Ga direct naar de content

Jrg. 3, editie 109

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: januari 30 1918

30 JANUARI1918

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN

Ec
‘onomischS

tatistisc
h.

Berl”chten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL. NIJVERHEID.
FINANCIËN EN VERKEER

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

3E JAARGANG

WOENSDAG 30 JANUARI 1918

No. 109

INHOUD
1hz.

GELD EN INFLATIE
door Leonard Keesing

…………..
Het Gevaar
van
de. Loskoppeling van Export en Binnen-
landsche

Voorziening …………………………
00
Graan voor Ne.utrale Landen uit Duitschiand

……….
92
De Ledermarkt in
1917
door M. L. Rosenberg

………
93
Staatsbeheer over de Spoorwegen in de
V. S………..
95
De

Rijksiniddelen

…………………………….
96
AANTEEKENINCEN:
De

duikbootoorlog

…………………………..
97
Stand der cultures en uitvoer van Suriname ……….
97
J apansche spoorwegen ……………………….
97
Prijzen
iii
de jaren
1014

tot
1917

………………
98
Amerika rust zich ten strijd

………………….
98
INGEZONDEN STUKKEN:
Zijn ,,Ismen” te weren? dooi Dr. E. E. J. Messing
98
REGEERINGSMAATREGELEW OF HANDELSGEBIED

…………
99
MAANDCIJFERS:
Overzicht

der

Rijksmiddelen ………………….
100
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
……. . …………
101-108

Geidkoersen.
Effectenbeurzen.
Wisselkoersen.
Goederenhandel.
I
Bankstaten.
Verkeerswezen.

INSTITUUT

VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

Algemeen Secretaris: Mr. G. W. J. Bruins.

WEEKBLAD EOONOMISCH-STATISTISORE BERIChTEN
Secretaris-Redacteur: G.
E.
Huffnagel.

Secretariaat: Pieter de Hooghweg 12, Rotterdam.
Telef. Nr. 3000. Telegr.adres: Economisch Instituut.

Abonnernentsprjjs voor het weekblad franco p. p. in Nederland f 18,—. Buitenland en Koloniën f 14,-
per jaar. Losse nummers 30 cents.
• Leden en donateurs van het Instituut ontvangen het
weekblad gratis.
De verdere publicaties van het Instituut uitgaande
ontvangen de abonné’s, leden en donateurs kosteloos,
voor zoover daaromtrent niet anders wordt beslist.
Advertentiën f 0,35 per regel. Plaatsing bij abonne-
ment volgens tarief. Administratie van abonnementen
en advertenties: Nijgh & van Ditrrtar’s Uitgevers-
Maatschappij, Rotterdam, Amsterdam, ‘s-Gravenhage.

28 JANUARI 1918.

De meerdere ruimte op de geldmarkt is slechts

voorbijgaand geweest. Reeds
:u1
eersten dag dezer
week noteerde de prolongatierente weder % pOt.

hooger
01)
3% pOt., terwijl de laatste dagen regel-

matig
4
pOt. genoteerd werd. Particulier disconto

bleef weder ongeveer
OP
de zelfde hoogte als de vorige

week, hoewel er enkele dagen waren, dat ook hier een

kleine neiging tot stijging merkbaar werd. De om-

zetten wraren echter ook nu weder gering. Alleen

cailgeld was sterk aangeboden, hetgeen met het oog

op cle nadering van den stortingsdag der sta atsleeniug

zeer verklaarbaar is.

Op de wisselmarkt viel deze week niet veel bijzon-

clers waar te nemen. De stemming was eenigszins

zenuwachtig, omdat een bepaalde richting niet be-

merkbaar was. In het algemeen was het aanbod over-

heerschend eA liepen de meeste koersen iets terug.

Maar herhaaldelijk traden plotseling weder kleine

stijgingen in, daar door den zeer kleinen omvang van
de markt een vradg of aanbod van iets grooter betee-
kenis direct een totalen omkeer van de stemming ten

gevolge had. –

GELD
EN
INFLATIE.

Uit een bespreking in Uw nummer van 31 October
éh uit krantenartikels, die mij hier van tijd tot tijd
breiken, zie ik, dat het goudvraagstuk en het inflatie-
probleem sinds eenigen tijd het onderwerp van ijverige
discussie in Nederland vormen. Hoewel het meeste,
dat te dezer zake gepubiiceerdwerd, mij tengevolge van de ongunstige verbindingen niet bereikte, las ik
t6ch genoeg om den indruk te erlangen, dat de be-sprekingen, zelfs waar zij van een bewusten, afge-
ronden gedachten gang getuigen, veelal gekenmerkt
zijn door een zekeren schroom dezen tot de uiterste
cônsequentie door te trekken. Het behoeft geen betoog,
dtt het in dezen, als in alle vraagstukkeh, van het
grootste belang is de aandacht zooveel mogelijk op de
essentieele punten te concentreeren en secundaire
verschijnselen niet met hoofdzaken te verwisselen;
met andere woorden, te vermijden, dat men door de
boomen het bosch niet zou zien.

.e,
Hoezeer een staatsman zich. vaak door gewichtige
factoren van den theoretisch rechten weg môet laten
dfieiden ‘en in practische staatkundq de eenig gebrui-kelijke weg veelal de omweg is, toch dient de weten-
schap, in haar onderzoek naar de beginselen, die de
eèonomische verschijnselen beheerschen, voor geen
uiterste terug te deinzen, opdat de staatsman niet
ih het duister taste omtrent de grondslagen, waarop
hij bouwt en in staat zij de strekking te overzien
vat elke afwijking van de theoretische regelen in
hun geheele, strenge onbuigzaamheid. Sinds lang
root belang stellende in de onderhavige vraagstukken,
heb ik in Mei j.l. in de ,,Ohronicle” een artikel ge-
jubliceerd betreffende ,,Money and Infiation” en in
September een als pamflet gedrukt artikel betref-
.fende ,,The Nature of Economic Democracy”. In
beide heb ik beproefd de fundamenteele punten, zoo-
als ze door mij worden gezien, in het licht te stellen.
Het zij mij derhalve vergund in Uw blad zoo beknopt
roge1jk tot- de discussie mijn deel bij te dragen. Ik
zal trachten het bestek van een kort tijdschrift-artikel
niet te overschrijden.

Het. is aan weinig twijfel onderhevig, dat de
theorieën der ,,nominalisteu” of ,,charteristen”, d.w.z.
van Knapp’s volgelingen, sterk in beteekenis hebben
gewQnnen door de verschijnselen, die zich tijdens den
oorlog hebben voorgedaan. Knapp

s theorieën evenwel
bepalen -zich tot de itaatkundig-philosophische zijde
van het vraagstuk. Het, was de verdienste van Dr.

90

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30
Januari 1918

Friedrich Bedixen, die theorieën toe te passen op de
economische wetenschap als zoodanig en aan hem
hebben wij de definitie te danken, dat geld is een
,,aanspraak op een economische prestatie”, verworven
op grond eener voorafgegane prestatie. Bankbiljetten
en andere instrumenten,’ die als geld fungeeren,
dienen dus gedekt te zijn door activa, die ditzelfde
karakter hebben. Deze activa kunnen zijn dezulke,
die dit karakter uitsluitend in het binnenland hebben
en/of die het ook hebben in het buitenlandsch verkeer.
In welke verhbuding de activa, die alleen in het
binnenland kunnen gebruikt worden, zullen staan tot
die, welke ook in het buitenland geldig zijn, is
een vraag, die afhangt vnu de positie van een ge-
meenschap in het internationaal verkeer en die dus
voor elk land afzonderlijk beantwoord moet worden.
Een gedetailleerde uiteenzetting zou hier te ver
voeren. Derhalve zij het mij geoorloofd te volstaan
met de eenvoudige opsomming van de activa, die
aan de gestelde eischen voldoen. Het zijn: goud,
binnenlandsche handeiswissels en buitenlandsche saldi
of handelswissels. Van al deze soorten heeft alleen
goud de dubbele eigenschap, zoowel in het binnen-
als in het buitenland te kunnen worden gebruikt.
Deze eigenschap is nochtans niet een natuurlijke,
inherente hoedanigheid, doch een gevolg van wet-
gevende actie: de aanneming van den gouden start-


daard, het ,,magna charta” va.n het goud. Voor het
binnenlandsch verkeer is goud als dekking voor
bankbiljetten overbodig. Voor het buiteulandsch ver-
keer zou het, in. beginsel, zonder bezwaar door buiten
landsche saldi en wissels kunnen worden vervangen.
In practijk heeft het goud evenwel boven deze beide
twee voordeelen. In de eerste plaats kan het in alle
vreemde landen worden gebezigd, terwijl saldi slechts
in één land gangbaar zijn. en dus eventueel dor
wisseltransacties moeten worden geconverteerd. Ii de tweede plaats kunnen buiteniandsche wissels en
saldi in tijden van crisis en oorlog door een algemeen moratorium of door economische oorlogsmaatregelen
onbruikbaar worden gemaakt.

De meening, dat ,,inflatie” en schaarschte aah
verbruiksartikelen, evenzeer elk voor zich alleen als
naast elkaar bestaan kunnen en dat zij derhalve af-zonderlijke factoren vormen, die elk voor hun deel
en onafhankelijk van de andere duuite veroorzaken,
is een dwaling. Schaarschte aan verbruiksartikelen
is inflatie en zoogenaamde geld-inflatie, die niet
alleen in papier bestaat, doch wel degelijk ook in
goud en zelfs in bankdeposito’s, is niet een oorzaak,
doch is, evenals de duurte zelf, een gevolg van he
verbroken verband tusschen vraag en aanbod in ver-
bruiksartikelen. Dit kan kort worden aangetoond.
Wat is de genesis van geld? Hoe ontstaat het? Als
gevolg eener economische prestatie. Dit is het geval

zelfs waar volgens de ongezondste methoden fiat-
papier wordt gedrukt. Ook daar dient het ter betaling
van prestaties, die of wel reeds hebben plaatsge-
vonden, of wel nog moeten plaatsvinden. Wat zijn
die prestaties? Productieve of niet productieve; zulke
die verbruiksartikelen produceeren en door transport
distribueeren, of niet-productieve ,,diensten”. Wan-
neer derhalye op de geldmarkt een wanverhouding
bestaat, moet die haar oorzaak noodzakelijk vinden
in een w’ederkeerige wanverhouding op de markt van
,,economische prestaties”, d.w.z. in een ontwrichting
van het evenwicht tusschen ,,productie” en ,,dienst”.
Is er te veel productie om te kunnen worden geab-
sorbeerd door de ,,aanspraken op economische pres-
tatie”, verkregen door ,,dienst”, dan bestaat er deflatie,
of, zooals men het gemeenlijk noemt, overproductie.
Is er, omgekeerd, te veel ,,dienst” en te weinig
,,productie”, dan bestaat er inflatie, hetgeen in wer-
kelijkheid slechts een andere uitdrukking is voor
,,onderproductie”.

Uit een en ander volgt, dat de redistributie van
geld (want iets ander5 is het heffen van belastingen

en het uitschrijven van leeningen inderdaad niet)
bijzaak is en de hoofdzaak en tevens oorzaak van de
verschijnselen op de geldmarkt gezocht moet worden
in de redistributie van productie en de regeling van
de onderlinge verhouding tusschen ,,dienst” en
,,productie”. -Ik ben overtuigd, dat na den oorlog
alle landen aan dit probleem, bewust of onhewust,
hun aandacht in hoofdzaak zullen wijden. Gelukkig
te prijzen zullen die naties zijn, welker staatslieden
doorzicht genoeg toonen om het als hun oogmerk te
beschouwen. –
Gegeven zijnde, dat ,,inflatie” niets anders is dan
een tekort aan productie van verbruiksartikelen en
een overmaat van improductieven ,,dienst”, wordt
het vrij gemakkelijk de middelen te bepalen, die de
kwaal moeteiv genezen of lenigen. Vooraf diene
evenwel te gaan de opmerking, dat de productie van
verbruiksartikelen, die uitgevoerd worden, wat het
exporteerende land betreft niet onder productie kan gerangschikt worden, doch onder ,,dienst”, hetgeen
zonder nadere uiteenzetting wel voor iedereen
duidelijk zal zijn.
Het meest positieve middel tegen inflatie is op
grond van bovenstaande diagnose natuurlijk: ver-
meerdering der productie. Aannemende, dat het be-
staande tekort aan productie reeds de uiterste
stimulatie van mechanische productieprocessen heift
bewerkt, zal dit natuurlijk slechts te bereiken zijn
door ,een gelijktijdige vermindering yan niet-produc-
tieven ,,dienst”. Lapmiddelen zijn het verminderen
van de koopkracht der bevolking en het langer doen
strekken van den te kleinen voorraad door rationee-
ring. Het verminderen van de koopkracht kan tot
zekere hoogte worden bereikt door het opheffen der
aanmunting van goud en het uitgeven van biljetten
tegen goud, waardoor de opbrengst- van exporten
gedwongen wordt belegging in het buitenland te
zoeken. Gestimuleerd wordt de koôpkracht natuurlijk,
wanneer de staat in plaats van benoodigde gelden
door belastingen en door bij het publiek geplaatste
leeningen te vinden, voorschotten opneemt of leeningen
plaatst bij de circulatiebank of particuliere banken,
waardoor inderdaad kunstmatig geld wordt ,,gefabri-
eerd” en het is juist daarom, dat zulke transacties in
tijden van inflatie zoo ontredderend werken. Belastin-
gen verminderen de koopkracht slechts op uiterst
ongelijkmatige wijze en kunnen derhalve nooit eene
ideale redistributie van productie bewerkstelligen,
tenzij zij hand in hand gaan met andere, reguleerende
maatregelen.

LEONARD KEEsINC.

New York, 6 December 1917.
HET GEVAAR VAN DE LOSKOPPELING VAN

EXPORT EN BINNENLANDSCHE

VOORZIENING.

Men schrijft ons:
Sinds Treub in ,,Oorlogstijd” zijn pijlen afschoot
op de samenkoppeling van de binnenlandsche levens-
middelenvoorziening en den uitvoer, werd het tot
een wachtwoord, dat de connexiteit tussehen die twee
verbroken moest worden. En inderdaad doet het wel
heel bevreemdend aan, dat,
terwijl
er overvloed van
kaas in het land is, het publiek op een bepaald oogen-
blik heelemaal geen kaas kan krijgen, omdat de uit-
voer van dat artikel stop staat. De rechtmatigheid
van zoo’n feit brengt men het publiek nimmer aan
het verstand; dit concludeert uit het niet-verkrijg-
baar zijn van kaas, dat er geen kaas is, en als het dan
hoort, dat het niet verkrijgbaar zijn verband houdt
met den uitvoer, is de tweede gevolgtrekking, dat de
kaas is uitgevoerd. De eenig juiste gevolgtrekking,
dat door het ophouden van den export de exporteurs
niet meer in de gelegenheid waren de verliezen op de binnenlandsche voorziening geleden te dekken,
wordt niet gemaakt. Was deze conclusie wel getrok-
ken, dan had de remedie vlak voor de hand gelegen

30 Januari 1918

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

9E

en had men er ongetwijfeld van alle zijden op aange-
drongen, dat thans het Rijk de taak van de èxpor-
teurs zou overnemen, de kaas tegen productieprijs
zou aânkoopen en het verlies op de binnenlandsche
voorziening voor eigen rekening zou nemen.
Het eigenlijke kwaad van .het verband tusschen
de binnenlandsche voorziening en den export lag dan
ook niet in dat
verband,
maar in het feit van de bin-
nenlandsche voorziening
beneden kostprijs.
Indien
van den heginne aan het publiek den werkelijken pro-
ductieprijs had betaald, had het ophoudn van uit-
voer nimmer gepaard behoeven te gaan met een op-
houden vn de binnenlandsche distributie, doch had
deze ongestoord kunnen
blijven
verloopen.
Voor hen, wien de connexiteit tusschen uitvoer en
binnenlandsche voorziening een doorn in let oog
was, zal het ongetwijfeld een voldoening
zijn,
dat die
samenhang thans is verbroken. De winsten bij den uitvoer, gemaakt, komen niet. meer in aanmerking
om de verliezen op de binnenlandsche voorziening
geleden te dekken, doch vloeien in de kas der Export-
Centrale en dienen tot meerdere garantie voor de
door haar uit te geven obligaties. Daartegenover is
thans op de begrooting een som uitgetrokken, die
overeenstemt met het bedrag door den export opge-
bracht en de overheid in staat stelt hetzelfde te ver-
richten, wat tot dusver de export verrichtte. Het
systeem: volledige scheiding tusschen binnenland-
sche voorziening en uitvoer, is zoover doorgevoerd,
dat er ook eene vollelige scheiding is gebracht tus-
schen de taak van de organen, die zich met de voof-
ziening en den uitvoer bezig houden; de Export-
Centrale heeft niets met de binnenlandsche voorzie-
ning te maken en daartegenover heeft de Commissie van Bijstand zich niet te bemoeien met eenige vraag
betreffende den export.
0′

De teweeggebrachte scheiding heeft ongetwijfeld
boven de oude regeling een voordeel. Het geval, dat
we geen goedkoope kaas hebben, omdat er geen export
van kaas is, zal zich in de toekomst niet meer kunnen
voordoen; het Rijk koopt eenvoudig kaas op markten
op, stelt deze tegen verlaagde prijzen beschikbaar en vindt in den uitgetrokken begrootingspost de gelden,
noodig voor de dekking van de aldus geleden ver-
liezen. Een tweede voordeel van het over de begroo-
tung loopen van de kosten der voorziening is ook, dat
men precies weet, hoeveel de distributie nu eigenlijk
kost.
Evenwel het verloren gaan van de connexiteit tus-
schen uitvoer en beschikbaarstelling brengt ongetwij-
feld ook nadeelen voor de binnenlandsche voorziening
met zich mede en het is zeer de vraag, of die nadeelen
de voordeelen niet overtreffen.
Het feit, dat,, nu alles over de begrooting loopt,
men zich blind kijkt op het hooge bedrag der kosten van de distributie, laten we onbesproken, als minder
ter zake doende. Wel is van belang de omstandig-
heid, dat dientengevolge de gemeenten in ongun-
stiger conditie geraken. Zoolang de export de kosten
van de voorziening droeg, behoefden Rijk en gemeente
geen cent voor die voorziening bij te dragen. Nu de
kosten op de begrootiug gebracht zijn, betaalt het Rijk
daarvan
°
/
io
en de gemeente
1/10.
De door den export
opgebrachte gelden vloeien in de kas der Export-Cen-
trale en bij liquidâtie daarvan komt het overschot in
‘s Rijks kas. Het Rijk heeft dus de kans nog eenmaal de uitgegeven gelden terug te krijgen; de gemeenten
evenwel zijn de eeuwige Sijmen-betaal-maar; hun
1/10

zijn zij voor altijd kwijt.
Behalve dat de gemeentekas nu zooveel zwaarder
belast ‘aordt, brengt de nieuwe gedragslijn dit ge-
vaar met zich mede, dat dientengevolge de voorzie-ning zelve teruggaat. Zoolang b.v. de vischvoorzie-
ning geen geld kostte, hadden tal van gemeentebestu-
ren geen bezwaar het vischverbruik te hunnent te be-
vorderen. Voor een gemeente, waar het met de finan-
ciën niet erg rooskleurig gesteld is, wordt het echter
in de toekomst een heel ding propaganda voor het

vischverbruik te .’maken; hoe meer . de gemeente hier doet, hoe ongunstiger haar financieele toestand wordt,
en voor .ons staat het dan ook vast, dat het binnen-
landsche vischverbruik eerlang niet onaanzienlijk
dalen zal. Dat in verband daarmee de export zal toe-
nemen, ligt voor de hand.

Vooral vreezen we toeneming van den export van
versche groenten als gevolg van het verbreken van
de connexiteit tusschen beschikbaarstelling en export.
Wat zeevisch betreft, zijn de gemeenten, die op een
goede vischvoorziening prijsstellen, ook voortaan al-
thans in de gelegenheid deze voorziening naar behooren
te doen plaats vinden. Maar een goedkoope voorziening
van versche groenten wordt ook voor de best-willende
gemeenten in de toekomst onmogelijk. Tot dusver
leverden producenten de versche zomergroenten op
de binnenlandsche veilingen beneden productieprjs
af; voortaan brengt ook het binnenlandsche percen-
tage den productieprjs op. Zullen deze groenten het
publiek tegen redelijken prijs bereiken, dan wordt
aanwijzing volgens de distributiewet eisch, en beta-
len Rijk en gemeenten resp.
/io
en
1
/io van het verlies.
Welnu, volgens alle deskundigen is dit’ systeem voor
de versche groenten niet door te voeren. Ook minister
Posthuma heeft blijkens zijn Memorie van Antwoord
in zake het nieuwe levensmiddelen-ontwerp een zwaar
hoofd, in het welslagen van de nieuwe regeling voor
wat versche groenten aangaat. Hij stelt zich hier een
‘regeling voor in den geest van’ die van de melkvoor-
ziening, maar ziet daarbij over het hoofd, dat ‘melk
een .,,eenvormig” product is, waarvoor zonder be-
zwaar maximumprijzen zijn te stellen. Groenten even-
wel, met hun groot verschil in kwaliteit en grootte,
zijn allerminst eenvormig, en de in 1916 genomen proef om althans voor enkele groenten maximum-prijzen vast te stellen, is dan ook op een volslagen
mislukking uitgeloopen. Eene aanwijzing van versche
groenten volgens de distributiewet en een daarmee
gepaard gaande verrekening tusschen Rijk en ge-
meenten van de verliezen der distributie, is ondoen-
lijk. En waar in het nieuwe stelsel de producent voor
zijn artikel den werkelijken kostprijs ontvangen
moet, heeft zulks noodzakelijk tot gevolg, dat de ge-
bruiker zijn groenten duurder betaalt dan vorige
jaren. De minder gegoede bevolking zal daartoe niet
in staat zijn; bijgevolg is een geringer hoeveelheid
dan het vorige jaar voor binnenlandsch verbruik noo-
‘dig en kan een grooter hoeveelheid worden uitge-
voerd, iets wat de Export-Centrale welkom zijn kan.

Eet grootste bezwaar evenwel tegen het tel’oorgaan
van het verband tusschen beschikbaarstelling en
èxport achten we, dat de taak van de commissie van
Bijstand en die van de Export-Centrale van elkaar
afgescheiden zijn. Beide organen zullen volgens de
vorenvermelde Memorie van Antwoord van minister
Posthuma geheel zelfstandig optreden. Eventueele
onderhandelingen met het buitenland gaan Yoortaan
buiten de Commissie van Bijstand om; de Export-
Centrale heeft geen bemoeienis met de binnenland-
sche voorziening. De Commissie van Bijstand beslist, velke hoeveelheden niet voor binnenlandsch verbruik
benoodigd zijn; de Export-Centrale maakt uit, op wel-
ke voorwaarden die uitvoer zal geschieden.

Tenzij de verhouding tusschen beide organen ge-wijzigd wordt, oordeelen we het onvermijdeljk, dat
onze voedselvoorziening hierbij het kind van de reke-
ning wordt. Onvermijdelijk – omdat er van nature
een tegenstrijdigheid is tusschen de belangen, die de
beide organen behartigen. Een enkel vôorbeeld volsta
om onze stelling te verduidelijken.

Ten einde een voldoende verzorging met consumtie-melk te verzekeren, is een ‘geheel stel van maatregelen
getroffen. De producent van consumtiemelk is ver-
plicht de levering van melk op de gewone wijze voort
te zetten tegen een bepaalden prijs. Dit doel kan alleen
bereikt worden, indien ook de producent van melk,
die tot boter, kaas, gecondenseerde melk, melkpoeder,

1
92

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 Januari 1918
1

caseïne e. d. verwerkt wordt, voor zijn melk geen hoo-
ger prijs ontvangt. Bijgevolg is als grondprijs voor de
melk een bedrag van 14 cent vastgesteld, en al het-
geen de boter, de kaas, de melkpoeder, de caseïne enz.
meer opbrengen dan overeenstemt met den grond-
prijs van 14 cent per L. melk, wordt aan het Rijk af-
gedragen. Met het oog op de binnenlandsche melk-
voorziening, is stipte- handhaving van dit samenstel
van regelen eisch en de Commissie van Bijstand heeft dan ook het afgeloopen seizoen van de exporteurs ge-
vergd, dat zij zouden afdragen wat voor hun produc-
ten meer werd ontvangen dan met den grondprijs van
14 et. per L. overeenstemt. Uit de rede van den heer
Van Beresteyn ter gelegenheid van de interpellatie-
De 3ong is gebleken, dat, -toen de Kaasvereeniging
niet. wilde afdragen, wat de Commissie van Bijstand,
vergde, eenvoudig de grenzen gesloten werden.

De Export-Centrale staat echter uiteraard heel
anders tegenover dit vraagstuk. Het stelsel van de
Commissie van Bijstand moge uitnemend zijn met het
oog op de binnenlandsche voedselvoorziening, maar
het doodt den oridernemingsiust van de exporteurs.
Waarom zal een kaas-exporteur zich het vïur uit zijn
sloffen loopen om tien gulden mér voor zijn kaas te
maken, als hij die tien gulden toch aan het Rijk moet
afdragen en
zijn
winst gefixeerd blijft?

De Export-Centrale gaat dan ook van het stand-
punt uit, dat de exporteur zooveel mogelijk voor zijn
artikel moet kunnen maken; zij eischt bijgevoig van
den exporteur een vaste bijdrage, doch laat hem dê
extra-winst, die hij weet te bedingen. Of ook, zij eischt
een vaste bijdrage en een bepaald percentage van de extra-winst, in wlk geval zoowel de exporteur als de

Export-Centrale wel varen bij het behalen van zoo
hoog mogelijke prijzen in het buitenland. ‘Dientenge-
volge echter kan de tot zuivel of melkpoeder ververk-
te melk den producent méér opbrengen dan 14 cent
per L., met het natuurlijke gevolg, dat de leverancier.
van consumtiemelk, wiens product in het binnenland
blijft en die voor zijn melk niet meer dan 14 ct. per
L. ontvangt, ‘alle mogelijke uitwegen zoekt om af te
komen van de levering van melk voor consumtiedoel-
einden, wat noodwendig er toe leidt, dat de binnen-
landsche voorziening in de war loopt.
Het hier geschetste gevaar is allerminst denk-
beeldig. Zoo is de productieprijs van caseïe, berekend,
naar een grondprijs van melk ad 14 ct per L.
f1,68
per K.G., terwijl voor den export thans
f 3,50
te be-.
dingen is. In het op de nooden der binnenlandsche
voorziening gebaseerde stelsel van de Commissie van
Bijstand zou de exporteur van caseïne dus
f 1,82
heb-.
ben af te dragen. Met .het oog op vrachten e. d. eischt,
de Rijkscommissie van Toezicht op de Vereeniging
van Fabrieken van Melkproducten afdracht van
f 1,75.
per K.G. De Export-Centrale daarentegen vraagt
geen hooger afdracht dan
f 0,50
per K.G. Voor ge-
eondenserde melk wordt gevraagd een bepaald be-
drag plus een bepaald percentage van de extra-winst. Hoe funestdit stelsel voor de binnenlandsche voor-
ziening met melk moet werken, blijkt vel hieruit, dat’
een hoterfabriek, die uit de ondermelk casemne
maakt, er
alJe
belang hij heeft om aan den,
eisch om melk te leveren voor consumtie voor,
de groote steden niet te voldoen; de fabriek laat de.
melk eenvoudig zuur worden, zoodat zij voor consum-
tie niet deugt, maar heel goed geschikt is voor de be-
reiding van boter. en caseïne. In ‘dit geval immers
wordt voor de melk veel meer ontvangen dan indien
zij voor consumtie geleverd wordt, als wanneer de
prijs tot 14 ct. beperkt is. Nu is wel is waar het verschil in geld, door Com
missie van Bijstand en Export-Centrale van den ex-
porteur van caseïne gevergd, heel groot, maar ook bij.,
kleiner verschil wordt de moeilijkheid niet opgelost,’
omdat ‘de Contmissie van
Bijstand
en de Export-Cen-,,
trale van nature tegenstrijdige belangen behartigen.’
De eerste, die voor de binnenlandsche voedselvoor-
ziening waakt, mèet’ eischen, ‘dat het exportproduct
niet meer opbrengt dan het binneniandsche product;

voor de Export-Centrale is het daarentegen san le-
venseisch, dat de exporteur niet genoodzaakt is met
een vaste winstmarge genoegen te nemen. Immers,
hoe hooger prijzen de exporteur bedingt, des te hoo-
ger baten zullen op den duur in de kas der Export-
Centrale vloeien; deze stelt n.l. steeds zwaarder
eischen en de exporteur wordt bijgevoig steeds meer
gedrongen een hoogeren prijs voor zijn artikel te
vragen.
Het is met het oog op die tegenstrijdige belangen,
dat het noodig is export en binnenlandsche voorzie-
ning niet geheel los van elkaar te houden, doch een
weg te zoeken, die bereikt, dat die belangen zooveel
mogelijk parallel gaan. In theorie zou dit zoo kun-
nen, dat men bepaalde, dat de extra-winst van den
exporteur ook ten goede kwam aan den producent van
den in het binnenland blijvende product, maar natuur
lijk zal liet beoogde doel slechts dan bereikt kunnen worden, indien de organen, die de belangen van den
export en van de binnenlandsche voorziening behar-tigen, niet, zooals nu,. los van elkaar staan, maar ten
nauwste met elkaar samenw’erken.

GRAAN VOOR NEUTRALE LANDEN UIT

DUITSCHLAND.

Herhaaldelijk is de laatste weken in de dagbladen
spi’ake van levering van graan door Duitschiand aan
zijn neutrale buren. De berichten zijn telkens zeer
onhestemd. Slechts blijkt telkens, dat men het oog
heeft op graan uit Rusland en Roemenië. Bij sommi-
gen hebben de geruchten reeds nieuwe hoop doen ont-
staan op het einde van onzen graannood. Ik meen,
dat er alle aanleiding bestaat, om na te gaan, in hoe-
verre daarvoor reden bestaat.
Daarbij is ‘zeer leerzaam, wat onlangs gebleken is
bij de volksbeweging en stakingen in Oostenrijk.
Onmiddellijke aanleiding daarvan schijnt te zijn ge-
weest de verlaging van het meelrantsoen. Toch kan
Oostenrijk tezamen met Duitschiand beschikken’ over
het Roemeensche graan. Hongarije behelpt zich met
zijn eigen oogst en laat zich niet bewegen, daarvan
aan Oostenrijk af te staan. De aanvoer van Roe-
meensch graan heeft echter in Oostenrijk niet het
ontstaan van een belangrijk tekort kunnen verhinde-
ren, waardoor men het meelrantsoen heeft moeten
verminderen op 1150 gram per week. De Neus Freie
Presse berichtte dezer dagen, dat aan Duitschland om
hulp in den nood is gevraagd en dat op groote aan-
voeren uit Roemenië niet meer te rekenen valt. Vol-
gens hetzelfde blad weigerde Berlijn
1),
daarbij wijzende

01)
de veitplichtingen, die het tegenover neutrale sta-
ten op zich had genomen. Uit andere berichten valt
op te maken, dat hiermede Zweden bedoeld wordt,
dat dan als tegenprestatie zoude voortgaan ertsen, te
leveren, die Duitschiand voor de munitie-industrie zoo noodig heeft. Hier wordt dus voor een zoo be-
langrijk doel als de verkrjging van munitie een deel,
van den reeds zoo karigen mondvoorraad hfgestaan.
Zoude nu ook ons land vöor zulke graanlevering
onder de tegenwoordige omstandigheden in aanmer-
king komen? Ik meen, dat daarop weinig kans be-
staat en dat die kans nog dalen zal, naarmate de hoe-
veelheid vermindert van de goederen, die wij als ruil-
artikel kunnen aanbieden en vooral zoolang wij niet
iets kunnen aanbieden, dat voor Duitschiand groo-
ter waarde heeft dan graan;. zoo veel grooter waarde,
dat ons daarvoor, niettegenstaande groote schaarschte
in Duitschland zelve en nood in Oostenrijk, graan
wordt geleverd. Vet, ook in den vorm van boter en,
kaas, zoude voor ons misschien zulk een kostbaar’ uitvoerartikel geweest zijn, maar de graannood in
ons eigen land doet het overschôt van die artikelen
voortdurend verminderen. En tegenover groenten’ en
kleine, partijen van enkele andere goederën zal

1)
[Later is echter eene ruilovereenkomst tot stand geko:
men, volgens welke Oostenrijk uit Duit’schlud
4500
tdn
meel ontvangt op conditie, dat vCSr
15
Maart diezelfde
hoeveelheid meel of maÏs wordt. teruggeleverd.] , ‘ . . –

30 Januari 1918

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

93

men ons toch geen graan leveren. In hoeverre zoude
nu een vrede tusschen de Middenrijken en Rusland
benevens Roemenië den toestand veranderen? Het
graanverbouwende deel van Roemenië is reeds bijna geheel door de Centrale» bezet en het overige kleine
deel heeft reeds zoo langen tijd eene abnormaal groote
bevolking en een groot leger moeten voeden, dat daar
reed§ lng gebrek aan graan heerscht. Een vrede zou
dus den aanvoer van Roemeensch graan van den laat-sten oogst niet vergrooten.

Het is zeer moeilijk betrouwbare gegevens te ver-zamelen over de graanvoorraden, die dadelijk na den
vrede in Rusland ter beschikking zullen komen. Wel
moeten nog van twee of misschien drie oogsten in
groote gedeelten van Rusland overschotten hij de boe-
ren aaiwezig zijn. Dezen hebben reeds langen tijd, on-
danks aansporingen der elkaar opvolgende Regeerin-
gen, hun graan zeer langzaam ter markt gebracht.
Hiertegenover dient echter niet te worden vergeten,
dat vele groote grondeigenaren, die vreesden, dat
toch de opbrengst van hun oogst en misschien zelfs
hun heele grondbezit door het volk in bezit genomen
of vernield zoude worden, de bebouwing van den
grond in het laatste jaar eenvoudig hebben nagelaten. Daarbij kwam het groote gebrek aan landarbeiders en
landbouwwerktuigen en bovendien moest een groot
leger onderhouden worden, hij welk onderhoud zuinig-
heid allerminst betracht werd. Groote deden van
westelijk Rusland, die het operatiegebied der tegen-
over elkaar staande legers. uitmaakte», bleven geheel
onbebouwd en als resultaat van dit alles zullen de
Russische graanoverschotten wel kleiner zijn dan
veelal wordt aangenomen.

Een Russisch graanhandelaar, die v66r den oorlog tot de eerste exporteurs aan de Zwarte Zee behoorde
en dezei dagen uit Petrograd in Denemarken aan-
kwam, meende, dat van graanuitvoer uit Rusland in
het eerste jaar na den vrede niet veel komen zal. Hij
wees op het geheel gedesorganiseerde spoorwegver-
keer en op moeilijkheden, die kunnen ontstaan bij
het vervoer over de verschillende deelen, waarin
Rusland is uiteengevallen. Zal buy. de Bolsjewiksche
staat, zoolang hij niet in vriendschappelijke betrek-
king staat tot de Oekraine, den doorvoer van Oekrai-
nisch graan ongehinderd toelaten? En als hij dit niet
doet, dan vermindert het aantal spoorwegroutes,
waarover dat graan Dutschland en Oostenrijk kan
bereiken, belangrijk, Zullen verder Fi»land, waar
groot gebrek aan graan heerscht en ce Russische ste-
den en nijverheidsdistricten, waar immers de nood ook
nijpand is, niet moeten worden geholpen v6r het tot
uitvoer van beteekenis komt? –

Als geheel beschouwd voerde het Russische rijk
v66r den oorlog circa 16 püt. van zijn graanoogst uit.
Wanneer men nu aanneemt, dat de opbrengst gedu-
rende den oorlog, tengevolge der genoemde redenen,
met 20pCt. is gedaald, welk percentage mij laag toe-
schijnt, lan is het duidelijk, dat niet dadeljk gere-
kend mag worden op grooten Russischen graanuit-
voer. Veel kan afhangen van de vredesvoorwaarden,
die zulk een graanuitvoer zouden kunnen voorschrij-
ven.

Verder is vroeger zoo dikwijls voorgekomen, dat
Rusland flink graan uitvoerde, terwijl in Oostelijke
Gouvernementen hongersnood heersèhte, dat men niet te veel gevolgtrekkingen kan vastknoopeu aan de zoo-
even genoemde percentages. Het spoorwegverkeer en
de graanhandel waren speciaal ingericht voor ver-
voer van graan in westelijke en zuidelijke iichting en
bij tekort in het Oosten van Rusland bleken er dik-
wijls
bijna
onoverkomelijke bezwaren te
zijn
ver-
bonden aan een omkeeren van die richting. De wes-
telijke en zuidelijke graandistricten zetten meestal hun
uitvoer voort, zonder het Oosten te hulp te komen.
Nu echter zullen waarschijnlijk de grootste voorraden
zich juist in het Zuiden en Oosten van Rusland be-
vinden en de inrichting van handel enverkeer vormt
dus tegen den uitvoer geen bezwaar. Zal die inrich-
ting echter niet nog geruimen tijd lijden aan desorga-

nisatie en de

gevolgen van vernieling en verwaarloo.
zing van het materieel met gebrek aan voldoende
grondstoffen voor het herstel van dit euvel zoolang de
Entente rijken Rusland »jet met aanvoeren te hulp
komen?
Ook op dit punt zal men van Duitschland en Oos-
tenrijk gedurende den oorlog, met zijn veeleischendo
munitie-industrie, niet te veel moeten verwachten, hoezeer ook na het sluiten van den vrede met Rus-
land herstel van het Russische ‘spoorwegverkeer in
het belang der Middenrjken zoude zijn.
Ik kom tot de conclusie, dat graanuitvoer uit Rus-
land van eenige beteekenis slechts mogelijk zal zijn, als de chaos, waarin liet
rijk
nu verkeert, zal hebben
plaats gemaakt voor meer ordelijke toestanden en dat
dan nog de voorraden zullen tegenvallen.
De uitzaai van het wjntergraan voor den oogst 1918
zal ook in het afgeloopen najaar zeer onder de bin-
nenlandsche onlusten hebben geleden en wie weOt,
hoe het met den voorjaarsuitzaai zal gaan.
Intusschen bestaan bij de Duitsche Regeering reeds
plannen tot oprichting van een Syndicaat, dat voor-
loopig het monopolie zal krijgen voor den invoer van
Russisch graan en waarin kooplieden, die zich v66r
den oorlog reeds met dien invoer bezig hielden, zul-
len kunnen participeeren. J. S.

DE LEDERMARKT IN 1917.

Het jaar 1917 stond in elk opzicht in het teeken
des
tijds.
Gelukkig zijn we nog niet zoover gekomen,
dat ,,Ersatz” in ons vak een hoofdrol gespeeld heeft.
De houten zolen waren nog niet beslist noodzakelijk
en het ware te wenschen, dat wij hiervoor gespaard
konden blijven.

Wat heeft 1917 ons als mensch en importeur zoo-al
geleerd? 1» de incest stellige beteekenis, dat ,,geduld
zulk een schooie zaak” is. De voornaamste bezigheid
voor den Importeur zat in 1917 in het traditioneele
,,retourtje” naar Den Haag. Altijd maar weer met
nieuwen moed naar de N. 0. T. en toch bijna een
jaar lang gingen wij met ,,not” naar huis. Wij leefden
in de stille hoop en maakten het onszelf steeds op-
nieuw wijs, dat het n u toch niet lang meer kon
duren, dat onze duur betaalde en met zooveel
moeite verworven goederen – eindelijk vrij zouden
komen. De lijdensgeschiedenis der geïmporteerde
ledersoorten is haast ieder bekend. Nadat het goed 15 maanden door de N. 0. T. was vastgehouden en
e i n d e 1 ij k vrijgegeven werd, werd het door onze
Regeering, ingevolge de Distributiewet in beslag ge-
nomen.

In buitenlandsch ieder werd er in 1917 geen zaken
gedaan, tenminste niet wat men verstaat onder
reëelen handel. De kettinghandel heeft echter welig
getierd.

De export was een waardig pendant van den eens
zoo bloeienden import. Ook dienomtrent kan men als
in de sprookjes met een: ,,E r w a s e en s” beginnen.
Wij hebben in onze branche in ,,betere dagen” veel,
héôl veel geëxporteerd. Behalve met onze koloniën,
onderhielden wij een levendigen exporthandel met
bijna alle landen van Europa en het hier te lande
gefabriceerde ieder, zoowel als het Amerikaansche-
Fransche goed, waarvan Hollandsche firma’s ôf
alleenverkoop ôf er privilegies op hadden, vond steeds
en overal een willige markt.
Wie zal wagen te voorspellen wat de toekomst voor
den import-exporteur in ons vak heeft weggelegd?
Het is nog een onbeschreven blad, doch veel zal er
voor ons van afhangen hoe de handelstractaten, die na het sluiten van den vrede wellicht herzien of op-
nieuw gesloten worden, zullen luiden. Waaromtreut
wij echter wel zekerheid hebben, is dat onze export-
zaken wéér een jaar hebben stilgelegen en voor onaf-
zienbaren
tijd
,,levend begraven” zijn, voorzoover wij
buitendien door Amerika niet voorgoed verdrongen:
worden. . . .

De handel in binnenlandsch fabrikaat: zoolleder,

94

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 Januari 1918

overleder en voeringleder, was zeer levendig en ik
gelopf wel, dat alle belanghebbende partijen te dien
opziôhte niet ontevreden waren. De prijzen stegen
terwille van het bezit en bij een beperkt aanbod, tot
ongekende hoogte. Dat dergelijke fantasieprijzen en
dito winsten voor het courante artikel, dat v66r den
oorlog met een marge van 2 tot h o o g s t e n s 5 pOt. van de hand ging, betaald zouden worden, heeft zeker
niemand in ons vak ooit durven droomen. De ieder-
fabrikanten vroegen maar èn de koopers? Zij over-
troffen soms zich zelf, gaven rnéér dan den vraag-
prijs. Zoo is dan in 1917, onder den drang der gebie-dende noodzakelijkheid (het opdrijven der prijzen?),
voor ons vak een Distributieregeling tot stand geko-
men. Door Z.E. den Minister van L., N. en H. werd
een vergadering belegd. Alle belanghebbenden in het vak werden hiertoe uitgenoodigd. Z.E. ging onbevre-
digd weg, hetgeen trouwens niet anders te verwach-
ten was. De agenda bleek een beetje te machtig om
in zoo’n beperkten tijd en dan nog wel geheel onvoor-
bereid te worden afgewerkt. Op initiatief van Z.E.
werd overgegaan tot oprichting van het R.D.H.L., in
wier handen het geheele ledervraagstuk berust. Een
directe afstammeling van het voorbedoelde R.D.H.L.
is de ,,Ledervereeniging”, die opgericht is met het
doel om voor de distributie van het zooileer te zorgen.

Er werd in 1917 tusschen het R.D.HL. en de looieTs
een overeenkomst gesloten, waarbij de laatste zich hebben verplicht een gedeelte van hunne productie
tot een billijken prijs af te staan. Dit leder wordt
door de ,,iedervereeniging” ter distributie gegeven.

Al geven ook enkele oningewijden opzettelijk of cii-kundig een onjuist oordeel, van bevoegde zijde con-stateert men, dat de zaak schitterend loopt en ‘aan de
hoogste verwachtingen voldoet. Het leder is, de om-
standigheden in aanmerking genomen, van uitste-
kende kwaliteit. Met het standaard-gewicht kan eeh
ieder, die het leder uitsnijdt en ontvangt, tevreden zijn
en den verkoopers laat het een behoorlijke winst. Wan-
neer er enkele uit de categorie, voor wie de Distri-
butieregeling juist in het leven geroepen is, niet zou-
den knoeien, dan kon de ioop dezer regeling voimaakt
genoemd worden. Is het een wonder, dat bij het in-
werkungtreden van een nieuw opgerichte zaak, waar-
toe al direct een paar honderd afnemers toetraden,
de eerste weken niet alles naar wensch ging? Een
ieder in het vak weet wat het zeggen wil een Distri-
butieregeling voor het veelomvattende ledervak te
treffen. De ledervereeniging telt thans bijna 400
leden en de klachten zijn miniem. Het eenige waar-
over men in de ledervereeniging te klagen heeft is,
dat er enkele van de hun verstrekte bons misbruik
maken en dat verder enkele schoenmakers, die er een ruim geweten op na houden, den werkman niet geven
wat voor hem van overheidswege is bestemd, n.m. een
paar goede zolen. Gelukkig komt het maar sporadisch
voor, dat een schoenmaker het beste ieder voor den
,,vrijen” klant gebruikt en de houders van bons op het
,,afval” laat loopen. Werden zulke gevallen bekend,
dan moet de overtreder oftewel boosdoener zwaar ge-
straft worden. In de eerste plaats benadeelt hij den
werkman en verder den goeden naam van het ieder.
Jammer, dat er Gemeentebesturen zijn, die niet naar
behooren medewerken. Er zijn er, die bons hebben
Uitgegeven’ aan hen, die een inkomen van
f
5000 en
meer per jaar genieten. Vanaf het begin van de
lederdistributie (September ’17) is reeds in 1917
400.000 K.G. uitgegeven kunnen worden. –

Na het Distributieleder bracht 1917 ons de maxi-
mumprijzen. Degene, dien deze slag gevoelig treft, is
de groothandel. Voor den tusschenhandel (groothan-
del) was bij een minimum-verkoop van 250 K.G. leder,
een marge vastgesteld van 5 pOt. Het bleek alras, dat
men alleen nog maar partijen tot een gewicht van
249 K.G. verköcht om zoodoende den kleinhandelprijs
te kunnen bedingen en een winst van rjim 10 pOt.
te maken. De Regeering bleef hiervan niet onkundig
en veranderde al zeer spoedig de 250 K.G. in 100
om zoodoende te voorkomen, dat groothandela-

ren plotseling kleinhandelaren. zouden worden. En
wat gebeurde toen? Men kon het hartverheffende
schouwspel bijwonen, dat vele uit den groot-handel
geen partij boven de 100 K.G. verkochten, wel 99 K.G.
Een dienst hebben zij daarmede den groothandel geenszins bewezen, want wat zal nu daarvan het
gevolg zijn?

In verband met de maximumprijzen voor huiden,
ieder en looistoffen vastgesteld, kan men binnenkort
een regeliflg van het artikel schoenen verwachten. Er
wordt hard gewerkt aan dit probleem en ik ben er
van overtuigd, dat het R.D.H.L. het moeilijke vraag-stuk reeds in begin 1918 gunstig zal weten op te los-
sen. Wanneer slechts elk beianghebbend lichaam zou
willen begrijpen, dat een zoo ernstig ingrijpen in het
economische leven een gebiedende noodzakelijkheid is,
zoude het zeer zeker de zware taak van het R.D.H.L.
verlichten. Bij den geringen voorraad ieder stelt de
Regeering het zich tot plicht te zorgen, dat dit
komt, waar het dient te zijn. De Regeering
waakt er voor, dat het ieder niet . in handen
komt van speculanten of alleen het bezit kan
worden van kapitaalkrachtige schoenfabrikanten en
anderen zou noodzaken, wegens gebrek aan ieder
hun bedrijf absoluut stil te leggen. Het ieder
moet zoo worden verdeeld, dat elk en alles tot zijn
recht komt. Houdt echter de aanvoer van looistoffen
op, dan zullen wij allen de consequenties daarvan
moeten dragen.

Ledèr uit het buitenland betrekken zal, zoolang de
oorlog duurt – en wie wwet hoelang nog daarna –
een vrome wensch blijven. Behalve in Amerika is nergens voorraad van ieder. Er liggen in de States
sinds 1916 voor millioenen waarde aan ieder opgesla-
gen, welke reeds
bij
den inkoop ,,cash” betaald wer-
den. Ware er scheepsgelegenheid, dan zou Amerika
wellicht nog geen uitvoervergunning geven en 1917
heeft ons te dien opzichte al in een heel leelijk parket
gebacht.
In afwijking op het vorenstaande dient te worden
aangestipt, dat onze oostelijke buren in het afgeloo-
pen jaar nog een weinigje ieder voor uitvoer beschik-
baar hadden. Dit koia slechts door middel van ruil-
verkeer ingevoerd worden, doch de moeilijkheden, die
daaraan verbonden zijn, kunnen waarlijk onoverkome-
lijk genoemd worden.

Onze behofte aan overleder voor de burgerbevol-
king bedraagt ca. 25.000.000 quadraatvoet per jaar.
Ruim éénderde hiervan werd tot 1915 door binnen-
landsche productie gedekt. Wij moesten dus nog twee-
derde gedeelte uit het buitenland betrekken. Gaarne
vermeld ik, dat gedurende de laatste jaren de binnen-
landsche lederindustrie aanmerkelijk is toegenomen
en dat o.a. de Java- en Runderboxfabricage wat kwa-
liteit en afwerking aangaat, zoo niet beter, dan toch
zeker geheel gelijkwaardig aan het buitenlandsch
fabrikaat is. Ook het artikel vacheleder is, onder den
drang der omstandigheden en ondanks de niet altijd
goede looimiddelen, flink vooruitgegaan. Indien de
lederindustrie op den ingeslagen weg voortgaat en
onvoorziene omstandigheden haar geen booze parten
spelen, zullen enkele fabrikaten een eerste plaats
gaan ‘innemen. Al heeft de oorlog ons ook heel veel kwaad berokkend, de opleving der ieder-industrie in
ons land mag toch weer op zijn credit geschrevn
worden. De Regeering heeft er ook voor zorg gedra-
gen, dat de maximumprijzen, ten opzichte van de
winstmarge, de kerk alleszins in het midden laat en
al
zijn
het ook niet de winsten, die H.H. in het
,,Gulden 1916/17″ gemaakt hebben, toch kunnen zij
tevreden zijn. De kleinhandelaren dienen met de
maximumprijzen het allerbest tevreden te zijn – zij

komen ontegenzeglijk het beste weg. De importeurs
en rechtgeaarde groothandelaren kunnen hunne za-

ken, zoolang deze toestand duurt, gevoeglijk sluiten.
Als de magere jaren de vette jaren nu maar niet gaan
verslinden.
Vermeld dient ten slotte te worden, dat de oprich-
ting der Huiden en Lederbeurzen in 1917 feit gewor-

30 Januari 1918

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

95

den is. Een woord van hulde aan hen, die daartoe het
initiatief genomen hebben! De oprichting der beur-
zen met de daaraan verbonden verkoopsconditiën en
arbitrage-regelingen is voor ons land van heel groot
belang. De voorzitter, de heer W. H. Croockewit, en
de secretaris, de heer H. J. D. van Lier, kunnen met
voldoening op hun werk terugzien.
Résumeerend, kan men dus vaststellen, dat in 1917
het zaken doen lastig – de vrijheid van handelen
sterk beperkt werd – de gemaakte winsten voor de

meesten tôch tevredenstellend waren. De vooruitzich-
ten voor 1918 zijn héél wat minder. Amsterdam, 3anuari 1918.

M. L.
ROSEsBERG.

STAATSBEHEER OVER DE SPOORWEGEN IN

DE VEREENIGDE STATEN.

De heeren Pierson & Co. te Amsterdam hebben
eene circulaire het licht doen zien, waaraan wij ons
veroorloven het volgendé te ontleenen: Onder de vele drastische maatregelen, welke in de
Vereenigde Staten sedert het uitbreken van den
oorlog zijn genomen, is wel een der verst-strekkende,
de overname door de Regeering van het beheer over
het geheele spoorwegnet. Op 27 December kondigde
President Wilson aan, dat van 1 Januari 1918 af het
beheer van alle spoorwegen zou overgaan op den heer
Mc.Adoo, die als Regeerings-Directeur-Generaal zou
optreden.
Kort na het uitbreken van den oorlog werd onder
presidentschap van den heer Fairfax Harrison, van
de Southern Railway Oompany, een oorlogsraad der
spoorwegen gevormd, welke ten doel had het trans-portwezen tot de hoogst mogelijke productiviteit op te voeren, in verband met de buitengewone eischen,
door het regeeringsverkeer gesteld. Blijkbaar is het
genoemden oorlogsraad niet mogen gelukken zijn
taak tot geheele bevrediging der Regeering to vervul-
len en dat is begrijpelijk. De vrachttarieven
zijn
wel-
iswaar door de Interstate ÇJommerce .Commission
vastgesteld, doch de spoorwegmaatschappijen voeren
toch een fellen concurrentiestrijd ter verkrijging van
vrachten. De overname van het beheer door de Regee-
ring zal nu niet slechts aan overtollige treindiensten
een einde maken, doch zal waarschijnlijk geheele divi-
sies van enkele

systemen uitschakelen.
Teneinde in strenge onpartijdigheid en zonder
eenige consideratie voor de gevolgen, welke eene in-
krimping der diensten voor .de betrokken maatschap-
pijen zal hebben, het beoogde doel te bereiken, was het
noodig eene voor alle maatschappijen aannemelijke

basis te vinden. Daarin is men o. i. op zeer practi-
sche, zij het ook voor den Staat waarschijnlijk kost-
bare, wijze geslaagd, door aan de spoorwegen geduren-
de den tijd, dat zij zich onder staatscontrôle bevinden,
te garandeeren: Netto inkomsten, gelijk aan het ge-
middelde der drie jaren, eindigende op 30 Juni 1915,
1916 en 1917.
Ofschoon in de Vereenigde Staten reeds lang sprake
is geweest van een
naasting
der spoorwegen door de
Federale Regeering, gelooven wij niet, dat men den
zooeven getroffen maatregel moet vereenzelvigen met
eene uitvoering der naastingspolitiek. Eene defini-
tieve naasting van een spoorwegsysteem van 250.000
mijlen kan niet overnacht plaats vinden. Op 30 Juni
1915 bestond de kapitalisatie van alle Amerikaansche
spoorwegen uit: $ 8.995.000.000 aandeelen en
$ 12.133.000.000 obligatiën.
Wanneer men in aanmerking neemt, dat de aan-
deelen in koers van circa 3 pOt. tot ca. 250 pOt. uit
elkaar loopen en de obligatiën van ca. 5 pOt. tot ca. 110 pOt., dan is het duidelijk, dat aan eene naasting
een uitgebreid onderzoek naar de werkelijke waarde
van elk systeem
behoort vooraf te gaan, alsmede eene
regeling der onderlinge verhoudingen van belangheb-
benden bij elke maatschappij.
In dit verband zij er
aan herinnerd, dat reeds bijna drie jaren geleden een
aanvang is gemaakt met den i’eusachtigen -arbeid der
nationale spoorwegschatting; dit geschiedt door het
,,Federal Department of Valuation”, dat zijne bevin-
dingen mededeelt aan de Interstate Oommerce Oom-
mission. Deze stelt de spoorwegmaatschappijen in
staat ook hare eigen schattingen in te dienen.
Men is met de kleinere lijnen begonnen. In Augus-
tus 1917 was men eerst met zes maatschappijen met
een
gezamenlijke
lengte van slechts 2.800 mijlen ge-
heel gereed gekomen. Van 86.000 mijlen had men de waarde van den weg alleen geschat, (dus nog niet die
van stations, wagepark, enz.); met verdere 50.000
mijlen was men met de schatting van den weg alleen
nog niet klaar en aan de overige 111.000 mijlen was nog heelemaal niets gedaan. Hoezeer de schattingen
van het departement en die van de maatschappijen
zelf uit elkander loopen, blijkt wel uit het geval der Kansas City Southern Railway Co. (één der boven-
bedoelde zes maatschappijen). Het departement schat-
te- den kostprijs van een geheel nieuwen aanleg op
$ 50.752.000, de maatschappij zelf op $ 81.385.000.
De zooeven genomen gewichtige stap zal met zich
medebrengen, dat in de nieuwe geldbehoeften der
maatschappijen door.
.tusschenkomst der regeering zal –
worden voorzien. Wij maken dit op uit de volgende

Taxatie der gegarandeerde bedrijfsresultaten van eenige Amerik. si’oorwegen onder het staatsbeheer, ingegaan op
1
Jan.
1918.
(In duizenden dollars.)

Atchsou.
Baltim.
& Ohio.
‘Chic.Rockl
Jsland.
Ene
Railroad.
Miss.
Kansas
T.
Southern Railway. Southern
PacificCo.
Union
Pacific. Wabash.

Jaar, geëindigd
30
Juni
1915
41.500
27.900 17.400 14.300 9.900
16.000
42.100 34.800
5.900
30

,,

1916
50.000
32.300-
20.800
23.000
6.700
23.900 55.200 46.100
10.900
30

,

1917
59.800
32.800 24.500
20.900 9.200 27.800 69.700
52.000
13.800
151.300
91.000
62.700 58.200 25.800
67.700
167.000
132.900
30M00
Gegarandeerd gemiddelde
50.400 31,
9
I00
20.900
19.400
8.600 22.600
55.700 44.300
.
10.200
Belastingen als in
1917

.
9.900
‘4.000
3.800
2.200
1.700
3.000
7.000
5.600
1.300
40.500 27.000
17.100
17.200
6.900
19.600
48.700 38.700
8.900 3.400
6.100 1.400
.3-800
400
3.400
12.200
13.500
500
1
)
43.900 33.100
18.500
21.000
7.300
23.000
60.9110
52.200 9.400

Totaal
3
jaren …………..

Huren en diverse lasten
2.100 3.800
3.000- 5.700
700
.3.900

4.300
1.600
3 300
5)

41.300 29.300
15.500
15.300
6.600
39.100
56600
50.600
6.100

Diverse inkomsten ……….

Netto beschikbaar

……….
Rente op obligatiën

……

]2.100
18.100 10.300
10.700
6.600 11.200
25.200
13.900
3.200
1
)
Surplus na vaste lasten
29.700
11.200
5.200
4.600


7.900
31.400
36.700
2.900
6.200

..

2.400
3.600
2.560

2)
3.000

4.000 2.300
Preferent dividend ……….

23.500
8.800
1.600
2.040

2)
4.900
31.400
12.700
600
Overschot ………………

Berekend
0
/0
gew. aand.

.
10,7


5,8
2
1
/8
.1,8

2)
4,1
11
1
!2
14/4
1
‘i

t)
Laatst uitgekeerd
0
/0
g. aand
6 5 0
0

2)
0 6 8
+
2 0

‘)
1)

Getaxeerd
2)

De maatschappij
verkeert
in Staat
.v an

faillissement.

5)

Voor
de ,,B”-preferred
shares.
De Amerikaansche maatschappijen
kalenderjaar, overeenkomstig instructie
De cijfers voor het jaar 1917,
te voegen.

In de meeste gevallen

hebben
van de
in bovenstaande
zijn de bedragen

haar boekjaar,
Interstate
lijlt,

zijn
gemakshalve
Comnierce Commission.
gevonden,
op
$

dat gewoonlijk
van

dor die van
100.000,- afgerond.

1

Juli

tot
het tweede

30 Juni liep,

halfjaar 1916

in

1916 doet,

en het eerste

samenvallen
halfjaar

met het

1917 samen-

96

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 Januari 1918

zinsnede in een te dezer zake gepubliceerde mede-
deeling van President Wilson:
The public interest must be served first, and,
in addition the financial interest of the Government, and
the financial interests of the railroads must be brought
ander common direction. The financial operations of the
railroads need not thea interfere with the borrowings
of
the Government, and they themselves eau be conducted
with greater advantage……..

Op welke wijze de Staat dekking voor zijne voor-
schotten zal eischeii, is ons nog niet bekend. De be-
doeling, den status quo ante zooveel mogelijk te hand-
haven, blijkt ook uit de volgende tirade in dezelfde
mededeeling:
Investors in railway secnrities may rest
assured that their rights and interests will be as
scrupulously looked after by the Government as they
could be by the directors of the several railway systems.
Immediately upon the reassembling of Congress 1 sliali
recommend that these definite guaranties be given:
— First, the railway properties will be maintained during
the period of Federal control in as good repair and witli
as complête equipment as when taken over by the
Government; Second, the roads shail receive the net
operating income equal in each case to the average net
income of the three years preceding June 1917. And 1
am entirely confident that Congress will be disposeci in
this case, as in others, to see that justice is done and
full security assured to the owners and creditors of the
great systems, which the Government must now use
under their öwn direction, or suffer serious embar-
rassment ……

Wij vermoeden, dat gedurende de periode van gou-
vernementsbeheer het aanstellen van receivers zal
worden vermeden.

In de eerstvolgende jaren vervallen slechts luttele
bedragen Spoorwegbonds. Wel hebben talrijke spoor-
wegen, zooals de Er, Southern Railway, New York
Oentral, Baltimore & Ohio, Great Northern, enz. aan
zienlijke bedragen aan notes met korten looptijd uit-
gegeven, doch verlenging van deze notes op den ver-
valdag zal worden vergemakkelijkt door het feit, dat
het gouvernement niet slechts garandeert netto-ont-
vangsten, welke den rentelast der notes zonder uit-
zondering ruimschoots dekken, doch tevens, dat weg
en werken behoorlijk zullen worden onderhouden.
Wij worden door een en ander bevestigd in onze
overtuiging, dat men het staatsbeheer der spoorwegen
mag beschouwen als een intermezzo waarvan men het
gewicht niet iioet overschatten. Voorts achten wij
het waarschijnlijk, dat de Regeering der Vereenigde
Staten, zelf de teugels van het beheer in handen heb-
bende, zal inzien, dat de spoorwegen in de laatste
jaren op hoogst onbillijke wijze door de I. C. 0. zijn
behandeld ten aanzien van de vrachttarieven. Waar
toch de eischen van de groote vakvereenigingen der
spoorwegarbeiders keer op keer ten volle zijn inge-
willigd ten koste der spoorwegen, waar door de alge-
meene prijsstijging, vooral van brandstoffen en rol-
lend materiaal, de bedrjfsonkosten met groote spron-
gen omhoog zijn gegaan, heeft men de rechtmatige
eischen der spoörwegen, zich door tariefverhoogingen
schadeloos te stellen voor de geleden verliezen, nage-
noeg geheel onbevredigd gelaten. Hoe eerder de re-
geering tot verhooging der tarieven overgaat, hoe
kleiner zal de schadepost worden, welle het beheer
der spoorwegen aan de staatskas zal veroorzaken.
Eene billijker tarievenregeling is daarom nu waarl schijnlijker geworden, hetgeen kan beteekenen eene
oplossing van het spoorwegvraagstuk zonder naasting
De T. 0. 0. heeft allengs, zeer in het algemeen be-
lang, verstrekkende bevoegdheden verkregen tot het
uitoefenen van toezicht op het beheer der spoorwe-
gen, zoodat eene herhaling der daden van wanbeheer, welke eertijds bij de Amerikaansche spoorwegen wel voorkwamen, niet behoeft te worden geducht. Aan de circulaire is toegevoegd vorenstaande staat, die een beeld geeft van de. ontvangsten, zooals zij op
de door President Wilson genoemde basis ongeveer
zullen zijn.
Amsterdam, 22 Januari 1918.

DE RIJ KSMIDDELEN.

In dit nummer treft men aan het maandelijksch
overzicht van de opbrengst der Rijksmiddelen over
de maand December, benevens over de reeds verstreken
maanden dezes jaars, vergeleken met de overeen
komstige cijfers van het vorig jaar.
Hierbij zij aangeteekend, dat in het afgeloopen jaar
een totaalbedrag van f
235.074.094 in ‘s Rijks schatkist
is gevloeid. Dit bedrag overschrijdt de opbrengst in
1916 met niet minder dan f36.405.342 en de raming
voor 1917 met f41.958.094. Aanstonds worde op-
gemerkt, dat dit resultaat voor een niet gering deel
is toe te schrijven aan nieuwe belastingheffing. In
de eerste plaats werden, ingevolge de wet van 28 Apiil
1917
(Staafsblad
‘No. 316) op de lukomstenbelastiug,
voor zooveel de natuurlijke personen betreft, en op
de Vermogensbelasting over het belastingjaar 1917/18
tien opcenten geheven. Uit dezen hoofde werd in 1.917
ten naastenbij f 950.000 ontvangen. Hierbij komen de
merdere ontvangsten uit de nieuwe regeling der
zegel- en registratierechten. uit de verhooging van

den bieraccijus, uit het statistiekrecht en uit de
wijziging en aanvulling van de suceessiebelasting.
Hoewel eene juiste schatting niet vel mogelijk is,
zouden de Yooeven bedoelde meerdere ontvangsten
voor 1917 op
fi
11.330.000 kunnen worden geraamd.
Met inbegrip van de hiervoren genoemde
f
950.000
zou dan fl.2.280.000 van de totale meerdere opbrengst
ad
f
36.405.342 uit nieuwe belastingheffing zijn ver-
kregen. Het verschil tussehen de laatste twee be-
dragen, dat is f 24.125.342, komt derhalve op rekening
van liet ruimer vloeien van die middelen, welke ook
reeds in 1916 werden geheven. Het spreekt vanzelf,
dat dit resultaat bij uitstek gunstig is te noemen, al
dient in aanmerking te worden genomen, dat de
hoogere opbrengst voor een zeer belangrijk deel het
gevolg is van de buitengewone tijdsomstandigheden
en mitsdien een tijdelijk karakter draagt. Voorts ver-
lieze men niet uit het oog, dat, zou de vrede in
geruimen tijd niet terugkeeren, eene iniinking van
de opbrengst der Rijksmiddelen bijna onvermijdelijk
is te achten.

Tot de gunstige uitkomst is bijgedragen door de
Inkomstenbelasting voor
f
15.171.397, door den suiker-
accijns voor f3.653.379, door den gedisti]leerdaccijns
voor
f
1:900.276, door den geslachtsaccijns voor
0.002.214, door de zegel- en registratierechten (na
aftrek van het uit de nieuwe regeling voortvloeiend
bedrag) voor f 4.087.441, door de successierechten
(eveneens na aftrek van hetgeen geacht kan worden
uit de wijziging en aanvulling van die belasting te
zijn verkregen) f 987.115. Daarentegen bleven de
invoerrechten f 5.535.932 bij het vorig jaar ten achter.
Vergelijkt men nu de ontvangsten in 1917 met die in 1913, toen de oorlog zijnen invloed nog niet deed
gevoelen, dan vindt men, met toepassing van de
gebruikelijke correcties en met uitschakeling, voor
zoover de gegevens hiertoe in staat stellen, van den
invloed der nieuwe belastingheffing, de volgende cijfers:

1917…………………………
f
177.892.138
1913 …………………………,, 151.301.134

– Stijging……..
f
26.591.004

Deze stijging bedraagt 17,57 pOt. of per jaar ge-
rekend, 4,39 pOt. Deze percentages dalen tot 16,74
en 4,18
1
2
-, indien de opbrengst der wiselvallige
successierechten in beide jaren buiten aanmerking
wordt gelaten. De door deze,percentages tot uitdrukking
gebrachte vermeerdering van ontvangsten in het
laatste vierjarig
tijdvak
is alleszins bevredigend te
achten.

De Oorlogswinst-belasting en de Verdedigings-
belastingen brachten tot dusver in totaal op een
bedrag van
f
221.469.686, waarvan
f
167.917.970 op
rekening komt van eerstgenoemde heffing. Met inbegrip
van de opeeriten ten behoeve van het Leeningfonds
1914 – behalve die op den Suikeraccjns, welke geen

30 Januari 1918

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

97

verzwari’ng van belastingdruk medebrachten – is
derhalve een totaal van
f
285.503.353 ontvangen uit
belastingheffing, welke haren grond vindt in de
buitengewone omstandigheden.

AANTEEKENINGEN.

D e d u i k b o o t o o r 1 o g.
– In .het scheepvaart-
overzicht (No. 107) werden de oorlogsverliezen der koopvaardijvloot begroot. Sedert zijn nog verschei-
dene betrouwbare bizonderheden bekend geworden en
gaf de Britsche admiraliteit een officieel diagram
uit. In onderstaande grafische voorstelling zijn vanaf het begin van den oorlog de verliezen door duikboo-
ten en mijnen veroorzaakt, aangegeven in bruto regis-
terton van kwartaal tot kwartaal, voor zoover dat uit
de beschikbare gegevens mogelijk is. Het geheel is op
schaal geteekend in verhouding van de geheele han-
delsvloot v66r den ocrlog – met inbegrip van zeil-
schepen, doch zonder de booten, die op de Groote Meren voeren – welke voorgesteld wordt door, het
geheele oppervlak van de teekening.

2400

2200
l:

.r___.

7
00

16
00

500
1400 1300

200
1
11
00

-.

900
…………
800
mow

– –
500
400-

M
r

300-
v
200
00

_

Het zwartgemaakte gedeelte geeft voor de gezamen-
lijke oorlogsjaren 11.150.000 bruto registerton aan,
waarvan 6.850.000 ton op rekening van 1917 komen.
Inbegrepen zijn vernietigde koopvaardijbooten, . die voor huIpkruiser of hospitaalschip ingericht werden,
alsmede de spoorioos verdwenen vaartuigen.

R’darn, 26 3an. 1918.

C. G.

Stand der cultures en uitvoer gedu-
rende het derde kwartaal van 1917 zn
S u
r
i
ts a m e.
1)
– Het Departement van den Land-
bouw te Paramaribo verstrekt ons de navolgende
gegevens:

De stand van het suikerrièt is over ‘t algemeen goed,
die van Liberia-koffie zeer goed en van cacao op de
plantages, waar de cultuur goed gedreven wordt.,
eveneens goed. De rijstoogst, die zich- aanvankelijk
minder gunstig liet aanzien is meegevallen. – De
opbrengst zalgrooter, zijn dan die van het vorige jaar.
De uitvoer der- voornaamste producten in het 3e
kwartaal van 1917 bedroeg in vergelijking met dien
in het 3e kwartaal van 1916:

1917
1916′
Balata

……..
K.G.
307.868 th
231.917
1
/
Cacao

……..

759.266
1
/2
1.120.300
1
/
Koffie

……..
,,
645.133
329.134’/2
‘Al
als


152.869
Suiker……..
,,
3.698.456
2.555.600
Rum,
50
0
/0

•.
L. 95.724 171.335
Huiden ……..
K.G
– –
Hout ……….
1P
394
4371/
Letterhout

:.
K.G.
26.196
32.009
Goud……….
Gram
223.168 821.833

De

totale uitvoer bedroeg over Januari t/m.
September:

1917

1916
Balata ……..K.G.

522.539

466.757/1

Cacao ……..,,

1.585.135
1
!

1.601.612 –
Koffie ……..,,

733.337
1
I2

605.216
MaIs ……….

99.390

497.879
Suiker ……..,,

9.220.670

5.040.419
Rum ……….L.

392.310

905.528
Huiden ……..K.G.

13.310

‘20.228
Hout ……….
M
3
.

1.317

881
1
/2
Letterhout ..

K.G.

39.242

34.775
Goud ……….

Gram

338.794

– 683.808
Wegens het ontbreken van een eenigszins geregelde
scheepsverbiiading met Amsterdam, waar betere prijzen,
voor cacao en koffie zijn te maken en op welke ver-
binding men daarom steeds zoo lang mogelijk wacht,
liggen nog belangrijke partijen koffie op de plantages
opgeslagen. Gedurende het derde kwrtaal nam een
boot van de K. W. I. M. hier ongeveer 7000 baai
Liberia-koffie in voor Amsterdam, doch het is hier
nog niet bekend of de boot hare bestemming heeft
bereikt
2)
Gebrek aan arbeiders begint zich thans op
de landbouwondernemingen te doen gevoelen, zoodat
het onderhoud der velden niet meer naar behooren
kan plaats vinden. Zelfs zullen enkele plantages de
thans aan de boomen hangende koffie niet ten volle
kunnen oogsten. In 1918 komen veer vele gecon-
tracteerde arbeiders van hunne werkovereenkom st
vrij en -indien geen nieuwe worden aangevoerd, dan
zal dit noodlottige gevolgen moeten hebben. Het is
zeer te hopen, dat een afdoende regeling tot regel-
rnatigen aanvoer van Javaansche werkkrachten spoedig
tot stand komt. –

Vergelijk
No. 93,
pag.
752.
Is
3
Nov. te Amsterdam binnengekomen. Dat Suri-

name hiervan onkundig is gebleven zal een der gevolgen
yan de telegrafische stremming zijn.

Japan.sche spoorwegen. –
Aan het ,,An-
nuaire financier et économique du Japon” voor 1917
worden de volgende cijfers ontleend:
1915/16 1914/15 1910/11
Net in exploftatie

Eng. mijl

7501 7132 5355
waarvan
v.
d. Staat

5757 5686 4870
Locomr.tieven

3107 3012 2361
Rijtuigen ………. –

8347

8048

6380
Goederenwagens …in duizend

48

47

36
Kapitaal port. mij’s, in mill. Yen

109

93

39
waarvan gestort

,,

84

69

31
Reizigers ……. .’

in
mill.

224

213

165
ontvangsten . . .

in
will.
Yen

65

62

50
Goederen ………in
mill.
tonnen

42

40

28
ontvangsten ..

in
mifl.
Yen

62

56

43
Totaal ontvangsten

130

121

94
Subsidies part. spw.

2,0

1,3

0,07
ExpIoitatie’uitgave

61

62

45
Interest-betaling
.

42

42

34 Totaal uitgaven

103

104′

-79
Netto winst

29

18

15
waarvan door Stqat

,,

24

14.

13
,,

,, Part

5

4

2
Expl.-uitgaven voor
100
Yen ontv. St

in Yen

46,30 50,97 48,41
do. Part
55,00 55 67 47,91
Voor zoover niet anders is vermeld, geven de getal-
o
len het
gezamenlijke
totaal weer van het staats- en

het particuliere bedrijf. Opmerkelijk is, dat de Staat
goedkooper exploiteert dan het particuliere bedrijf en
– dat terwijl de toestand ten deze voor de staatsspoor-
wegen nog gunstiger wordt, dQ particuliere maat-

;
schappijen hare exploitatiekosten eene steeds ongunsti-
ger verhouding zien aannemen. Was in 1910—’11 het
particuliere bedrijf nog het – goedkoopst, met 47,91
yen exploitatie-uitgaven op 100 yen ontvangsten,
naast 48,41 yen bij het staatsbedrijf, in de volgende
perioden verschoof zich de verhouding aldus: 48,80
tegen 45,69; 53,43 en 46,30; 53,37 en 48,07; 55,67 en
50.97, terwijl de laatst bekende cijfers (1915—’16) met
55,00 -yen voor de particuliere maatschappijen en
46,30 yen voor de lijnen van den Staat, voor dit laat-
ste
bedrijf
bepaald een zeer veel beter leeld aftee-
kenen. – – – –

98

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 Januari 1918

Prijzen

in de
jaren
1914
tot 1917

Ten
vervolge op de Index-cijfers van de ,,Economist”, die

in het vorig nummer

plaatsing hebben gevonden,
nemen wij thans nog het staatje van prijsnoteeringen
in den groothandel
over op het einde der jaren ’14
tot ’17. In de laatste kolom is het verschil, in 1917
teweeggebracht, aangegeven.

Textiel
1914

1915

1916

1917

Katoen-(Midd.) ……
4.47d

7.75d 10.64d 23.02d +12.38d
id.

-(32’s twist)..
71/ad

12d

17’/8d

37d

+
19
1
18d
WoI-(Vict. Serd. g.).
.
1/9

2/5/2

41
1
/1

nom.


Hennep-(Manila) ….
£26

£47

£60 £85

+
£25
Zijde (Kanton)

……
11/6

11/6

14/6

24/

+9/6
Jute …………….
£17+£27i

£42+
V1ü …………….
.nom.

nom.

£94

£147

+C53

Mineralen, enz.

Cleveland

(No. 3). …
541

781

87/6

95/

+
7/6
Stalen

rails

……..
127/6

220/

225/

21716


7/6
Kolen (Best Stm.Newc.)
13/

23/6

30/

30/


Koper (Standaard)

.
.
£57

£86*
£
128+ £100+ —28+
Tin

(Standaard)

….
£
144+
£
168
£
178+ £294 +125+
Lood (Engeisch)

….
L 191 £30+.32+
1)
£30

2+
Talk…………….
30/6

44/6

50/6

71/6

+
21/6
Petroleum

……….
8
1
/ad

10 d

13
‘/2
d

19
1
/2
d
+
6 d

Levensmiddelen.
Tarwe ..
)
43/3

5419

74/10

71/1

—3/8
Gerst

..

Reg.

prijs
29/9..

47/5

67/5

5717

—9/10V
Haver

..
)
25/11

30/10 47/4

4412


3/2
Rundvleesch (prima)
6/2

6/6

818

1318

+
5/
Schapenvieesch (prima)
6/10

7/6

10/8

14/

+ 3/4
Suiker (W..Ind.)

..
. .
18/3

27/9

4
1/10
2)
4416

+
2/8
Koffie

(Santos) ……
52/6

45/

53/
Thee ……………..
6/4 d
78/4
d

8 d

1)15
d

+

6+d
Rijst

…………..
12/6

14/7

20/-

26/3

+
6/3

Bij katoen,

tin

en
vlas is de grootste stijging aan
te wijzen; in het laatste jaar vertoonen thee, koffie,
suiker en rijst aanzienlijke prijsvermeerderingen.
1)

buitenlandsch

2)
gegranuleerd

1)

gebroken

Amerika rust zich ten strijd. –
In een artikel over çle propaganda, die in de Ver-
eenigde Staten voor de oorlogsieening gemaakt
wordt
1),
werd reeds verhaald hoe ook de strijd
voor ,,vrede en recht” met den gerenommeerden
Barnum-en-Bailey-humbug bij de heterogene menigte populair gemaakt wordt. Nog steeds baart de vinding-
rijke amerikaansche geest verrassingen, die beoogen
de oorlogsiasten aantrekkelijk te maken. Ook voor
Amerika is reeds de keerzijde van de oorlogsmedaille,
dat veel geld op het vaderlandsch altaar geofferd
moet worden. De verzameling van middelen zal echter
wederom op ,,wetenschappelijk-systematische” wijze.
geschieden. Zoo is o.a. een plan ontworpen, waarbij
tien personen zich kunnen aaneensluiten tot eene ver-.
eeniging, die besparing ten bate van ‘s lands schat-
kist beoogt. Zulke vereenigingen krijgen een charter
van den secretaris van de schatkist en kunnen
gevormd worden in fabrieken, bureaux, scholen,
sociëteiten, kerken, enz. Zoo’n vereeniging wordt dan een officieele distribuant van spaarzegels (waarde bij
de uitgifte $ 4,12) en z.g. thrift stamps, bonnetjes ter
waarde van 25 amerikaansche centen, die in een vol-
doend aantal inruilbaar zijn tegen de spaarzegels
(saving stamps). De leden der spaarvereenigingen
moeten wekelijks van hunne vereeniging koopen een
bedrag aan zegels, waarvoor zij zich verbonden heb-
ben. Het amerikaansche zout, waarmede deze organi-
satie is toebereid, bestaat uit het navolgende. Ieder
lid, dat tien nieuwe leden aanbrengt, krijgt een in-
signe in den vorm van een vrijheidsfakkel en wordt
benoemd tot ,,soldier of thrift”. Iemand, die 25 offer-
lustigen gewonnen heeft, krijgt een mooier schildje en is dan ,,captain of thrift”. Vijftig leden verheffen
iemand tot den majoorsrang, honderd tot dien van
,,colonel of thrift”. En de moedige strijder voor va-
derland en schatkist, die 200 menschen aan het sparen
heeft gezet, krijgt het generaals-insigne op de borst
gespeld. Het is verschrikkelijk, zooals het militairisme
in de wereld veld wint!
1)
Zie No.
101,
pag. 911.

Nog, een andere amerikaansche oorlogsinstelling is
niet minder het vermelden waard. Onder de auspiciën van het comité voor publieke voorlichting is gevormd
eene organisatie van 15.000
vrijwilligers,
de z.g.
four-minute men. Deze heeren treden avond aan
avond overal in het land in bioscope-theaters op en
spreken het publiek vier minuten toe over aangele-
genheden van nationaal belang. De punten, waarover
zij het zullen hebben, worden te Washington uitgeko-
zen in overleg met het hoofdkwartier. President Wil-
son heeft zijne bijzondere instemming met deze in-
stelling uitgesproken, hij zegt in zijn schrijven o.m.:
,,Men and nations are at their worst or at their best
in any great struggie.” Misschien hoort het zoo in
Amerika, maar in Europa zou men gelooven, dat het
in de Unie wenschelijk blijkt de oorlogsstemming
een beetje op te warmen.

INGEZONDEN STUKKEN.

ZIJN ,,ISMEN” TE WEREN?

There is nothing. either good or bad,
thinking makes it so, Hamlet II, 2.

Geachte Redactie,

In nr. 104 – voortgezet in nr. 107 – der E.-S. B.
treedt de heerPosthumus Meyjes op tegen het gebruik
van germanismen. Hij geeft eenige voorbeelden van
het omzetten van Duitsche woorden in gelijkluidende
Nederlandsche woorden eü bouwt hier enkele beschou-
wingen op.
Het kan geen twijfel lijden, dat haast een ieder
het gebruik van woorden als ,,aanbij” of ,,aanerken-
nen” afkeurt, maar wij betwijfelen of van deze ter-
men een veelvuldig gebruik gemaakt wordt. Het ge-
bruik zal, voor zoover het niet zijn verklaring hierin
vindt, dat de spreker of schrijver van huis uit een
vreemdeling is, veelal zijn terug te brengen tot een
soort kinderlijk gevoelen van personen, die blijk wil-
len geven van hunne bekendheid met vreemde talen.
Een agressief gevaar steekt daarin o. i. allerminst, en
wij
vragen ons dan ook af, of het noodzakelijk is op
deze slechte gewoonte met zooveel nadruk te wijzen
aan de hand yan feiten, die zoo sterk den indruk
maken op zichzelf te staan.
Wanneer de heer P. M. – zooals gezegd – naar
aanleiding van hetgeen hem onder oogen kwam,
meent den Nederlander te moeten toeroepen: mensch,
je haalt het paard van Troje binnen; dan ligt’in deze
aarmroep een sterke overdrjving. De overdrjving
schaadt en zon vreezen wij, dat de geachte inzender
met zijn artikel eerder zal bereiken, dat eenerzijds het
publiek niet van hem wil aannemen de vermaning
zich te hoeden voor minder klaarblijkelijke en hier-
door gevaarlijker vormen van taalverkrachting,
anderzijds degenen, die belust zijn op het uitroeien
van alles waar een
Duitsch
luchtje aan is, verblindt
voor den onloochenbaren ondergrond, die het ontstaan
en het voortbestaan van ,,ismen” verklaart.
Van den man uit de practijk is niet te verwachten, dat hij voldoende taalkundig inzicht bezit om steeds met de bovenbedoelde noodzakelijkheid rekening te
houden. Ook de heer P. M. heeft hiervan blijk gegeven
en wij vinden daarom aanleiding, voor het volgende
plaatsing te vragen, dat weliswaar niet behoort tot
datgene wat door u, geachte redactie, in de eerste
plaats in uw blad gezocht zal worden, maar na hetgeen
door den heer P. M. geschreven werd, billijkerwijs
aan uw lezers niet onthouden mag worden.
1)

Op de legerorder, die den heer P. M. aanleiding gaf
den strijd tegen de ,,germanismen” aan te binden,
zullen wij niet ingaan, al moet ons de opmerking uit
de pen, dat ieder Duitscher eerder spreekt van ,,Wachen

1)
Zeer zeker is ons niet ontgaan, dat schrijver in de
voortzetting van zijn betoog betracht heeft, aan veel van het
aanvankelijk beweerde een gematigder karakter te geven.
Niettemin blijft de vrees hij ons bestaan, dat’ de onjuiste
meening, die het eerst geschreven stuk bij velen moet hebben
gewekt, ook thans nog zal voortbestaan.

30 Januari 1918

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

aussetzen” dan van ,,Wachen ausstellen”, al is ook
dit Duitsch. Zijn beschouwingen over de leger-
order eindigt de heer P. M. evenwel met de mede-
deeling, dat ware hij legercommandant geweest, hij
den opsteller der order deze zou hebben teruggezon-
den met de opmerking: ,,schrijf je moer’s taal, kapi-tein”. Wij twijfelen er niet aan, of de geachte inzen-
der bedoeld deze woorden woordelijk, zooals zij er
staan, dus: spreek je taal zooals je ouders het gedaan hebben. Meent dus de heer P. M., dat vorige genera-
ties zich aan het euvel van de ,,ismen” niet hebben
schuldig gemaakt en het binnendringen van germa-
nismen een gevaar is, dat eerst met het opbloeien van
den Duitschen expansiegeest opgekomen is? Mocht
dit inderdaad de meening van den inzender zijn, dan
vergist hij zich toch. Germanismen gelijk gallicismen,
om bij deze ,,ismen” te blijven, zijn in de Nederland-
sche taal binnengedrongen zoolang er gemeenschap
heeft bestaan tusschen Nederlanders en vreemdelin-
gen en dat zij hier binnenvloeien kan zoomin ge-
webrd worden als de stroom van het water van den
Rijn. Laten wij voor alle duidelijkheid opmerken, dat
uitwassen als ,,overhoofd” hierbij natuurlijk buiten
het debat blijven.
Het zal iedereen wel eens opgevallen zijn, dat
iemand waaraan wij het een of ander mededeelden,
blijk gaf het met de mededeeling eens te
zijn
door in
precies dezelfde woorden de opmerking te bevestigen.
Er heeft dan aan onze zijde een oogenblik een geeste-
lijk overwicht bestaan, gevolg van de wet der
traagheid, die de gedachte of voorstelling, overge-
bracht door de gelezen of gehoorde woorden en zin-
nen, doet gebonden blijven aan die, door den ander
gebezigde, woorden en zinnen. En zulk een tijdelijk overwicht beperkt zich niet tot de betrekkingen tus-
schen twee enkelingen, het treedt op voor geheele be-
roepsklassen, waartusschen contact bestaat, ook wan-
neer deze niet van de zelfde nationaliteit
zijn.
In dit
laatste geval ontstaan de ,,ismen”, meestal gevolg van
de zooeven genoemde..wet, omdat, zooals de heer P. M.
zelf onbewust zeer terecht opmerkt, ,,de gewone bur-
ger en de man van zaken,” ,,niet immer
den tijd
heb-
ben, de taal hunner schrifturen te wikken en te
wegen”! Het ,,isme” zal er niet alleen in bestaan, dat
een vreemd woord wordt omgezet in de laudstaal,
maar dat zelfs geheele constructies ongewijzigd wor-
den overgenomen.
Gemeenlijk zal het geestelijk overwicht van de eene natie, na verloop van zekeren
tijd verdwijnen en daar_
mede ook de meestè ,,ismen”, indien althans de daar-
voor noodzakelijke voorwaarden aanwezig zijn, zou-
als o.a. le. de
mogelijkheid,
met eigen woorden precies
en even vloeiend het ,,isme” uit te drukken, 2e. een
zoodanige beheersching der
moedertaal
en kennis der
vreemde
taal, dat het door het vreemde woord aange-
duide begrip onmiddellijk in zuivér Nederlandsch
weergegeven kan worden. –

Middelerwijl kunnen de taalgeleerden er in ge-
slaagd zijn aan te wijzen, dat de met smaak veror-
berde uitdrukkingen ,,Kirschen ais Nachbars Garten”
zijn, maar de groote massa zal zich over het geheel
genomen daaraan niet stooten, indien de woorden of
uitdrukswijzen ingeburgerd zijn.
Wij Nederlanders hebben reedg herhaaldelijk het
genoemde
tijdelijk overwicht aan onze zijde gehad. Zoo
bestaat het feit – dat misschien aan vele Nederlau-ders niet bekend is – dat de duitsche taal tientallen
Hollandismen
heeft aan te wijzen. De taal, die de
Duitsche zeeman spreekt, zit er vol van!
1)
Ook in den
handel kan men ze vinden,
2)
reeds dateerende uit de
17e en 18e eeuw, toen ,,der deutsche Kaufmann ent-
weder der Kommissionr, Spediteur, Agent, Faktor
des hollndischen und englischen Grosshndlers oder
ein bescheidener Kleinhiindler war.”
3)

J. v. (iiineken, Handboek der Nederi. taal
II, hlz. 478 v.v.
Schirmer, Wörterbuch d. deutschen Kaufmanussprache
blz. XXXV.

Mayr, Lehrbuch der Handeisgeschichte, blz. 151.

De technische en economische krachtsontwikkeling
van de Dtfitsche landen nam eerst haar snelle vlucht,
toen deze gewesten zich tot een staatsrechteljk geheel
hadden georganiseerd-, en hiermede is verklaard hoe
het komt, dat gevallen van
tijdelijk
overwicht in bo-
vengenoemden zin en ergo van opnemen van germa-
nismen op genoemde gebieden in de Nederlandsche taal in de laatste decenniën zoo talrijk moesten zijn,
gelijk in meer dan een tijdperk onzer historie met het
overwicht van den Franschen geest tal van gallicis-
men in onze taal binnendrongen en zich een blij-
vende plaats veroverden. Zeer oude ge1manismen
kan men vinden in den woordenschat van onzen mijn-
bouw; tijdelijk overwicht zal naar logisch vermoeden
thans moeten bestaan op militair gebied (luchtvaart)
en zal ook wel in verschillende takken van techniek en
industrie zijn invloed doen gelden. Wat de koopmans-
taal betreft, kunnen
wij
onzen uitnemenden taalge-
leerde
J.
v. Ginneken aan het woord laten (wij cursi-veeren): Daar
nu
de drie – duitsch, engeisch, fran-
sche – ,,vreemde handelaarsgroepen veel grooter en
gewichtiger zijn dan de Hollandsche, zal de Holland-
sche handelsman dus ook voortdurend allerlei nieuwe
woorden van die buitenlandsche moeten overnemen,
of hij wil- of niet.
Alleen wanneer hij zich isoleert, en
dus zijn zaken tot het binnenland- wil beperken, kan hij zich aan dezen invloed onttrekken. Maar de taal-
zuiveraar, die met een phrase over nationaliteit,
dat
van onzen handel zou vergen, verdient tot straf een
plaatsje in de klas voor vaderlandsche geschiedenis.”
4)

Het is zeer
begrijpelijk,
dat de leek onjuiste waar-
némingen doet als een betrekkelijk latente wet plotse-
ling op intense wijze haar bestaan verkondigt. Een
gevaar hierbij is evenwel, dat onvoldoend inzicht in
aard en karakter der door ons gesignaleerde tenden-
zen van taalontwikkeling er toe leidt, dat het ,,isme”-
vaagstuk in een onjuist licht wordt gezien en ver-
moedelijk in zijn beteekenis onderschat.
De taalgeschiedkundige weténschap in latere jaren
zal ons vertellen, welke germanismen in het tijdperk
waarin wij nu leven, Nederland
zijn
binnengedron-
gen. Zij zal ons desgelijks doen voor de
Hollandis-
men,
die onze grenzen zijn overgegaan, b.v. op het
gebied van groenten- en fruithandel of op andere ge-
bieden, waar nederlandsche
werkkracht,
economische,
zoowel als geestelijke, zich een tijdelijk overwicht heeft
weten te verschaffen.
5)

‘Tjl
dan nog iemand opstaan, om den strijd aan te
binden tegen dergelijke ,,ismen”, zoo zal hij een beter
te motiveeren werk verrichten en althans niet een
kwaad bestrijden, dat ook zonder zijn voorlichting
niemand ontgaan zal en dat spoedig genoeg door de
gezonde smaak van Jan publiek weggehoond zal zijn.
Groote resultaten zal die strijder èchter niet kunnen
bereiken, want wat hij tracht is den logischen groei
uit den tijd van ,,moeders taal” weg te wisschen.
Ten slotte zij nog gezegd, dat wij ons uit princi-
pieele overweging van het inlasschen van voorbeelden
onthielden. Eene juiste demonstratie zoude te veel
plaatsruimte vergen, wij kunnen den belangstellenden
lezer naar de aangehaalde boeken verwijzen.
Onder dankzegging voor de verleende plaatsruimte,

Hoogachtend,

Dr. E. E. J.
MESSING.

) Voor de geschiedenis der vaderlandsche taal verwijzen
wij naar: J. te Winkel, Geschichte der niederlitndischen
Sprache,
§ 61 v.v.
,5)
Zie
hier dus een weg tot taalzuivering. Ontwikkel de Nederlandsche arbeid, steun Nederlandsehe kunst, weten-
schap, verbeter uw onderwijs (taalonderwijs?).

REGEERINGSMAATREGELEN OP

HANDELSGEBIED.

K o e 1 h u i s b o t e r. In den afgeloopen zomer is
door de Botervereeniging eene boterreserve gemaakt,
waarvan nog ruim 2 millioen K.G. in de koelhuizen aanwezig is, bestemd om eventueel een tekort in de

100

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30
Januari
1918

winterproductie van versche boter aan te vullen. De
productie is thans echter nog voldoénde om in dc be-
hoeften te voorzien. De voorraad koelhuisboter zal nu
tegen lageren prijs voor het binnenland beschikbaar
worden gesteld, de prijs voor het publiek is
f2,85
per K.G. In den prijs voor versche boter zal gedu-rende de wintermaanden geen verandering worden
gebracht.

Z o u t. In verband met de omstandigheid, dat door
Duitschland op den uitvoer van zout thans een recht
wordt geheven van
f 46 per 1000 K.G. en met de stij-
ging van transport- en andere kosten, is de maximum-
kleinhandelprijs voor zout verhoogd tot 19 ct. per
K.G.

Prijs van uien voor
1918.
Ten aanzien
van den uienoogst
1918
zullen zoodanige maatregelen
worden genomen, dat de verbouwers voor dit gewas
geen hoogeren prijs zullen kunnen bedingen dan
f 8,50
per 100 K.G.

S t r o o. Verboden is het vervoer van stroo van plaatsen, gelegen in de provincie Groningen, naar
andere plaatsen binnen het Rijk. Ontheffing kan ver-
leend worden tegen voorafgaande betaling van
f 0,25
per 1000 K.G. stroo, waarvan het vervoer wordt tö’e-
gestaan. Voorts is verboden het verwerken van stroo
tot stroocarton. –
R e p a, r a t i e 1 cd e r. Bij de distributie van re-
paratieleder is het voorgekomen, dat
bij
het uitsnij-den een mindere qualiteit werd verkocht, dan het
goede crouponleder, dat geleverd behoorde te worden.
Teneinde dergelijke fraude tegen te gaan is nu voor-
geschreven, dat al het distributieleder, dat uitgesne-
den wordt verkocht, voorzien zal zijn van het stempel
der firma, die het ieder levert.
K o p e r e n b r o n s. Onder intrekking eener
vorige beschikking is verboden hetvervoer uit eenig
deel eener gemeente naar ‘alle overige deden des
Rijks, en de verkoop en aflevering van oud koper en
oud brons in alle soorten.
T h e e. Naarmate de kleine voorraad aanwezige
thee s,linkt, wordt het steeds moeilijker aan iederen winkelier een evenredig gedeelte te verschaffen. In
verband hiermede wordt met 1 Februari de distributie
• tijdelijk gestopt. Met ingâng van 1 Februari is ook
verboden de aflevering van thee in hotels, café’s,
restaurants, enz.
Verbouw in oorlogs- en stadstuin-
t j e s. Volgens bericht van het B.
M.
V. is bij des-
kundig onderzoek gebleken, dat aanmoediging en uit-
breiding van de teelt van aardappelen, peuIvruchten
en groenten in oorlogstuintjes alleszins aanbeveling
verdient. De teelt van voedingsgewassen in stadstuin-
tjes moet echter worden ontraden.
L u p i n e n z a a d. Door het branden van luii-
nenzaad tot een koffiesurrogaat wordt de beschik-
,bare voorraad ernstig bedreigd. Aangezien het, in
verband met het gebrek aan kunstmeststof, van groot
‘belang is den zaai van lupinenzaad zooveel mogelijk

te bevorderen, is het verboden, lupinenzaad in het
algemeen voor een ander doel dan den zaai te ge-
bruiken..
Bevriezen van vleesch. De datum, waarop
geen kolen meer beschikbaar zullen worden gesteld
voor het bevriezen of in bevroren staat houden van vleesch is’ nader bepaald op
15
Februari a.s. (Zie
overzicht no. 107).
B e n z i n e. Blijkens eene mededeeling van den
Minister is de stremming in den aanvoer van ben-
zine toe’ te schrijven aan weigering’ van de in aanmer-
king komende landen, met name Amerika, om ben-
zine te doen uitvoeren en scheepvaartmoeiljkheden,
welke aanvoer uit Ned-Indië onmogelijk maken. Po-
gingen voor aanvoer uit Oostenrijk of ‘Roemenië
hebben voorshands geen resultaat opgeleverd. Ook is
vruchteloos getracht b,enzol uit Duitschland te ver-

krijgen.
In.voervangoedrenuitDuitsch-
1 a.n d. Door den Minister van Buiteniandsche, Za-
ken wordt er op gewezen, dat invoer uit Duitschland

in Nederland van goederen, afkomstig’ uit, of ver-
vaardigd uit grondstoffen, afkomstig uit landen, in
oorlog met Duitschiand, slechts wordt toegelaten,
wanneer een verklaring is övergelegd van den Con-
sul-Generaal, hoofd van de Afdeeling Handel van
het Gezantschap der Nederlanden te Berlijn, blijkens
welke de in te voeren goederen of de daartoe gebruik-
te grondstoffen niet zijn oorlogsbuit en niet zijn ge-‘
reciuireerd op bezet gebied.
E i e r en. Naar den Minister van Landbouw ge-
bleken is, worden versche eieren opgeslagen in koel-
huizen, teneinde op die wijze den vastgestelden maxi-
mumïrjs te ontgaan. In verband hiermede ligt het in
de bedoeling alle eieren, welke in koelhuizen worden
opgeslagen, ingevolge de Distributiewet in b.ezit te
nemen.

MAANDCIJFERS.

OVERZICHT DER RIJKSMIDDELEN.

(In
Guldens).

December
1917
‘?’aalfeerste
maan en
aan
1917

Twaalf eerste
maan en
van
1916

I)ireote belastingen.
1.386.003 16.423.681
16.100.982
Personeele belasting
.
1.855.314 14.074.293
13.517.499 Inkomstenbelasting 2.842.084 48.626.236 32.692.000
Vermogensbelasting
.
412.671
3.497.036
3.555.129

Accijnzen.
3.349.339 31.356.571
27.703.193
399.631 1.638.670
.

1.499.185
2.54.529
29.627.157 27.726.881
234.232
2.481.566
2.210.154
109.222
2.306.472
1.653.764
1.512.908 12.491.184
9.488.970

indirecte
belastingen.
Zegelrechtea

……….
1.110.485
13.405.250
8.773.388

Grondbelasting

………

Registratierechten ..
.
3.276.417
18.402.914 10.964.311

Suiker

…………….
Wijn ………………..

Hypotheekrechten

657.271
1.140 294
2.279.791
22.225.969
19.838.853

Gedistilleerd

……….

Bier en azijn

………….
Geslacht

……………

753.967 11.114.236 16.650.167

Zout ………………..

Formaatzegel
1
1.379
24.434

Gouden en zilveren werken

Invoerrechten
…………

55.090
682.185 639.309
Essaailooa
45
667
626

Successierechten ……..

Belasting …………..

Statistiekrecht
86.015
1.733.520


161.903 109.864
262.758
2916914
2.667.259
Staatsloterij
….. …..
24.337
655.155
653.934
,

iuijnen
………………
Domeinen

…………..

Jacht en visscherij

. . .
1.455
211.834
192.935
..

25.954
382.031
8D5.622
Ioodsgelden

…………

Totaal ……….
.
22.522.248
235.074.094
198.668.753

OPCENTEN VOOR HET LEENINGFONDS 1914.
December
1917
Twaalf eerste
maanden
van
1917

Twaalf eerste
maanden
1

van
1916

Directe belastingen.
Groiidbelasting
280.567
.
3.298.583 3.230.664
Personeele belasting
480.991
3.443.283
2.883.979
Inkomstenbelasting
1.316.450
17.594.848
10.359.997
Vermogensbelasting
156.751
1.343.873
1.092.344

Accijnzen.
669.868 6.271.314
5.540.657
79.926 327.734 299.837
Wijn ………………
Gedist. (binn.-eabiiitl.)
254.453
2.962.716
.2.768.589
Suiker

…………….

indirecte belastingen.
Zegelrecht van buit!. elf.

81.069 869.636
648.293
Registratierechten ….
256
597.469 1.091.973
Hypotheekrechten ..

65.573 112.808

_Totaal .. 3.320.331
36.775.029 28.029.141

BELASTIN’GEN IN VERBAND MET DE BUITEN- GEWONE OMSTANDIGHEDEN.

December
1917
Twaalf eerste
maanden
v.
1917

Oorlogswinstbe!asting
18.367.973
167.877.233
Verdedigingsbelasting la ….
379.779
3.296.624
Verdedigingsbelasting 1h ….
2.125.566
21.652.467
Verdedigingsbelasting II ….
1.163.780
23.507.269

22.037.098
216.333.593

30 Januari 1918

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

N

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N.B.

beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.

BANKD1SCONTO’S.

20 Juli 1914

N d (Disc.Wissels.
4
1
/2
sedert 1Juli
1
15
3’/,sedert23
Mrt. ’14
B
e
jBel.Binn.Eff.
an
4
1
!,
1

’15
4

,,
23

,,

’14
IVrschin R.0
5
1
/9

,,
19 Aug.’14
5

,,
23

,,

’14
Bank van Engeland
S

,,
5 Apr.’17
3
29.Jan. ’14
Duitsbhe Rijkshank
5

,,
23 Dec. ’14
4
5 Febr.’14
Bank van Frankrijk
5
20Aug.’14
3
1
!9
29 Jan. ’14
Oosteor. Hong. Bk.
S
10Apr.’15
4
12 Mrt. ’14
Russische Staatsbk.
6
27 Juli ’14
5
1 Apr. ’14
Nat. Bank v.Denem.
5

,, 10

,,

’15
5

‘-,,
6 Febr.
1
14
Zweedeche Rijksbk.
7

,,
11 Dec. ’17
4
1
!,

,,
6

,,

’14
ZwitserscheNat.Bk.
4
1
!,

,,
2Jan.’15
3
1
!,

,, 19

,,

’14
Bank van Italië..
S
10Jan.’18
S
9Mei
’14
Feder. Res. Bk. N.Y.
3f-4

1

Javasche Bank….
3
1
!,

,,
1Aug.’09
311t

,,
1Aug.’09

OPEN MARKT.

1

Amsterdam

1
Londen
1
Berlijn

arijs’ N.York
Data

1
Part.
1
Prolon.Part.
1
Pa

I
Pr1Ca
disconto

gatle

disconto disconto disc.
1
moneg

D t
0
a


Steek.
holm’)
Kopen-
hagen’)
Chrls.
tianlo’)
Zioltsei-
land’)
1
Spanje
1)
Batavia
1)
telegrajisch

21
Jan. 1Ö18
77.20 70.75
74.-
52.-
56.40
99+100+
22

1918
77.50 70.50
74.-
51.75 58.40
9+
-1
00+
23

,,

1918
77.30 70.70
74.-
51.50
56.40
99+100+
24

1918
77.50
71.-
74.25
51.50
56.25
99+
-1
00+
25

,,

-1918 77.55
71.-
74.25 51.50
56.25
99+

100+
28

,,

-1918
76.95
71.-
74.20 53.50 56.10
99+-100+
.L’ste d.
w.’)
76.50
70.50
73.75
51.20

998/
4

H’ste
,,

,,

‘)
77.90
71.25
74.30
52.-

1001/2
19 Jan. 1918
76.50 70.75 73.75 51.50

99+-100
12′

,,

1918
77.50
71.50
74.10
51.20
56.-
99+
-100
+
IIiintpariteit
66.67
66.67 66.67
48.- 48.-
100
5)
Noteering
te
Arn.terdam.
1)

Particuliere
opgave.

KOERSEN TE NEW YORK.

Cable.
Zicht
Zicht Zicht
D t
0 0
Londen
Parijs
Berlijn
Amsterd.
(in
(in fr,.

.
(In cents
(in cent,
per £)
p.
$)
p. Rm. 4)
per gIS.)

26 Januari

1918
4.76.45
5.72.-
nom.
Laa gste d. week..
4.76.45
5.72.-

Hoogste,,

.

..
4.76.45
5.72.12

19 Januari

1918
4.76.45
5.71.37
nom.
12

,,

1918
4.76.45
5.72.87
noni.
43’/’)
Muntpariteit..
..
4.86.67
5.18’/
951/4
40$/1

26 Jan. ’18
3 4
21-26
J.
’18
2/s-31/4
38/4

12-19

’18
3-3’Ï4
3
1
1-4
7-12

,,

’18
2I,-3
1
/&
3-4

27 Jan.

’17
1k-1+
1
)
2’/4
24-29

J. ’16
1/4-2
2-
1
4

20 -24Jnl.’14
3
i8-/16
2
‘/’/
Noteering van
25
Januari.
.,

26

41/16

4
1)

4
1

T

4-
1
/8

44
4i/58
4_
1
/

4-6
4
4-/e

31/34

5’132
4-1/s

1’/4-2
2
)
5 /ie
4
‘/s-‘/e

1 ‘/2-2

2
‘[.-/
1
2
‘/s-V,
2
‘/
1 ‘/-2
1/,

I)
Noteering van
7
Januari

KOERSEN VAN DE VOLGENDE PLAATSEN OP LONDEN.

1

IlJapere

1
Plaasen en

Noteerings. 119 Dec. 7 Jan.

8-I5J
1
a8
nuarl 115 Jan.
Landen

eenheden

1917

1918 1

1 1918

Laagste
1
Hoogste
1

WISSELKOERSEN.

WISSELMARKT.

De wisselmarkt was ook deze week stil. Een bepaalde
richting was niet bemerkbaar en flauwe of vaste stemmingen wisselden soms meermalen op één dag. Londen was aanvan-
kelijk aangeboden en liep van.10.91
1
/, terug tot 10.86 om
na eenige schomine1igen weder op 10.911/
2
te sluiten. New
York bewoog zich ongeveer in dëzelfde richting: In Parijs
ging bijna niets om. De koers was eerder iets vaster.
40.-, 40.15. Berlijn en Weeneu waren aanvankelijk zeer
vast. Daarna was het aanbod weder overwegend en liepen
(le koersen terug. Ook in dit devies hadden herhaaldelijk
meerdere schommelingen per dag plaats en was het slot
ongeveer op dezelfde hoogte als op den eersten dag.
43.75-41.30-43.60 en 28-26.90-27.80. Zwitserland was
flauw 52-51.40; heden 51.10 aangeboden. in Skandinavië
ging bijna niets om. De koersen bleven bijna onveranderd.
Daareutegeu was in Spanje iets meer handel, echter evene(tns
tot onveranderde koersen. De overige deviezen zoo goed als
verlaten.

KOERSEN IN NEDERLAND.

Data

Londen Parijs
1
Berlijn Weenen
1
St. Pc-
New
ter,.
‘1

burg’)

York’)

21 Jan. 1918

..
10.91+
4o.-
43.75 28.40

2.29
22

,,

1918

..
10.89
40.05 43.15
27.80

228+
23

,,

1918

. .
10.88
40.-
42.05
28.90

2.28+
2

1918

. .
10.90+
40.10 42.10
27.-

2.29
25

1918

. .
10.89
40.12+
42.65 27.25

2.28+
26

1918

. .
10.91+
40.15 43.60
27.80

2.28+
Laagste d. w. ‘)
10.88
39.90 41.30
.
26.25

2.28
Hoogste
,,

,,

‘)
10.93
40.15
44.-
28.75

2.29+
19 Jan. 1918

..
10.93
40.05
41.-
26.25

2.29+
12

,,

1918

..
11.01
40.50
45.25
29.-
41.25
2.30+
Muntpariteit
. .
12.10+
48.-
59.26
50.41
1.28
2.48+ 5)
Noteering
te
Amsterdam.
1)
Particuliere
opgave.

Alexandrië..
Piast.
p. £
97
1
/s
B.

&ires
.. ..
d.p.gd.pes.
54
1/,

Calcutta
….
sh/d.p.rup.
1/5
1
132
Hongkong
..
id.
p. $
2/11
3
/4
Lissabon….
d.p.escudo
30
Madrid

….
Peset.p.
X
19.83
Montevideo..
d.p.peso
63
per
£
4.76
1
12
Petrograd

..
R
R.
p. £ 10
376
Rd.Janeiro’)
d.p.milr.
13
18
/is

Montreal
…..$

Lire,
p. £
39.65
Shanghai

..
sh/d.p.tael
4/3
Rome

…….

.Sijigapore

.
jj p.
$
2/4
1
fo
Valparaisô
‘)
d.p.pap.p.
14
17
/22
Yokohama
..
sh/d.p.yen
2/2
1)
Noteeringen op
90
dagen.

GOUD EN ZILVER.

Sedert 29 Juli 1918 worden de dagelijksche ontvangsten
en onttrekkingen van goud door de Bank van Engeland
itijdelijk niet bekend gemaakt.

iNU1t1i’4’i VAIN b1L,VXL.

Noteering te Londen.
te New York

26 Jan.
1918
……..
43
1
/t
87
1
/s
19
1918
……..
44
8
/4
89
1
/
8

12
1918
……..
45
2
/,
1
)
90
1
/8
5

,,
1918
……..
45
1
/,
2
)
90
1
!8
29 Dec.
1917

…….
43
1
/s
8619
22
1917
……..
438/,8)

27 Jan.
1917
……..

76/8
29
1916
……..
27
56I8
20 Juli
1914
……..
24″/jo
54
1
/s

q
1)
Noteeriüg van
II januari.
7
21
December.

97
18/
97
28
/82
97
97
ll/,

52’1
508/4

53’/8
51
1
/1

I/S/j

115’/82
1/5
1/51/16
3/0’/4
3/0’/
3/0’/4
3/0’/2
30
1
!8
29
1
/
30’/
30
19.51 19.47
19.65 19.52
60
1
/2
58’/8
61
58/4
4.80 4.80
1
/4
481
1
/,4.81’/4
366 362
.

373
364
13
8/
13
I8/
13
21
/22
13
1
/8
40.20 39.55
40.15
40.02
415V
4/5 4/5.
05
2/4′!,,
2/4 2/4
2
/22
2/4′!,,
14′
1
/33
13’/$2
14/,,
14V,3
2/2
2/1
7
/8
2/2′!,’
2/2

102

.

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 Januari 1918

NEDERLANDSCHE BANK.

Verkorte Balans op 26 Jsnuari 1918.

Activa.

Binneni. Wis- ( H.-bk. f 66.845.520,79
seIs,Prom.,B.-bk.

927.896,59
enz. in disc.( Ag.sch.

8.340.152,76 ‘/

76113570141!2
Papier o. h. Buiten!, in

disconto

………………………

Idem eigen portef.. f

8.141.163,-
Af: Verkocht maar voor


de bk. nog niet afgel.

8.141.163,-
Beleeningen

1
H.-bk.

f 58.039.909,99 ‘/i
mcl. vrsch.

B.-bk.

,

3.139.685,61
in rek..crt.Agsch,,
28.435.185,2
11
I
2

op onderp.

w__________________

f
90.514.780,82

Op Effecten

…… f
87.763.780,82 Op Goederen en Spec. ,,

2.751.000,-
-,,

90.514.780,82
Voorschotten a.h. Rijk……………..
,

11.258.856,-
MuntenMuntmateriaal
Munt, Goud ……f 93.446.135,-
Mtintmat., Goud……613.553.684.57
1
12

f706 999.819,57
1
!2
Munt, Zilver, enz.. ,,

7.176.379,37
Muntmat., Zilver
..


714.176.198,94
1
/2
Effecten
Bel.v.h.Res.fonds.. f

5.159.192,50
id. van ‘/,v.h.kapit.

3.822.939.621!1
8.982.132,121/3
Geb. en Meub. der Bank …………,…
1.465.000,-
Diverse rekeningen

………………,,
70.618.071,10

f 981.269.772,13
11

Passiva.

Kapitaal …….. .

………………..
f

20.000.000,-
Reservefonds …………………….,

5.234.534,18 ‘h
Bankbiljetten in omloop ………….. ,, 871.585.595,-
Bankassignati6n in omloop ………… ,,

2.133.570,36
RekeningCourant saldo’s:
Van het Rijk……
f


Van anderen ……,, 74.998.667,00 ‘/,

11
74.998.667,00’/i
Diverse rekeningen ………………,,

7.317.405,58’/,

f 981.269.772,13
1
/

Beschikbaar n,etaalsaldo…………… f 523.612.7 18,33
Op de basis
van
2
1 metaaldekking-……., 333.869.151,86
Minder bedi-agaan bankbiljetten in omloop
dan waartoe de Bank gerechtigd is .. ,, 2.618.063.590,-
Verschillen met den iorigen weekstaat:
M’ee,

Minder
Disconto’s …………..3.615.719,42
Buitenlandsche wissels..

78.836,-

– –
Beleeningen ………….168.370,28’/
Goud

987.904,36
Zilver ………………

l45.420,l3
1
/i
Bankbiljetten…………
11.448.215,-
Part. Rek.-Crt. saldo’s -.. 18.039.252,30

Voornaamste oosten in duizenden guldens.

Dato
Goud
Zilver
°
B k
bilj.’
.n
Andere
opeischbare
schulden

26

Jan.
1918
….
707.000
7.176
871.586
77.132
19
1918 ..

.

.
707.988
7.031
883.034
60.031
12
1918
.

,

,.
697.459
8.933
883.869
45.127
5

,,
1918
….
697.181 6.940
895.174
45.968
29

Dec.
1917
….
698.233
7.028
890.273 57.200

22
1917
.

.

..
698.683
7.001
866.538
,
52.454
15
1917
….
694.417
.6.946
865.867
41.949
8

,,
1917 ..

..
699.508
6.836
867.659
53.834
1
1917
….
700.105
6.801
872.983
54.305
24
Nov.
1917
….
692.377
6.883
852.847
63.735
17

»
1917
….
693.969
7.159
856.958
64.619
10
1917
….
683.703
7.121
855.221
59.491
3

,,
1917
….
683.724
7.290
863.057
59.473

27

Jan.
1917
.,..
589.561
6.814
732.759
84.163
29

Jan.
1916
….
466.837
6.059 581.722 66.398
,

25 Juli
1914
,.,.
162.114
.

8.228
310.437
6.198

13
0 0

Disconto’s

Belee.
Besch,k.
baar
Dek-
kings.
Hiervan

otao
Schatkist.
ningen
Metaal.
percen-
promessen
saldo
toga
rechtstreeks

26Jan.1918
76.114
53.000
90.515 523.613
75
19

,,

1918
72.498 47.000
90.346
525.582
76
12

1918
66.729
39.000 93.627
517.764
75
5

1918
,,
72.738 40.000 103.235
515.063
75
29 Dec. 1917
81.819 49.000
‘107.448
‘514.916
74
22

1917
69.985 52.000
92.809
520.993
77
15

,,

1917
67.837
52.000 88.423
518.913
77
8

1917
60.520
47.000
94.314
521.142
76
1

,,

1917
54.903 43.000
104.795
520.538
76
24 Nov.1917
66.631
55.000 91.965
515.027
76
17

1917
74.584
63.000 93.190
515.909
76
10

,,

1917
72.915
61.000
88.617
508.976
75
3

,,

1917
72.542
61.000
95.129
505.602
78

27 Jan. 1917
78.223 53.000
68.517
432.090
73
29 Jan.1916
77.756 53.500 83.602
342.656
73

25 Juli 1914
1

67.947 14.300
61.686
43.521
1
)
54

t)
Op
de basis van
2
15
metaaldekking,

Uit de bekendmaking van den Minister van Fin a n-
ci ë n blijkt, dat uitstonden op:

26
Jan. 1918
19Jan.

1918

Aan schatkistpromessen..
f 188.900.000,- f183.280.000,.-
waarvan rechtstreeks bij
de Ned. Bank geplaatst
,,

53.000.000,-
,,

47.000.000,-
Aan schatkistbiljetten
..
,,
120.206.000,-
,, 120.258.000,-
Aan zilverbons

……….
,

27.458.104,-
,,

27.805.079,-

JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data
Goud
Zilver
1

Bank.
biljetten
I

Andere
opeischb.
schulden

81.584
17.554 175.790
45.619
27

Oct.

1917 …….
81.664
17.440
175.000
47.618
81.588
16.809 176.785
52.919

3

Nov.
1917 …….

81.554
16.834
175.684

50.522
20

1917 …….
13

,,

1917

…….

70.036 23.326
157.245
58.437
4

Nov.
1916 …….
6 Nov. 1915 .,
38.412
33.054
143.233 29.611

25

Ju’li

1914 …….
22.057 31.907 110.172
12.634

Data
1

Dis.
conto’s
Wissels,
buiten
N..Jnd.
betaalbaar

Belee.
ningen
Diverse

rake
ningen
1)

Beschik.
baar
metaal-
saldo

kings.
percen.
tage

3Nov.1917
6.843
33.728
65.961
26.942
53.644
45
27 Oct.1917
7.361
33.606
65.134 25.502
53.816
45
20

1917
7.589
33.642
67.986
25.994
52.682
43
13

,,

1917
7.786 34.250 64.791
23.823
53.411
43

4Nov.1916
6.124
38.081 70.399
12.324
50.226
43
6Nov.1915
5.915
18.234
50.432
29.183 37.097
41

25 Juli1914
7.259
6.395
47.934
2.228
4.842
2
)
44
Sluitpost der activa.
Op
de basis van
2/5
metaaldekking.

SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data
Metaal
Circulotle
Andere
opeischb.
schulden
Disconto’s
Dlv. rake.
ntngen
1)

3 Nov. 1917

..
591
1.241
903
1.023
998
27 Oct.

1917

..
592 1.198 897 1.000 960
20

1917

..
569 1.214 906
999
1.000
13

,,

1917

..
579 1.202
890
1.900
828

4
Nov.
1916

..
680
1.090
728 892
774
6 Nov. 1915

..
697
969
1.034
875
1.104

25 Juli

1914

..

645 1,100
560
735
396

1)
Sluitpost der activa.

30
Januari
1918

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

103

BUITENLANDSCHE BANKSTATEN.

Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht gegeven
van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.

BANK VAN ENGELAND.

Voornaamste posten, onder bijvoeging der Currency Notes, in duizenden p. St.

Currency Notes.
Dala

Metaal

Circulatle

Bedrag I Goudd.
1
Gov. Sec.

23 Jan. 1918 58.915

45.223

***

16

,,
1918

58.768

45.325

**

***

***

9

,,

1918

59.079

45.703

211.830 28.500

187.129
2

,,

1918

59.199

46.591

212.451 28.500

187.629

24 Jan. 1917

56.623

38.785

143.661 28.500

114.091

26 Jan. 1916 52.225

33.839

97.758 28.500

64.577

22 Juli 1014 1 40.164 1 29.317

Data
Gok,.
Sec.
Other
Sec.
Public
Depos.
Other
Depos.
Re-
serve

Dek-
king.-
percen.
lage
t)

23 Jan. ’18
56.840 95.214 41.815
124.440
32.142
19,33
16

,,

’18
56.768
92.278 41.416
121.589
31.893
19,57
9

’18
56.868
90.661
37.899
123.534 31.826
19,71
2

,,

’18
70.834
106.481
32.075
158.411
31.058
16,30

24 Jan. ’17
133.873′
37.836 50.721
13.923
36.288
19,10
26 Jan. ’16
32.839
112.205
62.875
100.961
36.846
22
1
/2

22 Juli ’14
11.005
33.633
i3.735
42.185
29.297
52
8
4

t)
Verhoud,ng tulschen Reserve en Deposits.

DUITSCHE RIJKSBANK.

Voornaamste posten, onder bijvoeging der Darlehens-
kassenscheine, in duizenden Mark.

Data
Metaal
Daarvan
Goud
Kassen-
chelne
Clrcu.
latte

Dek-
king,.
percen.
lage
‘)

3 Jan. 1918
2.520.577 2.407.038
1.205.710
10.918.832
34
15

,,

1918
2.519.787
2.406.926
1.269.374 11.043.946
34
7

,,

1918
2.517.563 2.406.800
1.349.033 11.343.325
34
31 Dec.

1917
2.587.936
2.406.586
1.314.790 11.467.749
34

23 Jan. 1917
2.549.309
2.523.185
321.601
7.650.783
38
22 Jan. 1916
2.492.332
2.451.982
664.646 6.274.095
50

23 Juli

1914
1.091.669
1.356.857
66.479
1.890.895
93

t) Dekking der circulatie door metaal en Kassenscheine.

Data
Wissel,
Rek. Cr1.

~j

Darlehen,kassen,cheine

Totaal
in kas hij
uit ge’
de Reichs-
I

_______________

geven
bank

23 Jan.

1918 12.418.037
6.250.711
7.411.000 1.192.200
15

,,

1918

12.813.584
6.599.182
7.490.200 1.256.100
7

,;

1917

13.166.418
6.830.515
7.653.500 1.337.500
31 Dec.

1917

14.596.106
8.050.389
7.689.300 1.304.500

23 Jan.
,
1917

8.172.637 ‘3.648.020 3.330.400

308.400
22 Jan.

1916

5.449.160
2.143.268
1.703.000

623.000

23 Juli

1914

750.892
943.964

RUSSISCHE STAATSBANK.

Voornaamste posten
in millioenen Roebel.

Data n. $1.

__

Goud
go!

tenland
z
ver
Schat-
kist bil
jette,i

1
conto’,
en belee-
.ngen

Circu-
latie
Rek.
Cou-
rant

5 Nov. ’17
1.292 2.309
178
15.507 2.177
18.917
2.698
29 Oct.

’17
1.295
2.309
178
15.222
2.155
18.062 2.726
21

,,

’17
1.296
2.309
168
14.479
2.071
17.859 2.715
13

,,

’17
1.297
2.309
155
14.098 2.150
17.290
2.721

S Nov. ’16
1.556
2.055
110
6.014
798
7.935
1.770
5
Nov.’15
1.604
35 26
3.119
1.249
6.054
1.397

21
Juli ’14
1.601 144
74
..

.

.
757
1.634 1.099

BANK VAN FRANKRIJK.

Voornaamste posten in duizenden francs.

Data
Goud
Waarvan in het Buitenland
Zilver
Te goed
in het Buitenland

Buit.gew.
voorsch.
af a’. Staat

24Jan.’18
5.360.655
2.037.108
247.919
1.008.809 12.850.000
17

,,

’18
5.359.127 2.037.108 245.872 901.703
12.850.000
10

,,

’18
5.357.516
2.037.108 246.109
869.739 12.700.000
3

,,

’18
5.355.517 2.037.108 246.828
810.331 12.700.000

25 Jan.’17
5.076.024

281.970
749.708
8.100.000
27 Jan.’16
5.011.588

353.767
1.002.718
5.400.000

23 Juli’14
4.104.390

639.620

Wlssds
Uitge-
stelde
Wissels
Belee.
ning
Bankbil-
jetten
ar
Rek. Cr1.
Pt
t-
culieren.

1

Rek.
1

Cr1.
J

Staat
893.839
1.129.787 1.207.617
23.162.634
2.835.178
60.018
888.323
1.132.261
1.208.302
23.062.504
2.857.077 48.065

in
958.217
1.134.832 1.220.181
22.982.792 2.696.980
156.514
810.331 1.137.679 1.220.629
22.789.123
2.777.721
336.604
0
CD
694.379
1.524.486
1.264.899
17.328d98
2.304.709
49.302
404.555
1.788.209
1.199.726 13.858.016
2.045.767 99.642

1.541.080

769.400
5.911.910
942.570 400.560

SOCIÉTÉ GÉNÉRALE DE BELGIQUE.
1)

Voornaamste nosten in duizenden francs.

Data
7tî!
mcl.
buit enl.
saldi

Beleen.
van
builenl.
I

vorder,

Van
prom. d.
provinc.

Binn.
wissels
en
heleen.

Circu.
latle
Rek.
Cr1.
saldi

24 Jan. ’18
615.695
93.261
480.000
146.313
1.157.330
169.957
17

’18 612.900
93.260 480.000
140.785
1.159.910
162.261
10

,,

’18
612.792
93.235
480.000
135.558
1.160.153
157.270
3

,

’18
558.960
03.145
480.000
127.369 1.113.099
138.851

25′ Jan. ’17
341.390
84.037 480.000
62.971
852.097 107.064
27 Jan. ’16
177.721
48.816 480.000
59.265
603.893
160.341
‘)
nedert einde i91 met de tunctie van circulatiebank belast.

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD

AMERIKA.

FEDERAL RESERVE BANKS.

Voornaamste posten in duizenden dollars.

1
Waa
rv
an
Waar.
.
van ,n
1
i

Zilver
FR.
Notes In
Data
Goud
1
voor dekking
het bui-
I

1

dc.
circu.
F. R. Notes

tenlond
1
latie

16 Nov. ’17
1.584.328 641.326
52.5001
52.525
972.585
9

’17
1.573.377
627.750
52.5001
52.208
932.512
3

,,

’17
1.546.075 613.750
52.5001
50.744 881.001
26 Oct.

’17
1.503.436 625.856
52.5001
49.506
847.506

17 Nov. ’18
674.103
239.841

16.580
238.670

Data
Wissel,

________________

T
t
D
0 00

epos,
05
Waar.

Kapilcal

~
Ac
n
gsper.
entage
Depo.
silo’s
t)

Goud.
dekking
circu-
laite

16 Nov. ’17

681.719

1.960.747

66.691

65,7
65,9
9

’17

691.155

1.687.068

65.345

70,8 67,3
3

,,

’17

689.977

1.764.056

64.291

68,6 69,7
26 Oct.

’17

574.684

1.606.371

62.629

10,3 74,1

17 Nov. ’16

117.493

647.425

55.704

76,7
100,5

I)
Verhouding tusschen: goud. Zilver etc., uitgezonderd het
voor de
dekking der F. R. Notes gereserveerde goud, en: netto deposito’s met
inbegrip van het kapitaal.

VER. NEW YORKSCHE BANKEN EN TRUST MIJ’S.

Voornaamste nosten gemiddelden in duizenden dollars.

Döta
.
Rese
rv
e
Deposito’s
Circulatle
Belcenin gen
en
disconto’,
S

1
UrP us
eserve

26Jan.’18
733.530
3.842.280
34.030
4.075.520
79.930
19

’18
737.560
3.928.930
34.060
4.071.550 66.270
12

,,

’18
738.200
3.887.840
34.080 4.090.840 69.260
5

’18
724.110
3.794.030
34.050 4.129.940 71.620

27Jan.’17
810.280
3.751.470
28.680
3.472.390
190.710
29 Jan;’16
755.790
3.527.320
34.570
3.278.620
175.070

25 Juli ‘141
467.880 1.958.320 41.730
2.057.570
26.170k)
1)
Op basis van 25 pCt. van alle depo,ito’s.

-.—- –

104

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30
Januari
1918

EFFECTENBEURZEN.

Amsterdam, 28 Januari 1938.

De achter ons liggende week is er eene geweest van groote
spanning, al is dit niet zoo sterk op de fondsenbeurzen tot
uiting gekomen. De leidende staatslieden van de Centrale
rijken hebben redevoeringen uitgesproken, die ‘het oor der
gretig luistejende wereld hebben getroffeu en de hoop op een
einde van den oorlog althau4 weder eenigermate hebben
doen ontwaken. Met de uitspraken van den Rijkskanseliei
von ilertling was dit echter in belangrijk mindere mate het
geval, dan met die. van den Oostenrijksch-Hongaarschen
minister-president Czernin en het is juist deze omstandig-
heid, die den aandachtigen beschouwer van den internatip,
nalen toestand een dieperen blik in de werkelijke omstan-
digheden gunt. In den loop van de achter ons liggende
maandefl hebben wij reeds zeer vaak kunnen bespeuren,
dat de vredesgeneigdheid der verschillende regeeringen
grooter wordt, naarmate de binuenlandsche toestanden meer
reden tot ongerustheid geven. Juist in Oostenrijk is thans dit laatste in meer dan gewone mate het geval; stakingen
in verschillende bedrijven, die zich zelfs tot de munitie-
fabrieken hebben uitgestrekt, zijn reeds voorgekomen en
het is slechts mogelijk geweest het normale verkeer te
herstellen door te wijzen op de mogelijkheid van een spoe
digen vrede, omdat de Oostenrjksch-Hongaarsche regeering
annexaties noch schadeloosstelling verlangde en derhalve
de Russische delegatie te Brest-Litofsk geen onoverkomelijke
bezwaren bij het sluiten van een definitieven vrede met de
dubbel-mona.rchie zou vinden. In dezen zin moeten cle
uitlatingen van von Czernin (lan ook worden opgevat. Af
te wachten valt, of eenerzijds cle Amerikaansche regeering
op de Oostenrjksche aanbiedingen zal ingaan en of ander-
zijds de vlam der Russische revolutie niet reeds zoo fel naar
Oostenrijk-Hongarije is overgeslagen, dat de brand toch nog
plotseling uitbreekt.
Het zijn deze overwegingen geweest, welke de beurs te
B e r 1 ij n in de afgeloopen berichtsperiode een uiterst
lusteloos aanzien hebben gegeven. Men gaf over het gheel de
voorkeur aan een zuiver afwachtende houdiug, welke nog in
cle hand werd gewerkt door de officieele bevestiging van he
bericht omtrent de annuleering van alle Russische buiten-
landsche staatsschulden. De vervanging der oorspronkelijke
delegatie van de Oekratne door een maximalistische, waart
door dc reeds tot stand gekomen overeenkomsten geheel
op losse schroeven worden gesteld, gaf aanleiding tot aan
bod op Vrij belangrijke schaal van Russische spoorweg-
obligaties, terwijl mede Russische bankaandeelen van groote
verkoopen hadden te lijden. Ook voor Oostenrijksch-Hbn.
gaarsche waarden bestond niet het minste animo, hetgeen
in direct verband te brengen is met de boven gereleveei’de
uiteenzettingen, alsmede met de berichten, dat een wisseling
van regeeriug te wachten zon zijn. Na de rede van den heer
von Czernin was evenwel een gelinge verbetering te bespeu-
ren, welke zich echter beperkte tot die rubrieken, clie ccii
zeer nauwen samenhang met het einde van den oorlog
bezitfen, zooals petroleumaandeelen. Hierbij moet echter
worden opgemerkt, dat in den laatsten tijd in Duitschiand
een uitgebreide speculatie in aandeelen van allerlei ouder-
nemiugen
01)
het gebied van mijnontginning en ook van
cle exploitatie van petroleumbronnen is ontltaan, waarbij
alleen rekening wordt gehouden met de tegenwoordig
bestaande zeer groote behoefte aan de producten dezer
ondernemingen. Door de geweldige vraag is, zooals vanzelf
spreekt, de exploitatie van mijnen met een uiterst laag
ertsgehalte en van petroleum-sondes met zeer geringe
capaciteit toch loonend gebleken; van dezen uitzonderings-toestand wordt gebruik gemaakt om oude installaties weder
in werking te stellen en nieuwe op te richten. Het einde
zal moeten uitwijzen, of cle in deze ,,gelegenheids”-onder-nemingen belegde kapitalen ook op den duur rentegeveuct
zullen blijven; voorloopig is het gevolg een groote vraag
naar aandeelen in dergelijke vennootschappen. Deze vraag
,

wordt in cle hand gewerkt door de ongetwijfeld goeds
resultaten, die de groote ondernemingen hebben behaald en
door de fusie- en overnametransacties van de laatste tijden
in de petroleumindustrie, waarbij echter, zooa.ls gewoonlijk
ter beurze geschiedt, uit het oog wordt verloren, dat de
politiek van oveieenkomeude maatschappijen, al passen zij
dezelfde maatregelen toe, nog niet tot hetzelfde doel behoeft
te voeren.
De terugvloeiiiig van fondsen, die vroeger, inzonderheid
door het neutrale buitenland, waren aangekocht, is thans
vrijwel tot stilstand gekbmen, nu de stand van den
Markenkoers hiertoe geen aanleiding meer geeft. Inmiddels
echter beraamt men in Duitschland maatregelen, die een
dergelijkeu terugkoop in den vervolge niet meer mogelijk
zullen maken. Voor de reeds bestaande leeningen kan hier

tegen lecht gewaakt worden door de Dvisen-ZentraJe,
hoewel door de mazen van dit bewakingsnet toch nog
herhaaldelijk diverse fondsen glippen. Zoo schat men den
Duitschen terugkoop van eertijds in ons land geplaatsth
obligaties van stedelijke leeningeu op ongeveer Mk. 100.000.
Voor nieuwe leeningen beveelt men thans een ,,Sperre” voor
een eenigszins langen termijn aan, of een bepaling, waarbij
het nominaa.l bedrag na verloop van een zeker aantal jaren
in de buitenlandsche valuta van het land, waar de leening
wordt geplaatst en tegen een vooraf vast te stellen koers
aflosbaar wordt gesteld. De Gewerkschaf t Wintershall, een
kali-onderneming, heeft in dit opzicht het voorbeeld gege-
ven, door in Zwitserland een crediet van S millioen Mark op to nemen, tegen een rentevoet van 434 pCt. en met de
bepaling, dat dit crediet na 10 jaren in Zwitsersche Franca
tot den koers van 123

34
moet worden afgelost. Bij deze
opstelling heeft dus de gedachte voorgezeten, dat na 10
jaren de valuta’s van Duitschiand en Zwitserland de pan-
waarde ongeveer weder bereikt zullen hebben.
De beurzen te L o n d o n en te P a r ij s toonea voor de
achter ons liggende week vrijwel hetzelfde beeld als de
markt te Berlijn; overal is het publiek uiterst terughondencl
en wacht liever de gebeurtenissen af, dan een te groot risico
01) zich te willen nemen. Ook de beurs te N e w Y o r k is niet
zeer levendig geweest, hoewel zich daar toch factoren hebben
voorgedaan, die wel iets

grootere omzetten hadden kunnen
wettigen. Met name zijn de voorgestelde maatregelen van de
regeering met betrekking tot de steenkoolvoorziening van
dien aard, dat een ernstige invloed op de resultaten der
diverse ondernemingen en dus ook op het koerspeil der
betrokken aandeelen, kan uitgaan. Reeds is de export van onderscheiden soorten bouwstaal sterk verminderd, resp.
verboden (waarvan vooral Japan de nadeelige gevolgen
ondervindt in zoovere ht betreft het verkrijgen van stalen
platen ‘oor de scheepsnijverheid) en verluidt, dat de fabrie-
ken alle dOn dag per *eek zullen moeten sluiten ter bespa-
ring van brandstoffen. Zooals deze mededeeling hier -bekend
werd, is zij stellig niet te aanvaarden: het is algemeen
bekend, dat het clooveri van vuren bij groote ondernemingen
en het opnieuw aanmaken daarvan veel meer steenkolen
eischt, dan een voortgezet verbruik. In ieder geval echtei
schijnen er wel maatregelen in voorbereiding te zijn om tot
besparing van verschillende verbruiksartikelen te komen, zooivel steenkool, staal als voedingsmiddelen. Ook in dit
opzicht doet de oorlog zijn 1 uneste uitwerking gevoelen;
niet alleen voor het eigen land, doch ook voor de gealliëer-den kan bijna niet genoeg geproduceerd worden. ])e cijfers
van den buitenlandschen handel zijn in dit opzicht eenigs-
zins misleidend; zij luiden over de eerste tien maanden van
het .loopende jaar, in vergelijking met dezelfde periode van
cie beide vorige jaren als volgt:

Januari/October 1915

1910

1917
Uitvoer

$ 2.868.000.000 $ 4.443.000.000 $ 5.149.000.000
Invoer

,, 1.451.000.000 ,. 2.010.000.000 ,, 2.504.000.000
Saldo export $ 1.417.000.000 $ 2.433.000.000 $ 2.645.000.000

Uit het saldo-uitvoer over de eerste 10 inaandeii van 1917
zou bij oppervlaickige beschouwing eene sterke progressie
in den buitenlandschen handel te concludeeren zijn, welke
echter alleen terug te brengen is tot een qualitatieve toe-
name als gevolg van de veel hoogere waarde der uitgevoerde
artikelen. Quantitatief toch is de uitvoer verminderd, het-
geeli nog sterker tot uiting komt, als men de periode van 10 maanden onderverdeelt. Dan toch ziet men, dat in de
eerste drie maanden van het loopende jaar de toename $ 475
millioeu bedroeg, van April tot en met Juli $ 249 millioen,
terwijl over het tijdperk Augnstus/October zelfs een ver-mindering van $ 18 millioen te constateeren valt.
Desniettegenstaande is de stemming ter beure van
Wallstreet niet ongeanimeerci te noemen, hoewel, zooals
reeds gezegd, de omzetten vrij klein en de koersfluctuaties
onbelangrijk waren:
Te o ii z e n t heeft de markt voor binnenlandsche staats-
fondsen een vast voorkomen gehad; toch heeft de nienive
Nederlandsche staatsleening zich nog niet zoodanig kunnen
herstellen, dat een aanmerkelijk deel van het clisagio ver-
dwenen is. Van buitenland sclie ‘soorten trokken voornamelijk
de aandacht Russische en Oosteorijksche waarden, welke
beide in een gedrukte stemming verkeerden in verband met
de bekende en hier reeds vermelde gebeurtenissen in de
beide landen. Japansche soorten bleven vast, nu de betrok-
ken regeering hare inkoopen van tabakobligaties eerste en
tweede serie regelmatig op. cle Londensche markt voortzet.

22 Jan. 25 Jan. 28

5

O/
Ned. W. Schuld .. . .. lOO’/io 100
1
/io 100


4
I/ 0/

,,

,,

,,

1916 979/is

978/
4

978/4

+
hl
io

4

°/o
,,

,,

,,

1916 90
9
11

90
1
11

9018/10

30 Januari 1918

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

105

22 Jan. 25 Jan. 28

3ij2
0/
Ned. W. Schuld

79114

790/
4

79014
+
h/

3

0/

,,

,,

……69 /s

68 ?/

68
10
/16

11
/16

21I2
0/
Cert. N. W. S …….

5810frio 5811
4

580/4

Ilie
5

0/
Oost-Indië 1915

999/16 997/

9911

– 1/16
4
O/
Hongarije Goud

50

50

59 ‘/ + 0/4
4 ijo Oostenr.Kronenrente 45

45/_ 453/8+ /s
5

0/
Rusland 1906 ……27
0
/4

28

28

+
11

41/
0/
Iwangorod Dombr

28
77o

2810

25

– 37/s

4

0/
Rusland Cons.1880 .

26
1
/16 25/io 2611/11
+
0/0

4
01
Rusl.hijHope&Co … 27
I/

26

260/
4

1
/s

4

0/
Servië 1895 ……..32

32

– –
41/3
0/
China Goud 1898

62

630/
4

63
1
/2
+ 1
1
/:
4

/o Japan 1899 ……..65

65

65
4
0/
Argentinië Buiten!.. 64
1
/2

64’12
– –
5

0/
Brazilië 1895 ……

611/
4

61’/3

611/
4

Op de locale afdeelingen trokken vooral binnenlandsehe
industri ëcle waarden groote belangstelling. De omzetten
in deze fondsen zijn gewoonlijk zeer klein en het te ver-
krijgen materiaal uiterst gering, zoodat een bescheiden
vraag zelfs reeds in staat is aanmerkelijke koersverheffingen
in het leven te roepen. Ongetwijfeld moet aan deze tech-
nische omstandigheid een groot deel van de voor de afge-
loopen week te registreeren rijzing worden toegeschreven,
hoewel ook intrinsieke factoren daaraan niet vreemd zijil
geweest. Met name circuleerde ter beurze het gerucht, als
zouden de maatschappijen, die groote regeeringsorders heb
ben ontvangen, ook zeer aanmerkelijke winsten over het
afgeloopen jaar hebben gerealiseerd. Als zoodanig werden
aangew’ezen constructiewerkplaatsen du Croo & Brauns, van
Berkel’s Patent, de Nederlaudsche staalgieterij, enz. wier aandeelen dan ook alle meer of min beteekeneude koers-
avances te boeken hadden. Deze stemming werd gedurende
de gansche week gehandhaafd, zoodat ten slotte de geheele
betrokken afdeeling een uiterst opgewekte tendenz kon
aantoonen.
Een en ander hangt ten nauwste samen met het naderen
van den termijn, waarop voor de binnenlandsche onderne-
mingen het publiceeren van het jaarverslag kan worden
tegemoet gezien. En hoewel dit geenszins het geval kan zijn
voor de onderscheiden handelsonderuemingen, die alle hun
arbeidsspheer over de geheele wereld hebben verspreid en
voor welke het derhalve heel wat moeilijker zal zijn de
noodige gegevens binnen afzieubarea tijd te verzamelen,
ontstond toch ook voor de aandeeleu dezer vennootschappen
meer vraag, waardoor een afdeeling, die den laatsten tijd
vrijwel eeh half-vergeten bestaan voerde, grootere belang-stelling kon trekken. Hier waren het vooral aandeelen L. E.
Tels & Co.’s Handelsvereeniging en Hollandsche,Transatlan-
tische 1-Landeisvereeniging, die bij vrij omvangrijkeii handel
eenige procenten in koers konden monteeren.
Daarentegen toonde de
cultuurmarict een gedrukte stem-
ming. Het bericht, dat zeven schepen ter beschikking zouden
worden gesteld, om suiker van Java naar de Vereeuigde
Staten te vervoeren, had geen invloed, daar anderzijds
bekend werd, dat de opbrengstprijzeu verre beneden clie
van het vorig jaar gebleven zijn. Ook de zeer gunstige maal.
resultaten lieten geen enkel spoor na, zoodat als geheel
deze afdeoling de week bom en ongeanimeerd verlaat.
Hoewel niet geheel tot de cultuurafdeeling behoorende,
moet hier toch melding worden gemaakt van de aangeda-
mere tendenz, welke voor aandeelen Nederlandsch.Indische
Handelsbank is ontstaan. Zoowel de oude aandeelen, als de
claims werden bij groote posten uit de markt genomen en
een gezond herstel trad in na de plotselinge reactie, welke
bij het publiceeren van het plan tot uitgifte van een nieuwe
serie van het aandeelenkapitaal was ontstaan.
De
ta-baksafdeeling
had mede voor enkele soorten koers-
verheffiugen te boeken. Langzamerhand komen de berichten
binnen omtrent den geheeeu of gedeeltelijken verkoop van
oogst 1916, waaruit blijkt, dat de prijzen alle zoodanig zijn,
dat zij voor de betrokken ondernemingen goede winstmarges
laten. In de achter ons liggende beriehtsperiode konden
hiervan voornamelijk aandeelen Deli Maatschappij en Medan profiteeren, terwijl ook aandeelen Boeloes op grootere schaal
dan anders werden gekocht.
De
rubbermarkt
had dezen keer eenige bizonder bevoor-
rechte fondsen, waarop gewoonlijk de aandacht niet geves-
tigd wordt. Te releveeren vallen hier aaudeelen Sumatra
Rubber en Suriname Balata, welkei aankoopen vergezeld
gingen met geruchten omtrent zeer mooie dividend-uitkee-
ringen. De beurs komt overigens langzamerhand in een
stadium, waarin zij geneigd is, iedere gunstige dividend-
taxatie voefstoots aan te nemen. Hoewel ongetwijfeld ver-
schillende maatschappijen ook in 1917 een zeer berredigend
resultaat behaald zullen hebben, is het niet aan te nemen, dat tle uitkomsten van een enkel jaar -of zelfs van enkele
jaren den directies aanleiding – zullen geven als regel een
vrijgevige dividend-politiek toe te passen, vooral niet, waar
de eventueel gunstige resultaten in ieder geval ook in een
buitengewonen tijd behaald zijn. Veeleer valt aan te nemen, dat een conservatief beheer met grooto reserves en aanmer-
kelijke afschrijvingen zal worden gêvolgd. Dit komt,
ontegenzegljk den aandeelen veel meer ten goede, ddth kan toch, gezien de psychologische gesteldheid van het
publiek in zijn breede lagen, de oorzaak w’orden van koers-
reacties. –

22 Jan. 25 Jan. 28 Jan.j
°

Amsterdamsehe Bank

..
. .
194
1941/
s

194
Ned. Handel-Mij. cert. v. aand.
190/io
191
1910/8
+
1°!16
Rotterd.Bankvereeniging
. .
149
1
12
149
3
/o
1490/1

Amst. Superfosfaatfabriek..
167
165 167
Van Berkel’s Patent ……
168 185 179
+
11
Insulinde Oliefabriek……
233
233
236
+
3
Jurgens’ Ver. Fabr. pr. aand.
109 109
1081/4
_1/4

Ned. Scheepsbouw-Mij. ….
171
173/a
173/8
+
218
Philips’ Gloeilampenfabriek.
377 377 379
1
/2
+
2
‘Io

R. S. Stokvis
&
Zonen ….
638
644’/2
640
+
2
Vereenigde Blikfabrieken ..
144
149
146’/4
+
20/4
Compania Mercantil Argent.
223
7
/s
2240/
4

223
– 7/8

Cultuur.Mij.d.Vorstenlaud..
215
1
/2
2170/4
217
+
lui
Haudelsver. Amsterdam….
450 440 440
—10
Holl. Transati. Handelsver.
169
1
/0
170
1/4

173
1
/
+
4°/s
Linde Teves
&
Stokvis ….
234 233
235
+
1
Van Nierop&Co’sHandel-Mij.
193
1
/0
196
200
+
6
1
j2
Tels
&
Co.’s Handel-Mij. ..
169 170
1740/0
+
5’/2
Gecons.Holl. Petroleum-Mij.
221
223 ‘/
223
1
/
+
2’/2
Kon. Petroleum-Mij. ……
548’/s
5481/4

549
+
81

Orion Petroleum-Mij.

….
950/4

103
104
+
8
1
/4
Steaua Romana Petr.-Mij…
215
211
1
/4
214
—1
Ainsterdam-Rubber-Mij.

..
233
8
/4
233
239
+
51/4

Nederl.

Rubbr-Mij.

……
.
132’/
131
1
12
135
+
2
1
12
Oost-Java-Rubber-Mij…..
-264
269
1
/2
273
+
9
Deli-Maatschappij ………
527
0
/4
526 529
+
1’/
Medan-Tabsk.Maatschappij..
220
2210/
4

227
+
7
Senembah-Maatschappij ….
589
0
/
4

592
600 ‘/o
+
111/4

Op de
schoepvaarimarkt
beginnen deze symptomen. zich
reeds voor te doen. Ondanks de voor ons land gunstige
voorloopige beridhten betreffende onze in Anierikaansche
havens liggende schepen en uiettegenstaande de ten slotte
volkomen in het reine gebrachte afvaart van het stoomschip
,,Nieuw-Amsterdam” (factoren, waarop de markt haar
geheele hoop had gesteld) is de rechte stemming voor
scheepvaartwaarden in de afgeloopen week ook niet geko-
men. Veeleer werd van het eenigszins verhoogde koerspeil
gebruik gemaakt om tot realisaties over te gaan, nu men
reeds fluistert, dat de dividend-uitkeeringen vermoedelijk
niet zoodanig zullen zijn, dat, uit rendementsoogpunt, de
tegenwoordige koersen te wettigen zijn. Het is echter een
gunstige factor, dat de meeste scheepvaartwaardeu zich in
vaste handen bevinden, die deze fondsen niet gekocht heb-
ben met het oog op directe koerswinst, doch na degelijke
beschouwing van de mdrites en de vdoruitzichten, zoodat
van groot aanbod geen sprake is geweest.
Rijzing
22 Jan. 25 Jan. 28 Jan.0f

Holland-Amerika-Lijn .. .. 437

4341 435

—2

,,gem.Eig. 421

417 – 417

—4

Holland-Gulf-Stoomv.-Mij… 357

350

348

—9
HoIl. Alg. Atl. Stoomv.-Mij. 201
1
/0
2041/
205’/i + 4
Hollandsche Stoomboot-Mij.. 293
0/4
291’/2 296’/4 + 20/
2

Java-China-Japan-Lijn . . . . 307
1
/2
303

302

– 5
1
/2

Kon. Hollandsche Lloyd .. 200

199
1
/2 200
Kon: Ned. Stoomboot-Mij. .. 274 ‘/m 270
5/
2721/
4
– 21/
4

Kon. Paketvaart-Mij ……. 302ijs 296
1
/4 300

—2 ‘/o

Maatschappij Zeevaart …. 404

404

404
Nederl. Scheepvaart-Unie .. 283’/2 278
2
/8
281/4

2’/4

Nievelt Goudriaan ……..1250

1250

1250

Rotterdamsche Lloyd ……299’/s 298
1
/4 207

– 2

Stoomv.-Mij. ,,Hillegersberg” 455

440

440

– 15

,,Nederland” .. 284

283
1
/2 284

‘,,Noordzee” .. 309

308

306 ‘/o —2
0
/2
,,Oostzee”

470

470

455

– 15

Op de
petrolauncmerkt
hebben ook in de afgeloopen week
slechts aandeelen Orion een leveudigen handel te aanschou-
wen gegeven. Nog steeds tast men in het duister betreffende
de voortdurend boopende geruchten omtrent overname dezer
maatschappij door een buitenlandsche groep, doch dit wa
voor de speculatie een aanleiding te meer haar aandacht
op liet fonds te concentreeren. Met wilde fluctuaties
varieerde het van 94 pCt. tot 106 pCt., om ten slotte de
week op bijna het hoogste peil te verlaten.
De
.Amerilcaansche afdeeling wcs
hoogst on-interessant

Loco-prijzen te Rotterdam/Amsterdam.

Soorten.

1

28 Jan.
t

21 Jan.
1

28Jan.
1

1918

1

1918

1917

632,-‘)
632,-‘)
Rogge (No. 2 Western)
.
nom. nom.
Tarwe ……. …………

400,-‘)

400,_1)
Mais

(La Plata)

……….
Gerst

(46

1h.

feeding)
.. ..
400,-‘)
400,-
1
)
Haver (38 ib. whiteclipped)
20,-
1
)
20,-
1
)
Lijnkoeken (Noord-Aine-
1
280,-‘)

280,-
1
)
rika van La Plata-zaad)
Lijnzaad (La Plata) …… ..bom.

nom.

740,

‘) Regeeringsprijs.
26 Jan. 1917, 26 Jan. 1916 en 26 Jan. 1915

509,-‘)
non,.
345

-‘)
345,-‘)
19,-‘)
200,-‘)

106

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 Januari 1918

en verlaten. Van handel – is. hier practisch geen sprake
geweest, behalve in de meest cotirante soorten als Steels en
ivJarinewaarden, die echter ook geen belangrijke koers-
variaties te aanschouwen hebben gegeven.
Mizing
22 Jan. 25 Jan. 28 Jan.0i

American Car & Foundry .. 732/
4

721/
4

7315/, +
12
/je
Anaconda Copper ……..143

142°/io 143’/i +
Un. States Steel Corp. . . 95/jj
945/

95
/2 – /
io
Atchison Topeka ………. 9O18/,
o
90
1
/8

92″/io +
l/a
Southern Pacific ……….83

83/,, 85’/,, + 2’/,,
Union Pacific …………125’/, 1221/
4
124’/2 -1
Int.Merc.Marineafgest…..3O
8
/s

29Is

30
1
!

+
1/8
prefs. 105

104
/2
104
1
/2 – 2/5

De
geidmarkt
is iets stroever geworden, zoodat de rente-
voet voor gelden op prolongatie zich fractioneel boven
4 pCt. beweegt.

GOEDERENHANDEL.

GRANEN.

29 Januari 1918. De berichten van de verschillende productielanden buiten
Europa zijn in den laatsten tijd gunstig geweest. In
Argentinië is niet lang geleden nog al regen gevallen, die
vooral voor den maïsoogst zeer gewerischt was. Voor zoover
wij van hieruit kunnen beoordeelen zou deze regen niet
gunstig zijn voor den t a r w e oogst, doch klachten dienaan-
gaande ontbreken en terwijl het zonder twijfel de oogstbe-
weging vertraagd zal hebben, schijnt deze toch voldoende
te zijn, althans de voorraden in de havenplaatsen nemen
toe. In het vorige weekoverzicht werd reeds aangegeven,.dat
wederom veel hoogere cijfers voor de opbrengst van den tarw’eoogst in Argentinië genoemd werden; de officieele
bevestiging ontbreekt nog steeds. Dat de prijzen een min of
meer stijgende tendenz toonen, vindt ongetwijfeld zijn oor-
zaak in de groote contracten, die werden afgesloten. Def’ini-
tieve berichten, dat het contract met Engeland geteekend
is, hebben ons nog steeds niet bereikt, doch in vakkringen
in Engeland neemt men algemeen aan, dat dit toch niet
lang meer op zich kan laten wachten. In de Veieenigde Sta-
ten is het grootste gedeelte der tarwevelden bedekt met vol-
doende sneeuw. Toch schijnt de wintertarwe hier en daar ge.
leden te hebben en men verwacht, dat evenals verleden jaar
een aanzienlijke oppervlakte omgeploegd zal moeten worden. Wat betreft den ouden oogst, nog steeds blijven de aanvoeren
opmerkelijk klein en de zichtbare voorraad is dan ook weder.

om eenigszins afgenomen. De transportmoeilijkheden veroor-
zaken hier en daar plaatselijke schaarschte. De versche-
pingen van tarwe van Australië naar de Westkust van
Noord-Amerika zouden bqgonnen zijn, doch het zal wederom
een nieuw vraagstuk uitmaken om ook deze tarwe wederom
over het verdere land te distribueeren. De zichtbare voor-
raad in Australië bedroeg begin Januari ca. 3.000.000 tons,
terwijl juist wederom een nieuwe oogst aan de markt komt.
11et zal dus nog wel geruionen tijd duren voor deze voor-
raden tot een eenigszins normaal peil zijn teruggebracht.
De verschepingen van tarwe blijven over het algemeen zeer klein en in alle Europeesche landen heeft men maat-
regelen te nemen om het verbruik te beperken. Zooals men weet, is ook Amerika hiermede begonnen.
In Europa is de weersomstandigheid over het algemeen
gunstig geweet voor het wintergraan. Nu bijna overal de
sneeuwbedekking verdwenen is, zou evenwel een harde
vorst nog schade kunnen veroorzaken, zoodat wij nog een
tamelijk critieken tijd hebben door te maken.
Over voedergranen en ljnzaad hebben wij deze week
geen nieuws te vermelden, behalve dat de prijs voor het
laatste artikel in Argentinië wederom’ tamelijk sterk geste-
gen is, uiettegenstaande de voorraad in de havenplaatsen
vrij aanzienlijk is toegenomen.

Buitenlandsche granen in Nederland.

Met spanning wordt de definitieve totstandkoming van een regeling betreffende den aanvoer van graan voor ons
land tegemoet gezien. Waar onze voorraden zoo gering zijn
geworden is spoedige aanvoer absoluut noodzakelijk.

JAVA-THEE.
De afdoening van 25 dezer had op dezelfde wijze plaats
als beide voorgaande afdoeningen. Een zeer belangrijke ver-
betering was, dat er vele kleine koopen van 1, 2 en 3 kisten
waren, zoodat ieder naar keuze zijn kwantum geheel kon
koopen. Algemeen kocht men het eerst weg de zware kisten
van prima en goede kwaliteit; evenals vorige afdoeningen
bleken ook thans de betere kwaliteiten het incest te zijn
gevraagd. Van de ex vorige veiling kon het restant Sumatra-
thee.thns koopers vinden.
Aangeboden in veiling en afdoeni8g:
tot: 25Jan.’18 22Feb.’17 3Feb.’16
5
Feb.’15 29Jan.’14
11
6812kn. 11063kn. 21167kn. 16577kn. 20740kn.
waarvan:
Blad

35
0/

51
0/

46
0/

37
0
10

38
0
/0
Gruis

65
0/

49
0/

54
0/

63
0/

62
0/

Noteeringen.

Chicago
Buenos Ayre Dato
Tarwe
I

Mats
Haver
I

Tarwe
May.,
Lijnzaad
Mei Mei Mei
Febr.
I

Febr.
Febr.

26 Jan.’18 220

5)1251/
4

793/4

13,45
7,10

18
1
80
10

,,

’18 220

8
)127
5
18
4
)
768/
8

13,25
6,80)

16,85
26Jan.’17 181 ‘/o

101
7/
58

14,00
10,15
5)

24,00
26 Jan.’16 136
1
/

79/8
53’/,

9,50 5,50
6
)

12,80
26Jan.’15 146
1
/2

80
1
/2
58
1
/4

11,20
5,40

9,60
20 Juli ’14

82

1)

56/8

)
361/2
1)

9,40
2)

5,38
2)

13,70
2)

t
)
per

Dec.

‘)

per

Sept.
5)

offic.

vastgestelde

locoprijs
4) per Januari
6)
per Maart
0)
per Mei
De noteeringen van Buenos Ayres zijn van
11 en 4 Jan.1918,

AANVOEREN in tons van 1000 K.G. voor verbruik in Nederland.

Rotterdam
Amsterdam
Totaal
Artikelen.
20-26 Jan.

Sedert

Overeenk.

20-26 Jan.

Sedert

Overeenk.
1918

1 Jan. 1918

tijdvak 1917
1918

1 Jan. 1918

tijdvak 1917
1918

1917

Tarwe ……………..


36.812.
– –
– –

36.812



4.465




4.405
Boekweit

…………


654

.


– –
654


34.451


27.962
– –
62.413

..


2.608


5.492

8.100

Rogge

………………

..


-.


6.790

6.790

Mais

……………….
Gerst

………………






7.560

7.560

Haver

………………
Lijnzaad
…………….
Lijnkoek …………….

..

5.850


9.132

14.982
Tarwemeel
………….
. –

2.681





2.681

AANVOEREN
in tons van
1000
K.G.
voor België.
9.141
21.020 40.458



21.020
40.458
Mais

…….


7.479
– –


7.479

Tarwe
……………..







– –
Rogge
……………..
– – –

– –

Tarwemeel
………….
Gerst

……………..


144




144

30 Januari 1918

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

107

Loop der prijzen
ets,

ets,

ets,

ets,

ets.
G.Ord.Bl. 81 9.83

90 9.93

589.00

569.58

449.46
G.Ord.r.829.83

899.92

519.53

499.51

449.45

Betreffende eene volgende afdoening werd niets bekeud
gemaakt.
Wicht der kisten aaligenollien op Anno 1916, 1917 en 1918,
Blad 42 K.G., Gruis 51
t/2
K….voorgaande jaren Blad 43
K.G., Gruis 53
1
/2
K.G. –

SUIKER.

De verwerking van den Bietsui ker-oogst is in ons
land bijna afgeloopen en het laat zich weet’ aanzien, dat het
eindresultaat nog zal medevallen. In Duitschland blijft
de toestand ten opzichte van den nieuwen aanplant nog
onzeker. In Oos te u rij k-E[ o ii gat’ ije wordt de in ons
lstste bericht meegedeelde jongste raming vali den oogst
als volgt gespecificeerd.

Aantal verket.sde

Bietoogst.
fabrieken,

(Tous).
(Runting).
1917/18

1916/17
1917/18
1916117
Bohemen ……
104

105
1.818.900
2.736.900
Moravië enz…
52

52
1.100.100
1.703.800
Hongarije

}
..
en Bosnie
28

29
1.240.500
1.463.800

Totaal….
184

186
4.159.500
5.904.500

Ruwsuikei’oogst.

Achteruitgang
(Tons). in

0
/
0
.

(Rainiug).
Bieten.
Suiker.
1917/18

1916/17
Bohenten

314.300

458.953

33,5

31,5
MoraviU enz.

182.450

267.505

35,4

31,8
Hongarije ‘ ..

171.500

208.775

15.2

17,8
en Bosnie

Totaal ….

668.250

935.233

29,6

28,5

in Engeland wordt de rantsoeneering van suiker krachtig
doorgevoerd.
Uit Java kwam geen nieuws binnen. Het is te hopen
dat de definitieve scheepvaartovereenkonist joet Amerika
ook eene regeling zal brengen yoor het vervoer van Java-
suiker naar Amerika, waaraan dit land in den loop van
het jaar nog behoefte zal hebben.
De afschepingea uit Mao r i t i us worden als volgt op-
gegeven:
naar:’

1916/17

1915/16

1914/15
Engeland …………7.952

164.312

198.098 tons
Andere Eut’op. landen
(hoofdz. Frankrijk)

163.788

5.588

92
Amerika …………86

273


IndiO …………….22.249

37.019

68.859
Australië …………373

709


flongkong …………167

489

467
Zuid-Amerika

380

138

750
Andere landen ……..1.184

945

1.391

Totaal ……196.179

209.473

296,693 tons

En ‘A m er ik a blijft de noteering voor Spot Centrifugals
op 5,90 c. ])e behoefte aldaar kan voorloopig door de aan-
voeren uit Cuba gedekt worden. Wanneer al het riet, dat op de velden staat, vermalen zou kunnen worden, raamt
Guma den aldaar bereikbareit oogst op 3.589.000 tons en
Himely op 3.622.000 tons; tegelijkertijd blijven echter Willett
& Gray hunne raming van de vermoedelijke opbrengst
met 3.200.000 tans handhaven.

C u b a-statistiek
1918 1917
1916
Ontv. der week tdtö Jaji.
37.679
35.209
01.551 totis
Totaal sedert 1 Dec. 1917
96.483
70.173
145.622
Werkende fabrieken….
130
111
135

NOTEERINGEN.

Data
Amsterdam
per

Londen
Neo York
95%
Tak,
Whtle

A,,,eric.
Januari
Cubes
1

Java,
Faled

Cer,Irifugals.
No.I
Job.

25 Jan. 1918 . .,.
f

53/9
15/9


18

,,19l8….

5319
15/9


25 Jeu. 1917..
. .
23
9
/je
47’I



5.02
25 Jan. 1916.. .
.
24/
40;6
2013
23/—
4,64 9.4,77
21 Juli

1914. .
. .
11

/;,
16!—
– –
3.26

KATOEN.

Noteeringen vôor Loco-Katoen.

(Middling Uplands)..

25
Jan,181
18Jan.
‘l8

11jan.’18
25Jan.’17
25Jan.’16

New
‘York voor
Middling..
31,80e
31,75e 32,60e
17,15e 12,20e New Orleans
voor Middling
30,87 c
31,— c 31,75 c
16,88e 12,00e
Liverpool

voor
Good Micldling
– ‘
23,98 cl’)
24,06 d
10,74d’)I
8,13cl’)

Ontvangsten in, en uitvoeren van Amerikaansche havens.
– (in duizendtallen balen.)

1
Aug.
l7

Overeenkomsligc perioden tot
11Jan. ’18

19I6—’17
1
19I5-16

Ontvangsten Gulf-Havens..
2185
3305
2737
,,

Atlant.Havens
1578
1896
1783
tjitvoerna.arGr.Brittannil
1393
1707
1116
‘t Vasteland.

821
1316
1242
Japan ete…
5


347 185

‘Voorraden in duizendtallen
11Jan.
’18
II
Jan.
’17
lIjan.

1342
1489
1743
Aierik. havens ………..
Binnenland ………
…..
1195
1259
1341
New York

…………….

.
153
327
New Orleans ………….-
492 445
Liverpool

……………
.
71
859
829

‘J .Midclling. ‘) 15 Jan,

CMarktbericht van de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons,
Mancheste’r, dd. 3 Januari 1918.

De katoeninarkt in Liverpool is sedert ons laatste beticht
slechts drie dagen open geweest, maar prijzen voor alle
kwaliteiten zijn weer hooger, ook in verband met de zeer
vaste steniming in New York tengevolge van vredesgeruchten
en een goede vraag van de industrie, speciaal voor dé latere
maanden.
In gareus is ook niet veel omgegaan, doch prijzen zijn
weer hooger en schijnen voorloopig te blijven stijgen. Voor
het binnenland wordt vrijwel niets afgesloten en ook de
cxportvraag heeft geheel opgehouden, terwijl prijzen thans
een dergelijk niveau hebben bereikt, dat men voor latere
levering niet durft te koopen. Naar Egyptische garens is
goede vraag voor alle soorten en hoofdzakelijk voor de
Fransche markt zijn vrij vel zaken tot stand gekomen. De
doekmarkt is zeer vast en prijzen zijn weer hooger in
verband met de stijging van garenprijzen, hoewel de vraag
zeer

verminderd is en men alleen in hoog noodige gevallen
tot aankoop overgaat. De meeste koopers wachten liever cle
markt nog eens af tot na de feestdagen en over het algemeen
isde handel van weinig beteekenis.

Manchester, dd. 10 Januari 1918.

Het achtste Ginners’ Rapport, dat tot 31 December 1917
loopt, is gisteren gepubliceerd en was hooger dan men
vertvachtte, n.l. 10.450.000 balen tegeu 11.039.000 balen
verleden jaar en 10.645.000 balen in 1915. Niettegenstaande
deze cijfers ivaren de Anierikaansche markten weer honger
en de stemming was gedurende de heele week zeer vast.
De stijging werd verder gestimuleerd door clekkingen ‘van
baissiet’s, aanknopen voor vreemde rekening en verwachtingen
van grootere uitvoeren. Do spotnoteeringen van Egyptische
katoen in Liverpool, zijn verlaagd, hoewel gebruikers be-
weren, dat de werkelijke prijzen, waarvoor men kan koopen,
absoluut niet goedkooper geworden zijn. Amerikaansche
garens blijven zeer vast, vooral in de ,neclio’nummers.
Mleen kleine partijen worden verhandeld, hoofdzakelijk
voor binnenlandsche goederen, terwijl men voor directe levering nog steeds hoogere prijzen kan krijgen. Enkele
sinners ‘maken daarvan ook misbruik ten koste van hunne
oudere contracten. . Egyptische garens zijn duurder en
spinners zoowel van enkele als van getwijnde soorten zijn
voôr maanden bezet. Er is een goede vraag voor de grovere
nummers voor de tricotage’fabrieken en eveneens voor
inslaggarens om te twijnen. Bundelgarens worden niet
speciaal gevraagd en cle prijzen zijn wel verschrikkelijk
hoog, hoewel daaraan niet veel te doen is. Er is niets
nieuws over de exportvraag, die nog steeds zeer beperkt blijft.
De doekmarkt blijft zeer vast, maar kalm en de meeste
koopers zijn nog niet bereid de laatste verhoogingen te
betalen nu de overzeesche markten deze verhoogingen ook

108

.

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 Januari 1918

minder grif volgen. De biedingen van Indië en China zijn
veel te laag en over het algemeen gaat voor het Oosten
weinig om. De binnenlandsche vraag is goed en voorraden
vinden grif plaatsing.

WOL

Te Londen vond een publieke verkoop van 9000 balen
Australiselie wol plaats tegen van overheidswege vastge-
stelde limieten. Er was weinig animo en ongeveer
65
0
/0
van de aangeboden partijen moest worden teruggenomen.
Het 1)ro(luct van den nieuweji scheer ziet er over ‘t algemçeii
goed uit..
In Australië zijn de producenten ten deele genoodzaakt
de vol ter plaatse op te slaan tengevolge van gebrek aan
seheepsruimte.
De productie in Nieuw-Zeeland belooft overvloedig te wordën
door de belangrijke vermeerdering uit geboorte over het
geheele land.

HUIDEN.

Bericht van de firma Grisar & Co.: In exotische huiden kwamen deze week geene zaken tot
stand, en blijft men in afwachting van (le aan de markt
gestelde Kaaphuiden. In Engeland krimpt de voorraad hui.
-den zeer. En Liverpöol kwamen af.doeningen van gezouten
La Platahuiden tot iets hoogere prijzen tot stand.
. 0.
Voor inlaiidsche Luiden blijft de vaste stemming aanhou-
den. In kalfsvellen werden afgeloopen week enkele zaken
afgesloten tegen hoogere prijzen.

PETROLEUM.

-.

(Ontleend aan den ,,Petroleum
iteview”).

Londen, 11 Januari 1918. *)

4
De prijzen voor geraffineerde petroleum zijn onveraudefd;
Standard White gaat tegen 1
S.
6
1
/
2
cl. pet gallon en Water
White 1 s. 7 ‘/ d. per gallon.
Srneerolie. De markt is vast. De prijzen hebben geen
verandering ondergaan.

American pale . . .. £30 tot £37 10 s.

American red …… £32 ,, £38 10 s.
Aanerican filt. cyl.. . £38 ,, £46 10 s.
American darkcyl. £ 20 lOs.,, £35 10 s.
Benzine. De prijzen voor tieu kleinhandel zijn:
No. 2 …………3 s. 6 d. per gallon.
No. 3 …………3 s. 5 (1.,,

,,


Beide merken zijn in Schntland en Ierland 1 d. per gal-
lon duurder.

Terpentijn. Voor Anterikaansche terpentijn werden, nu
een kleine stijging, de volgeiide eiudprijzen genoteerd:

Loco

…………124 s. 3 (l.
Februari/April ….126 s. 3 d.

Paraffine. De nominale noteeringen wisselen af van 8’/id.
tot_il d. per gallon, in verband met het smeltpuut.

Van liet verhandelen van stookolie en vethondende -olijin
is niets genoteerd.

Liverpool, 10 Januari 1918.
Petroleum-producten vinden vasteu verkoop en Anieri-
kaansch wordt met 1 s. 5 1. tot 1 s. 6 cl. per gallon betaald.
Er is geen Russische olie aan de markt. Voor den klein-
handel staat benzine 3 s. 3 d. per gallon genoteerd.

Bakoit, 1 Januari 1918.
Er is voortdurend vaste vraag naar ruwe olie tegen ‘de
nieuwe prijzen, vastgesteld door het Gouvernement op 90
kopeken per pned.

New York, 10 Januari 1918.
Geraffineerd in kisten ..
15,50
c. per gallou
Standard White in vaten 11,15 ,,,,,,
Credit Balances ……..3,50 ,,,,,,
Penusylvanian Crude .. $ 3,75 per vat.
Op 4 December heeft cle laatste prijsstijging van 25 cent
llaats gevonden.

Philadelphia, 10 Jai.ivari 1918. Standard White ……11,15 c. per gallon.

) De nummers over i)eceinber werden tot op heden,nog
i,iet ontvangen.

VERKEERS WEZEN.

SCHEEPVAART.
26 januari 1918. De vrachtenmarkt bleef onveranderd.
De Nederlamidsehe transatlantische scheepvaart zal einde-
lijk hervat worden. Reeders krijgen toestemming tot het

afsluiten hunner in Amerika liggende schepen voor een
kort tijdperk, in afwachting van een definitieve regeling,
in verband met voedsel- emi bunkerkolenlevering door de
Vereeuigcle Staten aan ons land. In de bladen verscheen
een bericht, dat, indien een dergelijke regeling gemaakt
wordt, Dnitschlaud alle reederijen, die ruimte aan de
Amerikaanscite regeering afstaan, op de zwarte lijst zal
plaatsen, waaruit volgt, dat cle reederijen geen Duitsche
bunkerkoleu en geen Duitsch ijzer voor reparatie zouden
kunnen bekomen. Vermoedelijk zullen reederjen, die van
Amerika lading aanvoeren voor de Belief en onzijdige
lande,,, bij het zwarte-lijst-dreigement wel niet betrokken
zijn.
De koleuvrachten van Engeland naar, Nederland werden
een weinig gewijzigd. Bij verscheping met stukgoecibooten wordt betaald
f
42,— per ton van de Humber,
f
48,-
van de Tyiie en
f
55,— van Methil. De timechartervraeht voor kolenbooten bedraagt thans
f
is,—
per ton d.w. per
maand voor de eerste 1000 tons,
f 1.5,—
voor de volgende
1000 tons en telkens
f 1,—
minder voor iedere volgende
1000 tons; molestveizekering voor rekening der regeering.

GRAAN.

All.
Kust

San Lorcnzo
Odessa

Ver. Staten

-.
Data
grad
1
Rotte,.
Londen!1 dam

Rotte,- Bristol Rotte,.
1
Enge.
R’dan,

dam
1
Kanaal dam
1
land

21126 Jan.
19181

1

1

1
50/-
1

1200/-
14/19

,,
19181


1

50/-
j

200/-
22/27 Jan.
19171

i

If 17,—1 231-
1

130/-
24/29 Jan.
10161

1

1,,
10,—1

16/-
1f 75,—1
140/-
Juli
1914f

11(1.
7i3

I1’h1
1
/o

1/11
‘/oj

12!-

12/-

HOUT.

Cronstadi
Golf
van
Mexico-

Data
Oosi
Holland

Engeland
Holland Engeland
(gezaagd)
I

(‘m,ijn.,
(pttch-
pine)
(
p
itch.
I

ptne)

21/26 Jan. 1918 ……
1

1

1

1


14i19

,,

1918 ……
1

t

1


22/27 Jan. 1917. …..
1

1

1


24i29 Jan. 1916 ……
1

1

1

1
450/-

juli 1914 …… .fl2,—

24/6

75/-

77/6

ERTS.

I
bra’

Bill,ao

Cortha.

Grie

Middles-
ken- 1Pot!

Middlc
Data

Middles.

gena

land

“To
.

1,10

broS

1

21/26 Jan. 1918


14/19

,,

1918 ……
1


r

22127 Jan. 1017 ……1 201-

21/6

24/29 Jan. 1916 …….23/-

22/-


Juli

1914 ……
1

413

5/4ij

5/9

8/6

KOLEN.

Cardif

Oostk. Eneland

Data

Bar-

Genua

p0t

La
1
. .. —:

deaux

Sesd

Plot.
dam

sta
s
Rivier

21/26 Jan. 1918 69/- 101/3

– f45,— –
14/19,; 1918

691- 10113

– ,,42,50 –
22/27 Jan. 1917 34/-

5916

70/-

24/29 Jan. 1916 fr44,50 7613

90/-

40/6 ,,5,50


Juli 1914 ,, 7,—

71-

713

1416

3/2

51-

DIVERSEN.

1 Boml,ag 1 Btrmo 1 Vladivo. 1 Chtll
1
West
1
West
1
stoet t West

Data

1
Europa
1
Europa
1
West
1
Europa

21/26 Jas,. 1918 …….275/-

500/-

200/-
14/19

,,

1918 …….2751-

500/-

2001-

22/27 Jan. 1917 …….220/-

27216


24/29 Jan. 1916 ……

17

.140/-

170/-

0/-

125/-

Juli 1914 …….14/6

16/3

25/-

2213

Graan Petrograd per quarter van
496
11s.
zwaar, Odessa per Un/t, Ver.
Staten per quorter van 480 163. zwaar.
Hout gezaagd en pttehptne per St. Pet. Standard van 165 kub. ot., mijn.
stuiten per vadem van 216 kul,. vi.
Overige noteeringen per ton van
1015
K.G.

Auteur