie eerstgenoemde
was evenwel minder, maar toch voor de locale behoefte
voldoende, zoodat geen sterke prijsverhooging merk-
baar was.
De uitvoer van de voornaamste producten bedroeg
van Januari tot September 1923 in vergelijking met
het overeenkomstig tijdvak van 1922:
1923
1922
Bacoven (versche) …. KG.
39.202
41.489
Balata ……………
567.226
228.389,5
Bauxite, ton van 1000
,,
12.246
10.997,9
Cacao …………….
1.326.346
1.320.076,5
Goud (ruw) ………Gram
271.281,5
247.547,0
Groenten (versch) . . . . KG
6.307
7.767
Hout …………….
Als.
1.647,4
1.988,6
Letterhout ……….KG.
49.095
113.157
Huiden ………….,,
44.208
30.866,5
Katoen …………..,,
2.522
–
Koffie ……………….
2.373.423
1.823.189
Mais ……………,,
38.230
94.291
Bataten en andere
aardvruchten …….,,
12.209
14.368
Rijst (gepeld) ……..
..
114.078
14.400
Rum
(50
O/)
………
L.
137.739
182.683
Suiker…………..KG.
7.055.340
0.295.628
Vruchten(veische)…
,,
2.928
66.611
Sinaasappelen …….,,
40.801
–
Zernelen …………,,
14.785
2.870
T i) Zie pag
902
van den vorigen jaargang.
–
BOEKAANKONDIGING.
G. H. Bousquet. L’évoluton sociale
des Pays-Bas (1914-192.)
Paris 1923.
De heer
G. H. Bousquet,
leerling van de Parijsche ,,école des sciences politiques”, heeft getracht in een
boek van 140 bladzijden een beeld te geven van de ont-
wikkeling.van het economische en sociale leyen van ons
land gedurénde de jaren 1914 tot 1922. Zijn voornaam-
ste dôel is eèn simpele
beschrijving
van de feiten. Hij
is. zoo bescheiden te erkennen, dat zijn jeugdige leef-
tijd n zijn éompeténtie heni niet veioorloveh boven-
dien een wèteschéppeljke verklaiing te lévéren vn
die feite. Maar hij kan zich hier en daar toëh niet
vi hipiegeFihgen onthouden en ton slotte illustreert
hij door middel vaii de verzamelde feiten de theorieën
van zijn leermeester
Pareto;
den schrijver van een
,,Sociologie générale”.
De bespiegelingen vati den heer Bousquet lijken mij
niet het best geslaagde deel van zijn boek. Zoo kan ik
bijvoorbeeld weinig waarde toekennen aan zijn toe-
lichting bij het door hem geconstateerde feit, dat sinds
1920 de
strijdlust
van do arlieiders is afgenomen eii
hun berusting toegenomen (blz. 130 en 131). Hoe dat
zoo gekomen is, kan hij niet verklaren, maar
hij
vol-
staat met daaromtrent op te merken, dat één succes
meer successen en één ontmoediging nieuwe ontmoe-
digingen plegen te veroorzaken, m.a.w. – zoo zegt hij
een reeks van psychologische verschijnselen, clie
zich in een nienschenmenigte voordoet, neemt de ge-
daante aan van een serie van elkander opvolgende gol
yen. Ik kan niet inzien, dat met die woorden een
sociologische verklaring van eenige waarde wordt ge-
geven.
Maar de bespiegelingen vormen slechts een klein
deel van het boek. Het grootste deel daarvan wordt in-
genomen door een wel geslaagde, objectieve beschrij-
ving van de gebeurtenissen in de oorlogsperiode en
de daarop volgende jaren. Dat de schrijver hier en
daar een beetje krasse beelden gebruikt treft in het
Fransch minder, dan wanneer hetzelfde door een land-
genoot in het Hollandsch zou worden gezegd. Niet
licht zou bijvoorbeeld een Hollander aan een overi-
gens objectieve beschrijving van de feiten toevoegen,
zooals de
schrijver
op blz. 101, dat de regeering in de
jaren 1919 en 1.920 bier, evenals elders in Europa,
uitsluitend heeft gehandeld in het belang van de pro-letariërs, ten koste van de overige burgerij.
Men moet het een vreemdeling niet al te zwaar aan-
rekenen, dat hij zich hier en daar vergist. Ten on-
rechte zegt hij bijvoorbeeld, dat in 1918 een gewapend
convooi naar Indië is gegaan (blz. 30). Dat hij den
heer
de Monchy
de Kamer van Koophandel in
Am-
sterdam
laat presideeren (blz. 109) en dat hij den heer
Duymaer van Twist
eenige jaren, véôrdat hem die on-
derscheiding trof, bevordert tot Kolonel (blz. 86), zal niemand den schrijver euvel duiden. Evenmin dat hij den heer
Heeniskeric
bij de behandeling van de Ar-
beidswet laat optreden als woordvoerder van de
Katholieken (blz. 85). Onze demissionnaire Minister
van Justitie houdt wel van een grapje, maar dat zou
hem toch te ver gaan. Misschien
zal
het den heer Troelstra belang inboezemen te vernemen, dat de
schrijver op gezag van den heer Serrarens mededeeit
(blz. 63), dat in November 1918 onder cle leiders van
de Katholieken een oogenblik de vraag gesteld is, of
men niet zou hande]en als het Centrum in Duitsch-
land en zich zou aansluiten bij de socialisten.
Na alles wat in den laatsten tijd over deze uitlating
van den heer Bousquet te doen is geweest – o.a. een
brief van Minister Aalberse gepubliceerd in het
Katholiek Sociaal Weekblad – zal i.k op dit punt niet
verder ingaan.
Voor den Nederlandr, die andere bronnen bij de
hand heeft, zal hét boek wel niet in tie eerste plaats
bestemd zijn. De vreemdeling, die onze taal niet ver-
staat, kan daaruit echter een beeld ontvangen van
wat wij in de laatste tien jaren
01)
economisch en
sociaal gebied hebben ondervonden.
A. C. JOSEPHUS JITPA.
Haagsch Maandblad onder leiding van
Dr. C. Easton en S. F. van Os. –
Deel 1
No. 1. Januari 1924. ‘s-Graveuhage.
Een nieuw maandblad in den trant van de bekende
Engelsche periodieken als de Forthnightly Review
en andere. De onafhankelijkheid van eenige bijzondere
partij of richting, welke in een inleidend woord op
den voorgrond wordt gesteld, komt in den inhoud
duidelijk naar voren. Personen van zeer verschillende
richting – Mr. Treub, de heer Wibaut, Dr. Fred.
van Eeden en’z. zijn in dit .eerste nummer, dat
-in tal van opzichtén zer geslaagd is, aan het woord.
De aflevering sluit -met den eerste stuk van een
,,Fragment van een leensbeschrijving van hemzelf”
9 Januari 1924
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
van heer J. T. Oremer. Velen, die dezen merkwaar-
digen man nader hebben gekend, zullen in ons aan
biographieën zoo arme land met bijzondere belang-
stelling grijpen naar dit fragment, toegelicht door den beer J. F. L. de Balbian Verster.
De uitgave maakt een goeden indruk. Alleen is
het gekozen lettertype voor een maandschrift wellicht
wat klein.
Zeehaven en Kolenstation Sabang 1899-194,
door
Dr. M. G. de Boer. Amsterdam, zonder jaartal.
Ter gelegenheid van het onlangs herdachte
vijf
en
twintig jarig bestaan der
N.V.
Zeehaven en Kolen-
station Sabang” zag bovengenoemd gedenkboek het
licht.
Het verhaalt op onderhoudende
wijze
van de kritiek,
die de Maatschappij niet bleef bespaard, van het
weinige vertrouwen, dat van verschillende zijden aan-
vankelijk in de toekomst van Sabang werd gesteld,
maar bovenal van ‘hetgeen desondanks op Poeloe Weh
in jaren van ingespannen arbeid is tot stand gebracht.
Het boek is typografisch keurig verzorgd, terwijl
men tal van fraaie illustraties en enkele grafische
voorstellingen en kaarten tusschen den tekst aantreft.
OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN.
Wel tw irtsc ii a ft lic hes A rchi v. – Jeni,
October 1923.
Dr. R. Lief nann,
Theorie des weltwirtschaftlichen
Reichtumsausgleichs; Dr. F. Tönnies, Zur Soziologie
des demokratischon Staates;
Dr. P. Herrnberg, .Dio
xichtige Form der Inclexziffer;
Dr. H. Wdtjen,
Die
deutsche Auswanderung nach Brasilien in den Jahren
1820-1870.
B a n k-A r c h i v. – Berlijn, 20 September 1923.
Dr. 0. Chr. Fischer, Zur Wahrungsfrage;’
L. Merz-
bach,
Die deutsche Wiihrungspolitik;
0. Piest,
Be-
inerkungen zur Roggenwahrung.
T d e in. — Berlijn, 5 October 1923.
Prof. Dr. Lief mann,
Quellon der infiation und die Frage der Wekrungs.ndei’ung;
Dr. Hallier,
Direktes
und indirektes Agio;
E. Doetsch,
iin Vorschlag zn
einer grundlegeriden Aenderung des Effektenver-
kehrs.
Id e in. – Berlijn, 20 October 1923.
Fr. Urbig,
Fragen der Wiihrungspolitik;
K. Bluïn,
Fin Vorschlag zui Neuordnung der Wertpapierliefe-rungen in Berlin;
Benelce,
Goldrechnung.
T
t!
e in. – Berlijn, 5 November 1923.
Dr. Paschke,
Die Steueraufwertungs-Verordnung;
E. Hanftmann,
Gewerkschaftsbanken?
Dr. v. Karger,
Bereicherungsan.spruch der bezogenen Bank aus der Einiösung eines vegen Geisteskrarikheit des Ausstel-
Iers nichtigen Schecks gegen den Zahlungsempfiinger.
D e G i d s. – Amsterdam, 1 October 1923.
bevat o.a.:
Mr. G. W. J. Bruins,
De economische en financieele
toestand van ons land;
Mr. Dr. S. van Brakel,
Econo-
mische historie en historische economie;
Dr. J. Hui-
zin ga,
De Universiteit van Nederlandsch-Indië.
1 d e in. – Amsterdam, 1 November 1923.
bevat oa.:
Mr. Dr. S. van Brakel,
Over Werner Sombart en
zijn opus magnum;
Mr. J. A. Eigeman,
De staatsLech-
teljke beteekenis vail den tegenwoordigen minister-
jaad en het beleid der buitenlandsche betrekkingen.
De S ocialistische Gids. – Amsterdam,
October 1923.
bevat o.a.:
Prof. Dr. H. Boilcestein,
De ontwikkeling der in-
dustrie in Griekenlands bloeitijd, T;
J. van der Wijk,
De Oostenrijksche of averechtsche waardeleer, I.
1 d e m. – Amsterdam, November 1923.
bevat o.a.:
J. B. Sévérac,
De Fransche socialistische partij, 1;
Prof. Dr. H. Bolkestein,
De ontwikkeling der in-
cliistrje in Griekenlands bloeitijd, II (Slot);
Prof.
Mr.
W. A. Bonger,
Een vraag van medezeggenschap;
J. van
der VVijlc,
De Oostenrjksche of averechtsche waarde’
leer, III (Slot).
Sociale Voorzorg. – Amsterdam, Septem-
ber 1923.
Prof. Dr. J. A. Veraart, Vlootwet, militaire uitga-
ven en sociale voorzorg;
C. C. A. Last,
Overwerk;
Mr. Dr. A. A. van Rhijn,
De practijk der bedrijis-
rechtspraak; Ir. A. M. Kuysten,
De industrie en de
huisvesting van hare arbeiders, T;
Mr. Dr. A. Span jer,
De Landarbeiderswet, IV.
Tijdschrift van,het Koninklijk Neder-iandsch Aardrijkskundig Genootschap.
— Leiden, Juli 1923.
liet vijftigjarig bestaan van het Koninklijk Neder-
landsch Aardrijkskundig Genootschap;
Dr J. Lorié,
De drooglegging van Deifland;
Dr. K. W. Danimer-
man,
Natuurmonumenten in Indië. Met naschrift van
Dr. B.
G.
Escher; H. Witkamnp,
Reisindrukken uit
Kerintji;
L. van Vuuren,
Het Toba-meer.
Tijdschrift v-oor Economische Geo-
g r a p h i e. – ‘s-Gravenhage, 15 September 1923.
Bij het jubileum van Koningin Wilhelmina (31
Aug. 1898-31 Aug. 1923);
G. Smits,
Economisch-
G-eographische fragmenten over Macedonië en Oud-
Servië;
Prof. Dr. H. Biink,
Brussel tot zeehaven;
H. Bi.,
Ontwikkeling en tegenwoordige economische
beteekenis van Dordrecht;
H. Bi.,
Het goudiand Ophir
in den Bijbel;
E. Schmnüliing,
Californië. De tweede
rijststaat der Vereenigde Staten. –
1 d e m .- ‘s-Gravenhage, 15 October 1923. Prof. Dr. P. Serton,
De haven van Kaapstad;
Prof.
Dr. H. Blink, De economische geschiedenis der Hol-
land—Amerika lijn van 1893 tot 1923;
J. J. Hanrath,
De migratie aan onze Oostgrens, vooral in het Noor-
den;
Prof. Dr. H. Biink,
De economische ontwikke-
ling van Nieuw-Oostenrijk en Weenen na 1914.
Koloniale Studiën. – ‘s-Gravenhage, Juni
1923.
Mr. A. J. G. Maclaine Pont,
De gemeenten en het
agrarisch recht;
Dr. P. J. S. Cranmer,
Het verbruik
van maïs;
Kwee Keic Beng,
Het zoogenaamde Bata-
viaasch Maleisch; H. Oh. G. J. van der Mandere,
De
internationale opiumconferenties van ‘s-Gravenhage
(1912, 1913, 1914), hare beteekenis en totstandko-
ming; Mr. A. B. Cohen Stuart, Nieuwe vraagstukken
van internationale politiek;
P. 1. Enensa,
Zedelijke
opvoeding.
1 dl e m. – ‘s-Gravenhage, Augustus 1923.
E. Hellferich,
Jaarverslag 1922—’23 der Jayasche
Bank in verband met eenige actueele vraagstukken;
Mr. J. de Riem-er,
Kamers van Landbouw;
Mangaradja
,Soangkoepon.
Bataksehe adat:
Dr. P. J. S. Cramer,
Een plantenzoeker in dienst der lijdende mensch.heid.
D e T n d i s c h e G i d s. – Amsterdam, 1 Augus-
tus 1923.
P. C. van der Wolk,
Over het Animisme (slot); N.
Mac Leod,
Een kleine episode uit de N. I. geschie-
denis. De dood van den luitenant ter zee le klasse
H. Glabbeek van der Does;
W. H. van der Haas,
Het
hout-tekort in Nederlandsch-Indië;
H. R. Roelf semna,
Een bezoek aan den Boroboedoer;
S. Kalff,
Joden in
Oost- en Wèst-Indië;
A. K. A. Gijsberti Hodenpiji,
Het warme bad te Kaap de Goede Hoop in den
Oompagniestijd.
1 d e m. – Amsterdam, 1 September 1923.
J. C. Lanmster,
Legerp-olitie. Eene algemeene dwa-
ling;
E. L. K. Schm’üiiing, D.e evolutie der Heeren-
diensten in de Buitengewesten na 1914. Hun einde in
‘t zicht;
J. van Roon, Een eereschuld;
H. Ch. G. J.
van der Mandere,
Het in ontwikkeling brengen der
Fransche koloniën. . . –
40
ECONOMISCHSTATISTISCHE BERICHTEN
9
Januari.
1924
-:.13ij1Ie;tj:
‘(I’e
flnsti.tut Intermé.diaire
ln t, drii al; i on al . – Haarlem, ‘s-O-ravenhage,
J111i
1923.
0
– Kosters,
Le caractère juridique des traités relatiis.
aux droits légaux des sujets; Décision. da Tribunal
fécléral suisse, du 2 février 1923, concernant
la Con-
vén’tioh dé La Hayé, du 11 juillet 1905, relative
t
In
prQeédure civile; Règles concernant Ie conr61e de la
iadiôtélégraphie en temlis de guerre et lagueire adrien-
no fikées pa.r la commission des juristes chargée d’étd-
ditt et de fairo rapport sur hi revision des bis de la guerro; Clirnicjue dès faits et év6nments d’impor
liiide iiiternationalè; L’appiication da traité de paix
avec 1 ‘Al lemagne; :Dis])ositi conce.L1ïant l’exécution
des
tratés. do. pais; La Sociét.é des Nations; Aperçu
(le la jurispr&idencc en matière cle d roit international;
.I)éc.rets et résolutions do in R.S.IF.S.R.
Id em. –
–
Haarlem. ‘s-Gravenliage, October 1923.
Dr. B. J. C.
*
Loder,
La différence etitro l’arbitrage
international et la justice internationale;.
Dr. C. L.
Toricy
–
Duwel,
Quelqu’es consiclérations aa sujet de
Part. 29e da
–
traité de Versailles;
Dr. Torsien Gihi.
lufluence de la grande guerre sur le statüt interna
t.jonal de différents pays. La coopération scandinave;
Chronique des faits et évdriements d’inipötaucc in-
ternationale; L’application du traité de paix avec
1 Aiiernagne; Dispositi ons concernant 1 exécution des
traités de paix; La Société des Nations: Arrêts et avis
eonsultatifs de ]a Cour permanente de justice iiater
nal:ionalo; Aperçu de la jurisprudence en niatière de
ciroit uternational; Déciets et résolutions cle la
R.S.F.S.R.
MAANDCIJFERS.
–
GIRO-ÖMZET
BIJ
DE NËDERLANDSCHE BANK.
October 1923
October 1922
Posten
I
Bedrag
Posten
Bedrag
Voor reke-
ninghouders
72.773
fl.814.173.000
52.089
f
1.560.098.000
waarvan door
de
11.-bank
plaatselijk
42.394
,,1.552.447.000129.194
,,1.221.350.000
Ter voldoe-
ning van
.
–
Rijksbelast.
6.297
8.225.000,
2.672
,,
F3.502.000
– ..
RESTJMË
Ui’1
HET MONTHLY BULLETIN
OF
STATISTIOS (VOLKENBOND). – –
•
.
—
Maandelijksgemiddeld
12)
1923
1913
1
1921
1
1922
Maart
I
April
I
Mei
Juni
I
Juli
I
Aug.
Sept.
Prductievan
5,617 3,200 5,005 5,605 5,402
5,199
5,695
5,097 4,957 5,497
teenkool
9,946
8,863
7,964
–
11,513
10,960
10,845 11,592 10,993
1,457
10,931
(1000 tons)
Frankrijk
2)
7$f
774
831
–
689
731
782
1,027
984
988
–
1)
–
Duitschiand
8)
. . . .
3,887
2,607 2,530
–
–
–
–
–
—
lrdductievan.
869
222
415
644
663
726
704
666 609 568
ijzer
2,601
1,401
2,276
–
3,580
3,607
3930 3735
37370
3,505 3,176
(1009
tons.)
434 280
427
316
352
393
447
430
–
486 482
207
73
134 170
172
166 172 187 199
194
schepen
01)
Ver. Staten ………
1,9
57
2,640
1,469
1,492
(
1,338
)
1,271
stapel eind
Engeland ………..
‘rankrjk
4)
…………
–
148
216
106 100
Kwartaals-
,P
78
1,
Kwartaals-
65
der maand
Vet.
Staten ………
…..
229
353
189
210
opgave
171
opgave
143
(F000 téns)
2
Engeland ………….
125
.
394
212
185
1,
142
)
145
Import(voor
België …………….
Engeland 1000
X.
54,93E
81,548
75,012′
80,937
73,989′
77,706 78,353
68,018 82,614
75,155
binnenl.
Engeland …………
Ver. Stat. 1000
$
1.47,932
213072
257,076
390,291
357,291
365,565
3 12,442
280,856 275,438
247,124
verbruik)
Ver.
Staten ………
Frankrijk …………..
Frankrjkl000Frs.
10
701,778
1838,992 1991,717
2486,736
2560,198 2596,881
2558,336 2615,648 2033,217 2613,376
–
Italië
6)
…….
Italië
.
1000 Lire
8
303,803
1438,885 1310,063 1495,748
1388,927 1587,350
1956,397
1008,105
1.471,412
Epôrt (bin-
Engeland 1000
£
43,771
58,617
60,041 60,921
62,871
14
71,555
62,884 59,504
60,103
63,83(;
nenlandsclie Vei-. Stat.1000
$
204,024
364,911
313,758
333,490 318,553
309,384
312,223
296,551
304,932
374,191
pioducten)
-Frankrijkl000Frs.”
573,351
1647,709
1720,166
2474,378
2507,895 2675,045
2479,391 2423,781
2542,820 2434,045
–
Italië
–
1000 Lire
8
209,303 689,584
774,404
886,690
730,818
784,614 943,130
796,255
835,739
–
Sheepsbew.:
Engeland
(geladen)
4,089
–
3,094
3,611
3,082
4,074
14
4,333 4,675 4,628 4,529 4,367
Binnenkom.
Ver. Staten
schepen
(gel. en ballast).
.
4,440
5,190
5,433
4,674
4,676
5,969 5,937 6,843
6,574
– –
(1000 tons)
Frankrijk
(geladeli)
2,876
2,275
2,955
3,488 3,476
3,726
3,836
4,445
3,586
–
Index-cijfers:
Engeland
.Groothaiid:-
(Baard
of Trade)
100
197.2
158.8
160.3
162.0
159.8
159.4
156.6 154.6
157.9
prijzen
Ver. Staten (Bureau
–
–
–
of Labour Statist.)
100 147 149
159
159
156 153
151
150.0
154
Frankrijk(off. cijfer)
100
345.0
326.6
424.0
414.7
406.5
408.6
406:7
413.1
423.6
16
–
–
Italië (Prof.
Bachi)
100
577.5 502,3
586.9
588.4
580.1
568.9 566.0 566.7
569.2′
Wisselkoer-
NewYorkopLonden
100
79.10 90,96 96.51
95.68
95.07
94.86 94.18
93.71
93.34
$n:(jaarl.of
lew York op Parijs.
100
38.65
42.47 32.67 34.53
34.45 32.85
30.53
29.28
30.34
maand.gein.)°
NewYorkopRorne..
–
100
22.26
1
24,61
25.14
25.73
25.14
23.83
22.42
,
22.32 23.00
;1)
Wekelijksche productie, .berekelld op grond der maandelijksehe productie.
.2).
Inclusief bruinkool. Vanaf 1919. incl..Elzas-Lotharingen. Vanaf 1920 inclusief Elzas-Lotharingen en het Saargebied.
8)
Vanaf 1919 zonder Elzas-Lotharingen. Vanaf 1920 zonder Elzas-Lotharingen, het Saargeb.ied en de Pialz.
7
anaï
– – Juli 1922 zonder. Poolsch Opper-Silezië.
•
:
4)
VanaF 1919 inclusief Elzas-Lotharingen.
5)
Kwartaalscijfers volgens Lloyd’s Register of Shipping.
–
Vanaj 1919 inclusief Triëst.
Vermindéring tengevolge van de inijnwerkersstaking.
–
Sedert Januari 1922 nieuwe schatting op grond der gedeclareerde waarden.
. .
-.
Waarde der genoteerde geldsoorten in percenten der pariteit. Jaarlijksch of maandelijksch gemiddelde,
}O)
Sedert Januari 1921 geschiedt de–waardeering van den invoer volgens de opgaven van importeurs. Daarvoor i’us’
– -, .zij
–
gebaseerd op of ficieele waardecijfers.
‘
– • –
l’)Vanaf Juli 1922 ‘Vaardeert men den uitvoer volgens de officieele waardecijfers van 1921.
–
–
12)
Uitgezonderd voor de steenkoolprocjuctie (zie noot 1).
–
–
14).
Vanaf 1. April 123 met inbegrip van den handel van Groot-Brittannië en Noord-Ierland niet den lersohen vrij-
– itiaF en uitgezonderd den -bui.tenlandschen handel van den lerschen vrijstaat.
18)
Voorloopig cijfer.
15)
Uitgezonderd de Ruhrproductie. Het overeenkomstig cijfer voor December 1922 is 2.156000 ton.
– –
9 Januari 1924
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
41
HANDELSBEWEGING OVER DE MAAND
NOVEMBER 1923
(volgens de groepen der, naamlijst van goederen, opgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek.)
Invoer
‘.
Uitvoer
Saldo invoer
.
Saldo Uitvoer
Groepen
Gewicht
I
Waarde
Gewicht
Waarde
Gewicht
Waarde
Gewicht
Waarde
K.G.
Gulden
.
K.G.
Gulden
K.G.
Gulden
1Ç..G
1
.
Gulden
1 Dieren en dierlijke
16.192.929 9.551.401 58:105.485
33.396.389
–
41.912.556 23.844.988
II Plantaard.
voort-
292121.228
43.585.758
330.105.074
19.099.241
–
24.486.517
43.983.846
–
producten …………
Illa Mineralen,metalen
brengselen ……..
….
en niet in andere
–
grdepen
opgeno-
men fabr.ik. daarv.
1.032.643.553
29.503.085
376834.376′
10.395.843
1
655.809.177
19.107.242
–
–
Ilib Gouden en zilveren
1
munt en muntmat
13718
2.223.1441
4.060
311.777
9.658 1.911.307
–
IV Meel en meelf abri-
23.617.666
3.896.209
27.185.167
4.254.258
–
–
3.567.501
358.049
V Chemische produc-
ten,
geneesmidde-
katen
………….
len, verfwaren en
kleurstoffen
24.629.324
4.388.069 8.558.800
3.963.930
16.067.518 424.139
–
VI Oiie,hars,was,pek,
. .
teer en distiilatie-
productenvan teer;
fabrikatenvan deze
stoffen, n.a.g
72.770.719 9.694.940 34.971.946
2
10.426.375
2
37.804.773
—
–
731:435
vu:
Houten fabrikaten
vaü hout en derge-
.lijke stoffen; meu-
192.69L0l8
13.368.455
0.095.924
731.716
186.595.094
12.636.739
– –
‘IlIfluiden, veilen, le-
der, lederwerk en
schoenwerk
9.852.009
5.267.495
2J93.311
3.895.502
658M98
1.371.993
–
–
IX Garens,
touw
en
touwwerk, weefsels
en stoffen, kleede-
ren en modewaren
6.812.753 20.479.969
4.426.001
12.157.893
2.386.752
8.322.076
–
–
X Aardewerk, porse-
lein,
pottenbak- kerswerk,
gebak-
ken steen en andere
kunststeen
…….
46.028.961
1.584.772
7.946.517 851.473
38.082.444
733.299
XI
Glas
………….3.988.736
929.285 3.201.916
8O5J4l
786.820 124.144
–
–
belen v.a.s………
8.436b’69
2.825.995 22.789.999
3.222.016
– –
114.353.130
396.021
xII:[voedings-
en
ge-
notntiddelen,
niet
genoemdindegroe-
pen 1,11,1V en VI
33.20L444
15.092J04
44.2i5.68
.
14.226.822
–
‘
‘
865.282
.
11.014.224
–
-.
XIV Rijtuigen, voertui-
,
gen, vaartuigen en
.1.775.251.149
.
XII Papier ————
luchtvaartuigen
–
6925.706
3.698.168
.
780.950 1.320.755
.
6.144.756
277.413
–
XV Andere
goederen
clan gebrachtonder
de groepen
1 tot
– –
en met XIV
1232L516
12.794.340 8.939.101
7.376.194:
3.382.415
5.4lS.l46
–
totaal
126
43n
35
832 896
848
!
178883189
942 354301
2 447 8d411
–
t
–
l.Eandelsbew. zond. goud.
1
-.—–
–
en zilv. munten munt-
176.660.04511
.
mat.(opgen.ingr.IIIb)
1.775.237.431 942.350.241
126.123348
832.S87J90
50.536.497
OVERZICHT
van de waarde van den In- en Uitvoer voor elke maand van het loopende jaar en de drie
daaraan voorafgaande jaren, met uitzondering van gouden en zilveren munt en muntmtteriaa1, in gul.ens.
Invoer
Uiivoer
Mitau den
1920
1921
1922
1923
1920
1921
.
1922
1923
1)
2)
‘
1) 2)
1) 2)
1)
2)
januari
……..
2.56207.615
214.136.278
152.495.668 173.045.849
135.932.785 115.835.310
86.106,447
.
91.487.819
Februari …….
233.591.043
170.369.270 152.353.594
162.189.535
113.309.645 120.956.498
84.204.248 94.601.855
l4aart ………
1.87.916.138
213.830.220
180.328.763 105.440.620
68.210.466
107.204.662
112.879.875
106.977.347
April ………..
203.592.812
195.772.602
167.451.702
169.639.064
$9.448.337
108819697
92.729.841 97.005.415
Mej
……….
298.514.162
168.114.951
194.080.257
160.129.701
170393.137
93.818.710
108.423.679 104.128.702
345.402.373
188.559719
150.899.735 159.533.444 179.478.445
120815;908
-100.680.880
97.860.255
Juli
……….
314.801.366
170.674.007 163.863.700
157.464.022
177.114.162
-1.05.420.129
104.572.575 95.693.919
Augustus …..
267.956J22
1.86.640.179
178.807.927 150.975.066 130.018.883
142:544.083
99.442.892
107.933.082
Juni …………
…
September
317.368.670
197.271.439
164.616.506
166.474.283 165.965.569
‘
135.749.765 115.612.131 127.770.569
October …….
..
..
—
337.338.332
270.81L334
..
179.043.171
175.806.304 186.643.442
172.295.111
192.923.258
1
76.660.
045
148.140.438
156.557M11
114.094.641
106.623.879 112.003.008
-104.350.396
125.848.400 126.123.548
Tot. Jan-Nov..
3.033.559.961
..
2.060218.20011T63.836.405
1.834.474.887 1.544:568.878
1.272.483.282
1.121,005.
1.11543Q91 1
November.
…….
302.154J25
180.000.903 163.762.355
–
156.922.833
97.115.318
100225.239
Öecembe’r …….
‘Ftaal ……
i.714.092
2240.219.103
2.027.598.760
–
—
111.7.01.4
91:711
1.369.598.600
1.221.23111
.1) Hieronder zijn niet begrepen de bunkerkolen voor I’ed. schepeH.
)
tiieron0er is niet legrepen ee lunkerolle voor reu scilepen.
f
20.000.000,-
5.’999.469,43
9.000.000,-
1.052.469.245,-
1.903.276,41
Pasijva.
Kapitaal ………………………..
Reservefonds ………. …………….
Bijzondere reserve …………………
Bankbiljetten in omloop…………..
Bankassignatiën in omloop ………..
Rek.-Cour.
J
Het Rijk
f
–
saldo’s: ‘l Anderen,, 32.229.843,47
Diverse rekeningen …………………
Beschikbaar metaalsaldo …………..
Op de ba8is van
‘/
metaaldekking..
. –
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is.
f
1.134.310.953,80
32.229.843,57
12.709.119,39
f
1.134.310.953,80
f
371.511.762,69
11
15.19 1.289,70
1.857.558.810,-
Data
Stock-
holm
)
Kopen-1
hagen
‘)Itlania.)I
Chrls-
Is7,ISpanie
•
)
Batavia’)
telegrafisd,
31Dec.
1923
– –
–
–
34.-
–
1Jan.
1924
–
–
– –
–
–
2
1924
69.60
46.50
38.20
45.94
33.80
96
3
1924
69.80
45.40 37.70
46.021
33.60
96
4
,,
1924
69.85
46.35
37.90
46.05
33.80
96
5.
1924
70.-
46.45
38.20
46.05 33.821
96
Eiste d. w.
1)
69.40
46.-
37.20 45.85 33.60
96
H’ste
,,
,,
1)
70.-
46.80 38.70
46.15
34.10
96
29 Dec.
1923
69.45
38.60 45.90
34.15
96
1/
22
,,
1923
69.50
39.20 45.90
34.40
965/,
rvluntparfteit.
66.67
66.67
66.67
48.-
100
roteering te Amsterdam.
1)
1’articuliere opgave.
42
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
9 Januari 1924
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
N.B.
**
beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.
GELDKOERSEN.
BANKDISCONTO’S.
N d Disc. Wissels.
412Dec.
’23
Zwits. Nat. Bk.
4 16 Juli ’23
Bk Bel.Binn.Eff. 5
12Dec.
’23
N.Bk.v.Denem.
6 1Mei ’23
Vrsch. in R.C.
6
12Dec.
’23
Zweedsche Rbk 5j
8Nov. ’23
Javasche Bank … 3j
1Aug.’09
Bank v.Noorw.
7 9Nov. ’23
Bankvan Engeland
4 5Juli ’23
Bk. v. Tsjecho-
Duitsche Rijksbk. 90
15lSpt.’23’
slowakijë…
428Mei ’23
Bank v. Frankrijk 5
llMrt.’22N.Bk.v.O’rijk9 2Sept.’22
Belgische Nat.Bnk.
522 Jan.’23
Hong. Bank.. 18
5Juli ’23
Fed. Res. Bank N.Y.
4J21
Feb.
’23
Bank v. Italië.
511Juli ’22
Bank van Spanje.. 5
23Mrt.?23 Z.-Afr.Res.bnk 6
1)
Waardevaste beleeningen
10
pCt. sedert
15
Sept. ’23.
OPEN MARKT.
Data
Amsterdam
Londen
Part.
disconto
Berlijn
Part.
Prjs
Part.
N.York
Cail
–
1
Part.
1 Prolon-
disconto
1
gatie
(3 mnd.)
disconto
money
5 Jan.
’24
4/
5%
– – –
4%
_%
1
31 D.- 5J.’24
45f
8
49/,
5%
–
–
–
4% .5y
24-29 D. ’23
4
1
4
_s
4%_6
3
/I3T5
–
–
17-22 ,, ’23
0/8-5/8
4%_534
33j
1
-i
–
–
4%_5
1-6 J.’23
3%_7/
3_
23_’
–
–
3
1
4_5 2-7 J.
’22
4%
3_4
3
–
5/
–
–
3-5
20_24Jli’14
234_3%
2%_%
21/
8
_%
2%
ll. 2%
1)
Noteering van
4
Januari.
WISSELKOERSEN.
WISSELMARKT.
Londen opende deze week weder zeer flauw. Vooral Don.
ilerdagochtend was cle stemming zwak en aanvankelijk was
bijna geen bod te hebben, er werd voor 11.29 afgedaan. Bij
cle opening valt New York ontstond er eenige verbetering,
(lie verder cle geheele week bleef aanhouden en i’oncleii
weder
01)
11.3834 bracht. Parijs en België liepen vrijwel
evenwijdig, alleen met dit verschil, dat België sterker terug.
liep en ook ]ater eerder flauw gestemd bleef. Bovendien
bleven deze wissels zeer zenuwachtig en trad er herhaalde-
lijk nieuw sterk aanbod
01).
Marken iets terugloopend
61-58 A 59. Dollars aanvankelijk zeer vast. Bij de ken-
tering van cie markt voor l’onden en Francs echter plot-
seling veel flauwer. Later opnieuw hooger. Scandinavië vast
voor Stockholm, daarentegen flauw voor Kopenhagen cii
Cliristiania. Zwitserland ongeveer gelijken tred houdend
met Ponden. Spanje vast. Ook Buenos Aires gezocht. Indië
opnieuw lager 96 aangeboden.
8 Januari 1924.
KOERSEN IN NEDERLAND.
Da t
a
Londen
Berlijn
4
)
)
Weenen
ParUs
)
I
Brussel
U)
1
Neiv
York)
31 Dec. 1923
–
–
–
–
–
–
1Jan.1924
–
–
–
–
–
–
2
1924
11.36e 0.00059k
0.0037%
13.25
11.72
2.641/,,
3
1924
11.31
0.00054
0.0037%
12.95 11.57
2.701/,
4
1924
11357
0.00058
8
T
0.0037′,,
12.85
11.40
2.64+
1
6
5
,,
1924 11.37
0.000581
0.0037′!
8
12.84
–
–
Laagsted.w.’
11.29
0.00057 0.0036%
12.80
11.321
2.625/
8
Hoogste,,,,
1
11.3910.00062
0.0037%
13.44
11.90
2.66
29 Dec.
1923
11.381 0.00080k
0.0037%
13.45
11.94
2
2.623/
4
2
22
,,
1923
11.47
0.00062
0.0037%
13.32
11.95
82.63%
8
l4untpariteit
12.10
59.26
5)
50.41
48.- 48.-
2.48%
) Noteering te Amsterdam.
Noteering te Iiotterdlanl.
1 Particuliere opgave.
Noteering van 28 December.
3)
Idem van 21 December.
4 Gulden per milliard Mark.
5)
Gulden per 100 Mark.
KOERSEN TE NEW YORK.
Data
1
CableLond.
(inSperX)
Zicht Parijs
(inC15•PfrS)I,,,
1
1 Zicht Berlijn
(inSp
i
l/
/or
dM
ar
k)mn
‘
ets.
.
gid.)
5 Januari1924
4.30.12
4.93
0.00021
37.79
Laagste d. week
4.28._
4.87
0.00020
37.75
iloogste
,,
4.31.87
5.09
0.00025
37.93
29 Dec.
1923
4.33.50
5.12
0.00025 38.04
22
,,
1923
4.34.50
5.05
0.00025
37.86
Muntpariteit ..
4.86.67
19.30
23.81
1)
40′,,
In Ct. per Mark.
1
1(OERSEN VAN DE VOLGENDE PLAATSEN OP LONDEN
Plaatsen en
Landen
Noteerings-
eenheden
22Dec.
1923
29 Dec.
1923
131
Dec.-5 Jan.’24
5 Jan.
LaagstetIoogstel
1924
Alexandrië..
Piast. p. £
9716/
1
/82
16
/32
15/82
9718/
Bangkok
Sh.p.tical
1110
1/10
1110
1/10
1/10
B. Aires’)
d. p. $
40%
39291
82
409/
18
401
8
Calcutta . . .
Sh. p. rup.
115
7
/
39
1/5%
1/511,
1
/5
9
/3
2
1/5%
Constantin.
Piast.p.c
820 815
791)
830 800
Hongkong .
Sh. p. $
21321/
33
2141/
‘a
2/3
8
4
2/43
8
2/4
1
/
34
Lissabon’) .
d. per Mil.
1 ‘/,,
17/
8
1131
1
‘5/
10
17/,
Peset. p. £
33.38k 33.45 33.45
33.65
33.59
Mexico …..
d. per $
261/
2
26%
25%
29 28
Montevideo’)
id.
43 43 ‘l
42s 44
43%
Montreal
$ per £
4.45k
4.44% 4.36%
4.44%
4.403/
8
Kr. p. £
..
1487j
148%
147
149
1483/,
Madrid ……
R.d.Janeiroi)
d. per Mii.
5’j
1
59,6
5181,
”/,
521/,,
Lires p. £
100H
100’/13
99/8
100%
997/
5
Praag ……..
Shanghai
Sh. p. tael
‘/
3/4k
3137/
4
314/
8
3/4
Rome ……..
Singapore
id. p. $
2/4s/,
2/4i
6
213
7
/,
214
7
/
33
2/4
1
31
Valparaiso
8
)
peso p. £
40.10 40.10 39.70 40.30
39.90
Vokoham? ..
Sh. p. yen
2/111f
21151,
2/1
1
/
2/1
9
/
2/1
1
/
1
– zoersen aer vooratgaanae aagen.
1)
1 elegratisch transtert.
3)
90 dg.
NOTEERING VAN ZILVER.
te Londen N. York
te Londen N. York
5Jan. 1924.. 343/
43
645/
8
6Jan. 1923.. 3115/, 655f,
29Dec. 1923.. 338,
7 Jan. 1922.. 343%
647/
8
22 ,,
1923.. 33
64′;, 20Juli 1914.. 24I
5
/
6
542/,
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 7 Januari 1924.
Activa
Binnenl.Wis-gll,-bk.
f
140.185.306,40
sels, Prom., B.-bk.
49.596.772,14
enz.in
disc. I Ag.sch. ,, 64.641.856,73
f
254.423.935,27
Papiero.h. Buitenl. in disconto
–
Idem eigen portef. .
f
25.958.345,-
Af :Verkocht maar voor de bk. nog niet afgel.
–
25.958.345,
Beleeningen H.-bk.
f
47.559.702,95
mcl. vrsch. B.-bk.
13.251.580,72
in rek.-crt.
op onderp-jAg.sch.
101.227.620,56
op onderp.
f
162.038.904,23
Op Effecten………
f
140.981.117,23
Op Goederen en Spec. ,, 21.057.787,-
162.038.620,23
Voorschotten a. h. Rijk ……. . …….. ,,
9.894.284,31
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud ……
f
56.240.025,- Muntmat., Goud .. ,, 525.526.682,93
f
581.766.707,93
Munt, Zilver, enz..
7.703.574,48
Muntmat., Zilver ..
–
Effecten
,, 589.470.282,41
Bel. v.h. Res. fonds .
f
5.985.168,31
id.van
3/
v.h. kapit. ,,
3.974.248,89
9.959.427,20
Geb.en Meub. der Bank ……………. ..
5.000.000,-
Diverse rekeningen … ………….. …,,
77.565.785,38
9 Januari 1924
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
-43
NED. BANK 7 Januari 1924
(vervolg).
Voornaamste posten in duizenden guldens.
B
k-
Andere
Beschikb.
Dek-
Data
Goud
Zilver
bi
ette
1)
n
opeischb.
Metaal-
kings
schulden
saldo
perc.
7 Jan. ’24
581.776
7.704 1.052.469 34.133
371.512
54
31 Dec.
’23
581.781
8.081
1.066.136 41.538
1
367.686
53
24
’23
581.792 8.459 1.029.301 28.865
377.971
56
1’7
’23
581.787 8.674 1.029.151 26.683
378.644
56
10
’23 581.786
7.475
1.027.360 26.941 377.748
56
8 Jan. ’23
581.7901
8.186
994.603
31.452 384.765
57
9 Jan. ’22
605.969
7.536 1.038.382 37.673
397.554
57
25 Juli
’14
162.114 8.228 310.437
1
6.198
43.5211)
54
Hiervan
—
Papier
1
(ILUUL
–
Data
bedra
c a is –
e ee-
op e
reke-
____________
discont.’s promessen ningen
bite
2
ningen
2)
7 Jan. 1924 254.424
46.000 162.039 25.958 77.566
31 Dec. 1923 252.060
34.000 180.192 26.797 84.740
24
1923 218.850
22.000 153.580 26.790 87.849
17
1923 212.153
22.000 157.536 34.561
78.668
10
1923 190.026
21.000 174.333 35.108 82.956
8 Jan. 1923 232.097
67.000 118.f07 79.151 20.040
9 Jan. 1922 310.158 114.000 124.041 26.636 21.031
25 Juli 1914 67.947
14.300
61.686 20.188
509
1)
Op de basis van
2/
metaaldekking.
2)
Sluitpost activa.
8
RIJKS SCHATKIST.
De Minister van Financiën maakt o.m. bekend:
1
31 Dec. 1923
– 1
7 Jan. 1923
dat uitstonden
aan schatkistpromessen [319.140.000,- f335.390.000,-
waarv.directbijNed.Bk
,,
34.000.000,-
,,
46.000.000,-
aan schatkistbiljetten ,,186.216.000,-‘
,,
182.500.000,-
aan zilverbons ……..
,,
31.637.086,-
,,
31.568.238,50
Tegoedv.d.Postch. enGdst. bij ‘s Rijks Schatkist. . . l,,106.558.
1
9
6
,
53
I,,106..
558
.
196
,
53
Onder de vlottende schuld is begrepen:
Voorsch. aan de Koloniën
1 10.873.804,68k
,,
110.216.474.741
VoorschotaanGemeenten’ II
Öctol,ct
1923 30
Nooc’nber
1923
voor door Rijkvoor hen
,,
84.153.578,07
,,
83.577.412,99
te heffen luk. bela.stingJ
Voorschotaanrek.houders
31 Dec. 1923
7Jan. 1923
v. d. Postch. en Girodst.
67.298.216,22
68.706.176,371
In daggeldieening tegen
onderp. v. schatk.papierl,,
1)
Waarvan
f
37.056.000 vervallen op of na 1 April 1927.
NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.
De Minister van Koloniën maakt bekend:
29 Dec. 1923
1
5jan.. 1923
Voorschot uit ‘s Rijks
kas aan N.-I ………
..f101.4O?.8(1O,66 f106.766.023,67
md. Schatk.prom. in omi
,,
79.100.000,-
,,
79.100.000,- Voorsch.Jav.Bk.aanN.-I
,,
3.500.000,-‘
,,
3.900.000,-
Muntbiljetten in omloop
,,
41.700.000,- 41 .700.000,-
t)
Tegoed van Ned.-Indië bi) de Javasche Bank.
•
JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden.guldens. De samengetrok-
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.
B k-
Andere Beschikb.
Data
Goud
Zilver
bil•tt
opeischb. metaal-
je en schulden saldo
29Dec. 1923
219.000
260.000 108.000 145.400
22
1923
222.750
259.500 115.500 147.750
15 ,; 1923
222.500
262.500 119.500 146.350
1Nov. 1923 159.945
61.590 259.593
.
128:895 144.610
24 ,, 1923 160.070
61.565 259.727 129.399 144.542
30 Dec.1922 152.502
56.607 261.843 103.940 136.735
31 Dec:1921 146.089
29.545 281.547 119.208 96.070
25 Juli1914 22.057
31.907
110.172
12.634
4.842
2
Wissels,
Voor-
.
Dek-
Dis-
buiten
Belee- schotten
iverse kings-
a a
conto’s N.-Ind. ningen ajh. Gou- nfi
1)
percen-
betaaib.
vernem.
g
tage
29Dec. 1923
159.970
3.500
”
59
22 ,; 1923
155.900
5.300e
59
15 •
1923
159.500
2.8008
58
24Nov.1923 3’1 26.738 86T1
2.233
2
) 39.453
57
1 ,, 1923
.
37.547 26.629 90.436 1.444
8
36.103
57
30Dec.1922 36.464 27.151 96.125 11.4338) 22.736
56
31Dec.1921 33.711 15.448 125.322 55.583
1
9.293
44
25 Juli1914 7.259 6.395 47.934 6.4-46
1
2.228
44
t)
Sluitpost activa.
2)
Basis 216-metaaldekking.
2)
Creditsaldo.
DE SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden gulden.s.
Data
Metaal
/Ç
An
de
re
oP,iisfb.
Discont. ID
k
ne
e
n1
24 Nov.
1923..
1.155
1.464
1.039.
1.178
624
17
1923..
1.154
1.489
1.059
1.175
673
10
,,
1923..
1.154
1.556
1.013
1.182
647
3
1923..
1.154
–
1.636
.
1.042 1.172
614
25 Nov.
1922..
1.227 1.666
727
1.241
.502
25 Juli
1914..
645 1.100
–
–
560
735 396 ‘)
1UlLj)USt
uer
activa.
BUITENLANDSCHE BANKSTATEN.
BANK VAN ENGELAND.
‘oornaamste posten, onder bijvoeging der Currency Notes,
in duizenden ponden sterling.
Data
Metaal
_zrculat,e Currency_Notes
Bedrag
Ooudd.
–
I
Gov. Sec.
2 Jan. 1924
128.058
127.521
292.692
27.000
248.688
26 Dec. 1923
128.019 128.143
299.070
27.000
255.032
19
1923
128.023
128.185
295.817
27.000 251.367
12
1923
128.019 126.270
288.679 27.000 244.181
3 Jan. 1923
127.493
124.053
295.414
27.000
253.013
22 Juli. 1914
40.164 29.317
1
1
– –
–
Data
00v.
1
Sec.
Other
Sec.
Public
Depos.
Other
Depos.
1
Reserve1
Dek-
kings-
perc.’)
2 Jan. ’24
52.262
108.966 13.434 150.193
20.2871
12,40
26 Dec. ’23
49.605
81.073
15.682
116.480
19.627
14,82
19
’23
47.409 75.920
15.375
109.690
19.588
15,66
12
,,
9
23
50.599 74.194
11.598 116.865
21.499
16,73
3 Jan. ’23
99.658
94.204
12.917
144.862
21.850
13,87
22 Juli ’14
11.005
33.633
13.735
42.185
29.297
52s,
1)
vernoualng tusscnen seserve en ueposlts.
DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten, onder bijvoeging- der Darl9hens-
kassenscheine, in bi1liardei Mark.
Daarv.
1
Waarv.
1
1 De
Kassen- 1
Data
Metaal Goud’I’;!!;j scheine t Clrculatielkin
30 Nov. ’23
5,2
0, 467
0,011 8.871
400.268
2
23
,,
’23
5,5
.
0,467
.
0,011
.
5.018
23
2.927
–
2
15
,,
’23
5,6
,
0,467
,
0,011
1.996
92.845
2
7,,
23 6,5
0,467
0,011
2.205
19.153
12
30 Nov. ’22
1,1
,
1,005
0,050
,
0,078′ 0,754′
14
23 Juli
’14
1,7
1,357
–
0,0658
1,9
8
93
–
i
sse
Darlehens-
kassenscheine
Totaal
Handels-
Schatkist.
Rek. Crt.
Tot, uit-
In kas bij
–
wissels
papier
gegeven
de Rijksb.
444.175
347.301
96.874
373.977
8.900.
8.900
ce
305.109
144.064 161.045
323.668 2.000
2.000
‘
229.331
.39.530
189.801
129.553
2.000
2.000
”
34.156
–
8057
26.099
16.831
2.200
2.200
0,802′ 0,209′ 0,593′
0,240′ 0,092′
0,078
4
0,751
8
1
0,751e
–
0,944e
1
–
–
–
1)
Onbelast.
2) Dekking der circulatie door metaal en Kassenscheine.
3)
In milliarden.
4)
In billioenen.
–
–
BANK VAN FRANKRIJK.
–
Voornaamste posten in duizenden
francs.
Waarvan
Te goed
Buit. gew.
Data
–
Goud
in het
Zilver
in het
voorsch.
Buitenl. Buitenland
ajd. Staat
3Jan.’24
5.540.493
1.864.321
296.660
74.138 23.100.000
27Dec.’23
5.540.381
1.864.321
296.522
575.100 23.300.000
20
,,
’23
5.540.269
1.864.321
296.393
570.463 23.100.000
4Jan.’23
5.534.980
1.864.345
289.658
600.274 23.300.000
23 Juli’14
4.104.390
–
639.620
–
–
–
–
Wissels
–
Uitge-
stelde
elee-
.
ankbil-
Rek. Crt.
Parti-
Rek.
Crt.
Wissels
ningen
je
en
culieren
Staat
4.263.820
13.392
2.405.281
39.114.032
2.568.567
16.219
°’.
3.657.394
13.580
2.389.652 37.905.434
2.363.491
20.178
g
3.270.441
13.611
2.403.487
37.629.997
2.124.576
26.312
3.444.235 28.515
2.095.258
37.426.594
2.473.646 64,025
–
1.541.980
– –
-769.400
–
5.9-11.910
.942.570
400.590
44
9 Januari 1924
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1
BANQUE NATIONALE DE BELGIQUE.
Voornaamste posten in duizenden franes.
Metaal
Beleen. Beleen.
‘Binn.
e.
1? k
–
a
»
•
a mci.
van
van wissels
Circu-
buiten!,
buit.!. prom.d.
en
latte
a[fjc
saldi
vorder.
provinc.
beleen.
3 Jan.’4
363.592
-,
1635.275
7.460.371
372.952
27 Dec.’3
360.408
84.653
480.000
1520.574
7.345.431
284.113
20
,,
‘23358.245
84.653 480.000
1450.724
7.261.707
276.100
4 Jau.’221341.687
– –
48.785
6.782.066
142.372
VEREENIGDE STATEN VAN NOORD.AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANKS.
Voornaamste posten in duizenden dollars.
•
Goudvoorraad
‘
F.1?.
Zilver
Notes in
Data-
–
etc.
circu
–
Totaal
—
____
Dekking
,
In hef
–
bedrag
F.1?. Notes
buiten!.
lat ie
12»I)ec.»’23
»
3.115.639
2.163,980»
–
78.010 2.266.831
5
;,
’23
3.118.139
2.111.634
–
79.516 2.252.598
28 Nov: ’23
3.112.436
2.165.789
»-
1 23.665 2.379.185
84.846 2.246.300
f3 Dec.
’22
.
3.01,223
2.159.562
–
–
»
Goud-
Algem.
a a
isse
Totaal
Gestort
•, Dek-
»
Dek-
Deposito’s
Kapitaal
kings-
kings.
perc.
1)
perc.
2)
12 Dec.
’23
1.091.311
1.971.673 110.142
1
73,5
75,3
»5
,,
’23
1.044.633 1.935.504
110.114
74,5
76,4
28 Nov, ,’23
1.083.385 1.938.593
110.095
74;4 76,4
13 Dec. ’22
922.330
1.861.110 107.244
72,1
75,1
1)
Verhouding totalen goudvoorraad tegenover opelschbare
schulden:
F. R.
Notes en uetto depoalto.
2)
Verhouding totalen
voorraad muntmateriaai en wettig betaalmiddel tegenover Idem.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. 1IES. STELSEL.
Voorn:iainste posten- in »duizenden dollars.
Data
Aantal
1Totaal
uitgezette
1
Reserve
–
ijd1
Totaal
Waarvan
time
banken
gelden en
i
F.R.banks
1 deposito’s
deposits
1
1
5 Dec. ‘231
767
111.927,2661
1.383.560 15.102.548
4.044.394
2
Nov. ‘2:11
767
lll.1103.987J
1.385.3
0
2115.1
99
.105
4.048.142
21
,,
‘231
767
111
.
898
.
587
1
1.390.092115.235.034
4.022.110
0 Dec.
’22i
784
111.246.7961
1.392.010114.867.499
3.694.727
ii
het
eind van
ieder
kwartaal wordt een
overzicht
Pgeven
van
enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten
EFFECTEN BEURZEN.
–
Amsterdam, 7 Januari 1924.
Het zijn wel hef tige schommelingen geweest, waaraan de
»internatioaa1e beurzen in te eerste week van het jaar heb-
ben liloot gestaan, schommelingen, die ne1isvaar niet stee».!s
in het kcerspeil cer» fondsen tot uitdrukking zijn» gebracht,
och die niettemin niet hebben nage aten hun stempel op
.ealgeuieene tendens te zetten. De fluctuaties betroffen nI.’
in deal.ereerste plaats de wissemarkt, waar zoowel Fran s’ché en Ee gische Fr6ncs als het Ponl Sterliiig wilde be-
vegiugen te ,aanschouwen hebben gegeven.
• O;iverwaeht zijn deze variaties niet gekomen, ten minste’
niet voor zooverre het het Fransche en Belgische betaal-
pii del betreft. Ree s lang werd in de kringen van em-
stige f:iaiiciers, ook in Frankrijk zeve, gevrees 1, dat in-
ien niet spoedig wijziging werd gebracht in de financieee
‘pi-ilitiek van het land, – eën scherpé reactie van het ruil-
mi kl»el niet vermeden zou kunnen worden. Weliswaar heeft
de overwinning in het Ruhrgebied Frankrijk het middel in
»le. hand, gegeven om binnen zekeren tijd aanmerkelijke som-
men in de 4chatkist over te heveien, doch in de eerste’ plaats
zal dit nie,t oi:mi»ldellik kunnen geschieden, in de twee:te
p’ aats zal diet al’een Frankrijk, doch zullen ook de overige
Geallieerden een aan”eel hiervan
–
ontvangen. En inmiddels
hebben de zeer groote uitgaven van Frankrijk, niet alleen
op milit.»ir gebied, doch »ook ten aanzien van den opbouw
kr
•
ver ioeste gebie en, voortgang, waarvoor voortdurend
groote bedragen beschikbaar gehouden moeten worden. De
reactie van het Frausche betaalmiddel heeft derhalVe een
geer reelen ondergrond, waaraan niets valt te veranderen
‘oo,r de oorzaak geheel op rekening van de internationale
speculatie» te stellen, zooals officieele Fmansche uitlatingen
hebben willen doen. Zonder eenigen twijfel heeft deze epe-
ulntie de daling-verscherpt en zelfs is het niet uitgesloten,
dat de.transacties, door speculatie ontstaan, »het niveau valt
den Franc tijdelijk onder het peil van de werkelijke econo»
mische waarde hebbew gebracht. Indien dit echter het geval
mocht zijn, zou dit zich toch – langs den nommalen weg
veder herstellen ; derijziug, velke juist op den laatsten
beuisdag op de wisselmarkt, speciaal voor Francs, plaats
heeft gevonden, zou dr reeds op kuanen wijzen, dat deze
beweging reeds heeft ingezet» De spcttlatie» wordt ecli-tçr door Fransche beleggers en
»
financiers zelve ook niet
als de oorzaak, wel als een begeleidend verschijnsel, be-
shotiwd. En itt dit verband wordt de
»
groote
»
activiteit op
industrieel- en op handelgebied niet meer zoo onverdeeld
als een gunstig symptoom opgevat. Men komt langzamer-
hand tot de conclusie, dat de lage internationale waarde
van den Franc, in verband met de grooter koopkracht, wel-
ke in het eigen land nog aan het betaalmiddel vorclt toe-
gekend, als een export-premie werkt, welke wel de onder-nemingen op volle capaciteit doet arbeiden en hen nieuwe
orders doet bekomen – de bestelling van een schip door
de Maatschappij ,,Nederlaud” is hiervan een recent bewijs
– doch welke gang van zaken eigenlijk een verarming
beteekent. Zooals gewoonlijk, zijn de boeren weder het eerst
tot deze ontdekking gekomen; zij zijn niet meer in alle
gevallen geneigd hun graan tegen papieren Fmancs af te geven. Dit heeft reeds geleid tot graan- en broodprjsver-
hoogingeu, waaraau de ilegecring thans perken tracht te
stellen door de invoerrechten op granen te verlagen. In-
dien verdere maatregelen in deze richting en in die valt
ingrijpende fivancieele hervormingen worden genomen –
waartoe de plannen reeds bestaan – is het niet onmoge-
lijk, dat te juister tijd nog een verdere dalende richting
van den Franc kan worden tegengegaan. Hoe sterk de
Fransche beurs zich voor een en ander ititeresseert kan
worden geconstateerd uit het feit, dat de algemeene steui»
ming
0
1
)
den laatsten beursdag van de berichtsperiode veel opgetvekter is geweest, ondanks het feit, dat de voorname
arbitrage-waarden uit den aard der zaak een daling hel,-
hen ondergaan
»
in verhouding tot de reactie van de buiten»
landsc-he wisselkoersen.
Te B e i’ 1 ij n is de fondsenmarkt uitermate stil gebleven»
Met groote aandacht heèf t men de buitenlandsche reis van
:len president van de Duitsehe Rijksbank gevolgd. Welis»
waar heeft men geen oaniiddellijke resultaten verwacht,
‘och de zeer korte duur van het verblijf in Engeland en iii
federland, te zameii met de summiere uitlatingen vati
Dr. Schacht, hebben toch wel den indruk gewekt, dat voor-
loopig op daadwerkelijke hulp van het buitenland niet kon
worden gerekend. Derhalve iuoët het experiment hiet cle
Itentenniark voorloopig worden voortgezet en moet de over-
gang tot nen ruilmiddel op goudbasis – indien dit wei»ke-
lijk mogelijk is – uit eigen kracht worden voltrokken. Het
is te voorzien, dat hierbij geweldige moeilijkheden
01)
den
weg van Regeering en Baakleiding gelegd zullen worden»
De groot.industrie, gewend als zij is aan lange jaren vat
gémakkelijke door inflatie behaalde winsten, is niet geneigd
met volle overgave mede te werken tot het invoeren van
een gezond
»
en stabiel ruilniiddel »en het is niet onwaar-sc’hijnlijk, dat allerlei drogre’enen ook in het parlement
zullen weerklinken, temeer, waar de directe belangstelling
van de bevo’king in dit regeeringS-a)paraat voortdurend
minder begint te worden – zooa’-s trouwens ook in andere
landen te constateeren is. Waar Dr. Schacht echter tot nu toe bewezen heeft een persoonlikheid te zijn, die zijn wil
weet door te zetten, zelfs tegenover heftige oppositie, is
ii beurs nog lang niet zeker, ve’keu – weg zal worden inge-
s’ngen. Derhalve heeft zij een afwachtende houding aan-
ge
–
.omen, waarbij een vaste ondergrond te onderscheiden
viel, ve’ke overigens in de hand is gewerkt door een
miii-
nier geldmarkt. – – –
Te L o ii d e n is de markt eveneens zeer kalm gèweest.
Hier was echter eerder een dalende tendens op te merken,
veroorzaakt door de reactie van den Sterlingkoers en de
onzekerheid ten aanzien van het regéeringsbeleid. De City : uit den aard der zaak bevreesd voor een ,,Labour’ -regee-
ring of voor een bewind, dat
–
onder den invloed der link-
sehe partijen staat, doch aan den anderen kant is de thans
aan het roer zijnde conservatieve regeering ook niet ge.
schikt om het volle vertrouwen van cle zakenwereld te ver-
werven-. De zwakke» positie, waarin zij
–
zich bevindt, heeft
de regeering er toe gebiacht vrij verstrekkende beloften,
ten aanzien van sociale voorzorgen, ons, te geven, beloften,
welke niet samen kunnen gaan met belastia»g-verminde.
ring en met het opvoeren in het algemeen van do con-
currentie-mogelijkheden va3i » Groot-Brittannië. Ter beurde
hoopt men, dat in het parlement spoedig een beslissing zal-
villen, zooda,t meir althans met eenige zekerheid een prog..
nose voor cle naaste toekomst zal kunnen opmaken. Totçlat»
dit het geval is geweest, houdt de beurs van Londen
9 Januari 1924
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
45
niet kleine omzetten en met een dalende richting, voor-
namelijk voor ,,gilt-e(lged” fondsen, rekening.
Te New Y o r k is de stemming doorgaans vast geLde-
veii. De bestellingen voor de industrie hebben nog wel geen
zeer
grooten vorm aarigenonien, doch zij komen geleide-
lijk binnen, zoodat een voldoende bedrijvigheid verzekerd
is en kans op werkloosheid voorloopig niet bestaat. De be-
spreki ugeli, welke binnenkort wel zullen aanvangen ten
aanzien van de betaliugs-capaciteit van Duitschland, iwtUir-
bergen de Vereenigde Staten het herkrijgen van grooter iii-
t’loed in den gang der Europeesche aangelegenheden, liet-
geen te Wnllstreet niet ongunstig wordt opgenomen.
Te ii o ii z en t heeft de eerste beursweek vair liet jaar een over het algemeen stil verloop gehad. Er viel echter
tegen liet einde der berielitsperiode een gedecideerd betere
stemming
01)
te merken, welke zich weliswaar nog ]net in
zeer groote omzetten heeft geopeubaard – voornamelijk,
wijl liet publiek nog niet
in groote mate
iii de mnrkt is ge-
keonen – doch die het koerspeil van de meeste fondse.n aan-
nerkelijk heeft kunnen vei-hoogen. –
Ook dc
bcleggi-ngstnaïkt
is zeer vast gebleven. Oudauks
de verheffiug van den dollarkoers op sommige dagen viel
vnu eeuig ruim aanbod niet veel te benoerkcti. De vrees
‘oor den gulden is thans wel geheel op dcii achtergrond ge.
drongen. Doelt waar de geldmarkt door een vrij hoogen
1)10-
lougatie-voet niet medewerkt tot een opgewekt verloop
van
de beleggiugsniitrkt, mogen de voordeelige verschillen, welke
in de meeste gevallen zijn te constateeren, als bijzonder
karakteristiek voor de constellatie aan onze beurs worden
lx’ichoitwd. Er blijkt tnt, dat nog steeds groote kapitalen
belegging zoeken iii fondsen, die buiten iedere speculatie
staan –
29Dec.
4Jan.
7Jan.
dating
6
Nederland 1922 ..
99y
4
1003
1005
’10
+
‘/Is
5
0
/0
,,
1918
. . . .
8734
8734
8810/
1
+
17f1
434
0/
1916
….
86%
87
86%
4
o/
0.
,,
1916
. . . .
78
1
/8
783/
4
79
+
7
/s
3%
0
/0
–
. . . .
71%
73
.73
+
1%
3
o
. . . .
629,’
637/
s
638/8
+
17/It
2%
0/
Cert. N. W. S.
……
528/
s
534
53
+
u
/
7
°Io
Oost-Indië 1921
101
1013/
8
101
6/8
+
8/,
6
o/
,,
1919
. . . .
97
–
96%
973j,
+
I/
5
0/
,,
1915
. .
..
90
90
91%
+
1%
5
°/
Rusland 1906
……
490
434
5
+
ijs
4
0/
Rusi. bij Hope
&
Co
5i
5l;/
–
+
34
4
0/
Japan
1899 ……..
65
–
–
5
o/
Brazilië
1895
……
43
437/
8
43
8
0
/0
San Paulo
1921.
.
..
95
96
9634
+
1
6
0
/0
Amsterdam 1920….
9934
100
–
+
34
7
o/
Rotterdam
1920….
101%
100%
101
—34
Op de aaudeelenniarkt is de hoofdan ndaeht wel op
tebks-
cern/ee/ex gevallen. De jongste heritliten uit den tabaks-
handel zelve hebben gewezen op ccii grooter bedrijvigheid
en op vraag van liet buitenland, voornamelijk van Duitsche
zijde. Dit heeft de hoop doen herleven, dat ook in de ko-
inende voorjaarsveil i ngei onze oostelijke buren weder ge-
neigd zullen blijken goede prijzen voor het Sumatra-product te betalen. Bovendien bleek tilt later ter henrze binnengeko-
men informatie, dat in tabakskringei.i (le oogst over liet
algemeen iets ongunstig w’ordt beoordeeld en dat de kost-
ïJS
Vrij veel lager za,! zijn dan die van den vol’igen oogst. De stemming voor de betrokken aldeeling is d;iii ook tot het
laatst toe uiterst vast gebleven.
Ook
i’iibbwa avdc’elcn
werden
1
evendiger verhandeld, hoe
wel de prijs van het product te
Londen
niet veel v;iriatie
te aanschouwen gaf. Er vielen echter eeiiige bo]Ia-fide aan-
koopen te constateeren, ter voldoening aan vraag, welke
i’c.or de dividend-bet:dei de a andeelen bestond in verband
met renctenient-overwegi ogen.
De
suikertnni’kt
was veel stilleu’, doch ook vast. Aandec-luit Haiiclelsvereeii igilig ,,Amsterdam”, welke ex-dividend
werden verhandeld, konden eelt gedeelte van het gedéta-
eheerde dividend inhalen.
Aiuideelen in
ha.iidcls-ondernctniit-gcta
waren iets beter
van toon, in verband met de :dg’eiueeii betere voomnitzielt-
ten. Zelfs voor
bwttenlciiidsciuc industriecle atOII4CC1Cn
lie-
stond goede vraag ondtuiks de thans nog juist naar voren
gekomen concurrentie, welke van liet buitenland, ditmaal
van Frankrijk, is te duchten.
//unkaaiulcelctu
over itet algemeen iets beter.
De
pciroleiuintnaila
kon zich alleen tegen het einde der
week goed herstellen;
c
vraag was toen echter zoo groot,
(lat het hoofdfouds een vrij aanzienlijk avance kon behalen.
De
se/icepvaa st ,uuerkt
heeft haar stijgende beweging over
29 Dec.
4 Jan.
7 Jan.
R1gOf
datin
Amsterdamsche Bank
114
1
18
116
118
+
3
/8
Incasso
Bank
…………
9434
9434
94%
+
34
Koloniale
Bank
……….
18134
18334
1835
+
21
Ned.Handel.Mijcert.v.aand
123
3
/
1240/
8
124718
+ 1 0/iO
Rotterd. Bankvereeniging
9434
94%
–
Van
Berkel’s
Patent
……
3634
36% 37%
+ 1
Gouda Kaarsen
……….
77
80 80
-4-3
Holl.Draad-enKabelfabriek
66
67
69
±
3
A. Jurgens’Ver.Fabr.g.aand
6734
66
6734
—34
pr. aand
72
70/
7
7034
1%
Leerdam Glasfabrieken
29%
30
–
3334
+
4%
Philips’ Gloeilampenfabriek
26334 26934
271
+
7
34
–
Vereenigde
Blikfabrieken
107
–
105%
—134
Vereejo.ChemischeFabrieken
49%
5134 5334
+
3%
CompaniaMercantilArgent
223
2034
237
+
134
Cultuur-Mij. d. Vorstenland
181%
182
1
/8
1821/
2
±
34
ffandelsver.Amsterdam
494%
480 484%
—10 1
Handelsverg
Reiss
& Co
3034
29%
–
—34
Int. Crediet-
en Handeisverg.
Rotterdam
………….
188%
189i/
191
‘
+
2%
Linde
Teves
&
Stokvis
76M 79%
80
+
3%
Redjang Lebong Mijnb.-Mij
11434
117%
11834
+
4
Gecons.
Hoil.
Petroleum-Mij
173
171%
171;
– 1%
Kon. Petroleum-Mij.
……
387%
389%
398%
+ lly
Phoenix
Oil…………..
7834
—
—
Amsterdam-Rubber-Mij
.. .
146%
14934
1
53ij5
±
63j
Kendeng Lemboe
……..
184
18534
188%
+ 4%
Oost-Java-Rubber-Mij…..
230% 2293/
4
232%
+
2
Deli-Batavia
Tabak Mij.
308%
328
32684
+
18%
Deli-Maatschappij
……..
297%
313% 321%
+
24%
Senembah-Maatschappij
256
–
272%
278
+
22,
1)
ex.
div.
–
–
liet algemeen voortgezet. liet bericht, dat cle Hollai.id-An’Le-rika Lijn weder cetuige opgelegde schepen in de vaart brengt,
heeft niet slechts op cle aaudeelen dezer niaatsehappij, doch
01) dc heele niarkt-afdeehing, gunstig gewerkt.
29 Dec. 4 Jan. 7 Jans
Rzl0gOl
Holland-Amerika-Lijn …. 100;
100
103% + 3%
,,gem.eig
88%
87
9034
+ 1%
Hollandsche Stoomboot-Mij
339/
3234
3’/8
+ °hu
Java-China-Japan-Lijn ….
984/4
98%
9834
—3f
Kon. Hollandsehe Lloyd . ..
15%
1534
157/8
-1–
1/
8
Kon. Ned. Stoomb.-Mij …..
7 8%
77
79
+
Konink.Paketvaart-Mij. …
….-
126ij16 +
2,,ijo
Maatschappij Zeevaart ….
75%
71
77
+ 1%
NederL Scheepvaart-Unie.. l215j
12234
124
+
2
8
/s
Nievelt Goudriaan ……..105
106%
106
+ 1
Rotterdamsche Lloyd ……129
129%
130
+ 1
Stoomv.-Mij. ,,Nederland” ..
1493/8
148
150%
+
5
4
,,Noordzee”
..
3434
3234
3234
–
De
1ustw’iiiaaiuscluc markt was
zeer vast,
zonder grootc
omzetten
–
29 Dec.
4 Jan.
7 Jan. Ri1gOl
Americ. Smelting & Refining
62i5/
648/
55i18 – +
Anaconda Copper
……..79i,,
82%
835
+
4
Studebaker Corp.
……..
113ii
114
1133
+
34
Un. Siates Steel Corp. …. 104%
105%
106
+
1
1
1
16
Atehison Topeka……….104%
104%
1057/8
+ 1/5
Ene
………………..22o/
22
23
+
5
/5
Southern Pacific ……….94u5I
957/s
9434
–
/io
Union Pacific ……. …..139%
14034
141
+ 1%
Int. Merc. Marine orig. gew
8
8%
9s/
+ 15/s
—
fl
,,
–
n,-f
:ids,
anu’
lt1V
_1_ lii
–
—-
t8
0
1) ex. div.
De
yeldunarkt
was ruim, doch
.
de liyolougatievoet was
doorgaans vrij hoog; geldt noteerde aan het einde dci’ be
richtsperiouie 5%. pCt.
GRANEN.
8 Januar 1923.
De vastere stemming, waariu de graanmarkten reeds ver keerden in de laatste weken van 1923, toen echter de feest-
dagen den omzet nog beperkten, heeft zich in dc eerste
week van het nieuwe jaar tea volle gehandhaafd. Zij ver-
breidde zich over vrijwel alle markten van in en uitvoer-landen en boveudieu leidde de toenemende Europeesche
kooplust tot uitbreiding der zaken -in de meeste graan-
sodrten. De door velen gekoesterde verwachting, dat de
tarweprijzeii zich niet zouden kunnen handhaven, zoodra de
iiieuite
Arkentijnsehe
oogst zou gaan optreden als coicurrent
san het nog zeet- groote uitvoersurplus in Nooi-d-Amenika
wordt nog niet bewaarheid. Reeds eenig
–
en tijd wordt nieuwe
46
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
9 januari 1924
Noteeringen.
Chicago
Buenos Ayres
Data
Tarive
Mats
Haver
Tarive
Mais
Lijnzaad
Mei
Mei
Mei
Jan. Jan. Jan.
–
5 Jan.’24
108
70
45K
11,30
9,80.
20,05
29Dec.’23
102a/
1
)
704
1)
453.
11,10
9,40
19,35
5 Jan.’23
118
7
/8
71
1
/
8
44 11,40
2)
8,35
.17,10
2
)
5Jan.’22
1117/
s
53
3 ly
,
11,402)
7,452)
17,452)
5
jan.’21
188
741/
4
49
18,902)
10,15
10,75 2)
1
20Juli’14
82
56/8
36
K
1
9,40 5,38
13,70
1)
Per
December.
2)
Pei
Februari.
Locoprijzen te RotterdamjAmsterdam.
Soorten
1
Jan.
1
31 Dec.
8 Jan.
1924
1923
1923
Tarwe*
……
1)
12,50
12,-
13,50
Rogge (No.
2
Western)
1)
9,75 9,30
11,40
Maïs (La Plate) ……..
2
)
212,-
205,-
197,-
Gerst (48 ib. malting) …
2
)
208,-
6
)
199,-
5
)
191,-
Haver (38 lb.white clipp.)i)
10,35
4
)
9,80
4
)
10,60
Lijnkoeken (Noord-Amen-
kavan La Plata-zaad)
1)
13,65
13,60
14,35
Lijnzaad (La Plata) ..
.
.8)
463,-
458,-
430,-
1)
p. 100 KG.
2)
p. 2000 NO.
8)
per 1960 NO.
*)
Nr. 2 Hard/Red
Winter Wheat.
4)
No. 3 Canada Haver.
5)
No. 4 Canada
Haver.
AANVOEREN in tons van 1000 KG.
Rotterdam
Amsterdam
11
Totaal
Artikelen
t
t
1
30 Dec.15Jan. 1
Sedert
1 Overeenk.
30 Dec.15 Jan. 1
Sedert
1 O8ereenk.
1924
1923
1924
1
1 Jan. 1924
tijdvak 1923 .
1924
1Jan. 1924
tijdvak 1923
–
15.202
–
–
160
–
15.362
Tarwe ………………5.600
Rogge
……………..
4.868
3.167 16.656
–
– –
3.167
16.656
2
1.654
757
–
–
.
–
1.654
757
Boekweit
…………….239
Male
……………….
.
3.843
8.159
10.439
– –
3.844
8.159 14.283
4.645
397
1.786
–
–
–
397
1.786
3.202
1.799
–
–
288
3.202 2.087
Lijnzaad …..
2.073
199
4.193
– –
1.284
199
5.477
Gerst ………………
Haver
……………..7.757
2.254
2.254
5.694
–
–
–
2.254 5.694
Lijnkoek ……………
3.335
565
2.409
–
1.027 565
3.436
Tarwemeel ………….
Andere meels oorten
.
..
–
101
60
–
– –
101
60
Platatarwe ruim aangeboden en deze week vertoonde
het Argentijnache verschepingscijfer reeds een flinke toe-
nanie, doch zcowel in Noord- als iii Zuid-Amerika steeg cle
tarweprijs. Vooral is dit liet gevolg VaIL goedje Europeesche
vraag en tevens van optimistische vei-svaelitingen in Noord-
Amerika van de ontwikkeling der Europeesche iirterna-
tionale politiek. Ïn Engeland bestaat flinke kooplust VOOr
tarwe in spoedige posities cii ofschoon cle fluctuaties in den sterliigkoers de zaken beinoeilljkteu, werd toch tot stijgende
prijzen een vermeerdercie omzet bereikt. Weder ii,jee
vooral zaken gedaan in Sfanitobas en op sommige dagen
waren de zaken daarin bepaald levendig. In nieuwe
Platatarwe werden aan de Jadiuigsinarkt talrijke zaken ge-daait, terwijl ook nieuwe j ustralische tarwc. waarvan een
flink aantal ladingen werd verhandeld, weder een belang-
rïjler rol speelde. Dtiitselilaiid koopt nog steeds irciltig bui-
tenlandschc tarwe, doelt op liet vasteland verbeterde de
vraag in Nederland en België. Nederland dee:I flinke
1111,00-
pen in Manitoba’s ei, nieuwe Platatarwe, terwijl in
België eveneens grootere zaken werden gedaan, zoowel voor
eigen gebruik jjs voor den Elans en liet overige Noord-
Oost-Frankrijk. Daar Canadeesche tnrwe bij voortduring
wordt gekocht iii de Vereenigde Staten
Cii
ook Oost-Azië
kooper blijft, wordt de markt te Wi nu ipog niet gedrukt
door cle groote Cauiadeesche tarwevoorraden cii konden daar
de prijzen in den loop der week ongeveer 2.2 dollarcent
per 60 lbs. verbeteren. Minder sterk was de prijsverhoogiug
te Chicago, waor na eenigo weifeleutde morkten in liet be-
gin der week de prijs ten slotte voor Mei % cent en voor
Juli 3 cent hooger sloot: Misschien begint de tarwentarkt
in de Vereenigde Staten den invloed te ondergaan van zijn
nog steeds in Europa weinig belangstelling wekkeude air
–
plus, temeer nu de invoer vaul Canadeesehe soorten, die
niet Kerstmis sedert het begin van het seizoen reeds
Of)
12
millioen bushels st’rd geschat, ondanks liet
–
ivoeri
–
ec1it
blijft voortgaan. Wereldverscepingeu van tarwe nam
Europa -waren ook deze week niet overvloedig, ondanks (le
vermeerderde Argent-ijnsche hoeveelheid. Van Noord-Ame-
rika werd nauiielijk minder naar Europa afgeladen en ook
Rusland liet zich weder minder sterk gelden. Het schijnt,
dat eelt vermeerdering der Russischo verschepingeit voorloo-
pig niet kan wcrden verwacht, dfschoon de meeste berich teil er wel
01)
wijzen, dat het niet de Russische graauver
–
schepiugeu nog lang niet gedaan is. Enkele ltussisclie ha-
vens der Zwarte Zee zullen zeker wegens -deti onlangs inge-
ti:eden winter eenigea tijd door ijs gesloten zijn, terwijl om
clezelf de – reden ook van Boemenië de verschepingen voor-
loopig beperkt zullen blijven. In de laatste week laacide
Ï{oemenië echter w’eder meer tarwe af dan tevoren, groo-
tencieels naar Frankrijk. Evenals in Noord-Amerika onder-
gingen ook in Argentinië de tarsveprijzen eelt verhoogiiig,
• clie in Europa nog werd vermeerderd met eeiiige verdere
stijging in de zeevrachten. Aanvankelijk was cle prijsstijging
in Argentinië slecht8 gering, doch een zeer vaste markt op
7 Januari verhoogde het iiiveaii aan cle termijnmarkten te
Il3uenos Aires ei, ilosario 20 h 25 ceuitavos per 100 KG. ho-
veit een week tevoren, liet weder iii Argentinië is gunstig
voor den oogst en de resultaten, vooral wat de hoeveelheid aangaat zijn in overeenstemming niet cle verwachting. Le-
veiidlig waren de zaken iii rogge uit de ]flissische voorradei.i
iii West-Europeesche havens. De voorraad te Rotterdani
werd grooteuicleels uitverkocht, waarbij geleidelijk Jioogere
prijzen konden worden bedongen. Gedeeltelijk trad daarbij
Duitschlaud als kooper op, doels ook Nederland, vooral
de Nederlaudsclie niaalindustrie, kocht op rnuine seliad.
Naarmhte cle verkoop vorderde vcrmeerderde ook de be-
longstelling voor stoomende en nog af te laden 11ussisch9 rogge, wou
–
in tot stijgenden prijs zaken (verdien gedaan,
evenals in soidnuge andere roggesoorten, doelt Noord-Anie:
rilcaansche Western-rogge ontmoet weinig belangstelling.
Chicago was voor rogge vast niet prijsstijging vait ongeveer 1 dollarcent per 56 Ibs.
Over den stand van het wintergraan iii Europa en Noord-
Anicrik;i, worden slechts weinig klachten gehoord. Wel is de
regenval in de meeste landen te overvloedig geweest, doch
schade vaik heteekenis is nog niet gebleken. Tegen de in ver-
s0ii1Jcnde Europeechie landen en iii Noord-Amerika ingc-
vaileut koude ivordeh de oogsteu in de meeste streken door
voldoende sneeusvbedekking beschut.
Vocclergraueu zijn zeer vast. De aanleiding diartde • is
vooral te zoeken iii cle vaste maismarkt in Noord-Amerika
en het wei4ig dringende aanbod van Noord-Amerikaansche
liUÏS.
Zoo!ing deze geen grootere rol op de Europeesche
markt speelt clan nu het geval is, ziet het ‘er naar uit, dat
liet niaïsaanhod o,svoldoeuicle iiioet zijn voor cle traag der
invoerlauden, ii’elke omstandigheid ook meewerkt tot do
vaste markt voor gerst, van w’elk artikel trouwens het aan
bod al evenmiul overvloedig is. Voor
dcii
nieulwen maïsoogst
in Ai-gentinië blijven de vooruitzichten uitstekend, doch
door de veel betere mafsvrahg iii Europa, clie zich hij liet
uitblijven van vermeerderd Noorcl-Asnerikaansch aanbod cii
liet dlanrdloor terugkeereuicle vertrouwen in den loop der
prijzen flink uitbreidde, trad aan de Argentijusclie mark-telt toch eenige prijsstijging in, clie voor den Januari-ter
–
mijn (oude mais) te Buenos Aires en Bosario 45 cii 10 een-
tavos per 100 NO. bedroeg. Voor dezen termijn was de
iiiarkt zeer onregelmatig. Mei fiuctueerde weinig en sluit
:10 en 5 eentavos hooger dan een week tevoren. In Enge-
land werden in Platmunaïs groote zaken gedaan, zooweh
vals den ouden als van – den nieuweut oogst. Op • April/Mei
afluding werden aan de Engelsche markt eenige ladingen
gekocht, benevens een lading op Maart/April, maar vooral
in parceis was cle omzet levendig, tot stijgende prijzen. Ook
kocht men in Engeland een lading :Platamaïs ter ver-
schoping van Genua. In andere maïssoorten werd in Enge-
hand weinig gekocht, doelt aan enkele markten van het
vasteland waren liet juist Dousansoorten, die het meest de
aandacht trokken. De hoogste prijzen werden betaald l:iaar
Hamburg, dat öok spoedige Platamaïs kocht, oorspron-kelijk bestemd voor Rotterd,un, waarvoor Platamaïs de
kooplust zich bijna geheel beperkt tot den nieuwen oogst
waarin op beperkte schaal zakeui worden gedaan en tot aan-
9 Januari 1924
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
47
gekoinwi partijen. Iran rvoor wegens de gesloten scheepvaart
hooge prijzwi worden betaald ter verlading per spoor. Het-
zelfde is liet geval voor loco-Doiianm:iïs, doch claari ii be-
stond ook iii latere posities goede vraag, ondanks cle snel
stijgende prijzen. In de laatste week van 1923
. is nog veel
mais van den .Don;ut a Igelaclen, doch liet Boemeensche aan-
1)0(1 is nu gering door de sluiting der Donauhavens wegens
ijs, zoodat de uitvoer
01)
Snlina cii Constantza is aange-
wezen. Het verminderde aanbod vond in Nederland ge-
makkelijk plaatsing, waarbij ook ccii stoomende lading werd
gekocht. Twee verdere kleine ladingen, bestaande uit inaïS en gorst, werden naar hamburg verkocht. Donaumaïs werd
ook meer gekocht in België, doch cle prijzen wareii daar
lager dan te Roterdam,. dat weder belangrijk minder betaal-
de dan Hamburg. In België blijft als gewoonlijk Plata-
mais de meest verhandelde rnaïssoort, In Noorcl-Anieriknati-
sche inaïs werden aanvankelijk
11
nar Nederland nog zaken
ge3aan, doch de stijgende prijzen belemmerden een verdere ontwikkeling van cdii handel en ook van cle reeds gekochte
partijen stelt de afzet teleur. Veelal is dat het gevolg vain de
vrees voor de kwaliteit. Nog’ steeds wordt uit Nooi’d-Ame-
rika geklaagd over liet te hooge vochtgehalte der maIs, dat
tevens de aanvoeren aan de Amerikaansche markten be-
perkt, daardoor den prijs te Chicago
01)
peil houdt en dus
ook iii liet uitvoerland de exportzaken tegenhoudt. In den
loop der week steeg cle
maïsprijs
te Chicago ongeveer i
cent pci’ 56 lbs., nadat de laatste dagen eenige prijsvei’lu-
ging sedert het hoogste plint der week had plaats gevonden.
Ïloha.lvc naar Nederland werden ook naar Engeland, Scan-
di iiavië en Duitschland enkele zaken in Noord-Amerikaan-sche maïs gedaan, doch cle verschepingen blijven klein. Zij
heliepen deze week slechts 23.000 quarters (waarvan 2,0011
quartet’s naar niet-Europeesche destinatie) tegen 105.000
quarters in dezelfde week van 1923.
Van Zuid-Afrika hebben de rnaïsversehepingeui opgehoit-
den. Nieuwe maIs wordt aangeboden int Oost-Afrika tej-
verseliepiog in dc eerste maanden van het jaar, doch zaken kenien slechts iiioeilijk tot stand. Voor de Neclei’lanclsehe
uuinrkt begint ook maiS int Nedcrlandsch-Tndië meer de aan-
dacht te trekken.
Evenals maïs is gerst zeer vast. Engeland koopt voorna-melijk van Noord-Amerika, terwijl Donaugerst vooral ge-
kocht wordt naar het vasteland, waar Duitsehland, -Necler-
latiut en België hij voortduring koopers zijn. Het aanbod is
c’hter beperkt, zooclat evenals voor mais de prijzen. vrij
belangrijk konden stijgen. Ook voor Platagerst, die in
Duitsehlancl cii Nederland den laatsten tijd geregeld is ge-
kocht, is dat het geval. Van ].{usland is het gerstaanboci
niet hervat, doch de verschepingen van Russische ger,st w’n-ren deze w’eek niet onbelangrijk.
haver was in Engeland vast met stijgende pi’ijzen cii meer zaken in Platahaver en trok ook op liet vasteland
i’a t nice r belangstelling.
KATOEN.
Iclarktbericht van de
Heeren Sir Jacob Bebrens & Sons,
Manchester, d.d. 2 Januari 1924.
Sedert de uitgifte van ons laatste marktbericht ian
veertien dagen geleden zijn prijzen van Amerikaansche katoen geregeld gestegen, zoodat deze thans weer bijna
2d. per 1h. luooger zijn. Liverpool is weliswaar gesloten geweest, doch wij verwachten deze dagen weinig veran-
dei’ing. Egyptische katoen is ook weer wat vaster en ten-
slotte 1.85 punten duurder dan vOOr cle feestdagen. Prijzen van Amerikaausche gareos zijn niet katoenprijzen
gestegen, maar ook al tengevolge van de vacantiedagen
is de markt zeer onregelmatig en wordt het moeilijk precies
te weten, wat de pI’ijzen zijn. In ring- en mulegarens gaat
weinig om, maar in 40/2 voor binnenlandsch verbruik zijn
nog wel enkele zaken gedaan. Egyptische garens zijn kalm,
hoewel de vorige week flinke partijen cloubling welL ge-
boekt zijn’ en ook enkele orders geplaatst zijn in 64/2 en 842 om te merceriseeren voor Bombay. Ook zijn er aan-
vragen aan de markt voor liet vasteland en zou men zeggen,
dat daar de vraag eenigszins beter begint te worden. Het
is onmogelijk iets positiefs te zeggen ôver de markt voor
manufacturen sedert ons laatste bericht, daar door de feest-
dagen bijna geen zaken gedaan zijn en koopers de laatste weken weer een geheel afivachtende houding aannemen.
Gedurende het afgeloopen jaar is cle handel in manufac-
turen voor fabrikanten iii Lancashire wel zeer teleur-
stellènd geweest. Prijzen waren steeds zeer slecht en bijna
alle orders die geboekt werden zijn afgesloten tegen verlies-
gevende prijzen, daar fabrikanten tenslotte accepteerden
om hun weoftouwen aan liet loopen te houden. De actueele
positie is op ht oogenblik iets beter, daar er meer werk
is en er ook meer weeftouwen aan het lo’open zijn gekomen.
Dit is veroorzaakt door de- groote stijging in katoenprijzen
en dc vrees dat uien door den klei nen katoenoogst tenslotte
nog veel hoogere prijzen zal kunnen zien. Hierdoor hebben verschillende ‘koopers zich nog eenigszins gedekt, dikwijls
tegen veel Itoogere prijzen, zoodat vele fabrikanten beter
bezet zijn. Alen zal echter moeten afwachten, of deze hoo-
gere prijzen tenslotte door de afnemers betaald kunnen
worden, of dat koopers van dc overzeescite markten opnieuw
ccii afwachtende houding kunnen aannemen en ei’ de
voorkeur aan geven hun orders eerst te plaatsen als katoen-prijzen lager worden of de invloed van den ditjarigen oogst
op de markt begint te werken.
19 Dec. 2 Jan. Oost.koersen. 18 Dec. 1Jan.
Li verpoolnoteeringen.
T.T. op Indië
1/4 ,! viie.
F.G.F.Sakellarides 22,65
24,50
T.T.opflongkong2 3tj, G.F. No..] Oomna 13,35 14,10 T.T.op Shanghai
3i5i/s
SUIKER.
F. 0. Licht wijzigde enkele zijner
ra.nningen van cle Euro.
pc’esche bietsuikeroogsten en publiceerde aan het einde van
liet jaar
den
volgenden
staat’ van
taxaties
vei
–
gelekeii
hij
de opbrengst van verleden jaar.
192311924
–
192211,923
Tons
Tons
J)uitscliland ……………..
1.125.000
1.463.000
Tsjechoslow-akije …………
1.030.000 726.472
Oostenrijk
…………….
40.000
24.000
Hongarije ………………
125.000
82.000
Frankrijk ………………
475.000
493.000
België
………………..
300.000 268.928
–
Holland ………………..
230.000 255.592
Denemarken
…………..
114.000 90.000
Zweden
………………..
151.000 71.800
Polen …………………’
405.000 301.890
Italië
…………………
325.000 297.280
Spanje
………………..
.
90.000
.
170.000
Rusland
……………….
300.000 200.000
Overige
landen
…………
170.000
–
108.000
Totaal Europa
4980.000
4.551.962
De zichtbare vooraden bedroegen volgens F. 0.
Lic:lit
1923
1922
1921
Tons
Tons
Tons
Duitschland 1 Nov. ’23
——
258.126 297.949
338.384
Tsjecbaslowakije 1 Dec. ’23
– .
589.915
467.908
479.717
Frankrijk 1 Dec. ’23
…….
208.019
176.043 140.275
België
1 Dec. ’23
……….
1.13.494
106.587 111.953
Nederland
1 Dec. ’23 ………….
19
82.486
49.760
Engeland
1 Dec. ’23 ……..
–
174.561
345.392
163.063
Totaal in Europa…. 1:179.634 1.476:365 1.328.152
Ver. StaL. 12])ec.’23 ………45.706
27.736
59.576
Cuba, alle havens 24 Dec. ’23
8.767
39.154 925.213
Totaal ..
1.434.107
1.543.255 2.309.941
Ilimely
publiceerde. zijne
ramt
ng
van
den
Cuba.00gst
3.813.000 tons,
hetgeen
overeen
kwam
niet,
de
i’erivach-
ti ngen.
De C u h a statistiek luidt als
volgt:
1923
1922
1921
Tons Tons Tons
Weekontvangsten 29 Dec. ’23
Nieuwe Oogst
…………
18.529
29.900
16.771
Totaal sedert 1-29 Dec. ’23
25.876
76.878
16.771
Aantal werkende fabrieken
75
51
27
Weekexport …………….
3.714
21.948
4.793
Totale
export
…………..
3.714
40.907
4.793
Totale voorraad op 29Dec.’23
22.162
45.349
11.978
De suikerrnarkt was in de afgeloopen week iii
A
iii e r i k a
prijshoudena voor verwijderde termijnen, doch voor dispo.
iibele suiker daalden, de prijzen naarmate uit den nieuwen
Cubaoogst meer si.nker besclulcbaar lcwam. Zoo liep de ie-
teering voo!’ Spot Centrifugals van dc. 7.03 terug
tol;
dc.
6.53 en cle Januari noteering van dc’. 5.10 tot dc. 4.85.
in E
ii
ge 1 a
ii
d (laarentegen bleef juist gezonde vraag
bestaan voor vroege leven tig. De coiisu nitie ii! ij It in cie
markt voo!’ geraffineerd, w’aari’ati echter weinig disponihel
wordt aangeboden.
Ook in andere En ‘opeesche c’onsiiintichanijeii is de markt
in verband niet dcii tegetival van den hietoogst prijshoui-
dei cl.
Uit J a v a w’ordt eene zeer kalme markt gemeld en gaat
zeo goed als niets oni. De afschepingen gedurende Decem.
liet’ weiden op 76.000 tons geraamd, tegen 103.000 tons ver-
leden -jaar.-
48
ECONOMISCH-STATISTISCHE, BERICHTEN
9
Januari
1924
F1 i c r te 1 a n d c vns (le termijnmarkt weinig geani-
meerd onder
(10fl invloed van (le uit New York gemelde da-
lende notcering voor promptc suiker. De beurs sloot echtôr
prijsiot’cicîid met (le vo]gendc prijzen
: f
32% voor Januari,
f
31% voor Mei en
f
29% voor Augustus. Omgezet werden
gedurende de week 2.850 tons.
NOTEERINGEN.
1
Londen
New York
Whjfe Jasa
Cubas
Amster-
g6pCt.
Data
dam per
1
Tates
1
Job. per
96 pCf.ci.!.
Centri-
Maart lCubesl
fuga/s
No. 1
Mei/Juni
–
Febr.jMaart
1
h. Sb.
6h.
$
ets.
3 Jan. ’24lf311/I
0219
2516 2413
6,78
27 Dec. ‘231,,32
18
/
1
81
63/9
2516
24/9
7,22
3 Jan. ‘231,,24._
56/6
2011%
1719
5,53
3
,,
1
22,,1911
51/_
18/3
1010
3,48
4juli
‘l4j,,1l’
3
/,l
18/_
–
–
3,26
RUBBER.
De rubbermarkt opende tamelijk
Er was nagenoeg geen verandering
De stotnoteeringen zijn:
einde voorafgaande week
…………………….76 cL
.
……………………
7
6
%,,
……………………..77%,,
…………………..76
..
..
76%
…
773;
COPRA.
De markt toonde de aîgeloopen week weinig verandeiiiig’
hij kleine fluetuaties blijft de grondtoon vast.
De noteering
ie
heden voor:
Nederl. Tnd. f.ni.. Octoher/Deceinher a Ïl.
f
34
,,
,,
,,
.1 inuariMnart
,,
,,
7
Januari 1924.
STEENKOLEN.
Zooals wij in ons laatste bericht van 11 December al ver-
moedden, is er op de Hollandsche markt een rijkelijk aan-
bod gekomen van alle soorten Duitscho kolen. Vele firmas,
die vroeger aan den handel in Dnitsehc kolen vreemd wa-
ren, offreeren deze thans en indien het iiitusschen onder
dwang vernieuwde Kolensyndicaat don uitvoer blijft vrij-
laten, belooft het cn strijd te worden tussehen de weder
vrij geworden Westfaalkche mijnen in (le exportianden, w.o.
Holland, waarvan het einde niet te overzien is.
Op het ooenblik valt met Engelsche kolen al niet meer te concurreeren en het merkwaardige van den toestand is dat,
terwijl de 06n de Duitsche kolen al goedkooper aanbiedt
(lan de ander, dezelfde soorten kolen op de Engelsche mark-
ten meer dn vast liggen. Voor sommige soorten bedraagt
liet prijsverschil t!Isschen Engelsehe en Duitsche prOducten
ii meer dan
f 1
per ton.
De prijzen zijn als volgt:
Northnniberland, ongezeefde ……
f
15,75
Sl)urham, ongezeefde ………….. ..16,75
Cardifi, oTigezeefde
.
……………. ., 17,50
Schotsche, gezeefde ……………..15,50
Yorkshire, gewasscheu Doubles …. ..18,75
Gietcokes ……………………., 26,-
alles per ton van 1000 KG., franco Rotterdam/Amsterdam.
Markt prijshoudcnd.
S
;Januari 1924.
VERKEERSWEZEN.
VRACHTENMARKT.
De algemeene grondtoon van de vrachtonmarkt blijft vast
cii het algemeene idee, dat de toestand eenigszins begint te
verbeteren, draagt er toe hij, dat reeders geneigd zijn om aan hoogere vraehten vast te honden. De oogst in Argen-
tinië zal zeer groot worden en veler oogen zijn op (leze
markt gericht. liet is verblijdeiid, (lat juist de oogst in Ar-
gentinië zoo goed is, daar dit land op een betrekkelijk groo-
ten afstand van Europa ligt en de reis veel langer duurt
dan bijv. naar Noord-Amerika. Er zullen derhalve meer
booteii bezig gehouden worden en (le overvloed van ruimte
zal minder worden gevoeld. Het feit blijft echter bestaan,
dat er nog steeds aanzienlijk meer schepen zijn dan voor liet wereldvervoer vereiseht worden. De resultaten van de rond-
reizen zullen alhoewel misschien beter dan in het algeloo-
pen jaar, vaarscliijnlijk nog niet zeer loonend zijn. Om hier-
viii eel.i voorbeeld te geveil, k;i n opgeiiierkt worden, il;it door
het groote aanbod va ii ton niige, de uitgris ucle vrnchte,i v;i ii
Wales naar cle La Plata rivier in verband niet de lioogere
tlwiskoniende vrachten zijn gedaald tot 1 2/6 naar i3neiio
.Aire. Booten kuuncu bijna evengoed in ballast nitvaren.
Van Noord-Ameilka, is cle vraag naar ruimte niet zeer
goot. Waarschijnlijk zal 14 ct. per 1.00 lbs. bedongen kun-
nen worden voor graan naar Antwerpen Liamburg/range cii
17-18 ets. naar West-italië. Vooi steenkolen is voor
prrmpte ruimte 2,50 naar Frausch Atlantische havens te
krijgen en $ 3.2.5 naar West-italië, terwijl naal- Rio de
Jai:eiro de geldende vracht $ 3.— is.
‘un Cuba is een groote boot bevracht met suiker voor
iehrua, i/Manrt. aflading naar U.N. Continent tegen 20/6
per ton en voor kleinere booten is waarschijnlijk 21/6 te
hedingen. –
an cle Westkust vau Noord-Amerika is liet gelcleucle
cijfer 38/. per ton. .l)e hout- en graanhevrachtingen van daar
naar Japan zijn aanzienlijk geringer. Hout is bijna i.iict
afgesloten.
Van cle nitraatliavens wrcl een boot naar Noord-Amerika.
afgesloten tegen $ 5.50 voor Februari aflading.
Van Ai’gentinië zijn in den laatsten tijd hoogere vrachten
betaald en vooral voor prompte booten. liet hoogste cijfer
voor Januari aflading nan.r UK. Continent is 26/6, terwijl
voor Maart aflading cle hoogste vracht tegen welke is af
gesloten 25/6 bedraagt. Het vraclitidee van de reeders is
hooger dan ivat de handelaren wensclien te betalen. 1 [ee
deze markt zich zal ontwikkelen hangt grootendeels a.f
van het aantal schepen, dat reeclers onbevraclit naar La
Plata zullen sturen.
Australië toont liolangstelling in Januari/Februari afla-
(Ii lig. Ook hier is liet vruchticlee van de reeders liooger dan
(lat, van cle Ii nu dclii roll en veel hev nanh ti uge u kwn mcii n i c’t
f:ot stand.
‘an West-Australië is het geldende cijfer 40/- en van
Znid-Australië 42/6.
Van Bonibay is 27/9 on deaclweight hietaalci en van
goon naar Japan 22/6 voor Februari af.lading.
Jn den laatsten tijd is slechts weinig ruimte meer opge-
nomen van de Zwarte Zee havens. Een kleine boot is af ge-
sloten naar Denemarken tegen 17/- voor lijnkoekeu.
Do ertsvrachtei van de Middellanclsche Zee zija iets boter.
Dnitschland begint weer in de ma,-kt te komen. De uitgaande kolenvrachtea van Wales zijn zwak, groo-tendeels in verband niet de betere thiliskomende vrachten.
Naar Alexaudrië is liet geldende cijfer 10/-, terwijl naar
West-Italië 8/9 tot 913 werd betaald. Naar Rio de J:uieiro
en Buenos Aires is slechts 12/6 te bedingen. –
8 Januari 1924.
GRAAN.
Ati. Kust
1
Petro- Odessa
Ver. Staten
San Lorenzo
Data
grad Rotter.
l Londen1 dam Rot ter- Bristol Rotter-
i
Enge-
1
IR’dani
1
dam 1 kanaal dan, 1 land
3l ]).-4 Jan. 19241
–
13/6
2j
14%
1
3/_
1• 25/2
1
25/2
24-29 Dec.
19231
–
113/6
2/14%
8
3/_
24/
24/4k
2-6 Jan.
19231
–
1
–
1
12%
3
1
3,3
1
27/2
1
2712
2-7 ,:fan.
1922
. –
–
1
4/
1
4/
1
36/3
1
36/3
Juli
1914
1.1 d.
7/3
1
1
/lilil
l/ll%l
12/_
1
12/_
KOLEN.
Cardiff
Oostk.
Data
1
Bordeaux Genua
Plato
I,er-Iaotnen.
Said
R
vier
i
1
dani
i
burg
31 D.-=4 Jan.
24I
5/3
8/10
916
13/_
419
–
24-29 Dec.
‘231
5/7%
9/…
9/9
12/10
419
–
2-6 Jan.
‘231
611
1112
1 1/7
11/7
%
4/7%
6/9
2-7 Jan.
‘221
7/_
1213
14/_
13/6
01_
8/6
Juli 19141
fr. 7,—
7/_
7/3 14/6
312
4/_
DIVERSEN.
BombaBirnna
Vladivo-
Chili
o a
West
I
West
stock
West
Lalpeter)
Europa
Europa
West
Europa
(d.w.)
(rijst)
Europa
llDee.’23-5 Jan.1924..
28/..
31/3 33/9 27/6
1
4-29 December 1923..
27/7
31/3
33/9
27/6
16 januari
1923..
27/6
3119
35/_
36/3
2-7 Januari
1922..
22/3
–
3716
391_
juli
1914..
1416 1613
25/_
22/3
1) $
per ton kolen.
2)
Perton d.w.
8)
Am. cents per 100 lbs-.
Graan Petrogro4 per quarter van 496 ibs. zwaar, 06e88a per
unit, Ver. Staten•per guarter van 480 £58. zwaar.
Overige noteeringn per ton van 1015 EG.
kalm na de feestdagen. in prijzen.
Prima Crêpe Januari
75 et.
Jan./Maart 76
April/Juni 77
Smoked Sheets Januari
76
Jan.Maart 76%
April/Juni 77
7 Januari 1024.