Ga direct naar de content

Mening: Nationalisatie banken onnodig

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: april 3 2009

mening
Nationalisatie banken onnodig
Nationalisatie van het bankwezen is in Nederland onnodig daar
de huidige wetgeving voldoende mogelijkheden biedt om desgewenst de handel en wandel van banken geheel naar de hand van
de toezichthouder te zetten. De suggestie alleen al dat er over
nationalisatiewetgeving wordt nagedacht, is schadelijk voor het
vertrouwen in het bankwezen en de Nederlandse economie. Het
naasten van andermans bezittingen past ook niet in onze burgerlijke samenleving die is gebaseerd op marktwerking, privébezit en
rechtszekerheid.

Koersdruk
De koersen van ING en Aegon stonden de afgelopen tijd weer
flink onder druk. Hierin speelt het anticiperen op het afglijden
van de economie natuurlijk een belangrijke rol. Als de pers moet
worden geloofd kwam dit echter mede door de aankondiging
van de minister van Financiën dat in navolging van het Verenigd
Koninkrijk en Duitsland wordt overwogen om wetgeving voor
nationalisatie van banken voor te bereiden. Dit soort openbare
g
­ edachte-experimenten zijn uiterst schadelijk voor het vertrouwen
in het bankwezen. De koers van een aandeel wordt geheel bepaald
door verwachtingen over toekomstige prestaties. In deze onzekere
tijd betekent een overweging als die van minister Bos dat er een
gerede kans bestaat dat beleggers behoorlijk kunnen verliezen, als
de banken in de toekomst door de staat worden genaast. Logisch
dat de koers dan op het moment van een dergelijke aankondiging
al in elkaar zakt. Publieke gedachte-experimenten met private
eigendommen zijn gevaarlijk. Premier Lubbers speelde ooit met
het idee om de vermogens van pensioenfondsen af te romen toen
einde jaren negentig de koersen door het dak gingen. Dat is ons
duur komen te staan, want om hieraan te ontkomen werden snel
de premieafdrachten van de bedrijven aan hun ­ ensioenfondsen
p
verminderd. Dit zorgde ervoor dat toen de buffers werkelijk
nodig waren na het inklappen van de internetbel, deze niet meer
a
­ anwezig waren.
Op het moment dat beleggers erachter komen dat het met het
mijn en dijn in Nederland niet zo nauw wordt genomen, zal dat
wijdere repercussies hebben. Koersen van andere aandelen
zullen hierdoor verder onder druk komen en de staat zelf zal meer
rente moeten vergoeden op zijn schuld. Zo zullen beleggers zich
afvragen: Als banken naar believen van de staat genationaliseerd
kunnen worden, waarom zou de staat zijn schuld dan afbetalen als
het even wat moeilijker gaat? Ook is het maar de vraag of buitenlandse rechters nationalisatie van buitenlandse onderdelen zullen
erkennen, wat weer tot eindeloos juridisch gesteggel kan leiden.
Kortom, de rekening kan flink hoger zijn dan het kortetermijngewin voor de minister van Financiën. Niet voor niets heeft een
zelfde aankondiging onder de Duitse bevolking voor veel beroering gezorgd. Daar ligt nog wat verser in het geheugen waar het
vervreemden van het bedrijfsleven uiteindelijk toe leidde. Net als
vroegere soevereine vorsten had het totalitair regime van de jaren
dertig geen achting voor het privaat bezit. Dit leidt tot onzekerheid en het inzakken van het bedrijfsleven. De kracht van de
burgerlijke samenleving is juist het respect voor het private bezit.

220

ESB

94(4557) 3 april 2009

Een markteconomie kan niet werken zonder het grootste respect
voor eigendomsrechten. Vandaar dat de voorgestane grondpolitiek
van Den Uyl in de jaren zeventig tot felle reacties leidde in onze
samenleving.

Waarom geen nationalisatie
Gegeven de problemen in de bancaire sector is het echter wel
begrijpelijk dat de overheid instrumenten in handen wil hebben om
te kunnen bijsturen. Het functioneren van banken is vanwege het
betalingscircuit en de kredietverlening uiterst belangrijk voor de
hele economie. De samenleving verwacht dat dit belang door de
staat wordt geborgd. Door de vervlechting van de banken onderling
kan het wegvallen van een bank het hele bancaire systeem ineen
doen stuiken. Om deze reden worden systeemrelevante banken
dan ook wereldwijd in leven gehouden door de diverse ministeries
van financiën.
Omdat de problemen maar niet ophouden, is het de vraag of er
naar zwaardere middelen moet worden gegrepen. Bijvoorbeeld
door alle twijfelachtige zaken van de balans te halen en in een
vuilnisbank onder te brengen; zodat de gezonde bank bereid zou
zijn om weer leningen te verstrekken. Een dergelijke constructie
is indertijd succesvol geweest in Zweden en bij de private redding
van de verzekeraar Lloyds. In België en Duitsland wordt daarom
overwogen om wetgeving in te voeren die nationalisatie van banken
mogelijk maakt.
Als de rekening voor roekeloos leengedrag uiteindelijk bij de overheid ligt, dan is het ook niet meer dan redelijk dat de overheid
instrumenten heeft om tijdig bij te sturen. Tot nu toe is gebruikgemaakt van herkapitalisatie, het gedeeltelijk garanderen van een
deel van de kredietportefeuille, het garanderen van onderlinge
leningen en overname door de staat. Daarbij zijn voorwaarden
gesteld voor terugbetaling, vergoeding voor deelname in het risico,
samenstelling van de raad van commissarissen en het beloningsbeleid. Met het ingrijpen bij de banken wil de overheid twee doelen
bereiken: dat de banken weer over voldoende kapitaal beschikken
en dat falend management wordt gecorrigeerd. Mijn stelling is dat
de huidige Nederlandse wetgeving voldoende handvatten biedt
deze twee doelen te bereiken. Het onteigenen van de aandeelhouders is daarvoor niet nodig en wetgeving in deze dient achterwege
te blijven.

Wetgeving
Allereerst biedt de wet de mogelijkheid tot het geven van een
aanwijzing aan een financiële instelling. Mocht dit niet het
gewenste effect hebben, of als hiervoor geen tijd meer is, dan
geeft de Wet financieel toezicht DNB het recht om terstond door
de rechtbank bewindvoerders te laten benoemen die alle benodigde bestuursmacht verkrijgen. Wat zegt deze wet in artikel 1:76?
Lid 1 bepaalt dat: “De toezichthouder kan besluiten een of meer
personen te benoemen als curator ten aanzien van alle of bepaalde
organen of vertegenwoordigers van een financiële onderneming
indien die financiële onderneming niet voldoet aan hetgeen ingevolge deze wet is bepaald.†De curatele behelst niet noodzakelijk

De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.

mening
de afwikkeling van een faillissement. Voor dat
verkoop van delen van de bank of verwatering
Herkapitalisatie
stadium kent de wet een aparte voorziening, de
van het aandelen bezit door uitgifte van nieuwe
zogeheten noodregeling. De memorie van toelichis hoe dan ook nodig, aandelen. In feite geeft de Wet financieel toeting schrijft: “Indien er nog geen noodzaak is om
zicht aan de toezichthouder tijdelijk alle mogemaar nationalisatie
de activiteiten te beëindigen, de vergunning in
lijke bestuurlijke macht die bij nationalisatie
te trekken of de noodregeling aan te vragen, kan
ook wordt verkregen, maar met het cruciale
is daar geen
gebruik worden gemaakt van de curateleâ€. Een
verschil dat het eigendom in handen blijft van
voorwaarde voor
grond hiervoor is dat “de financiële soliditeit van
de oorspronkelijke eigenaren. De aandeel­ ouders
h
de financiële onderneming zodanig in gevaar is
worden weliswaar tijdelijk uit hun macht ontdat onverwijld ingrijpen noodzakelijk isâ€. Ook als
heven door de benoeming van de curator, maar
een bank solvabel is, kan dit gevaar aanwezig zijn: als er vanwege
het eigendom wordt niet ontvreemd. Recentelijk is er, mede door
twijfel aan de liquiditeit een kans bestaat dat het interbancaire
DNB, gepleit voor het instellen van een apart agentschap tussen
betalingscircuit zou blokkeren, dan is dat een voldoende grond
de politiek en de door de staat gesteunde banken. Zo zou de overvoor het benoemen van een bewindvoerder. Bovendien stipuleert
heid afstand kunnen bewaren van het dagelijks beleid. Een dergede wet in lid 5: “Het benoemingsbesluit bevat onder meer een
lijk agentschap is in mijn optiek onnodig, daar de vanwege DNB
beschrijving van de belangen waardoor de curator zich dient te
benoemde curator deze rol kan vervullen.
laten leiden. (…) Met ingang van het tijdstip waarop het besluit
Nederland heeft haar zaakjes wat betreft de mogelijkheden voor
tot benoeming van de curator aan de ­inanciële onderneming is
f
crisismanagement bij banken dus goed voor elkaar. Nederland is
bekendgemaakt mogen de desbetreffende organen of vertegenhierin nu ook weer niet uniek; de Tsjechische toezichthouder bezit
woordigers hun bevoegdheden slechts uitoefenen na goedkeuring
bijvoorbeeld vergelijkbare bevoegdheden. Helaas missen onze
door de curator en met inachtneming van de opdrachten van de
buurlanden vergelijkbare handvatten, waardoor waarschijnlijk de
curator.†De wet maakt het dus mogelijk om het bestuur, de comroep om nationalisatie is ontstaan. Het drama dat zich in België
missarissen en de algemene vergadering van aandeelhouders van
voordoet bij de afwikkeling van de verkoop van Fortis had zich
de bank tijdelijk opzij te zetten. Tevens geeft DNB de bewindvoeronder Nederlands regime en toezicht in mijn visie niet ­ oorgedaan.
v
ders een richtsnoer mee voor de gewenste oplossing.
In dat geval zou vanwege DNB tijdens het weekeinde van de
De memorie van toelichting geeft aan dat de curatele in principe
tweede redding van Fortis eerst een curator zijn benoemd. Deze
een intern werkende maatregel betreft. Maar: “Onder omstandig­
zou dan met het mandaat van DNB zijn overgegaan tot opsplitsing
heden kan het echter nodig zijn om de benoeming publiek te
omwille van de financiële stabiliteit. Het feit dat nationale wetgemaken.†In beginsel wordt de benoeming dus stilgehouden. De
ving zo sterk verschilt, maakt nogmaals duidelijk dat een Europees
overweging hiervoor is de angst dat de benoeming verkeerd zou
bankwezen op dit moment een fantoom is, ondanks de mooie
worden opgevat en zou leiden tot een bankloop. Hiertegen pleit
woorden en onderlinge afspraken. Nederland moet op dit moment
dat er van een dergelijke benoeming ook een positief signaal kan
koesteren welke zaken zij in ieder geval goed heeft geregeld. Er
uitgaan als de richtlijn voor de bewindvoerder de door de markt
zijn naar mijn mening voldoende handvatten voorhanden om acuut
gewenste oplossing bevat. Voor beursgenoteerde banken speelt
in te kunnen grijpen bij het bankwezen. Daarom past nationalisatie
bovendien dat de curatele kwalificeert als voorwetenschap en de
niet in de geest van onze op de markt gebaseerde samenleving
vergadering van aandeelhouders dit op enig moment te weten moet met respect voor het privébezit.
komen. Regelmatig worden er bewindvoerders al dan niet in stilte
benoemd.

Evaluatie
De motieven voor nationalisatie zijn herkapitalisatie en de reorgani­
satie van de bank en het bestuur. Voordeel van nationalisatie is
dat de overheid bestuurlijk kan doen en laten wat zij wil. Mijn
stelling is dat bewindvoerders deze herkapitalisatie ook kunnen
bereiken. De voordelen zijn dat er geen gesteggel nodig is over
de ­ aardering van de bank. Dit torpedeerde het plan van Paulson
w
en leidde tot het heronderhandelen over de waardering van het
Belgische deel van Fortis. Een ander voordeel is dat men eerder
desgewenst in stilte in kan grijpen en dat men gebruik kan maken
van de expertise in het bestuur van de bank. Herkapitalisatie is
hoe dan ook nodig, maar nationalisatie is daar geen voorwaarde
voor. Bewindvoerders kunnen de rekening in voldoende mate bij
de aandeelhouders leggen door het onthouden van dividend, de

Casper de Vries
Hoogleraar aan de Erasmus Universiteit Rotterdam

De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders

te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.

ESB

94(4557) 3 april 2009

221

Auteur