289Jaargang 100 (4710) 21 mei 2015
Redactioneel ESB
A
hold en het Belgische Del –
haize gaan mogelijk samen
verder. Ik denk terug aan
de avonden dat ik na mijn werk in
Brussel door Delhaize struinde op
zoek naar zo’n heerlijke culinaire
kant-en-klaar-maaltijd. Als deze
fusie doorgaat wordt het ook echt
smullen bij de Albert Heijn.
Zo’n tien jaar geleden snuffelden
deze twee supermarkten ook al eens
aan elkaar en sindsdien nog wel va –
ker, maar de serieus constructieve
gesprekken moesten wachten tot
de familie uit het Delhaize-concern
besloot op de achtergrond te blijven
en het bedrijf liet leiden door een
professionele ceo.
Het in 1867 opgerichte familiebe –
drijf Delhaize werd gerund door de
zes zonen van Jacques Delhaize. Fa –
miliebedrijven en vooral die waarin
een patriarch uit de familie zelf het bedrijf runt, spreken
altijd enorm tot de verbeelding en winnen veler sympathie.
De familie die zelf het bedrijf leidt heeft hart voor de zaak,
kent het bedrijf tot in de haarvaten en heeft een langeter –
mijnstrategie.
Een standaard principaal-agentmodel uit de economische
theorie laat dan ook zien dat – als alle omstandigheden ge –
lijk blijven – de familie-ceo die het residuele inkomen van
het bedrijf toekomt er maximaal belang bij heeft dat het
bedrijf floreert.
En toch is Ahold blij dat de familie Delhaize zich op de ach –
tergrond houdt. Waarom eigenlijk?
Kort gezegd komt het erop neer dat ‘alle omstandigheden’
niet gelijk zijn. Los van het feit dat familie-ceo’s een ander
type bedrijven leiden, blijkt ook uit eerder onderzoek dat
familie-ceo’s, vooral als het de oudste zonen zijn, vaker
slechte managementpraktijken overnemen en minder ge –
richt zijn op het maximaliseren van aandeelhouderswaarde.
Oriana Bandiera, de LSE-hoogleraar die vorige week bij de
Erasmus School of Economics was, voegt hier nieuwe in –
zichten aan toe. Zij onderzocht de dagbesteding van meer
dan duizend ceo’s wereldwijd en vond grote verschillen
tussen familie-ceo’s en professionele ceo’s (Bandiera et al. ,
2014). Uit haar studie blijkt dat familie-ceo’s, los van aller –
lei andere verschillen tussen de met elkaar vergeleken be -drijven waar ze werken, bijna negen
procent minder uren werken per
week. Ze beginnen hun dag later
en gaan vaker tussendoor weg voor
privé-afspraken. Deze verschillen
worden niet verklaard doordat fa
–
miliebedrijven een andere bedrijfs-
cultuur hebben waarin minder uren
werken de norm is. Het verschil in
werkuren is namelijk afwezig wan –
neer het professionele ceo’s zijn die
in de familiebedrijven zijn aange –
steld. Nu zou je kunnen denken dat
familie-ceo’s misschien in minder
tijd de firma tot de zelfde produc-
tiviteit kunnen bewegen, maar ook
dat blijkt niet het geval. Familie-
ceo’s hechten een grotere waarde
aan hun eigen vrije tijd, zelfs wan –
neer dit ten koste gaat van de pro –
ductiviteit van het bedrijf.
Het belang van tijd kan in het geval
van een ceo niet worden onderschat. Het besteden van tijd
staat voor het besteden van aandacht en die wordt steeds
schaarser naarmate men zich richting de top van een orga –
nisatie beweegt. De allocatie van die aandacht hangt af van
de strategische prioriteiten van de ceo. De precieze kanalen
waarlangs deze strategische prioriteiten zich precies verta –
len in hogere productiviteit is nog onbekend. Maar min –
stens zo interessant is de vraag waarom de familie-ceo zo
veel meer belang hecht aan vrije tijd terwijl dit ten koste van
de productiviteit gaat. Bandiera vindt een aanwijzing hier –
voor in het verschil in vermogen. Familie-ceo’s zijn vermo –
gender en dat is sterk gecorreleerd met minder werkuren.
Dit is weer in lijn met de economische theorie, want als je
meer vermogen hebt, zijn je opportuniteitskosten van vrije
tijd lager en dus werken vermogende familie-ceo’s minder.
Ahold heeft de juiste beslissing genomen door te wachten
met het verkennen van een fusie met Delhaize totdat er een
professionele ceo aan het roer zou staan. Een fusie is immers
een grote verandering waarbij elke beschikbare minuut aan –
dacht hard nodig zal zijn.
LITERATUUR
Bandiera, O., A. Prat en R. Sadun (2014) Managing the family firm: evi-
dence from CEOs at work. Harvard Business School Working Paper, 14(44).
SANDRA PHLIPPEN
Hoofdredacteur ESB
sandra.phlippen@economie.nl
Het belang
van de juiste baas
Redactioneel: Het belang van de juiste baas
Geplaatst als type: