Ga direct naar de content

Nederlands bankbedrijf profiteert van gestegen rente

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juni 15 2023

De winstgevendheid van de Nederlandse banken wordt in belangrijke mate bepaald door de netto rente-inkomsten – het verschil tussen de ontvangen en betaalde rente. Na een dalende trend van de netto rente-inkomsten in de afgelopen twee coronajaren is er in 2022 een duidelijk kantelpunt. De netto rente-inkomsten van het Nederlandse bankbedrijf bedroegen in 2022 bijna 34 miljard euro, ruim 2,1 miljard euro meer dan een jaar eerder.

De rente-inkomsten zijn met 16,6 miljard gestegen zijn. De Europese Centrale Bank (ECB) heeft sinds medio 2022 de beleidsrente met 3,75 procentpunt verhoogd, waardoor ook de marktrentes zijn gestegen. Dit heeft geleid tot hogere bancaire rente-inkomsten, zowel uit leningen doorberekend aan klanten, als via geld aangehouden door banken op de depositofaciliteit van de ECB.

De rentelasten zijn weliswaar ook gestegen door de wat verhoogde rentetarieven op spaargeld, en door een verhoging van de rentetarieven van het ECB-kredietstimuleringsprogramma TLTRO. Deze stijging blijft met 14,5 miljard echter achter bij de stijging van de-inkomsten.

Naast de netto rente-inkomsten zijn ook netto provisie-inkomsten – het verschil tussen de ontvangen vergoedingen en de kosten voor het leveren van bancaire diensten – een belangrijk onderdeel van de winst (niet in de figuur). Deze bancaire inkomsten zijn niet eerder zo hoog geweest. In 2022 behaalden de banken gezamenlijk 11 miljard euro aan netto provisie-inkomsten: een toename van 0,7 miljard euro ten opzichte van het jaar ervoor. Deze stijging was vooral het gevolg van de hogere tarieven voor betaalproducten en de hogere transactievolumes.

Ondanks de stijging van netto rente-inkomsten en netto provisie-inkomsten, is de nettowinst van het Nederlands bankbedrijf in 2022 gedaald tot bijna 13 miljard euro – 800 miljoen euro lager dan het jaar ervoor. De daling van de nettowinst werd deels veroorzaakt door een stijging van de bijzondere waardeverminderingen (impairments). Deze voorzieningen voor potentiële kredietverliezen waren in het eerste coronajaar 2020 erg hoog, maar werden in 2021 nagenoeg geheel vrijgegeven en afgebouwd tot praktisch nul in 2021. In 2022 stegen de impairments echter tot ruim 2,7 miljard euro, vanwege de verslechterde macro-economische vooruitzichten gedurende het jaar.

Auteurs

Plaats een reactie