Een vastgelopen woningmarkt staat optimale economische beslissingen, zoals bij het wisselen van baan, in de weg. En het kost welvaart. Wat kan er worden gedaan om de kapotte Nederlandse woningmarkt weer te repareren?
Sinds de jaren negentig is de traditionele volkshuisvesting in Nederland langzaam maar zeker ingeruild voor een liberaler woonbeleid. Wat betekent deze verandering voor de woonkeuze, de betaalbaarheid van het wonen, en de ongelijkheid?
Hypotheekkrediet helpt eigenwoningbezitters bij het opbouwen van vermogen’ is het veel gehoorde devies bij banken en de overheid. Echter, op een collectief niveau vergroot de toegang tot hypotheekkrediet de vermogensongelijkheid tussen woningbezitters en huurders en ook tussen woningbezitters onderling.
Willen we de koopmarkt in rustiger vaarwater brengen, dan moeten we niet alleen de voordelen afschaffen voor huiseigenaren, maar ook moeten we ervoor zorgen dat huren weer een aantrekkelijk, betaalbaar, zeker en toegankelijk alternatief wordt. Dit vereist actieve investeringen in de volkshuisvesting.
Wonen is de afgelopen jaren steeds duurder geworden. Op de lange termijn heeft veranderend overheidsbeleid een grote rol gespeeld in de prijsontwikkeling. De huidige overheidsinterventies zijn een product van eerder beleid en niet met elkaar in balans.
Huizenmarkten vertonen wereldwijd prijsstijgingen, maar de mate waarin verschilt aanzienlijk tussen landen, waarbij Nederland de afgelopen jaren aan de top staat. Is dat te verklaren uit de voor Nederland specifieke marktstructuur of omstandigheden?
Na een periode van behoorlijk synchrone huizenprijsontwikkeling in Europa lopen de prijzen sinds de financiële crisis van 2008 meer uiteen. Zijn deze verschillen te verklaren door het gevoerde beleid en wat kunnen we daarvan leren?
Door krapte op de woningmarkt is het moeilijk voor starters om een geschikte woning te bemachtigen. Toch slagen de meeste jongeren erin om voor hun dertigste het ouderlijk huis te verlaten. Hoe lukt het hun om dat te doen?
De maatschappelijke discussie over het woningtekort gaat bijna altijd over de vraag hoeveel woningen we waar dienen te bouwen. Maar er zijn in Nederland sterke institutionele prikkels tegen samenwonen. Het wegnemen van die prikkels kan een flink deel van het woningtekort oplossen, zonder ook maar één woning te bouwen.
Sinds begin dit jaar kunnen gemeenten prijsgrenzen stellen waaronder investeerders geen woningen mogen kopen. Het doel is om starters meer kansen te geven op de woningmarkt. In hoeverre bieden investeerders en starters op dezelfde woningen?
Een woning kopen wordt steeds moeilijker door de razendsnel toenemende prijzen. De overheid wil daarom op verschillende manieren ingrijpen, en richt zich zo onder andere op het weren van beleggers. Beleggers zijn echter niet de enige oorzaak van de krappe woningmarkt. Door enkel beleggers te weren, breng je starters nog niet dichter bij een eigen woning.