Het meeste Europese landbouwgeld gaat tot nu toe naar intensieve landbouw in de gebieden waar de biodiversiteit het hardst achteruitgaat. En in de nabije toekomst kunnen we helaas nog geen beterschap verwachten. De herbestemming van EU-gelden richting vergroening, heeft weinig uitgehaald en het groene resultaat is ook in de nieuwe begroting niet gewaarborgd.
De hoge agrarische grondprijs is deels het gevolg van de opbrengsten van de intensieve landbouw. Zo kan het beeld ontstaan dat de grondprijs een obstakel is voor een meer duurzame landbouw. Maar klopt dat beeld wel?
Zowel het herstel als de versterking van de agrarische biodiversiteit is urgent. Er is een vorm van landbouw nodig die niet alleen gericht is op de topproductie van agrarische producten, maar ook op de kwaliteit en de instandhouding van de productiemiddelen zoals de bodem, de agrobiodiversiteit en het landschap. Wat is er nodig om tot een duurzaam verdienmodel te komen?
De Europese Unie beschermt meer dan 1.000 streekproducten, zoals Gouda Holland, feta of parmaham. Van deze producten levert Nederland er echter maar elf. Hoe zou Nederland de voordelen van Europese streekproducten kunnen maximaliseren?
De steeds intensievere landbouw leidt tot verlies aan bodemkwaliteit en biodiversiteit en vergt steeds verdere schaalvergroting om de benodigde investeringen te kunnen dragen. Dat resulteert in nog grotere milieurisico’s en risicopremies. Een omslag naar duurzame landbouw vanuit een gebiedsvisie is nodig om de sector weer financierbaar te maken.
De kringlooplandbouw biedt een lonkend perspectief voor een duurzame voedselproductie en een versterking van het platteland in ecologische, sociale en economische zin. Maar we zijn er nog niet. Wat kan de bank doen om de kringlooplandbouw te stimuleren?
De landbouwsector staat voor grote uitdagingen op het gebied van duurzaamheid, en tegelijkertijd staat het verdienmodel van boeren onder druk. Alle reden voor een ESB-dossier over de route naar duurzame landbouw.