Ga direct naar de content

Nederland: van goederen naar diensten

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juni 30 1999

Nederland: van goederen naar diensten
Aute ur(s ):
CBS
Ve rs che ne n in:
ESB, 84e jaargang, nr. 4212, pagina 519, 2 juli 1999 (datum)
Rubrie k :
Statistiek
Tre fw oord(e n):
goederenmarkten

De ontwikkeling van de economie wordt gemeten aan de hand van de volumegroei van het bruto binnenlands product (bbp). Dit is de som
van alle in de verschillende bedrijfsklassen gevormde toegevoegde waarden.
De groei van het volume van de totale toegevoegde waarde in de periode 1990-1998 bedroeg in Nederland gemiddeld 2,7% per jaar. Niet
alle bedrijfsklassen hebben in dezelfde mate bijgedragen aan deze groei. De gemiddelde groei van de productie (bruto toegevoegde
waarde, gewaardeerd tegen factorkosten) van goederen bedroeg in de periode 1990-1998 1,9% (zie figuur 1).

Figuur 1. Bruto binnenlands product per categorie, waarden en aandelen in 1990 en 1998
Opvallend binnen de goederenproductie is de minieme volumegroei in de bouwnijverheid. De landbouw, voedings- en
genotmiddelenindustrie en de chemische industrie daarentegen lieten gemiddelde groeipercentages zien van ruim 3%. De productie van
commerciële diensten steeg in dit tijdvak met gemiddeld 3,7%. Dit is één procentpunt boven het genoemde bbp-gemiddelde. Een forse
impuls ging hier uit van de post en telecommunicatie met een groeicijfer van maar liefst 5,9%. De overige zakelijke diensten, waaronder
juridische en economische dienstverlening, architecten- en ingenieursbureaus en computerservicebureaus en dergelijke, realiseerden in
deze periode de hoogste groei (6,0%). De niet-commerciële diensten, hoofdzakelijk diensten van de overheid en de gezondheidszorg,
groeiden gemiddeld in volume met 1,3%. Door deze uiteenlopende groeicijfers heeft in de loop der jaren in ons land een verdere
verschuiving plaatsgevonden van de productie van goederen naar de productie van diensten. Het aandeel van de productie van
goederen in de totale toegevoegde waarde liep in de jaren 1990-1998 verder terug van 34% naar 29%. In 1970 was dit nog 44%. Dankzij de
uitbundige groei van de commerciële dienstverlening is het belang hiervan in de Nederlandse economie in deze periode gegroeid van
ruim 45% naar ruim 50%. Ter vergelijking: in 1970 was dit slechts 31%. Tussen 1990 en 1998 veranderde het aandeel van de nietcommerciële diensten in het bbp nauwelijks en bleef hangen rond de 21% (zie figuur 2).

Figuur 2. Componenten van het bruto binnenlands product, voortschrijdend vierkwartaalsgemidelde; factorkosten, volumemutaties

Copyright © 1999 – 2003 Economisch Statistische Berichten ( www.economie.nl )

Auteur