Ga direct naar de content

OESO optimistisch voor 1992

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: juni 5 1991

ECONOMIE

OESO
optimistisch
voor1992
De OESO verwacht dat de economische groei in de aangesloten landen,
na een nulgroei in de eerste helft van
dit jaar, in de laatste zes maanden op
2,5% zal uitkomen. Voor het gehele
jaar 1991 zou de economische groei
dan uitkomen op 1%. De verwachting
is dat de economieen van de 24 gei’ndustrialiseerde landen de groei in
1992 zullen kunnen vasthouden. Voor
het gehele gebied rekent de OESO op
een cijfer van 2,9%.
Overigens zijn de verwachtingen
voor dit jaar inmiddels wel naar beneden bijgesteld. In december
jongstleden begrootte men nog een
expansie van 1,8% in de eerste helft
en een groei van 2,4% in het tweede
deel van dit jaar. Deze aanpassing in
de verwachtingen illustreert de achterblijvende economische ontwikkeling die in veel landen tot nog toe
dit jaar is te constateren, waardoor
het verwachte herstel naar de verdere toekomst wordt verschoven.

De Verenigde Staten
De berichten uit de VS blijven gemengd. Het consumentenvertrouwen, waarvan de index in maart nog
een zeer scherp herstel tot 81,1 vertoonde, is in mei voor de tweede
maand in successie gezakt tot een niveau van 74,2.
In tegenspraak hiermee lijkt een ander cijfer. In april nam het aantal orders voor duurzame consumptiegoederen toe met een bemoedigende
2,9%. Tegelijkertijd werd het cijfer
over maart opwaarts bijgesteld. Tevens zijn de woning-verkopen licht
gestegen. Ook het aantal in aan-

bouw genomen woningen lijkt de
bodem gepasseerd te hebben en beweegt zich voorzichtig in opwaartse
richting. De gedaalde rente in de VS
is hier niet vreemd aan.
Ook de ontvangst van het cijfer voor
het handelstekort over het eerste
kwartaal was goed. Met 18,37 miljard dollar was dit het het kleinste tekort sinds het tweede kwartaal van
1983. Toch komt hierin nog eens de
slechte staat van de Amerikaanse
economic in dat kwartaal naar voren. De sterke afname van de import, -7%, was namelijk de grootste
verantwoordelijke voor de daling
van het handelstekort. Verder daalde
het bruto nationaal produkt met
2,6%.

Het Amerikaanse begrotingstekort zal
naar verwachting een nieuw record
vestigen. Het is niet aannemelijk dat
de bezuinigingsdoelstelling, die in het
najaar van 1990 in een begrotingsakkoord tot stand kwam, gehaald zal
worden. Daarin werd overeengekomen dat het begrotingstekort in de periode tot 1995 met in totaal 500 miljard dollar moet worden verminderd.
De Verenigde Staten stevenen in het
lopende begrotingsjaar, dat in oktober eindigt, juist af op een begrotingstekort van mogelijk 300 miljard dollar,
aldus een groep Amerikaanse analisten. Het geprojecteerde federale tekort zou het grootste in de Amerikaanse geschiedenis zijn na de 221 miljard
dollar in het fiscale jaar 1986. Zij kwamen tot deze uitspraak nadat tegenvallende belastinginkomsten in april
tot een begrotingssurplus leidden van
slechts 30,1 miljard dollar, tegenover
vorig jaar nog 41,8 miljard dollar.
De koersen in Wall Street liepen
eind van de maand op, waarbij het
3000 niveau voor de Dow Jones op
een nieuw historisch record werd gepasseerd. Vooral de cyclische sectoren als aluminium, auto’s, papier en
chemie trokken duidelijk belangstelling van de beleggers. De beurs reageert telkenmale positief bij economische berichten, die een herstel
indiceren.

Beurindices

1991
hoogste
koers
VS ( o Jones)
Dw
Engeland (FT-100)
Duitsland (DAX)
Nederland (CBS)
Japan (Nikkei)

Het Verenigd Koninkrijk
In haar meest recente kwartaalbericht wijst het Britse National Institute of Economic and Social Research
op de ernst van de recessie die momenteel het Verenigd Koninkrijk teistert. De verwachte ontwikkeling van
het bruto binnenlands produkt voor
dit jaar, een daling van 2,2%, ligt nog
beneden de door de regering voorziene 2%. Vooral de achterblijvende
bedrijfsinvesteringen (-10%) zijn hiervan de oorzaak. Tevens is het onderzoeksinstituut bang dat de gevolgen
van de recessie nog lang zullen doorwerken.
Volgens het Engelse bureau voor de
statistiek is in het eerste kwartaal het

1991
laagste

3027
2545
1704
203
27147

2470
2055
1323
162
22443

koers

Koers
per
17/5

Koers

2892
2454

3027
2500
1704
202
25790

1599
195
25702

per
31/5

FvanLanschot
Bankiersnv
SINDS 1737

bbp afgenomen met 0,6% ten opzichte van het vorig kwartaal, of 2,5% op
jaarbasis. Ook het volume van de
Britse detailhandel daalde in april
met 3,5% tegenover maart (of met
2,4% op jaarbasis). De daling kan
mede worden toegeschreven aan de
verhoging van de BTW, per 1 april,
met 2,5 procentpunt.
Groot-Brittannie heeft in april een
nagenoeg even groot tekort geboekt
op de handelsbalans als in de maand
maart. Volgens een voorlopige berekening nam het tekort iets toe, van
836 miljoen pond in maart tot 839
miljoen pond. Eerder was een tekort
in maart van 932 miljoen pond gepubliceerd.
De Britse banken verlaagden eind
mei hun basisrente met een half procentpunt tot 11,5% nadat de Britse
centrale bank daartoe het sein had
gegeven. De daling was minder dan
waarop de markt gehoopt had. De
rente moet het pond echter op een
verantwoorde positie in het EMS
handhaven en een neerwaartse druk
uitoefenen op de inflatie. Overigens
kwam het pond wel licht onder
druk, en is nu onder de spilkoers ten
opzichte van de gulden terecht gekomen.
Marktpartijen waren teleurgesteld
door de verlaging van de Britse basisrente met slechts een 0,5%-punt
tot 11,5%. Gerekend was op een verlaging van een heel procent.
In marktkringen wordt rekening gehouden met een verdere rentedaling

DEZEWEEK

in de komende maanden. Politieke
factoren spelen hierbij overigens
een belangrijke rol. De regering
moet uiterlijk in juni 1992 verkiezingen uitschrijven. Ook op de lange
rente werkte de daling van de basisrente door. De twee grootste hypotheekbanken in Engeland kondigden aan dat zij hun hypotheekrente
eveneens met een half punt verlagen.

De DAX-aandelenindex steeg naar

het hoogste niveau sinds medio au-

In Duitsland blijven de binnenlandse
bestedingen op een hoog niveau. In

gustus vorig jaar. Naast de wegebbende angst voor een eventuele renteverhoging, wijzen geleidelijk meer
indicaties richting een keer ten goede in de oostelijke deelstaten. De
mooie winstcijfers en aantrekkende
koers van Deutsche Bank zorgde ervoor dat dit bankaandeel, naast de
chemiewaarden, fungeerde als de locomotief van de beurs. De brutowinst voor belastingen is de eerste
vier maanden van dit jaar met 20%

de elf westelijke deelstaten zou de

gestegen ten opzichte van 1990. De

economic in het eerste kwartaal zijn
gegroeid met 3% tot 4% op jaarbasis.
De groothandelsverkopen in april

fusie met Deutsche Bank Berlin was
voor een belangrijk deel debet aan
deze prestatie. Voor het gehele jaar
rekenen analisten op een winststijging met 20% tot 30%. Ook Commerzbank en Dresdner Bank lieten
mooie winstcijfers zien. De autofabrikanten deden het eveneens goed.

Duitsland

stegen met 17% in waarde, hetgeen
in lijn is met voorgaande periodes.
Binnenkort zal de vergelijkingsbasis
minder gunstig worden, omdat het
effect van de eenwording uit de cijfers gaat verdwijnen. Voor de export
is sinds de eenwording minder pro-

duktiecapaciteit beschikbaar. Mede
onder invloed hiervan is het overschot op de handelsbalans van WestDuitsland in maart gedaald tot 2,6
miljard mark. In dezelfde periode
van 1990 bedroeg het handelsoverschot nog 13,4 miljard mark.
De Duitse minister van financien,
Theo Waigel, heeft voorgesteld om
Helmut Schlesinger voor te dragen
als opvolger van Bundesbank-president Karl Otto Pohl, die aankondigde in oktober voortijdig af te treden,
maar uiteindelijk al eind juli opstapt.
Het besluit om Schlesinger tot Pohl’s

de industriele produktie met nog
slechts 1% toe, in het eerste kwartaal
van het nieuwe jaar was dat weer gestegen naar 2%. Met name de papieren grafische Industrie scoorden boven gemiddeld, terwijl de chemie
achterbleef. In de bouw- en houtsector was sprake van mincijfers. In
april daalde de index voor de orderpositie van ons bedrijfsleven van 98

tot 96. Ondanks het feit dat ondernemers de orderpositie minder gunstig
beoordelen, verwachten zij toch dat
de bedrijvigheid de komende drie
maanden zal toenemen.
Voor de Nederlandse geldmarkt, die
een gelijk patroon met die van Duisland vertoonde, wordt verwacht dat
de tarieven zich in de komende tijd
rond de huidige niveaus zullen blijven bewegen.

Nederland
Ook in eigen land blijft de economic
vooralsnog goed doordraaien. Nam
in het laatste kwartaal van vorig jaar

Deze bijdrage is ontleend aan de tweewekelijkse publikatie Beleggen met Van Lanschot.

opvolger te benoemen toont aan dat
de regering vasthoudt aan een
streng monetair beleid. Schlesinger
staat bekend als een ‘monetaire havik’ die aan inflatiebestrijding prioriteit geeft. In 1993 kan hij dan worden opgevolgd door Tietmeyer.
Toch verdween uit de financiele
markten de angst voor een discontoverhoging en sprak men zelfs over
een mogelijke verruiming, waardoor

de tarieven op de geldmarkt flink
omlaag kwamen. Daartoe bestond
echter geen economische aanleiding. De inflatiecijfers van een aantal deelstaten bleken te zijn opgelopen tot een niveau dat varieert van
2,8% tot 3,7% op jaarbasis. Daar-

naast roepen de loonstijgingen van
rond 7% inflatie-angst op. Dit werkt
terughoudendheid voor het Duitse
monetaire beleid in de hand, hoewel
ook niet direct voor een verkrapping
gevreesd hoeft te worden. Dit laatste
mede in verband met de renteverlagingen in een aantal landen om ons
heen en in de VS.

ESB 5-6-1991

Sp !
i !