Ga direct naar de content

Weerstand tegen productieve dienstverlening in het onderwijs

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: februari 6 2009

column

Henriëtte Maassen van den Brink

Weerstand tegen productieve dienstverlening
in het onderwijs
Efficiënter onderwijs kan bijdragen aan het betalen van
de kosten van de recessie terwijl nu de economische
recessie wordt bestreden door een voorschot op de toekomst te nemen. Overheden gaan een grote schuldenlast aan om de economie weer op het rechte spoor te
krijgen. De aflossing van de staatsschuld die nu wordt
aangegaan om de economie te stimuleren legt een
flinke hypotheek op toekomstige generaties. Voor de
afbetaling van deze hypotheek staan een aantal wegen
open. We kunnen bijvoorbeeld spaarders ervoor laten
opdraaien door de inflatie te laten oplopen. Verhoging
van de arbeidsdeelname biedt ook soelaas. Aan beide
opties kleven demografische nadelen, want inflatie treft
vooral ouderen met een pensioen. Daarnaast zijn door
de daling van het kindertal in de afgelopen decennia de
mogelijkheden voor uitbreiding van het arbeidsaanbod
beperkt. De meest pijnloze oplossing is verhoging van
de arbeidsproductiviteit. Door meer te presteren in
dezelfde tijd zou de hypotheek die wij nu op ons nemen
zonder veel problemen afgelost kunnen worden.
Helaas heeft Nederland op het gebied van productiviteitsgroei de afgelopen jaren slecht gepresteerd, want
die groei is in ons land de afgelopen twintig jaar achtergebleven bij die in de Verenigde Staten. Lag in de
jaren tachtig de productie per gewerkt uur nog vijftien
procent boven die in de Verenigde Staten, nu ligt het
er tien procent onder (WRR, 2007; REA, 2007). De
oorzaak van de achterblijvende productiviteitsgroei
ligt in de publieke dienstverlening Het Sociaal en
Cultureel Planbureau (SCP, 2007) heeft berekend dat
in de periode 1995–2004 de gemiddelde jaarlijkse
productiviteitsgroei in de publieke sector nihil was.
In de marktsector steeg de arbeidsproductiviteit in
dezelfde periode met 2,3 procent per jaar. Binnen de
publieke sector blijft vooral de arbeidsproductiviteit in
het onderwijs achter. Volgens het SCP was de producti­
viteitsgroei in het onderwijs negatief. Tussen 1995 en
2004 daalde de arbeidsproductiviteit gemiddeld met
0,9 procent per jaar. Het SCP schrijft dit toe aan de
klassenverkleining en aan de toename van de instroom
in het speciaal onderwijs. De arbeidsproductiviteit in
de dienstverlenende sector is lager dan in de industrie,
dit kennen we als de Wet van Baumol. Maar dat de
groei in deze sector negatief is, heeft zelfs Baumol niet
voorspeld. Verhoging van de arbeidsproductiviteit in
het onderwijs is hard nodig. Niet alleen om hiermee de
collectieve lastendruk enigszins te verlichten maar ook
omdat we worden geconfronteerd met een toenemend
lerarentekort. Ruim vijftigduizend oudere leraren zullen

de komende tien jaar het voortgezet onderwijs verlaten. De instroom van jonge leraren is bij lange na niet
voldoende om deze gaten te dichten. Volgens de statistieken van het Sector Bestuur Onderwijs Arbeidsmarkt
(SBO) wordt nu al in het voortgezet onderwijs elf
procent van de lessen door onbevoegde docenten en
zestien procent door onderbevoegde docenten gegeven.
Een toename van de arbeidsproductiviteit is in de
publieke sector betrekkelijk eenvoudig te realiseren door
vermindering van de kwaliteit van de dienstverlening,
bijvoorbeeld door klassenvergroting. Omgekeerd kan
verbetering van de kwaliteit van de dienstverlening
leiden tot lagere arbeidsproductiviteit, bijvoorbeeld bij
individueel onderwijs. Het denken over arbeidsproductiviteit in het onderwijs is nog weinig ontwikkeld en zowel
bij docenten als onderwijskundigen bestaat hier ook
een zekere weerstand tegen. Verhoging van de arbeidsproductiviteit wordt soms, maar ten onrechte, gelijkgesteld met verhoging van de werkdruk. De spectaculaire
v
­ erhoging van de arbeidsproductiviteit in de marktsector
gedurende de afgelopen decennia heeft de werkdruk
en de vaak fysieke werkbelasting eerder verminderd
dan vergroot. Inzicht in de arbeidsproductiviteit is een
eerste stap in verhoging van de arbeidsproductiviteit
in het onderwijs. Het is een voorwaarde om te kunnen
beoordelen of onderwijsinterventies, zoals regels of
didactische en onderwijskundige interventies, bijdragen
aan verhoging van de arbeidsproductiviteit en daarmee
effectieve interventies zijn, of juist belemmerend
werken. Verhoging van de arbeidsproductiviteit in het
onderwijs is van belang omdat hiermee het verwachte
lerarentekort kan worden opgevangen. Daarnaast kan
productiviteitsverbetering het draagvlak onder de bevolking om te betalen voor onderwijs vergroten. Immers,
burgers zijn eerder bereid om de stijgende lasten voor
hun rekening te nemen als ze weten dat hun geld goed
wordt besteed. Tot slot kan productiviteitsverhoging
middelen vrijmaken om de kwaliteit van onderwijs te
verbeteren. Wonderlijk dat we na alle discussie over
onderwijsvernieuwing nog steeds niet precies weten hoe
we de arbeidsproductiviteit kunnen verhogen zonder de
kwaliteit van onderwijs aan te tasten.
Literatuur
REA (2007) Van verdeling komt de winst. Advies van de Raad voor
Economisch Adviseurs, Tweede Kamer der Staten-Generaal 31
200, nr. 38. Den Haag: REA.
SCP (2007) Publieke prestaties in perspectief: memorandum quartaire
sector 2006–2011. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.
WRR (2007) Investeren in werkzekerheid. WRR rapport 77, Den Haag:
WRR.

De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders

te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.

ESB

94(4553) 6 februari 2009

79

Auteur