Ga direct naar de content

Verkeersslachtoffers

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: december 14 1989

Verkeersslachtoffers
Een vergeten groep in onze samenleving zijn de Verkeersslachtoffers. Het zijn
er velen. Over het precieze aantal bestaat onzekerheid. Op basis van de verkeersongevallenregistratie komt men
voor 1986 op een aantal van circa 50.000
per jaar. Hetzogenaamde ontwerp-kerndocument dat onder auspicien van WVC
wordt opgesteld, komt tot een cijfer van
circa 250.000 voor hetzelfde jaar. Deze
sfeer van onwetendheid is kenmerkend
voor de lage prioriteit die de problematiek
heeft in de Nederlandse samenleving.
Onlangs werd in een klein zaaltje in
Utrecht de eerste jaarvergadering gehouden van de Landelijke Vereniging
van Verkeersslachtoffers (LVV). De LVV
wil meer aandacht vragen voor deze problematiek. In het bijzonder pleit ze voor
een sterke verbetering van de eerste
hulp, waarbij gedacht wordt aan de inschakeling van helikopters zoals in de
Bondsrepubliek. Elke minuut telt bij dit
soort ongevallen. Op het moment blijken
de voorzieningen nog onvoldoende. Bij
een van de academische ziekenhuizen,
zo vertelde het hoofd traumatologie van
dat ziekenhuis, is zelfs op een van de drie
dagen geen mogelijkheid voor acute opname op de intensive care.
Inderdaad leidt het verkeer tot hoge
kosten. Per jaar zijn er circa 11.000 arbeidsongeschiktheidsverklaringen van
meestal jonge mensen als gevolg van
verkeersongevallen. Verder zijn er de
kosten van medische verzorging, de materiele schade, de kosten van politiehulp
en rechtspraak en de produktiviteitsverliezen. Zeer conservatief geschat zal de
totale materiele schade per jaar zeker 1,5
miljard gulden bedragen. Om enig idee
te krijgen wat dit betekent slaan we het
bedrag om over het wagenpark van 5
miljoen. We komen dan op een bedrag
van 3000 gulden per auto per jaar. Bij een
kilometrage van 20.000 per jaar en een
kilometerprijs van 50 cent staat dit gelijk
aan een verhoging van 15 cent per kilometer. Hoe wordt dit bedrag op het moment opgebracht? Een groot gedeelte
hiervan wordt betaald door de sociale
verzekeringen, te weten de ziekenfondsverzekeringen, de WAO, de AWBZ en de
Ziektewet. Ook de particuliere verzekeringen worden zwaar belast.
Natuurlijk is er aan deze problematiek
wat te doen. We kunnen hierbij denken
aan de bepleite maatregelen voor een
betere beschikbaarheid van acute traumatologische zorg. Hier is een verantwoorde kosten-batenanalyse op zijn
plaats. In de eerste plaats dient echter
het kwaad bij de wortels te worden aan-

ESB 13-12-1989

B.M.S. van Praag

gepakt. Ongevallen worden zelden zuiver door toeval veroorzaakt, maar ze zijn
te danken aan roekeloos rijden. Dit betekent dat een behoorlijk deel kan worden
voorkomen. Het betekent ook dat een
hopelijk klein deel van de verkeersdeelnemers een belangrijk deel van de hierboven geschatte schade kan worden
aangerekend. Gedachtig aan het adagium ‘de vervuiler betaalt’ zou men kunnen
overwegen de schade te verhalen op de
automobilisten. Wanneer dit op automobilisten in het algemeen zou worden verhaald, zou dit leiden tot een opslag van
de wegenbelasting van minimaal 3.000
gulden. Dit lijkt echter te leiden tot grove
onrechtvaardigheden voor al diegenen
die op voorzichtige manier aan het verkeer deelnemen. Het is ook onbegonnen
werk de schade slechts om te slaan over
de schuldigen. Veelal kunnen schades
van deze omvang niet verhaald worden,
of is er sprake van gedeelde schuld. Het
zou zich ook niet verdragen met de verzekeringsgedachte. Moeten we ons dan
maar neerleggen bij deze situatie? Mijns
inziens is er een tussenweg.
Ik denk hierbij aan de invoering van
een no-claimkorting in de premies. De
gedachte zou dan zijn dat degene door
wiens schuld een verkeersongeval is
veroorzaakt met schade in de vorm van
ofwel medische kosten, ziekteverzuim, of
arbeidsongeschiktheid een gedeelte van
de schade zal moeten vergoeden door
het betalen van hogere premies. Hij vertegenwoordigt immers een verhoogd risico voor de verzekeringen. We denken
hierbij dan aan verdubbelingen van de te
betalen premie. Ongetwijfek) klinkt dat

fors, maar de huidige no-claimkorting bij
de autoverzekering bedraagt ook circa
50%, dat wil zeggen circa 1.000 gulden,
en ik heb nog geen verzekerde daartegen horen protesteren. Integendeel, de
no-claimkorting in de autoschadeverzekering werkt inderdaad preventief. De
dreiging van een premieverhoging bij
een schade leidt tot voorzichtiger rijden.
Helaas werkt het niet sterk genoeg. De
minder risico-aversen hebben sterkere
prikkels nodig. Het geschetste plan reikt
deze aan. Het aantrekkelijke van dit plan
is dat het aansluit bij premies, die voor
het grootste deel van de bevolking inkomensafhankelijk zijn. De man met een
kleine beurs wordt dus gestraft met een
veel lagere absolute premieverhoging
dan de BMW-rijder. De bonus-malusregeling zou zonder meer kunnen worden
overgenomen.
Men kan zich afvragen hoe de schuldvraag in deze wordt vastgesteld. Dit is
echter geen nieuw probleem. Bij de schade-afwikkeling bij elk auto-ongeluk wordt
dit met meer of minder strubbelingen
vastgesteld, al of niet met tussenkomst
van politie en rechter. En waar moeten de
extra premie-inkomsten naar toe? Deze
moeten uiteraard blijven bij de verzekeraar die ze ontvangt. Wel dient dit te
impliceren dat er een herberekening van
de premie plaats vindt waarbij de voorzichtige verkeersdeelnemers een noclaimkorting krijgen.
De betekenis van dit voorstel is in de
eerste plaats, dat er een rechtvaardiger
lastenverdeling plaats vindt. Deze reallocate zal echter nooit optimaal zijn, omdat
de astronomische schades van een behoorlijk verkeersongeval natuurlijk nooit
kunnen worden verhaald op particulieren. Bovendien zou dat strijdig zijn met
de verzekeringsgedachte, waarbij juist
wordt getracht de gerealiseerde schade
per geval te vervangen door een actuarieel berekende schadeverwachting. Het
tweede gunstige en belangrijkste effect is
echter het opvoedende en preventiefwerkende effect dat we van deze maatregel mogen verwachten.
Ongetwijfeld zullen belangengroepen
zoals BOVAG, ANWB en ook verzekeraars grote bezwaren uiten tegen deze
voorstellen. Toch lijkt het de moeite
waard in ieder geval eens een serieuze
kwantitatieve analyse te starten. Een administratief probleem kan er niet zijn,
want de huidige no-claimregeling in de
autoverzekering loopt uitstekend.
B.M.S. van Praag

1227

Auteur