Ga direct naar de content

Verval

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: oktober 14 1987

Verval

Sedert ik een keer met moeite aan
arrestatie door een brandweerman
ben ontkomen draagt de overheid voor
mij een pet. De Koningin met haar
kroontje, de minister met zijn steek, de
bruggewachter in zijn huisje en de
postbode op zijn fiets doen zich aan mij
voor als vertegenwoordigers van een
ondeelbaar mystiek lichaam, dat tegelijkertijd de onderdaan koeieneert en
de burger dient. Sindshetarresteren in
mijn buurt is opgehouden, geloof ik bovendien dat zij alien het beste met mij
voorhebben. De voorschriften lijken
soms vreemd en onbegrijpelijk, maar
zoals de boer uit het sprookje, houd ik
het er maar op dat zij juist en rechtvaardig zullen blijken als je eenmaal de
ware toedracht kent.
De laatste tijd schrik ik ook wel eens.
Het begon met het Centraal Bureau
voor de Statistiek, dat mij statistische
gegevens aanbood onder de mededeling dat het CBS ,,niet aansprakelijk
(is) voor fouten en onjuistheden in de
gegevens die worden verstrekt”. Kort
daarna kreeg ik een circulaire van het
Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds,
afdeling voorlichting en marktcontact,
vol interessante en relevante informatie over mijn pensioen, met als slotopmerking „ U kunt aan deze folder geen
rechten ontlenen”. Deze passages
stemden mij tot zorgelijk getob. Ten
slotte kwam ik tot de conclusie dat zij
niets betekenen. Ik kan niet geloven
dat het CBS zo maar een rommeltje vol
fouten aflevert, en dan voor mijn klachten doof blijft, of dat de afdeling marktcontact van het ABP mij maar wat loze
onzin op de mouw spelt. Noblesse oblige! Wij hebben hier vermoedelijk te
maken met een nieuw soort bezweringsformule van het soort van ‘Hoogachtend’ of ‘God zal het u lonen’, uitsluitend bedoeld ter vrijwaring tegen
een enkele misselijke querulant die
grof misbruik zou widen maken van
een bona fide vergissing. Ik zal de formules zelf toch ook eens uitproberen
als ik weer een formulier moet invullen.
Kort nadat dit probleem was opgelost, vernam ik dat de minister van Onderwijs wil bezuinigerr door geen
onroerend-goedbelasting te betalen
en de collegegelden te verhogen. Ik
kon mijn oren niet geloven. Is het immers niet zo dat de overheid slechts
kan bezuinigen door een geringer
beslag op de schaarse goederen en
diensten te leggen? En is er niet jaren
van studie voor nodig precies af te wegen wat nu wel en wat niet in redelijk-

J.S. Cramer

held tot de overheidstaak kan worden
gerekend? Alles wat ik voor tentamen
daarover leerde, wordt door deze
maatregel overboord gezet. Later begreep ik echter dat het hier een natuurlijk uitvloeisel betreft van de nieuwe regel die voorschrijft dat alle financiele
tegenslagen binnen het budget van het
getroffen ministerie moeten worden
opgevangen.
Strikte toepassing van deze nieuwe
zakelijkheid zal zeker leiden tot een
verdere verzelfstandiging van de departementen, ja, haast tot nun privatisering. Het is nu al zover gekomen dat
ministeries elkander soms rekeningen
sturen voor verrichte werkzaamheden.
Het wachten is op de eerste keer dat de
rekening niet wordt voldaan en dat
men elkaar voor de rechter daagt. Zo
wordt uiteindelijk de ene ondeelbare
overheid op financieel gebied vervangen door vele vorstendommen, ieder
met nun eigen compensatiemechanisme en, als ze geluk hebben, hun eigen
belastinggebied.
Dit kan onverwachte consequenties
hebben. Als Onderwijs er bij voorbeeld
in slaagt de gemeenten wat onroerendgoedbelasting af te nemen, moeten
beslist de rioolrechten omhoog. Goed,
Milieuhygiene wil wel bijspringen,
maar dat leidt dan tot bezuinigingen op
de wegaanleg voor nieuwbouwgebieden, die immers onder Volkshuisvesting valt. Hierin willen de provincies
voorzien, mils zij het recht krijgen tol te
heffen op de veerdiensten. Enzovoort,
enzovoort. Van die mijnenjagers in de

Perzische Golf worden de kosten uiteindelijk gedekt door btw op postzegels te heffen of een sponsor aan te
trekken voor de wijkverpleging.
Is dit efficient? Het voordeel van deze nieuwe stijl van financieren is natuurlijk dat de zaken worden geregeld
door onderhandelingen tussen ambtelijke delegates van de burggraaf van
Rijswijk, de barones van Waterstaat en
de hertog van Zoetermeer. De burggraaf adverteerde onlangs al om hooggekwalificeerde krachten voor zijn afvaardiging. Eindeloze nachtelijke kabinetsvergaderingen over geld zijn dan
niet meer nodig. En eindelijk krijgt men
meer tijd om zich te buigen over de
wezenlijke problemen van onze samenleving, zoals het gebrek aan natuurlijke solidariteit en oppassendheid
van de burgerij. Het gekke is dat ik
soms toch blijf geloven dat deze ontwikkeling gelijk staat aan verval.

Auteur