Conjunctuur
Krachtige
groei•
wereldhandel
De wereldhandel vormt de motor
achter het mondiale economische
herstel. Het ziet ernaar uit dat de wereldhandel dit jaar toeneemt met 7%,
terwijl het IMF uitgaat van een verdere groei met 6% in 1995. Vorig jaar bedroeg de groei slechts 4%, terwijl het
gemiddelde van de afgelopen twintig
jaar op 5% ligt. De groei van de wereldeconomie begroot het IMF voor
dit jaar op 3% en voor 1995 op 3,5%.
Opmerkelijk is dat voor beide jaren
5,5% groei voor de ontwikkelingslanden wordt voorzien, mede dank zij
scherp hogere investeringen. Was de
kapitaalstroom naar de ontwikkelingslanden in 1990 vrijwel stilgevallen, in
1993 bereikte deze een omvang van
$ 130 miljard. Een niveau dat in de
eerste helft van 1994 overigens niet
kon worden vastgehouden.
!
Fvan Lanschot
Bankiers nv
SINDS 1737
vs: werkloosheid
daalt
In de Verenigde Staten werd met
spanning uitgekeken naar de werkgelegenheids- en werkloosheidscijfers
over de maand september. De publikatie bood voor elk wat wils, maar
de interpretatie op de financiële
markten was bijzonder positief. Het
aantal banen buiten de agrarische sector nam toe met 239.000, minder dan
de 250.000 waarop was gerekend. De
werkloosheid daalde echter van 6,1%
tot 5,9%, het laagste niveau in vier
jaar. Anderzijds werd het voorlopige
cijfer ten aanzien van het aantal nieuwe banen over augustus ad 179.000
fors omhoog bijgesteld tot 246.000.
De Index of Leading Indicators steeg
in augustus met 0,6%, de sterkste stijging in vijf maanden .
Japan: herstel duidelijker
De tekenen dat de Japanse economie
uit het dalomhoogkruipt
worden
voorzichtig sterker. Voor de derde
maand in successie werden in augustus meer machines door het bedrijfsleven gekocht. De Japanse economie
vertoont geen inflatie, volgens sommige waarnemers is zelfs sprake van
een daling van het gemiddelde prijspeil. Inmiddels is wel sprake van economische groei, maar in een voor Japan te verwaarlozen mate. In het
eerste halfjaar bedroeg de groei 0,4%,
en voor het hele jaar gaan veel analisten uit van 1%, aantrekkend tot 2,5%
in 1995. Opmerkelijk was de sterke
stijging van de industriële produktie
in augustus met 3,8% ten opzichte
van juli en met 3,6% ten opzichte van
een jaar geleden; de grootste stijging
in drie jaar.
De buitenlandse handelspartners
van Japan waren aangenaam verrast
door de daling van het overschot op
de lopende rekening van de betalingsbalans van $7,3 miljard in augustus 1993 tot $6,2 miljard in dezelfde
maand van dit jaar. De invoer vertoonde een scherpe stijging met
20,3%. Een forse stijging van de energie-import samenhangend met de
hete zomer speelde daarbij een rol.
Meer algemeen was sprake van een
flinke toename van de invoer van
consumentenprodukten.
Het tekort
op de dienstenbalans nam scherp
toe, terwijl meer kapitaal werd geexporteerd.
Duitsland:
aanwakkerende
inflatie
In Duitsland werd het septembercijfer voor de stijging van de kosten van
levensonderhoud verhoogd van de
voorlopige raming van 2,9% naar 3%.
Daarmee ligt het inflatieniveau nog
steeds op dat van de vier voorafgaande maanden. De IG Metall heeft voor
volgend jaar een looneis van 6% gesteld, opgebouwd uit 2,5% inflatiecorrectie en 3,5% produktiviteitsstijging.
De uitkomst van de onderhandelingen zal echter, zo wordt algemeen
verwacht, aanzienlijk onder dit percentage liggen.
De orderontvangst bij de Duitse industrie liet in augustus een onverwachte teruggang zien met 2,2% ten
opzichte van juli. Gerekend was op
een bescheiden toename. Overigens
lag de orderontvangst nog altijd 6,2%
boven het niveau van een jaar geleden. Het grote aantal vakantiedagen
kan van invloed zijn geweest, maar
wel opmerkelijk is dat de teruggang
vooral te wijten was aan de exportorders. Het lijkt erop dat de binnenlandse vraag in toenemende mate
voor de economische groei moet zorgen, nadat de exportorders eerder de
keer ten goede van de Duitse economie teweeg hebben gebracht. Dit
wordt ook bevestigd door de groei
van de detailhandelsverkopen
in augustus met 1%, nadat in juli een opmerkelijke terugslag met 6% had
plaatsgevonden. In de eerste acht
maanden van dit jaar is de detailhandelsomzet in reële termen met 1%
gestegen ten opzichte van een jaar
geleden. De verdere daling van de
werkloosheid in Duitsland met
142.400 in september was daarnaast
eveneens goed nieuws.
Nederland: vertrouwen
hoog
In Nederland lag het consumentenprijsniveau in september 2,7% hoger
dan een jaar geleden, tegen 2,6% in
augustus. In augustus zijn de detailhandelsverkopen ten opzichte van
een jaar geleden toegenomen met
2,8%, waarvan 0,5% prijseffect. Bedacht moet echter worden dat augustus dit jaar een woensdag meer telde,
hetgeen overeenkomt met circa 3%
extra omzet. Hiervoor gecorrigeerd
was er dus geen sprake van een omzetstijging. Overigens zet het herstel
van het consumentenvertrouwen
waarvan sedert begin 1993 sprake is,
door. De index bevindt zich inmiddels duidelijk in het positieve gebied.
Het producenten prijspeil lag in augustus 0,9% hoger dan een jaar geleden.
De periode van dalende producentenprijzen werd twee maanden eerder al
afgesloten. Daarna was sprake van
stijgingen met 0,1% en 0,2%. Op het
niveau van de producentenprijzen
lijkt daarmee sprake van een trendbreuk.
De kersverse Nederlandse regering
kreeg op voorhand reeds meningsverschillen ten aanzien van de besteding
van eventuele financiële meevallers:
DEZE WEEK
gebruiken voor verdere tekortreductie of aanwenden voor lastenverlichting? Minister Zalm van Financiën
heeft laten berekenen dat bij een economische groei van 2,7% (in plaats
van de 2% per jaar waarvan in de begroting voorzichtigheidshalve
wordt
uitgegaan) het financieringstekort in
1998 niet op 2,9% uitkomt maar op
1,5%, en dat de overheidsschuld dan
belandt op 75% van het bbp in plaats
van de 80,4% die in september nog
in de Miljoenennota werd genoemd.
Rente en valuta’s
Sterke koersral~y op obligatiemarkt
Op de internationale obligatiemarkten is de stemming de afgelopen weken radicaal omgeslagen. Aanvankelijk bleven de markten in mineur
verkeren. Opnieuw kwamen namelijk in de Verenigde Staten cijfers beschikbaar die erop wezen dat de
Amerikaanse economie nog altijd
krachtig groeit. Zowel de orders voor
duurzame goederen als de huizenverkopen en de gezinsconsumptie vertoonden in augustus een behoorlijke
stijging. Toen vervolgens ook nog de
conjunctuurindicator
in augustus met
0,6% bleek te zijn gestegen, terwijl de
orderontvangst van de industrie in augustus de sterkste toename sinds december 1992 liet zien, doken de obligatiekoersen verder in de min. Met
grote spanning werd vervolgens uitgekeken naar de bekendmaking van
de Amerikaanse werkgelegenheidscijfers voor september. Deze vormde
echter het keerpunt in het marktsentiment. Want hoewel de werkloosheid
met 5,9% aanzienlijk lager bleek te
zijn uitgekomen dan de verwachte
6,1% (het percentage van augustus),
reageerden de obligatiekoersen toch
met een stijging omdat de feitelijke
banengroei in september lager was
dan de meeste marktpartijen hadden
gedacht.
Duitse verkiezingen
Dit was het startsein voor een sterke
koersrally. Vooral in Europa daalde
de lange rente in een rap tempo.
Daar speelde namelijk nog een andere factor de omslag in het marktsentiment in de kaart: de opiniepeilingen
inzake de Duitse parlementsverkiezingen. Deze duidden steeds meer op
een overwinning van de huidige conservatief/liberale regeringscoalitie.
Op de financiële markten ziet men
dat graag, omdat van een dergelijke
ESB 19-10-1994
regering een strenger budgettair beleid wordt verwacht.
Niets kon vervolgens de positieve
marktstemming doorbreken. Noch de
opwaartse bijstelling van het Duitse
inflatiecijfer voor september van 2,9%
naar 3,0%, noch de looneis van de belangrijke IG Metall voor volgend jaar
van 6% (verwacht wordt dat het daarmee niet zo’n vaart zal lopen), noch
in eigen land de bekendmaking van
het inflatiecijfer voor september, dat
met 2,7% hoger uitkwam dan de
2,6% van augustus. Een nieuwe sterke impuls kregen de obligatiekoersen
toen bekend werd dat de Amerikaanse producentenprijsindex
in september met 0,5% was gedaald. De stijging van de Amerikaanse consumentenprijsindex in september, die de
daarop volgende dag werd gepubliceerd, was met 0,2% conform de verwachtingen. Inmiddels is de tienjaarsrente in ons land, na aanvankelijk te
zijn gestegen tot 7,73% (rendement
jongste staatslening), gedaald tot
7,45%. In de Verenigde Staten staat
de tienjaarsrente nu op 7,60%. De
japanse obligatiemarkt vormde, zoals
wel vaker, overigens een uitzondering op de trend. Daar steeg de lange
rente gedurende de afgelopen twee
weken met ongeveer twintig basispunten tot 4,71% onder invloed van
signalen dat de japanse economie
eindelijk wat uit het dal begint te
klimmen.
Dollar blijft zwak
In tegenstelling tot de obligatiekoersen was voor de Amerikaanse dollar
zeker geen sprake van een koersrally. Integendeel, handelaren beginnen
steeds meer te wanhopen of het ooit
nog wel goed komt met de dollar.
Het bereiken van een deelakkoord inzake het japans-Amerikaanse
handelsdispuut kon de dollar niet wezenlijk
opkrikken. Kortstondig ondervond
de munt enige steun van het feit dat
de spanning met Irak sterk opliep,
maar met het verdwijnen van een directe dreiging ebdè ook het positieve
effect op de dollar weer weg. Vooral
teleurgesteld was de markt toen ook
de sentimentsverbetering
op de Amerikaanse obligatiemarkt na de bekendwording van het gunstige cijfer voor
de producentenprijsindex
de dollar
niet omhoog hielp; het dollaraanbod
dat vervolgens loskwam duwde de
koers van de Amerikaanse munt richting! 1,70. De verkiezingsoverwinning van de Duitse regeringscoalitie,
die gunstig werkte op de positie van
de Duitse mark, leidde er toe dat dit
niveau zelfs in neerwaartse zin werd
doorbroken.
Het Britse pond, dat eerder mede
onder invloed van de verhoging van
de Britse basisrente was gestegen tot
! 2,75, verloor eveneens enig terrein
en noteert nu! 2,71. Naast de zwakke dollar speelde hierbij de bekendmaking van het zeer gunstige inflatiecijfer voor september een rol: 2,2%,
tegen 2,4% in augustus. Dit verkleint
de kans op een spoedige verdere verhoging van de basisrente in het Verenigd Koninkrijk.
De Duitse mark profiteerde, vooruitlopend op de parlementsverkiezingen, al van de voor het CDU/CSU
gunstige opiniepeilingen en versterkte zijn positie binnen het EMS. Ten
opzichte van de gulden boekte de
munt echter pas na de verkiezingen
een bescheiden koerswinst. De Duitse mark noteert momenteel rond de
! 1,1205, nog steeds belangrijk lager
dan de EMS-spilkoers van! 1,1267.
Bundesbank- en DNB-tarieven
onveranderd
Op de geldmarkt viel de afgelopen
weken nog steeds weinig te beleven.
Al sinds juli hebben alle tarieven van
.zowel de Bundesbank als de Nederlandsche Bank geen enkele wijziging
ondergaan. De eenmaands interbancaire tarieven schommelen daardoor
al maanden rond de 5%. Wel verloopt
de yieldcurve op de geldmarkt inmiddels aanmerkelijk steiler dan in de zomer, omdat het optimisme over verdere discontoverlagingen is afgenomen
onder invloed van de gunstige Europese economische ontwikkeling en
enkele renteverhogingen elders in Europa. De laatste week zijn de Duitse
en Nederlandse eenmaands interbancaire tarieven overigens licht ged~ald
tot ongeveer 4,9%. Daarbij werd door
marktpartijen geanticipeerd op een
verkiezingsoverwinning
van bondskanselier Kohl en de zijnen. Daarvan
verwacht de markt zoals gezegd een
strenger budgettair beleid dan van de
oppositiepartijen, en dit zou ertoe
kunnen leiden dat de Bundesbank
zich minder snel genoodzaakt voelr
om bij een opgeleefde conjunctuur
een restrictief monetair beleid te gaan
voeren.
Deze bijdrage is ontleend aan de tweewekelijkse publikatie Beleggen met Van
Lanschot