Ga direct naar de content

Wederkerigheid

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: januari 28 2005

Wederkerigheid
Aute ur(s ):
Dik Wolfson (auteur)
De auteur is emeritus hoogleraar economie. dwolfson@xs4all.nl
Ve rs che ne n in:
ESB, 90e jaargang, nr. 4451, pagina 27, 28 januari 2005 (datum)
Rubrie k :
Prikkel
Tre fw oord(e n):

Mijn favoriete Amerikaanse conservatief is Buchanan. Niet Pat – dat is een enge man – maar James, die de Nobelprijs economie won in
1986. Kijk even naar het volgende citaat: “The individual is simultaneously a demander and supplier, a buyer and seller. In social
arrangements, the person may be both a care giver and care receiver, a lover and a beloved, a gift taker and gift giver, a friend and a
befriended. By comparison, in law and in politics such reciprocity need not be present” (Buchanan & Congleton, 1998).
We wisten natuurlijk wel dat wederkerigheid een essentieel kenmerk is van sociale relaties en een bron van identificatie en vertrouwen.
Het gaat hier om die laatste zin: waarom weten het bestuursrecht en de politiek niet op die kennelijke behoefte in te spelen? Schuilt d‡‡r
misschien het antwoord op de vraag waarom zoveel mensen de politiek wantrouwen en Maurice de Hond zo’n goede sier maakt met z’n
veenbranden?
Wederkerigheid is een belangrijk informatiemechanisme. In de supermarkt geeft het koopgedrag een indruk van wat mensen waarderen.
Waarom winkelt de overheid van ons belastinggeld, zonder zich rechtstreeks te informeren over de dringendheid van onze behoeften?
Kan dat niet meer in overleg, in maatwerk, waarbij ook wij ons dan committeren aan een individuele inzet om prudent gebruik te maken
van voorzieningen?
Na de Tweede Wereldoorlog krijgt de verzorgingsstaat in snel tempo zijn beslag. Bestaanszekerheid emancipeert van een diaconale
gunst tot een geborgd recht. Gunsten bezwaren en rechten bevrijden; dat is het goede nieuws. Maar het gaat niet goed met de
uitvoering. Het bestuursrecht categoriseert rechten rond aanvankelijk nog representatieve inkomenspolitieke bakens als de kostwinner,
de modale man en de familie Doorsnee, maar weet vage verplichtingen om het beroep op voorzieningen tot het noodzakelijke te beperken,
geen vorm te geven. De rechten zijn afdwingbaar voor de rechter en de uitvoerders ontwijken de confrontatie. Zolang de groei
afwenteling van verantwoordelijkheden accommodeert, kabbelt dat zo voort.
Vanaf de jaren zeventig gaat het mis. Niet alleen met de groei, maar ook met de doeltreffendheid en de legitimiteit van het beleid. Burgers
emanciperen van volgzame onderdanen tot anonieme individualisten. Inkomenspolitieke bakens vervagen in pluriformiteit en het
oneigenlijk gebruik neemt toe. De politiek reageert met een steeds fijnmaziger specificatie van rechten, met als gevolg dat verschillen
binnen doelgroepen al gauw groter worden dan die daartussen. Dat is niet geloofwaardig. Tegelijkertijd begint het zwaartepunt van de
politiek zich te verplaatsen van de representatieve democratie naar arena’s van stakeholders, waar de buit naar de grootste bek gaat. Het
openbaar bestuur bedient client•les, maar weet die niet te binden. Wie zonder knokploeg achterblijft, raakt ‘maatschappelijk
teleurgesteld’ en wordt een speelbal voor populisten.
Zo raken politiek en burger elkaar kwijt. Wantrouwen alom. De kiezer zweeft. Kabinetten komen tot dusver nog niet veel verder dan
symptoombestrijding. Ze buigen wat om, laten daarbij de ‘goeden’ met de ‘kwaden’ lijden, en vluchten in management by speech, met een
beroep op burgerzin en participatie (‘meedoen’).
De oplossing ligt in de bindende kracht van wederkerigheid. Breng die terug op het individuele vlak. Combineer de ‘sterke punten’ van
overheid en markt in transactie, in wederkerigheid, binding en rekenschap. Laat partijen in quid pro quo duidelijk maken wat ze willen,
kunnen en moeten. Ontwikkel een transactiestaat die rechten borgt, kosten daarvan hoofdelijk omslaat, maar de toegankelijkheid tot die
rechten in maatwerk bindt aan inspanningsverplichtingen – over en weer – omtrent individuele tegenprestaties. Gelijk oversteken doet alle
belanghebbenden prijsgeven wat hun beweegt, door de hele kolom van beleid en uitvoering heen. ‘There is no preference like revealed
preference’. Het zichtbaar maken daarvan is een belangrijke voorwaarde voor het herstel van onderling vertrouwen en het afstemmen van
het aanbod op de werkelijke vraag. Laat uitvoerders bij afspraken omtrent verplichtingen van burgers in redelijkheid rekening houden
met verschillen in kennen en kunnen, maar laat wie zonder reden in gebreke blijft, zijn recht verspelen. Houd – omgekeerd – ook
overheden en andere ‘bazen’ (werkgevers, cafŽbazen uit Volendam) aan hun plichten. Breek de bureaucratie open door het speelveld te
verbreden met private uitvoerders die onderling concurreren om de gunst van de burger. De laatste jaren is een begin gemaakt met deze
aanpak, onder andere in de wao en de bijstand. De transactiekosten van een individuele gevalsbehandeling gaan daar omhoog, maar per
saldo zijn de resultaten frappant: de instroom daalt in weerwil van een zwakke conjunctuur. Denk voor verdere toepassingen – verticaal aan het bieden van ruimte aan professionals om binnen politiek gestelde randvoorwaarden ‘hun ding’ te doen, in ruil voor een zodanige
terugkoppeling van informatie dat de betrokken minister zijn verantwoordelijkheid (weer) kan dragen. Of denk – horizontaal – aan
transacties die greep geven op de relatie tussen overheidsdiensten onderling of tussen lagere overheden en woningcorporaties. Zo zijn
er talloze voorbeelden te noemen. Transactie herstelt evenwichten die in bureaucratie of in vrijblijvendheid verloren zijn gegaan
(Wolfson, te verschijnen). De samenleving is niet maakbaar, maar wederkerigheid maakt haar wel beter houdbaar.

Literatuur
Buchanan, J.M. & Congleton, R.P. (1998) Politics by Principle, not Interest. Cambridge; University Press, 3.
Wolfson, D.J. (2005) Transactie als bestuurlijke vernieuwing. wrr-Verkenningen, Den Haag (te verschijnen in april 2005).

Copyright © 2005 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteur