Ga direct naar de content

Lang niet elke twintiger met een vast contract behoudt dat ook

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: december 11 2022

Beschrijvingen van arbeidsposities naar leeftijd suggereren dat steeds meer werkenden een vast contract krijgen, en dat steeds minder mensen een tijdelijk contract of geen werk hebben. Op individueel niveau verlopen loopbanen echter vaak veel dynamischer.

Die dynamiek binnen individuele loopbanen en de verschillen tussen groepen kunnen worden getoond door middel van een zogeheten sequentieanalyse. De figuur bestaat uit op elkaar gestapelde horizontale lijntjes. Ieder lijntje is één loopbaan, die links begint met de situatie op 23-jarige leeftijd, en rechts eindigt met de situatie op 32-jarige leeftijd. Een doorlopende lijn staat voor een loopbaan met hetzelfde type contract gedurende de hele periode. Vele andere loopbanen beginnen met een flexibel contract en gaan na verloop van tijd over in een vast contract. Voor het overzicht zijn de lijnen gesorteerd op de eerste arbeidsmarktpositie (op 23-jarige leeftijd) en vervolgens op de laatste (op 32-jarige leeftijd).

De meeste 23-jarigen in 2006–2008 hadden een tijdelijk contract, een vast contract of studeerden nog (allen ongeveer dertig procent). Een klein deel werkte niet, of werkte als zelfstandige. Opvallend is de dynamiek over de tijd: ruim een derde van de 23-jarigen met een vast contract heeft als 32-jarige geen vast contract meer. Dat wordt echter ruimschoots gecompenseerd door de personen die als 23-jarige een flexibel contract hebben of onderwijs volgen, maar als 32-jarige een vast contract hebben.

De dynamiek varieert naar opleidingsniveau. Lageropgeleide jongeren kennen een minder stabiele loopbaan, hebben vaker langdurig geen werk, en maken minder vaak de overstap van een flexibel naar een vast contract. Als ze al een vast contract hebben, is de kans groter dat ze weer flexwerk gaan doen of zonder werk raken.

Verder valt het op dat laagopgeleide vrouwen het vaakst langdurig niet werken, en ook vaker de transitie maken van vast of flexibel werk naar niet-werken. Onder middelbaar opgeleide vrouwen komt die transitie een stuk minder vaak voor, en onder hogeropgeleide vrouwen vrijwel niet. Onder hogeropgeleiden zijn er überhaupt weinig verschillen tussen de loopbanen van mannen en vrouwen.

Auteurs

Categorieën

Plaats een reactie