0 AUGUSTUS 1919
AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN
Economi
‘OschmoStatistische
Berl”chten
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, F!NANCIN
EN VERKEER
UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
4E JAARGANG
WOENSDAG 20 AUGUSTUS 1919
No. 190
INHOUD
BIz.
HEFFING IN EENS VAN RIJKSWEGE EN IN DE GEMEENTE
‘S-GRAVENHAGE
door
Prof. Mr. Dr.
Ant. von Gijn.
….
769
De Algemeene
Vergadering der Nationale Vereeniging tegen de Werkloosheid
II
door
il!r. J. E. B.
van Lier
……
771
Internationale Valuta-Conferentie door
Mr.
TV. M. J.
van
Lutterveld
………………………………..
774
De
Rijksmiddelen
…………………………….
775
AANTEEKENINGEN:
Beperkte arbeidsduur in Noorwegen en Spanje
…….
776
De goudtoevloed iii de Unie
………………….
777
B0EICAA NKONDIGING:
Mr. J.
A. van Hamel, Nederland tusschen de Mogend-
heden, bespr. door
Ii… …………….
……..
777
Fifth Annual Report of the Federal Reserve Board (1918)
779
Dr. B. Stichel, Argentinien ……………………
780
OVERZICHT VAN
TLJnscHRIrrEN
………………..
780
REGEERINGSMAATREGELEN OP HANDELSCEBIED
…………
781
MAANDCIJFERS:
•
Giro-omzet bij de Nederlandsche Bank …………..
781
Giro-kantoor der Gemeente Amsterdam
………….
81
Overzicht
der Rijksmiddelen ………………….
781
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
………………782-788
Geidkoersen.
Effectenbeurzen.
Wisselkoersen.
Goederenhandel.
I
Bankstaten.
Verkeerswezen.
INSTITUUT
VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
Algemeen Secretaris: Mr. G. W. J.
Bruin..
WEEKBLAD
ECONOMISCJI-STATISTIBCHE BERICIITEN
Fecretaris-Redacteur:
G.
E. fluffnagcl.
Secretariaat: Pieter de Hooghweg 12, Rotterdam:
Aangeteeken4e stukken: Bijkantoor Ruige Plaatweg 37.
Telef. Nr. 3000. Tele gr.adres: Economisch Instituut.
Postcheque en girorekening Rotterdam No. 8408.
Advertentiën f 0,85 per
regel.
Plaatsing bij
abonne-
ment volgens tarief. Administratie van
abonnementen
en a4vertenties: Nijgh & van Ditmar’s Uitgevers-
Maatschappij, Rotterdam, Amsterdam, ‘s-Oravenhage.
18 AUGUSTUS 1019.
Gedurende de afgeloopen week konden de geld-
koersen ‘zich op hetzelfde peil handhaven; prolongatie
5 pOt., privaatdisconto 4
it
4½ pOt., gemeentepapier
* e
*
Op 20 dezer zal de Minister van Financiën de
inschrijving openstellen op schatkistpromessen en
.schatkistbiljetten tot een totaalbedrag van tachtig
miljoen gulden. * * *
De Duitsche koers blijft gestadig dalen; heden werd
voor 12.50 verhandeld, terwijl een ‘verdere inzinking
niet uitgesloten is. De dollars, waartegen vele marken
worden ingewisseld, blijven in prijs stijgen; voor
270%
t
271 werd ten slotte afgedaan. Mochten de-ze
koersen in de ingeslagen richting voortgaan, dan zal
binnenkort de financiering van de Duitsche importen
van voedingsmiddelen en grondstoffen voor buiten-
gewone moeilijkheden komen te staan. Wellicht zal de
in September a.s. te houden internationale bankiers-
bijeenkomst in deze raad kunnen schaffen.
HEFFING IN
EENS
VAN RIJKSWEGE EN
IN DE GEMEENTE ‘s-GRAVENHAGE.
De heffing in eens wint in populariteit in de
kringen —althans in een deel daarvan – van hen,
diie er flink in te betalen zullen hebben. De leuze
,,in eens er af” hoort men meer en meer. Of men
zich echter altijd goed rekenschap geeft waarvan men dan wel in eens af zal zijn, valt te betwijfelen.
Wat is er gebeurd? Er is in een vijfjarig tijdperk
door den Staat ontzettend veel verteerd. Dat wil zeg-
gen, als wij de zaak van hare juridische fieties ont-
•çloen: dat alle contirtibuabelen .dat deel van, hun ver-
ter.ingen, welke ‘zij door bemibddelin.g van een fictief
• door juristen geschapen en slechts in ons brein
bestaand lich’aa.m plegen te doen zeer sterk hebben
uitgezet en met vele soorten van verteringen hebben
vermeerderd. Voor die wat wij zouden kunnen noemen
gezamenlijke verter.ingen van alle burgers hebben zij
niet volgens goede regelen van belastiuheffing te
zamen het geld
bijeengebracht,
maar zij he’bben dit
voor ongeveer dviie kwart bij eenige tienduizenden
hunner ‘voorloopig geleend. De zaak staat er derhalve
economisch net zoo voor, als wanneer de Staat alles
in belastingen geheven had, doch het grootste deel
der burgers zelf de verschuidigde belastiugsommen elk
voor zich hadden geleend
bij
een aantal hunner, die
toevallig over meer los geld beschikten.
Waarvan komt anen dan nu in eens af door thans
een hooge belasting in ‘eens te heffen? Niet van den
achteruitgang van het nationale vermogen door de
sterk uiitgezette verteringen; ‘het extra-verbruik van
1,5 mill.iard of meer aan goederen en diensten, welke
anders tot aanvullen en op peil houden van het natio-nale vermoigen waren gebruikt,
heeft
plaats gehad.
Men komt alleen ,,af” van een schuld van burgers
onderling, welke juridisch via den Staat loopt; ge-
deeliteljk zal die schuld vervangen worden door schul-
den, welke rechtstreeks tussahen de burgers onderling
worden aangegaan. Men moet zich dus afvragen, of
dat nu zoo wensaheljk is.
Een argument pleit er zeker sterk voor. Als de
schuld direct tusscihen burgers en burgers liep, dan
wist iedereén waar hij aan toe was. De een zoude dan
zijn vordering als een plus-bezit beschouwen en. de
ander zijn schuld als een minus-bezit. Nu echter be-
sohouwen zij, die de vordering hebben (juridisch op
den Staat, ‘doch in werkelijkheid op hun medebur-gers), die vordering als een stukvermogen, maar de
anderen beschouwen die niet, of maar zeer vaag, als
een schuld, als iets, dat in mindering komt van hun
v
e
r
moge
n
. De Staat zelf heft vermogensbelasting
over ‘de staatsobligatiën, maar staat aan niemand toe
om van het vermogen, dat hij opgeeft een ‘deel af te
pOt.
770
ECONOMISCH-STATISTÏSCHE BERICHTEN
20 Augustus 1919
trekken Wegens zijn onverdeeld aandeel in de stiaats-
schuld. Dat geeft aan zeer velen een verkeerden kijk
op den werkelijken toestand vn hun eigen en van het
nationaal vermogen En het ware wel wenschelijk, dat
wij van dien verkeerden kijk ,,af” waren. Want het
is in deze tijden nog meer dan anders uit den booze
zich rijker te gevoelen idan men inderdaad is. Maar
dat schijnt mij dan ook wel het voornaamste argu-
ment, dat er voor de heffing
in
eens is aan te voeren.
Voor het nationaal vermogen als zoodanig is het
niet van groot belang of een vordering van een klei-
ner aantal burgers op een grooter aantal verdwijnt,
zoodat er een vordering van audenhalf mi’lliard en
een schuld van anderhalf milliard tegen elkanider
worden opgeheven of door nieuwe schulden wordt ver
vangen: Voor het nationale vermogen is de. hoofdzaak,
dat de extra-vertering van anderhalf miliard door
een extra-besparing wordt goedgemaakt. Kon men
aantoonen, idat die extra-besparing spoediger zou’de
plaats hebben, als de Staat in eens zijn schuld afdeed,
na daarvoor het geld van ‘de bel.astiugsc1hu’l’di’gen in
eens te hebben op.geëischt, dan ware zulks voorzeker
ook een gewichtig argument voor de heffing in eens.
Het schijnt echter allerminst zeker, dat een heffing
in eens — die uit den aard der zaak naar het ver-
mogen alleen te verdeelen is – meer spaarzaamheijd
in de band
zal
werken dan de heffing gedurende een
reeks van jaren van wat meer dan er noodig is voor
de betaling van de rente van de schuld (bedrag, dat
nu ook reeds woridt,gèheven in ‘den vorm van opcen.ten
voor het leeuingfouds) ten einde geleidelijk de door
den oonlog ontstane schuld te delgen. Willen de ge-
volgen van den oorlog voor het nationaal vermogen
verdwijnen, dan kan dit slechts geschieden doordat
de particulieren hetgeen tot afbetaling van de aan-
gegane ichuid wordt geheven minder verteren dan zij
anders zouden doen. En vraagt men nu, welke groep
van menscihen de meeste neiging zal toonen om die
belasting niet’ te vinden uit ‘hun kapitaal en ook niet
uit ‘het deel van hun inkomen, dat zij toch reeds
plachten over te leggen, doek uit dat deel van hun
inkomen, dat zij anders zouden verteren, dan geloof
ik niet, .dat die kans het grootste is bij de bezitters
van beteekenende vermogensinkornens, d.w.z. bij de
lieden, die het belangrijkste deel van de heffing in
eens zullen hebben te betalen en dan nog allerminst als men ‘hun het bedrag van een groots som in eens
âfvordert. Wordt hun een belangrijk deel van hun
vermogen ontnomen, zoodat zij meer revenuen missen.
moeten, dan ze anderzijds aan belastingen voor het
leeningfonds uitsparen, dan is het al mooi, als zij
in de toekomst nog blijven overleggen evenveel als zij
iie voren plachten te doen; dat zij zullen gaaü over-
leggen, als zij het niet deden of meer zullen gaan over-
leggen dan te voren ten einde het hun afgenomen
kapitaal weer bijeen te sparen is iziet waarschijnilijk
z66′ groot is in den regel de prikkel tot kap itaal-
vorming voor deze groep niet.
‘Veel groter
is
de kans, ‘dat de belasting, welke tot
delging van schuJd dient, wordt gevonden uit extra-
besparingen, als de heffing daarvan over een langer
tijdperk in kleinere gedeelten plaats heeft en
•
daarin
oo
:k betrokken worden de andere groepen van belas-
tingplichtigen. Een hooge belasting, maar toch niet
zoo ‘hoog, dat zij ‘niet uit het inkomen betaald kan
worden, telt bij de meesten allicht mede als een ver-
tering, tegenover welke een andere vertering moet
wevalien. Wie geen andere dan arbei’dsinkom’sten
heeft en niet placht over te l.eggen, moet wel zijn
sehuiddelgingsbelasting door bezuiniging op andere
uitgaven vinden; bij een groot deel van deze categorie
loopt men intussohen het gevaar, dat men ‘tot bezui-
nigingen op het n’oxlzakelij’ke, althans op het zeer
wenscjieljke noopt. Degenen echter, die groote arbeids-
inkomens hebben en daaruit thans. overleggen ten
einde zich een vermogen te vormen, ‘hetzij met het
oog op eigen ouden dag, hetzij om den nakomelingen
een vermogen in het leven mede te geven, zullen
allicht, als zij een aantal jaren een hoo’gere belasting
moeten betalen door ‘bezuiniging trachten te bereiken,
dat zij evenveel kapitaal kunnen blijven vormen “als
te voren. En degenen, d’ie van een gemengd inkomen
leven, waarbij’ het arbeijdsinikomen de hoofdzaak is en die thans wellicht maar weinig overleggen, zuilen
ook veelal door ‘bezuiniging, niet door aanspreken van
hun ‘kapitaal of door staking van hun kapitaalvor-
m’ing, het belastingbedrag jaarlijks trachten te. vin-
den. In ‘het bijzonder zal wat men van deze groepen
heft, gevonden worden uit hetgeen zij
minder
verte-.
ren, wanneer de be1’astinen, door middel van welke
de Staat hen aariispreekt, in sterke mate met de
.erteringen van ide betrokkenen rekening houden, niet
alleen naar vermogen en inkomen zien.
Een groot bezwaar tegen de heffing in eens, tegen
een heffing b.v. van een milliard extra in een of twee
jaren,’ is dat men zulks doende zichzelf zoo sterk
beperkt in de keuze van de wijze van verdeelen van
den last en in ‘de ‘keuze van den maatstaf van verdee-
linig. De schu]icl’delg.iing over een aantal jaren v.erclee-.
lende, kan men alle soorten van belastingen gebruiken.
Zelfs ‘indien billijk ware en wensohelijk om alles te
nemen van de eigenaren’ van groote vermogens,, dan
nog is het beter
,
om dat langs
,
verschillende wegen
over een langer tijdperk ‘te doen, dan alles ‘door middel
van één enkele heffing. Een ‘heffing in eens kan niët
anders zijn dan een sterk progressieve belasting naar
den maatstaf van ‘het vermogen op een bepaalden
datum. En het kan niet anders of dit leidt tot vele
onbillijkheden. Zuiver toevallige omstandigheden
spelen ‘dan altijd een groote rol. Stel eens men heft.
3 pOt. van
f 250.000
en 8 pOt. van
f 1.000.000.
Van het famiilieveiimogen van een millioen, dat daags v66r
den dag, naar welke de heffing gaat over vier kinde-
ren verdeeld wordt, zal dan slechts
f
30.000 in totaal
geheven worden; van een even groot vermogen, het-
welk eert kort nh dien ‘dag aan vier kiiinieren vererft,
zal daarentegen
f
80.000 worden gevraagd. Een, gun,-
stijge conjunctuur in een tak van nij’verheiid, sèheep-
vaart of cultuur kort véér den isten Mei zal aan’
hen, ‘die daarbij ,geïuteresseer:d zijn, een groot bedrag
aan ‘belasting kosten, dat gespaard blijft aan hen, die
een even gunstige conjunctuur in een anderen tak
waarbij zij geïnteresseerd zijn eerst ni 1 Mei in hun
vermogen bemerken. Men ga maar eens na, hoe sui-
ker, rub’ber, tabak, petroleum op verschillende data
hun ‘sterkste booms hebben gehad en hun sterkste
depressies, om in te zien, welk een adeatoir karakter’
een heffing in eens b.v. van een mill’iard zonde heb-
ben, welk een verschil het zou hebben gemaakt voor•
verschillende groepen al naar gelang 1 Mei 1918 dan
wel 1 Mei 1919 de fatale datum geweest ware.
Maar de hiillijJ,cheid ‘eisoht oo’k niet, dat alleen van
het groote vermogen genomen worde. Dit moet zeker
zijn belangrijk deel leveren, doch het is wen’schelijk,
dat ook het groots ar’beidsin,komen getroffen woede.
Ware
het b.v. bidlijk den man, die zich uit, zaken
trug,trok na een ban’k – of reederij groot gemaakt te
hebben, van het met veel moeite vergaarde vermo-
gen een belangrijk deel te ontnemen en zijn opvolgers
in directie of commissariaat, die het pad ‘geëffenicl
vonden voor groots tractementen en tantièmes rustig
groots vermogen’s te laten vergaren zonder dat zij in de
extra lasten behoeven hij te dragen? Er hebben ziek
ook door den oorlog voor vele personen gunstige
conj.uncturen gevormd, welke eerst na den oorlog
gaandeweg benut kunnen ‘worden. Sommigen hebben,
rijk ‘beloonden arbeid gevonden, welke niet voor hen
zoude zijn weggelegd, als hun carrière het gewone
verloop had gehad. Hun brainpower of speciale ge-
schiktheid begint nu eerst tot zijn recht te komen.
Waarom ‘zouden diie allen in cie komende jaren niet
medebetalen aaii de lasten, hwa aandeel hebben
in
de
sohuld door ‘den Staat in de crisis aangegaan?
Het belangrijkste bezwaar tegen de heffing in eens,
tegen het plotseling vereffenen van, wat ten slotte
20 Augustus 1919
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
771
niet anders is dan een schuld van burgers aan bur-
gers, is èeliter, dat aan velen, die naar alle billijkheid
een deel van de schuld voor hun rekening zouden
krijgen, het betaaen d’aatvan allerminst zonde schik-
ken, terwijl degenen, die hun geld thuis krijigen,
daarop op nich zelf
1)
niets gesteld zouden zijn. Terwijl
deze laatsten weinig risquante beleggingen wenscihen
en met casa daarbij beihooren,de rente tevreden zijn,
zijn er onder de eersten velen, die in ‘hun zaken een
veel hoogere rente kunnen maken, het geld in hun
bedrijf eenvoudig niet missen kunnen en die den
Staat ‘daarom zeer dankbaar zijn, dat ‘hij
als
het ware
zijn bamicldel;i.ng aan ‘hen heeft verleend om het
geld, noodig voor de extra-veDteringen van den crisis-
tijd
01)
te nemen bij lieden, die hun geld niet in hun
zaken noodi’g hebben. Zuiver in theorie zal de eene
groep vei weer kunnen leenen bij de andere en op
den duur zal iangs omwegen een groot deel van het
kapitaal, dat de obligatiehouders uitbetaald krijgen,
wel weer stroomen naar de zaken vaa hen, die door
de heffing in eens ontihaud werden. Maar geurende
een langen tijid zuilen zij, clie nagenoeg altijd veel
meer geld in hun zaken kunnen gebruiken dar zij zelf
hebben ‘en die ook’ hun crediet bij anderen tot het
uiterste plegen uit te putten om voldoend geld voor
hun bedrijf te verkrijgen, ernstig bemoeilijkt worden.
In een tijd ‘dus, waarin het van het grootste belang
is, dat liet kapitaal zoo pro’ductief mogelijk is steeds
in handen is van ‘hen, die daarmede de productie het
best kunnen bevorderen, zonde de Staat door een
hef hing in eens juist ‘in tegengestelde richting wer-
ken, velen hinderen’de ‘in hun bedrijf, zonder dat
anderen idaarm6de in een.ig bedrijf gediend zijn.
Door ‘de afdoening ‘van een milliard aan staats-
schuld zonde voorts de vraag naar vat de Duitsc4hers
mü.n’delsic.herd beleggingen noemen, zeer toenemen,
met ‘het gevolg, dat publieke lichamen goedkoop zul-
len kunnen leenen cia zal ooik de prolongaitiemarkt
over ruime middelen komen te beschikken. Of het
eerste onder de .begenwooi”dige omstandigheden, nu wij
de publieke lichamen toch reeds zoo weinig zien
vragen, of hun publieke woiken nu wel het meest,
productieve gebruik van het kapitaal mede brengen,
wel wensclielij’k is en of ook een ruime prolongatie-
markt thans aan te bevelen ware, schijnt minstens
gtnomen twijfelachtig.
Iii dit verband mag wel eens de vraag worden ge-
steld, waarom zij, die nu de leuze ,,in eens er af”
aaniheffen, uin’mer v66r den oorlog die leuze hebben
aanigeheven met betrekking tot de toch niet onbe-
langrijke staatsschuld; welke ook toen reeds bestond.
Zeker een deel van die staatsschuld mocht worden
beschouwd
als
het aequivalent van productieve wea-
ken, door den Staat aangelegd (ik neem hier, als be-
kend, productief in een ruimen zin). Maar vooral als
mcii ei’ Tekening mede houdt, dat een ‘deel van de
staat’s’beaittingen in de laatste jaren vërworven, moe-
ten opwegen tegen de laitento schulden -van den Staat
(spooirwegschulden, pensioenschul’d’en), welke in de
laatste 30 jaar zeer sterk toenamen, dan staat het wel
vast, dat toch een groot deel van de oude staatsschuld
iii het zelfde ],ich,t moet worden bezien als de nieu-
i’ere crisissahuiden. Zij moet worden ‘beschouwd als
irooitvloaiende uit den Fra.nsohen tijd en uit den
oorlog ‘met België en er was eerder reden met de
afdoening daarv.n na 00 of 110 jaar haast te willen
maken dan nu met de delging van de crisissehuld.
Maar tot 1914 iiverd do leuze ,,in eens er af” nooit
gehoord. Ja, toen in 1912 een wetsvoorstel aanhangig
was om de de].ging van de oude 24 pOt. schuld wat
regelmatiger te ioen plaats hebben, werden in het
Parlement meer’bede,nkiingen dan toejuichingen ver-
o amen.
1)
,,op Zich
zelf”, want zooals cle koers der staatsschuhl
thans is, zullen alle houders niet dadehijke aflossing
S
pan
wel gediend zijn; misschien ook is dit bij sommigen de
oorzaak van toenemende belangstelling voor eene heffing
in eens.
De liefde voor het beguip heffing in eens is van
dien aar’d geworden, dat men ‘thans in de Haagsehe
pers ‘den term ook gebruikt voor wat er ten slotte
toch niet veel meer op gelijkt. Natuurlijk is het
begrip rokbaar, maar het wil mij toch voorkomen, dat men een te .groot woord ‘gebruikt, wanneer men van.
,,lieffinig in eens” spreekt als men slechts ‘de bedoeling
heeft om uiter’st tijdelijk een wat ‘hooiger bedrag aan
hoofdelijken omslag te heffen dan men ‘blijvend noodlig
acht. En dit is het wat B. en W. van ‘s-Graven-
]jage thans voorstellen. De hoofdelijke omslag ict
een progressiesclaaal, waarvan 5,45 de limiet is,
wordt aldaar over het jaar 1919 1,3 maal geheven,
zoodat het maxi’muimperoentage (‘dat niemand ten
volle betaalt) thans 7,085 püt. is. B. en W. achten
noodig voor het vervolg het tweevoudige van de
percentages der progressieschaa’l to
e heffen, zoodat de
bewoners der Residentie over 1920 en volgende jaren
volgens een ‘schaal ‘zullen betalen, welke met 10,9 pOt.
eindigt. Daarnaast nu stellen B. en W. nog een be-
lastiing voor, gedurendj twee jaar te heffen met een
progressiesohaai van 0,45 maal de schaal vab de ver-
ordening, ‘dus met een hoogste percentage van 2,45/4
pOt. Feitelijk komt dus de zaak hierop neer, dat men
ha,ns
betaalt met een schaal vap 2,75-7,085 pOt.,
welke in 1920 en 1921 van 5,18-13,35% pOt. zal
ioo’pen en daarna, tenzij alsdan het vermenigvuldig-
cijfer voor de gewone jaarlijksehe heffing weer mocht
veranderd worden, van 4,223-10,9 pOt., een en ander
van het belastbaar inkomen. De extra-heffing wor:dt
yerondersteld per jaar
f
3.190.000 te zullen opbrcri-
gen, welk- bedrag, wat 1920 betreft, ‘dient om het
nadeeliig saldo van 1918 (‘dat als uitgavepost in 1920
komt) te dekken, terwijl de operatie ook weer voor
1921′ nood’ig zal zijn wegens het tekort van 1919. De
zaak di’aai’t düs feitelijk hierop neer, dat er reeds in
1918 en 1919 0,45 maal de schaal mêér geheven had
moeten zijn Dat .de gevolgen van die te lage heffing
in eenig jaar (in casu resp. 1918 en 1919) worden op-
geheven in het
jiaar,
dat ‘met het ‘nadeol’ig saldd, daar-
d’oor ontstaan, wordt belast, t.w. resp. 1920 en 1921 ,is; naar het mij voorkomt, geheel norinaal, zoodat er
geen reden is oiin van de ‘zaak .bij’zonderen ophef te
maken of ‘daaraan een bijzonderen naam toe te ken-nen. Indien B. en W. zulks doen, dan is het vermoe-
delijk om sterk to doen uitkomen, dat zij ernstig
hopen, dat ‘de ver’hoogi,nig van het maximu’mpercentage
van 7,085 op 1335 niet blijvend noodi,g zal zijn,
doch dat het maximum in 1922 wederom op 10,9 pOt.
zal kunnen worden gereducerd. Oo’k is het noodig
ter zake een , afzoniderlj’k’e ‘verordening te maken,
wijl volgens de bestaande verordening nicit vorider
mag worden gegaan dan heffing van tweemaal de
percentages van de schaal. Dat B. en W. beter achten
om een tijdelijke s’eroi”deuing naast de bestaande te
plaatsen in de plaats van deze laatste blijvend te
wijzigen, zoodat het vermcinigvul.d’igcijfer boven twee
b.v. tot 214 of 3 zou kunnen stijgen, zal almede’het
gevolg zijn van ‘den wensch ‘de ingezetenen gerust te
stellen en bewijst tevens, dat liet hun met pogingen
om tot ingrijpende bezuinigingen te ‘komen (waarvoor
zij de hulp van een commissie uit ‘de ingezetenen
inroepen willen) diepe ernst is. De Haagsehe planne,u ‘schijnen dan ook alleszins aanbevelenswaardig. Maar
in verband ‘daarmede van een heffing in eens te
spreken kan slechts tot begi’ipsver’warrin, leiden.
ANT. VAN GIJN.
DE ALGEM4’ENE VERGADERING DER
NATIONALE VEREENIGING TEGEN DE
WERKLOOSHEID.
t)
In ide nummers 185 en 186 van dit w’eekblid gaf
ik in het kort den inhoud weer der praea’dv’iezein
voor do jongste algemeene vergadering van ‘de Natio-
nale Ver’eeniiging tegen de Werkloosheid, op 5 Juli
t)
Vervolg van pag. 694.
D
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
20 Augustus 1919
j.l. te Amsterdam .ghoude. Thans worde hier een
overaiht gegeven van het debat, dat zich in de ver-
gadering naar aanleiding van deze praeadviezen
ontwikkelide en waarvan een stenografisch verslag
opgenomen is in de laatst verschenen aflevering van
iet Tijdschrift van den Nederlandschen Werkloos-heids-Raad (Jaarg. 2, Aflevering 7-8).
Nadat de vergadering door den voorzitter, Prof.
Mr. E. M. Meijers, is geopend, krijgt als eerste deba-
ter M r. J. A L e v y het woord, die zich allereerst
richt tegen den heer Van den Tempel, van wiens
,,staatssociaJijsme” hij geen vermindering, maar
integendeel vermeerdering der werkloosheid ver-
wacht, en wel op de volgende gronden. Wat de
exportnijrver.heid betreft, hierin kan de Staat onmo-
gelijk op de wereldima’rk-t oondurreeren met de parti-
cudiere nijveïheid, daar hij te stroef werkt om de
fluctuaties der prijzen te volgen en daaruit v.ocprdeel
te trekken. Daarnaast zou een staatsmonopoiie ten
aanzien van de exportnijverheiid voor Nederland tot
onmiddellijk gevolg hebben het opgeven van den
vrijhandel, ten einde te voorkomen hetgeen men.
noemt dumping, het tegen minder dan den kostenden
prijs op de nationaje markt werpen van goederen
door een buitenlander, clie voor ide geldelijke gevolgen
in
zijn
eigen land schadeloosstelling hoopt te vinden.
Tevens zou men moeten verbieden, dat Nederlanders
den Staat concurrentie zouden aandoen door geld te
beleggen in industrieele zaken in het buitenland. Op
grond van het bovenstaande concludeert M.r. Lvy,
dat socialisatie van de exportnijveriheid de werkloos-
heid in de hand zaJ werken.
Hetzelfde gevolg zal, volgens dezen debater, het,
staatssociaiisme hebben in ide binneiilanidsche nijver- –
held. De aribei
–
dsreserve toch ontstaat, gelijk Beveridge
in zijn werk ,,Unem-ploy-ment” heeft hewezen, alleen
d’oor vermenigvuldiging van de arbeiidscentra en zou,
verdwijnen bij concentratie. Grootere concentratie
dan staatssociailisme acht de spreker niet denkbaar:
het is zelfs centratisatie. De thans bestaande rechts-5
grond om de arbeidsreserv.e te stellen onder de .hoedè
ten deele -van de nijrverheid, ten deele van den Staat
vervalt dientengevolge bij sooialisatie eû er blijft0
voor de arbeiidsreserve geen andere uitkomst da-nl
armiastigheid of emigratie.
Vervolgens richt de ‘heer Levy zich tegen de econo-
mische bedrjfisorganisatie, het door Prof. Vera-art
voorgestane stelsel. Het in de typografie bestaande
madhtsmicldel van het royement is niets anders dan
de volgens ons recht afgeschafte burgerlijke dood;
het ,,compdot” van werkgevers, werknemers en leve-
ranciers op typografisch gebied is derhalve een ver-
boden vereeniging en de deelnemers zijn strafbaar.
Onder deze omstandigheden voelt de hëer Levy weinig
lust om met Prof. Vera-art in debat
te
treden.
Als verdediger van de economische bedrijfsorgani-
satie treclt idaaxna op de heer V a n d e r W al, een
der leidende figuren uit den Aigemeenen Nederland-
schen Typografenbond, die verklaart, dat de in de
typografie ingevoerde bedrjfsorganiaatie door de’
werknemers is- ontworpen en dat de heer Veraart
sleehts een juridi:sehen vôrm er aan heeft gegeven.
Deze spreker, idie dus blijkbaar een belangrijk aandeel
heeft gakad in het tot stand brengen der bedoelde
organisatie, erkent, dat -het nog geenszins vaststaat,
dat een drge1jke bedrijfsorganrijsatie zal kunnen
blijven bestaan. De oorlogsomstandigheden toch heb-
ben de concentratie en gedeeltelijke sluiting van het
bedrijf sterk bevorderd. Het berekenen van den
miriibmalen kostprijs, gelijk in de bedoeling van de,
werkuemérs lag, werd eohter -door het gebrek aan –
stabiliteit onmogelijk.
De -heer Van der Wal ziet in de in het drukker-s-
bedrijf -bestaande regeling el degelijk een beperking
van de werkloosheid. Vroeger ontstond in dit. be-
drijf telkens *erkloosheid doordat plotseling werk
van de eene werkplaats werd weggenomen en naar de
andere overgebracht. Men trachtte in het bedrijf te
komen door gedurende eenigen tijd desnoods met ver-
lies te werken en zoocloenide het bestaan ‘van een
ander weg to nemen. Zoo ontsto-nid, naast kapitaal-
verlies tengevolge van het renteloos -blijven staan van
nog goede werktuigen, werkloosheid van arbeiders op
de eene plaats, terwijl eldcrs op kuxiatmatige wjee in
het gebrek aan werkkraohten moest worden voorzien.
De oorzaak, dat desondanks in do typograf-ie -geen
buitengewoon -groote werkloosheid intrad, was gelegen
in het feit, dat de lage bonen telkens een aantal ge-
zellen in andere bedrijven hun toevlucit deden zoeken.
Wanneer nu de vakorganisatie er in slaagt de bonen
op een behoorlijk peil te brengen, dan heeft die uit-
todht niet meer -plaats, maar da-n zal, indien niet
aan den anderen kant beperking van het aantal leer- –
lin-gen plaats -heeft en voorkomen wordt, dat werk
van h-et eere bedrijf plotseling kan wonden over-
gebracht n-aar het andere, een groote werkloosheid
ontstaan. –
De bewering, dat na het vastleggen der prijzen er
voor de ondernemers geen reden meer zou zijn om
het bedrijf te vervolmaken, wordt door desen -debater
bestreden. Bij het ontbreken van bedrjf-sorganisatie
kan ieder dan prijs -bedinigen, die hem -goeddunikt, ook
het slechtst geoutiilleerde bedrijf, indien het er -maar
in slaagt, ondanks de vakorganisatie, de loonen sterk
te -drukken. Al’s echter de looaien en verdere arbeids-
voorwaarden gelijk moetefi zijn aan die van goed
geoutilleerde bedrijven, dan kan de ondernemer alleen –
aan zijn prijs komen door te zorgen, dat zijn
–
bedrijf
even goed geou-tilleerd wordt. En do goed geouti,l-
leerde bedrijven uul-len niet -nalaten, -mogelijke verbe-
teringen -in te voeren, waardoor zij hun quaatum
werk voordeeliger kunnen af-malcen. Zonder bedrijfs-organisatie hebben dergelijke verbeteringen werkloos-
heid, zij – het idan een tijdelijke, tengevolge. In het
georganiseerde bedrijf – echter wordt in een dergelijk
geval niemand ontslagen. – –
Zoo vermindert de bed-rijfsorga-nisatie de werkloos-
heid op twee manieren. De heer Van der Wal ziet in hetgeen hij noemt ,,de
tariefsgemeensd-hap met de patroo-nis” het begin van
een verbeterde verhouding op economisch gebied. Wanneer elk bedrijf weet, hoeveel mensohen er in
geëmployeei’d kunnen worden en -hoeveel reserve er
moet zijn, en dat bedrijf lever-t genoeg op om al
die menischen te betalen, dan is, naar- zijn meaning,
de iverkloosh-eid in de tegeuwoordige beteekenis ver-
dwenen.
De volgende dehater, M r. Z. v a n d en B er g h,
acht een debat ovei’ staatssocial,isme volkomen
onvruohtibaar, daar niemand er iets van weet en alles –
berust op hypothesen. Rij -bepaalt zich -dearom tot de –
vraag: wat -kan -inzake de werkloosheid
nu
gebeuren?
Hierop antwoord-t hij op dezelfde wijue als
–
hij reeds
in 1905 in de Tweede Kamer deed: de werkloosheid
zal eerst ernstig bestreden worden, als mên het
bedrijf aansprakelijk stelt voor de risico’s van de
werkloosheid. Een dergelijke regeling zal alleen dan
in -het leven geroepen kunnen worden d-oor’collectieve
contracten, indien deze het -geheele bedrijf omvatten.
De werkgever moet -in het zöeken naar middelen
tegen de werkloosheid zijn belang zien; het zoeken
van werk-gelegenheid voor de werkbooaen moet een
deel van het bedrijf worden.
De gewone werkloosheid is een gevolg van gebrek
aan organisatie. Indien er een verband bestaat tus-
schen de verschillende bedrijven, dus ook tu-aschen de
verschillende seizoenbedrjrven, behoeven zelfs deze
laatste geen werkloosheid te veroorzaken. Ook orga-
nisatie binnen het bedrijf kan de -sei-zoenwerklooSheid
beperken: men kan, b.v. :doar bontjassen v66r den
win-ter goedkooper te vei’koopen dan -in den winter,
liet publiek er toe brengen, de vraag naar zekere
artikelen te verdeelen over een grooter deel van het
jaar. – –
Men moet komen tot een regeling, – waarbij elk be-
drijf aansprakelijk wordt gesteld voor-het i-ovenison-
20 Augustus 1919.
ECONOMISCWSTATISTISCHE BERICHTEN
773
dei’houd van het normale aantal ‘arbejdgrs dat het
bedrijf noodrig heeft, ook gedurende den tijd, dat die
arbeiders niet werken voor ‘het bedrijf.
In het stelsel der ,,reserve”, zooais de havenreserve
te Amsterdam en Rotterdam en 4e arbeijdersreserve
der gemeente Amsterdam, ziet Mr. Van dein Berg’h
de toepassing ‘van het ‘door hem verdedigde beginsel.
Zoo ‘kan men de arbeiders, clie men in heteene bedrijf
niet meer noodig heeft, naar het andere overibreugen
en op den duur zullen wellicht nievenbedrijven wor-
den .gestioht,..d’ie in bepaalde jaargetijden de arbeider’s
opnemen, welke dan in sommige bedrijven overtollig
zijn. Samenwerking van ondernemers en varkai4bei-
der’s kan er toe bijdragen, dat in de toe&omst de vak-
arbeiders er zich op zullen toeleggen, nog een ander
dan hun eigenlijke vak te kennen.
Men begiinne echter met den last der werkloosheid’s-
voorziening te leggen op de ondernemers zelf, want
zij kunnen het :best de middelen vinden tot aanpas-
sing aan andere bedrijven. De werkgever heeft ten
deze een zedelijken plicht.
M r. F r ij id a wijst vervolgens op het verschillend
karakter van de organen, die de heer Veraarit ‘sich
denkt en van die, welke de heer Van den Tempel
wenscht: deeers’te zijn kti’ijdorgaruon van partijen,
wierdoel slechts is, zooveel mogelijk ‘voor zinhzelf weg
te nemen, de laatste daarentegen zijn gemeenschaps-
organen. Alleen in dergelijke gemeenschapsorganen
ziet deze spreker heil: zij zullen zijn de nieuwe
parlementen, die de zieke maatschappij zullen inoeten
genezen van die pathoiogische verschijnselen, waar-
van de werkloosheid een is.
Daarna wordt het rwoordgevoerd door denheer V a n
d e r W e y de n, een vaikvereenigingsman _(Nederl.
Sigarenmakers- en Tabaksbewerkersbonid). Hij be-toogt, dat wanneer – bij collpctieve overeenkomst de
arbeidstijd ‘belangrijk wordt verkort, dit aanvankelijk
bijna steeds cciii guiistigen invloed uitoefent op cle
werkloosheid; spoedig kan deze echter weer in even
erge mate terugkeeren, indien dé productie tengevolge
van een meer intensieve, arbeidsprestatie gelijk wordt
aan clie van den vroegeren langeren arbeidsdag. Eei.
dergelijk vrschijnsel zal zich voordoen, wanneer de
overeenkomst wordt gesloten in een achterlijk bedrij
of in een bedrijf, dat over het algemeen nog hand-
werkmatig is.
Evenmin heeft deze lebater grootte verwach-
tingen van de beperking van het aantal arbeiders in
ben bedrijf, althans voorsoover het bedrijven betreft,
welke werken voor export. In deze bedrijven is er-
mindering van export, die werkloosheid kan veroor-
zaken, afhankelijk van tal van factoren, die’ echter
met het aantal werklieden in het bedrijf niets te
maken hebben. Hier kan men ‘dooi beperking ‘ian het aantal arbeiders geen noemensv’aardigen invloed uit-
oefenen op de werkloosheid, althans niet voor langeren
duur. Toch zou, b.v. ‘in de sigarenindustrie, een der-
gelijke maatregel heilzaam kunnen werken. Vrees, dat
dergelijke regelingen de socialisâtie-iidee zullen
tegenwerken, acht de spreker ongegrond: het inraiclut in liet bedrijfsleven wordt er door bevorderd, hetgeen
juist een gunstigen invloed zal hebben ten opzichte
van ‘de socinlisatie-idee.
Een collectief contract kam, naar sprekers meening,
korten tijd invloed oefenen ôp de werkloosheid, maar
op den duur kan ‘de werkloosheid daardoor niet wor-
den bestreden, omdat zij een onafscheidelijk ver-
schijnsel is van de kapitalistische productiewijze.
Naar aanleiding van hetgeen de heer .Veraart in
zijn nota zciide over de werkloosheidakassen merkt de
debaiter nog op, dat het storten van geld in deze kassen
niet de taak is van den arbeider, maar van het bedrijf
of den S.taat.
Als laatste •debater spreekt de heer S a n d b e r g,
die wijst op ongunstige ervaringen, gedurende de
oorlogsjaren met socialisatie opedaan. Is -. zoo
vraagt hij – het menisohelijk karakter wel voldoende
in liet oog gehouden? Zullen na. de socialiseering de
arbeiders uit gemeenschapsg6voel geen overdreven
eischen moer stellen? Zoolaiig de mensch is een
groot egoïst, vreest de heer Sandberg, dat wij – bij
socialisatie niet zullen komen waar wij wezen willen.
Ten slotte wijst deze spreker er op, dat de heer
zij
Veiaart in
n nota spreekt over emigratie naar
Indië, doch dat dit een vraagstuk is, dat niet zon
maar met enkele woordan is op te lossen.
Het woord is nu aan den heer V a n d e n T
ci
p
ci
1, die bij zijn repliek weder vooropstelde, dat het
vraagstuk der werkloosheid niet op zichzelf kan wor-
den beschouwd, doch moet worden bezien in verband
met de ontwikkeling van de maatschappij. Allereerst
moeten wij het oog richten op de steeds toenemende
organisatievan werkgevers en arbeiders, welke twee
mogelijkheden schept: M de wederzijdsehe organi-
saties zuilen cciii accoord treffen op kosten van den
Sonsument bf zij ‘zullen een strijd uitvechten, die
hen en ten slotte de geheele maatschappij treft. Daar-
naast ‘staat het feit, dat de arbeider geen belang heeft
hij de uitkomsten van het bedrijf. ,En nu brengt het
menschelijk ‘karakter – hetgeen de praeadviseur,
naar hij opmerkt, juist allerminst uit het ooig ver-
liest – mede, dat ‘de arbeider, zonder zich om de
uitkomst van het bedrijf te bekommeren, alleen vraagt
naar zijn eigen belang, ni. honger loon en korterea
weriktij d. Wanneer de économische bedrijfsorganisatie
hem in dezen tegemoet ‘komt, zal hij haar aanvaarden,
maar ook in het verband van
deze
organisatie zal hij
blijven streven naar hooger loon en korteren werk’
tijd. De genoemde verschijnselen zijn internationaal.
Wanneer nu werkgevers – en arbeiders elkaar vin-
den, ten einde hun belangen, die zij trachten te ver-
zoenen, te behartigen ten koste van de gansche ge-
meenschap, dan doen zich twee wagen voor:
le. hoe verzoent men op den duur het ‘belang van de gemeenschap weer met het belang van het geor-
ganiseerde bedrijf?
2e. hoe legt men weer verband tussohen de belan-
gen van de arbeiders en de uitk&msten van het be-
drijf?
Wat de laatste vraag betreft, merkt de spreker op,
dat men alleen dan den arbeider er toe zal brengen,
zich met hart en ziel aan ‘de productie te geven, wan-
neer er een rechtstreek’sch verband bestaat tuaschen
de opbrengst van de productie en het belan’g van den
arbeider..
De heer Van den Tempel verooa’,deelt niietwat uit de
maatschappelijke omstandigheden voortkomt, maar hij
is van oor’deel, dat, waar patroons en arbeiders samen
werken ten koste van de gemeenschap, de Overheid
als vertegenwoordigster der gemeenschap verplicht is
aan dat streven paal en perk te stellen, ma.w. dat
Staat, ‘Proviinnie en Gemeente moeten ingrijpen waar
dat nooctig is, om de maatschappelijke ontwikkeling
in goede banen te leiden en er voor te zorgen, dat
daaruit niet voortkomen georganiseerde bedrijven, die,
vechten tegen elkander en tegen de gemeenschap,
maar geoDganiseerde, bedrijven, ‘die werken in het be-
–
lang der gemeenschap, die moeten gehoorzamen aan
den wijl der gemeenschap.
In het kort beantwoordt de praeadviseur vervol-
gens de verschillende debaters.
Den heer Levy, w’ien hij louter-negatieve crti’tiek
verwijt, verzekert hij, dat hij geen staatssocialisune in
de oude beteekeniis voorstaait, maar dat hij slecht’s in
zooverre staatssooialist mag genoemd worden als hij
den Staat het laatste woord wil laten spreken, wan-
neer het groote algemeene vraagstukken betreft. Waai-
Deer productie wordt geleid door gemeenschaps-
organen, zal men er naar streven, elke productieve kracht in de ‘maatschappij ten, ‘oJle aan te wenden
en daartoe de nieuwe werkkrachten over de bedrijven
te verdeèlen naarmate van ide behoeften, die in de
maatschappij opkomen. Dan – zal. or plaats zijn voor
een goede regeling der bedrijfskeuze. Er is alle reden
om te verwachten,’ dat in een ‘dergelijke gesociali-
774
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
20
Augustus 1919
seerde maatschappij geen werkloosheid, gelijk we die
tegenwoordig kennen, meer zal, voorkomen.
Dan bestrijdt de spreker het betoog van den heer
Levy, dat social.isati’e ‘de weridoosheijd zou bevorde-
ren. Hij ontkent, dat het gesocialiseerde bedrijf op de
internationale marikt niet met het particulier bedrijf
zou ‘kunnen concurreesen. Mede naar aanleid’i,n!g van
een opmerking van den ‘heer Sandberg wraakt hij alles
wat wordt aangevoerd als ‘bewijs, dat een achterstand
van ‘het, gesocialiseerde bedrijf bij het particuliere
bedrijf in de practijk zou zijn gebleken. De in ons
land ‘gedurende den oorlog opgedane ervaringen kun-
nen niët al’s bewijs worden aangevoerd. Wat het
buitenland betreft, merkt de heer Van den. Tempel op,
dat de Entente haar overwinning niet ‘in de laatste
plaats te danken ‘heeft aan de in het leven geroepen
staatsbedrijven, waarmede zij de productie van alles,
wat nooddg was voor den oorlog, tot het honid’end-
voudige op’voer’de..
Dat het socialiseeren en moxïopol’iseeren van den
exporithanidel den Staat zou dwingen, den vrijliandel.
0
1) te geven, kan de spreker niet in”zien; eveneens
acht hij Mr. Levy’s bewering, dat men aan Neder-
landers zou moeten verbieden, hun geld
te
beleggen
in de ‘buitenlandsehe industrie, ongegrond. Het mis-
verstand is, dat men den buitenlandschen producent
blijft zien als concurrent. Maar, gelijk wij in het
binnenland solidariteit van belangen in plaats van
helanigentegenstel]ing krijgen, zal dit ook internatio-.
naal aldus worden.
Hiern.a wordt de ‘heer Van der Wal beantwoord.
De praendviiseur erkent, dat in bepaalde gevallen de
econornische tbadrijfsorganisatie – alleen reeds omdat zij organisatie is tegenover de vroegere bandeloosheid
– er toe ‘heeft geleid, dat. werkloosheid voorkomen
werd. Daartegenover staat echter, dat de geheele
opzet van de economische bedrijfsorganisatie in het
algemeen moet leiden tot vermeerdering der werkloos-
heid. Voorts houdt de spreker vol,’ dat er bij eeono-
miisdhe bedrijfsorganisatie minder reden is om het
bedrijf aoo goed mogelijk te outilleeren, aangezien
het tengevolge van de overeengekomen beperking van
het afzetgebied uitgesloten is, dat een bedrijf op
zichzelf naar ‘zijn vermogen zijn afzetgebied zou kun-
nen. uitbreiden.
Mr. Van den Ber’gh is blijkbaar van meening, dat, wanneer men •de geldelijke gevolgen van de werk-
loosheid op den werkgever legt, de werkgevers er
naar zullen streven, de werkloosheid zooveel mogelijk
te beperken. De beer Van den Tempel gelooft even-
wel, dat de werkgevers daaraan zeer weinig zullen
kunnen doen. Wie moet overigens ‘het normale aantal
arbeiclei’s bepalen, waarvoor het bedrijf aansprakelijk
zal worden gesteld? Men vergeet bij dergelijke plan-
nen steeds, dat hierbij de grondslag blijft de winst
van den particulieren ondernemer in plaats van het’
belang der gemeensahap. –
• Van hetgeen na de repliek van den heer Van den
Tempel nog wordt gesproken
zij
slechts vermeld de
rede van. M r. K o r t e n h o r s t, die, hoewel partij-
genoot van Prof. Veraar’t, met diens denkbeelden
omtrent •de economische bedrijfso.rganisatie in meer-
dcre opzichten niet medegaat. Hij komt er tegen op,
dat het stelsel van ‘den heer Voraart wordt vereen-
zelv’igcl met hetgeen leeft in Katholieke kringen.
Wei komt de grondslag overeen met hetgeen Katho-
lieke sociologen sinds zestig jaren hebben verkondigd,
al.
-de soli’dariteiitsgedackte tegenover ‘den klassen-strijd, doch de uutwei’icing, zooals wij die ‘zien in het
drukkeL-sb’odrijf, voldoet niet geheel aan de Katholieke
opvattingen. Ook in de verhouding tusscihen het
bedrijf en don consiment moeten zeclelijke en geds-
clienstige beginselen tot uitdritkkinig worden ge-
bracht.
De spreker w’ijst op een van de conclusies, te be-
handelen op hef Oongi-es van Katholieke Bedrijfs-
raden,
1)
nl. dat ten opzichte van de prijspoliitiiek do
1)
Dit Congres moest tôen nog plaats vinden.
INTERNATIONALE VALUTA-CONFERENTIE.
De censor is weg; de firtancieele af’deeling van de
N.O.T. is vervallen, aldus zijn belemmeringen in het
internationaal financieel verkeer weggevallen. Er
resten de verboden voor uitvoer van goud in verschil-
lende Fanden.
De ontwr’idhting van de internationale betalings-
balan,sen van verscheidene landen alsnog is gebleven.
De noteeringen van de remises in buitenlan-dache
valuta Qp de beursplaatsen van de landen, aan het
internationaal verkeer ‘deelnemende, wijzen nog steeds
buitengewone afwijkingen aan, vérgeleken met den
stand van vroeger der diverse vreemde valuta’s, en
die van het eigen land. Die afwijkingen waren vroeger
gering en bleven binnen bepaalde grenzen beperkt,
tusscben
tin
z.g. goudpunten -door de vrije aanmun-
tin’g van goud en v’ersmelting van gouden munten,
dan vrijen in- en uitvoer vai goud. Vrije uitvoer van
goud is er sinds het uitbreken van den pas geëin-
‘digden oorlog niet meer, in enkele landen is de vrije
aanmauting van gou’d opgeschort, eveneens de inwis-
selbaarheiid van bankbiljetten in goud in vele landen.
Naar wé lezen (0. Rozenzaad. De Internationale
Geldmarkt. Economist van 1 Augustus j.l. blz. 540)
zijn er plannen geopperd om een i.ntei.nationale con-ferentie
bijeen
te roopeh om het vraagstuk der lege-
i’in,g van de internationale wisselkoersen op te lossen.
We vinden er niet bij vermeld of er mede bedoeld
is een conferentie van alle ]an’den, welke aan het
internationale ‘verkeer een groot aandeel hebben, of
alleen van ide engevieronde landen ‘der geallieerden en
enkele neutrale landen, dus zonder deelneming van
Rusland en de centrale rijken.
1)
Die conferentie ‘zal idan onder do oogen moeten zien
een verhouding van do valuta van de landen, zoo zeer
af’wijkenide van de verhouding van de standlaardmun-
tea dier landen; die stazadaardimunten, elk resj. be-
‘vattende een bepaalde hoeveelheid van eenzelfde
metaal, van goud, hebben aldus een vaste verhouding
tot elkander. –
Op die stan’daardmunteii zijn de muntstelsels der
1)
Na liet schrijven van het bovenstaande is een bericht
in ‘de ,,Times” verschenen. Volgens dat bericht zouden tot
deze conferentie van bankiers ook vertegenwoordigers der
toonaangevende banken in de neutrale landen uitgenoodigd
zijn .il.et ligt derhalve voor de hand, dat de vroegere
vijanden der geallieerden niet bedoeld ‘zijn aaie de besprekin-
-gen deel te nemen. De conferentie zal, naar ,,The Tinies” be-
richt, de volgende maand ite Parijs gehouden worden. ,,It is to
be hoped -‘ aldus lezen we nog – that the banks
will
be
representeci by gentlemen who are expert in the su’bject
of foreign exehanges. They are much more likely to evolve
a practicable and satisfactory solieme for stabilizing the
exchanges than repi-esontatives who uriderstand the theory
but not the piactice of foreign exchange.”
ondernemers overleg dienen te plegen met de arbei-
ders. Dit zal ‘de eerste stap zijn, leiden’d.e tot de over-
brugging van ‘de klove tussahen particulier belang en
algemeen belang. In die bedrijfsoiiganisatie zullen
zoowel de consumenten als de arbeiders er voor
waken, dat de prjspolitiek niet van dien aard wordt,
dat de winst van den ondernemer op ‘den voorgrond blijft staan. Wanneer men dat verstaat onder sociali-
satie, dan is dat de soc.ialisatie, die de Katholieken
altijd hebben verdedigd. Men moet echter beginnen
met de mensahen zelf te hervormen.
Wanneer wij – aldus, besluit de heer Kortenhors’t
– het particulier initiatief een krachtigen stoot geven
in ‘de goede richting, met behulp van ‘de arbeiders,
dan openen wij de
mogelijkheid
om te komen tot veel
grootere welvaart en een ruimere versohafflng van
werk aan allen.
In zijn slotwoord merkt ‘de Voorzitter o.m. op, dat
hij van de meeste sprekers, welke hij vroeger ook reeds
heeft hooren ‘spreken, thans. nieuwe klanken heeft
gehoord.
,
Mr. J.
E. B. VAN LIER.
Amsterdam, Augustus 1919.
20 Augustus 1919
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
775
landen gegrondvest; door een verandering te brengen
in de verhouding van de stan.daardmuuten zonde
een wijziging van de muntstelsels in de veTsohillende
landen noodzakelijk zijn. Dat hiertoe zal’ worden over-
gegaan om de afwijkingen van de verhouding van de
valuta tot de standaardmunten te reetificeeren, ligt
niet voor de hand.
Is liet niet te veronderstedlen, dat men gemakkelijk
in een ige landen zal overgaan tot verandering van
den staridaa•rdmunt, tot wijziging van het munt-
stelsel; evenmin is te vermoeden, dat licht tot afschaf-
fing van den gouden standaard en tot invoering van
een ,,Papierwaluung” zal worden overgegaan. Hoe’
wel,
01)
te merken is, dat practiiseh een land, waarin
de injwissel’baarheid der bankbiljetten in goud opge-
sohort is, en waar geen goud meer in omloop is, nech
goud voor uitvoer beschikbaar, reeds een ,,Papier-
wakru ng” heeft.
Bij het bovenstaande is het oog gericht op die lan-
den, welke ongunstige wisselkoersen hebben, wier
valuta in het buitenland ‘ninider waard is dan waarop
de stanidaardmunt recht heeft.
Terwijl verschillende landen met voor hen ongun-
stige wisselkoersen te rekenen hebben, zijn er andere
landen, wier valuta in het buitenland hooger wordt
gewaardeerd dan de venhouding van de standaard-
-munt des lands tot de standaardanunten der andere
landen aangeeft. Deze landen hebben een grooten
goudvoorraaid bij de Centrale Bank, en in den bin-
n enlandschen omloop, tengevolge van ‘de opgeschorte
i nwisseIbaarheid der bani1bi.ljetiten een groot bedrag
aan bankbiljetten. Wanneer de gelegenheid tot inwis-
sei-in,g der hankbiljetten in die landen weder werd
opengesteld •en de bank geleidelijk bankbiljetten
innam dooi’ zooveel mogelijk goudgeld uit te geven,
dan zou-de de bankb:iljetitenonaloop verminderen, de
goudsohat bij de Bank afnemen, derhalve de beschik-
bare voorraad aan betaaimiddelen verkleinen, doch
verdere uitwerking zal het niet hebben tenzij de
betalingsbalans omsiaat, of tenzij het buitenlandsohd
publiek bijzondere waarde aan gouden munten blijft
hechten. Doet het dat, dan zal gou4geld wegvloeien
naar het buitenland, en in het buitenland blijven me
het gevolg, dat de buiteniandsche valuta nog meer
daalt, want het bedrag aan betalingen door -het bui-
t’enlaud te doen, wordt niet verminderd door •de beta-
lingen in goud aan het buitenland.
Is de verandering van de verhouding van de valuta
tot de standaardmunten niet
te
zoeken in wijuiging
van de stanjdaard.mun.ten, is dan een oplossing té
vinden door los te maken den band tusschen de
valuta en de stanidaardmunten m.a.w. de i.nternatio-
riale verzekeringen igeschieden niet meer in remises, uitgedrukt en gebaseerd op de standaardmunten in de
rei.soh
,
i11eude landen, welke onderling yer•band hebben
door het goud, waarop zij gegrondvest zijn, doch
ge-
1
schieden in eenheden, los van de stanjdaardmunten?
Er zullen alezlan naast de dollars, peseta’s, panden,,
francs, marken, guldens, welker waarde uitgedrukt
wordt in goud, komen dollars, peseta’s, ponden, francs
marken, guldens zonder eigen waarde, doch met of
,
zonder onderlinge ,,waar de”-verhouding.
Dit laatste – zonder onderlinge ,,waarde”-verhou
ding – heeft weinig sin; om met elkander ‘hunne beta-
lingen te regelen, dieen de eenheden, waarmede de
landen onderling elkiander betalen, een onderlinge ver-
houding te hebben; diie onderlinge verhouding der een-
heden hchben zij te handhaven, en wel door het ver-
strekken van onderlinge credieten tussohen ide landen,
de -handhaving als :het ware door een exchangè-systeem.,
Doch die handhaving is alleen vol- te houden, wan-
neer de- landen elikander onbeperkt cediet geven;
wordt dit niet gedaan en zal er een saldeering worden
gevraagd, dan is de vraag, waarmede zal het saidd
aangezuiverd worden, – door goederen? Doch men ver.
gete niet, dat de prikkel tot uitwoer, waartoe een. iage
inheemsche valuta noopt, niet bestaat: de exchange-
eenheden verhouden zich tot elkaar in een vaste
verhouding.
In deze geschetste richting om tot een oplossing
van -de regeling vat -het internationale verrekenings-
verkeer te komen -heeft, zoo’a-ls wel bekend is, een
strooming in de laatste jaren van den oorlog gewerkt.
l)ie strooming wil – credieten openen in het buiten-
land, en tevens het goud als waardemeter, als
mediujm ‘voor internationale verrekeniugen afschaffen,
en wel voor goed: zij wil het goud ontnemen de
fu.nctiën, welke het tot nog toe had en welke als vast-
staande worden aangenomen. Zij wil, aldus heet ‘t,
het goud ,,onttronen”.
Zooals men weet, is die stroomiing van Duitschiand
uitgegaan en heeft daar aan:hangers gevonden; zij is
uitgegaan van Duitschland, het land, dat ook na den
voorlaatsten oorlog ‘dien het voerde, dat in 1.871 dcii
stoot gaf tot onttroning van een ander muntnietaal,
van het zilver; het land ,,ou les penseu-rs on.t rareanent
feit défaut-i ure grande idée”, nJ. het idee ,,’le métal
prédestiine i former le hen des systèanes monétaires
de l’nnivers”, naar de hoffelijke Franschinian op de
inrternationsile conierentie in 1807 te Parijs den
i
Duitschen afgevaardgclen herinnerde, volgens een
nzededeelinig van Jhr. Mr. W. F. Roehussen, een der
afgevaardigden van ons eigen land ter internationale
muntcouferentiën, en als ik me niet vergis, in dien
tijd Nedenlandsoh gezant te Berlijn. (Zie het schrij-
ven in ide Econoniist van Juni 1905; .in 1871 out-
troon-de Du-itsohiand het zilver, toen men aldaar ver-
wachtte waardedaling van het goud, niet van het
zilver).
Tegen genoemde strooming zijxi velen, naar, men
zich zal herinneren, opgetreden; mochten -ter initerna-
tionale valuta-conferentie voorstanders van die stroo-
ming optreden, dan zullen deren ongetwijfeld tegen-
standers in handhavers van het goud als ‘t medium
voor internationale verrekeningen tegenover zich
vinden.
In de richting van ‘het openen van onderlinge
oredieten (al of niet gepaard gaande met -het plaatsen
van gefundeerde leeningen in het buitenland) tus-
schen de landen onderling, hen veroodovende op
elkander te trekken, zal ook naar een oplossing van het vraagstuk van de regeling van de internationale
wisselkôersen gezocht worden, doch zeker -niet met
liet doel om -het goud te ,,onttronen”, integendeel
om langzaimerihand te komen tot een toestand, waarin
het goud weder ten volle zijn functiën als interna-
tionaal verrekeninsnecl-ium zal kunnen uitoefenen.
Hiertoe geeft de geschiedenis en de ondervtinding
aanleiding. Deze hebben geleerd, dat bij -het zoo sterk
ontwikkelde internationale verkeer een ruilhandel van
goederen tegen goederen niet meer dat verkeer kan
bedienen: dat er reeds eeuwen ‘terug gezocht is naar
een middel, een medium, een stof om met elkaar te
kunnen afrekenen; dat als m&dium edele metalen zijn
gebruikt geworden; dat ten slotte één medium, één
metaal de voorkeur verdient; dat als dit medium het
goud is gebruikt; dat het goud als zoodanig goede
diensten heeft bewezen en nog bewijst; dat zonder
goud als zoodanig het handeisvenkeer groote belem-
meringen en moeilijkheden ondervindt.
v. L—d.
DE EIJESMIDDELEN.
In dit nummer treft men aan het gebruikelijk
overzicht, met bijlagen, van de opbrengst der Rijks-
middelen over de eerste zeven maanden van het
loopende jaar, vergeleken met de overeeniromstige
cijfers van -het vorige jaar.
De oorlogaiwinst- en verdediigingsbelastingen brach-
ten tot dusver in totaal op een bedrag van
f
592.771.512, waarvan
f
443.987.043 op rekening
komt van eerstgenoemde heffing. –
– Met inbegrip van de opcenten ten behoeve van het
Leeningfonds behalve die op den suiker-accijns,
welke geene verzwariing van belastingdruk mede-
776
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
20 Augustus 1919
brachten – is dus in totaal
f
713.589.556 ontvangen
uit belastingheffing, drie haren grond vindt in de
buitengewone omstandigheden.
De gewone middelen brachteh in de afgeloopen
maand
f
31.824.019 op, tegen f22.324.382 in Juni
1918 en vertoonen mitsdien een vooritgang van
f 9.499.637;
De opbrengst der afgeloopen maand overtreft de
raming met het aanzienlijke bedrag van
f
13.220.644;
de opbrengst van de eerste zes maanden 1919 overtrof
de raiming met niet minder dan
f
26.732.278, zoodat
over de eerste ‘zeven maanden van 1919 de opbrengst
de rarmiig met het aanzienlijk bedrag van f39.952.922
vertréft.
Dit gunstig resultaat is voornamelijk toe te schrij-
ven aan een ruimer vloeien van de grondbelastring,
de inkomsten- en de vermogensbelasting, den accijns
op suiker, gedistilleerd en geslacht, de zegel- en
registratierechton, de rechten van successie, die op
den invoer, het statistiekrecht, het recht op de mijnen
en domeinen en de loodagelden.
Tot de gunstige resultaten over Juli 1919 in ver-
gelijking met Juli 1918, droegen de zooeveu genoemde
middelen – met uitrzonderi.ng van de inkomstenbe-
lastinig, van den suikeraccijna, den ‘zoutaccijns en de
registratierechten – bij. Daarnaast kunnen worden
genoemd de dividend- en tantimebelastinrg, de perso-
neele belasting en de bieraccijus.
Tr.ager vloeiden de inkomstenbelasting, d.e suiker-
accijns, de zoutaccijns en de registratiiereehten.
Het ruimer vloeien van de grond-, vermogens-, per-
soneele en de divridend- en tantièmcbelasting hangt
waarschijnlijk samen met het inhalen van den achter-
stand bij de vaststelling der aanslagen en• de invorde-
ring hiermede verhandliondend.
De liooge.re opbrengst van den gedistilileerdaccijns is
een gevolg van de op 7April 1919 ingegane accijns-
verhooging; die van den geslaclitsaccijnis houdt ver-band met de intrekking van het slachtverbod.
Het ruimer
vloeien
van de zegelrechten zal wel voor
een groot deel zijn toe te schrijven aan eene verleven-
diging van den effectenihandel, terwijl daarnaast kan
worden gewezen op eene verscherping van het toe-
zicht
De meerdere opbrengst van invoerrechten, sta-
tistiekrechten en loodsgelden vloeit voort uit eene verlevendigiug van het internationale verkeer, die
van den bieraccijtis uit eene afnermende schaarschte
van grondstoffen.
Do meerdere opbrengst van het recht op de mijnen
is toe te schrijven aan inhalen van den achterstand
bij de aanslagen en de verhooginig van het percentage
van dan aanslag.
Het Jiooge opbrengstcijfer der domeinen vindt zijn
oorzaak in de betaling van het aandeel van den Staat
in de zuivere opbrengst der Domanriale steenkolen-
mijn te Kerkrade over het jaar 1918, ten bedrage van
f 850.000.
Het met inbegrip van de opcenten iets trager
vloeien van de i.nkömstenbelasting kan worden toe-
geschreven aan minder vlotte invor.dering. De mindere opbrengst van den surikeraccijns houdt
voornamelijk verband met een minder groot verbruik
van suiker en sui’kerhoudende spijzen, nu weder
andere voedingsmiddelen in voldoende hoeveelheid
aanwezig zijn.
De lagere opbrengst van -den accijns op zout is een
gevolg van het verbruiken van de groote, gedurende
de oorlogsjaren gevormde, voorraden.
AANTEEKENINGEN.
Beperkte arbeidsduur in Noorwegen
e n S p a
ni
e. –
In Noorwegen is een wetsontwerp
ingediend tot
wijziging
van
de
arbeirdswet van 1915
voorzoover de regeling van den arbeidsduur aangna’t.
De voorgestelde beperking zal – aldus ontleent
het Maandsclirift van- het Centraal Bireau voor de
Statistiek aan ,,Sociala Med’delanden”, 1919, no. 3 –
van toepassing ‘zijn voor arbeid in bijna alle bedrijven
zoowel in als buiten fabrieken en rwerkplaatsen.
De normale ar’beidtduur bedraagt volgens het ont-
werp hoogstens 8Y2 uur per dag of 48 uur per week.
Voor arbeiders in mijnen of smelterijen, die als regel
een vrijen Zaterdag hebben, kan de normale arbeids-
duur 9
/2
uur per dag bedragen, doch niet meer dan
48 uur per week. –
In bedrijven, die in sterke mate afhankelijk zijn van
het jaargetijde, kan de normale arbeidsduur aldus
vastgesteld worden, dat deze in den zomer langer is
dan in den winter.
De normale aiibeidsdüur moet vallen tusschen s mor-
gens 6 en ‘s avonds 9 uur. In bedrijven, waar met 2
d!agploegen gewerkt wordt, ikan de arbeidsduur liggen
tusschen ‘s morgens 6 en s avonds 12 uur. De normale
wekelijksche arbeidsduur xroet ioodaiEiig geregeldwor-
den, dat de arbeiders wekelijks een onafgebroken ruit-
tijd van minstens 24 uur genieten. Is de arbeidsduur
langer dan hierboven is vastgesteld, dan worden de
meerdere uren als overwerk beschouwd, onverschillig
of de arbeid overdag of ‘s nachts verricht wordt. Over-
werk is slechts toegestaan in bijzondere gevallen, ‘b.v.
ter voorkoming van bederf van grondstoffen of pro-
dukten, bij onvoorziene drukte in het ‘bedrijf, of in
het algemeen belang. Arbeiders beneden 18 jaar mo-
gen geen overwerk verrichten. Indien een arbeider
een mediriche verklaring kan overleggen, 1dat over-
werk zijn gezondheid zal schaden, kan de werkgever
zulks niet van hem eischen. Het overwerk mag hoog-
stens 10 uur per week bedragen; in bijzondere geval-
len of gedurende een tij druimte van hoogstens 6 maan-
den 15 uur per week. In geen geval mag de duur van
het overwerk meer dan 30 uur in 4 achtereenvolende
wekèn bedragen; Uiteonderingen zijn echter mogelijk
voor Jhedijven, die ‘door qen aard der produkten of
uit andeen jhoofde gedurende bepaalde tijden van
het jaar een langeren arbeidsduur behoeven. Desniet-
temin mag het ‘totaal aantal overuren in een kalen-
derjaar niet grooter zijn, dan volgens de bovenge-
noemde regeling is vastgesteld.
Voor continu-bedrijven kan toestemming verleend
worden tot het instellen vaia. ploegen, welker normale
ai.:beidsduui.gemiddeld• 48 uur per week, en welker
onafge’brcken rusttijd gemiddeld 24 uur per week
bedaagt.
In geval de verkorting van den arbeidsduur krach-
tens deze regelin.g strijd doet ontstaani over ide ver-
hooging van bonen, die in collectieve arbeidsovereen-
komsten ‘zijn vastgelegd, mag men een zoodanig ge-
schil niet trachten op te lossen door den arbeid neer
te leggen. Kan door overleg tusschen de betrokken
organisaties geen oplsssing verkregen worden, dan
zal het geval voorgelegd’ worden aan een ioonc’om.
,missie van 5 leden, door den Koning te benoemen.
De door ‘deze commissie vastgestelde bonen zullen
echter slechts van kracht zijn voor dan geldigheids-
duur van het ‘betrokken contract. Voorgesteld wordt
om deze regeling op 1 Januari 1920 in werking te
doen treden.
In Spanje is, naar men tevens in ‘het Maandschrift
leren kan volgens het Boletin del Instituto de Refor-
rnas Sociales van Mei 1919, bij-besluit van 3 April 1919 bepaald, dat nh 1 October 1919 de maximale
arbeidsduur iir alle onderneniin’gen 8 uur per dag
of 48 uur per week zal bedragen.
Commissies, ‘hestaande uit vertegenwoordigers van’
werkgevers en arbeiders, in gelijk aantal, zullen rv66r
den isten Juli ingesteld ‘worden, teneinde v66r den
Laten October bij het Instituut voor’ Sociale Hervor-
minigen een lijst in te dienen van industrieën of
speoiale
bedrijven,
waarbij ‘het onmogelijk is den
8-urigen werkdag in te voeren en voor welke het ge-wensht is uitzonderingabepalingen te maken.
Het Instituut voor Sociale Hervormingen zal- na de
noodi
r
ge inlichtingen te ‘hebben verkregen, v66r den
,isten Januani 1920
een
definitieve regeling vastatel-
20 Augustus 1919
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
777
len .nopens den duur van den in te .oeren werkdag
in alle bedrijven.
De commissies, clie zich op den isten October nog
niet igewend zullen hebben tot het Instituut, zullen
geacht worden ‘don wettigen maximaje.n arbelidsdag
aanvaard te hebben.
De goucloevloed in d.e Unie.
– De Juli-
af levering van het F ed e r a 1 R es e r v e B u 11 e-
t i n ‘geeft een staatje der bedragen van in- en uitvoer
van goud in do Unie gedurende den oorlogstijd,
voortgezet tot medio Juni 1.1. Het import-saldo dis in
de laatste kolom aangegeven. De bedragen zijn a.fge-
rond oj ‘diuiizenden dollars.
Import Import. Export.
saldo.
1 Aug.131
Dec.
1914….
23.253
104.972
–
81.71
1
Jan./31
Dec.
1915.. ..
451.955
31.426
420.529
1
Jan./31
Dec.
1916.. ..
685.745 155.793 529.952
1
Jan./31
Dec.
1917.. ..
553.713 372.171 181.542
1 Jan.131
Dec.
1918.. ..
61.950
40.848
21.102
1
Jan.110
Juni
1919. …
44.002
14.389
29.613
Totaal
……..
1.820.618
719.599
1.101.019
Sprekende van deze aflevering van het F. R. Bul-,
letin kan als meokwaardiigheid aan het vorenstaa.nide
d’e mededeeling ge.knoopt worden, .dat in .de aflevering
voorkonit een belangrijk overzicht van de werkaaarn-
heden der N ed e r 1 a n d s c he en van de J a v a-
s c Ii e B a n k in ide oo’rJogsj aren, verduidelijkt met
een grapJaiek en tabellen. Het bericht is, naar in een
noot vermeld wordt, ‘bewerkt uit de jaarverslagen,
terwijl voor eene beschrijving der organisatie van de
Nederlaud’sclie Bank en het bankbedrijf in Nederla.njtl
in het algemeen verwezen wordt naar het bekende
werk van Ourt Eisfeld.
BOEKAANKONDIGING.
Mr. J. A. van Hamel Nederland tus-
schen de Mogen4 heden. Amsterdam,
1
Holkema & Warendorf, 1918, 459 blz.
Het is een machtig bouwwerk, dat deze oud-hoog-leeraar in het strafrecht opgetrokken ‘heeft uit mate-riaal, door hrm uit ‘onze geschiedenis bijeengezocht.
Het omvat ons geheele buitenl’andsohe beleid gedu-
rende ons onafhankelijk volksbestaan, van de geboorte
daarvan in den aanvang des tachtigjarigen oorlogs af
tot heden toe. Een eerbiedwckkeiid aantal geschriften is
door hem doorwerkt, tengevolge waarvan hij «telkens
mededeelingen doet, die den gemiddelden kenner onzer
geschiedenis nieuw zijn. En zijn gewrocht neemt in
onze historische letterkunde een niet overvulde plaats
in, door den aard er van.
Niet zijn doel is het geweest het verleden blootelijk
te toonen, in vogelvlucht, zooais de meeste geschied-
schrijvers beoogen, ndch om varderlandsche gevoeleni
aan te kweeken; evenmin om de gébeurtenis’sen en
handelingen der leiders te gispen of te loven. Volks-
vertegenwoordiger geworden en met gespannen aan-dacht de gebeurtenissen van de laatste jaren ‘volgend, heeft hij blijkibaar in het veHeden richtsnoer gezocht
voor den door ons verder te bewandelen weg van ‘bui-
tenlaudsohe staatkunide, niisschien zelfs daarin de
bevestiging gezocht zijner overtuigingen op dat gebied.
Zijn werk is dientengevolge een pleidooi geworden op
geschiedkundigen grondslag.
Steun te zoeken bij Engeland en niet bij de op ,het
vasteland van Europa overwegende mogendheid, dat
is Ide voornaamste vingerwijzing, die het verleden hem
heeft gegeven en d’ie zijn inzicht hem ook voor het
vervolg de
wijste
doet schijnen; ziedaar de sterkste
indruk, dien kennisneming van
zijn
werk, ‘althans
bij mij, achterlaat. Aan die vingerwij zing voegt hij verscheiden andere toe, in den vorm van stellingen,
waarvan sommige straks ter sprake zullen ‘komen.
Te voldoen aan een oude belofte, het
hoek
hier aan
te kondigen, en op enkele deelen er van de aandacht
te vestigen, is een verpoozing en een ‘genoegen. Want
rijk van inhoud is het, zorgvuldig ineengezet en vlot
geschreven, met liefde en toewijding. Sierlijk zelfs,
vaak.
Niet overal. Van het anarehisme, d’at in de latere
jaren, blijkbaar door veronachtzaamd schoolonderwijs,
zich op het gebied onzer taal in steeds breeder kring
vertoont, heeft ‘zelfs deze bekwame hoogleeraar met,
zijn toch
‘blijkbaar
methedisch gevormden geest zich
niet geheel Vrij weten te houden. Ofschoon geen vol..
geling van Kollewijn of andere vereenvoudiging,
maakt hij moord, weerstand, staat, overva2, boventoon,
vrede, ernst, en.z,
vrouwelijk;
lijn,
mannelijk;
wacirna
schrijft hij voor
waarnaar, heeft
voor
hebben;
iemand
is volgens hem een vasten aanhanger en zijn persoon. lijken raadsman heeft gesproken;
hun en.hunne
wis-
selen elkander willekeurig af. Daarnaast is hij, zeker
tot eigen bevreemding, in het Duitsche kamp ver-
zeild geraakt en spree’kt van
interesse,
waar hij belang
bedoelt, van
lamleg gen,
herhaaldelijk zelfs, en van
ten-
denzen
of tendensen voor neiging, streven of richting.
Schrijft hij Latijn, Fransch of En!gelsch, hij zal zeker
dergelijke vlekken angstvallig vermijden; waarom dan
niet te eer in de eigen taal? Danktniet de Fransche
letterkunde haar verspreiding en ‘invloed in de eerste
plaats aan de liefde en zorg, waarmede het Fransch
wordt onderwezen en beoefend?
Evenmin zal ‘ieder zijn oordeel onderschrijven over
de door Engeland te onzen opzichte ‘gevolgde gedrags-
lijn. Dat dit ,,ons immer tegen elke andere indringing
heeft gevrijwaard” (bladzijde VII), leert de Napoleon.
tische tijd anders. Het behoud van Oeylon door Enge-
land bij den vrede van Amiens in 1802 vindt geen
voldoende rechtvaardiging in de omtankli’giheid, dat
Nederland toen niet krachtig genoeg werd geacht om
dit ‘steunpunt der vloten, deren sleutel van Indië,
tegen Frankrijk te verdedigen; want het eiland was
door onzen gouverneur in den bij dien vrede ‘beëindig-
den oorlog overgegeven krachtens de bekende aan-
schrijving van Willem V ‘als Directeur-Generaal der
Oost-Indische Oompagnie, waarin deze de teruggave
beloofde door de E’ngelschen, een aanschrijving, welke
de Britsche vlootvoogd, het eiland opeischende, mede-
b’racht en als lastgevinrg aanwees. Evenmin is dc be-
schul’digiug billijk, als hadden wij de Kaapkolon’ie ver-
loren doordat wij die zouden hebben ,,verslonst” (‘blad-
zijde 383). Zij is de eerste maal overgegeven krachtens
een exemplaar van :denzelfden brief van Willem V,
geschreven uit Kew, toen deze zich dus bevond in een
land, dat met Nederland oorlog voerde, waarvan men
aan de Kaap niets wist; Mal’mesbu’ry erkende zelfs
later, ‘d’at Engeland er zich bevond krachtens ,,unpeu
de perfidie”. En de tweede maal
ging
de Kaap eerst
• verloren na een dappere verdediging der bezetting,
onvoldoende, doordat de vaderlandsche scheuring in
voor- en tegenstanders van Engeland ook naar de
Kaap was overgeplant. Dat veider in Berbice, Deme-
rara en Essequibo het Britsche kapitaal orverwoog, is
een ‘al te onvoldoende rechtvaardiging voor de weige-
ring, ‘die toen ‘winstgevende gewesten terug ‘te geven.
Duideljk echter en juist toont ‘de schrijver het
‘lèvens’bela’n.g aan, dat Engeland heeft bij een zelfstan-
dig Nederland, voldoende krachtig om zich tegen
overweldigiia:g te handhaven; en. de gestadige zorg, die
de Britsche Regeering voor de instandhouding ‘daar..
van heeft orvergehad, tegelijk er naar strevende, dat
Nederland niet
te
sterk zou worden of blijven. Van-
daar eenerzijids de medewerking reeds van Koningin
El’isa’beth in ‘den aanvang van onzen 80-jarigen strijd en ten slotte de stichting van het Rijk van Willem den
Eersten. Vandaar ook, altksns ten deele, de teruggave
d’er meeste koloniën, zonder welke Nederland immers
kreupel zou zijn geworden. Vandaar anderzijds de
Engelsche zee-oorlogen met ons.
Welk een schouwspel ‘vertoonden ‘de Nederlainden in
‘den aanvang hunner bevochten onafhankelijkheid! In 1607 schreef de Venetiaan’sche gezant te Londen aan
778
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
20 Augustus 1919
zijn regeering: ,,De Hollanders kunnen nu zeggen, de
,,heersc’happij op zee te hebben, waar de Engelsche
,,koningen zoo lang voor hebben geijiverd”, terwijl de
Arnsterd’amsche regeering aan de Staten-Generaal ver-
klaaride: ,,’dat niemand mag twijfelen, of deze landen
,;gaan op het stuk van ‘koopvaardij en in menigte van
,,schepen de koninkrijken van Engeland en van
,,Frankrijk oo verre te boven, dat daarvan nauwelijks
,eenige vergelijking kan gemaakt worden” (Van Mee-‘
teren). In 1663 rapporteerde de Zwesdscho resident,
Appelboom aan zijn koning (Historisch Genootschap
1905): ,,De Staten der Vereenigde Pro’vinciën zijn zoo:
,,maciitig en considerabel, dat zoolang zij met goede
,,conduite en eendracht onderlinge correspondentie
,,houden, zij niet licht voor iemand ter wereld behoe-
,»en b
evrees
d te zijn of zich te buigen.” Doch die
,,goede conduite en eendracht”, waarop het aankwam,
hebben op den duur gefaald. Ook de Britsehe koning
er
k
en
d
e
het overwicht der Hollanders: ,,it is you who
are the masters of the seas, you do just what you like”,
beet hij tijdens Maurits onzen gezanten toe. Nog op
liet einde der 17e eeuw bevalen Britsche schrijvers hun
landgenooten aan ,,de Hollandsche methodes te bestu-
,,deeren en de Hollandsche handeisi.nstellingen na te:
,,volgen. Zoo goed als in den Oost-Indischen handel,
,,als in Japan en ook China, waren de Hollanders toen
,,nog nummer een in den handel en de vaart op Rus-
,,land en Scandinavië, op Duitsc’hlan’d en Frankrijk.”;
ilofland werd toen genoemd ,,de beurs van de wereld”
en tot de helft der 18de eeuw stond in Azië onze Oost-
Indische Compagnie nog bovenaan. De Acte van Navi:
gatie heeft in het overwicht van onze scheepvaart en
handel een bres.geschoten, liet strijken der vlag moest.
worden toegegeven en ten slotte hebben het bejag van
eigenbelang der regenten en het gebrek aan ,,g.oede: conduite en eendracht” het regeeringsstelsel veroor-
deeld, waaronder onze grootheid, voorspoed en geluk
waren bereikt, toen dit op waardige en krachtige ‘wijze
werd toegepast en is de vrees souverein geworden.
,,La crai’nte est le seul mobile de ce pays”, schreef de
1
Fransche gezant reeds in 1759, alsmede ,,dat vrees-!
aanjagen liet beste middel is om in Holland meester
te zijn.” Het zijn gedenkwaardige woorden, ook nu:
nog. Zoo kwam tijdens de Bataafsche Republiek ide Fransc’he gezant te zetelen op het Oude Hof aan het
Noordeinde, de woning voorheen en thans van de
Oranjes; en zoo niocht bij den vrede van Amiens onze
vertegenwoordiger Schimmelpenninck met Engeland
slechts onderhandelen door bemiddeling van een ander,
van Joseph Bonaparte en ging Oeylon daarbij verlo-
ren, ofschoon Schimmelpenninck ,,het onmogelijke
,,aanwendde tot ‘behoud”, daartoe aangespoord door t
adre§ op adres uit ons land, alleen doordat Frankrijk
hierin Engeland ter wille wenschte te zijn.
Onze dertien jaren later in de eerste plaats door,
Engelan:d gewenschte en tot stand gebrachte vereeni-:
ging met België en onze verhouding daartoe gedu-rende de Republiek, brengen in dit werk een aantal
gebeurtenissen, gezichtspunten en maatregelen naar’
voren, ‘die op het oogenblik ‘hernieuwd belang gekregen
hebben en niet behooren .tot de meest bekende onder-‘
deelen on’zer vaderlandsche ‘geschiedenis:
O.a. Elias in zijn voortreffelijke en helaas uitvert
kochte inleiding tot ,,de Vroedschap van Amsterdam”,
welke een zeldzaam ‘diep en juist inzicht vergunt in
het bestuur van ‘s lands ‘middenpunt en daardoor van’ de geheelerepubliek, wees er op, dat
tijdens
Frederik
Hendrik niets in den weg stond aan een aanhechting,
zij het door geweld, der zuidelijke Nederlanden aan
onze republiek. Deze ‘drong or op aan, maar Amster-
dam weigerde, geen mededinging wenschende van
Antwerpen, dat in de Schelde een prachtige verbin-din.g had met de zee; die moest gesloten blijven en’
daaraan zou aan’hechti’ng in den weg staan. Steekt de
hationale geest onzer hoofdstad, ‘gelijk ook de schrijver,
âantekent, t’hans uit boven die van vele auder&
plaatsen, mogelijk is het verwijt, dat ‘in deze houdiug
eigenbelang te groot een plaats innam. Vergeten dient
daartegenover niet, dat België haast geheel tot den
Roomschen godsdienst was teruggekeerd, terwijl de
Vereenigde Nederlanden gevormd waren als staat door
de Protestanten en hun plaats in de wereld voor een
belangrijk deel innemen als Protestantsche Mogend-
heild. Verlangde niet Engeland nog eeuwen later, bij
de stichting van Koning Willem’s Rijk na Napoleon, ,,dat ‘de ‘gren’dvesten daarvan niet verzwakt werden
,,door gelijlcwaardige inmenging van de katholieke en
,,bovendien voor een deel zeer Fransch gezinde elemen-
,,ten van Zuid-Nederland? l)aarom lbehoor&n dezen
,,hun vrijheid niet zeivete verwerven, maar van de
,,Mogendhden ‘te ontvanen. Holland moest het over-
,,wicht behouden en de Belgen mochten geen aan-
,,spraak krijgen. Geen tweeheid diende géschapen,
,,maar een eenheid versterkt” (bladzijde 374). Buiten-
dien vormiden de Zuidelijke Nederlanden, door Johan
de Witt meest kortelijk ,,de Nederlanden” genoemd
in tegenstelling met den naam ,,Vereenigde Pr’ovin-
ciën” voor onze republiek, &eh stootkussen zoolang zij
niet zouden gaan hehooren tot liet gebied van een
hunner huren. Dat is België voor ons nog steeds en
liet is ons belang, dat het dit ‘bhijve, betoogt le
schrijver.
Het is ‘daartoe opzettelijk ingericht geworden door
onze ,,harrièie-verdragen” der 18de eeuw, die’ ons
machtigden tot ide legering van Ibesclher’mingstroepen in
een aantal gr’ensvestingen, ook aan onzen oostkant.
Slap is van dat recht gebruik gemaakt geworden en
nog voor den val van onze republiek verbrak de souve-
rein, ide Keizer te Weenen, die verdragen, ziende hoe
zwak Nederland geworden was, en siechtte die bar-
rière-vestingen, zonder de Staten-Generaal er in te
kennen en zonder dat dezen liet hem beletten.
Inderdaad heeft gebiedsuitbreiding nooit een
wensch of streven van ons gevormd; de schrijver wijst
er terecht op voor wat ‘het Rijk in Europa aangaat en
men ‘kan er
bijvoegen,
evenmin voor dat daarbuiten.
Die uitbreiding is daar zelden doel geweest, maar een
gevolg van den handel, van de noodzakelijkheid en
van de veiligheid en den invloed onzer vestigingsplaat-
sen. Nog slechts een halve eeuw geleden weigerde de
Gouverneur-Generaal Rochissen ide van inlandsche
zijde aangeboden ‘heerschappij over Noord-Borneo, die
daarop door Engelschen werd in handen genomen; en
eerst onder den landvoogd van Heutsz, dus drie
eeuwen na onze komst, is het Nederlanjdsche gezag
over geheel den archipel gevestigd geworden, heeft
daardoor
de
Javaan niet langer bijkans de geheele
bestuurskosten te dragen, zijn veiligheid en orde alge-
meen verbreid en vervullen wrij overal onze best.uurs-
plichten, voortvloeiende uit de aanvaarde souvereini-
teit.
De vereeniging met België in 1815 is dan ook niet
de wensch geweest van ons volk en zelfs Willem 1 is
er niet altijd op belust geweest. Ons land vormde en
vormt op zichzelf slechts ,,een groep zeehavens en
,,riviermonden, door eenig achterland gecapiton-
neerd.” Zou het zelf de rol van ‘barrière kunnen ver-
vullen, dan achtte Europa niet alleen teruggave der
koloniën noodzakelijk om het gezond en krachtig ge-
noeg te maken, maar evenzeer de ‘beschikking over
een talrijk-er bevolking en grondgebied in Europa.
Toen nu de opstand van 1830 ‘bewees, dat ‘de kracht
van het Rijk daardoor niet was versterkt en het doel
dus niet bereikt, onttrok Engeland op wensch van
Frankrijk zich aan de instandhouding.
Het afwilselend verloop van den staatkundigen toe-stand onzer huidige pr;ovincie Limburg, die bij onzen
vrede met België in 1839 aan ons verbleef, valt uit Prof.
van Hamel’s boek niet volledig op te maken, hetgeen
trouwens door den opzet van het werk niet wordt ver-
e.ischt. Zoo wordt van den bisschop van Luik niet
gewaagd. Wel wordt er op gewezen, dat het noorden
dier provincie, hetwelk ,,sedert 1648 al’s St
a
at
sc
h gebied•
had gegoiden” bij den vre’de van Utrecht aan Pruisen
20 Augustus 1919
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
779
kwam, maar in 1815 tot de Nderlaniden terugkeerde.
in de steden Maastricht, Venlo en Roermond heeft
de Republiek sedert 1648 onafgebroken bestuursmacht
uitgeoefend en er meestal troepen geleger.d gehad.
Gedurende den opstand werd Limburg grootendeels
door de Belgen bezet, maar bleef Maastricht behou-
den, dank zij onzen daar bevelvoerenden Generaal
Dibbits, die daarvoor met zijn nageslacht door Willem
1 in den adeisstand verheven is. De vrede van 1839
bracht de provincie weder in haar geheel tot Neder-
land terug, ,,maar België kreeg als schadevergoeding
de helft van Luxemburg”, terwijl Limbtirg zich moest
aansluiten bij den DuitscheÇi Bond. Het uiteenvallen
van dien bond heeft daaraan een einde gemaakt, het-geen door onzen Mnister van Buitenlandsche Zaken,
Graaf van Zuylen, in het Luxemburgsche tractaat is
vastgelegd.
Vollediger is daarentegen het verloop der beschik-
king over de Schelde uit het boek op te bouwen. Eerst
de sluiting door onze republiek; dan de pogingen van
Joseph II om, toen hij de barrière-vestingen slechtte,
tevens de Schelde te openen. Trots haar toenmalige
zw-akliei.d stond de republiek pal tegen
zijn
ultimatum
van 1784, opende het vuur op •het de proef wagende
schip en behield daardoor bij het tractaat van 1785
zijn recht, neergelegd in den vrede van Munster, een
bewijs, dat ook de zwakke, toont hij zich vastberaden,
zich nog wel recht kan verschaffen. Doch de Nationale
Conventie verklaarde in 1792 de sluiting der Schelde
opgeheven, hetgeen in 1795 gevolgd werd door inlijving
bij Frankrijk van Staat’s-Vlaanderen, evenals van
Maastricht en Venlo en in 1863 door afkoop van den
Schelde-tol. ,,De veiligheid van het Noord-Nader-
landsch gebied staat en valt met onze geheel eigen
macht over de Schelde, Maas en Rijn aan weerszijde,”
betoogt de schrijver.
Aan het voorbeeld van vrjhaiadelsgeest, dezen tol
te hebben opgegeven, voegt de
schrijver
de herinne-
ring toe, dat wij ,,in 1857 vrijwillig het handeismono-
polie op Japan O])gaven.” Inderdaad heeft koning
Wllcm III toen zelf den Mikado 4geraden, den vreem-
den handel toe te laten en daardoor in merkwaardige
onzelfzuchtigheid medegewerkt om aan ons monopolie
een einde te maken, dat
bijkans twee en een halve eeuw
bestaan had en ons door vriend en vijand werd benijd.
Eerst in de iaatste jaren heeft onze handel op Japan
zich weder hersteld van de beëindiging onzer voor-
rechten, sedert nl. Java er op groote schaal suiker aan
verkoopt.
,,In het verleden ligt het heden.” Gelijken onze
historibladen over Limburg, Staats-Vlaan’deren en de
Schelde op de vraagstukken van heden, onze groote
kapitalen, ‘in de achttiende eeuw geleend aan vreemde
mogenclhe’den, waarschuwen thans opnieuw voor het
gevaar, dat ,,crediteursschap tot onderdani’gheid kan
,,dwi’ngen” (bladz. 189). Een oogenblik ‘heeft onlangs
1788 om den hoek gekeken, toen ,,de eigenlijke kern
,,van het nationale bestaan o.a…..door onnationale
,,dem’ocratie verpulverd was.” Opnieuw is in den jong-
sten oorlog, gelijk bij den val onzer republiek, ,de
,,internationale beteekenis gebleken van onze kapitaal-
,,kracht, onze handelsvloot, onze strategische ligging
,,en onze koloniën.” T.hans geldt weder de oude ver-
klaring van den Oostenrijkschen minister de Ficquel-
mont: ,,Holland alleen zou slechts een mogendheid
,,’van den derden rang zijn, wanneer
zijn
koloniale
,;bezittingen het in de wereld niet de beteekenis gaven
,,van een
mogendheid
van den eersten rang”, een waar-
heid die, ook door onszelven, in schuchtere beschei-
denheid, te zeer wordt over het hoofd gezien. En
opnieuw klinkt de stem u’it het zinkende schip der
grootsche Vereenigde Nederlanden: In eigen kracht
ligt het behoud, ‘het behoud der
onafhankelijkheid,
dus
van het geluk: ,,in zorg voor innerlijke eenheid, staat-
,,kun•dige gezondheid, welvaart en prestige” (bladzijde
VIII). Gelijk in 1813 ,,zal het koloniaal bezit” (zonder
hetwelk wij te gronde gaan) ,,ons niet gelaten worden,
,,indien we er niet een onafhankelijk Nederlandsch
,,gezag k4annen hândhaven” (biadz. 383). En als voor-
heen kan ,,zoomin voor het Moederland als voor de
,,Koloniën de lijn der onafhankelijke onzijdigheid wor-
den gevolgd zonder besliste handhaving van eigen
,,kracht.”
Deze les aan ons volk door de geschiedenis te heb-
ben gestaafd, is een der groote verdiensten van dit
acditenswaardige boek. H. M.
Fif 1h Annual .Report of the Federal
Reserve Board
(1918),
Washington
1919, IV en 913 blz.
Alhoewel reeds eenigen tijd geleden verschenen
1),
mag nog met een enkel woord melding worden ge-
maakt van dit verslag, hotwelk, van gelijke uitvoerig-
held als zijn voorgangers, van de ontwikkeling van
het Faderal Reserve stelsel gedurende het jaar 1918
een duidelijk beeld geeft.
Allerwegen blijkt uit liet verslag, welk een invloed
het intreden van d.e Vereenigde Staten in cle’zen oorlog
Op
de ontwikkeling van het stelsel heeft gehad. In
cijfers (miljoenen dollars):
–
5 A,ri1 1917 27Dec. 1918
Totaal deposito’s en F. R. Notes 1.136,8
4.238,1
Total cash reserve (goud en een
gering bedrag aan papieren en
zilveren betaalmidden)
902,7
2.146,2
Totale verplichte dekking
416,7
1.617,2
Beschikbaar metaalsaljdo
546,0
528,6
Percentage der aanwezige dekking
84,7
50,6
Uitstaande F. R. Notes ……..400,7
2.855,6
i)ekking: a wissels …………22,3
1.567,3
5.
goud (ui’t den tota-
lan voorraad) …………….378,4
1.288,3
Ook het met de toeneming der deposFto’s en F. R.
Notes sterk gestegen crsdietgeveud vermogen, van het stelsel ijs,- dank zij een verlaagd disconto voor
wissels, gedekt door sohatkistpapiur, in hooge mate
aan de schatkist ten goede gekomen. Het bedrag dezer wissels bedroeg eind 1918 ruim 1.400 miillioen dollar
tegenover de eigenlijke handelawissels 605 millioen,
terwijl daarnaast nog stond een eigen bezit aan Regee-rings-obligaties van 310 millioen.
Uit de gegeven cijfers blijkt, dat het percentage
der metaaldekking door een en ander belangrijk ge-
daald is en allenigs de wettelijke grenzen is gaan nade-
ren. Hiermede hangt samen een toenemende onder-
linge herdisconteering onder de 12 banken door tus-sehenikomst van den Board. Evenals in vorige jaren
levert New York hierbij de grooto meerderheid der
particuliere wissels, in hoofdzaak door banken en
slechts weinig door den handel zelve geaccepteerd
papier. De ontwikkeling van het acceptbodrijf
en. de vraag hoe in dit opzicht in de toekomst de
verhouding zal zijn itussalien Londen en New York,
geven het verslag aanleiding tot uitvoerige besehou-
w.iugen, die meer aandacht verdienen, dan in
deze
korte aankondiging er aan geschonken kan worden.
Naast uitbreiding van het eigen bedrijf der Fed.
Res. Banks heeft de oorlog ook geleid tot een zeer
sterke toeneming van het ledental onder de State
Ba,niks en Trunt Oompa.nies. De grootsten onder deren
gingen reeds in 1917 voor, het aantal nam in 1918 nog belangrijk toe: eind 1917 250 instellingen met.
een kapitaal n surplus van $ 520 millioen, eind 1918
936 instellingen met een kapitaal en surplus van
$ 750 niillioen.
Uitvoerig wordt besproken de 1han’s ingevoerde
dagelijksc.he clearing tussc.hen de 12 banken door tus-
schenko.mst ‘van laat te Washinig-ton gedeponeerd gold
settlemon’t fund; terwijl mededeeling wordt gedaan
van de reeds eerder hier ter sprake gebrachte Amen-
kaanscihe plannen tot het in het leven roepen van een
internationaal gold fund. De Board toont zich dien-
aangaande zeer optimistisch. Aanvankelijk ware de
1)
Men
zie
ook pag.
446.
t
780
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
20 Augustus 1919
regeling te treffen met ‘de Entente landen en enkele
leidende neutrale landen, later tot alle besohaafde
staten uit te breiden. In liet verslag van de F. R.
Bank te New York, als bijlage aan het verslag toege-
voegd, wordt op dit punt nog nader ingegaan en
mededeel.ing gedaan ‘van ‘de reeds door deze bank met
vreemde cireulatiebanken getroffen regelingen. Het
blijkt, dat nauwe relaties zijn aangegaan met de Bank
of England, het ,Britsoh-Indisc.he Gouvernement, de
Frantehe, de. I.taliaansohe en Japainisohe circulatie-
bank, met de Phil’ippine National Bank, de Argen-
tijnsohe Banco de la Nacion en enkele andere Zuid-
Ajmerikaansche bankinstellingen, terwijl, eveneens met
de N’ederland’sche Bank en de Sca’ndinavise,he banken
overeenkomsten zijn getroffen o.a. voor de betaling
va granen en andere goederen, gekoch.t voor die
landen. –
Uitvoerig worden voorts in het verslag van den
Board de regelingen besproken, welke gedurende den
oorlog in het lesen zijn geroepen voor liet doen van
betalingen aan den vreemde, regsliin,gen, waarbij de
Fed. Res. Board het centrale lichaam vormde, terwijl
voorts een en ander wordt medegedeeld over het
intern beheer, over de werking der z.g.n. Pittman Act
van 23 April 1918, die dan uitvoer van het oude
regeeringszilver toestond onder vr.vanging van het
aldus ingetrokken ruilimiddel door tijdelijke Fed. Res.
Bank Notes, en voorts over
j
aanhangige en reeds aan-
vaarde wizigingen der bestaande regeling.
Het verslag eindigt met een slotwoord, waarin er
op gewezen wordt in hoeveel gunstiger munteonditie
de Vereenigde Staten thans zijn vergeleken met de
tijden van den Burgeroorlog. Tibans geen ‘depreoiatii
van de goudwaaricle van het ruilimiiddel, geen interna-
tionale mvarig.heden ,,true, the purchasiiig power of
,money bas declined, but this is due to the abriormal
,,an.d urgent demauds for goods and services and the
,,accompanying expausion of credit and. currency. The
,,qu’ality of our currency has been maintained; there
a single standad of priëes, whioh is based upon
,,the dollar, and not a double standard, one baard
,,upon the gold dollar and the ‘other upon the paper
,4ollar, as was the cme during and after the Oivil
,,War.
The increa.sed volume of Federal Reserve Notes
,,has been an ‘incident or au eff eet of expansion. of
,,oredits, rather than the oause of such expanisio.n.”
B.
Dr. B. Stichel. Argentiwien.
Ham-
burg, L. Friederichsen & Co., 1919.
Nauwelijks is Duitschland eene nieuwe periode in
de wereldgeschiedenis ingegaan of men krijgt alweer
de lewijzen, dat, met de het land eigen ,vljt en or.ga-
nisatiezin gewerkt wordt om toegerust te zijn
voor
de
nieuwe omstandigheden. ‘De
Zentralstelle des
Hamburgischen Kolowiali9vstituts
en het
Ibero-ani&ra-
icaiwische Institut
geven hier
‘blijk
van door de geza-
manlijke iïitgave eener serie publicaties, getitel cl
;,Auslandswegweiser”, waarvan het eerste deeltje, 171 pagina’s in omvang en voorzien van een over-
zichtskaar.tje, dezer dagen verscheen en ons ter aan-
koudiigircg werd aangeboden. Het boekje is, zooals
in ‘den aan’hef derzes gezegd, gewijd aan Argentinië,
een van de wèinige landen, waarmede Duitschiands
relaties in den wereldoorlog niet zijn. afgebroken ge-
weest. In de woorden, die wij in de ‘advertentie-
rubriek van deze publicatie, bij de aankondiging van
een boek, aan Mexico gewijd, uitgedrukt vinden:
,,Ungenihlte Deutsche werden durch den unglück-
lichen Ausgang des Krieges gezwungen, sich in über-
aeeischen Liindern eine neue Existenz zu gründen”,
liggen strekking en methode van den voor ons liggen-
den ,,Weg’weiser” besloten. H.
OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN.
.Tijdschrift’voor Economische
G eo g r a p h i e. – ‘s-Gravenbage 15 Juni/Juli 1919.
Prof. Dr. H. Blinic
en
Dr. C. J. van Nieuwenb’urg,
Limburg als eeononiisoh-geographisch en staatkundig
gewest in ‘t verleden en heden.
Met verrassende snelheid volgen de bijzondere afleverin-
gen, die geheel gewijd zijn aan het economisch beeld der
provincies, elkan’der op. Terwijl de gecombineerde Februari-
‘Maartaflevering van het tijdschrift zich reeds had bezig-
gehouden met Drente, laat de geleerde schrijver thans al-
weer de beschrijving ‘van een ‘ander gewest volgen. Ditmaal
wordt hij in zijn werk bijgestaan door den soheikundig
ingenieur C. J. van Nieuwenbuig, die zich nader bezig
houdt met de nijverheid van Limburg, in het bijzonder wat betreft de steenkolenproductie, het kaiksteen en de mergel.
Zeitschrift für Sozialwissensehaft. –
Leipzig, 30 Juni 1919.
– Fr. Kaphahn, Von der Eigentümlichkeit des histo-
rischen Objekts;.
Bocice,
Leipziger Messe und deut-
sche industrie;
F. Schmidt,
Der Bilanzgedanke und
die Wechselkiirse;
H. Schneider,
Der Kampf der
oberschlesischen Kohle gegen die englische;
H. Feh-
linger,
Anpassung von Europiiern an das Tropen-
klima;
B. Sinimersbach,
Vom Braunkohlenbergbau
in Holland;
Dr. E. Schuitze,
Der amerikanische
Schiffahrtstrust im Kriege;
Dr. Herbsi,
Die Ar-
beitsgebiete der Kriegsbeschïdigten-Fürsorge;
Dr.
Demefrius Kalitsunalcis,
Korinthenabsatzgenossen-
schaften in Oriechenland.
A r c h i v für Sozialwissenschaft
u n d S o z i ‘a 1 p ’01 i t i ‘k. – Tiib’ingen, Juni 1919.
46. Band 2. Heft.
iS’chumpeter,
Zur Soziologie der Imperia-lismen;
Al. Web er, D
ie Wirtschaf-tsethik der Weltreligionen.
Das antike Judentum;
Prof. A. Amonin,
Liefimanns
neue Wirt’schaftstheorie;
H. Levy,
Studien über das
englische Volk;
Dr. C. Landauer, Der Meinuugs-
streit zwischen Biihm-Bawerk und Wieser ilber die
Grundsiitze der Zurechnun.gstheorie;
R. E. May,
Deutschlands Bedarf an Körnerfrüchten vor und
nach dem Kriege, insbesondere in der Uebergang’szeit.
Jahrbücher für Nationalölconomic und
Statistik. – Jena, Juni 1919.
Elster,
Was ist ,,Arbeit”
? G. Jahn,
Neuor-
ganisati-on der Volk-swirtschaft l
W. Krebs,
Ent-
wickiung des deutschen Genossenschaftswesens seit
Erlass des Genossenschaftsgesetzes vom 1 Mai 1889;
E. Schulize,
Die Kautschuk-Ausfuhr Niederliindisch-
Indiens.
–
The economie Journaq. – Londen, Juni
1919.
Prof. Oh. Gide,
Frenoh war budgets fox 1919-
1920;
Prof.
F. Y. Edgeworth, Methods of graduabing
taxes .on innome and capital; ‘
J. S. Eagls,
The mono-
poly in alcoholic drink;
J. B. Condliffe,
New Zealand
duriug the war;
L. L. Price,
Mr. Cola
en
labour
probiems;
L. Know les,
The chai-tiist movement; Prof.
E. Cannan, The
national income;
Prof. 0. H. Old-
ham,
Changes in the export industries ‘of Ireland.
Revue d’Ec’onomie politique.
Parijs, Mei—Junii 1919.
G. Arias,
Les idées économiques et sociales de
Giuseppe Mazzini; J.
Vergeot,
Le papier-monnaie en
Turquie penidant la guer-re;
E. Amphoux,
Le marché
co’to.nnier -du Havre pend-anit la guerre;
Ch. Mourre,
Les causes de la hausse des prix;
J. Hitier,
La pro-
duction ‘agriëole française
t
propos d’uu livre récent.
Journal de la Société ‘de sta-tis-
t i q u e d e P a r is. – Parijs, Juli 1919.
R. Pupmn,
L’épargne française et sea placements –
dans la périod.e d’avant-guerre;
M. Huber,
Ohroncique
de ‘démographie.
The Geographical Journal. – Londen, Juli
1919.
Th. H. Holdich,
Address at the Anniversary
Meeting 2 June 1919;
H. S. L. Wint erbotham,
Geo-
graphical Work with tbe army in France;
J. Bail
20 Augustus 1919
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
.
781_L
and 11.
Knox-Shaw,
The prismatic Astroabe;
E. H.
.
GIRO-KANTOOR DER GEMEENTE AMSTERDAM.
L.
Schwarz,
The
rigin of’the Hereros and Ovambo;
Mei 1919
1
Juni 1919
H. T. Munn,
Southampton Island.
.
.__________
1
______
Posten
Bedrag
Technik
und Wirtechaft.-Berlijn,
‘
Posten
Bedrag
Ontvangen en
•
Juli 1919.
–
G.
Fischer,
Die Masohinen im landwir’bsohafbliohen
betaald:
in
139218
f 11.181.942
85115
f
10.581.009
contanten.
K1etiribtriebe;
Schulz,
Kupfer
in der Kringswirt-
door over-
schaft;
W.
Dahlmann,
Technik und soziale Frage;
schrijving
1).
45422
72.504.566
40482
53.363.529
E.
Schiff,
Das
SacJiveistiindigenwesan;
K. Klein,
Particuliere
relceningboud.
4666e) ,, 25.184.509
50972)
15.762.424
De.mctkratie,
Veiwaiturugsreforrn
und
Tecihn.ik;
J.
Saldo te goed
Mendel,
Die Preussisoheirt Staatsbahnen whreud des
part. rek.
u0.
3.846.075
–
4.611.643
Kriges.
–
•
1)
Inciusieve verrekeningen
tusschen
gemeentediensten,
zijnde
pLm.
f
20.887.370 per maand.
5)
Aantal.
.
OVERZICHT DER RIJKSMIDDELEN.
S
REGEERINGSMAATREGELEN OP
HANDELSGERIED.
(In Guldens)
.
Uitvoer van b o ter. Met ingang van 15 Aug.
Juli
Sedert Overeen-
is een nieuwe regeling getroffen voor den uitvoer van
–
1919
1
Januari
1919
komsilge
periode
1918
boter, waarbij vergunnlin.gen verleend worden, indien
de belanghebbende nieh scihriftelijk ‘verbindt om tot
Directe belastingen.
1 Mei 1920 een nader te bepalen hoeveelheid melk
2.649.629
11.713.603 11.401.442
en
boter
ter voorriening in de biunenlandsche be-
Personeele belasting
..
2.294:156 5.637.952
5.768.750
Inkomstenbelasting
5.173.085
31.754.331
37.770.509
hoefte heschikbar te stellen en af te leveren.
Dividend- en tanti6me-
Van de boter, waarvoor uitvoercertificaat ie afge-
1.319.882 2.599.516
–
geven v66r 18 Junii kan alsnog 100 pOt. worden uit-
Vermogeusbelasting
395.067
4.464.966 2.572.683
gevoerd; op de certificaten van 18 Juni to.t e
met
Accijnzen
.
4 Juli kan nog 50 pOt. worden uitgevoerd, alles van
Grondbelasting
………
2.914.461
20.739.830
23.338.679
de nog niet geëxporteerde hoeveelheden. Voor de week
27.280 561.467
858.038
van 3 tot 9 Augustus is het uitvoerpercentage voor-
4.029.936
17.346.678 11.991.671
l.00pig weder vastgesteld op 0.
Suiker
…………….
Wijn ………………
159.100
766.286
1.748.292
Ui t v o er ver ho den.
Bij
Kon.
besluit
van
belasting …………
Gedistilleerd
……….
172.617
511.330
669.649
12
Augustus
is
tijidelijk
opgeheven het verbod tot
1.257.113
7.326.131
6.328.416
uitvoer van
ruwe Icaloen, ruwe en gewasschen.
wol
en
fndirecte belastingen.
hen.nep.
eslacht
…………..
Zegelrechten
……..
‘1.856.428
2
)10.216.770
‘)
7.789.080
U
i
t vo e r f r u
i
t. In verband met de hooge fruit-
Zout ………………
1.939.523 17.648.232
15.083.785
prijzen, op fruitverpach4isvgen besteed, wordt de aan-
Bier
………………
Invoerrechten
3.485.845
2.483.397
17.927.738
14.696.945
14.048.643
4.530.326
dacht van belanghebbenden er op gevestigd, dat de
uitvoer van fr:ïtit verboden is en dat de Minister ziek
Gouden en zilveren werken
nadrukkelijk voorbehoudt ten. aansien van dozen uit-
77.867
493.672
441.709
voer alle maatregelen te nemen, die hij ‘in. liet belang.
Registratiercchteis …….
Successierechten ……..
Belasting …………..
Essaailoon
Statistiekrht
..
70
348.303 486 2.378.404
477
605.232 der binnenlanicissehé voorziening nood.ig mocht achten.
…………
261.157
–
U
i
tno er
v a n
via s str oo, en z. ”egen den
Domeinen
…………
.
946.105
1.900.459 1.072.670
uitvoer van vlasstroo, met uitzondering van vlasstroo
415.016
404.824
tt
in oigerepelden toestand, vms, vlasafvallen en pro-
Mijnen
……………..40.005
Jac/tt en visscherij
..
15
.6.482
..
202.551 211.056
duntati daarvan bestaan bij ‘den Minister van Land-
Staatslotersj
………..9.056
88.612 613.028
109.261
bouw geen bezwaren meer.
.
Loodsgelden
…………
Totaal …
. …….
.31.824.019 170.176.548 146.745.172
B r o o’db a k k’e.n.
‘Door
een
wijziging
in
de-
desbetreffende regeling is het den bakkers mogelijk
OPOENTEN VOOR
HET LEE’NINGFONDS
1914.
gemaakt brood te bakken van de vrijgegeven granen
1
j1’4’14
Sedert
1 Januari
Overeen-
homstige
van den inlaudsohen oogst, of in het algemeen van
andere dan regeeringsgrondstoffeu.
.
S
1919
periode
1918
Ôirecte bela8tingen.
M a ï
s
al
s v
e
cv o
ede r. Het ligt in het voor-
nemen in
de aanstaande wintermaanden v66r alles
Grondbelisting
530.681
2.346.336
2.284.591
een hoeveelheid van
60.000
ton La Plata-maïs onder
Personeele belasting
396.824
1.012.755
1.025.669
de
consuimptiemelk.ers
te
distribueeren, -tegen den
Inkomstenbelasting
2.272.116
13.740.664
14.444.852
laagst mogelijken prijs.
S
Vermogensbelasting
157.711
1.783.183
959.493
a a
s.
Het verbod tot vervoer en aflevering van
Accijnzen.
kaas, dat reeds gold voor de drie Zuidelijke prolvin-
ciën des lands,
is
met ingang van 18 Augustus uiitige-
breid tot verschillende andere streken, waa.r gevaar
,
Suiker
…………….582.892
4.147.966
4.667.736
Gedist. (hinn.-en buitl.)
40
.2.994
1.734.668
1.199.167
voor
smokkelen bestaat.
Wijn
……………..5.456
112.293
171.608
–
Indirecte belastin gen.
Zegelrecht van buitl. eff.
22.017
419.662
340.127
Registratierechten
….
.16
245
3.262
MAANDCIJFERS.
.
Totaal
….
4.370.707
25.297.772
25.096.505
GIRO-OMZET BIJ DE NEDERLANDSOHE BANK BELASTINGEN IN VERBAND MET DE BUITEN-
1
Juli
1919
Juli
1918
GEWONE OMSTANDIGHEDEN.
Posten
Bedrag
Posten
Bedrag
t
Juli
1919
Sedert
1
Januart
.
1919
Voor reke-
niughouders
28.267
f1.333.824.785
22853
f598.368.906
Verdedigingsbelasting Ia
.. ..
423.892
4.490.185,
waarvan door
Oorlogswinstbelasting
……..17.705.020
111.777.268
Verdedigingsbelasting Ib
….
1.618.294
17.024.313
de
H.-bank Verdedigingabelasting
II ….
3.61 7.249
19.884.398
plaatselijk…
9.251
,,1.021.821.566
5.477
361.305.773
23.364.455
153.176.164
Ter voldoe-
1 t)
Hieronder begrepen
f
695.522
wegens zegelrecht van
ning van
t
S
nata’s van
makelaars en commissionnairs in effecten, enz.
Rijksbelast.
1.686
,,
10.235.550
1.026
,,
6.349.408
(Beursbelasting).
1)
idem
f
2.693.286.
3)
idem
f 1.156.737.
782
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
20 Augustus 1919
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
N.B.
beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.
GELDKOERSEN.
BANKDISCONTO’S.
16
Aug.
1919
1
20
Juli
1914
Ned
lDisc.wissels.
411
2
sedert 1 Juli’15
3
1
/2sedert23 Mrt. ’14
Be1.Binn.Eff.
an
41/.
,,
1
,,
’15
4
23
’14
IVrsch.inR.C.
51/,.
19Aug.’14
5
,,
23
,,
’14
Bank van Engeland
5
..
,,
5 Apr.’17
3
,,
29 Jan. ’14 Duitsche Rijkebank
5
,,
23 Dec.’14
4
,,
5Febr.’14
Bank van Frankrijk
S
,,
21Aug.’14
3’I2
29 Jan. ’14
Oostenr. Hong. Bk.
5
,.
12Apr.’15
4 ,,
12 Mrt. ’14
Nat.Bankv.Denem.
5
1
4
,,
4 Jan.’19
5
6Febr214
Zweedsehe Rijksbk.
6
,,
13 Juni’19
4
1
12
6
’14
Bank v. Noorwegen
5
1
I2
,,
11Mei ’19
4112
,;
11
,,
’14
ZwitserscheNat.Bk. 51/2
,,
3 Oct. ’18
3
1
/1
,,
19
,,
’14
Belgische Nat. Bk.
4
,,
12Juni’19
4
,,
30 Jan,’14
Bank van
Spanje..
4
,,
22Mrt.’17
411t
,,
24Sept.’03
Bank van Italië ..
5
,,
10Jan.’18
5 ,,
9 Mei ’14
Feder. Res. Bk. N.Y.
3,-44
–
–
Javasche Bank….
3
1
!1
,,
1Aug.’09
3
1
!2
,,
1 Aug.’09
OPEN MARKT.
r
Data
Amsterdam
Londen
Part.
Berlijn
Part.
PN.
Part.
Y
Cail.
Part.
Prolon.
disconto
gatic
disconto
disconto
disc. monet,
15 Aug. ’19
4’I
5
35/s ‘) 4..s/
–
3t1.4.
11-15 A. ’19
3-4f
2)
4
1
/3-5
3u/
8
4…5/
–
3’/1-6’/
4-8 A. ’19
37/4
4-‘/2
32/
s
4_5/
–
3
1
/2-61
28J.-1A.’19
37/L4
3’/24
31/
4…5/
–
4/..16
12-17 A. ’18
2
1
/2-
2’/-/4
3
1
182
4-/8
–
5
1
/-6
13-18 A. ’17
2
2-
1
/4
42/s
4_8/
–
20-24Juli
‘
14
3
1
/8_t/is 2 l/_$(
2
‘/’/
2 /8
–
‘/2
2
8
/4
1
!/g..2
l./
Noteering van 16 Augustus.
Het patticulier disconto der gemeentewisoels was in de a(geloo-
pen week 7/
5
11/
4
pCt. hooger.
WISSELKOERSEN..
WISSELMARKT.
De wisselmarkt had ccii betrekkelijk kalm verloop. Bij.
zoncicre opmerkzaamheid verdient alleen de ‘daling van den
Mark van 15 tot 12.50 en de stijging van den 1)ollar
2.6834-2.71. Londen zönder veel variatie pl.m. 11.60, ten
slotte flauwer 11.56. Parijs daalde van 35.15 op 34. Kopen-
hagen gevraagd 58% -59.15-59. Zwitserland- 47-48.15-
47.35. België daalde van 35.75 tot 33. Spanje gevraagd 50Y4-51%. Zoo ook Pesos (111-112%) en Helsingloi’s
17-20. Oostenrijk aangeboden voor circa 6.
KOERSEN IN NEDERLAND.
Dah,
Londen
5;
Par
ij
s
1
Berlijn
*
Weenen
5)
Brussel
*5)
New
Yor45)
11
Aug. 1919..
11.61
35.25
15.02i
6.50
33.80
2.68/4
12
1919..
11.60i
35.15 14.50
6.55
33.67i
2.69
13
1919. .
11.60k 34.95 13.92}
6.25
33.62
2.69
14
,,
1919.:
11.60
34.40
‘
13.45
6.-
33.15
2,69
15
,.
1919..
11.60 34.45 13.90
6.25
33.20
2.682/
4
16
,,
1919..
– –
–
–
–
–
Laagste
d.w.l)
11.58
34.10
13.-
6.-
32.95
2.67’/s
Hoogste
,,
,, ‘)
11.62
35.30
15.30
6.55
33.95
2.69’/4
8 Aug. 1919..
11.57k 34.45
15.22}
6.50
33.-
2.68/4
1
,,
1919..
11.57k 36.45
l5.371j 6.50
35.30
2.65
1
/1
Muntpariteit..
1
12.10
5
9
48.-
59.26
50.41
48.-
2.48/
j I’loieeflng te ,-ms1eroam.
) ,Noteering te
2) ‘Particuliere opgave.
Data
–
Stock- holm
5
)
Kopen.
hagen
5
)
Chrls.
tiania)
Zwitser.
land
5
)
Spanje
i)
Batavia
2)
telegrafisch
11 Aug. 1919
66.45 58.20
63.-
47.-
50.25
99-100
12
1919 66.50 58.35
63.-
47.-
50.50
99-100
13
1919
66.75
58.8
62.95
47.40
50.60
100f
s
14
1919
66.45 59.20
63.-
47.75
50.75 991-100w
a
15
,,
1919
66.50 59.20
62.95
47.80
51.-
99–100
16
,,
1919
–
–
– –
– –
L’ste d. w.’)
66.30 58.15
62.80
46.80
50.-
997/8
H’ste
,,
,,
‘)
66.70
59.25
63.15
48.25
51.25
100’/
8 Aug.1919
66.70
58.50
63.10
47.45
50.252
99-100
2
,,
1919
66.152 58.758 62.902
47458
50.40
99-100
Muntpariteit
66.67
66.67
66.67
48.-
48.-
100
) INoteering te Amsterdam. ‘) rarticukere opgave.
2)
Noteering
v.
9Aug.
8) idem van
1
Augustus.
KOERSEN TE NEW YORK.
Cable
–
Zicht Zicht Zicht
Data
Londen
Parijs
Berlijn
Anislerd.
(in
$
(In frs.
(in
cents
(in cents
per £)
P.
p. 4
Rm.)
per gla’.)
15 Aug ….. 1919
4.28.25
7.87
noin.
37
‘Is
Laagste d. week..
4.28.25
7.68
noni.
37 ‘/s
Hoogste,,
,,
..
4.32.25
7.87
noin.
37’4
9Aug …..
1919
4.32.25
7.72
non,
37’/8
2
,,
.. ..
1919
4.36.-
7.29
norn.
37
1
/
‘)
&luntpariteit.
.
..
4.86.67
5.18
1
/4.
95’/4
4O’/io
t) Noteering van 1 Augustus.
KOERSE VAN DE VOLGENDE PLAATSEN OP LONDEN.
Plaatsen en
Landen
Noteerings.
eenheden
2
Aug.
1919
9
Aug.
1919
Tijdperk 11-16
Aug.
1919
Laagste Hoogste
16
Aug.
1919
Alexaudrië..
Piast.
p. X 977/
977/it
977/
977/je
97/io
SB.
Airest)..
d.p.gcl.pes.
52e/s 52
7
/8
53
535/
4
531/
4
Calcutta
. . . .
sh/d.p.rup,
1/8’/l2
1/81/35
1.10
1/lOr’s’
1/lOs’s
Hongkong
..
id. P. $
3/71/4
318
1
12
3/9
1
/
3/9°/
3198/4
Lissabon
.. . –
tl.p.escudo
28’14
27
7
/s
252/4
27’/t
26’/4
Madrid
….
Peset.
p.
X
22.79
22.83
22.30
22.68 22.33
5
Morjtevitjeo’
d.p.peso
5614
56’/4
56
1
/a
56
1
/8
56
2
/o
Montreal ….
$
per
£
4571/2
4.52’/4
–
4.44
4.51
2
/4
4.44/2
5
R.t].Jaiieiro.
d.p.milr.
14
0
/ia
14/,i
14e/16
14’/4
14’/4 2)
Lireg
p. £
37.64 38.93
39.-
39.90
39.64
Shangbai
. .
sh/d.p.tael
5/5’I2
517
1
12
518
1
/2
5110
51
1
0
Rome
…….
Singapore
..
id.
p. $
2/4
7
/it
2/4
7
/ga
214
1
/t
2/4
5
/is
2/4
7
/32
tValparaiso.
.
d.p.pap.p.
i0/s2
97/s
9/ti
9/82
917/,,
Yokohama
..
sh/d.p.yen
213°/ja
2/38/
4
2/38/
s
2/41/
4
2/3
1
/io
tÇoersen van den dag voorafgaande aan de data in het hoofd vermeld
t) TelegraSech transiert.
5) Noteering van 15 Aug.
GOUD EN ZILVER.
Sedert 29 Juli 1916 worden de dagelijksche ontvangsten
en onttrekkingen van goud door de Bank van Engeland
tijdelijk niet bekend gemaakt.
NOTEERING VAN ZILVER.
Noteering te Londen
te
New
York
16 Aug.
1919 ……..
591/
s
112/s
9
1919 ………
58
1
/s
lllt/e
2
,,
1919 ……..
56’/’
108′
26 Juli
1919……..
55
106’/2
17 Aug.
1918 ……..
4818/ga
995/8
18 Aug.
1917
…….
44
868/
t
20 Juli
1914
……..
24
15
/jo
.
N.U.M.
Weekstaat der Nederlandsche IJitvoermaatschappij.
Voornaamste oosten in duizenden auldens.
–
Bulten!.
Debet
5
pCt.
Credit
–
Data
Bankiers
Schat-
Diverse
Schuld.
Diverse
kisIblij.
reken.
1)
brieven
reken.
t)
14 Aug. 1919..
3.747
58.650
1.216
17.164
41.332
7
,,
1919..
2.690
58.650
1.207
17.164
41.258
31
Juli
1919..
2.415
58.650
–
771
17.164
40.783
24
,,
1919..
3.110 58.650
727
17.164
40.437
15 Aug. 1918..’
1.002
43.100
60.306
14.308
82.145
t) Beide rekeningen omvatten, behalve garantiewissels in portefeuille
tot het bedrag der buitenl. echatkistbiljetten, in hoofdzaak’garantiewisaele
in depht bij de Ned. Bank.
20 Augustus 1919
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
783
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 16 Aug. 1919.
Activa.
Binnenl.Wis-(ll..bk.
7′
73.047.003,60
sels, Prorn., B.-bk. ,, 1.172.139,44
nz. in ,lisei
Ap.sch 27.110.454.49′!. –
————
” –
–
f
101.329.697,531/2
Papier o. h. Buiteol. in
disconto
……………………..
–
Idem eigen portef..
7′
25.747.862,-
Af: Verkocht maar voor de bk. nog niet afgel.
,,
,
25.747.862,-
Beleeningen
EL-bk.
f159.343.697,93
mcl. vrsch.
B.-bk.
,, 11.308.367,02
1
I2
in rek.-crt.
Ag.sch.
, 63.353.736,21
op onderp.
7′
234.005.801,16
Op Effecten
……f228.754.201,16′!,
Op Goederen en Spec.
,,
5.251.600,-
234.005.801,16111
Voorschotten a. h. Rijk .- ……………,,
10.123.195,50
Munt enMuntmateriaal
Munt, Goud …..
.-
f
56.511.275,-
–
–
Muntmat., Goud ..
,,590.021.817,72
f646.533.092,72
Munt, Zilver, enz..
5.791.567,99
1
/2
Muntmat. Zilver ..
–
652.324.660 71’/,
Effecten
Bel.v.h.Res.fonds..
t
4.539.607,50
id. van ‘/v.h.kapit. ,,
3.976.588,87
1
!,
Geb.enMeub. der Bank ……………..
…3.312.000,-
Diverse rekeningen ………………
..71.991.818,40′!,
7′
1. 10 7.351.131,69
‘Is
Paasiva. Kapitaal
……………………..t
20.000.000,-
Reservefonds
………………….
in
omloop …………
in omloop ……….
..1.664.577,69
Rekening-Courant saldo’s:
Van het Rijk ….
T
–
Van anderen
….
77.484.441,57
1
/,
–
,,
77.484.441,57′!1
Diverse rekeningen
………………
..
6.554.977,43
fl.107.351.131,69’I,
.Beschikbaar inetaalsaldo …………..
f
436.277.180,79
Op de basis van
I,
snetaaldekking …..
,
221.117.949,04
Minder bedrag aan bankbiljetten ii, omloop
dan waartoe de Bank gerechtigd is ..,, 2.181.385.900,-
Verschillen met den vorigen
veekstaat:
Meer
Minder
Disconto’s
6.421.660,32
Buitenlandsche wissels
45.291,-
Beleeningen
31.943,16
Goud
100,-
Zilver
30.146,47′!2
Bankbiljetten
7.474.610,-
Part. Rek.-Crt. saldo’s
..
1.807.514,21
Voornaamste posten in duizenden
guldens.
Dola
Goud
Ziloer
opei,chbare
Andere
schulden
16 Aug.
1919
..
646.533
5.792
996.647
79.149
9
,,
1919
646.533
5.822
1.004.122
76.992
2
,, –
1919
646.539
6.089
1.022.892
66.751
26 Juli
1919
..
651.403
6.417
1.003.290
70.823
19
1919
..
651.403
6.635
1.010.346
70.147
12
»
1919
.
652.622
6.982
1.015.918
66.429
5
,,
1919
657.716
7.507
1.024.922
59.968
21
1919
..
662.602
8.702
1.001.959
83.591
28 Ju,.,j
1919
……657.722
8.214
1.018.076
73.433
14
1919
661.969
8.492
1.009.394
67.100
7
,,
1919
661.969
8.175
1.015.654
79.187
31 bIei
1919
…
661.969
7.938
1.025.962
85.180
24
,,
1919
..
661.979
7.725
1.024.837
85.531
17 Aug.
1918
.. . .
706.089
7.861
922.377
60.996
18 Aug.
1917
….
656.861
7.229
768.531
66.385
25 Juli
1914
.. ..
162.114
8.228
310.437
6.198
Disconto’, Be,chik. –
Dek.
D
C
(
i
Hiervan .
Belee.
baar
king,.
Schatkist-
ningen
Metaal-
percen.
otaat
pro,ne3sen
saldo
lage
rechtstreeks
16Aug.1919
101.330
40.000
234.006
436.277
61
9
,,
1919
107.751
52.000
234.038
435.244
60
2
,,
1919
119.252
65.500
239.220
433.810
60
26 Juli 1919
112.536
66.500
208.158
442.070
61
19
,,
1919
113.747
61.000
208.275
441.012
61
12
1919
117.136
59.000
210.762
442.197
61
5
,,
1919
113.156
59.000
217.128
447.269
61
28 juni 1919
108.940
59.000
225.185
446.657
61
21
1919
109.648
64.000
202.859
453.176
62
14-
1919
103.179
57.000
203.703
454.785
62
7
,,
1919
118.617
72.000
216.039
.450.799
61
31. Mei
1919
117.372
72.000
234.150
447.302
60
24
,,
1919
125.459
78.000-
212.287
447.254
60
17Aug.1918
64.448
47.000
101.787
516.473
73
18Aug. 1917
31.402
20.000
73.697
496.045
80
25 Juli 1914
1
67.947
14.300
61.686
43.521
1
)
54
t’) Op de bas,, van ‘/, metaaldekking.
Uit de bekendmaking van den Minister van Fi nar,-
ciën blijkt, dat uitstonden op:
9
Aug. .1919
1
16
Aug. 1919
Aan schatkistpromessen..
f
393.340.000,-
f
391.840.000,-
waarvan rechtstreeks bij
de Ned. Bank geplaatst
52.000.000,-
40.000.000,-
Aan schatkistbiljetten ..
81.536.000,-
81.536.000,-
Aauzilverbons ……..
…44.531.849,-
42.915.623,50
– JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Naast de per mail ontvangen gegevens wordende telegrafisch
bekend geworden totaalcijfers der obligo’s en uitzettiugen en
heL beschikbaar metaalsaldo van latere data opgenomen.
L,ata
Goud
Zilo
,,
0fl
nnaerc
opel,c
lJeUcn
,cl,ulden
2
,,
1919
344.500
26,Juli
1919
341.400
9 Aug. 1919 ……
…**s
***
000
28 Juni 1919 …….132.360
6.553
‘
240.173
97.961T
21
,,
1919 ……
129.532
7.332
234.793
100.958
14
1919 ……
129.536
7.292
232.597
101.605
7
1919 ……
128.729
7.684
226.384
105.696
10 Aug. 1918…….103.476
13.170
187.525
73.261
11
,,,
1917 …….82.869
18.041
174.468
47.253
25.Juli
1914 …….22.057
31.907
110.172
12.634
Dis.
‘b,’I;r’
Belee.
Diverse
Dola
conto’s
N,-Ind.
ningen
reke.
metaal- percen.
ningen
t)
etaa »oor
—
3aldo
lage
9Aug.1919
186.500
77.500
***
2′ ,; .1919
190.000
78.250
26Jili 1919
202.000
‘
79.300
***
28Juni1919
1
8.711 15.356 75.536 16.067 71
–
.478
41
21
1919 8.661 21.576 74.141 12.828 69.883
41
14
1919 8.522 18.742 73.795 12.796 70.169
41
7 ,, 1919 8.267
,
18.611 74.378 10.027 70.233
41
10 Aug.1918 7.521 24.091 71.630 27.752 64.712
45
11 ,, 1917 7.690 33.259 64.405 18.143 59.924
46
1
25 Juli 19141 7.259
6.395 47.934
2.228
4.842′)
44
-0
Sluitpost der activa.
‘) Op de basis van
/6
metaaldekkir.g.
SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste iosten in duizenden ,ruldens.
Dato
Melaal
Circululie
opeisc/,b.
Disconto’,
Div. reke-
Andere
schulden
ningen’)
5 -Juli
1919
..
933
1.565
953
1.516
405
14 Juni 1919
..
1.026
1.489
902
1.414
151-
7
,,
1919
..
1.023
1.540
873
1.408
144
31 Mei
1.919
. .
1.021
1.460
745
1.382
139
6 Juli
1918
..
668
1.520
771
1.163
600
7 Juli
1917
..
760
1.248
960
895
616
25 Juli
1914
..
645
1.100
560
735
396
‘)
Zjluitpo8t
der
ecUva.
784
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
20 Augustus 1919
BUITENLANDSCHE BANKSTATEN.
Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht gegeven
van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.
BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste posten, onder bijvoeging der Currency Notes,
in duizenden pond sterling.
Currencp Notes.
Ôata
j
Metaal
Circulatie
Bedrag
1
Goudd.
1
Gov. Sec.
13 Aug. 1919 88.288
79.723 338.777 28.500 322.782
6
,,
1919 88.312
80.128
340.441 28.500
324.327
30 Juli 1919 88.415
79.387 338.787 28.500 323.327
23
,,
1919 88.331
78.895 340.967 28.500 325.328
14 Aug. 1918 68.234
56.691 266.367 28.500 243.859
15 Aug. 1917 53.636
40.045 173.141 28.500 146.220
22 Juli 1914 40.164 29.317
–
–
–
Go,,.
Other
Public
Other
Re-
king,-
Data
Sec.
Sec.
Depos.
Depos.
serve
percen-
h,oe
1′
13Aug.’19 21.390 81.223 22.45589.158 27.014 24,20
6
,,
’19 33.675
80.493 22.935 99.845 26.634 21,70
30 Juli
’19 43.144
81.746 17.881 116.554 27.478 20
8
/
23
,,
’19 49.823
81.863 19.687 122.013 27.886 19,68
14 Aug.’18 59.702 100.188 34.096 137.726 29.993 17,45
15Aug.’17 56.541 101.975 45.510 101.975 32.041 18,58
22 Juli ’14 11.005 33.633 13.735 42.185 29.297 52/s
1)
Verhouding tusachen Reserve en Deposita.
DUITSCHE RIJKSBANK.
Vooruaaniste posten, onder bijvoeging der Darlehens-
kassenscheine, in duizenden Mark.
Data
MetaalDaarvan
1
Kassen-
1
Circu-
kings-
1
Goud
1
scheine
1
laffe
1
Percen-
15 Aug. 1919
1.126.255 1.096.662
8.582.324 28.443.137
34
7
,,
1919
1.127.691 1.108.010
8.703.329
28.856.013
34
31 Juli
1919
1.129.127
1.109.348 8.824.334
29.268.889
34
23
,,
1919
1.131.533
1.111.757
8.844.925
29.345.861
34
15 Aug. 1918
2.467.833 2.347.761 1.928.371
12.929.725
34
15 Aug. 1917
2.489.536
2.402.462 547.240 8.934.378
34
23 Juli
1914
1.691.398
1.356.857
65.479 1.890.895
93
1)
Dekking der
circulatie
door metaal
en Kassenscheine.
Darlehenskassenscheine
Data
Wissel,
Rek. Crt.
Totaal
In kas bi)
uitge-
cle Reichs.
–
geven
I
bank
-15 Aug. 1919 26.410.137
6.282.857
a’
7
,,-
1919 28.545.490
8.322.242 20.622.700 8.681.100
31 Juli 1919 30.680.853 10.362.127 20.851.500 8.802.600
23
1919 28.589.066
8.170.764 20.740.700 8.823.300
15 Aug. 1918 15.967.678
8.123.942
9.885.000 1.911.800
15 Aug. 19171 6.717.380
6.080.386 1 5.473.000
530.500
23 Juli 19141
750.892
1
943.964
OOSTENRIJKSCH
–
HONGAARSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden Kronen.
I
Metaal en
l
enHonoarile
Bijzondere
I
1 Disc, en
schuld van
Bank-
1
Rek. Crt.
good-
Data
builcnl.
belee-
Oostenr
ij
k
biljetten
1
saldi
wissels
1
ningen
7Aug.’19
9328.617
11.852.983 32.954.000 42.296.165 6.545.206
31Juli’19 328.103 11.865.169 32.954.000 42.353.777 6.467.030
23
,,
’19 328.122 11.643.393 32.954.000 41.534.534 6.760.505
15
,,
’19 327.733 11.606.078 32.954.000 41.378.527 6.922.798
23 Juli’14 1.589.267 954.356
–
2.159.759 291.270
‘)
waarvan 262.241 goud, 9.919 buitenlandsche goudwissels en56.457
munt- en muntmateriaal zilver.
BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in duizenden francs.
Waarvan
–
T. goed
Euit.gew.
Data
Goud
tn het
Zilver
I.
het
voor,ch.
Buitenland
Buitenland a/d. Staat
14 Aug.’19 5.572.149 1.978.278 298.484 908.657 23.300.000
7
,,
’19 5.567.649 1.978.278 298.860 874.118 23.400.000 31 Juli ’19 5.567.076 1.978.278 299.880 897.352 23.300.000
24
,,
’19 5.566.429 1.978.278 300.742 907.460 23.250.000
15Aug.’18 5.434.074 2.037.108 315.628
~1.637.417
1
16Aug.’17 5.307.252 2.037.108 260.370 714.436 10.900.000
23 Juli-’14 4.104.390
–
639.620
– –
Uitge-
2dec-
1
Bankbil.
Rek. Cri.
Rek.
Wissels
stelde
.
Peru.
Crt.
Wissels
ntng
1
jetlen
culieren
Staat
.
944.194 734.339 1.262.572 35.151.564 2.879.171 86.375
”
923.410 741.621 1.272.000 35.258.465 2.865.144 87.041
945.253 750.617 1.247.169 35.024.725 2:919.886 48.801
862.225 757.487 1.251.678 34.931.600 2.951.571 103.849
0
942.934 1.067.244 830.573 29.408.025 3.685.694 99.610
617.770 1.174.569 1.116.187 20.458.825 2.601.354 80.459
1.541.080
–
769.400 5.911.910 942.570 400.590
SOCIÉTÉ GÉNÉRALE DE BELGIQUE.
i)
Voornaamste posten in duizenden
francs.
1
Metaal
1
Belecn. t Belean.
1
Binn.
Data
1
Rek.
1
mcl.
1
van
t
van
wissels
1
Circu-
Cr1.
kuilen!.
t
bulten!. prom. cl.
1
en
t
lat
(
e
saldi
1
saldi
1
vrder. t pro
ome.
1
belgen.
t
17Oct. ’18 1.216.753 100.082 480.000 97.728 1.507.912 377.440
10
,,
’18 1.219.743 100.021 480.000 100.040 1.508.011 382.595
3
,,
’18 1.144.781 100.011 480.000 95.287 1.452.612 358.318 26Sept.’18 1.145.778 99.982 480.000 101.783 1.452.948 365.452
18 Oct.
1
17 476.043 90.903 480.000 100.351 1.172.474 91.204
19Oct. ’16 352.872 76.033 480.000 39.834 828739 10.068
t)
Sedert einde 1914 met de functie van circulatiebank belast.
VEREENIGDE STATEN VAN NOORD
–
AMERIKA.
FEDERAL RESERVE ÈANKS.
Voornaamste posten in duizenden dollars..
Waarvan
1
F.R.
Data
Goud
voor dekking
van in
het bui-
Zilver
etc.
1
Notes in
circu-
F. R. Nolei
tenlana’
1
latie
18Juli
’19
2.112.100
1.247.100
-,
65.381
2.512.048
11
,,
’19
2.111.824
1.277.467
–
68.387
2.538.127
3
’19
2.128.946 1.281.713
–
66.407 2.552.348
27Juni
’19
2.147.784 1.236.663
–
68.472
2.499.180
19Juli
’18 1.975.448 974.945
15.496 55.647 1.829.045
20Juli
‘171
1.380.020 435.580
52.500
50.301
534.226
Data
Wissels
Totaal
Depositos
____________
Waar-
van
Kapitaal
Dek-
1
kings.
1
percen-
1
tage’)I
Goud.
dekking
ctrcu-
latie
18 Juli
’19 2.200.428
2.626.690
82.958
48,9
49,6
11
’19 2.296.348
2.583.427
.82.851
45,3
50,3
3
’19 2.225.707
2.514.530
82.811
47,8
50,2
27 Juni
’19 2.122.598
2.436.757
82.764
50,1
49,5
19Juli
’18 1.409.278
2.225.268
76.383
63,9
53,3
20Juli
’17
359.111
1.520.677
1
57.723
74,2
81,5
1)
Verhouding tuaschen: den totalen goudvoorraad, zilver etc., en de
opcischbarc schulden: F R. Notes en netto depositoa met inbegrip van
het kapitaal.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET FED. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in duizenden dollars.
Data
Aantal
Totaal
uilgezaile
jer0c
de
Totaal
1
Waarvan
time
banken
gelden en
F. R. bank,
deposito’s
i
dcpo,ti,
beleggingen
t
11 Juli 19
770 14.501.916 1.335.020 12.925.462 1:763.394
3
,,
’19
773 1
1.269.102 12.871.212 1.758.103
20Juni ’19
771 14.349.049 1.323.267 12.825.091 1.756.894
13
..
’19
770 14.927.429 1.257.213 13.247.063 1.729.562
12 Juli ‘181 713 112.561.0571 1.142.726111.258.5951 1.410.345
– -:
20 Augustus 1919
ECONOMISCH-STATISTISCHE BÎRICHTEN
785
11
EFFECTENBEURZEN.
Amsterdam, 16 Augustus 1919.
Hoewel het gevaar voor belangrijke stakingen (belang-
rijk, uit economisch oogpunt bezien) thans weder veel min-
der acuut is geworden dan eenige dageii geleden het geval scheen ‘te zijn, hebben de internationale beurzen zich toch
nog niet volkomen van dec schok kunnen herstellen en is
met name de Amerikaan’snhe fondsanmarkt in een vrij
apathische houding gebleven. Verschillende oorzaken kuii-
nee voor deze stemming naar voren worden gebracht. In de eerste plaats moet hier de aandacht worden gevestigd
op het wel geringere, doch eer zeker ‘nog steeds latenite
gevaar van het uitbreken van een crisis bij de spoorwegen,
een crisis, die zonder eenigen twijfel een geweldiigen indruk
op het gansehe zaken- en bedrjfslei’en zou maken. Ver-
volgens zijn er de minder goede ongstberichten, die een op-
waartsche beweging op de fondsenmarkt eeni.gsinis hebben
geremd. Toch zijn deze oogstberichten relatief nog zeer
goed te noemen. Weliswaar is de stand van voorjaarstarwe
buitengewoon laag, doch waar voor deze voorjaarstarwe
nog niet eens een derde gedeelte der oppervlakte, die voor
winitertarwe wordt gebruikt, aangewend wordt, speelt de
uitkomst niet een al te groote rol in het totaal der oog
–
sten. De totale taxatie voor tarwe wordt gasteld op 940
m’illioen bushel (tegen 1161 ‘millioen in 1018, doch 656, resp. 640 niillioen in 1017 en 1916), terwijl voor maïs de
opbrengst wordt geschat op 2788 mi.liioen bushel tegen
2815 millioen in 1918 en 3160 millioen in 1917. Al ‘moge
de uitkomst clan wellicht onder de ‘hoog gestenide verwach-
tingen blijven, ‘op zich zelve is zij nog geen reden om het
marktniveau di te sterk te drukken. Er is dun ook niet
anders dan een zeer voorbijgaande invloed van uitgegaan.
Sterker is de markt in W a 11 d t r e e t geInfluenceecd
door de daling van de prijzen der verschillende artikelen, zoowel van grondstoffen als van voedingsmiddelen. Er is
thans eoii energieke poging aangewend om de prijsopdrij-
vingen tegen te gaan en dit, tezamen met de langzamer-
hand terugkeerende concurrentie, heeft een vrij scherpe da-
ling ‘in het leveti geroepen,’die, zooals vanzelf spreekt, in
cle eerdte plaats een drukkenden invloed op het peil der
fondsenmarkt doet gevoelen. Koper en katoen behooron
wel in de eerste plaats tot de artikelen, die zeer veel lager worden genoteerd, clan enkele maanden geleden nog kon
worden aanschouwd. Vooral voor het laatstgenoemde arti-
kel is dit opuier’kelijk, wijl de berichten omtrent den ka-
toenoogst niet al te optimistisch luiden. Aanvanikelijk was
dan ook een prijsherstel ‘te, constateerca, •hebwelk echter
reeds spoedig door, een hernieuwde en scherpe daling is
gevolgd.
Ook cle toestand op de gekimarkt baart eenige zorg. Wel-
isw’aar is deze ‘markt door de wijzigingen op monetair ge-
bied, ‘clie juist vOOr den oorlog tot stand zijn gekomen, veel
ruimer en gemakkelijker geworden, zijn de erises, die
vroeger gedurende •den ocgsbtijd veelvuldig voorkwamen,
thans niet te wachten, doch een zekere stroefhei.cl is toch
op te merkn, die alleen door •het bewust ‘ingrijpen der
banken eenigszi:ns wordt verminderd. Dit houdt, ‘het oog
van het publiek steeds gericht op de mogelijkheid’ van on-
voorziene en minder ‘aangename ‘voorvallen op de geld-
markt, waardoor heb niet wordt gestimuleerd tot het
entameeren van nieuwe affaires. –
Een en ander ‘heeft ten ‘gevolge ‘gehad, ‘dat de markt-
stemming vrij lusteloos is gebleven. Ook de omzetten wa-
ren van geringen aard, terwijl de tendens, indien er al
van een richting sprake is geweest, eerder ongeanimeerd
moet worden genoemd. Vooral scheepv’aartwaarden hebben
een groot deel van het vroeger behaalde avance moeten in-
boeten, ondanks het feit, dat de juist verschenen statistieken het gi’oote aandeel ‘ven de ,Amerikaansehe handelsv.loot in verhouding tot de wereldton’nage sterk hebben belicht. Ook
Steels waren gedrukt, hoewel de orderstaat per einde Juli
voor ‘het eerst na langen tijd een toename in de uitstaande
orders heeft aangetoond.
i)e beurs te Pa r ij s daarentegen is heel wat levendiger
gewonden. De markt staat onder den invloed van drie fac-
toren. :[n de eerste plaats de grootegeldoveivloed, seeundo
de stijging der buitenl’a’ndsche valuta’s, tertio het gebrek
aan een groot aantal grondstoffen, hetvelk de prijzen van
‘de betrokken artikelen, en, als consequentie, ook het koers-
niveau der betreffende waarden, sterk heeft . opgevoerd.
Dit heeft echter ook de markt van beleggingswaarden be-
invloed, zoodat b.v. Fransohe Rente zich in zeer vaste hou-ding bevindt. Tengevolge van dec ‘buitenlandschen wissel-
koers stegen voorts Spanjaarden, G eun’ificeerde Turken
en Mexicanen ‘in niet onbeteekenende mate. Spoorweg-
Waanden bleven daarentegen aangeboden ; het vraagstuk der steenkolenverzorging spreekt hier een woordje mede.
Seheepvaartwaarden bleven daaréntegen veel ‘vaster van
toon, terwijl ook aandeelen in kopermaatschappijen, en-,
danks den. teruggang in den prijs van het ruwe product,
buitengewoon vest gestemd en in groote posten gezocht
bleven. ? ‘ –
Ook
–
het vooruitzicht op de reconstructie van den Fran-
schen handel vervult hier geed ondergeschikte rol. Naar
het vdo
rbeeld dci’ Eiigelsche en Amerikaansche allids heb-
ben de Fransche Ministers Clementel en Klotz thans ook voorstellen ingediend ten aanzien der oprichting van een
Fransche Nationale Bank voor dan Buiteulandschen
Hamidel. Het kapitaal van deze instelling ivordt,00rspron-
keljk bepaald op fr. 100.000.000, waarbij echter ‘reeds dade-lijk maatregelen zijn genomen, om een verdubbeling gemak-
kelijk te maken. De Volstortiag van het kapitaal wordt door
.de ‘betrokkenen (export-firma’s, industrieelen en banken),
iverzekerd. De deelname van den Staat in ‘de winsten ‘wordt
‘beperkt tot 30 pCt., na uitkeering van een cumulaflef divi-
dend van 6 pCt. Het ataatsaandeel wordt echter 20 pCt.
na
afbetaling van een renteloos rege’eringsvoorschot, het-
welk is toegestaan tot een maximum van fr. 25 millioen.
Dit voorschot wordt gevonden uit een jaarlijksche bijdrage
van fr. 2.000.000, welke ten minste vijf jaren zal duren en
•
‘eventueel tot aan het tijdstip, waarop aan aandeelhouders
meer dan 7 pCt. op hum’aandeelen zal worden uitgekeerd.
Voorts wordt het winstaandeel van den Staat tot het ‘be-
-reiken van het maximum act Ir. 25.000.000 als vbotschot
geboekt. ])e Regeei;ing controleert de -gestie dei Bank door
1
twee commissarissen, terwijl voorts de benoeming 1van den
President en van den algemeenen directeur onderworpen
moet worden aan de goedkeuring van den Staat. Waar der-
gelijke energieke pogingen worden aange’end, om ‘het
economisch leven van Frnkrjk weder in normale banen
te’ leiden, ‘behoeft het geen verwondering te wekken, dat
een optimistische stemming aan de beurs de overhand
blijft behouden. –
Van de markt te L o n d e n zijn geen bijzonderheden
gedurende de berichtsperiode bekend geworden. De invloed
van Wallstreet ‘is hier overigens veel en veel grooter dan
ooit iii 1’arijs het geval is, zee lat het geen verwondering behoeft te wekken, dat de algemeene tendens eenigszins
1
9nrustig is geweest. Een uitzondering hierop hebben
scheepi’aartwaarden, petroleum- en rubberfondsen ge-
‘vormd, die over het algemeen een zeer vaste tendens te
aanschouwen hebben gegeven.
De beurs te B e r lijn was niet zier opgewekt te ‘noemen.
Met uitzondering van petroleumwaarden waren ook de
omzetten niet van al. te groote beteekenis. In d6 gendemde
.waarden echter zij ii de meest wilde fluctuaties voorgekomen,
onder leiding van aandeolen Steaua Romana, die hier ter plaatse de vot-ige week reeds werden gereleveerd. Toen
echter ‘bekend werd, dat de Roemeensche Rageering plan-
non had opgevat tot afstempeling der aandeelen Steaua
Romana, trad een gevoelige daling in, die echter door een
herstel is gevolgd, zoddat het laagste punt ‘niet gehand-
haafd bleef.
Voorts heeft de beweging der z.g. ,grenswaarden” op-
nieuw de aandacht getrokken, d.w.z. van die waarden, die
behooien tot de grens
g
ebieden van Duibschland, welke hij
h t vredesverdrag aan’ de geallieerden of ‘neutralen zijn af-gestaan. Naar men weet, heeft Frankrijk de belanghebben-
‘dec bij Duitsche ‘waarden in Elzas-Lotharingen schade-
loos gesteld door op de basis van vredes-pariteit voor de
-Marken hun bezit te verwisselen. Men verwacht thans in
Duitschland, ‘dat eenigszins op dezelfde wijze zal worden
opgetreden ten opzichte van Noord-Sleoswijk, Polen, enz,,
waardoor zelfs vaste-rente dragende stukken uit deze ge-
bieden zich verre boven pariteit hebben kunnen verheffen.
Dit heeft echter niet ten, gevolge gehad, zooals ter beurze
wel vaker geschiedt, dat de opgewekte stemming ‘zich heeft
o’vergeplant op andere objecten; de tendens bleef, zooals
reeds gezegd, vrijwel lusteloos.
T e o n z en t heeft de markt mede niet veel aanleiding
tot uitvoerige beschouwingen gegeven. Naar het schijnt is
thans eerst gedeeltelijk de vacantiestemming doorgebroken,
die knders karakteristiek is voor dezen tijd van hét jaar.
Tot nu toe waren de omzetten zoo buitengewoon levendig, dat de’ gedachte aan vacantie
,
en ontspanning geheel werd
gebannen; thans echter is de beurshandel in zee stille ba-
non geleid, dat velen er de voorkeur aan geven, gedurende
enkele dagen althans de beurs niet te bezoeken, hetgeen
‘natuurlijk de levendigheid niet in de, hand werkt.
De
staetsfondsenrnarkt
bleef nochtans voor de inheem-
sche sborten zeer vast gestemd, zoodat over het geheel een
786
ECONOMICHSTATISTISCHE BERICHTEN
20 Augustus 1919
prijsverhooging te constateeren valt, oudanks de stroefheid
van de geidmarkt. Buitenlandsche soorten daarentegen
waren een’igszins gedrukt, vooral voor Oostenrijksohe foad-
en in verband met den zeer slechten stand van de betrok-
ken valuta. Ook Russische waarden zonder eenig animo.
12 Aug. 15 Aug. 18 Aug.
‘s
Of
5
0
/
0
Ned. W. Sch.
.
.
.
4
y
93
1
/
939/io
937/
2
0
/0
,,
»
,,
1916
–
88
1
/,o
89
1
/16
89’/4
4..
YiG
4
0/
,
,,
,,
1916
81 81
7
/8
82’/g
‘
1’/4
33′
0
/0
,,
,,
,,
. . . .
66
1
/s
69/8
68/2
+- 21/8
3
/o
,,
,,
,,
. . .
59
8
/
60
1
/8
60
__
Is
24
0/
Cert. N. W. S…..
51
511/
8
51
5
Io
OostIndië 1915
96I8
95
931/4
–
3818
4
°/
o
llongarjeGoud
26
24e/s
24/s
–
1
8
/8
4
0/0
Oostenr.Kronenrente
18e/8
171/
4
151/2
–
3V8
5
0
1
Rusland 1906
……
42
1
/2
42’/
42′!2
4> °/
o
lwangorod Dombr..
.
20
1
/
21
1
!,
21
1
I2
+
1e/8
4
0/
Rusland Cons.
1880
20
1
/
21
1
/
23
+
2v/s 4
°/
o
Rusl. bij Hope
&
Co
201/, 20
1
!,
20
1
/ 4
0/
Servië 1895
……..
46.
40
411/8
–
47/
s
–
4 Y2
°/o
China Goud 1898
.
71
1
/
71
1
/a
71’/4
4
0/
Japan 1899
……..
69
7
/s
69
7
/8
69
7
/8
4
0
/0
Argentinië Buitenl.
67
7
/s
67
7
/s
67
1
/8
5
0/
Brazilië
1895 ……
71’/a
71/8
71
1
/8
5
010
,,
.1913 ……
51/4
51
8
/4
51/4
Van de. locale markten hebben
suikerwaarden
wel de
meeste aandacht getrokken, ditmaal echter niet door een
sterke koeraverheffiug, doch eerder door een min of meer
scherpen teruggang van het koerspeil. Minder gunstige
berichten zijn hier echter absoluut niet als oorzaak aan
te wijzen. Integendeel bleven de meldingen uit Indië nogt
steeds zeer gunstig luiden voor het betrokken artikel. Toch
schijnt het, alsof gedurende de herichtsperiode velen er de
voorkeur aan hebben gegeven, de winst, die op papier
geboekt stond, te realiseeren. De hieîuit ontstane verkoopen
hebben het koersniveau eenigszins gedrukt, echter niet in
een mate, dat hierdoor ook slechts eenige ongerustheid ten
aanzien der stabiliteit van de markt zou kunnen ontstaan.
Tegenover het somtijds vrij groote aanbod kon dan ook
steeds een voldoende vraag worden ‘gesteld.
Bepaald optimistisch gestemd daarentegen waren aâ’ndee-
len ‘in hinnenlandsche
industrieele ondernemingen.
Aan-
deelen Jurgens, Philips, enz. werden alle tot hoogere prij:
zen uit de markt genomen, hoewel uit den aard der zaak
dit niet met groote omzetten gepaard ging.
Vast gestemd was oyeri’gens de
rubderafdeeling.
In den
laatsten tijd is de belangstelling voor deze afdeelin’g tér
beurze weder veel grooter geworden, ‘vooral nu het ‘hoofd-fonds, de Rubber Cultuur-Maatschappij ,,Amsterdam”, bin
nenkort zal overgaan tot het uitkeeren van 20 pOt. dIvi-
dend. Met het oog hierop werden ‘nog al eens aankoopen
in dit papier uitgevoerd, hetgeen oOk een gunstiigen invloed
op de andere waarden dezer afdeeling heeft uitgeoefend.
Van de ,,ou.tside”-fondsen waren overigens gevraagd aan-
deden Kendeng-Lemboe en Soengey-Raya.
In de
nrijnafdeeling
ontstond eenige levendigheid voor aandeelen Redjang-Leboug, op geruchten, dat een nieuwe
ader op de terrèinen. der maatschappij zou zijn ontdekt;
langer dan een enkelen dag echter kon de opwaartsche be-
weging geen stand houden. Hoe voorzichtig men overigens
behoort te zijn met het aannemen van berichten omtrent
‘nieuwe vondsten op mijngabied leert ‘wel de frappante
poging tot misleiding, die dezer dagen in liet Handelsblad
medegedeeld werd en waarmede aangetoond is, op welk een
geraflineerde wijze men soms te werk gaat, om de god-
gemeente waardeloos papier te doen koopen.
Naast de hier genoemde afdeelingen trad de
tebaksinarkt
op den voorgrond door een vaste houding. Vooral de Java-
soorten ‘mochten zich in buitengewone belangstelling ver:
heugen, terwijl de Sumatrafon’dsen daarentegen veel van
het vroeger behaalde avance moesten inboeten.
12Aug. 15Aug. 18 Aug.
Amsterdanische Bank
….
1998
199
1
/s
1.99/8
Necl.Handel-Mij.cert.v.aaud
230
1
14
227
3
/4
226’/
–
Rotterd. Baukvereeniging.
iso
1501/
4
150’/
–
Amst. Superfosfaatfabriek.
.
160’/4
170
169′!3
+
91/4
‘Van Berkel’s Patent
……
154/
1548/4
154
–
3/
4
Insulinde Oliefabriek
….
283/
2761/4
267′!,
–
16e/s
Jurgens’ Ver. Fabr.pr.aand.
1013/
8
101/1
101/,a
+ t/is
Ned. Scheepsbouw-Mij…..
177/
177/4
1778/
4
Philips’ Gloeilampenfabriek
684
685′!,
684
1/1
+ Vs
R. S.
Stokvi8
&
Zonen
..
517
523
525
+
8
Veraénigde Blikfabrieken.
.
133
‘/s
135’/6
135
1
/3
+
2
1
/s
Compania MereantilArgent.
34
i’,’
336
1
!2
334
1
/,
–
7
12Aug. 15Aug. 18 Aug.
Ri
i
zin
g
o
f
Cultuur-Mij. d. Vorstenland.
297
1/
291V,
290/
–
6′!4
Handelsver. Amsterdam
..
582
1
!2
570
1
/2
566’1
–
16
Roll.
Transatl. Handelsver.
144
145
145
+ 1
Linde Teves& Stokvis
. .. .
237
238 236
1
!,
–
1
/2
VanNierop&Co’a Handel-Mij
188
187
186’/4
–
1/4
Tels
& Co’s
Handel-Mij
….
163 165
164
+ 1
Gecons.
Roll.
Petroleum-Mij.
349
840
1
12
342
–
7
Kon. Petroleum-Mij .
……
745
742.
741112
–
3’/2
Orion Petroleum-Mij …….
951/
t
951/
95I/
Steaua Romana Petr..Mij..
.
181
1
!2
177
182/4
+ 1
1
/d
Amsterdam-Rubber-Mij…..
249’/
4
250
1
/
252
1
/
+
2′!,
Nederl.-Rubber-Mij
.
…….
1’lO
107
108′!2
– 1
1
/
Oost-Java-Rubber-Mij…..
312 310
31414
+
2/4
Deli.Maatschappij
……..
600
590
589’/
–
10’12
Me1n-Tabak-Maatsehappij.
264
1
!2
260 263
,
– 1
1
/,
Senembah-Maatsehappij
..
560
574
573
+
13
De
seheepvaartnvarkt
was ‘onregelmatig te noemen, doch
over’het algemeen eerder vast van toon. Vooral aandeelen
Kninklijke Nederlanclsche Stoomboot ‘Maatschappij werden
tot oploopende prijzen gevraagd, op geruchten, dat de be-
trokken directie zou overgaan tot het uitkeeren van een
bonus-aandeel.
– ,
12 Aug. 15 Aug. 18 Aug.Riizing
gOf
dalin
Holland-Amerika-Lijn . . . . 472
1
!2 469
466
– 611
11
,,
,, gem.eig. 440′
443
440’/s , + ‘/
Holland-Gulf-Stoomv..Mij.. 314
314
305
— 9
Roll. Alg. Atl. Stoomv.-Mij. 181
1
/4 181/4 182/2 + 1
1
/4
Hollandsëhe Stoomboot-Mij. 228/2 230
229
+ 1/2
Java-China-Japan-Lijn….’ 345
348
342
1
!2 – 2
1
!9
Kon. Hollaisdsche Lloyd . . 205
204
203/4 –
Kon. Ned. Stoomb.-Mij. .. 256
1
13 268
267′!, + 11
Kon. Paketvaart-Mij . …. 250
257
255
+ 5
Maatschappij Zeevaart . .. . 341
3441/3 3433/4 +
2I
Nederl. Scheepvaart-Unie.. 300
307 1/4 306
8
/ + 6/4
Nievelt Goirdriaan ……570
580
584
-j- 14
Rotterdamsche Lloyd …..
.313’/4 318
8
/8 , 316
+ 2
8
/4
Stoomv.-Mij.,,Hillegersberg” 355
350
349
– 6
,,Nederland” – – 348/
3558/
4
3547/8 + G’/s
,,Noordzee” . . 177
1
/2 175
1
/8 175’/2 – 2
,,Oostzee” …. 390
394’/2 390
De
pctroleumn,arkt
was weinig belangwekkcnd en bleef
vrijwel onveranderd. Het hoofdfonds ontmoette niet veel
vraag in verband met den ongeanimeerden toestand van
de Amei
–
ikaansche markt en in aansluiting hiermede waren
ook de overige soorten slechts weinig verhandeld. Alleen
aandeelen Steaua Romana vormden een uitzondering als
gevolg van de geanimeerde stemming voor dit fonds aa,n
de beu,-s te Berlijn.
De
,,&ererikaansche af deelin,q
bleef stil en ‘volgde nauw
–
keurig de aanwijzingen van Wallstreet.
Rijzing
of
12 tig. 15 Aug. 18 Aug. daling.
American Câr & Foundry. 13613/
16
132
132
5
/16 –
4/8
Anaconda Copper ……..l59
3
/s 157′!2 1571/8 –
2’/4
Un. States Steel Corp…..111’/,c 110
109’/2 –
Atchison Topeka ……..99i5/,
98/2
98
1
/10 – l/s
Southern Pacifie ………lOS’/s 103’/8 102V8 – 1
Union Pacitic …………137’/4
137
1
1s ‘138
1
/
+ la/s
Int.Merc.Marine afgest…..60’/,o 578/
4
57l8/, – 3’18
,,
prefs. 1 65/
164
1
/8′ 164/8 – 11/3
De
gcldnsarht
is
iets stroever geworden; toch bleef geld
op. prolongatie nog vrij ‘gemakkelijk verkrijgbaar tot de
noteering van 5 pOt.
GOEDERENHANDEL
–
GRANEN.
19 Augustus 1919.
De berichten van ‘den oogst in het Noord-Westen vati
Noord-Amerika en Canada blijven ongunstig, zoodait waar-
schijnlijk de laatste ralning ‘van het Kantoor te Washing-
ton nog igei-educeercl moet worden. De aanvoeren vooral in
het Zuid-Westen zijn nu zeer belangrijk en ‘tengevolge
daarvan neemt te. zichtbare voorraad aanmei-kelijk toe,
iets wat in dezen tijd van het jaar een normaal verschijn-
sel is.
De Wheat Board te Winnipeg schijnt nu besloten te heb-
ben om voor Canada dcii ‘minimnmprijs voor tarwete be-
palen op $ 2,25 per bushel, hetean zeer zeker de kans
op lage prijzen voor den komentieji .vinter te niet doet.
De oogstbcr’iohteu in Argentinië luiden over het alge-
meen gunstig, doch voor ‘tarwe blijft de stemming toch
20 Augustus 1919
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
787
Noteeriugen.
Chicago
Buenos Aures
Data
Tar,ve
May.,
Haver
Tarue
Mars
Lijnzaad
Sept.
I
Sept.
I
Sept.
I
Sept.
I
Sept.
I
Sept.
16Aug.’19 226
182
757f
17,75 10,40
38,80
9
,,
’19 226
194
757/8
16,70
9,85
40,00
16Aug.’18 223
161/8
70
11,00
3
)
6,15
3
)
25,75°)
16 Aug.’17 200
1135/8
4)
55
17,80 11,75
23,30
16Aug.’16 140
7
/8
83/8
43
1
/s
9,40 4,95
13,90
20Juli ’14
82
‘)
561/8
1)
361,
1)
9,40
2
)
5,38
2
)
13,70
2
)
‘)
per Dec.
2)
per Sept.
°)
per Aug.
4) per Dec.
Locoprijzen te Rotterdam/Amsterdam.
Soorten.
18 Aug.
1919
II Aug.
1919
18Aug.
1918
–
–
Rogge (No. 2 Western)
–
–
–
450,- 463,-
–
Tarwe………………….
Gerst (48 Ib. feeding) ..
450,- 465,-
–
Haver (38 ib. white elipped)
22,-
23,50
–
Mais (La Plata)
……….
Lijukoeken (Noord-Ame-
rika van La Plata-zaad)
325,-
337,50
–
Lijnzaad (La Plata) …….
1100,- 1175,-
–
AANVOEREN in tons van 1000 K.G. voor verbruik in Nederland.
Rotterdam
Amsterdam
Totaal
Artikelen.
1
11-16 Aug.
Scde,t
t
Overeen4.
11-16 Aug. 1
Sedert
1 Overeen4.
1918
1919
1 Jan. 1919
1
tijdvak 1918
1919
1
1 Jan. 1919
1
tijdvak 1918 t
Tarwe ……………..-
77.926
1.944
7.520
45.354
2.920
123.280
4.864
Rogge ……………..3.678
9.518
–
–
19.953
–
29.471
–
3.353
– –
–
–
3.353
–
Mais
…………….
–
58.168
–
1.650 3.618
4.590 61.786
4.590
61.846
–
7.700
59.115
–
120.961
25.151
–
–
7.333
–
32.484
–
Boekweit
…………..678
Lijnzaad …………..
–
.
23.536
–
–
12.919
–
36.455
–
Gerst
………………42
Haver ………………720
29.002
– –
200
–
29.202
–
Lijnkoek …………..
3
..150
..
47.737
756
–
37.435 6.068
85.172
6.824
Tarwemeel ………….-
1
Andere meelsoorten ..
.
.183
26.286
15.104
-.
10.708
4.286
36.994
19.390
AANVOEREN
in
tons van 1000
K.G. voor
het Buitenland.
193.840 137.549
–
–
–
193.840
137.549
14.372 90.191
–
—
–
14.372 90.191
Tarwe ……………..-
44.725
5.174
–
– –
44.725
5.174
Mais
……………..-
Rogge
……………..-
144.506
–
– –
–
144.506
–
Tarwemeel ………….-
Gerst
……………..-
62.373 24.172
–
–
–
62.373 24.172 120.972
–
–
– –
120.972
–
Haver ……………..-
2.412
–
–
–
–
2.412
–
Lijnkoeken ………….-
Andere meelsoorten .. ..
–
116.016
15.166
–
–
–
116.016
15.166
vast, aangezien er voortdurend vraag blijft voor het bui-
tenland en de prijzen zich dus niet ver meer bewegen
onder de pariteit van Noord-Amerika. Toch is de vraag
of men tot den minimumprijs in Noord-Amerika veel tarwe
zal kri}gen; integendeel zal de Regeerin.g aldaar waar-
schijnlijk aanmerkelijk meer vragen en naarmate de con-
currentie van Argentinië minder wordt zal zij den toe-
stand meer beheerschen.
De prijzen voor mais zijn in Chicago in de afgeloopen
week niet onaanzienlijk gedaald, ofschoon toch nog steeds
de vooruitzichten niet zijn voor een grooten oogst. Vooral de Decembertermijn te Chicago is aanzienlijk teruggeloo-
pen; waarschijnlijk ook in verband met de lagere prijzen
voor varkens en varkensproducten. De hooge prijzen, die
men voortdurend voor spek en varkensvieesch betaald
heeft, zijn oorzaak geweest, dat de boeren zeer weinig mais
aan de markt gebracht hebben. De hooge dollarkoers is
ongetwijfeld mede een van de oorzaken waardoor de vraag
voor de varkensproducten vermindert, terwijl bovendien
ongetwijfeld de productie in Europa zelf toeneemt en ten
slotte de vraag van Centraal Europa in verband met de
slechte valuta aanzienlijk tegenvalt. Dit oefent over het
algemeen een zeer neerdrukkenden invloed uit op alle
markten voor veevoeder, waarbij nog komt, dat in Europa
de oogsten onder zeer gunstige omstandigheden geoogst
worden. Komt de oogst werkelijk zoo goed binnen als men
op het oogenblik verwacht, dan zal er slechts weinig min-
derwaardig graan zijn, dat voor veevoeder gebruikt moet
worden, zoodat daardoor de behoefte aan broodgraan van
Europa wat zou verminderen, iets wat in verband met de in den laatsten tijd sterk verminderde vooruitzichten van
den Amerikaanschen oogst, bijzonder gunstig zou zijn.
De prijzen voor voederartikelen hebben zioh, voor zoover
de markten in Europa vrij waren, in dalende richting be-
wogen en in de meeste gevallen zijn de prijzen gedaald
beneden pariteit van de exportlanden. In Argentinië is de
mais per saldo in de afgeloopen week niet onaanzienlijk
gestegen. De vrachtenmarkt is zeer onregelmatig, doch
over het algemeen iets vaster.
Lijnzaad is bijna over de geheele wereld flauw geweest,
doch voornamelijk in Europa en in het bijzonder in Neder-
land. Aan het einde is de noteering te Buenos-Aires weer
opgegaan en sluit Pes. 1,20 lager dan een week geleden.
N ed er 1 a n d. De markt is ten prooi geweest aan
verschillende berichten betreffende plannen van de Regee-
ring. De Minister heeft bekend gemaakt als explicatie van
de niet doorgegane inschrijving op de 24.000 tons La Plata-
maïs, dat .de Regeering deze mais zou distribueeren aan de
meikboeren, teneinde de mel.kvobrziening ‘van dezen winter
te verzekeren. De prijs, waartoe deze .maïs dan gedistri-
bueerd zou worden, is niet bekend gemaakt, doch indien de
Regeering dit zonder verlies zou willen doen, zou de prijs niet aanmerkelijk verschillen van den sedert sterk gedaal-
den prijs in den vrijen handel.
Of ficieus werd bovendien nog bekend gemaakt, dat de
Regeering het voornemen heeft de inlandsche rogge en
tarwe van den nieuwen oogst te veilen voor veevoederdoel-
einden, aangezien op deze wijze het gebrek aan veevoeder
onmiddellijk zou zijn aangevuld en de buitenlandsche tarwe
en rogge gemakkelijk en tot goedkooper prijs zou zijn aan
te voeren dan er voor deze tarwe en rogge gemaakt zou
worden.
Deze mededeeling heeft wel eenige verwondering gewekt,
aangezien de kwaliteit van de geoogste taj-we en rogge bij-
zonder fraai is en het graan zeer houdbaar is. De alge-
meene wereldtoestand van tarwe en rogge is nog niet van
dien aard, dat men nu met eenige zekerheid kaii zeggen, dat men een geheel jaar lang tot betrekkelijk goedkoope prijzen tarwe zou kunnen aanvoeren, terwijl bet aan den anderen kant ironie lijkt om van een tekort in veevoeder
te spreken, aangezien er zoo goed als geen vraag is voor de
regelmatig aankomende partijen mais en ander veevoeder.
De markt was dan ook bepaald flauw, zoowel voor mais als voor haver en linkoeken.
Intusschen komt het bericht, dat de veilingen van in-
landsche rogge en tarwe waarschijnlijk niet zullen door-
gaan, hetgeen er op duidt, dat men tot beter inzicht ge-
komen is. Ongetwijfeld zou later, indien werkelijk de aan-
voeren van tarwe weer eens verminderen, de veiling
van ons eigen uitstekend graan voor veevoeder aan scherpe
critiek onderhevig zijn.
Lijnzaad daalde, voorafgegaan door olie, tot
f
1075, of-
schoon de eerste hand aanzienlijk hoogere prijzen vordert.
Lijnolie was op sommige dagen bijzonder flauw, ja op
een zeker oogenblik werd ze tot
f
93Y2 en
f
94 verkocht,
terwijl den volgenden dag wederom van
f
110/115 betaald
werd. De markt, gelijk de meeste markten, is zenuwachtig
en zeer onregelmatig.
788
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
20 Augustus 1919
–
RUBBER.
Er heerschte een’ goede vraag naar rubber op de Lon-
densche markt in de afgeloopen week en de stemming was
opgewekt. De prijzen konden zich eenigszins verbeteren en
de noteeriugen aan het einde der week zijn:
Prima Crêpe loco …… 11113/4 einde voorafg. week
1
1
1
1
Smoked sheets’,,…….1/10
2
/4 …………….1J9’/
Crêpe Oct./Dec………2/..
2
/4 . ……………..
2/-/4
11
Jan./Juoi ……..2/1/4
…………….2/1
Para loco ……………/5s/
.
2/52/
g
HUIDEN.
Bericht van-de firma Grisar & Co.:
In de buitenlandschehuidenmarkt is geen verande-,
ring in den vasten toon. De zaken, die deze week zoowel
in Amerika als in Engeland en Nederland werden afgeslo-
ten, geven steeds hoogere prijzen te zien. NoordAmerika
)
.
verwacht nog hoogere prijzen. In Zuid-Amerika worden
langharige huiden nog steeds tegen de verhoogde prijzen”
uit de markt genomen. Eerstehands-offerten worden hoe
1
,
langer hoe zeldzamer.
Met diverse booten zijn deze week 15000 droge en gezou-
ten huiden aangekomen, die meest verkocht waren. Van de
+
Rotterdamsche markt werden 3000 droge huiden afgedaan’
Inlandsche huiden. Doordien de lichte gewichten af-
zonderlijk verkocht worden -tot hooge prijzen, is het gemid—
delde gewicht der overblijvende huiden te zwaar en bestaat daarvoor weinig animo. Zelfs voor lagere prijzen zijn thans
geen koopers te vinden. De voorraad is wederom Vrij be
duidend.
L o o i s t o f f e n met buitengew’onen handel; er is geen loco-waar meer aan de markt, øp levering zijn alleen zaken
tot sterk verhoôgde prijzen te doen.
METALEN.
0
Loco-Noteeringen te Londen:
Data
ijzer
Cle,,.
No. 3
Koper
landar
Tin
Lood
Zink
18 Aug. 1919..
iiom.
101.1716
271.101-
25.-1-
40.101-
.11
,,
1919..
oom.
91.51-
260.101-
24.7/6
38.10/-
.19 Aug. 1918..
now.
122.-1-
881.101-
30.10/-
17 Aug. 1917.
•
nam.
120.-t-
244.-!-
30.10
:
–
–
20 Juli
1914..
5114
61.-)-
145.15/-
19.–
21,10/-
VERKEERS WEZEN.
SCHEEPVAART.
GRAAN.
Data
Petra-
Lo°d°n/
Rdam
Ode_ma
Rotter-
dam
Au.
Kust
–
Ver. Staten
San Lorenzo
Rotte,-
Bj-1,tol
Rotte,-
Enge-
Jam
Kanaal
dam
land
11/16 Aug.
1919
–
—
1)f
90,-
2)
8/6
2101-‘
200/-
4/9
,,
1919
–
–
9/90,-
2)
8/6
2101-
965/-
12/17
Aug. 1918
–
– –
501-
–
2251-
13118
Aug. 1917
–
–
/
7,-
30/-
f
52,25
142/6
Juli
1914
11 d.
71’3
1111
1
/4
1/11
1
1
4
121- 121-
KOLEN.
DIVERSEN.
–
Bombag,
Birma
Vladivo-
Chili
zjato
West West
stock
West
Europa
Europa
Wes(
Europa
(d. is,.)
(rijst)
Europa
(salpeter)
11116
Aug. 1919 ……
170/-
215/_2)
-•
–
4/9
,,
1919 ……
‘–
–
–
12117 Aug. 1918 ……
..
500/-.
.
–
190/-
13118 Aug. 1917 ……
.220/-
.275/-
4751-
–
1851-
Juli
1914 ……
.-
.14/6
1613
25/-
22/3
• 1)
Voor neutrale schepen.
t)
Voor Britsche schepen.
8)
Vrij.
• 4)
Voor neutrale schepen onder geallieerde time charter.
9
per ton stukgoed.
Graan Peirogra4pe,.quarter von 406 11,. zwaar, Ode,sa,per nou, Ver Staten
per quarter van 480 iSa. zwaar.
Overige noteeringe4 per ton von 1015 K.G.
Data
Cardif
Oo3tk. Engeland
1
Bar-
Cenua
–
Plato
RaSter-
Gothen-
deaux
Sald
dom
burg
11/18Aug. 1919
4)
541-
4716
47/6
40/-
f
10,-
Kr.30
4/9
.
1919
9
25/6
48/-
47/6
401-
,,
10,-
,,
30
12/17 Aug. 19i8
691- 10113
200/-
120/-
–
,,200,-
13118 Aug. 1917
89/-
10113
155/-
1101-
–
,, 190,-
Juli 1914
fr. 7,—
7/-.-
713
1416
3/2 41-
AD VE R1 ‘ENTIËN
GEBROE’DERS SCHEUER
Assuradeurs en Assurantiebezorgers
Expediteurs en Cargadoors
AMSTERDAM ‘EN ROTTERDAM
Verzekering van Koopmansgoëderèn tegen
transport, molest, brand en diefstal tegen
concurreerende premiën.
ONTVANG-
EN
BETAA’LKAS
NIEUWE DOELENSTRAAT
20-22
AMSTÉRDAM
DEPosno’S
VOOR 1 JAAR FIXE â
4
-pCî.
GELDEN OP DEZEN TÈRMiJN GESTORT ZIJN NA AFLOOP VAN HET
JAAR ZONDER OPZEGGING BESCILIKBiAR.
NIET OPGEVORDERD ‘ZIJNDE, WORDT DE POST STILZWIJGEND VOOR
t”
GELIJKEN TERMIJN VERLENGD.
DE
RENTE
L-N
NAAR VERKIEZING PER KWARTAAL,
PER HALF JAAR
–
OP PER JAAR ONTVANGEN WORDEN. –
FRANSOR-HOLLANDSCHE
OLIEFABRIEKEN –
,,CALVE -DELFT”
TE DELFT’
ARTIKELEN,
Delftsche Slaolie
Arachide-olie
Sesam-olie
Soya-olie
Bakkers-olie
Plantenvet Delfia
Cocos.olie N. 0. F.
Grondnotenkoeken en •meel
Sesamkoeken en -meel
Cocosmeel