Ga direct naar de content

Werkloosheid onder allochtonen verder gedaald

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: september 28 2001

Werkloosheid onder allochtonen verder gedaald
Aute ur(s ):
CBS (auteur)
De pagina wordt verzorgd door de divisie sociale en ruimtelijke statistieken van het CBS.
Ve rs che ne n in:
ESB, 86e jaargang, nr. 4326, pagina 751, 28 september 2001 (datum)
Rubrie k :
Statistiek
Tre fw oord(e n):
arbeidsmarkt

Nederland telt bijna twee miljoen inwoners in de leeftijd van 15-64 jaar die tot de allochtonen worden gerekend. Dat wil zeggen dat
minstens één ouder in het buitenland is geboren. Ongeveer de helft van deze allochtonen is afkomstig uit een niet-westers land, zoals
Turkije, Suriname en Marokko. De meeste van deze niet-westerse allochtonen zijn zelf in het buitenland geboren (eerste generatie),
een minderheid is in Nederland geboren en behoort daarmee tot de tweede generatie.
Kenmerkend voor de niet-westerse allochtonen is nog steeds hun lage arbeidsparticipatie en hoge werkloosheid, al heeft de sterke
werkgelegenheidsgroei van de afgelopen jaren veel allochtonen aan werk geholpen. In 2000 was bij de autochtonen drie procent van de
beroepsbevolking werkloos. Bij westerse allochtonen was dit vijf procent, en bij de niet-westerse allochtonen elf procent. In vergelijking
met vijf jaar geleden is de werkloosheid onder alle bevolkingsgroepen sterk gedaald, maar de verschillen tussen de niet-westerse
allochtonen en de autochtonen zijn nog steeds groot.
Onder de allochtonen van de tweede generatie (in Nederland geboren) is het werkloosheidspercentage lager dan onder de allochtonen
van de eerste generatie. In 2000 bedroeg de werkloosheid bij de tweede-generatie niet-westerse allochtonen acht procent, tegenover elf
procent bij de eerste generatie. Bij de westerse allochtonen is er een soortgelijk verschil: vier procent van de tweede-generatie is
werkloos, en zeven procent van de eerste generatie.
De verschillen in werkloosheidspercentages tussen allochtonen en autochtonen zijn aanwezig bij elk opleidingsniveau. Zowel de laag,
middelbaar als hoog opgeleide allochtonen zijn vaker werkloos dan autochtonen. In 2000 is bij laag opgeleide mensen veertien procent
van de niet-westerse allochtonen werkloos tegenover vier procent bij de autochtonen. Ook bij de hoog opgeleiden is het verschil
aanzienlijk. Van de hoog opgeleide niet-westerse allochtonen is negen procent werkloos tegenover slechts twee procent van de
autochtonen.
Zie figuur 1, figuur 2 en figuur 3 .

figuur 1. Werkloosheid naar herkomstgroepering, 1995-2000, percentage van de beroepsbevolking

Figuur 2. Werkloosheid onder allochtonen van de eerste en tweede generatie, 2000, perentage van de beroepsbevolking

Figuur 3. Werkloosheid van autochtonen en allochtonen naar opleidingsniveau, 2000, percentage van de beroepsbevolking

Copyright © 2001 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteur