Ga direct naar de content

Tussen droom en daad

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: november 18 1981

ECONOMISCH STATISTISCHE BERICHTEN

Tussen droom en daad
„ …. want tussen droom en daad staan wetten in de
weg en praktische bezwaren, en ook weemoedigheid,
die niemand kan verklaren”. Als politick niet zo’n
prozai’sche aangelegenheid was, zouden de bekende versregels van Elsschot bij de regeringsverklaring van het
tweede kabinet-Van Agt niet misstaan. Daarin immers
gaapt de kloof tussen droom en daad, tussen wat het
kabinet hoopt te verwezenlijken en de beleidsmaatregelen die het daartoe treft.
,,Wij zien als belangrijkste taak ervoor te zorgen dat
Nederland het vertrouwen in de toekomst herwint”, zegt
het nieuwe kabinet bij zijn officiele presentatie aan de
Tweede Kamer. ,,Dat vergt een vastberaden beleid gericht
op uitbreiding en vernieuwing van het produktie-apparaat en dus op rendementsherstel. Maar ook is nodigeen
directe aanval op de werkloosheid”. Maar ach, dan zijn er
weer die wetten en bezwaren die ertoe leiden dat de collectieve sector in 1982 toch weer een groter beslag op het
nationale inkomen legt en dan zijn er spiralen en afwentelingsmechanismen die de rendementen verder onder druk
zetten. Zo stuit ook de aanval op de werkloosheid op
praktische problemen waardoor het beleid slechts moeizaam op gang komt, om maar niet te spreken van de weemoed die ontstaat bij de gedachte aan het arbeidsplaatsenplan van Albeda en Gardeniers toen er van de 6.000 geplande arbeidsplaatsen maar een paar honderd werden
gerealiseerd. En dan is er nog de wereldhandel die maar
niet wil aantrekken en die de werkgelegenheid in de
marktsector steeds verder doet afbrokkelen. Ja, zelfs van
het eigen kabinetsbeleid wordt betwijfeld of de effecten op
de werkgelegenheid in 1982 per saldo wel positief zullen
zijn 1). En tussen droom en daad staan ook de sociale
partners die aan de mijmeringen van het kabinet al helemaal geen boodschap lijken te hebben.
Het zal uit het bovenstaande duidelijk zijn geworden
dat men op grond van de regeringsverklaring van het kabinet geen grote illusies hoeft te koesteren omtrent de
bijdrage die de overheid kan leveren aan het economische
herstel. Dat is ook niet verwonderlijk, want de gang van
zaken in de economic wordt nu eenmaal in hoofdzaak bepaald door autonome ondernemersbeslissingen en is bovendien sterk afhankelijk van de internationale conjunctuur die een ernstige inzinking doormaakt. De beperkingen van het economische stelsel en de internationale afhankelijkheid dwingen tot bescheidenheid. Maar wat men
onder de gegeven omstandigheden toch ten minste van het
kabinet zou mogen verwachten, is dat het in elk geval in
eigen huis orde op zaken stelt en geen negatieve impulsen
van de publieke financien op de marktsector laat uitgaan.
Zelfs die bescheiden doelstelling valt het nieuwe kabinet
echter, zoals uit de regeringsverklaring blijkt, te zwaar.
De nota Beleidsbijstelling begroting 1982 die door
minister van Financien Van der Stee gelijktijdig met de
regeringsverklaring is uitgebracht, laat er geen misverstand over bestaan dat het met de financiele deugdelijk-

ESB 25-11-1981

heid van het budgettaire beleid voor 1982 zeer droevig is
gesteld. De gaten die in de begroting zijn ontstaan als gevolg van niet-gerealiseerde ombuigingen van het vorige
kabinet, verwachte tegenvallers in de aardgas- en belastingopbrengsten en de kosten van nieuw beleid (met name
voor het werkgelegenheidsplan) worden slechts ten dele
gedekt. Het ergste is niet dat de ombuigingen onvoldoende worden geconcretiseerd, daar waren we de laatste jaren
al aan gewend geraakt. Nee, een deel van de gaten wordt
nu helemaal niet meer gedekt, maar doorgeschoven naar
de Voorjaarsnota of als extra beslag op de kapitaalmarkt
geaccepteerd. Met de ,,keiharde afspraken” die twee
maanden geleden in het regeerakkoord zijn vastgelegd
inzake het financieringstekort en de collectieve-lastendruk wordt nu de hand gelicht alsof het de gewoonste zaak
van de wereld is. Op die manier willen politici de Nederlandse bevolking blijkbaar het vertrouwen in de toekomst
laten herwinnen.
Het vervelende is dat de nalatigheid van politici om in
eigen huis orde op zaken te stellen de problemen elders in
de economic vergroot. De teruggang vandegroei laat zich
niet wegmoffelen, zeker niet nu de buffers waarover bedrijven en particulieren in betere tijden beschikten, inmiddels zijn verdwenen. Waar de overheid draalt, zullen
bedrijven zich aanpassen door middel van gedwongen
ontslagen of faillissementen of, wanneer daartoe mogelijkheden aanwezig zijn, door verplaatsing van activiteiten
naar gunstiger oorden. Particulieren zullen een verdere
inkomensachteruitgang ondergaan en deze trachten af te
wentelen of te ontlopen door belastingontduiking of een
verhoogde activiteit in het zwarte circuit. Ten lange leste
zal ook de publieke sector zelf niet aan aanpassing ontkomen. Als de overheid door gebrek aan daadkracht en
aanpassingsvermogen eenmaal al haar financiele en maatschappelijke krediet heeft verspeeld kan de publieke sector in hoog tempo worden ontmanteld. Dat is dan wel de
harde manier om uit de droom te ontwaken.
Uit de regeringsverklaring van het nieuwe kabinet blijkt
dat politici er nog steeds goed aan denken te doen de
situatie te verbloemen en noodzakelijke beslissingen uit te
stellen. Maar intussen zijn bij het Centraal Planbureau al
weer nieuwe somberder prognoses in de maak. Het kabinet zegt het van wezenlijk belang te achten ,,dat de verschillende inspanningen op het gebied van de werkgelegenheid en de offers, die daarvoor moeten worden gebracht, in hun onderlinge verband worden beschouwd en
worden geplaatst in het perspectief van een beleid, dat
daadwerkelijk uitzicht biedt op verbetering van de werkgelegenheid en vermindering van de werkloosheid”. Maar
het vergeet de kloof tussen droom en daad te dichten.
L. van der Geest
1) Zie bij voorbeeld prof. dr. W. Driehuis in een interview met
de Volkskrant, 17 november 1981.

1157

Auteur