.
696Jaargang 100 (4722) 19 november 2015
De economie van Airbnb
VERSLAG ESB-SESSIE
E
en ‘snel groeiend fenomeen’. Een ‘niet te stuiten
trend’. Aan de opmars van de deeleconomie gaat
geen weg voorbij.Dat bleek tijdens de ESB-sessie op de Ne –
derlandse Economendag , die op 6 november door de Ko –
ninklijke Vereniging voor de Staathuishoudkunde (KVS)
in Amsterdam werd georganiseerd. Honderden economen,
studenten en andere belangstellenden woonden de Econo –
mendag bij, die traditioneel bij De Nederlandsche Bank
werd georganiseerd. Zestien academische en beleidssessies vonden er plaats
over thema’s als de huizenmarkt, financiële stabiliteit en
herverdeling. Bij de ESB-sessie stond het nieuwe delen cen –
traal ofwel ‘De economie van Airbnb’. De Tilburgse hoog –
leraar Economie Eric van Damme, de Utrechtse hoogleraar
Innovatiestudies Koen Frenken en Guido Biessen, direc-
teur Algemene Economische Politiek en de belangrijkste
beleidsambtenaar op het gebied van deeleconomie bij Eco –
nomische Zaken, discussieerden met elkaar en het publiek
over dit nieuwe fenomeen. Alle drie wierpen ze de vraag op
of de overheid moet ingrijpen of juist niet. De deeleconomie is in enkele jaren een nieuwe inter –
nationale trend geworden. “Over de hele wereld slaan men –
sen de handen ineen om het soort economie te bouwen dat
we willen zien”, zei de Amerikaanse Natalie Foster vorig jaar
op de SHARE-conferentie in San Francisco, de stad waar
de deeleconomie is ontstaan. “We delen onze huizen, onze
auto’s, onze kennis, onze tijd en ons geld”, aldus Foster, die
een economische revolutie ziet ontstaan. Ook in Nederland wint de deeleconomie of peer-to-
peer-economie terrein, met Marktplaats als bekend voor –
beeld. Het aantal platforms stelt volgens Van Damme met
dertig tot vijftig nog niet heel veel voor. Bovendien mag de
taxidienst UberPop niet meer actief zijn, en Airbnb had vo –
rig jaar in Amsterdam slechts twee procent van de kamerac-
commodaties die verhuurd werden, becijferde Van Damme.
Hij heeft de literatuur over de deeleconomie bestudeerd die
nog klein is. Wel verschijnen er steeds meer papers. Adviesbureau PwC voorziet, ondanks het nog kleine
marktaandeel van de deeleconomie, zelfs een spectaculaire
groei van deze sector van 35 procent per jaar. “Dat is niet
onaanzienlijk”, aldus Van Damme. Met 15.000 accommo –
daties zou Airbnb in Nederland al bijna twee keer zo groot
zijn als de grootste Nederlandse hotelketen Van der Valk, blijkt uit een recent onderzoek van ING. De onderzoekers
van de bank verwachten de komende jaren verdere groei
van de Airbnb-woningen.
Maar het zijn allang niet meer alleen kamers of auto’s
die tot de deeleconomie horen. Via internetplatforms delen
particulieren met andere particulieren tal van assets, zegt
Van Damme. Hij spreekt liever van peer-to-peer-economie,
waarbij verhuurd of verkocht wordt. Consumenten zijn zo –
wel aan de vraag- als aan de aanbodzijde actief, zodat een
nieuwe marktpartij ontstaat – de zogenaamde prosument.
Intermediairs zijn actief om beide zijden van de markt te
matchen. De mate waarin intermediairs invloed hebben
op de uiteindelijke prijs, hangt af van de manier waarop de
match tot stand komt. Wanneer vrager en aanbieder meer
specifieke informatie uitwisselen (bijvoorbeeld over een
slaapplek in een stad) dan komt een match decentraal tot
stand en ook de prijs. Bij transacties tussen partijen die een
generieke dienst zoeken (denk aan een ritje van A naar B),
kan het intermediaire platform zelf de match bepalen en
daarmee ook de prijs. Het gaat hier om echt nieuwe spelers, meent Van
Damme. Zij ordenen de markt. In het verleden werd markt –
ordening als een publiek goed gezien, waarbij de overheid
een sturende hand had. Het opmerkelijke is volgens Van
Damme dat bij de peer-to-peer-economie er een marktpar –
tij is, die de markt ordent. Airbnb koppelt mensen die een
slaapplaats zoeken aan mensen die er een aanbieden. Uber
koppelt mensen die vervoer zoeken aan mensen die vervoer
aanbieden. BlaBlaCar doet dat ook, over grotere afstanden.
Via MyWheels of SnappCar kun je je auto verhuren. Ook kun je aan crowdfunding doen, waarbij je je geld
kwijt kunt op zo’n marktplaats. Veel entrepreneurs vragen
om geld of om advies. Zij worden ook gematched. Zelfs
kinderoppassen worden op platforms aangeboden, of hul –
pen in het huishouden.
NIEUWE VERTROUWENSMECHANISMEN
Van Damme noemt het verbazing wekkend dat deze mark –
ten functioneren. “Het is heel verrassend dat mensen bereid
zijn hun geld te geven aan een start-up die ze helemaal niet
kennen of dat ze via internet een onbekende babysitter in
huis halen.” Hij meent dat de markt het vertrouwenspro –
bleem zelf moet oplossen. Dat is een belangrijke les van
dergelijke platforms. MICHÈLE
DE WAARD
Financieel-
economisch
journalist en
publicist
ESB Verslag ESB-sessie
Verslag ESB-sessie ESB
697Jaargang 100 (4722) 19 november 2015
ESB award 2015
De ESB sessie over de deeleco-
nomie werd voorafgegaan door
de uitreiking van de ESB-award
2015. De prijs is toegekend aan
Espen Moen, Plamen Nenov en
Florian Sniekers voor hun artikel
‘Eerst kopen of eerst verkopen op
de woningmarkt’. Dit artikel, een
Nederlandse versie van Florian
zijn job-market paper, blonk uit
in academische onderzoekskwa-
liteit, beleidsrelevantie en de
toegankelijke schrijfstijl.
Hoe je vertrouwen kan opbouwen, is volgens de Til-
burgse hoogleraar de hamvraag voor de hele nieuwe sector
van de deeleconomie. Vertrouw je iemand die een kamer verhuurt? Niet altijd.
Van Damme verwees hierbij naar incidenten in de VS waar
een kamerverhuurder een kannibaal bleek te zijn. “Dat heb
je liever niet.” Ook kan de chauffeur van de taxi die komt
voorrijden een roekeloze automobilist zijn. En als je je auto
uitleent wilt je hem toch ook niet in de kreukels terugkrijgen. “Vertrouw je de entrepreneurs aan wie je je geld uit –
leent en vertrouw je een onbekende babysitter je kind toe?”,
hield hij de zaal voor. En, hoe screen je een kannibaal eruit? Toch weten Uber en Airbnb in de praktijk problemen
zoals slechte kwaliteit of roekeloos gedrag in de hand te
houden. Dat gebeurt via het gebruik van reputatiemecha –
nismen. Anders dan bij traditionele markten waar vooraf
gescreend wordt, gebeurt dat bij internetplatforms achter –
af. Elke transactie wordt geëvalueerd door zowel de aanbie –
der als de vrager. Daardoor bouwen handelaren een digitale
reputatie op zodat mensen kunnen zien of iemand goed of
slecht is gewaardeerd. Bij Airbnb wordt bijvoorbeeld vijftig procent van de
aanvragen naar kamers afgewezen, weet Van Damme. Dat
betekent wel dat mensen, die na lang zoeken dachten de
beste match gevonden te hebben, na afwijzing van het plat –
form verdwijnen.
HERBEZINNING VAN REGULERING
Maar waar treden bij deze nieuwe verdienmodellen fricties
op, was een vraag die Guido Biessen van het ministerie op –
wierp. De televisiebeelden van boze taxichauffeurs in Am –
sterdam, Brussel en Berlijn herinnert menigeen zich, omdat
Uber-chauffeurs onder de prijs werken. En in Amsterdam
werden buurtbewoners horendol van de snel stijgende hoe –
veelheid rolkoffertjes die over de straatstenen hobbelden. Minister Kamp heeft eerder laten weten positief te
staan tegenover de deeleconomie. Hij wil Nederlanders
vooral laten profiteren van de vernieuwing. Wel wil Kamp
met andere ministers bekijken welke wetten de innovatie be –
lemmeren en gemoderniseerd moeten worden. Voor Biessen
staat centraal welke publieke belangen gewaarborgd moeten
worden. Hij wees op de overlast voor bepaalde buurten met
veel toeristen en op ‘oneerlijke concurrentie’ van Airbnb,
omdat woningen aan de woning voorraad zouden worden
onttrokken. Amsterdam heeft het probleem zelf opgelost
door aanbieders van kamers een maximale verhuurtermijn
op te leggen van zestig dagen en een maximum aantal per –
sonen. “Maar dit is een typische oplossing voor Amsterdam,
die in Delfzijl niet nodig zal zijn”, aldus Biessen. Het ministerie wil in ieder geval ruimte geven aan pi-
lots, aan experimenten om vernieuwing te stimuleren. En
bij eventuele nieuwe wetgeving is wat hem betreft een ham –
vraag : is er een algemeen belang dat geborgd moet worden. “Daar heb ik moeite mee”, reageerde een deelnemer
in de zaal. Het consumentenbelang staat toch niet gelijk
aan het publieke belang ? Bij de taxidienst van Uber gaat
het wel degelijk om een consumentenbelang , vond Bies-
sen. “De kwaliteit is in het geding. UberPop voldoet niet
aan de voorwaarden die de overheid aan de taximarkt stelt,
zoals een taximeter, een boordcomputer, een verklaring omtrent gedrag en rusttijden. Reden waarom UberPop
zich volgens het College van Beroep voor het bedrijfsleven
schuldig maakt aan illegaal taxivervoer en dus verboden
is”, reageerde Biessen. Al vindt de VVD in de Kamer dat
bepaalde taxiregels op de schop kunnen, omdat de consu
–
mentenbelangen bij een initiatief als Uber zijn ingebouwd.
Slechte chauffeurs krijgen slechte recensies en zullen door
klanten worden gemeden. Dat is volgens Eric van Damme
de kracht van de digitale reviews. Koen Frenken beaamde dat. Juist omdat het gaat om
strangersharing, delen met vreemden, zijn er op de plat –
forms diverse manieren ontwikkeld om het vertrouwen
op te bouwen. De websites nemen volgens Frenken zo veel
mogelijk onzekerheden weg die vroeger nog wel bestonden.
Mensen reviewen elkaar waardoor reputatie wordt opge –
bouwd. Bedrijven bieden microverzekeringen aan, zoals
bijvoorbeeld SnappCar. Andere werken met garantiefond –
sen, tot wel een miljoen euro per huis, zoals Airbnb.
SOCIALE EN MILIEU-EFFECTEN
Frenken wees ook op de sociale en milieu-effecten van het
nieuwe delen. Een stad als Amsterdam heeft de deeleco –
nomie volgens hem omarmd, omdat de sociale cohesie be –
vorderd zou worden. Bovendien herbergt de peer-to-peer-
economie de belofte van duurzame consumptie. Door het
delen van auto’s kan het autobezit verminderd worden. Hij
verwees in dit verband naar onderzoek waaruit blijkt dat
op tien personen, die een auto delen er drie auto’s kunnen
verdwijnen. Dat heeft weer positief effect op CO
2-uitstoot.
Is er toch niet meer internationale regulering nodig ,
wilde een bezoeker weten. Er ontstaan immers ook mo –
nopolisten, bijvoorbeeld op het gebied van huishoudelijke
diensten. Niet nodig , meende Frenken, want de deeleco –
nomie ontwikkelt zich heel lokaal. Alleen de markt voor
wonen niet. En vrees voor monopolies die de prijs bepalen?
Frenken en Biessen zien geen bedreiging. Bovendien, de
Mededingingswet in Nederland is juist opgerekt waardoor
prijsafspraken geoorloofd zijn voor bedrijven die minder
dan tien procent marktaandeel hebben. “Mijn conclusie,” zei Van Damme, “het zijn fantasti-
sche deelmarkten.” Maar het is oppassen geblazen dat ze
niet door te veel regulering worden afgeknepen.