Ga direct naar de content

Toestanden

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juni 1 1994

Toestanden
Als Kok zoveel last krijgt met Bolkestein dat groen
toch mooier lijkt dan paars kan hij altijd nog roepen
dat hij hier geen Amerikaanse toestanden wil. Niet
dat iemand kan uitleggen wat dat voor toestanden
zijn, maar dat doet er niet toe. Amerikaanse toestanden? Dat willen we niet, nee hoor, écht niet, dáár
beginnen we niet aan!
Amerikaanse en Europese toestanden in het sociaal-economische beleid, daarover hielden de Amerikaanse ambassade, de WRR en de Rijksuniversiteit
Utrecht vorige week een conferentie in het SER-gebouw. Opvallend was dat de openingsspeech van de
Amerikaanse ambassadeur bij de Europese Unie vrijwel helemaal over de arbeidsmarkt ging, en niet of
nauwelijks over de sociale zekerheid. Het algemene
beeld is bekend: in Amerika werkt de banenmachine
beter dan hier, vooral aan de onderkant. In Europa is
de werkloosheid al tien jaar niet meer beneden de
acht procent geweest; in Amerika liep dat percentage
aanvankelijk terug van tien tot vijf procent, voordat
de recessie inzette in 1989, en de werkloosheid weer
op ruim zeven procent bracht. Nu die is overwonnen
komen er het laatste half jaar weer 200.000 banen
per maand bij, en zijn ze daar weer hard op weg
naar de vijf procent. De toverwoorden zijn groei,
verandering en flexibiliteit. Flexibiliteit niet als doel
op zichzelf, maar om de continue verandering mogelijk te maken die bepaalt wie er mee mag doen met
de economische groei en wie niet. Die banen aan de
onderkant worden slecht betaald en nog slechter
verzekerd, dat is zeker waar. Maar ze zijn er tenminste, in een arbeidsmarkt die de verandering aankan.
De helft van de werklozen in de Verenigde Staten
vindt binnen een maand weer werk, tegen vijf procent in Europa!
Heeft Amerika ook iets van ons te leren? Nog
niet, zou ik zeggen. Onze boodschap zou moeten
zijn dat het bij flexibiliteit en verandering in de eerste
.plaats om mensen gaat, en dan pas om marktprocessen. Mensen die gelijkwaardig zijn, maar niet gelijk
in hun vermogen tot aanpassing. Daarom moeten zij
geen sluitpost zijn van het marktproces, maar juist
inzet. Als aanpassing nodig is in het algemeen belang, dan vereist het specifieke belang van mensen
met ongelijke vaardigheden een individuele gevalsbehandeling die verschillen in zelfredzaamheid compenseert. Geen Amerikaanse toestanden, dus, waarin
de last van de aanpassing op het individu wordt afgewenteld. Maar ook geen Nederlandse toestanden met
een half-zachte, stijfgereguleerde verzorgingsstaat,
waarin marktprocessen buiten de deur gehouden
worden door een kongsi van stoelgerichte bestuurders en risicomijdende uitvoerders. In een bestel dat
de mensen waar het om gaat centraal stelt, zijn marktprocessen in de uitvoering van de sociale zekerheid
geen doel op zichzelf, maar een middel om die mensen te beschermen tegen grote en kleine machthebbers die vooral met zichzelf bezig zijn. Want die ble-

ESB 1-6-1994

ken onder elkaar te kunnen regelen
dat minder produktieve werknemers en masse arbeidsongeschikt
werden verklaard, en afgekocht met
een niet houdbaar gebleken uitkering. Wie dat soort knollen niet
voor citroenen wil accepteren is gebaat bij invoering van marktprikkels
in de sociale zekerheid. Daarbij heb
ik het nu eens niet over sancties en
eigen risico’s voor de cliënten. Die
zijn nodig, ja, maar ook werkgevers
en de uitvoeringsorganisatie zelf
zouden zich nu eens bloot moeten
stellen aan de tucht van de markt.
Stel werkgevers bloot aan een gedifferentieerde premiestelling voor de
WAO, waarin het succes van hun preventie- en
arbeidsomstandighedenbeleid
weerspiegeld wordt,
en laat privaatrechtelijke toetreders in parallelle
privatisering prestatieconcurrentie
leveren met publiekrechtelijke uitvoeringsorganen. Als werkgevers
en uitvoerders via de weg van premiedifferentiatie
belang krijgen bij preventie en reïntegratie kan dat
vangnet voor outsiders worden omgeturnd tot een
trampoline die nieuwe kansen biedt om weer insider
te worden. Haalt Content dan de krenten uit de pap?
Nee, want de publieke bekostiging van de arbeidsvoorziening is in dit model compenserend afgestemd
op de moeilijkheidsgraad van de bemiddeling.
Een open, concurrerend bestel biedt een alternatief voor stagnatie en defaitisme in de verzorgingsstaat. Het gaat in deze formatie niet om de vraag of
we door de kat van de markt of door de kater van
het middenveld gebeten willen worden. Ook de kater die we na Buurmeijer van dat middenveld over
hebben maakt die kat er niet mooier op. Laat het nu
eens niet over ideologie gaan, maar over iets dat
werkt. Jaag die kater eens de stuipen op het lijf met
een flinke dosis marktwerking, in welke coalitie dan
ook. Aanpassing begint bij het openbreken van de ijzeren ring van insider-bescherming die de sociale
partners rond de arbeidsmarkt gelegd hebben. Bréék
die dan open, dan hoef ik mij een volgende keer niet
zo plaatsvervangend te schamen als ik Amerikanen
beleefd doch dringend hoor zeggen: Nederlandse toestanden? Dat willen we niet, écht niet, nee hoor, dáár
beginnen we niet aan!

DJ. Wolfson

Auteur