3 OCTOBER 1923
A UTEUR,SRECHT V 0 ORJ3EHO UDEN.
Econom
‘
isch~Statistische’
Berichten
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL:. NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIË VOOR DE RIJNVAART
UITGAVE VAN HET INSTITUUT V’
8E JAARGANG
WOENSDAG 3
INHOUD
Blz. Z WITSERSCU EN NEDERLANDSOR SPOOR WEG VERSLAG 1922
II (Slot) door
Jhr.
J. A.
van Krets’chmar van Veen..
854
De Salarissen der Ambtenaren door
Prof. Dr.
N. J.
PolaiG
855
Overbevolking en Overzeesehe -Emigratie in Zwitserland 1 door
Mr. R. A. Fockema …………………….
856
Indische Staats- en Particuliere.Spoorwegen door
J.
‘Ik.
Oerlings …………………………………..
857
BU1TENLANDSCHE MEDEWERK ING
De Rij ksconferentie door Prof. Dr.
P.
Geyl ……..
858
De Duitsche lvi unthervormingsplannen door
Dr. Kurt
Singer………………………………..
861
AANTEEKENINOEN:
Rede van den ileer E. ileidring, Voorzitter van de
•
Kamer van Koophandel te Amsterdam ……….
863
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
…………….
864-872
Geldkoersen.
Effectenbeurzen.
Wisselkoersen.
Goederenhandel.
Bankstaten.
Verkeerswezen.
INSTITUUT
VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
Algemeen iS’ecrelariâ: Mr. G. W.. J. Bruins.
Redacteur-Secretaris van het weekblad:
D. J.
Wansink.
Secretarivat: Pieter de Hooghweg 122, Rotterdam.
Aangeteekende stukken:.Bijlcantoor Ruige Plaatweg 37.
Telefoon Nr. 3000. Postchdque- en girorekening Rotterdam No. 8408.
Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p•
in JTederland f p0,—. Buitënldnd en Kolôniën,
f 25,-
per §oar. Losse nummers
50
cents.
Leden en donateurs van het Instituut ontvangen
hel weekblad gratis.
–
De verdere publicaties van het Instituut uitgaande
ontvangen de abonné’s, leden en donateurs kosteloos,
voor zoover daaromtrent niet anders wordt beslist.
Advertenties
f0,50
per regel. Plaatsing bij-abonne-
nvent volgens tarief. Administratie van abonnementen
en advertenties: Nijgh & van Ditmar’s Uitgevers-
Maatschappij, Rotterdam, Amsterdam, ‘s- Gravenhage.
2
OCTOBER
1923.
In verband met de maanciswisseliog was de geldmarkt
gedurende dc afgeloopen he.richtsweek iets vaster. De
gelcivraag was achter niet goot, merkwaardig gerin-
ger dan dc vorige
maan
d
en
? en in tegenstelling met
wat gewoontijk in het najaar plaats vindt. Particulier
disconto verhicf Zich dan ook nauwelijks ½ pOt., al-
leen op de laatste dagen der week werd ook wel 3%
pOt. gevraagd, maar meestal niet toegestaan. Prolon-
gatie 3% â 3% pOt. Cailgeld zelfs op den laatsten
l.
2 en 2% pOt. verkrijgbaar.
*
.x.
*
Op den weekstaat van De Nederiandsche Bank
geeft de, post binnenlandscie wissels een -daling van
nagenoeg f11 millioen te zien. Deze daling laat zich
‘oor het grootste gedeelte verklaren uit aflotsing .van
schatkistpapier; het totaal der rechtstreeks bij de
Bank geplaatste schatkistpromessen blijkt van
f
22
DOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
OCTOBER 1923
N0. 405
millioen tot
f 1
millioen ‘te zijh fgenomeh. Daaien
tegen vertoont het hoofd beleeningen, blijkbaar in ver-
band met de maandwisseling, een. vrij aazienlijke
stijging. De effectenbeleeningen – stelden zich
f
24,8
millioen, de goederenbeleeningen.
f
4,4 millioen hooger
dan verleden week. In totaal liep de post .vn
f
134,4
millioen tot
f
163,6 millioen op. De sijging betreft
vnl. de Hoofdbauk. ‘.
De zilvervoorraad van de Bank nam in de afgeloo-
pen week met
f
740.000 af. Het renteloos voorschot
aan het Rijk verminderde met
f
2,6 millioen. De pot
papier op het buitenland bleef nagenoeg onveranderd.
Dat de diverse rekeningen ondei het actief niettemin
met ruim
f
26 millioen opliepen zal wel voor het
grootste gedeelte samenhangen
‘ met de stagnatie bij
den postcheque- en giro-dienst.
De hiljettencirculatie blijkt met een kleine
f 46 mii-
‘lioen te zijn gestegen. Deze bedraagt than.s weder meer
dan
f
1 milliard. De rekening-courant saldi daalden
L
met
f
11,4 millioen. Het beschikbaar metaalsaldo stel-
dë zich op
f
1
381,7- millioen. *
De wissel-markt was deze week zeer bewogen. De
koersen ”oor ‘Marken en Franken fluctueerden weder
hevig. Franken zetten aanvankelijk de stijging der
‘laatste weken nog voort, maar daarna trad vrij plot-
seling een sterke reactie in. Een later. opnieuw in-
gezette hautee werd w’eder spoedig onderbroken; op
het lagere niveau bleef de stemming echter prijshou- –
‘dend. In Marken ging niet veel meer om. Door de
buitengewoon rigoureuze nieuwe condities van de Duit-
sche banken werd vrijwel alle regelmatige handel on-
.mogelijk gemaak. Ook hieruit blijkt weder, hoc mcn
‘in Duitschlarid alle ge.’oel vooi prijsverhoudingen
verloren hceft.
LONDEN, 29 SEPTEMBER
1923.
-Nadat de geldmar-kt
vrij
gemakkelijk had ingezet,
-herschte tegen he
f
t midden van de’ week een vastere
toon, tengevolge van het naderen van maands- en
kwartaalseinde en Yan het opnemen van geld voor
,,windowdressing”.
Daggeld bereikte 3 pOt.; voor zevendaags geld â
2—% pOt. bestond groote vraag, terwijl crediet tot
de eerste dagen van October 3Y4 pOt. deed. –
Disconto’s ondervonden weinig invloed van degroo-
tere .vastheid der geidmarkt, daar men in de naaste
toekomst een ruimer aanbod van kort crediet verwacht.
• 2-maands, pHma. bankaccept ‘3 pOt.
3-mâds
. idem
3—I16 pOt.
4-maands
idem
3I1e-11e
pOt.
6-maands
idem
3
5
18-
11
1
pOt.
854
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
3
Octobe 1923
ZWITSERSCH EN NEDERLANDSCH
SPOORWEGVERSLAG 1922.
II
(Slot).
De Exploitatiekostei..
Zoowel hier als in Zwitserland heeft men- getracht
het resultaat te verbeteren door vermindering der
kosten. Het vorige jaar vestigde ik de aandacht op
de verschillen in sommige hoofdruhricken der uit-
gaven; aangezien in de onderlinge verhouding dier
rubrieken niet veel verandering is gekomen, kan ik
mij nu bepalen tot een beschouwing van de bereikte
verminderingeri. –
De gezamenlijke expl-oitatieuitgaven waren
Zwitserland.
iTedc9laozcl
P.
P.KM.
1921..
f
170.959.000
f
59.319
f
194.126.000
f
53.1104
1922.. ,,_156.856.000 ,, 53.316
,,_172.656.000 ,, 47.031
Minder
f
14.103.000 of 8,25
0/o
f
21.470.000 of 11,06 n
/
In verhouding tot de opbrengsten waren de exploi-
tatiekosten (exploitatiecoöffic.ient):
Zitsertand.
Ncdeo
.
iad
1921
116,59
0
/0
99,95 oj
1922….
91,14o/
98,46o,
.l)e voornaamste besparingen werden verkregen:
Zwitserland.
1921
1.922
il!indc
–
r Personeel ….
f
120.443.450
f
110.483.727
f
9.960.000 1
Brandstoffen . ,,
44.814.977
41.287.257
3.528.000
Overige kosten
615.000
f
14.103.000
Nederland.
–
Personeel .. …
f
124.464.000
f
123.878.000
f
. 586.000
Materialen
vooronderhoud
21.600.000
,,
19.265.000
2.335.000
Brandstoffen .
29.652.000
,,
14.205.000
15.447.000
Overige kosten
3.102.000
f
21.470.000
En Zwitserland gaf dus het personeel de hoofdbe-
sparing, in Nederland cle brandstoffen De gemiddel-
de prijs der brandstoffen daalde in Zwitserland van
f
87,1.3 tot
f
79,21 per ton, in Nederland van
f
35,-
tot
j
18,81. Het gemiddeld verbruik1 per trein-
kilometer was in Nederland 1.8,1 KG. tegen 20,9
KG-. in 1921. In Zwitserland was het gebruik onge-
veer hetzelfde als het vorige jaar. Als bovenvermelcl,
heeft men aldaar op den voorraad ten laste der vi nst-
en verliesrekening
f
4.250.000 afgeschreven, ten einde
van 1 Januari 1923 af, den verbruiksprijs op
f
32,50
per ton te kunnen brengen. Om dit te bereiken zal
dan toch nog een aanmerkelijke verlaging van den
inkoopsprijs moeten zijn ingetreden.
Het groote verschil in prijs wijst op een aanzien-
lijke bevoorrechting van Nederland, maar verklaart –
tevens den spoed, die in Zwitserland wordt gemaakt –
met de electrifieati e, waarbij van vaterkraeht wordt
gebruik gemaakt en men zich geheel van de steen-
kolen zal kunnen losmaken. Volgens het werkplan
zal vddr eind 1926 817 KM. geëleetrificeerd zijn.
De personeelkosten maken in Zwitserland ruim
70 püt. der totale exploitatiekosten uit, itt Nederland
bijna 72 pOt. Deze verhoudingen loopen dus niet ver
uiteen. In Zwitserland is verlaging van dezen hoofd-
post der uitgaven verkregen door vermindering van 1
het aantal personen in dienst en de betalingen in ver-
sehillenden vorm. Het personeel verminderde met
1553 man. De verlaging der betalingen betrof voorna-
melijk den duurtetoeslag, die van 1.11 pOt. i.n 1921
erd teruggebracht tot 100 pOt. in 1.922, gerekend op
het reglementaire loon. Bij de toepassing dezer verla-
ging wordt rekening gehouden met het verloop der in-
dexeijfers voor levensonderhoud cii werd aangenomen,
dat het leven in 1922 nog 70 pOt. duurder was dan in
1 91.4..l)it komt dus vrijwel overeen met Nederland.
Het verslag bevat uitvoerige gegevens omtrenTt de
systematische toepassing der verlaging van den duur-
tetoeslag, waarbij er naar wordt gestreefd,. dat de ver-
mindering van inkomsten voor het personeel zon ge-
leidelijk mogelijk geschiedt.
Het vorige jaar wees ik er reeds op, dat het behoud
van het stelsel duuitetoeslagdn, in plaats van omzet-
tung in loon, het in Zwitserland zooveel gemakkelij-ker maakt om geleid-olijk tot het normale loon terug
te keeren. Het officieel vaststellen van indexcijfers
levert daarbij een betrouwbaren maatstaf.
In Nederland verminderde het personeel met 3.511
PerSolien
;
dat deze vermindering zich niet duidelijker
afspiegelt in de uitgaven, spruit hieruit voort, dat
zij zich oven het geheele jaar verdeelt, aan vele ont-
slagenen uitkeeri:ngen moesten worden gedaan en cle
bijdragen aan de fondsen nog toenamen. Loonsverla-
gingen hadden in 1922 niet plaats; eerst in 1.923 werd
84 pOt. op de bonen gekort als bijdrage in de pén-
sioenfondsen, waarvan voordien vrijstelling bestond.
In Zwitserland, waar de vermindering van loon en
toeslag samen ook ongeveer 8 pOt. bedraagt, is men
dus met de verlaging een jaar vooruit; ook is men
blijkbaar met de inkrimping van het personeel eerder
begonnen.
Do getalsterkte van het personeel per kilometer w’as
int Zwitserlai:id gemiddeld over het jaar 12.5, tegen
bijna 13 in Nederland op ‘t eind van ‘t jaar; bij een
gemi-ddeiden loop van 31 treinen per kilometer pet
dag in Nederland tegen 24 in Zwitserland, wijst dit
op een zuiniger personeeibezettjng in Nederland.
In de in den aaiuhef vermelde bedrijfsresultaten
vindt nuen voor de beide landen zeer uiteenloopende
bedragen voor de baten cci lasten ])uiten de eigenlijke
exploitatierekening en. blijken deze in Zwitserland
veel hooger te zijn. Wat de lasten betreft wordt dit
verklaard door de hoogere interestrekening, n.l. pl.m.
f
14.000.000 meer, de meer vermelde afschrijving op
den steenkolenvoorraad ad
f
4.250.000, benevens eeni-
ge stortingen in vennieuwingsfondsen, die in Neder-
land niet, bestaan; over een en ander gaf ilc het vorige
jaar toelichting. :1-Let verschil, in de baten vo:rclt groo-
tendee]s opgehelderd door de hoven vermelde vergoe-
ding voor diensten in de oorlogsjaren en verder door
oncttrekkingen aan fondsen en – rente berekend ge-
do rende constructie van werken.
Naast besparing op de explo:itatie wordt int Zwitser-
land gestreefd naar beperking in de kapitaalsuitga-
ven ter matig.i ng van cle toertanue van den rentelast;
dit w’ordt mogelijk gemaakt doordat de treindienst
nog steeds minder ‘uitgebreid is dan voor den oorlog:
in 1,91.3 was het gemiddeld aantal. treinen per kilo-
meter 36 per dag tegen 24 in 1922; de in—
–
ichtin-
gen, die vroeger een grooter verkeer konden beheer-
schen, worden daarom nu ruim geacht en zullen
nog verscheidene jaren voldoende zijn. Toch werd nog het eerbiedwaardig bedrag van
f
53.000.000 voor nieu-
ve wenden, inrichtingen cnn ollend materieel, uitge-
geven, waarvan ruim de helft voor de eleetnificatie,
waa.rtegenover besparing op de exploitatiekosten
wordt verwacht. Vermelding verdient, dat door de re-
geerung een bedrag van ongeveer
f
14.000.000 ter be-
schikking werd gesteld voor uitvoering van werken bij
wijze van werld ooshej dsbestrijdung, waarvan pl.m.
f4.500.000 in 1922 is uitgegeven.
In. Nederland bedroegen de kapitaaluitgaven onge
;
o’eer
f
20.000.000. Ook hier bepaalt men zich tot het
strilct noodzakelijke; het verschil in den treindienst
nu en voor den oorlog i,s hier geringer, ni. 31 tegen 40
per kilometer per dag.
Sedert 1914 bedraagt het totale tekort tot en met
1922 in Zwitserland
f
159.000.000, waarvan na af-
schrijving tegen een vroegere reserve, die ver,mindrd
kont worden wegens verlenging van den aflossings-
termijn van ]eeningen, nog
f
105.000.000 in de balans
blijf t staan. Dit tekort wordt geheel beschouwd als een
gevolg van den oorlog; de vermindering der netto’s
w’ordt nl. nog steeds toegeschreven aan de economi-
sche depressie, de duurtetoeslagen aan het personeel
en den hoogen
prijs
van brandstoffen en nuatenialen;
een en ander veroorzaakt door uit den oorlog voort-
gevloeide omstandigheden. Het is de bedoeling dit te-
3Öctöb’er 1923
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1355
kort uit- toekomstige overschotten te delgen. Ten
einde het dragen van clezen last te verlichten eu
daartegenover tarieven te kunnen verlagen, is door
den Nationalen Raad voorgesteld
f 1
5 á f20.000.000
daarvan ten laste van ‘s Lands begrooting te brengen.
£
–
Iet behoeft nauwelijks gezegd te worden, dat zoowel
deze ontlasting der spoorwegrekening als de ten ve-
r:igen jare toegepaste afschrijviug, voor het land slechts
een andere verdeeling, geen vermindering van lasten
heteekent.
In Nederland bedraagt het geheele tekort der ge-
zamenlijke maatschappijen, sedert 1014 per saldo
bijna
f
93.000.000, waarbij rekening is gehouden met
de. bijpassingen van deri Staat, het door de reserve-
fondsen gedragen verlies in 1920 en 1922, het winst-
saldo der maatschappijen in 1915 en 1916 en het niet
uitkeeren, van dividend over 1920. Weliswaar zijn in dit te kort begrepen de door den Staat gegarandeerde
wrinstsaldi, doch voor de vergelijking met Zwitserland,
waar geen aandeelenkapitaal is, treedt dit in de plaats
van de aldaar betaalde rente op de obligatieschuld.
Is dus in het verleden het verlies in Nederland
slechts 58 pOt. van dat in Zwitserland, voor de toe-
komst ziet, het er minder mooi voor ons uit. Immers de algemeene indruk, dien men van het Zwitsersche
verslag krijgt, is dat men daar op den goeden weg is.
Het spoorweg’bestuur zelf voorziet reeds in 1924 een
siiitende rekening, door toeneming van ontvangsten
en verder dooivoeren van bQzuinigiigen ,,si les événe-
ments politiques ne viennent pas bouleverser nos
calculs”. De bemoedigende resultaten van de tweede
helft van 1922 en de eerste maaflden van 1923 schij-
nen aan deze verwachting grond te geven.
111
het Nederlandsche verslag wordt, gewezen op de
steeds dalende opbrengsten in 1923 (voor de eerste 5
maanden
f
9.000.000 en tot en met J’uli
f
12.000.000
minder), het stil liggen van het verkeer met het be-
zette deel van Duitschiand, de stijgende prijzen van brandstoffen en materialen, als zoovele ongunstige.
factoren, die voor de toekomst weinig goeds voorspel-
len, ondanks de krachtige bezuinigingsmaatregelen,
waarvan de werking zich steeds meer’ doet gevoelen.
Hilversum.
VAN
KRE’i’SCIl.IAR.
DE SALARISSEN DER AMBTENAREN.
Prof. Dr. .N. 1. Polak te Rotterdam schrijft ons:
De plannen der regeering tot verlaging van de
bezoldiging der ambtenaren hebben heel wat pennen
in beweging gebracht. Zulks is zeer begrijpelijk: nie-
mand laat zich een financieele aderlating welgevallen
zonder zich daartegen te verzetten. De particuliere
ondernemer, die dopr concurrentie of malaise zijn
inkomen ziet verminderen, verzet zich door vergroo-
ting zijner energie, en is zijn verzet vruchteloos, dan
blijft hem niets anders over dan den nieuwen toe-
stand, door de harde economische werkelijkheid in
het levengeroej1en, te aanvaarden. Die economische ,verkelijkheid’ondervindt ook menig arbeider, die bij
daling van het prijsniveau voor de keus staat, een
lager loon te aanvaarden of zijn plaats door een
ander te zien ingenomen. En ook de georganiseerde
arbeider, te wiens behoeve de concurrentie is beperkt,
wien. geen ontslag ter. vervanging door goedkoopere
werkkrachten dreigt, ondervindt de economische wer-
kelijkheid doordat zijn werkgever het bedrijf stop zet
zoodra het niet meer loonend is, waardoor hij voor
de keus wordt gesteld, te werken tegen lager loon
of werkloos te worden. Hoe vrij er positie de door
den conjunctuuromslag getroffene in het ruilverkeer inneemt, des te eer ondervindt hij daarvan de gevol-
gen en des te gereedér aanvaardt hij die áls louter
economische noodzaak. Naarmate de gebondenheid
sterker wordt, vermindert echter het inzicht, dat de
ecdnomische noodzaak en deze alleen een offer eischt.
Billijkheidsbetoogen, ethische motieven en tal van
a,fidere bewijsvoëringen verdoezelen de economische
werkelijkheid zoodra er in min of meer ,,economisch
georganiseerde” bedrijfstakken van .loonregeling
sprake is. Er wordt over geschreven, gesproken, ver-
gaderd, er worden protestmeetiogs belegd, er wordt
op het gevoel der omstanders gewerkt, zôôzeer zelfs,
dat men haast vergeet, dat cle verlaging van het
levenspeil der automatisch gehavende ondernemers
en die der georganiseerde arbeiders uit één en dezelfde
economische oorzaak voortspruit.
• Wanneer wij in het particuliere bedrijfsleven reeds
(leze verschijnselen zien, dan baart het geen verwon-
dering, dat als de vaak almachtig gewaande over-
huid een verlaging der bezoldiginen aankondigt, de
vermenging ‘van economische, ethische en politieke
motieven nog sterker wordt. De gevoerde polemieken
geven daarvan
blijken
te over. Ei wordt gevraagd
of het billijk is, het tekort in hoofdzaak ten laste der
ambtenaren te brengen; daartegenover wordt beweerd,
dat de inkomsten in het vrije bedrijfsleven reeds zijn
verminderd, en dit argument wordt weer beantwoord
met een
verwijzing
naar de oor]ogswinst, door de
ondeniiemers gemaakt in een tijd, toen de ambtenaren
onder de duurte te
lijden
hadden. ‘t Is alles geba-
seerd op een gevoel van billijkheid, zooals oudei’s die
tusschen hun kinderen betrachten; men vergeet ech-
ter, dat ‘hier niet één enkele vader áanwezig is om
ieder op zijn beurt in gelijke maté te doen genieten.
De billijkheidsgcdachte komt ook aan den dag ik cle
beweging om de venlaging quantitatief afhankélijk
te maken van de te voi’en plaatsgevônden verhoo-
ging, en in de meening, dat mèt de ambtenaren ook
de obligatiehouders van den staat en de aandeelhou-
ders ‘ der’ spoo’rwegmaatschappijen hun inkomsten
nioeten zien besnoeid.
Het komt
mij
véor, dat de wijze waarop de over-
heid haar voornemen tot traktementsverlaging heeft
medegedeeld en. gemotiveerd, mede schuldig is aan
de verwarde discussies.De Regeering wil tot verla-
ging der bezoldiging overgaan om de begrooting
sluitend te maken; zij heeft getracht op andere wijze
de beidé einden samen te brengen, maar nu dat niet gaat moeten de tractementen wel worden verlaagd. .De Gemeente Rotterdam staat, blijkens de M. v. T.
op de ingediende ontwerp-begrooting 1924, dp het-
zelfde stândpunt: er moet gezocht worden naar xve-
gen tot vermindering der lasten, maar eerst in de
laatste plaats moet de bezoldiging van het gemeente-
personeel worden verminderd. De trakternenten won-
‘den zoodoende ‘de sluitpost der begiooting en het
personeel wordt in de meening gebracht, dat het thans
alleen den last der ongunstige tijden heeft te dragen,
dat het deficit op de ambtenaren wordt verhaald.
Deze omstandigheid vertroebelt ten zeerste den
blik van velen op de zoo belangrijke ,,qucstion brû-
lante”. De Regeening heeft het economisch karakter
van de kwestie te zeer uit het oog verloren. Zij had
moeten onderzoeken, of de tiaktementen uitgaan bo-
veden marktpnijs van den betretfenden arbeid en
als dat het geval bleek te zijn had zij die traktemen-tea moeten verminderen, onverschillig of de begroo-
ting millioenen tekort of millioenen .overschot te
zien geeft. Door het salarispeil niet op zichzelf,
maar alleen in verband met het saldo der begrootinig
te beschouwen, geeft de overheid blijk, het vraagstuk
niet te kennen. .
d
. Het is begrijpelijk, dat de oppervlakkige beschou-
ver tot de regeerings-redeneering komt. Hij ziet de
loonsverlagingen in het particuliere bedrijfsleven ge-
motiveerd op de verminderde opbrengst van het pro-
duct. Het kan er niet meer af, wij werken met ver-
lies,
wij
moeten stopzetten ôf de bonen verlagen;
zoo is de kreet der ondernemers. Wat is natuurlijker
dan dat de overheid dien kreet nabootst? Toch past
hij niet in den mond van de overheid. Want de over-
heid heeft – afgezien van haar bedrijven, die door
hun monopolistisch karakter ook nog een bijzondere
plaats innemen – niet
gelijk
de particuliere onder-
nemer den rechtstreekschen maatstaf van de opbrengst
856
4
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
3 October 1923
van 11et product tegenover de productiekosten: de
overheid verkoopt haar product niet, voor wat zij
presteert vormt zich geen marktprijs, zij bevredigt
gemeenschappelijke behoeften zonder voor iederen
dienst een evenredige prestatie te vragen. Het tekort
op den staatsdienst is niet, gelijk het verlies der
onderneming, het verschil tusschen productiekosten
en opbrengst van het verkochte product, maar het
is ontstaan doordat wat
talrijke individuen voor hun
gemeenschappelijke hehoeftenbevredi ging hebben bij –
eengebracht, niet dekte de uitgaven, die voor de
Plaatsgevonden behoeftenbevrediging zijn gedaan. Het
lijkt dus meer op het tekort van den particulier bij
te groote vertering.
Laat ons met dien particulier een vergelijking
trekken. Indien dezen bleek, dat hij meer dan zijn
inkomen verteerde, zou hij dan den slager zeggen,
dat deze hem voortaan het vleesch goedkooper moest
leveren omdat hij met zijn inkomen niet uitkwam?
Het antwoord zou zeker luiden, dat
hij
dan maar
geen vleesch moest eten. Maar als dezelfde particulier,
zelfs
terwijl
hij nog duizenden per jaar overspaart,
ontdekt, dat een andere slager hem hetzelfde vleesch
goedkooper kan leveren, dan reclameert hij met
succes bij zijn leverancier, ôf
hij
gaat naar den ander.
Zoo zal ook de overheid, onafhankelijk van de
begrooting, hebben te onderzoeken, of het peil der traktementen ligt boven dat, waarop verwacht kan
worden, dat het noodige aantal tot den te verrichten
arbeid bekwame personen, juist ken worden verkregen
en behouden. Is dat het geval, dan is zulks een
motief voor verlaging der bezoldiging, niet slechts
voor die publieke lichamen, die met de handen in
het haar zitten, maar ôôk voor die, welke nog geen
tekorten hebben of ze nog op andere
wijze
weten te
dekken. Blijkt het salarispeil niet te hoog, dan zal
de overheid de opheffing van het deficit moeten zo& ken door beperking harer behoeftenbevrediging, door
vermindering van de overheidszorg. Wat ook het re-
sultaat van dit onderzoek
zij,
de Regeering houde de
beide
verschijnselen
gescheiden en vrage zich dus ten
aanzien der ambtenaarssalarissen alleen af, of
zij
al
dan niet boven den marktprijs noteert, waarbij zij,
gezien het stroeve van iedere overheidsregeling, meer
dan anderen met de marktprognose rekening houde.
Over de rechtmatigheid van salarisverlaging in
verban’d met het befaamde artikel 40 wil ik als niet-
jurist
zwijgen.
Ook over allerlei andere kanten dezer
kwestie. Doel van dit schrijven is uitsluitend, de
economische motiveering te zuiveren, twee- troebel
dooreengemengde overwegingen van elkander te
scheiden. P.
o
VERBEV 0 LKJNG EN OVERZEESCHE
EMIGRATIE IN ZWITSERLAND.
1.
In het Zwitsersche tijdschrift ,,für Schweiz. Statistik
und Volkswirtschaft” van 193 No. 1 vindt men een
artikel van dr. Julius Wyler, privaat-docent aan de
Universiteit te Bern, over het bevolkingprobleem iii
Zwitserland. Aan dit artikel en aan andere nieuw
Zwitsersche litteratuur worde hier een en ander ont-
leend, terwijl eigen inzichten daarin worden ver-
mengd of daaraan worden toegevoegd.
Dr. Wyler onderscheidt tusschen de
gesloten d
n
cle
open
bevolking. Als
gesloten
beschouwt hij een
bevolking, die alleen leeft van de cultuur en verwer-
kii:ig van wat op eigen bodem groeit; als
open
be-
volking dat deel van het volk, hetwelk voor het
buitenland werkt en als betaling daarvoor bodem-
producten van elders
krijgt
(graan, vleesch, enz.).
Waar een deel der landgenooten noch als
gesloten
noch als open-bevolking een bestaansmiddel in eigen
land kan vinden, wordt emigratie het redmiddel.
Voor Zwitserland
tijdelijke
emigratie door werken
in aangrenzende Europeesche landen met terugkeer
binnen de eigen ]andpalen of (gewoonlijk) blijvende
emigratie naar andere wereiddeelen.
In vorige eeuwen geschiedde de tijdelijke emigratie
door het zoogenaamde ,,Reisslaufen”, het dienst nemen
als soldaat bij vreemde mogendheden.
Ofschoon de omvang dezer beweging niet nauw-
keurig kan worden vastgesteld, komt Dr. Pfyffer op
grond van de hem ten dienste staande gegevens tot
de volgende cijfers. Van 1414-1192 dienst nemen iii
Frankrijk 730.000 man, in andere landen 190.000 man.
Men neemt aan dat nog in de 18de eeuw de helft
van de overbevolking een u.itweg vond met ,,Reisslau-
fen”. Het kanton Zurich hetwelk zich reeds destijds
als industrieland ontwikkelde, verbood echter het
gaan in vreemden krjgdienst.
De Napoleontische oorlogen brachten een groote
verarming. In de jaren na den slag bij Waterloo is
veel ellende geleden en zijn zelfs duizenden Zwitsers
van honger gestorven. In het Haslidal leefde nog in
1820 de bevolking uitsluitend van aardappelen en
geitenmelic met toevoeging van een stukje kaas.
Eerst veel later kwam de groote industrieele ont-
wikkeling en van 1860-1910 nam de bevolking toe
met 5.0 pCt. Dd periode van goede en kwade jaren
werden
vrij
nauwkeurig geregistreerd door de cijfers
van de overzeesche emigratie. Echter eerst later, want
in de hongerjaren na 1815 was de emigratie te be-
zwarend. De jaarlijksche emigratie bedroeg van 1810-
1830. slechts een duizendtal, tegen ongeveer 11.000 in
de slechte landbouwjaren na 1880.
De bloeiperiode van de industrie ontwikkelde een
tegenovergestelde beweging. Van 1889-1910 over-
trof het aantal immigranten dat der emigranten. De
bevolicing nam toe met 153.000 zielen boven het ge-
boorteoverschot.
Thans bevindt Zwitserland zich weer in een besliste
periode van overbevolking, evenals na den slag bij
Taterloo. En
dit is thans tot zekere hoogte veel be-
denkelijker dan
destijds,
omdat de verhouding tus-
schen
gesloten
en
open.
bevolking (zie boven) geheel
is gewijzigd. Wanneer nog in 1850 van de behoefte
aan broodgraan
5/
door den binnenlandschen land-
bouw werd gedekt, is dit
cijfer
thans geslonken tot
1
/o.
Dit niet uitsluitend door toename der industrie-
bevolking. Ook door afname der landbevolking en
door het op den voorgrond treden van veeteelt boven
landbouw. In-hetzelfde tijdvak, waarin de totale be-
voilcing met 50 pOt. steeg, daalde het cijfer van het
landbouwende deel met 90.000. In vele streken is van
de intensieve tot de extensieve cultuur overgegaan.
Dr. Bernhard, directeur van de Vereinigung für
Innenkolonisation te Zurich zegt, dat er overbevol-
king bestaat, wanneer voor een deel der bevolking
geen bestaansmiddel is te vinden Hij acht het een
plicht voor Zwiterland om naar nieuwe bestaansmi.d-
dlen te zoeken. Zijn terrein bij dit streven. i.s de
zoogenaamde ,,Innenkolonisation”. Deze omvat ver-
schillende rubrieken. In de eerste plaats het tot
vruchtbaar cultuurland maken van de groote opper-
vlaicten van zoogenaamde ,,streubodem”, d.i. grond,
waarvan slechts strooisel voor het vee wordt getrokken.
Grond, die bij behoorlijke ontwatering en bemesting
dikwijls zeer vruchtbaar blijkt te zijn. Deze meest
veenachtige terreinen vindtmen tot onder den rook
van groote steden, als Zurich. Daarvan is in de laat-
•ste 5 jaren veel door vermelde vereeniging in cul-
tuur gebracht. Er zijn goede woningen gebouwd voor
den kleinen landbouw (bedrijven van pim. 8 hecta-
ren). Bij de groote steden ook geheel vrijstaande wo-
ningen voor fabrieksarbeiders met een terrein van
h. 0.30 tot 0.90. Met erkentelijkheid denk ik aan de
gr.00te welwillendheid van den heer Schoeneberger,
ingenieur aan de
belangrijke
machinefabriek te Oer-
likon bij Zurich, die mij bij een en ander rondleidde;
Het zou te veel plaats vorderen om een volledig
overzicht te geven van de werkzaamheid van de V.
für Innenkolonisation. Alleen zij erop gewezen, dat
3 October 1923
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
857
h’.ar steven ook imvat de zorg voor landbouw en vee-
teelt op de bergen en in de hooge bergdalen. In het
kanton Wallis zijn geheele dorpen in de hooge dalen verlaten en cle grens, waarboven de landbouwbevol-
king woont, is voortdurend dalende. Op de Rigi ver-
nam ik, dat
01)
dit uitgebreide gebergte die grens van
ongeveer M. 1300 tot 1100 M. is gezonken. Wat daar-
boven ligt, wordt nog slechts in sommige jaargetijden
tot verzorging van vee bewoond.
Nu is heet streven der vereeniging om het bewo-
nen der hoogten door verschillende middelen meet
aantrekkelijk te maken (wegen, scholen, enz.). Mede natuurlijk om daar en elders de intensiviteit der cul-
tuur te vermeerderen.
De vereeniging is in beginsel tegenstandster van
landverhuizing. Haar streven is juist het plaats ma-
ken voor de Zwitsers in het eigen vaderland. De
Zwitsers zijn echter geen menschen van phrases,
maar van realiteiten.
Ten kantore van de Vereeniging werd ik bij afwe-
zigheid van dr. Bernhard, die naar Canada was vei’-
trokken, ontvangen door den heer Brunner, die mij
in een keurige, glasheldere inprovisatie doel en stre-
ven der vereeniging kortelijk uiteenzette en daarna
op mijne vragen alle gewenschte inlichtingen ver-
schafte. Bovendien mij voorzag van een rijken schat
van vaklitteratuur.
In ons Nederland blijft men veelal in het vage.
Men geeft een opsomming van de oorzaken der werk-
loosheid (het best waarschijnlijk de heer Hintzen
in E. S. B.), doch voor zoover men zich ook geroèpen
acht’ den daardoor ontstanen toestand te verbeteren
en naar middelen tot bestrijding te zoeken, verliest
men heldere voorstellingen. Te meer omdat men zich
in debat begeeft met socialisten, die vrijwel als eenige
stelling den volke verkondigen, dat de werkloosheid
uitsluitend voortkomt uit de zoogenaamde kapi talisti
sche productiewijze.
Bij dit debat wordt het een van die zijde waar-
schijnlijk gewenschte spraakverwarring, waarbij het voorwerp van onderzoek onder veel woorden in het
ongereede geraakt.
Men spreekt veel over de noodzakelijke daling van
bonen. Men wekt soms ten onrechte de voorstel-
ling, alsof de in vele vakken zeker noodzakelijke
looncialuig opheffing van werkloosheid en het ver-
dwijnen van overbevolking zoude veroorzaken. Alsof
niet de loondaling ook in andere landen plaats
greep. De loondaling bij een export-industrie kan
misschien hier en daar
,
tot verovering van nieuw af-
zetgebied voeren. Het is echter de vraag of zij hij
de algemeene daling van het peil der bonen over de
geheele aarde, niet dikwijls nauwelijks voldoende zal
zijn om de bestaande clandisie te behouden. Hoe nood-
zekelijk dan ook in vele vakken loondaling moge zijn,
een radicale oplossing van het werkloosheidsvraagstuk
is daardoor niet te verwachten.
Ieder vak heeft zijn eigen bonen, gedeeltelijk door
zijn eigen aard, gedeeltelijk door afdreiging of door onverstandigo regeeringsmaatregelert. die bijv. aan
bouwvakarbeiders (scholen, opgedreven woningbouw)
ton nadeele van het overige Nederlandsche volk een
bevoorrechte positie verschaffen. Deze onderlinge ver-
schillen der bonen (gedeeltelijk natuurlijke en ge-
cleeltelijk kunstmatige) worden telkens aangevoerd
ten hewijze, (van hetgeen iedereen weet) dat wel eens
juist in een vak van lage bonen de meeste werkloos.
bieid kan heerschen. En weder met een woordenstroom
daarover, wordt dikwijls de gedachtenivisseling ge-
smoord.
De practische Zwitser waakt tegen afdwaling
en begint dadelijk ter zake.
Men zegt bij ons: er is groote werkloosheid, maar
denk aan do Zuiderzee, aan ontginningen, kanalen
graven, wegen aanleggen ena.
Een Zwitser overziet ook zijn soortgelijk terrein,
maar komt daarbij tot realiteit, tot cijfers. Zoo de heer
Brunnet’. Men heeft geen statistiek van onontgonnen
en toch vruchtbare gronden, maar schat de oppervlakte
op 50 tot 150.000 hectaren. Men meent in een tijdvai
van 60 jaren ongeveer 250.000 personen op die gron-
den te kunnen vestigen. Echter onder de voorwaarde,
dat men beschikking krijgt over den grond van de
Genossenschaften (Marken), een voorwaarde, waarvan
de vervulling uiterst twijfelachtig wordt geacht.
Daarbij valt te bedenken, dat niet de 250.000 perso-
nen op een nieuw bestaanmiddel kunnen rekenen. Het
geheel is mede geprojecteerd op het verschaffen van
woningen en grond aan fabrieksarbeiders, die op
andere verdiensten (dan van op grond) zijn aange
wezen.
Dr. Julius Wyler in zijn bovenvermeld opstel re-
kent dat bij (le bevolkingstoename der laatste jaren
(thans ongeveer 35.000 per jaar) vooreerst ieder jaar
10.000 nieuwe krachten (20-jarigen) zich op de ar-
beidsmarkt zullen aanmelden.
Di’. Hans Bernhard i.n zijn rede te Bern (22 Nov. 1022) schatte liet te verwachten geboorteoverschot
voor het vervolg bij ongeveer liei.metische afsluiting
van de grenzen op 20.000 k 25.000.
Bernhard acht de landverhuizing naar aangren-
zende landen (voornamelijk Franknij Ir) onvoldoende..
Hij concludeert: ,,00k overzeesche landverhuizing is
voor Zwitserland in den tegenwoordigen toestand van
overbevolking een noodzakelijkheid”.
En wei:
,,orndat in af zienbaren tijd
01)
geen belaitg-
rijke opleving van de industrie valt te rekenen”.
(lot
volgt).
R. A.
FOC1rEMA.
iNDISCHE STAATS- EN PARTICULIERE
SPOORWEGEN.
Naar aanleiding van de beschouwingen van den
heer S. A. Reitsrna in de nummers van 12 en 26
September j.l.
schrijft
de heer J. Th. Gerlings ons
het volgende:
Mijne brochure was niet gericht tegen de artikelen
van den heer Reitsma in de E.-S. B. van 2-23
Augustus 1922, maar bevatte een verweer tegen een
rapport van het Département van Gouvernements-
bedrijven aan de Indische Regeering. waarin werd gezegd, dat de aanleg en exploitatie van spoor- en
tramlijnen door eene maatschappij zich slechts richt
op het behalen van de grootst mogelijke bedrijfs-
winst en zich niet bekommert om de belangen van
land in volk.
Dat rapport verwijst naar de artilcelen van den heer
Reitsma en betrekt clie daardoor in de discussie.
De heer R. zegt thans slechts te hebben aangevoerd,
dat het particuliere kapitaal alleen die lijnen zal aan-
leggen, welke een behoorlijk rendement beloven, ter-
wijl •de Staat dikwijls de noodig en nuttig, doch, on-
rendabel geoordeelde lijnen zal construeeren. In zijne
artikelen kan ik een betoog in deze bewoordingen niet
terugvinden, maar dit doet weinig terzake af. Ik con-
stateer nu met genoegen, dat wij het te dezer zake
volkomen eens zijn. In mijne brochure werd hetzelfde
betoogd. Hoe zou een particulier spoorwegbedrijf het
kapitaal voor noodzakelijke of wenscheljke uitbrei-
dingen kunnen vinden indien het bedrijf
niet vol-
doende rentegevend ware?
De hoofdzaak, waarop het aankomt, is dat op Java
de maatschappijen in het verkeersgebied, dat haar ter
ontwikkeling werd overgelaten, op zeer volledige wijze
in de behoefte aan verkeersmiddelen hebben voorzien
en ook de niet onmiddellijk rentegevende lijnen heb-
ben aangelegd. In dit opzicht zijn de maatschappijen
bij den Staat niet achtergebleven. Het voordeel voor
cle maatschappij was in die gevallen gelegen in de
ontwikkeling van het verkeer op de oudere
lijnen
en
somtijds in de verdeeling der algemeene kosten over
een grooter bedrijf.
De heer R. wijst er op dat de lijnen van S. J. S.,
die volgens het medegedeelde staatje de rente van het
obligatie-kapitaal niet dekken, niet inderdaad onren-
858
ECONOMISCHSTATISTIS CHE BERICHTEN
3
October 1923
dahel zijn te noemen, daar zij bijdragen
tot
yerhooging
van de ophrengst der overige lijnen Odk-hierovr ,zijn,
wij het eens; in mijne brochure wordt’dit:hij herhaling gezegd. (bi. 5 en
1).
Hetzelfde i§ bij het staatsnet waar te nemen. De
Oosterlijnen hebben steeds goed gerenrieerd, ondanks.
de uitbreiding met ,lijnen, die
op
zich zelve onvoldoeff-
de rendabel waren. De Westerlijrien gaven, als gevolg
van den kostbaren aanleg der Preangerlijnen, aalivan-
kelijk geen voldoende rente, maar zijn door de toe-
neming van het verkeer rendabel geworden na de toe-
voeging van
01)
zich zelvé onvoldoend rendabele lijnen.
Teu onrechte wordt de achteruitgang van de rente-
bil’iteit van het S.S.-net toegeschreven aan de toevoe-
ging dezer lijnen.
Tan
de uitbrei•dingslijnen der S.S: op Java kunnen
slechts enkele worden beschouwd als werkelijk onren-
dabel; dat zijn de in mijne brochure (blz. 3) bedoelde
lijnen, waarvan nimmer – of althans niet gedurende
een langdurig tijdperk – eene voldoende rentabili-
teit is te verwachten (ook niet indirect). Dit
zijn
de
lijnen Bandjar-Parigi (aansluiting eener geïsoleerde
laudstreek aan het spoorwegverkeer) en Rantjaëkek-
Soemedang (militair bèlang). De particuliere onder-
nemingsgeest zou deze daarom niet hebben tot stand
gebracht.
Voorts zou de lijn Cherihon-Kroja door een parti-
culieren ondernemer zeker eenvoudiger aangelegd zijn
(Jan, met het oog op de ééndaagsche verbinding Ba-
tavia–Soerabaja, is geschied; hij’ zou deze verbinding
ongetwijfeld over Semarang hebben geleid. –
De toevoeging van deze drie lijnen heeft echter niet
verhinderd dat het S.S.-net op Java van 1909 tot 1911
of 1918 in ruime mate winstgevend is geweest. ‘) De
bedrijven van den Sta’at ei van de maatschappijen
stond dïs èveii sterk tegenoier .de toen komende
crisis; cie daling der rentabiliteit vn het S.S.-net;.
terwijl dee bij cie particuliere lijnen ongeveer op
hetzelfde peil bleef, kan derhalve alleen worden ver-
kiaard dooi het verschil in het beheer..
De aanmerkiflgen vaii den heer R. op het beleid
van S. J. S. zijn gezocht en ‘ongegrond.
• De lijnen Demak—Biora, Semarang—Weleri en
Koedoes—Mjoig hebben ruimschoots aait de hij de
– coessie-âanvragen medegedeelde verwachtingen vol-
daan. Het is onbegrijpelijk hoe de heer R.’ na zijne
heschduwingen over déze
lijnen
kan spreken van on
–
rendabele stukken ten gevolge van tegenvallers, te
cl ure exploitatie, concurrentie-overwegingen, eiiz.
Alleen de ]ij11 Lasem—Djatirogo is aanvankelijk een tegenvaller gebleken.
Zij
is, evenals de Rembanglijnen
van N.I.S., aangelegd tot gedeeltelijke bevrediging
van den aandrang van een v.oegeren Resident van
Renihang, di’e, van verbeterde verkeersmiddelen eene
• krahtige ontwikkeling van zijn gewest verwachtte.
De huidige crisis is voor het uitsluitend hout pro-
duceerende verkeersgebied der hier bedoelde lijn bui-
tengewoon nadeelig.
In weerwil van dien tegenvaller is het dividend
der aandeelhouders niet gedaald. Ter verklaring hier-
van herinner ik aan de opmerking in mijne brochure
(blz. 5) dat de maatschappijen zich bij hare uitbrei-
clineu hoedden voor eene
overschrijding
der draag-
kracht van het reeds bestaande bedrijf en zoo noodig reserves vormden ter vermindering van de risico der
uitbreidingen.
In dit verband aanvaard ik het verwijt, dat de maat-
schappijen herhaaidelijlc hebben afgezien van den aan-
leg eener ontworpen lijn, wanneer deze bij onderzoek
niet levensvatbaar bleek, gaarne als éene loftuiting.
‘.Het verdient’ opmerking, dat de Staat niet alleen kot
geleden hetzelfde heeft gedaan ten aanzien van é’
‘lijn Pontianak—Samhas, maar, wat erger is, zich ,er
1
plicht heeftgezien
–
het werk aan onder handen zijnde
lijnen, en werken te staken, tot • groote schade v&
‘)’De rentabiliteit van hetS.S.-net op Java is ûit’ der.
jaarverslagen niet met nauwkeurigheid opte
maken. ,
r
zich zelven en van alle andere betrokken’ belangen.
Men had, zich niet voldoende rekenschap gegeven van
de ‘draagldracht. ‘der schatkist.
•
Hetgeen de heer R.
schrijft
over de vroegere rente-
hi]iteitsherekeningen der S.S. en ‘de beteekenis der
door hem genoemde rendementscijfers, wordt niet he-
• vestigd, wanneer men de memories van toelichting
der wetsontwerpen naslaat.
T1.
het jaar 1908 werd
cle invloed op het verkeer ‘der oudere lijnen steeds
• buiten beschouwing gelaten, evenals de waardever-
mindering ‘door het gebruik en de pensToenlast. Eene
maatschappij houdt natuurlijk rekening met alle
baten en lasten. Sedert 1908 wordt d’e verkeerstoe-
name op de aansluitende lijnen wèi in aanmerking
genomen. Van eene contrôle op de ramingen door
Minister en Volidsvertegenwoordiging is alleen
hij
de
lijn Oheribon—Kroja gebleken. In den regel waren
de ramingen, bij alle onvolkom’enheden, aan den lagen
kant; daarom had niemand er bezwaar tegen. Nu en
dan (Malang—Blitar) werd de indruk der in het oog
vallend lage raming verbeterd door de mededeeling,
dat deze alleen gold voor het allereerste
tijdperk
en
later verbetering te wachten of (Padala’ra]]g-
Krawang) door te wijzen op de te verwâchten bespa-
ring op de exploitatiekosten der Oudie Preangerlijn en
op de toekpmstge ontwikkeling ‘van het verkeer.
1-loewel van ondergeschikt belang zij er op gewezen,
dat de heer R. in de E. S. B. van 9 Augustus 1922
(b)z. 697) ten dccle andere cijfers opgaf dan hij thans
doet; bijv. voor de geraamde rentabiliteit van Kali-
sat—Baujoewangi toen 0 pOt., thans 2,71 pOt.
Mij dunkt dat een onpartijdige onderzoeker tot geen
ander besluit kan komen, dan dat het spoorwegwezen
op Java in hooge mate is gebaat geworden dooi het
• nevens elkander werkzaam
zijn
van Staat en maat-
schappijen, ieder op eigen ‘gebied. Een particuliere
onderneming zou dc Preangerlijnen niet hebben kun-
nen tot stand brengen; daarentegen zou de Staat in
ht tijdperk 1.8801900 de tramwegen niet hebben
aangelegd. Want – zegt de beer R. -• het aanleggen
van een stamlijn over Java stond
ç
den voorgrond.
Dus: indien de maatschappijen niet tot den aanleg
van, tramwegen waren overgegaan, zou de Staat die niet hebben tot stand gebracht toen zij nooclig,, ble-
Iceri. Dit stemt dvereen met hetgeen ik in mijne bro-
chure schreef. WTa
nne
e
r
de heer R. vat verder zegt,
dat de Staat bouwt, zoodra de noodzakelijkheid voor
de vblkshuishouding is aangetoond, laat hij daar te-
recht voorzichtigheidshalve op volgen: ,,en het kapi-
‘taal en de werkicrachen aanwezig zijn”. Vollediger nog.
wai-e het daaraan toe te voegen: ,,en de inzichten der
Regeering er niet de voorkeur .aan doen geven dat
kapitaa1 en,die werkkracht’en voor een ander doel te
bestemmen”. Door den aanleg van tramwegen en voe-
dingslijnen te doen wachten tot de stamlijn over Java
‘gereed zou zijn, werd ongetwijfeld het belang der be-
volking achtergesteld bij het defensiebelang, dat het
hoofddoel was van de voltooiïng der stamlijn via
Tjilatjap.
De Staat en de maatschappijen hebben elkanders arbeid op spoorweggebied ook nog in dien zin aan-‘
gevuld, dat de Staat op technisch gebied grootscher
werk heeft verricht dan de maatschappijen, die echter
van hare zijde op administratief en financieel gebied beter werk hebben geleverd.. Deze laatste verdienste
vond voorheen bij de staatsambtenaren weinig erken-
ning; thans wordt door de Regeering en de open-
bare meening meer en meer ingezien dat door ,,eff i-
•ciency” in en buiten den staatsdienst het openbaar
belang wordt gediend.
J. TIE.
GEnL’INCs.
BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.
DE 1UJKSCONFERENTJE.
• Pr6f. Dr. P. G’eyl te Londen
schrijft
ons d.d. 23
Septeniber 1923:
Een. nieuwe Rijksconferentie staat voor de deur.
De eerste-ministers van de doniinions zijn meest allen
-.
–
••-
-.—-,
•’:.-
3 Octobr.
.1923
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
859
0
1) zee. Deze week nog zullen de eersten voet aan den
E.ngelschen wal zetten. :Dit is het oogenbli.k om eens
na te gaan, wat de conferentie zich ditmaal tot taak
zal stellen,, wat er van haar .verwacht wordt, hoe
hier en overzee staatslieden en politieke theoretici
zich tegenover haar verhouden. . ‘ .
1-laar taak, dat zij aanstonds gezegd, zal meer dan
ooit voornamelijk bestaan uit het bespreken van de
buitenlandsehe politiek van het Britsche Rijk. Er
zal ditmaal een afzonderlijke economische conferen-
tie gehouden worden, die de agenda van de verga-
dering der eerste-ministers . zal ontlasten van veel
technische kwesties. Een groote kwestie van politiek-
economischen aard zal, naar men beweert, door enkele
clorn.inions (in het bijzonder Nieuw-Zeeland) ter
tafel gebracht worden, maar het is al heel onwaar-
schijnlijk, dat daarin iets gedaan zou kunnen worden.
k bedoel de vraag, of het stelsel van ,,imperial pre-
ference”, dat wat de tarieven der dominjoos betreft,
al van v66r den oorlog, en wat Engeland betreft
sedert 1920 bestaat, niet uitgebreid kan worden. De
preferentie, die Engeland sedert het invoerrechten
is gaan heffen aan zekere artikelen uit de dominions
toestaat, is voor hen niet zoo heel waardevol. Maar
cle moeilijkheid is dan ook altijd, dat zij vooral pre-
ferentie op voedingsmiddelen en grondstoffen ver-
langen, waar zelfs een conservatieve Engelsche regee-
ridg niet licht invoerrechten op leggen zal. Ongetwijt
feld is de huidige conjunctuur voor de zaak van
perial prefereuce” zoo gunstig als het kan. De ma-
laise, cle jammerlijke toestand op het vasteland van
Europa – het klinkt op het eerste gehoor verlei-
delijk genoeg als men den Engelschman herinnert aan
de groote afietgebieden van zijn eigen Rijk. Maar
ten slotte is het toch zoo gemakkelijk niet over het
hoofd te zien, dat het nog heel lang zal moeten düreu,
voor die gebieden de Europeesche markt en de art-
dere, waar de Engelsc]ie .indust.ri.e met vrije concur-
rentie te maken heeft, in belang kunnen evenaren.
En kan men dan te huncien gerieve het voedsel van
de industrieele bevolking belasten? Maar zooals ge-
zegd, N:ieuw-Zeeland schijnt het onderwerp te willen
aanroei’en cii zelfs dat is iets opmerkelijks, want eer-
.hiediging van elkaars fiscale vrijheid geldt tegen-
woorclig voor een beginsel van goede vormen tusschen
cle Rijksdeelen onderling.
Buitenlandsche politiek zal dus de hoofdschotel
van ‘de besprekingen vormen, en daarbij doet zich cle
vraag voor niet alleen in welke richting zij geleid
moet worden, maar ook op welke wijze moederland en
clominions zich over haar leiding zullen verstaan.
Toen ik 13 kort v66r de vorige conferentie eeuige
beschouwingen schreef, in Juni 1921, was er nog
spralce van ecu worsteling tusschen twee opvattingen
over de ontwikkeling der Britsche Rijksconstitutie.
De naam Imperial War Cabinet, die de vergadering
van Rijksrniniste:rs gedu.rende den oorlog had aange-
nomen, lag nog versch in het publiek geheugen en
bevorderde nog een zekere begripsverwarring. Er
waren er clie meenden, dat cle precedenten van. den
oorlog het tot stand komen van een wezenlijke Rijks-
regeering op federatieven grondslag begunstigden. In-
derdaad hadden de vereenigde ministers in 1911 een
resolutie aangenomen, waarin de wenscheljkheid van
een constitueerende vergadering na den oorlog werd
uitgesproken en daarin konden de hervormers na-
tuurlijk lezen, wat zij wilden. Maar de conferentie
van 1.921 itelde hen te leur. Zij nam geen enkel be-
sluit in dé richting van een centralisatie van gezag. Integendeel, als al de vorig Rijlcsconferenties nam
zij zichzelf als het eeuig leefbaar orgaan, van Rijks-
organisatie aan, d.w.z., in plaats van een federale
regeering, of een begin van een federale regeering
boven zich te stellen, hield zij vast aan het beginsel
van de onvervreemdhaaiheid van de volstrekte zelf-
besehikicing, die elk der deden van het Rijk allengs
verworven heeft, zoodat slechts met goedkeuring van
allen een gemee.nschapelijke actie te bereiken is. On-
derlirig overleg tussehen vrije en gelijkberechtig:le
rgeeringen, geen andere Organisatie van bestuur is
i.nhet Britsche Rijk
mogelijk,
dat bleek in 1921 aan-
stonds en dat is nu zeker zoo waar als toen. De do-
miniorts zijn veel te naijverig op hun zelfstandigheid.
Iedere stap, die hen nader tot vrijheid en gelijkheid
met het moeclerland bracht – en in den oorlog werd
cle vaart van die ontwikkeling verhaast – leidde hen
verder, van het denkbeeld van centralisatie – federa-
tie zoöals:het hier
vrij
oneigenlijk heet -, waarin
veel ijve.câai’s het eenig middel zien om cle disruptie
ijk
van .het Rte
1
voojkomen. De domin.ions zijn eens
en – voor dl’ gekant tegen een straffer aanhalen van
cle Rijksorganisatie, waarbij zij iets van hun vrijheidl,
vrijheid om-. zooveel belasting te heffen als hun
goeddunkt,,vrjheid om aan een oorlog deel te nemen
of niet, zouden moetn offeren aan een bestuurs-
lichaam, ‘aarin.-aij vertegenwoordigd zouden zijn,
zeker, maar waarin zij elk voor zich toch een kleine
nrinderheicl zouden vormen en waarin vermoedelijk
steeds Engeland’s groot overwicht aan menschen,
geld en aanzien zich zou doen ‘gevoelen.
Het onbevredigende van den toetand blij
‘•ft, dat nu
de Engelsehe regeering zeiL. allen, het bewind van
het Rijk in handen heeft, metgen- ander toezicht clan
wat de Rijksconferenties met groote tusschenpooze.n
kunnen uitoefenen. Op het eerste’gzicht zou men
zeggen: maar dat moet voor de dominjons veel onaau-
nemelijker zijn dan een geregelde ..fedeiatievc regee-
ring, waaraan zij actief deel zouden, hebben! In vcr-
kelijkheid kunnen de dominions het met deze toe-
stand wel vinden. Onlogisch is hij, maar de Angel-
saks pleegt er zich op te verheffen, dat logica zijn
sterke punt niet is. Hij is daarentegen een meestet’
in het werken met regelingen, waar de menscheljke
factor het van de abstract i’ationeele wint. Practisch
overleg, geven en nemen, daar leeft inderdaad het
Britsche Rijk van en het vaart er wel bij. De clomi-
riions vertrouwen cle dageljksche leiding van de
Rijkspolitiek toe aan de Engelsche regeering, of-
schoon zij die als de gelijke van hun eigen regeer.in-
gen, op zijn best de prima inter pares, zijn gaan be-
schouwen, omdat zij weten, dat die met hun inzich-
ten en belangen rekening zal houden. Zij zal zelfs,
zoo redeneert men, angstvaliiger een botsing met
een van cle Rijksdeelen ontwijken clan een fedei’atieve
regeering doen zou. Die zou aan de sterker gecen-
traliseerde constitutie de kracht ontleenen om een
minderheid mee te voeren. Tegenwoordig echter weet
de regeering, dat zij in zekere gevallen de afschei-
ding van een dominion zou kunnen verwachten. Het stelsel is allengs in het leveri gekomen, naar-
mate de zucht naar gelijkheid met het moederlanel
en de feitelijke onafhankelijkheid van de dominions
aanwiesen. Het is het eenige stelsel.,., dat. eenige toe-
komst heeft. Zijn k:racht ligt eenvonig in het feit
van zijn bestaan. Ei’ zit een traditieachter, een tra
ditie, die met de jaren sterker wordt en clie in. cle
constitutioneele opvattingen zQoWel• als in het ra-
gevoel van dle Britsche volken steun -virrdt..IV[aar dat
het een onvolmaakt stelsel is, dat me t,e
t hQrnn
stooten werkt, en dat op een gegeven oogenblik,wel
eens met een groote hons zou kunnen vastloopei,
dat kan niemand ontkennen. Daarom is
:
het gede-
neer over de ontwikkeling van de.Rijksconstitntie dan
ook eindeloos. Enkele plannenmakers mopperen ,no
altijd na, dat op dezen weg een lcatastrophe niet Jcan
uitblijven. Maar nu alle practische staatslieden in-
zien, dat er toch aan omkeeren niet meer te
–
denken
‘Valt, is de algemeene stemming eer om ,,to m’ke the
best of it’ en men zoekt naar middelen niet om een
radicale verandering in te voeren, maar om practische
verbeteringen in de bestaande regeling aan te bren-
gen. Zonder twijfel zal de conferentie zelf daar haar
aandacht weer aan schenken. –
Er worden’dan vooral twee punten genoemd. In de
eerste plaats verbetering van dé communicatie-min-
860
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
3 October1923
delen binnen het Rijk, die het Dowuing Street mo-
gelijk zou maken om meer geregeld contact met de,
koloniale hoofdstedeu te houden. VeelvuLdiger bij
–
eenkomen van de conferentie is daarbij natuurlijk het
ideaal. Maar hij de geweldige afstanden zijn jaar-
lijksche conferenties vrijwel onmogelijk. Hughes, de
gewezen eerste-min:ister van Australië, bepleitte op
cle vorige conferentie de subsidieering van scheep-
vaartmaatschappijen tot het onderhouden van bij-
zondere sneldiensten; ook van het invoeren van een
vliegdienst verwachtte hij heil. Het is moeilijk aan
te nemen, dat in onzen
tijd
op die wijze het essen-
tieele feit in den toestand gewijzigd zal worden, dat
al. de buitenlandsche politiek van het Rijk van 36n
plaats uit, Londen, geleid moet worden.
Daarom tvordt er dan in cle tweede plaats over een
ander middel gesproken, dat zonder twijfel ingrij-
pender effect zou hebben. Naar men weet, hebben de -dominions in Londen vertegenwoordigers, die
High Commissioners genoemd worden. Er is al vaak
over gedacht, of van dat ambt niet een beter gebruik
voor de organisatie van het Rijksbewind te maken
zou zijn. Nu heeft ettelijke maanden geleden Bruce,
de nieuwe eerste-minister van Australië het denk-
beeld geopperd de 1-looge Commissarissen te ontwik-
kelen tot Resident Ministers, permanente gedele-
geerden m.a.w. van de dominion-regeeringen, die ten
volle in de bedoelingen van hun lastgevers ingewijd
zouden zijn, tevens van de geheime beraadslagingen
van het Engelsche kabinet op de hoogte gehouden
zouden worden, en zoo de algemeene Rijkspolitiek
mee zouden helpen vormen. De nieuwe regeering in
Australië is krachtig imperialistisch en dit denk-
beeld is zeker wel het meeste, wat men van een do-
minion-regeering ooit kan verwachten. Regeeringen
als die van Canada en Zuid-Afrika, die met krach-
tige nationalistische oppositie rekening hebben
–
te
houden, zullen voor dit middel niet licht te vinden
zijn. Zij redeneeren – ook Hughes redeneerde nog
zoô in een paar krantenartikelen, die hij na zijn af-
treden in het begin van dit jaar schreef -, dat
zulke vertegenwoordigers, hoe krachtige persoonlijk-
heden men er ook voor koos, in Londen te spoedig een
Engelsch in plaats- van een dominion-standpunt zou-
den innemen; dat men een deel van zijn vrijheid aan
hen zou toevertrouwen – de neiging van Downing
Street zou zeker zijn om hun zelfstandigheid tegen-.
over hun regeeringen aan te moedigen —; dat men
kortom een verkapt federatief Rijksbewind in het
leven geroepen zou hebben. –
Dat men zelfs die- voor de hand liggende hervor-
ming zou aandurven, is dus niet heel waarschijnlijk en toch moet men de gevaren, die uit het bestaande
stelsel voortspruiten, niet onderschatten. Men kan ze
bekijken van de dominions uit en van Londen uit.
Een opzienbarende gebeurtenis heeft juist in den
-. tijd, die sedert de vorige conferentie verloopen is,
eeti schei licht geworpen op de bezwaren, die de do-
minions kunnen aanvoeren tegen de wijze, waarop de
politiek
van
het Rijk geleid wordt. Ik bedoel het
scherpe conflict met Turkije over Tsjanak, dat do
aanleiding is geworden tot den val van Lloyd George.
Daar was op eens een hevige crisis uitgebroken. Men
scheen in Londen met-de mogelijkheid van een oor-,
log met Turkije te rekenen. 1-Jet eerste wat de domi-
nions ervan hoorden, was Churchill’s befaamd tele-
gram, waarin hun bijstand werd ingeroepen. Het in-
cident is toen met een sisser afgeloopen. Maar het
was net meenens genoeg om -de domi nions te toonen,
hoe volledig het lot van vrede of oorlog nog in cle
handen van de regeeriog van het moederland berust.
En dit was nu een geval, waarin de- practische
staatsmanswijsheid, cle zin voor wat men in redelijk-
heid van de andere Rijksdeelen verwachten kan, de
tact, leeljk tekort was geschoten. Austraiië en Nieuw-
Zeeland, altijd de meest imp-erialistisch gezinde do-minions en trouwens meer dan de ancfere bij 0-all i-
poli betrokken, maakten z.ich al wel op om aan den
roei) gehoor te geven, maar Canada en Zuid-Afrika
aarzelden, waren verbijsterd, ontsticht. Als Ifet tot
oorlog gekomen was, zouden zij vermoedelijk niet
mee gedaan hebben. Zou het Rijk tweespalt op zulk
een kritiek oogenblik overleven? Dat is de grootc
vraag, in ieder geval is de Tsjanak-crisis een waar-
schuwing geweest. Men kan er -dozen troost uit putten,
dat het los verband van -de doelen van het Britsche
Rijk de leiders van zijn buitenlandsche politiek noopt tot groote voorzichtigheid.
• Maar van Londen uit ziet men nog andere gevaren
de toekomst van het Rijk bedreigen. Het is niet
slechts, ‘dat de dominions wel eens tegen bepaalde
beslisstngen van cle buitenlandsche politiek, die het
Foreign Office in handen houdt, in verzet zouden
kunnen komen. Het is ook, dat do dorninions meer
en meer neiging aan den dag leggen om een buiten-
landsche politiek op hun eigen houtje te voeren. Hun
internationale status is een hoogst eigenaardig juri-
discli geval geworden, zoo subtiel, dat men het haast
theologisch zou wanen. Daar hebben vooral het vredes-
verdrag van Versailles en de Volkenbond schuld aan.
Het Britsche Rijk is een zeseenheicl — een zeveneeu-
heid sedert Ierland als dominion is opgetreden -‘
één soevereiniteit, maar zeven zelfstandige regeerin-
gen. In den Volkenbond leeren alle zeven nu ook
naar buiten optreden. Hoe moet dat als zij van opinie
verschillen? in Maart of April van dit jaar is er een
incident voorgevallen, dat veel pennen in beweging
heeft gebracht. Er werd een verdrag gesloten met de
Vereenigde Staten over visscherijreehten, waarbij uit-
sluitend Canadeesche belangen betrokken waren. Dat
verdrag werd van Britsche zijde alleen door een Ca-
nadeesch minister onderteekend. De Amerilcaansche
pers maakte daar veel werk van. Zij is er dikwijls op
uit om
moeilijkheden
tusschen Engeland en de domi-
nions aan te stoken: de zeveneenheid is haar hoogst
antipathiek; men herinnert zich, welk èen rol de veel-
voudige vertegenwoordiging van het Britsche Rijk
in ‘de campagne tegen den Volkenbond speelde. Vol-
gens de Amerikaansche pers dan wierp Canada door
de zelfstandige onderteekening van dat verdrag het Britsche juk” af. Dit nu is dwaasheid. De Canadee-
sche minister teekende voor koning George; d.w.z.,
zijn teekening bindt niet alleen Canada, maar het
Rijk. De koning echter, die hem volmacht gaf, deed
dit na advies niet alleen van de Canadeesche, maar
ook van de Engelsche regeering. Geen Rijks-daad kan
ooit zonder de Erigelsche regeering verricht worden.
Dit moge onlogisch zijn, het wordt voldoende ver-
klaard door de historische traditie, de connectie van
den koning met het Engelsche Parlement. Zoodra de
koning in buitenlandsche zakeb schei-ding maakte
tussehen zijn Rijks-koniogschap en zijn Engeisch-ko-
ningschap en het advies van do-minion-ministers voor
zijn Engelsche raadgevers verborgen hield, was het
met de eenheid van het Rijk gedaan. Zelfs zooals het
nu is, hangt alles af van eensgezindheid en goeden wil.
Daaraan ontbreekt het voorloopig zeker niet. Op de
vorige conferentie werd een kwestie van het aller-
grootste belang besproken, waarin Engeland en Aus-
tralië aan den cellen kant en Canada aan den anderen
kant liet oneens waren: de verhouding tot Japan.
Canada, -dat een brug tot de Vereenigde Staten wilde
vormen, heeft toen grooten invloed op het resultaat van de besprekingen gehad en alles is – met behulp
van de conferentie van Washington — tot a]gemeeae
voldoening verloopen. Een dergelijke kwestie is er
thans niet. Zonder twijfel zal de continehtale politiek
van Engeland besproken worden. Ook daar zal de
invloed der, dominions zich vermoedelijk in Amen-
kaanschen geest doen gelden, cl.w.z., zij zullen de En-
gelsche regeening aansporen om zich in geen verwik-
kelingen in te laten, om boven alles voorzichtig te
zijn. Het is heel wel mogelijk, dat de continentale
kw’estie mettertijd nog eens tot groote moeilijkheden tusschen Engeland en de dominions aanleiding geeft,
want op den duur zal Engeland zich.missch:ien aan
3 October 1923
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
011
‘en actieve politiek in dat opzicht niet kunnen out-
trekken._Voorloopig evenwel is zijn gedrag ten deze zoo zwak, zoo weifelend, dat het wel kritiek kan uit-
lokken, maar bezwaarlijk een punt van scherp ver-
schil met de overzeesche gewesten uitmaken.
Voor den Engelschman, die zich om de toekomst
van het Rijk bezorgd maakt en van de conferentie,
clie geopend staat te worden, licht verwacht, zullen
vooral de constitutioneele kwesties, di.e daar alweer
voor de zooveelste maal te berde zullen komen, de
kwesties van Rijksorganisatie, van belang zijn en dan
de algemeene tendenties, die er misschien ten opzichte
van Rijkspatriottisme, Rijkstoekomstgeloof zullen blij-
ken. Canada is wat dat laatste betreft weer evenals
vroeger weleens, in de dagen van Laurier, ht teere
punt. In Zuid-Afrika is er zeker een feller anti-impe-
rialistische beweging en Smuts zelf moet druk de
zelfstandigheidstrom roeren om zich te handhaven.
Maar in Canada is er grooter gevaar dan het handje-
vol nationalistische Franschen van Québec. Er is de
aantrekking, die juist op de Engelsche bevolking
wordt uitgeoefend door de Vereenigde Staten. Er is
natuurlijk geen sprake van een afscheidingsbeweging,
nog minder van een tot aansluiting bij den grooten
Zuidelijken buurman. Maar er is sterke invloed.
Economisch zoowel als cultureel neigt Canada meer
en meer naar de Vereenigde Staten en de politieke
opvattingen vooral ten opzichte van de verhouding
tot Europa, die in de Amerikaansche pers, aan de
Amerikaansche universiteiten, in de Amerikaansche
politieke lichamen verkondigd worden, slaan licht
naar het Noorden over. Een ernstig conflict tusschen
Engeland en de Vereenigde Staten zou daarom onbe-
rekenbare gevolgen in Canada kunnen hebben; bij een
conflict tusschen Canada zelf en het Rijk zou het
dominion onwillekeurig op Amerika’s steun kunnen
gaan rekenen.
In de geestdrift van den oorlog was men die dingen
misschien eenigszins vergeten. Men ziet ze nu in het
kille licht van onze ontgoochelde wereld scherper dan
ooit. Het Hertzogisme in Zuid-Afrika, het nationalis-
me van Canada, – en nu komt de Iersche Vrijstaat
er nog bij, die zoo juist te Genève al getoond heeft,
dat hij om zijn republikeinen den wind uit de zeilen
te vangen zoo scherp mogelijk op het zelfstandigheid-
en
gelijkwaardigheid-kompas
wil zeilen. De zet van
Cosgrave om het verdrag van de Sinn Fein-regeering
met Engeland bij den Volkenbond te registreeren is
hier met gemengde gevoelens opgenomen. Het is een
waarschuwing, dat er in de jongste ontwikkeling van
liet Rijksrecht gevaarlijke disruptieve elementen zit-
ten. Zooveel te ijveriger zal men trachten om de be-
staande Organisatie te versterken en de gezonde ten-
denti.es ervan te ontwikkelen. Het zal na de confe-
rentie de moeite waard zijn ons af te vragen, of men in dat opzicht iets heeft bereikt.
P. GEYL.
DE DTJITSCHE MUNTH ERVORMIN GSPLANNEN
Dr. Kurt Singer te Hamburg schrijft ons d.d.
28 Sept. 1923:
Tot in het midden van dezen zomer was verreweg
het grootste deel van de deskundigen er van over-
tuigd, dat het geen doel had een nieuwe munt in te
voeren, v66r het vraagstuk van het herstel was
opgelost en de huishouding van het rijk in orde.
De
strijd
liep slechts over de vraag of intusschen de wisselkoersen door de Reichsbank (of door een
ander instituut) reguleerend beinvioed zouden worden
en vooral of de övergang naar de goudrekening, die
voor ongeveer een jaar begonnen is en zich sinds-
dien in den geheelen groothandel en groote deelen
van den kleinhandel voltrokken heeft, systematisch
moest worden bevorderd, zoodat weliswaar de Mark
als betaalmiddel zou worden behouden, als waarde-
eenheid echter door de ,,Goudmark”, dat is het 4Be
D
deel van den Dollar, zou worden vervangen.
aanhangers van de stabiliseeringsgedachte hadden
in den heginne succes. Het gelukte, de wisselkoersefl
van midden Februari tot midden April te stahiliseeren.
Toen echter deze politiek uit oorzaken, waarover
nog steeds niet voldoende klaarheid bestaat, ineen- –
stortte, scheen ter verantwoordelijke plaatse en den
leiders van het economische leven de overgang naar
de goudrekening
onvermijdelijk.
Indien zij echter
gehoopt hebben, dat deze nieuwe grondslag van het
relceningswezen de Duitsche volkshuishouding zou
vereenvoudigen, de stabiliteit der economische be-
trekkingen zou vergrooten en de Mark in haar functie van betaalmiddel zou bevestigen, dan zijn zij spoedig
bedrogen uitgekomen. Het bleek, dat het schijnbaar
zoo ondubbelzinnige begrip ,,Goudmark”
bijna
door
iederen
bedrijfstak
anders werd geïnterpreteerd, dat
de prijspolitiek overeenkomstig de veranderingen van
den dollarkoers de onstandvastigheid der
prijs-
en
iiikomensvorming nog aanzienlijk vergrootte en dat
het in ontvangst nemen van de Mark als betaalmiddel
door den groot- en kleinhandel, voor alles echter
door den landbouw, ernstig aan
twijfel
onderhevig
werd. Vanuit dit gezichtspunt . moeten de beide
munthervormingsplannen bekeken worden, die de
muntpolitieke debatten de laatste weken hebben be-
heerscht en wier grondgedachte de Rijksregeering in-
tusschen in haar eigen plannen heeft overgenomen.
Het eerste dezer plannen stamt van Dr. Karl
Heliferich. De grondgedachten ervan
zijn
de volgende:
Het staat te vreezen, dat de boeren den verkoop van
den nieuwen oogst zullen weigeren, omdat
zij
de
Mark niet meer als betaalmiddel beschouwen. Een
muntstelsel op goudbasis kan op korten termijn
niet in het leven worden geroepen, ,,want hiervoor
ontbreekt de eerste voorwaarde, een voldoende goud-
kwantum”. Het nieuwe betaalmiddel moet echter door
reëele goederen gedekt zijn. Handelswaren leenen
ich hiertoe niet, daar voor het aangegeven doel
groote hoeveelheden aan de reeds geringe voorraden en het verbruik duurzaam onttrokken zouden moeten
worden en de opslag zeer kostbaar zou
zijn.
Ook
verpauding van onroerende en andere goederen, die
staatseigeudom zijn of waarop de Staat voor dit doel
de hand kan leggen, wordt door Helfierich onder
verwijzing naar het lot van de Mandats Territoriaux
1)
verworpen. Daarentegen ziet
hij
een uitweg in de
fundeering van het nieuwe papieren geld op ,,Rog-
genrentenbriefe”, zooals die in de laatste maanden
onder den druk der verwarring op geldgebied veel-vuldig in het leven
zijn
geroepen. Dit zijn obligaties,
die niet in marken of goudmarken luiden, doch in
gewichtseeuheden rogge. Zoowel rentebetaling, als
aflossing geschiedt in papiermark overeenkomstig den
stand, welken de roggeprijzen op het oogenblik der
betaling hebben. Deze obligaties zijn gebleken een
geliefd beleggingspapier te
zijn
en het is begrijpelijk,
dat aan calculatie in tonnen rogge door den land-
bouw de voorkeur gegeven wordt boven die in goud-
wissels. Ten slotte schijnt het Heliferich noodzakelijk, de papiergeldemissie zooveel mogelijk uit handen van
den Staat te nemen en in die van de leiders van het
èconomisch leven te leggen.
– Het plan houdt daarom in de oprichting van een
Wëhrungsbank” door ,,de economischeberoepsgroepen
van Duitschiland, landbouw, industrie, en handel met
inbegrip van het transport- en bankbedrijf”. Het
kapitaal der bank zal 1000 millioen ,,Roggenmark”
bedragen. Het wordt voor de helft door den land-
bouw, voor de andere helft door de overige beroeps-
groepen opgebracht. De statuten en de keuze van
een president zijn onderworpen aan de goedkeuring
•
van den Staat. Overigens zijn beheer en leiding van
de Bank daarvan geheel onafhankelijk. Ook zal de
Staat, wanneer hij twee voordrachten vdor een presi-
dentsbenoeming heeft afgewezen, aan de derde zijn
goedkeuring niet mogen onthouden. De bank zal
vrijheid van alle belastingen en heffingen genieten.
1)
Verge1ijk het nummer van 8 Aug.
ji.,
p. 697. – Eed.]
862
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
3 October.’ 1923
Het kapitaal wordt niet dooi’ storting in marketi of
door inbreng van reëele goederen of huitenlandsche
wissels opgebracht, doch door belasting der beroeps-
groepen met grondhypotheken, die in rogewaarde
luiden, of wanneer de aard van de onderneming
belasting rnet een grondhypotheek niet toelaat, door
andere verplichtingen in dezelfde waaide, in voor-
rang boven alle andere verplichtingen overeenkomen
met hypotheken. De roggewaardehypotheken zullen
5 pOt. rente cli’agen. Zij oeten door den landbouw
tot een bedrag van 5 pOt. van den ,,Wehrbeitrag”
opgebracht worden, dooi’ de overige bedrijfstakken
tot een bedrag gelijk aan dat dooi’ den landbouw
opgebracht. Over de onderverdeeling zullen de
,;pitzenverhnde’ van handel en industrie zich
trachten te verstaan; in geval zij het niet eens
kunnen worden zal de Minister van Financiën op
g’6ncl van den aanslag in de gedwongen 1eenin
beslissen. Op grond van deze gi’ondhypotheken, die
-dus geen
feitelijk
kapitaalsoffer, doch slechts een
garantie, welke het bedrijfsleven op zich neemt, betee
keneij, zal dc Wihrungsbank” 4 pCt. obligaties in
,,Roggenmai’k” uitgeven, die dan de dekking van de
nieuwe biljetten vormen. De grondhypotheken mogen
in plaats van in rogge ook in kolen, kali of andere
i’eëele goederen luiden. Echtei’ mgen deze ,,Roggen-‘
i’entenbriefe” hoogstens 70 pOt. der waarde belooped
die ten tijde van de uitgifte overeenkomt met de
dan geldende
prijzen
van de het ondei’pancl vormende
reëele goedcren. De obligaties zijt, behalve in geval
van liquidatie, eerst na
:
vijf jaren opzegbaar.
Het nieuwe betaalmiddel zal ,,Roggenmark” heeten,
welke verdeeld is in 100 ,,Roggenpfennige”. Het totaal
uitgegeven bedrag moet door ,, Roggenrentenbriefe”
gedekt zijn en wel iedere 200Roggènmark door 1 toi
Rogenwert”, gerepi’esenteerd dooi’ obligaties, die
bij de l3ank aanwezig. zijn. De roggemarkbiljetten’,
kunnen in ,,Roggenrentenbriefe” in de aangegeven
verhouding omgezet worden.
Anderzijds
geeft de
Wiihrungsbank tegen inlevering van haar eigen obli-
gâties in genoemde’ verhon ding i’oggemarkbiljetten uit
De -Staat behoudt het recht, gedurende een over-
gangstijd van twee jaar sehatkistbiljetten te verdis-
conteeren, evenwel slechts tot een bedrag van ten
hoogste het halve kapitaal en de reserves der bank.
Deze mag zich echtei’ voor het Rijk niet borgstellen’
Daarentegen is zij’ verplicht aan den Staat binnen
di’ie maanden na haar oprichting de waarde van
300 millioen ,,Goudmark” in roggemarkbiljetten te
betalen. Hierdoor zal de Beti’iebsabgabe (wet van
11 Augustus 1923) worden afgelost en het Rijk
in staat gesteld worden zijn kortloopende schatkist-
biljetten terug te betalen. Deze terugbetaling zal
plaats vinden o ‘grond vap den papiermark-roggeprijs,
zoodat bv.
bij
een roggeprijs van. 75 millioen een
i’oggernai’k gelijk zou
–
zijn aan 7,5 millioen papiei’mark. Nadat het Rijk deze 300 millioen gouclmark zal hebben
gekregen zal het
bij
de Reichsbank geen schatkist-
papier meei’ mogen verdiseonteeren.
De Reichsbank verkrjgt dus
01)
deze
wijze,
naar,
mate de aflossing van het door haar vroeger in dis-
conto genomen schatkistpapier vordert, een aanzienlijk
bedrag roggem arkbiljetten.
Zij
moet deze biljetten’
ter dekking van haai’ nog cii’culëereude biljetten
aanwenden en deze iaatste langamerhand in rogge-‘
markbiljetten inwisselen. Vanaf een door de Regeering
vast te stellen tijdstip zijn de roggemarkbiljetten
wettig betaalmiddel. –
De Staat kan, nadat een muntwezen op goudbasis
aanwezig is, en nadat hij het hem dpoi’ de Reichs-bank verleende crediet heeft afgelost, het recht dei’
,,Wihrungsbank”, roggearkbiljetten uit te geven,
opheffen en dc intrekking van de circuleei’ende rogge-
markbiljetten dooi’ de bank verlangen. De bepalingen,
over liquidatie en winstverdeeling kunnen in dit ver-
band worden overgeslagen. Helfferieh schat op grond
van’ den, aanslag in den ,,Wehrbeitrag” de waarde
van de in het
Rijk
nog aanwezige gi’ondstukken,
welke voor landbouw dienen, op 40 milliard goudmark,
de belasting van, den landbouw dus op 2 milliai’d,
het totaal bedrag, waarvoor de bank biljetten mag
uitgeven, dus op 4 miltiard goudmark. Derhalve zal
het Rijk over een credièt van totaal 2 milliard goud-
mark gedurende twee jai’en kunnen beschikken (in
1922 bedroeg de biljetten-emissie, in- goud via den
dollai’koers omgerekend, rond 2,5 milliard).
De auteur van het tweede
plan
is Friedrich Minoux,
0-eneraldirektor van de Stinnes-groep. Ook in dit
plan speelt de uitgifte van pandbrieven een rol, die
als dekking van het nieuwe betaalmiddel moeten
dienen.
Hij
levert echter een pleidooi voor weder-
invoering van den gouden standaard zonder eenig
tusschenstadium. Minoux schat het Duitsche volks-
vermogen op 200 milliard goudmark. Hij eiseht een
heffing van 5 pOt. van het totale vermogen, op grond
van een schatting door de betrokkenen zelf, van
welke schatting de uitslag gepubliceerd zal worden,
en wier vervalsching met confiscatie van het geheele
vermogen, tuchthuis . en verlies van de burgerlijke
i’echten gestraft zal worden. Van het vermogen der
natuurlijke personen zullen alle aandeelen in onder-
nemingen worden in mindering gebracht, daar deze
rcéds aan belasting zijn onderworpen.
In de publicatie van Minoux is er sprake van,
dat deze 5 pOt. der in goud geschatte. vermogens-
waarden van iedere
natuurlijke
en rechtspersoon aan
het
Rijk
zullen worden ,,betaald”. Ook wordt van
een ,,Erfassung dei’ Sachwerte” gesproken. Volgens
anderen schijnt
het uitgesloten, dat een behoorlijk
deel van het vermogen in natura kan worden afge-
staan. Veeleei’ wordt verondersteld, dat iedere eige-
naar van reëele goederen het Rijk
jaarlijks
5 pOt.
van die 5 pOt van zijn vermogen betaalt, alle bezitters
van reëeie goederen dus tezamen 500 millioen goud-
mark, waarbij ei’ zeker aan gedacht is, dat de finan-
ciering van’ de herstelschuld een verveelvoudiging van
dien druk zal eischen. Het
schijnt
dus wel, dlat de
,,betaling” van. 10 milliard als een’ hezwaring ten
gunste van het
Rijk
gedacht is.
Ook andere gewichtige deelen van het plan Minoux
zijn uit de tot dusverre plaats gehad hebbende publi-
caties niet
duidelijk
te ondei’kennen. Steunend op de
,,Erfassung der Saehwerte” zal het
Rijk
pandbrieven
tot een totaal l)edrag van 10 milliard goudmark
uitgeven, 7 milliard 5 püt. rente dragend en incenige
gelijke bedragen gedurende de eerstvolgende 14 jaren
te delgen., de rest 10 pOt, rente dragende en op
dergeIike
wijze
na afloop van dezen
termijn afiosbaar.
Al deze emissies zullen belastingvrj blijven.
Het Rijk stelt de pandbrieven aan de Reichsbank ter hand en vei’krijgt daardoor een alles- overheer-
échend aandeel in het kapitaal’ van dit instituut,
w’aaraan aldus een sterk aanvullende dekking voor
de . nieuwe Reichsbank- goudmarkbilj etten verstrekt
wordt. De Staat krijgt 7 milliard goudmark in
deze biljetten ter dekking van ‘ de tekorten op. de
begrootingen van
Rijk,
staten en gemeenten gedurende
den op een jaai’-geschatten overgangstei’mijn. Minoux
rekent-in totaal met een biljetten-emissie van onge-
veei’ 8 milliard goudmark, overeenkomstig de ,circu-
latie van voor den oorlog, welke 6 milliard bedroeg,
de vermindering van het Duitsche grondgebied’ en’
de
stijging,
van de. wereldmai’ktprijzen vergeleken bij
voor den oorlog. Deze. 8 milliard zou door pand-
brieven; goud, buitenlandsche munt;’wissels en andere
activa, met uitzondering van schatkistpapier, voor-
150 pOt. gedekt zijn.
De goud- en wisselvoorraad van de Reichsbank
zou- verder nog hierdôor vergroot worden, dat ge-
noemde 10 pOt. pandbrieven slechts tegen
–
goud of
edelgesteenten, paarlen of buitenlandsch geld worden.
afgegeven. Minoux neemt aan, dat. Duitschland
meer dan drie millard van deze waarden bezit en
3
October
1923
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
[I3J
dat de hooge rente en de onopzegbaarheid gedurende
zoo langen
termijn
ook veel buitenlandsche koopers
zal aanlokken, wanneer Duitschiand ,,politiek en
economisch weer tot rust zal zijn gekomen”. De 5 pOt.
pandhrieven zullen tegen goudmarkbankbiljetten on-
getwijfeld d pari worden afgegeven. De oude
Reichsbankbiljetteu worden in een later te bepalen ver-
venho iidingtegen nieuwe omgeruild. In dezelfde verhou»
ding zal ook het totaal der bestaande schulden worden
omgerekend zonder rekening tehouden met het tijdstip,
waarop zij zijn ontstaan. Voor de inlossing der oude
bankbiljetten zullen 100 c 200 millioen noodig zijn.
,,De Duitsche volkshuishouding moet de nieuwegoud-
circul atieniiddelen, welke zij noodig heeft, aangezien zij
deze tegen papiergeld niet kan
verkrijgen,
door
afgifte van buitenlandsche wissels, verkoop van goe-
deren en door het opnemen van gedekte en blanco-
credieten verschaffen.” Als voorwaarden voor het
gelukken van het plan worden aangegeven: vereen-
voudiging van het belastingstelsel,.vermindering van
het beambtenapparaat, verlenging van den arbeidstijd;
maar ook ontbinding van alle syndicaten, prijs
regelingen, kartellen enz. Losmaking dus van het
economische leven niet alleen van de banden, wdaraan
de staat het heeft gelegd, maar ook van die, welke
het zich zelf heeft geschapen.
* *
De
Rij
ksregeering heeft getracht elementen uit de
plannen van Reliferich en
Minioux
in een compromis
te vereenigen. Zij volgt daarbij in hoofdzaak het
plan van Reliferich, dat een ,.Wiihrungsbank” zal
worden opgericht op de wijze ongeveer als hij zich
die gedacht heeft, maar met uitgebreiler toezichts-
bevoegdheden van staatswege. Dit instituut zal ge-
durende een korten overgangstijd credieten aan-het
Rijk verleenen. De bankbiljetten luiden echter niet in roggegeld, doch in ,,Neumark”, de pandbrieven,
welke voor hun dekking en inwisseling aanwezig zijn,
stellen geen logge-, doch goudsehuld voo.i. De Neu-
niarkbiljetten moeten door pandbrieven volledig
gedekt zijn. Zij zijn wettig betaalmiddel. De biljetten
van de Reichsbank worden na aflossing van het aan
het Rijk verleende crediet in Neumarkbiljétten in een later vast te stellen verhoudihg omgewisséld.
De Neumarkbiljetten zijn in pandbrieven d, pan
inwisselbaar. De Reichshank wordt een zuivere goud-
hiljettenbank, die het Rijk geen crediet meer mag
verleenen, doch wier werkzaamheden beperkt
zijn
tot
uitgifte van goudbiljetten tegen goud en buiten-
landsche wissels en disconteering van in goudmark
luidende handelswissels. De goudbiljetten zullen geen
wettig betaalmiddel zijn. Van de bijzonderheden van
dit plan en de problemen, die het doet rijzen, zal
in een volgend opstel sprake zijn.
KUnT
SIN0ER.
AANTEEKENINGEN.
Rede van den heer E. He.ldring, Voor-
zitter van de Kamer van Koophandel te
A
mvi
er dam. –
In cle vergadering der Amster-
damsche Kamer vdn Koophandel van 25 September
jI. heeft de heer E. Heldring een rede uitgesproken,
waaraan hét volgende is ontleend:
15w veroonlove mij thans nog een woord over den tegen-
woordigen toestand te zeggen, die bij gelegenheid van cle
opening van deze najaarszittiiig wel een korte beschouwing
waard is.
Toen ik het voorrecht had
15
in het begin des jaars toe
te spreken, gewaagde ik van een begin van herstel in den
lande, waaraan evenwel cle kop ingedrukt zou worden, in-
dien het -buitenlandsche probleem, dat de wereld reeds zoo
lang had verontrust, niet spoedig bevredigend opgelost
werd. In stede van eene bevredigende oplossing heeft men
echter sedert dien tijd een verscherping van den strijd
beleef cl, die
01)
een groot gedeelte van ons bedrjfseven een
• hoogst nadeeligen invloed heeft uitgeoefend. Immers, onze
land- en tuinbouw en veeteelt, voor welke -DuitschIand steecls
een voornaam afzetgebied is geweest, hebben, ten gevolge,
van de vermindering van den Il)uitsehen invoer, niet min-,
der zvaargeleclen dan onze handel en transitobedrijven
en -reederijen,- welker inkomsten ,voor • een groot gedeelte
vdu de welvaart van ons achterland afhankelijk zijn. In-
dien de officieele statistiek over de eerste acht maandeii van het loopeude jaar in vergelijking met de cijfers over het jaar 1922 een kleine vermeerdering -van den totalen
uitvoer aantoont, bewijst dit, dat men tracht andere af zet-
gebieden te vinden, doch niet dat men daarmede de moei-
lijkheden te boven begint te komen; integendeel cle voor-
naamste vermeerdering van de waarde van den export is te
danken aan den grpoteren uitvoer ‘an steenkolen en cokes
en de prijsstijging van katoenen goederen en suiker. Om
slechts ‘ enkele artikelen te nemen, s-aarmede vele mii-
lioenen gemoeid zijn, vermeld ik,
dat
in vergelijlcing met 1922- sterk achteruitgegaan is cle uitvoer van vee, vleesch, kaas en voedergewassen, terwijl in den – treunigen toestand
van den groentenexport al evenmin verbetering is geko-
men. De totale invoer is iets minder dan in de eerste acht
maanden van het jaar 1922; een aanzienlijke vermindering
valt te constateeren bij den invoer van ijzer en staal, ma-
chinerieën, hout, lijnzaad, inanufacturen, garens en koffie,
terwijl ook de invoer van kleederen, gebreide en tricot goe-
deren is gedaald. Vermeerderd is o.a. de invoer van rijst
en tabak. Een belangrijke toenemimig van den invoer van
automobielen en benzine schijnt, daar de gemiddelde
waarde der automobielen gedaald is, te wijzen, niet op een
uitbreiding van het luxe-rijden, doch op de voortschrijdende
mechaniseening van het vervoer over de ]anclwegen. De
toeneming van de waarde va.d den invoer van theé, suiker
en katoen is voornamelijk aan prijsstijging toe te schrij-
ven, die van Chili-salpeter aan de hervatting van aanvoe-
ren na stilstand in 1921, veroorzaakt door toenmaals be-
staande groote voorraden iii den lande.
Den toestand samenvattende
ZOU
ik willen zeggen, dat
de bedrijven in het algemeen voortgaan tegen haast over-
machtige omstandigheden te worstelen. Terwijl wij iii
i)uitschland onzen belangrijksten af nemer grootencleels heb-
ben verloren, wordt de kostenrekening der ondernemers
door het harnas der am’beidswetten verhoogd en zien zij zich
in hun netto-inkomen door overmatige bela.tingen zoocla-
alg bekort, dat zij, ten koste van hun productievermogen,
naar eed hooger bruto winsteijfer moeten streven en, dit
onbereikbaar zijnde, veelal met verliës werken. Helaas be-
staat ei- geen vooruitzicht, dat de druk der directe belas-
tingen- vôorloopig verminderd zal worden en nien zal zich
voorshands tevreden moeten stellen met dè verwachting,
dat thans met alle macht naar opheffing der ongehoorde
tekorten op de staatsbegi
–
ootingen gestreefd zal worden.
In hét gunstigste geval zal dit resultaat, lia het bijna on-
gebreidélde uitgeven van sommige departementen van alge-
ineen bestuur, eerst geleidelijk bereikt kunnen worden. Dat
onze staatsfinanciën in een toestand verkeem-en, welke zon-
der zeer ingrijpende maatregelen ten laste ouherstelbaar
moet worden en dat, zonder verlichting van den belas-
tingdruk en van de te sterk knallende banden der arbeids-
wetgeving, welvaart niet kan terugkeeren, wordt nog steeds nief vdlcloende begrepen. Ik spreek de hoop uit, dat binnen
zeer korten tijd maatregelen zullen
–
worden voorgesteld, die
blijk zullen geven, dat van verantwoordelijke zijde de ernst
van den toestand wordt ingezien.
Het is begrijpelijk, dat ter aanvulling der tekorten ver-
meerdering van enkele indirecte lasten wordt overwogen,
doch men zij -daarme-Je voorzichtig, omdat de aard van onze
bedrijven, voortgegroeid – uit de ligging van het land en
zijne bodemsgesteldheid, geen fiscaal st&sel al-s in gioot
continentale landen toelaat. Het is althans gervststelleii:l
te welen, dat bij de Regeering geen plannen tot invoering
van beschermende iechten bestaan, doch zelfs op hét eerste
gezicht ongevaarlijk schijnende heffingen kunnen in hare
gevolgen uitermate be:lenkelijk zijn. Ik noem bij wijze van
voorbeeld een artikel als koffie, dat wellicht als genotmid-
del voor belastingsobject geschikt is, maar zeer zeker niet
als stapelartikel. Als stapelartikel kan koffie, vrij zijnde, in
alle deden van het land worden gemanipuleerd, doch het
staat te vreezen, dat de markt daarvan zich naar België
zouden verplaatsen, indien die bewegingsvrijheid door een
icivoerrecht zon worden belemmerd.
Het is de ongemeen moeilijke taak van den nieuwen Mi-
nister. van Financiën, aldus en in de eerste plaats repres-
sief te werk te gaan en tevens een constructieve politiek
• mogelijk te maken, vooral met het oog op de economische
eischen van eene sterk vermeerderende bevolking.
Ik besluit deze woorden met de hoop, dat het dezer Kamer
gegeven zij haren invloed ten goede in de nog lang niet ted
einde gekomn moeilijke tijded aan te wenden en, dat in-‘
zonderheid de toeste.nd, vaarid Duitschiand is geraakt en
welke ook voor ons bedrijfsleven de verwachting vati wei’
nig rooskleurige gevolgen in de toekomst wettigt in dat –
864
ECONOMICH-STÂTISTISCHE BERICHTEN
3
October
1923
land niet door een stadium van heitige beroeringeii gevolgd zal worden, waarvan de niogelijkheid geenszins uitgesioten
schijnt. Om dit te verhoeden, is aan beide zijden van den
Rijn grootere waardeering van de unverseele sociale en. eco-nomische beteekenis ‘van het reparatie-probleem .noodig dan
tot nu toe bleek te bestaan. –
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
GELDKOERSEN.
BANKDISCONTO’S.
N d (Disc. Wissels. 4
.L,Jsdi ’22
Zu’its.Nat.Bk.
4 16Juli ’23
Bk
1
Be1.Binn.Eff. 4
18Juli ’22
N.Bk.v.Denem. 6
1Mei ’23
lVrsch.inR.C. 5
18Juli ’22
ZweedscheRbk 44
1Juli ’22
Javasche Bank… 34 1Aug.’09
Bankv.Noorw. 6
1Mei ’23
Bank van Engeland 4
5Juli ’23
Bk. v. Tsjecho.
Duitsche Rijksbk. 90 158pt.
’23
slowakijë…
442831ei ’23
Bank v. Frankrijk 5
11 Mrt. ’22
N. Bk. v. O’rijk 9
2 $ept. ’22
Belgische Nat.Bnk.
5422 Jan. ’23
Hong. Bank.. 18
5Juli ’23
Fed.Res.BankN.Y.
4421Feb.
’23
Bank v. Italië.
54llJazli ’22
Bank van Spanje.. 5
23Mrt.’23
Z.-Afr.Res.bnk6
OPEN MARKT.
Data
Amsterdam
ParI.
Prolon.
disconto
1
galM
Londen
1
Part.
1
disconto
1(3 mnd.)
Berlijn
Part.
disconto
1ParijsI
Part.
disc.
N. York
Cali.
money
29 Sept.
1
23
3g
Is
3K
3
Y.
– –
5_%
1
24-29 S. ’23
‘1818
I’1’4
3-%
–
–
17-22 ,, ’23
3118K
3->j
3Vs-3(
–
10-15 ,,
’23
3-118
3_%
fj
–
?
–
–
25-30
S.
1
22
3
-/8
3
_4
2
18
–
–
26S.-10.’21
18K
3l
l/,
41
1e
–
K
– –
20_24Jli’14
2
K-
3
K
2%_%
2’1_4
2%
134-2%
t) Noteering van 28 September.
WISSELKOERSEN.
Londen opende iets vaster, maar liep daarna weder terug. Parijs liep aanvankelijk nog verder snel
01),
maar had blijk-
baar toch het hoogste punt bereikt, waarna een hevige
strijd tussehen haussiers en haissiers ontstond, die met een
overwinning van de baissiei-s eindigde. ])e daling wau
echter niet bijzonder groot cii op het lagere peil trad op-
itieuw een groote vraag
01).
België liep weder evenwijdig,
zij het dan ook met grootere schommelingen. Marken stegen
vrij plotseling
01)
2,40, door sterken steun van de Riehs-bank. Het resultaat was echter weer van zeer tijdelijken
aard. Dollars onveranderd. Skandinavië flauw, voôral voor
Kopenhagen en Christiania. Zwitserland stationnair met
een kleine onderbreking op i)insdag. Spane aanvankelijk
zeer .’ast, liep eveneens weder
01)
den koers van uitgang te
rug. Java opnieuw iets beter. Argentinië eerder iets
finuwer.
2 October 1923.
KOERSEN IN NEDERLAND.
Data
Londen Berlijn
4
)
1
Weenen
1
Parijs Br’ussel New
•
)
)
‘•”)
York”)
24 Sept. 19231 1
1
.581 0.0165 0.0035% 15.70 13.81 2.54%
25
,,
1923 11.614 0.02
0.0035% 15.95 14.20 2.5471;
26
,,
1923 11.59
0.0185 0.0035% 15.70 13.474 2.54
71
16
27
,,
1923 11.58
0.016
0.003565 15.624 13.19 2.54k
28
,,
1923 11.57k 0.0135 0.0035%.
15.621
13.19 2.54 5/
29
,,
1923 11.574 0.0125 0.0035% 15.60
–
–
Laagsted.w.
1
11.56±
0.0120 0.0035 15.15 12.85 2.53%
Hoogste,,,,
1
11.63± 0.0240 0.0037
16.40 14.424 2.54%
22 Sept. 1923 11.564 0.016
0.00353% 15.20
12.712
2.54% 2
15
,,
1923 11.564 0.0281
8
0.0036
14.974 12.31
8
Muntpariteit 12.10
59.266)
50.41
48.- 48.- 2.48%
6)
Noteering te Amsterdam.
8*)
Noteering te Rotterdam.
t) Particuliere opgave.
2)
Noteertng van
21
September.
3)
Idem van 14 September.
4)
Gulden per millioen Mark.
6)
Gulden per 100 Mark. –
–
D
13167
–
Stock-
helm °)
Kopen-
hagen
°)
Chris.
Zwil3er-1
tianla)
land)
Spanje
1)
B
oa
vl
a
1)
telegrafisch
24 Sept. 1923
67.60
45.85
40.75
45.524
35.70
96
8
18-
5
18
25
,,
1923
67.50
45.85 40.60 45.65
36.50
96s
s,
26 –
,,
1923
67.45
45.60
40.45
45.374
35.60
9631
8
%
27
,,
1923
67.35
45.20 40.15
45.25
35.20
96%$(
28
,,
1923
67.45
45.40
40.45 45.35
35.-
965_7,
29
,,
1923
67.50
45.45
40.50
45.524
34.75
96%7/8
L’ste
d. iv.
3)
67.30
45.10
45.05
34.55
9631
4’ste
,,
,,
1)
67.70 46.10
45.90 36.70
96718
–
22 Sept. 1923
67.50 45.90 40.80
45.15 34.35
965/
8
_5/
s
15
,,
1923
67.55
45.65 40.80
45.224
33.95
961196
1untpariteit.
66.67
66.67
66.67
48.-
48.-
100
Noteering te Am8terdam.
7)
Particuliere
KOERSEN TE NEW YORK.
t
67
a
–
Cable
Lond.
(in
$per)
Zicht Parijs
(in
cts.p.frs.)
Zicht Berlijn
(in
cl. p. Mrk.)
Zicht Amsterd
(in
clip.
gid.)
29 Sept.
1923
4.54.75
6.14
0.0000047
39.33
Laagste d. week
4.54.75
6.14
0.0000047
39.32
hoogste
,, 4.56.37
6.26
0.0000082
39.43
22 Sept.
1923
4.55.37
6.01
0.0000070
39.36
15
,;
1923
4:54.25
5.86
0.000001
39.32
duntpariteit..
4.86.67
19.30 23.81%
1
40s1
KOERSEN VAN DE VOLGENI)E PLAATSEN OP LONDEN
Plaatsen en
Landen
Noleerings.
eenheden
15Sept
1923
22Sept.
1923
24129
Sept.’23
Laagste
1
Hoogste
29Sept.
1923
Alexandrië. . Piast.
p.
£97151, 97151
9715
112 9715123 9715132
*Ba
n
gk
o
l
c
…
Sh.p.tical
1/10
1110 1110
1110
1110
B. Airesl) ..
d. p. $
3931
40 39i1/
40
1
1
8
40
Calcutta . . . . Sb. p. rup.
11481,
0
11481
33
114
1,
1
32
1148/
55
1/4.i.(
Constantin. . Piast.p.0
765
775
760
785
770
Hongkong . .
Sh. P. $ 2/351
213
231
32
213
1
1
8
213′
21381
33
Lissabon’) . . d. per Mil.
2
5
1
s
,
211
a
2
3
1
33
271’33
26132
Madrid ….. Peset.p.c 33.854
33.20 31.70
33.30
33.20
Mexico …..
d. per $
25
25 24
25
26
Montevideo 2)
id.
39i
2
40 8)
39%
40%
40
Montreal …
$ per £
4.65% 4.65
1
4.64%
4.65%
151
152%
151
1
4
Praag …….Kr.’p. £
151%
151
R.d.Janeiro
1)
d. per Mii.
551
571
.
511
5’ltfl
551
..
97%
100%
99%
Shanghai . . . Sh. p. tael
31151
311% 310%
31171
8
311s1
Rome ……..Lires p. £ 102
,
18
100%
Singapore …
id. p. $
214
5
1
33
214
5
1
s2
21481
214
7
1,
2
214
5
1
53
Valparaiso 8). peso p. £
35.60
35.90 36.20
36.80
36.70
Yokohama . . Sh. p. yen 211%
21151
8
211%
2/128/,, 2/ltt/
Koersen der voorafgaande dagen.
)
Telegrafisch
transfert.
5)
90 dg.
8) Noteering van 20 September
923.
NOTEERING VAN ZILVEII.
te Londen N. York
te Londen N.York
29 Sept.
1923..
31151
6431
8
30Sept. 1922..
35s
6871
s
22
.,
1923..
3251,66511
8
1Oct.
1921. .421/
8
7071
s
15
1923..
31 1t/
64
1
18
20 Juli
1914..
24
15
1te
54
1
18
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 1 Oct. 1923.
Activa.
Binnenl.Wis.I ll.-bk.
f
49.882.001,47
seis, Prom.,t B.-bk.
,,
34.465.800,84
enz.in disc.t Ag.sch.
,
62
.
424
.
25
8
17
f
146.772.060,48
Papier o. h. Buiteni. in disconto
–
Idem eigen portef. .
f
51.737.256,-
Af :Verkocht maar voor de bk. nog niet afgel.
,,
–
51.737.256,-
Beleeningen
H..bk.
f
49.956.113,86
mcl. vrsch.
B..bk.
,,
13.925.438 05
in rek..crt.
Ag.sch.
,,
99.800.464,07
op onderp.
f
163.682.015,98
Op Effecten…….
f
154.422.124,45
OpGoederenenSpec.
,,
9.259.891,53
,,
163.682.015,98
Voorschotten a. h. Rijk …………….
,,
10.989.087,39
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud ……
f
56.240.100,- Muntmat., Goud .. ,, 525.526.584,21
f
581.766.684,21
Munt, Zilver, enz..
,,
9.605.344,94
Muntmat. Zilver .. ,,
–
Effecten
591.372.029,15
Bei.v.h.Res.fonds .
f
5.953.480,24
id.van
1
1. v.h. kapit.
,,
3.936.006,62
9.889.486,86
Geb. en Meub. der Bank …………….
,,
5.000.000,-
Diverse
rekeningen
……… . ……..
,,
108.159.296,70
f
1.087.601.232,56
Passiva.
t Kapitaal ……………………….
f
20.000.000,-
Reservefonds ……………………
,,
5.999.469,43
Bijzondere
reserve ….. . ………….
..
9.000.000,-
Bankbiljetten in omloop ……………
.
,
1.012.454.240,-
Bankassignatiën in omloop ………..
..
1.245.569,73
Rek.-Cour. j Het Rijk
f
–
saldo’s:
Anderen
,,
31.274.798,16
31.274.798,16
Diverse rekeningen ………………
7.627.155,24
f
1.087.601.232,56
Beschikbaar metaaisaldo ………….
f
381.706.162,76
Op de
basis van
s,’
metaaldekking……
172.711.241,19 Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
– loop dan waartoe de Bank gerechtigd i.
,,
1 .908.530.810,_
DE SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden gulden.s.
Data
Metaal
Circulalie
Andere
opeischb.
schulden
1
1 Disconto’s
)
Div. reke-
ningenl)
15Aug.
1923..
1.190
1
1.590 920
1,J90
515
18
1923..)
1.180 1.619
906
1.186
493
11
,,
1923.
.1
1.180
1.732
800
1.181
427
4
193..I
1.180 1.831
710 1.182
377
16 Aug.
1922..
1.295
1.739
869 1.159 459
15 Juli
1914. .
645
1.100
1
560
735
1
396
-,
‘J•!bjJUOL Uyl aiLtVa.
BUITENLANDSCHE BANKSTATEN.
BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste posten, onder bijvoeging der Currency Notes,
induizeticlen ponden sterling.
BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaa.msteposten in dui’enden francs.
Waarvan Te goed
1
BuIt.gew.
Data
Goud
in hel
Zilver
tn het
voorsch.
Buitenland
Buitenland
old. Slaat
27Sept.’23
5.538.337
1.864.345
294.823 577.824 23.700.000
20
,,
’23
5.538.250
1.864.345 294.751
579.600
23.700.000
13
,,
’23 5.538.161
1.864.345
294.647 581.126
23.800.000
28Sept.’22
5.532.516
1.948.367
287.197 575.267
24.000.000
23 Juli’14
4.104.390
–
639.620
– –
Wissel,
Uitge.
stelde
1
Belee-
1
Bankb
Rek. Cr1.
Parti’
Rek.
Cr1.
Wissels
ningen
jetten
cu,ieren
Sloat
2.
2.510.634
18.299
2.103.407137.625.549
1.974.3251
17.884
2.371.513
18.323 12.103.893137.607.071 1.877.467
18.182
g
2.259.622
18.345
12.134.6101
37.703.655
1.927.467 26.378
2.103.887
32.697
12.073.384136.602.902
2.178.992
19.725
1.541.980
–
1
769.4001
5.911.910 942.570 400.590
al
NED. BANK 1 October 1923
(vervolg). Voorn aamste posten itt dui zenden guldens.
Bonk-
Andere Beschikb. Dek-
Data
Goud
Z
il
ver
oujelien
ope,schb
Metaal. kings-
schulden
saldo
1
pure.
1 Oct. ’23 581,767 9.605 1.012.454 32.520 381.706
56
24 Sept. ’23 581.775 10.305
966.541 43.550 389.383
59
17 ,,
’23 581.789 10.333
965.570 36.365 391.048
59
10
‘2358 1.789 10.387
9113.718 32.813 392183
60
3
‘23581 .791 10.505
966.693 42.423 389.783
59
27 Aug.
1
23581.795 10.956
931.910 34.633 398.752
61
2 Oct. ’22 593.859 8.808 1.000.285 41.439 393.605
58
3 Oct. ‘2! 605.969 9.558 1.040.476 41.114 398.468
59
25 Juli ’14 162.114 8.228
1
310.437
6.198 43.521
1
)
3 October 1923
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
865
Dato Totaal
bedrog
Hiervan
Schatkist.
8dec.
Ppiër
p
hel
Diverse
rekeningen disconto s
pramessen
ree Istree s
ningen
buitenland
2)
1
Oct.
1923 146.772
7.000
163.682
51.737
108.159
24 Sept.
1923
163.743
9
22.000
134.433
51.776
81.922
17
1923 166.243
22.000
136.789
53.290
66.532
10
1923 166.509
22.000
.135.683
52.720
67.153
3
1923 165.330
22.000
145.921
52.577
64.579
27 Aug. 1923 141.Ï69
2.000
133.242
52.591
58.389
2 Oct.
1922 218.377
64.400
134.958
61.647
37.654
3 Oct.
1921 262.544
192.500
156.791
40.387
16.944
25 Juli
1914
67.947
14.300
61.686
20.188
509
‘) Op
de basta van
1
15 rnetaaldekKtng.
5)
Sluitpost activa.
‘s
RIJKS SCHATKIST.
Uit de bekenduinking van den
1VII i n .i st e ,’
v a
n.
F i
ii an-
c ië ci
blijkt, dat uitstondeu op:
1
24
Sept. 1923
1
1
Oct.
1923
Aanschatkistpromesen [208.200.000,- i f247.6’1O.000,-
waarv.dir’ectbijNed.Bk
,,
22.000.000,-
,,
7.000.000,-
Aan schatkistbiljetten
,,314.91 7.000,-‘ ,,219.8.l 5.000,-
1
Aan zilverbons …….
…28.757.044,_
28.461.036,50
Tegoed v.d.Postch. en Gdst.
bij’s Rijks Schatkist.. .
,,106.558.196,53
,,106.558.196,53
Onder de vlotten de schuld is begrepen:
Voorsch. aan de Koloniën j ,,152.396.000,-
,,153.034.000,-
VoorschotaanGemeenten)
31
Jili
1923
3I Augustus 1923
voor door Rijkvoor hen
,,
40.452.561,61
79.670.697,23
te
heffen lak. belastingJ
t
)
Waarvan f37.056.000 vervallen op of na 1 April 1927.
NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.
De Minister van Koloniën maakt bekend:
1
22
Sept. 1923
1
29 Sept.
1923
Voorschot uit ‘s Rijks
kas
aan N.-I ………
[136.382.147,97
f126.93O.2O2,3l
md. Schatk.prom. in omi.
79.100.000,-
.. 79.100.000,-
Voorsch.J°av.Bk.aanN.-I.
200.000,-‘
,,
1.700.000,-‘ Muntbiljetten in omloop. ..41.400.000,-
41.500.000,-
‘
1)
Tegoed van Ned -Indié bij de Javasche
Bank.
JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrok-
ken
cijfers
der
laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.
Data
Goud
Zilver
s
k-
.
oujetien
Andere
opeischb.
Beschikb.
metaal-
1
schulden
saldo
22 Spt. 1923
222750
260.000 133.000 146.559
15
1923
222.500
265.000 134.000 147.380
8
1923
222.000
264.500 128.000 144.150
25Aug.1923
°
1,60.841
60.81″ 259.051 119.462 146.559
18
1923 160.867
60.668 262.680 110.973 147.380
11
1923 153.98260.699 266.111 105.742 140.912
23 Spt. 1922 149.348
54.519 267.102 108.776 129.347
24 Spt. 1921 187.213
21.640 300.966 120.071 25.082
25 Juli1914 22.057
31.907
110.172
12.634
4.842
2
Wisse!s,
‘
Voor-
.
Dek..
Diverse
Dis’
buiten
Belee.
schotten
k,ngs-
ata
,
ree-
conto s
N..Ind.
ningen
aan het
.
i
percen-
betaalbaar
Gouv.nem. nlngeri
tage
22Spt.1923
177.490
2003
***
57
15
1923
180.000
8.000
***
56
8
1923
176.500
5.700
***
57
25Aug.1923 38.326 39.829 73.052
139 27.784
59 18
1923 38.288 40.377 68.605
3.577 24.131
59
11
1923 38.701 41.297 74.305
7.123
18.448
58
23 Spt. 1922 35.427 33.118 103.541
–
25.323
54
24 Spt. 1921 36.086 19.946 111.563 40.149
12.648.
49
25 Juli1914 7.259 6.395
1
47.934 6.446
2.228
44
‘)
Sluitpost activa.
2)
Basis
2
15 metaaldeklcing.
‘) Creditsaldo.
Dato
Metaal
Circulatje
Currency
Notes.
Bedrog
Goudd.
Gov. Sec.
26 Sept. 1923
127.648
124.002
282.784
27.000
‘238.595
19
1923
127.649
123.384
283.133
27.000 238.701
12
1923
127.648
124.091
285.312 27.000
240.834
5
1923
127.650
124.885
286.022
27.000
241.542
27 Sept. 1922
127.432
122.467
289.127
27.000
246.456
22 Juli
1914
40.164 29.317
– – –
–
Data
____________
Gov.
–
Sec.
Other
Sec.
Public
Depos.
Other
Deos.
1
Reserve
1
Dek-
kings-
perc.
t)
26Sept. ’23
41.780 71.164
13.517
104.563
23.406
1
19,2
19
,,
’23 45.064
71.780
18.086 104.510
24.015
19,58
12
,,
’23
47.040 70.166
15.752
106.509
23.308
19,06
’23 49.846 70.030
14.129 110.016
22.515
18,14
27Sept.’22
44.063
71.386
16.829 103.831
23.414
19,40
22 Juli ’14
11.005
33.633
13.735
42.185
129.29
7
,
52s1
– VOLILUUU&115 LUSØÇUOU flCCOIVC 011 .IJwjJUsII.a.
DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten, onder bijvoeging der Darleheus- kassenscheine, in milliarden Mark.
Daarvan
Woarv.
Kassen-
Dek’
Data
Metaal
Goud
.
hij
Buit!.
scheine
Circulaile
kings-
circ. kn
,
perc.
5,
15 Sept. 23
20,8 0,490
0,011
299.147
3.183.681
9
7
,,
’23 20,2
0,490
0,011
107.038
3.183.039
1.1
31 Aug. ’23
21,4
0,510
0,011°
14.176
663.200
2
23
,,
’23
22,5
0,512 0,010
13.018
273.906
5
15 Sept. ’22
1,0
1,005
0,050
28 271
10
123 Juli
’14
1,7
1
1,357
1
–
0,065
1,9
1
93
vr
iiie
i
D
vass
ar
enscnet
lehen,-
ne
Totaal
Handels.
Schatkist-
Rek. Cr1.
Totaal
In kas
hij
d,
wissels
papier
uitgegeven
Rijksbank
2.4.511.462
703.029 3.808.433 1.954.397
299.157 ,
299.147
°
1.849.903
278.440
1.571.463
880.639
107.000 107.000
g’
1.151.863
164.644
987.219
591.080
14.180
14.180
596.576 89.696
506.880
326.237
13.000
13.000
310
35
275
67
42
28
0,751 1
0.751
–
0,944
–
–
‘)
Onbelast.
5) Dekking
der
cirulatie door metaal
en Kassenscheine.
866
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
3 October 1923
BANQUENATIONALE DE BELGIQUE.
Voornaamste posten in duizeailel1 fraucs.
Metaal
1 Beleen
De/een.
1
Blnn.
t
Rek.
Dato
mci.
t
van
van
1
wissels
1
Clrcu.
crt.
buiten!.
1
buiten!,
prom. d.
1
en
1
lotto
–
partic.
saldi
1
vorder.
provinc.
1
keken.
1
27 Spt.’23
347.671
1
84.653 80.000
1291.85017.150.206 299.310
20
’23
347.136184.653
480.000
1291.21117.097.703 218.773
13
’23
347.623184.653
80000
1320.27817.139.546
193.969
28 Spt. ’22
333.267
1
84.653
1
480.000
635.06916.51
7.769
302.947
VEREENIGDE STATEN VAN NOORDAMER1KA.
FEDERAL RESERVE BANKS,
Voornaamste posten in duizenden dollars.
Goudvoorraad.
b R. Zilver
Notes in
Data
Totaal
Dekking
in het
dc.
circu-
__________
bedrag
F. R. Notes
buitenl.
latie
12 Sept.’23
3.110.601
1
2.127.610
–
77.004
2,262.52
5
,,
’23
3.102.010
2.111.388 76.324
2.257.278
29 Aug. ’23
3.120.989
2.110.468
–
80.245
2.224.760
13 Sept. ’22
3.067.234
2.259.486
–
130.204
2.213.615
Data
JV,,se!s
Totaal
.
veposito
5
____________
Gestort
r,.apitaar
Dek-
clngs
perc.
1)
bek-
eings-
perc.
2)
12 Sept. ’23 1.020.672
1
1.936.456
109.682
1
74,1
75,9
5
,,
’23
1.020.672
1.936.456
109,682
74,1
75,9
29 Aug. ’23 1.024.657
9.902.375
109.718
74,6 76,4
13 Sept. ’22
591.836
1.872.103
106.070
75,1
78,3
l)
Verhouding
totalen
goudvoorraad tegenover
opeischbare’
schulden:
F. R.
Notes en netto deposito.
2)
Verhouding
totalen
voorraad muntmateriaal
en wettig betaalmiddel
tegenover
idem.
1iABTIC’UJ1EIRE BANKEN ANoEsLO’rEN 131J HET
FEl) ..RES. STELSEL.
Voorn aamste posten in duizenden dollars.
Data
Aantal
1
Totaal
uit gezelle
1
t
Reserve
hij de
–
Totaal
Waarvan
lime
banken
golden en
1
F.
R bank,
beleggingen
deposilo’s
deposits
5 Sept.’23
769
11.770.550
‘
1.367.827
15.082.025 4.009.236
29 Aug. ’23j
769
11.707.551
1.365.588
15.007.820
4.005.773
22
,,
231
709
11.676.507
1.340.529 15.003.020 3.981.112
6
Sept.’221
791
,
1
0.819.8531
1.368.905 14.783.322 3.612.623
Aan het eind van ieder kwartaal worcIt
–
een overzieh1
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen bsuskstaten.
T:BANKSTATEN:
KWARTj.ALGEW].J ZE, OPENOM EN.
t
IBÂNK VAN :SpANJE.
1
1
(In nijl
1
jon Peseta’s.)
Dato
Goud
Zilver
taal,-
land
–
30fl
0
Dis-
conto’s
Be!een.
Ctrcu.
atte
Rek.
rt.
S
Sept.
1923..
2525,8
659,9
735,7
1824,9
4172,7
1007,1
1923..
2525,8
605,5
738,0
1806,8
4149,5
1022,2
Aug.
1923.
.
2525,8
635,4
734,2
1830,9
4138,0
1043,6
1923..
2525,8
661,2
790,2
1817,1
4170,6
1055,0
.1923..
2525,8
661,0
743,8 1916,4
4203,0
1063,0
1923..
2525,8
663,3 799,8
1879,9
4179,0
1043,6
28,
.Ji!iI,;»923..
2525,8
666,7 763,5 1841,8
4122,1
1023,9
,
1923..
2525,8
665,8
751,8
1854,0
4131,5
1025,8
14,
1.923..
2525,8 663,0 803,0
1810,3
4157,3
1003,0
‘7
1923..
2525,8 664,3 734,4
1864,6
4140,2
980,2
30 Juni
1923..
2525,8
068,4 736,6
1803,1
4074,0
947,3
23
1923
2525,8
6066
7382
1798,1.
40774
921,6
16
1923. .
2525,8
662,8 736,3
1853,6
4113,8 944,0
9Sept. ‘9’d2.
.
2523,4
644,5 849,2
1768,1
4179,3
1143,8
10′ Sep’t.’. .1921.
.
2499,6
‘622,5
792,4
1759,2
4206,2
1016,4
,’J41i,.1914
.
.
543,5
726,8
494,4 783,8
1919,0
497,9
.1)
Inclusief de schuld van de schatkist in rek-es-t.
11 ZWITSERSCHCNATIONALE BANK.
(‘En millioenen Vs-mies.)
t.’ala
L.oua
z., ve,
Darie-
hen,-
assen.
,c/,eine
Dis.
conto’s
en
Beleen.
Circ
U
.
alle
Rek.
Cre.
15
Sept.
1923.
.
520,5 98,6 23,7 323,7
800,2
100,3
7
,,
.1923. .
526,6
99,5 24,0 361,6 877,5
‘132,3
31
Aug.
1923..
526,6
100,4
25,4 314,4 885,9
75,6
23
1923..
526,4
1101,5
25,8
303,8
834,1
118,1
15
1923..
526,2
101,0
26,0
308,9
844,2
117,3
7
1923..
526,0
101,3
26,3 318,0
860,1
106,
31
Juli
1923..
525,7
1.01,4
26,8 287,9 880,0
60,0
23
,,
1923..
525,4
102,6
27,1
296,5
834,0
111,1 14
,,
1923..
525,0
102,3
28,0
305,6
844,9
118,0
7
,,
]923..
524,7
102,3
28,9
305,4
865,9
82,5
30 Juni
1923..
524,5
102,0
30,0
343,5
893,7
114,0
23
,,
1923..
524,3
102,3
30,5
327,4
828,0
155,1
15
Sept.
1922..
507,3
115,1
11,2
396,1 749,2
290,2
15
Sept.
1921..
544,7
110,5
14,5
384,6 903,8
139,8
23
Juli
1914..
180,1
1.8,9
–
107,8
267,9
1.05,2
III. NATiONALE BANK VAN DENEMARKEN
(in niillioenen Klronen.)
Dato
Goud
Zilver
1/orde-
ringen
op het
buile,,!.
Dis-
conto’s
en
i3eleen.
Circu.
lotle
Rek.
Crt.
31 Aug. 1923.
–
209,7
4,4
33,4 354,0
449,3
42,1
31
Juli 1923..
209,7
4,7
22,7 360,8
447,3
45,5
30 Juni1923.
.
223,2
3,2
14,2
399,2
482,3
.
41,0
31
Aug.1922..
228,3
4,1
18,0
419,5
423,8
140,3
31.
Aug.1921
. .
227,5
3,5
31,4 312,9
480,6
–
83,1.
30
Juni 1.91.4.
–
75,6
6,6
19,8
95,6
159,8
4,8
IV. ZWEEDSCHE RIJKSBANK.
(Tis, n’iill ioeness E:rotien.)
Dato
Goud
1/orde-
ringen
op hel
builen/.
Staal,.
fod
sen
Dis-
conto s
en
Beleen.
C’,,cu-
lat,e
Rek.
Cr1.
.5 Spt. ’23
272,6
47,1 130,1
27,4
541,8
123,3
S
,,
’23
272,7
46,3
130,1
278,4
544,0
128,3
II.
,,
’23
272,7
54,1
130,1
292,4 571,4
123,7
25 Âug.’23
272,8
41,8
143,6
248,9 514,5
134,5
18
,,
23
272,8
42,0
143,7
262,4
524,3 139,2
fl
,,
’23
272,8
41,8
143,7
263,4 530,2
132,7
4
,,
’23
272,9
42,1
143,7
284,6
544,7 140,6
28 Juli ’23
272,9
40,6
143,9
274,6
513,6
161,3
21
,,
’23
272,9 40,0
139,3
295,0
513,1
1180,4
14
,,
’23
273,0
31,4
143,3
307,4
528,9
175,7
7
,,
’23
273,0
29,7
147,3
332,3
548,0
184,2
30Juni’23
273,1
40,8
151,1
343,4 586,2
183,4
23
,,
23
273,1
36,0
152,2
322,2 530,5
203,0
16 Spt. ’22
273,7
78,5
74,0
385
538,9
208,6
17 Spi. ’21
284,8
108,7
20,5 419,1 612,9
157,8
25
;Juli’14
1.05,8
115,0
28,0
92,4
200,2
68,2
,V. BANK VAN NOORWEGEN.
(In mullioenen Kronen.)
Data
Goud
1/orde-
ringen
,,
buiten!.
Effecten
Dis-
conto’s
,,
Beiecn.
Circu-
latie
Rek.
Cr1.
15
Sept.
1923..
147,3
18,6
9,1
455,0 394,3
102,7
7
,,
1923..
147,3
19,1
9,1
460,3 399,4
102,8
31 Aug.
1923..
147,3
19,9
9,1
462,4
402,2
103,7
22
,,
1923..
147,3
20,9
9,1
462,4
392,1
114,8
15
,,
1923..
147,3
21,3
9,1
468,4
396,6
114,8
7
,.
1923..
147,3
19,9
9,1
471,3
400,4
115,3
31
Juli
1923..
147,3
24,1
9,1
475,9 404,8
117,6
23
,,
1923..
147,3
23,2
9,1
474,9 404,7 116,4
116
,,
1923..
147,3
22,9
9,0
476,4
407,6
1.15,2
7
,,
1923..
147,3
21,7
9,4
485,4
411,9
1118,0
30 Juni
1923.
.
147,3
22,7 9,4 490,1
415,0
126,5
22
,,
1923. .
147,3
20,7 9,4
485,4
398,3
133,8
15 Sept.
1922..
147,3
39,9
9,4
433,1
376,4
130,9
15 Sept.
1921..
147,3
32,6
8,5
420,9
407,6 89,2
22 Juli
1914;.
52,4
65,7
8,9
79,3
1.20,8
10,7
3
October 1923
ECONOMISCH-STATISTIS CHE BERICHTEN
867
VI. BANKBUREAU VAN TSJECHOSLOWAKIJE,
verbonden aan het Ministerie van Financiën.
(In millioenen Tsjechoslow. Kronen).
Data
Vorder.
Ooslenr.-
Hong.
Bank °)
Dis-
1
contos
Belee.
ningen
Vorde-
ringen
op
het Circa.
latie
Rek.
C,t.
7 Sept.
1023
10096,9
584,6 640,5
2452,0
9084,5
2536,8
31 Aug.
1923
10096,9 588,7
951,2
2445,0
9218,5
2507,5
23
,,
1923
10096,9
594,5 924,9
2538,2
8779,1 3144,9
15
,,
1923
10096,9
599,2 934,2
2559,6
8969,5
3082
1
9
7
,,
1923
10096,9 600,7
666,4 2577,3 9143,9
3030,4
31
Juli
1023
10096,9
600,7 972,9
2638,4
9448,1
2813,0
23
,,
1923
10096,9
689,1
1009,0
2645,1 8810,6
3377,2
15
,,
1.023
10096,9
706,7 1027,9
2579,7
9069,3
2905,6
7
,,
1923
10096,9
717,1
1028,3
2134,1
9182,9
2221,4
30 Juni
1923
10096,9
726,3
1109,6 1937,9
9376,0
1928,5
23
,,
1923
10096,9
737,4
10454
1887,1
8794,2
2278,4
15
,,
1923
10096,9 752,9 1061,7 1709,8
8936,8 2025,9
7
Sept..
1922
10096,7
426,21
1468,3 1631,9
10066,71
1102,8
7 Sept.
1221
9623,9
814,21
2467,3
86.1,51
11456,91
783,3
)
Bankbiljettten rekening-crt.-salcli en schatkistbons.
VII. OOSTENRIJKSCHE NATIONALE BANK.
(Voornaamste posten in millioenen Kronen).
Data
Goud
Buiten!.
goud-
Wxsse!s
Di ,-
con to
s
6eleen.
Schalk,,!-
biljetten
[.
C,rcu!at,e
Rek.-Crt.
31 Aug. ’23
73.391
3050.085
647.936
2538.719 5894.786
413.383
23
’23
73.391
2917.953 652.338 2538.719 5458.160
722.398
15
’23
73.391
2931.254
663.751
2538.719
5557.216
647.841
7
’23
73.391
2995.539 643.874
2538.7 19
5643.433
605.653
31 Juli
’23
73.391
2947.216
658.966
2539.777 5684.134
535.121
23
’23
73.391
2917.993
669.763
2547.212 5305.936
813.989
15
’23
73.391
2862.077 684.978
2547.212 5379.018
700.695
7
’23
73.391
2760.253
705.358
2547.212
5369.937 627.656
30 juni ’23
73.391
2532.3.16
730.848
2547.212
5432.619
362.237
13
’23
73.391
2249.810
815.872
2547.212
5017.634
579.626
15
,,
’23
73.391
2006.010
8
4
7.
2
5012547.212
5014. 1.55
370.825
VIII. HONGAARSCHE BANK.
(Voornaamste posten in millioenen Kronen).
Data
•
yI(rn
gou-
d
w’
•
sse’s
.
ver
Gouden
Disconto
en
e een,ngen
1
Circulatie
Rek..C,t.
7 Sept.
1923
22,3
0,6
305.793
444.056
34.003
31 Aug.
1.923
22,3
0,6
275.394,7
399.487,9 23.628,9
23
,,
1923
22,4
0,6
250.458,1
344.311,1
31.664,4
15
,,
1923
22,6
0,6
228.630,9
314.330,4
22.260,8
7
,,
1923
22,3
0,6
200.491,2
265.317,0
21.571,2
31 Juli
1923
22,4
0,6
167.689,1
226.284,6 21.977,4
23
,,
1923
22,5
0,6
147.888,6 191.109,4 28.143,3
15
,,
1923
22,5
0,6
143.907,9
177.417,5
17.043,4
7
,,
1923
22,6
0,6
134.308,2
f69.
013,4
17.598,2
30 Juni
1923
22,8
0,6
123.097,6
154.996,1 12.741,6
23
,,
1923
22,9
0,6
110.981,1
138.661,8
13.232,8
15
,,
1923
22,9
0,6
103.478,5 129,000,5
11:563,5
7 Sept.
1922
13,0
0,6
41.327,3 48.839,8 4.704,9
IX. ZUIDAFRIKAANSE RESERVEBANK.
/
(Voornaamste posten in duizenden Ponclen.)
/
Ljata
Goud en
oua-
cer
Dis-
,
conto
s
en
heleen.
Waar-
van
liep.-
papier
Circu-
lotie
Rek.-
LrI.
Alge.
meen
eanngs
perc.)
25 Aug.
1923..
10.626
6.114 2.250
10.321
5.470
68
18
,,
1923..
10.626
6.158
2.250
10.493
5.298
68
11
,,
.1923..
10.626 6.298
2.250
10.712
5.224 67,4
4
,,
1923..
10.626
6.502 2.250
10.898
5.244
66,6
28 Juli
1923..
10.626
6.430
2.350
11.009
5.063
66,8
21
,,
1923.
10.625
6.750
2.600
11.042 5.352
65,5
14
,,
1923..
10.625
7.159
2.850
11.291
5.514
63,9
7
,,
1923..
10.625
8.163 2.600
12.049
5761
.
60,3
30 Juni
1923..
10.625
8.470
2.500
13.088
5.029
59,3
23
,,
1923..
10.625
6.047
2.500
10.779
4.931 68,4
16
,,
1923..
10.625
5.447
2.000 9.692
5.435
71
9
,,
1923.
.
10.625
5.676
2.000
9.843 5.512
70
2
,,
1923..
10.623
5.854
2.000
9.931 5.601
69,1
16 Aug.
1922..
9.892
2.767 1
1.700 7.389
5.091 1
81,2
°) Verhouding goud, goudcert. en pasmunt tegenover opeischbare
schulden: bankbiljetten en dep sito’s.
ËFFECTENBEURZEN.
•
Amsterdam, 1 October f923.
Het is duidelijk, dat gedurende cle achter ons liggende
• week de crisis, die zich reeds maanden lang in het econo-
misch leven valt vrijwel alle landen heeft geopenbaard,
voor Duitschland althans een actiut stadium heelt bereikt.
• In de eerste plaats hangt dit tea patiwste samen met de
. opheffing van het lijdelijk verzet iii. het Buhrgebied. Aan
den dénen kant toch kat.t de 1)uitsch,e, schatkist nu rekening
gaan houden met het feit, dat de bç.tioodigde geldmiddelen
niet meer zoo otnvat.tgrijk zullen ziiti’. aan den anderen. kant
echtet- zijn. door den veanderden tostand zoo vele coinpli-
ciities ootstaati, zoon
–
el op economisch als op politiek ge-
bied, dat voorloopig afgewacht client te worden, of deao
nacieelen voos den eersten tijd ii jet ruimschoots cle behitaldc
voosdeeleit zullen netitraliseeron. Hierbij komt, dat het in-
stituut, wellicht in staat om het geldwezen tijdelijk in iets
beter banen te leiden en het volk in zijn geheel voor te
bereiden
O)
eelt tijdpçrk, ‘a
-ar in cle inflatie geen rol van
overgroote beteeketiii, meet- zal spelen, tiog niet is opgericht.
.1 ii de jongste dagen is het definitieve ontwerp tot stichting
van een nieuwe circulatieinstelling eindelijk, na een reeks
van ingrijpende verandet-itigen te hebben ondergaan, gereed,
gekomen en de goedkeuring van de Rijksclag
–
kan nu spoedig
worden verwacht. illeti blijft echter in ])uitsch]and zeer
sceptisch gesteittd ten aanzien van het welslagen van den
.
iieuwen maatregel. Ittmidclels is het ccii feit, dat cle onrust
iii d.e kringen van handel en industrie wordt vergroot, ,clat
de crisis-verschijnseleit steeds scher1jei- vorinep gaan ach
–
nemen, nu men nog steeds niet met zekerheid kan vast-
stellen, Ivanneer cle nieuwe bankbiljetten hun intrede zul-
le.n doeis en zee,- zeker niet, hoe iij in de practijk hun tol
zullen vervullèii. Alen is tot nu toe dci, ook vel gedwongen
toet de papieren Marken rekening te houden, of de oude
hulp van buiteulaiidsche betan.lniiddelen in te roepen. Te.e-:
kenend is het, dat, tilt de dollar, het toon-aartgevende b6i-tenlanclsche betaalmiddel, in de achter ons liggende week iets gedaald is, de tot voor korten tijd zon heff.ige bel:ing
stelling voor de goudmark-berekeititig zeer sterk is. ge:
sloitker Ei., zon zou het ook wel kunnen geselueden, dat bij een verdere reactie voor huitenlandsche beta.almiddelen, de
thans door Regeeringskringen als panacee aanbevolen
,,Neumark” reeds dadelijk bij haar intrede uit het effectieve
verkeer zou oorden uitgeschakeld. Misschien zo,., dit feit
echter eerder de oogen van het groote puliliek openen voor
de w’aarheicl, dat men 01) dit oogenb] ik hij onze Oostelijke
buien l:ezig is alleen de uiterlijke vormen te wijzigen en
zou op deze wijze een krachtige stroorniug kunnen ontstann
die aandringt op het doorvoeren van
–
zoodanige maatregè-
len, welke alleen in’staat zijn orde in den chaos te’bren-
gen, doordat zij het euvel hij den wortel aantasten’ het’in’
evenwicht brengen van inkomsten en uitgaven van het Rijk.
Zoolitng dit niet is geschied, kan men met zekerheid op
het voortduren van de crisis rekenen, al behoeft die 9iet de’
acute vormen van de jongste week aan te nemen. Hoe on-
zeker de basis van berekening .in Düitschland is ge-
worden, mag wel blijken uit het feit, dat op sommige dageid
voor daggeld tot 15 pCt. toe isbetaald. De geldschaarsehte’
ivas veroorzaakt, behalve door de inschrijvingen op iie’
goidleening van het Rijk, doör het. vol-toewijzen door de
Rijkshank van de aanvragen voor buitenlandsehe betaal-middelen, een tactiek, waarmede deze instelling klaarblij-
kel.ijk voorloopigwenscht voort te gaan. ‘Pen gevolge van de’
toest.nden op de geldmarkt en iii verband niet de reactie
op de wisselmarkt, was ook de foi,dseubeurrs te. B e r 1 ij
n
ietwat ]iisteloos gestemd. Tegen het einde der weekech.terj
toen bleek, dat in Frankrijk de opheffing ‘van het lijdelijk.
verzet nog geen toenadering te voorschijn had.geroepen, toen’
voorts duidelijk werd, dat de chaotische ‘toestand ‘in het
geldwezen slechts uiterst omziclitig. en langzaam op. te los-,
sen is, ontwaa.kte de kooplust
weder
en werden de meeste aandeelen op hooger koersen uit de markt genomen.
Ook te P a r
ij
s is de beurs niet opgewekt ghuve4stOa-
middellijk na de rjzing van den Fj-anc heeft men iich
van, valuta-waarden afgewend en heeft men ook ten aan-
zien van andere aandeelen een afwachtende, houding nar,-
genomen. Daarentegen heeft veel grooter’ belangstelling be staan .voor vaste-rente dragende stukken; Fmansche staats-
obligaties konden vrij belangrijk monteeren. Buitengewoon
gqnstig kan deze omstandigheid worden genoemd voor de
thans ter inschrijving aangeboden: schatkistbiljetten. Deze
zijn iets goedkooper dan die van April jl. (de koers is
Fr., 492,50 inplaats van Fr. 495) en de Regeering hoopt het
bedrag van Fr. 5 milliard, dat zij nog vÔÔr liet einde van
het, jaar geajstoriseerd is op te nemen, thans te zullen ver-
krijgen. ,De stemming bij het publiek is ontegenzeggelijk
gunstig ten aanijen van zuivere beleggingswaardeu,. te-
868
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
3 October 1923
meer, waar cle handel en voornamelijk de buitenlandsche
handel, sterk gehandicapt worden door cle plotselinge
waar-
devermeerciering van den Franc. Het directe gevolg van dc
opheffing van het lijdelijk verzet in het Ruhrgebiecl zal dus
kunnen zijn afgezien natuurlijk van latere wijzigingen –
een moeilijker tijd voor het internationale haudeisverkeer en
een sterker concurrentie voor de binnenlandsche nijverheid,
althans indien Duitschland weder spoedig in staat zal zijn
tot export op eeuigszins groote schaal en indien de leve-ranties in natura weder ter hand worden gcnomen. In dit verband is de stemming te Parijs niet al te opgewekt ge-
weest.
Het tegenovergestelde viel echter voor cle markt te L o n-
d e u te constateeren. Weliswaar was men ook hier nog
zeer terughoudend; men ziet de geweldige moeilijkheden te
duidelijk onder liet oog, dan dat men ze ook slechts een
oogenblik zou onderschatten. Doch de grondtoon is bcte;
geworden. De stijging van den Franc kan reeds dadelijk van
invloed zijn op tal van industrieën, speciaal op cle wol-
industrie – welke naar bekend is, de bescherming van da
Safeguarding of lisdustries Act heeft ingeroepen. In dc
City is men in
,
groote lijnen vSOr het oude principe van vrijhandel, zoodat iedere steun, die dit stelsel ondervindt, met blijdschap wordt begroet. En door de rechtstreeksche
verbetering van den toestand derhalve dn door een gun-
stiger perspectief is dan ook ter beurze invloed tea goede
uitgeoefend.
Te
N
e
w
Y
0 1
k is de stemming zeer weifelend geweest.
Nog steeds spreken de verschillende berichten uit de krin-
gen van handel en nijverheid elkaar tegen. Waar eenerzijds
de staalfabrieken met SO 1. 90 pCt. der capaciteit arbeiden,
nemen anderzijds de totalen der binnenkomende orders af
Terwijl de statistiek ongekende cijfers publiceert tea aan-
zien van de wagonladingen bij de spoorwegen, spreken de meldingen uit New York van een teleurstellend hcrfstver-
voer. Er zijn dan ook reeds velen in de Unie, bij wie het
besef langzamerhand sterker wordt, dat de periode vat
huitengewoneil. bloei, mogelijk gemaakt door het vele, dat
na den oorlog op allerlei gebied was in te halen, ten einde
loopt. Dit wil natuurlijk niet zeggen, dat men zich op eea
CriSiS zou moeten voorbereiden, doch wel, dat andere banen
gezocht moeten.worden ter handhaving van de prosperiteit.
Ondanks de weifeling echter is de tendens ter beurze niet
bepaald ongeanimeerd geweest; eerder viel een zekere te-
rughouding op te merken.
Te n o n z e
is
t heeft de markt een zeer kalm verloop ge-
had. B&eggingswaarden bleven aangeboden, in het bijzonder
onze
inheo’nnscho staatspapii3refl,
waarbij de cijfers van ile
millioenen-nota en de geweldige moeilijkheden, die tot dek-
king van het tekort op de staatsbegrooting overwonneli
moeten worden, hun invloed deden gelden. –
24 Spt. 28 Spt. 1 Oct. Rijzing
ef
daling.
6
ol
o
Nederland 1922 . . . . 99
. 98o1
+ 116
5
0
10
,,
1918
. . .
89
SS’/
8815116
–
/16
434
0
10
,,
1916
. . . .
87′
8634 8634
–
1
11
1
1
6
4
O/
,,
1916
….
8061
8
8071
je
805/
4-
34
334
o/
,,
-.
..
. .
7334
738%
7334
3
0
/0
,,
. . .
6310
6334
630
18
–
34
234
0
/0
Cert. N. W. S…….
55
531
–
1
,
1
8
7
ol
o
Oost-Indië 1921
10134 101
101’1
–
/oo
6
o/
,,
1919
. . . .
97
,
1
16
96’1
969
—34
5
oj
,,
1915
. . .
9134
91
9134
5
0/
Rusland 1906
43
434
434
+
34
4
0/,,
BusI. bij Hope
&
Co
41
1
/56
41
5t(
+
0116
4
0/,,
Japan
1899 ……..
6234
6334
6334
+
1
5
0
/0
Brazilië
1895
…. ..
5
‘i
–
–
8
0
/0
San Paulo
1921..
9651,,
9634
97
116
+
6116
6
ol
o
Amsterdam 1920
101
–
–
7
ol. Rotterdam
1920.
. .
1011
10
1017,116
102
+
15
111
De
potzoieurn-afcleeling
was eveneens bom, voornnunelijk
in
verband met de niet zeer opgewekte stemming voor het
hoofdfonds in New York. De overproductie in Califordië
begint een steeds drukkender invloed op het rendement van
petroleum-aandeelen in het buitenland uit te oefenen
CII
hoewel aandeelen Koninklijke Petroleum hiervan nog ge-
heel vrij zijn gebleven, is dit fonds toch wel iets gevoeliger
voor berichten in deze richting geworden.
Daarentegen waren
suiker-aandeclen
opgewekter van
toon in verband met de betere noteering voor Cuba-suiker
te New York. Eveneens waren de overige
cultuier fondsen.,
als
thee- en rubberwaa.rden
gevraagd, de laatste als ge.
volg van berichten omtrent termijn-afcloeningen tot bevre
digenden prijs.
Tabaks-aandeelen
hadden een afwijkend ier-
loop; in het midden der week iets aangeboden, konden zij zich tegen het slôt eenigszins in koers verheffen.
•
24 Spt. 28 Spt.
1 Oct. Riizng ol
daling.
Amsterdamsche
Bank
…..
1158%
11534
–
+
8%
Incasso Bank
…………
8834
–
8734
—34
Koloniale Bank
……….
155
15534
154s18
– 31,
Ned.Handel-Mij.cert.v.aand.
125
7
1
12534
126
•
–
j
–
‘/
Rotterd. Bankvereeniging..
9034
–
–
Van Berkel’s Patent ……
3934
3834
38
–
134
Gouda Kaarsen
……….
75j.
7434
–
–
1
Hol!. Draad- en Kabelfabriek
59
58
59
A. Jurgens’Ver.Fabr.g.aand.
5434
–
5111,
–
3
1
/s
pr. aand.
61
-6134
5934
–
134
Leerdam Glas! abrïeken ….
3134
–
–
Philips’ Gloeilampenfabriek
251
–
248
–
3
Vereenigde Blikfabrieken..
10134
102
–
+
34
Vereen.Chemisehe Fabrieken
36
34
–
—2 CompaniaMercantilArgent.
13′
1134
10
–
31
Cultuur-Mij. d. Vorstenland.
16834 16634
164’1
–
38%
Handelsver. Amsterdam… . .
450
45034
447
—3
Handeisverg. Reiss
&
Co..
..
2871
– –
Int. Crediet- en flandelsverg.
Rotterdam
…………
19%
17734
17934
—34
Linde Teves
&
Stokvis
.. .-.
60
,
1
8
6334
6134
+
1
3
1
8
Redj aug Lebong Mijnb..Mij.
100
10034 9834
–
134
Gecons. Roll. Petroleum-Mij.
13434
12651
8
12534
–
9
Kon. Petroleum-Mij.
……
34/8
34034
33834
–
11
0
18
Phoenix
Oil …………..
89%
88
8634
.-. 334
Anisterdam-Rubber-Mij
. .
..
150s
15134
14851
—2
Kendeng Lemboe
……..
183
185%
18634
+
334
Oost-Java.Rubber-Mij.
….
219
21
5
1
1
21634
—234
Deli.Batavia Tabak Mij.
..
305
29434
28834
–
1634
Deli-Maatschappij
……..
286
28234
282
–
4
Senembah-Maatschappij
..
262
25234
250
–
12
$cloeepveartwaarden
bleven
vrijwel verwaarloosd;
alleen
7 püt. obligaties Kon. Hollandsche
Lloyd konden eenige be-
laugstelling trekken
als gevolg
van
de betaalbaarstelling
van den October-coupon.
24 Spf.
28 Spt.
1 Oct.
Riizing of
daling.
Holland.Amerika.Lijn
….
8234
82
8034
—2
,,gem.eig.
7034
7011,
6
6934
–
1
Hollandsehe Stoomboot.Mij.
17
178%
–
+
34
Java-China-Japan-Lijn
77
–
80
+
234
Kon. Hollandsche Lloyd
8
7
18
– –
Kon. Ned. Stoomb.-Mij …..
53
Konink.Paketvaart-Mij.
.
114i
–
111
–
3
,
1
8
Maatschappij Zeevaart
52
541,
–
4
234
Nederl. Scheepvaart-Unie
106%
106
104518
–
211
Nievelt Goudriaan ……..
8534
8534
85
—
34
Rotterdamsche Lloyd ……
122%
–
11734
—534
Stoomv.-Mij. ,,Nederland”
5
.
14134
139
137
—49/,
,,Noordzee”
.
2634
23
7
1
8
23
–
334
De
A.ine,-ikaecnselce na.rkt
was zeer stil. Eenige aandacht
werd getrokken door de introductie
aan
onze beurs
ver5
dollar-obligaties, eelt lieleggius-object, waarvoor
in den
laat-
sten tijd nogal is.steresse bestaat.
–
24 Spt.
28 Spt.
1
Oct.
Rijzing
of
daling.
Americ. Smelting
&
Refining
581
i
59
7
1,6
59
+
1116
Anaeonda Copper
……..
82
–
82o1
1
+ ‘160
Studebaker Corp.
……..
10534
10134
99’11
_5isi/
Un. States Steel Corp…..
93
9134
02
1b
–
’18
Atchisou Topeka ……….
10134
101 101
—34
grie
………………..
15
141511
14,14
._%
Southern Paeific
………..
91%
92
9134 — ’14
Union Pacific
…………
13634
13534
135
—134
Int. Merc. Marine orig. gw.
8
5
1
1
6
7″11
7os16
—
1
18
,,
,,
,,
,,
pref
24
23
51
8
2271
8
– 1118
De
geidsuarkt
was vast, doch ruim; prolongatie
334 pOt.
GOEDERENHANDEL
GRANEN.
2 October 1923.
Toen ons vorige weekbericht geschreven werd waren de
graanmarkten over het algemeen vast met stijgende prj.
zen. Voor broodgraan werd bij clie ontwikkeling der markt
het voorbeeld gegeven door Noord-Amerika, ofschoon, zoo-
als wij toen uitvoerig hebben uiteengezét, de statistische
positie eerder prijsverlaging zon doen verwachten wegens
wereldvoorraden, clie de behoefte overtreffen. Zooals echter
wel meer in den graanhanciel pleegt voor te komen, be-
wogen de markten zich niet in de richting, die de factoren,
welke geacht worden haar te beheerschen, aangeven. Ook
deze week heeft daarin geen verandering gebracht. Nieuws
op het gebied van oogstopbrengsten valt niet te vermelden.
Aan het vooruitzicht, dat de verbruikers in invoerlanden
in dit seizoen ruime keus zullen hebben uit het tarwe-
-•
3 ‘October 1923
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
Noteeringen.
Chicago
Buenos Agre,
Data
Tarwe
Mars
Haver
Tarwe
Mars
Lljnzoad
Sept. Sept.
1
Sept. Sept. Sept.
Sept.
29 Spt. ’23
302’1
9051
8
4031
8
11,50
9,-
23,75
22
,,
’23
101
86/
39;
11,30
8,85
23,-
29SpL
1
22
108
62
414
11,80
8,15
19,25
29 Spt. ’21
118
48Y,
33
15,80
7,40
17,20
29 Spt. ’20
230
129 55
20,40
1
)
9,35 25,75
20Juli’14
82
56s1
8
36X
9,40
5,38
13,70
1)
Per Febr.
‘Locoprijzen te Rotterdam/Amsterdam.
Soorten
1 October
1923
24 September
1923
2 October
1922
Tarwe …………….
1)
12,50
12,50 12,75
Rogge (No. 2 Western)
1)
0,20 9,20
10,25
Maïs (La Plate) ……..’)
189,-
194,-
215,-.
Gerst (48 ib. malting) …
2)
177,- 174,-
208,-
Haver (38 ib. White cl.).
.1)
10,-
10,-
10,80
Lijnkoeken (Noord-Amen.
kavan La Plata-zaad)
1)
12,_
11,75
1:3,50
Lijnzaad (La Plata)
. .
.3)
443,
437,- 390,-
1)
p. 100 IÇG.
2)
p.. 2000 KG.
3
per 1960 KG. ) Nr. 2 Hard Bed Winter Wheat.
AANVOEREN in toits van 1000 KG:
Rotterdam
Amsterdam
Totaal
Artikelen.
2329 Sept.
Sedert
Overeen1
23129 Sept.
Sedert
Overeenk.
1923
1 Jan. 1923
tijdvak 1922
1923
1 Jan. 1923
tijdvak 1922
1923 1922
Tarwe …………….
2S.S8
581.190 879.300
–
31.086
30.124
612.276
909.424
Rogge
……………..
5.645
.
311.862
211.043
–
485
–
312.347
211.043
Boekweit
………….
…..-
16.497
9.555
–
–
–
16.497
9.555
Maïs
………………
25.573 457.713
746.015
1.130
55.081
73.790
512.794
820.705
10.722 181.539
108;596
194
10.006
3.597
191.635 112.193
1.631
57.445 85.374
–
533
50
57.978
85.424
1.089
107.594
143.76
9
–
49.856 66.793
157.450
210.562
Gerst ………………
Haver
………………
156.419
90.846
–
–
1.547
156.419
92.393
Lijozaad ……………
Lijnkoek ……………1.075
8.273
78.235
43.867
–
4.509
5.338
82.744
49.205
Tarwemeel ………….
Andere ineelsi,orten ..
–
1.444
8.106
–
–
–
2.615 1.444
10.721
aanbod van verschillende cleelen der wereld ter aanvulling
van eigen groote opbrengsten, is niets veranderd. Toch
bleef in Noord-Amerika bijna de geheele week de tarwe-
isiarkt vast met stijgende prijzen wegens de reeds in ons
vorige bericht vermelde verwachting van betere toestanden
in Europa en het naderend einde va.0 de Rnhrkwestie.
Werkelijk leidden de laatste gebeurtenissen in het Ruhr-
gebied tot nieuwe bedrijvigheid van de Duitsche regeerilig
als koopster van graan. Bijna 10.000 ton stoomende Noord-Amenikaansche tarwe, gedeeltelijk reeds op weg naar Ham-
burg, doch nu naar Rotterdam gedirigeerd, alsmede rond 25.000 ton La Platatarwe kocht zij met bestemming naar
den. Beneden-Rijn, doch de eigenlijke geregelde handel gaat
zeer voorzichtig te werk en in alle Europeesche iilvoerlan-
den is het vooral spoedige tarwe, die de aandacht trekt
ter bevrediging der onmiddellijke behoefte, terwijl zaken
op aflading niet omvangrijk zijn. Eigenlijk kwamen die in
eenigszins ruime mate slechts tot stand in Engeland, waar
nog vrij geregeld Canadeesche soorten op aflading werden
gekocht. Ook daar echter betreffen de zaken vooral spoe-
dige partijen, waarvan Manitobas weder het grootste ge-
nleelte uitmaken en een premie blijven bedingen boven
latere posities. Enkele markten, vooral Liverpool, kochten
ook de goedkoopere tarwesoorten, doch vooral Britsch-In-
(lische, waarvan de kwaliteit tegenvalt, is moeilijk te plaat.
sen. Ook spoedige La Platatarwe was herhaaldelijk drin-
gend aan de markt. Duitschland kocht behalve de zooeven
vermelde regeeringsinkoopen voor het Rulirgebiecl slechts
weinig tarwe en ging voort met geregelde, doch hiet groote
zaken van Noord- el.t Zuid-Amerika. Nederland kocht spoe-dige ,La Platatarwe en de goedkoope Noord-Amerikaansche
soorten, terwijl ook in België de handel niet levendig is en
zich beperkt tot het dagelijks benoodigde. Over het alge-
meen blijft men dus in Europa den loop der markt afwach-
ten in de verwachting, dat de groote Canadeesche oogst,
goede vooruitzichten in cle uitvoerlauden van het Zuidelijk
halfrond en de zeer bevredigende opbrengsten in Europa
niet uitvoer-overschotten in Rusland, Roemenië, Zuid-
Slavië en Hongarije niet zullen nalaten binnen af zienbaren
tijd den tarweprijs te drukken. Reeds scheen op 29 Sep.
tember die verwachting, tot werkelijkheid te worden, toen
zoowel te Chicago als te Winnipeg gevoelige prijsdalingen
intraden, doch gisteren reeds werd een gedeelte dier prijs-
verlaging weer ingehaald. Tegenover een week tevoren,
sloot Chicago voor December nog 2i,, voor Mei
7/
dollar
–
cent per 60 lbs. hooger, Winnipeg X cent voor October en cent voor December. De prijsbeweging in Europa voor
Nodrd.Ameriksiansche tarwesoorten volgde deze fluetuaties,
doch de kooplust werd verder beperkt door de in de afge
loopen week weder ruime verschepingen, die zoowel van
Noord- als van Zuid-Amerika aanmerkelijk vermeerderden.
Daarbij komt, dat spoedig een sterke toename wordt ver-
wacht van de tarweverschepingen van de Noord-Amen.
kaansche Westkust. Maatregelen worden getroffen voor
den uitvoer over Vancouver van een groot gedeelte der
Canadeesche tarwe. Er zal echter een flinke achterstand
moeten woi-den ingehaald, vOdr de Noord-A.snerikaansche
tarweverschepingen den omvang van het vorige seizoen
hebben bereikt. Tot nog toe bedrageti zij daarvan slechts
60 pCt., terwijl de verschepingen van meel nauwelijks zijn
vermeerderd. Van Argentinië is sedert den aanvang van
dit seizoen ongeveer evenveel verscheept als in het overeen-
komstige gedeelte van 1922. De vermeerderde verschepin-
gen van Argentinië in deze week brachten geen verminde-
ring in den voorraad in de Argentijnsche havens teweeg.
De aanvoeren zijn namelijk ruim, doch de ten slotte nog
vrij bevredigende omzet en het Noord-Amenikaansche voor-
beeld leidden tot pnijsverhoogingen aan de termijnmarkten
te Buenos Aires en Rosanio van 5 tot 25 centavos per 100
KG. Het meest is de Februari-termijn gestegen, ofschoon cle
vooruitzichten voor den nieuwen oogst uitstekend blijven.
Van Rusland gaan de tarwverschepingen op bescheiden
schaal voort. Zij blijven nog ten achteren bij die van andere
graansoorten, doch dat het de Russische regeening ernst
blijft met haar exportplannen, blijkt uit ban- voortdurende
bevrachtinigen van scheepsruimte van de havens der ‘Zwarte
Zee. Het Russische rogge-aanbod wekt weinig belangstel-
ling. Ook overigens werden in rogge niet veel zaken ge-
daan, afgezien van de Duitsche inkoopen voorhet Ruhrge-
bied. In Nederland is de vraag naar buitenlandsche rogge
nog niet weder levendig, hetgeen echter niet wegneemt, dat
de laatste dagen weder eenige zaken van Noord-Amerika
werden gedaan. Scandinavië . en Denemarken blijven koo-
per voor rogge. Dat deze landen niet kieskeurig zijn ten
opzichte van de kwaliteit, blijkt uit hun belangstelling voor
G-roningsche rogge, die zeer onbevrecijgend is uitgevallen en
waarvan natuurgewichten van nauwelijks 60 KG. per H.L. geen uitzondering zijn. Chicago was voor rogge vast, doch
door de flauwe markt op 29 September kwam het ten slotte
niet tot prijsstijging van beteekenis.
Ging voor broodgraan de vaste stemming dezer week iii
de eerste plaats uit van de uitvoerlanden, vaarbij Europa
slechts schoorvoetend volgde, voor mais is men ook in de invoerlanden algemeen overtuigd, dat voor prijsverlaging eigenlijk in den eersten tijd weinig aanleiding bestaat. Nu
en dan brengen onverwacht groote Argentijnsche versche-
pingen eenige weifeling en pnijsinzinking teweeg, zonals
ook dezer dagen het geval is. Juist was in deze week cle
naïsmarkt vast met pnijsverhooging voor alle soorten,
wa-irtoe ook zeer vaste markten in Noord-Amerika, die
vroege aanvoeren van Noorci-Amenikaansche mais onwaar-
schijnlijker maken, hadden meegewerkt. De September.ter-
mijn te Chicago eindigde op een zeer hoog niveau en niet
slechts een enkele onderbreking stegen ook de termijnen van
den nieuwen oogst aanmerkelijk ten gevolge van vorst- –
schade. Voor December bedroeg do verhooging 4, voor
Mei 2
1
/
8
dollarcent per 56 lb. In Engeland verbeterde de
Yrag naar maïs en zoovel La Plata als Zuid-Afniknansche
maïs, in ladingen en in parcels, ontmoetten tot stijgende
prijzen meer kooplust. Het feit, dat reeds % van het
Argentijnsche maïsoverschot en ineen dan de helft van het
iii Zuid.Afrika beschikbare slirplus verscheept zijn, had
870
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
3′ bctobr 1923
die vaste stemming ten gevolge. Ook is het Russische aan-
bod van maIs zeer klein en verhoogde Roemenië zijn prij-
zen voor het restalit zijner ôude mais. Wel belooft cle nieuwe
oogst daar een ruime opbrengst, doch het zal nog eenigen
tijd duren, vdOr de verschepingen daarvan een aanvang
nemen. En’ België is de vraag voor maïs bevredigend en
ook Nederland was vast, ondanks, de aanvoeren van La
:plata-maïs, die spoedig te verwachten waren. In de laat-
ste dagen der week arriveerden daarvau de eerste booten
tegelijkertijd met eenige partijen van den Donau en toen
bovendien groote meïsverschepingén van Argentinië iver
–
den gemeld, die in Engeland de stemming deden omslaan
en daar cle prijsverhooging der week verloren deden gaan,
verminderde in Nederland de kooplust sterk, zoodat giste-
ren stoomencie LaPlatcnrnaïs enkele guldens per last
lager
te koop was met weinig vraag. Het zou ons echter niet
verwonderen, indien doôi de vaste statistische positie van
maïs, ook deze inzinking slechts zeer tijdelijk zou blijken te zijn, al zal het misschien aan cle Necler]andsche markt
eenige moeite kosten dle tot half October aankomende hoe-
veelheden La Plata-maïs op te nemen. In Argentinië houdt de maïsprijs zich goed staande, ofschoon cle laatste dagen
cle markt iets minder vast was en na eenige fluctuatie in
den loop de/ week sluiten de termijnmarkten onveranderd
tot 5 centavos lager. Zuid-Afrikaansche maIs bleef in En-
geland vast en blijft ook hier de aanclaht trekken. Dage-
lijks komen daarin zaken tot stand, ofschoon de hooge prij. zcn, clie aan de Engelsche markt betaald worden, de zaken bemoeilijken., Duitschlanci- koopt weinig maïs, doch toont
meer belangstelling voor het goeclkoopere artikel gerst,
die vooral van Rusland wei’cl gekocht. Russische gerst werd
deze week ruim aangeboden en behalve naar Duitschlancl
werden ook naar Nederland daarin groote zaken gedaan, zoow’el wegens goede kwaliteit als wegens den prijs, die
eenige guldens lager was dan voor Donaugerst. In deze laat-
ste soort was in Nederland dan ook de omzet minder grodt;
doch België kocht ze geregeld, terwijl ook naar Engeland
zaken in Donaugerst werden gedaan. Volgens de laatste
berichten uit Roemenië valt de kwaliteit der gerst ten
slotte mee, doch de opbrengst blijft sterk ten achteren bij
het vorige jaar. Zij bedraagt circa 25 pCt. minder dan in
1922. Ook kocht men daar weder Perzische gerst, clie in
cle meeste andere landen slechts zelden koopers vindt. Voor-
al kocht Engeland Canadeesche gerst; waarin ondanks de
hooge prijzen ook naar Nederland nu en dan zaken tot
stand kwamen.
Haver was in Engeland vast voor Canaclesche soorten
en ook La Piatahaver trok meer belangstelling, daar voor
Noord-Afrikaansche de prijs vrij aanmerkelijk hooger uit-
kwam door den hoogeren frankenkoers. Nog grooter dan voor gerst is in Roemenië de vermindering tegenover het vorige jaar itt de opbrengst der haver. Zij bedraagt onge-
veer 30 pCt.
SUIKER.
NOTEERINGEN.
Londen
how York
WhIte Java
Amer. Cra, 96pC1
Data
‘5’7′
Ta(e
f.,.b. per
nulated cdl.
Centri
Dec.
No 1
OcL,Dec.
Oci/Dec.
jcigals
5h.
5h.
$ ets.
27Sept.’23 [29
7
1,6019 ‘
251_
321_nom. 7,78
20 ., ’23 ,,273/
8
599
2413
321_ nom.
7,03
27Sept.’22
,,2171
54/9
1813
211_
4,77
27Sept.
1
21
„23 71
1
,
5716
1919
251_
4,23
4 .Tuli ’14i
1
11
1
13
/
32
181_
–
–
3,26
Op de verschillende suikerniarkten kon ook deze week de
rijzing zich verder handhaven, totdat ten slotte aan. het,
einde eene reactie iiitracl, welke uitging van. N e w Y
0 1
ahi’aar de termijniioteeringen wat fluctueerden en.cle markt
het volgende aanzien vertoonde Spot Centrifugals, ope-
hing: 7,41/slot 7,78, September opening: 5,30, hoogste punt:
5,90/slot 5,76; December 4,8515,1414,93; Maart 3,96/4,161
3,93; Mei 4,04/4,2414,03.
De Anierikaansche Raffinadeurs bleven als koopers in cle
markt en kochten Cubasuiker tot prijzen oploopende tot
dc. 6,-. Daarna konden zij Peru en Brazilië suiker tot
iets lagere prijzen machtig worden.
De C u b a-statistiek geeft het volgende weer:
1923
1922
1921
Tons
Tons
rons
Weekontvangsten 22 Sept. ’23
18.113
37.040
7.000
Tot. sedert 1Dec. ’22-22 Sept.’23 3.378.908 3.758.137 3.207.000
Aantal werkende fabrieken –
–
2
2
Weekeiport 22Sept.’23 ……63.315
45.821
17.000
Totale export 1jan.-22 Sept.’23 3.060.563 3.410.742 2.012.000
Tôtale voorï-aad 22 Sept. ’23
318.351
363.910
–
1.195.000
Vodr den Europeescheu_
.
biet6ogst zijn de vooruitzichten
over het algemee» gunstig. In D ci i t s c h 1 a. n cl is liet op
het oogeublik nog zeer lastig te taxeeren hoeveel van den
bietoogst èffectief tot suiker zal ivorden verwerkt, resp.
welk gedeelte voor veevoeder zal voi’clen saugevencI.
F.O.Lieht publiceert zijne eerste voorloopige rming van
cle Europeesche bietsuikeroogsten als volgt:
Tons Tons
Duitscitlaud
…………….
1.375.000
1.460.000
Tsjecho-Slowakije
…………
950.000
.
726.472
Oostenrijk
. .
. ..
………….
40.000
24.000
Hongarije
………………
110.000 82.000
Frankrijk
………………
510.000
492.000
België………………….
300.000 268.928
Holland
………………..
330.000
255.592
—
Denemarken
…………….
114.000
90.000
Zweden
………………..
175.000
‘71.800 Polen
…………………
450.000
310.000
Italië
………………….
325.000
297.280
Spanje
………………..
190.000
70.000
Rusland –
……………….
300.000
200.000
Overige landen …………..
175.000
101.500
Totaal in Europa ……….5.344.000
4.549.572
Natuurlijk zijn bo$enstaande cijleis voor aanmeikelijke
wijzigingen vatbaar al naar gelang van dc weersgesteldheid
gedurende! October.
De zichtbare voorrclen zijn volgens Czarnikow’:
1923
192
1921
Tons . Tons . Tons
Duitschiand 1 Aug. “23 ……
424.900
147.900
178.800
Tsjechoslowakije 1 Sept. ’23.
31.000
15.600
71.000
Frankrijk 1 Aug. ’23 …….
104.000
61.000 ‘ 36.700
Nederland 1 Sept. ’23 …….
16.600
52.700
14.900
België 1 Sept. ’23 ……….
26.000
23.300
12.000
Engeland 1 Sept. ’23 ……..
336.500
291.950
297.000
Totaal in Europa….
939.000 592.450 610.400
Ver. StaL. (Atl. hav.) 22Sept. ’23
110.000 .127.750
117.200
Cuba 22 Sept. ’23 ……….
318.400
356.000 1.195.600
Totaal .. 1.367.400 1.076.200 1.923.200
In Enge 1 a ii cl toonde zoowel cle termijnmarkt als die voor effectieve suiker eene verdere rijzing, totdat aan het
einde der week met cle lagere Amerikaansehe noteer.ingen
ook hier eene reactie intrad. Entussehen hadden Raufina-
deurs hunne prijzen deze week met sh. 1/- verhoogd. [ii En-
geland aangekomen Javasuiker werd tot stijgende prijzen
gedeeltelijk door cle consumtie opgenomen en gedeeltelijk
naar het Continent herverkocht; er bleef dan, ook weinig
11 avasuiker onverkocht.
In J a v a waren sommige houders meer geneigJ tot af-
geven, doch gaandewég verbeterde de stemming weder.
Herverkoopeu vonden plaats tot en.
ƒ
16,37y
2
voor Supe-
rieur en tot
f
15,37 /15,75 voor No. 16 en hooger. Het
rendement van 146 fabrieken bedroeg per 1.5 September slechts ruim 4 pCt. niinder dan verleden jaar.
Ook h i e r te 1 a n cle was de markt geduieuc1e de afge.
loopen week iast gestemd en liepen prijzen voor October/
December-levering en voor latere leveringen, resp. ca
.
f
2
en
f
1 op. Door realisatie-aanbod tea gevolge van het lager
afkomen van Amerika toonden koopers zich terughoudend
en sloot de markt in eene bepaalde flauwe stemming, met
prijzen als iolgt: October
f
29,75; December
f
26,87 ‘;
Maart.f 27; ,en per Mei
f
26,75. De tôtale oalzt op ‘de ter-
mijnmarkt beliep gedurende de afgeloopen week ca. 8000
tons. Ook voor loco partijen Javasuiker, zoowel als voor
spoedigen af scheep van Engeland bestond hier vrij veel be-
langstelling en daarvoor werd van
f
31,50 tot
f
33 he-
ta dcl. Verdere zaken stuitten af op de door honclers ge-
vraagde hoogere prijzen.
KATOEN..
Noteeriug voor Loco-Katoen
(i’vliddling Uplands.)
27
Sept.
‘23120
Sept.23 14Sep!. ‘23127 SepL’
22
1
27
Sept.’21
New York voor
.
.
1
Middling . . . 29,45 c 30,50 c 2
.20,70 c 21,55e
New Orleans
voor itliddlingl 28,25e 29,25e 27,50e 20,25e 20,50e
Liverpool voor
li’y Middling 16,95 d .18,58 d
1
17,39 d 12,84 d 15,09 d
3 October 1923
ECONOMISCH-STATISTISCHE.BERICHTEN
871
Ontvangsten in- en uitvoeren vain Amerikaansehe Ihavens.
(In dulzendtallen balen)
1
Aug.
’23
Ooereenkomstige perioden
28Sep1
lo1
.’23
1922
1
1921
Ontvangsten Gulf-Havens.
1.172
941
1.052
,,
Atlantjiavens
f
Uitvoer n aaj Gr. l3rittanuië
241
208
120
‘t Vasteland.
451
326
539
Japan ….
36
54
209
Voorraden.
(In duizendtallen balen)
28
Sept.
’23 28
Sept.’22
28Sept.’21
Arnerik. havens …………487 –
672
1.412
Binnenland …………..574
734
1.148
New York ……………-
–
–
New Orleans …….. . …
.-
–
–
Liverpool …………….66
275
517
Marktber.ioht
van
de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons,
Manchester, d.d. 19 September 1923.
Prijzen voor Amerikaansche katoen, clie geregeld zijn
gestegen, bleven Donclerclag en Vrijdag eenigszins 01) het-
zelfde niveau. SiLlsclien zijn noteeringen echter dagelijks op-
geloopen, zoodat over cle voorbijgegane week een aanmer-
kelijke prijstoename te vermelden is. Als voornaamste oor
–
zaak hiervan wordt de enorme regenval in de katoendistric-
tea aangemerkt, terwijl ook liet vele koopen van speculan-
ten hierop niet zonder invloed gebleven is. Enkele zaken
kwamen tot stand. Egyptisclie katoen is bijna 1 penuy
ctiiurclei dan een week geleden. De vraag is bevredigend
voor deze soort. Verkoopen van Peruvian en andere soorten
ivaren gisteren goed te noemen.
Amerikaansche garens zijn ongeveer 1
PCI1flY
duurder
clan ecu week geleden. De vraag naar grove nummers is
gering, terwijl medio nummers beter verkocht worden. Ring-
garens zijn moeilijk verkoopbaar en prijzen weinig beter.
Tn extra harde garens zijn enkele zaken gedaan. Biedingen
vnu
indië voor 40er Mule zijin nog steeds niet te acceptee-
ren, terwijl donibleerders klagen over gebrek aan a;dnvra-
gen. Spinners van Egyptische katoen waren genoodzaakt
cie
prijzen
van het ruwe matcra;tl te volgen, wiai’door min-
der verkocht werd. De vraag naar 60cr twist blijft vrijwel
constant, doch spiuners hebben alle moeite hunne 11Iages
te verbeteren. Wat cle fijnere nummers betreft, hebben som-
inige spinners gedurende de afgeloopea week behoorlijk
kunnen verkoopen,
zoowCl
twist en iveft als inslag vôor
cloubleerdoeleinden. Garens voor cle naaigarenfabriekeni werdCn eenigszins meer gevraagd, doch op ‘t oogenblik is
dat opgehouden. De Boarci of Trade gaf de vorige week
aan, dat versehepingen iii Augustus, vergeleken bij
Juli,
met ongeveer 35 pOt. zijn toegenonien, doch blijft dit cijfer
nog ruim 1.7 pCt. beneden dat van Augustus 1922.
.
De stand van de doekmarkt komt ongeveer overeen niet
dien van de vorige week. Zoowel van Indië als van China
waren e1 in het begin van de week heel wat aanvragen,
terwijl biedingen in vele gevallen zoo waren, dat zij enkele
dagen vroeger wel geaccepteerd hadden kunnen worden. De
stijging van katoenprijzen heeft alle kans op zaken doen
te niet gedaan en slechts in clie gevallen, waarin leverijn-
ciers de vraag voorzien hebben, zijn nog orders afgesloten.
Verkoopen op de tegenwoordige prijshasis zijn bijna on-
mogelijk.. Slechts eerste klas goederen voor het Continent
zijn tegen cle hoogere prijzen verkoopbaar.
Manchester, cl.d. 26 September 1923.
Pi-ijzen van Amerikaansche katoen hebben de laatste week
sterk gefiuctueerd door de afwisselende weerberichten. In
enkele districten schijnt te veel regen gevallen te zijn,
zoodat de oogstscbatting opnieuw verlaagd is. Verleden
Donderdag waren prijzen bijna 4 d.. hooger dan op 1 Aug.
j.l. en het thans bereikte prijsniveau is bijna even hoog
als de hoogste prijzen van het vorig seizoen. Het wordt
hierdoor moeilijk tot zaken te komen, ook in verband met
dë nog zeer ongeregelde condities van de economische
wereld. Sedert Maandag zijn de prijzen wat flauwer, doch
men moet nog afwachten, of deze daling ook slechts van
tijdelijken aard is. Op den handel hebben deze hooge prijzen
een nadeeligen invloed en de afname door de spinnerijen
is slechts gering. Prijzen van Egyptische katoen blijven
vast en de afzet is bevredigend. Voor spinntrs van Amerikaansche garens wordt de toe-
stand slechter. Het is daarom niet te verwonderen, dat de
Spinnersvereeniging ook voor October een stopzetting van
50
o/
stanbeveelt. Groote orders zijn er niet en door de
kleine partijen, die zoo nu en dan gekocht worden, wordt
het moeilijk de positie van de spinners te verbeteren. Ook
de binnenlandsche vraag is zeer gering, terwijl biedingen
van Indië voor 40cr en 44er mule in den regel te laag zijn
en de vraag naar getwijnde garens geheel schijnt te hebben
opgehouden. Egyptische garens zijn vast, terwijl in cops
enkele ordeis geplaatst zijn. Ook in 6412 en 8412 om te
mereeriseeren is voor Bombay iets gedaan, doch prijzen
waren zeer slecht. Over het algemeen gaat in deze garens
dan ook weinig om.
De kleine daling in katoenprijzen heeft nog niet veel
invloed op de prijzen van manufacturen, speciaal van Indië,
maar biedingen zijn over ‘t algemeen te laag voor de tegen-
woordige vraagprijzen, daar de meeste fabrikanten niet
bereid zijn, verdere concessies te doen. De positie voor de
meeste weverijen is dan ook niets verbeterd, hoewel enkele
fabrieken, speciaal in fancies, wel voor geruimen tijd bezet zijn.
19 Sept. 26Sept.
Oost. koersen. 18Sept. 25
:
ept.
Liverpoolnoteeringen.
:
T.T. op Indië
1145
1I4zg
F.G.F.Sakellarides 18,50 18,05 T.T. op Hongkong 2
3s/
2/3
G.F. No. ] Oomra 10,20 10,20 T.T.op Shanghai 312
32
KOFFIE.
(.11eclecleeling van (le Makelaars G. Duuring & Zoon, Kolff
& Witkanip, Leonard Jacobson & Zonen en 0. Bijdendijk.)
Noteeriugen en voorraden.
Rio
Sonios
Data
Wisse/koers
Voorraad
rs
PIj
Voorraad
Priji
No. 7
No.
4
29 Sept. 1923
693.000
20.225
937.000
23.000
5i5/
22
1923
737.000
20.825 1.101.000
23.000
&
5
15
1923
759.000
19.600 1.099.000
22.500
551,
29 Sept. 1922
1.799.000
16.675 2.542.000
22.800
6
15
1
32
Ontvangsten.
Rio
San
to.,
Dafo
–
Afgcloopen
Sederi
.
Afgeloopen
1
‘Sedert
week
1
Juli
week
1
1
Juli
29 Sept. 1923….
106.000
11.083.000
1
213.000
1
2.468.000
29 Sept. 1922..
..
77.000
891.000
1 70.Ô00
1.761.000
NEDERLANDSCH-INDISCHE THEE.
(Opgave Pakhuismeesteren van de Thee.)
(Herleici tot 1/1 Kisten.)
Voorraad 31 Augustus 1923………..48.065
Sedert aangevoerd ……………. . …
15.063
63.128
Sedert afgeleverd …………………31.193
Voorraad heden ………………….31.935
Waarvan in de eerste hand…………15.700
Amsterdam, 29 September 1923.
RUBBER.
In de afgeloopen week heerschte
er over het algeeen
een iets betere stemming met meerdere kooplust. Het slot-
evenwel was weer
flauwer en de
aanvankelijk
gestegen
prijzen daalden weer tamelijk snel:
De slotnoteeringen zijn:
einde voorafgaande week:
Prima Crëpe
October .. 81
ct
………..
80x
ct.
Nov./Dec.
83
…………..
82K
Jan./Maart844
.
…………83
Smoked Sbeets October..
81
,………….
80K
Nov./Dec.
82
,………….
82i/
Jan./Maart83
,………….
83
2 October 1923.
COPRA.
De markt was deze week zeer vast., en er gingen dagelijks
groote posten om. Consumenten kochten regelmatig, vooral
stoomende partijen.
De noteeringen zijn:
Ned. md. f.m.s. stoomend, dichtbij
f
33,25
September aflading 32,62,i.
Oct./Dec. 31,75
1 Oct. 1923.
STEENKOLEN.
Sinds ons laatste rapport is de markt afwisselend flau-ver en vaster gestemd geweest. De verwachting is alge-
meen geweest, dat de productie in Centraal-Europa, dank
872
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
3
October 1923
zij het opgeven van het lijdelijk verzet door de Duitschers
zou toenemen en dat in dat geval de vraag van Duitsche
zijde naar Engelsche kolen verminderen zal. Of deze ver
wachti rig bewaarheid zal worden moet worden afgewacht.
Zooveel is zeker, dat de markt op het oogenblik onmisken
haar feekenen van grootere vastheid vertoont en dat de
Engelsche snijnbesturen de toekomst niet zonder vertron-
weri tegemoet zien.
De prijzen zijn als volgt:
Northumberland Ongezeefde …….
f
15,65
:l)nrhum Ongezeefde ……………, 16,25 Cnrdiff Ongezeefde …………….,, 17,50
Schotsche Gezeefde …………….,, 14,75
Yorkshire Gewasschen ])oubles ,, 18,50
Gietcokes
……………………
..30,-
alles per ton vau 1000 KG., franco RotterdamfAmsterdam.
Siarkt vast.
2 October 1923.
VERKEERSWEZEN.
GRAAN.
1
Data
Peiro.
Lo’in
R’dam
Odessa
Rotte,-
dam
All. Kust
Ve,. Staten
San Lorenzo
Rotte,-
1
Bristol
Rotte,-
–
Enge-
Jam
Kanaal
dam
land
24-29 Sept. 1923
–
141_
2
2,15
–
2218 2218
17-22
,,
19231
–
14/_
2
2,15
1
–
2217
2217
25-30 Sept. 19221
– –
12 c
3
31_
221_ 221_
26 S.-1 Oct.
1921
1
– –
413
413
231…
231_
Juli 1914
11 d.
713
11113.
1/113
121_ 121_
KOLJiN.
Card(fl
Oost1. Engdand
Data
Port
La
1
Rotte,- Gothcn.
Bordeaux Genua Satd
dam
tiurg
Rivie,
24-29 Sept. ’23
616
9/_
913
1316 519
616
17-22 ‘,,
’23
619
9/2
913
12111 514
616
25-30 Sept. ’22
71_
1118
1319
161_ 5/41
716
26 S.-1 Oct. ’21
813
1313
13/_
141_ 616
9/_
Juli
19141
fr. 7,-
71…
713
1416
312
41_
1) $
per ton kolen.
2)
Per ton d.w.
8)
Am. cents per 100 lbs.
RIJNVAART.
–
Week van 23-30 September 1923.
1)e aanvoeren van zeezijde waren minder dan de vooraf-gegane week. i3ehalve kolenbooten omvatten deze ook en-
kele graan- en ertshooten. Rijnschepen waren in alle af-
metingen voldoende voorradig, aanbieding daarentegen ta-
inelijk. –
De claghuur voor groote Duitsche schepen bedroeg ge-
micicleld 2 dts., voor kleinere vlotgaande i)uitsche schepen
2-2% ets. Voor groote Hollandsche schepen werd 2-2’/
ets., voor kleine 2 ets. betaald. De waterstand was tot in
het laatst van de week langzaam wassend, daarna trad
we-
des val iii. Naar den Boven-Rijn werd
01)
ént.
170
M. nl-
geladen.
liet sleeploon werd in doorsnee genoteerd volgens het
55 ets. tarief.
INKLARINGEN.
NIEUWE WATERWEG.
Juli 1923
Juli 1922
Landen va n
Aantal
schepen
N. R. T.
.
Aantal
schepen
N. 11. T.
h e r komst
–
Binneni, havens
40
22.844
50
21.377
Groot-Brittannië
438
350.658
390
329.246
Duitschland -.
70
105.825
37
57.235
Noorwegen
24 30.572
47
95.069
Zweden
31
20.193
33
34.014
Denemarken
3
4.097
3
294
Rusland-Oostz.h
8
12.370
3
3.221
Finland
4
4.473
6
–
5.255
24 46.771
16
24.149
Frankrijk
22
10.420
49
48.575
Spanje
S
13.180
28
44.050
1
1450
9
20.602
Oostenr.-Hong.,
Griekeland
2
3.624
3
3.859
Rusland_Zw. Zee
4
9.937
1
1.813
Roemenië, Bulg
3
7.070
7
11.927
And. Midd. Zeeh
8
13.786
21
38.009
Over.Wk.Afrika
1
2.423
7
13.312
Italië …………
Oostkust-Afrika.
2
4.489
4
18.951
Zuid-Afrika
3
15.434
3
9.312
België ………..
Voor-Indië
7
26.671
9
31.095
Achter-Indië …
1
3.292
1
3.742
Ned. Oost-Indië
6
23.102
–
5
21.232
And. Aziat. hav.
14
67.243
7
36.495
Australië
1
5.343
1
4.366
Vereen. Staten
41
186.536
55
224.384
Canada
9
25.473
13
43.618
Midden-Amerika
7
22.616
4
11.928
Brazilië
2
6.138
1
3.253
Argent., Urug.
17
55.372
12
36.782
Chili
………..1
2.726
South Georgië
–
.
–
1
2.259
Totaal
. . –
802
1.104.128
826
1.199.424
l’eriode 1 Jan.-
31
Juli
1)
….
5.051
7.083.862
5.315
7.552.042
Nationaliteit
Nederlandsche
222
348.912
244 379.507
Britsche
303
327.758
296
363.583
106
147.653
76
71.273
Noorsche
46
47.184
47
82.783
Belgische
8
8.390
4
4.537
Fransche
22
18.799
47
57.699
])uitsche ………
Zweedsche
33. 28.383
26
24.407
Deensche
4
10.697
3
4.327
Vereen. Staten
16
57.317
23
83.068
Andere
42
109.035
60
128.240
Totaal….
802
1.104.128
826
1.199.424
.-,. …………..
(Dirkzwager’s Scheepsagentuur Maassluis.
t
The An 9
r
lo
–
South American Bank,
Ltd-
Kapitaal en Reserves meer dan £ 13.000.000,.
Argentinië
– Chili
– Urugay – Peru
Mexico – New York – Parijs –
Barcelona – Bilbao – Madrid
– Vigo
Sevilla – Valencia.
Bank- en Wisselzaken,
Handelscredieten.
Incasseeren van documentaire
wissels.
Aan- en verkoop van Effecten.
Hoofdkantoor: 62 Old Broad Street, London E.C.
-S.