Ga direct naar de content

Honderd jaar sociaal-democratie

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: september 28 1994

Honderd iaar sociaal-democratie
Dit jaar bestaat de Nederlandse sociaal-democratie
honderd jaar!. De beweging kwam voort uit onvrede
met de normloze ongelijkheid die de industriële revolutie met zich bracht. Aan het eind van de negentiende eeuw trachtte de grote groep armsten van de samenleving, die in de toenmalige marktverhoudingen
nauwelijks macht hadden, haar omstandigheden te
verbeteren door de vorming van economische macht
(met vakbonden) en politieke macht. De sociaal-democratische weg naar het laatste hield in dat men de
verbeteringen wilde bereiken langs parlementaire
weg. Essentieel hiervoor was het in macht kunnen
omzetten van het getalsmatige overwicht van de minder bedeelden. Hiervoor was het algemeen kiesrecht
nodig; een van de belangrijkste programmapunten
van de in 1894 opgerichte SDAP.
De sociaal-democratie heeft sindsdien in belangrijke mate de inrichting van de Nederlandse economie
bepaald. Niet alleen door eigen parlementaire invloed, ook omdat het gedachtengoed (mede onder
dreiging van stemmenverlies) doordrong tot andere
partijen. Er kwamen instituties die de macht van ondernemers op de arbeidsmarkt aan banden legden:
ontslagrecht, minimumloon, cao en avv. De overheid
zorgde ervoor dat de marktrnacht van de werknemers kon toenemen, onder meer door onderwijs te
bekostigen. Daarnaast werd de uitkomst van de
markt stevig gecorrigeerd, met een progressief belastingstelsel, subsidies en uitkeringen. De verzorgingsstaat die er uiteindelijk kwam, en waarin de overheid
een centrale rol vervulde, is in belangrijke mate een
uitvloeisel van het sociaal-democratische gedachtengoed.
Veel van de aanvankelijke doelen werden aldus
gerealiseerd. De mensen met een laag inkomen kregen het materieel beter, en hun kansen om talenten
te ontplooien namen toe. De meer gelijke inkomensverdeling gecombineerd met pensioenvoorzieningen
maakte dat de werkenden ook kapitaalbezitters werden, zodat de traditionele tegenstelling aan betekenis
verloor. Het succes bestond daarnaast uit de ervaring, dat de sociaal-democratische aanpassingen het
functioneren van de markt helemaal niet onmogelijk
maakten, maar door politieke stabiliteit en massaconsumptie de werking van de economie eerder ten goede kwamen. Met het succes ontstonden er echter
nieuwe problemen. De verzorgingsstaat bleek niet
alleen tot een gelijkere inkomensverdeling te leiden,
maar ook uit te nodigen tot overmatig gebruik van
voorzieningen. De calculerende burger deed zijn intrede. De voorzieningen bleken bovendien niet crisisbestendig. In tijden van recessie dreef het beroep op
de uitkeringen de loonkosten op waardoor nieuwe
groepen uit het arbeidsproces gestoten werden. Ook
buiten de arbeidsmarkt werden nieuwe problemen
zichtbaar en voelbaar: milieuvervuiling, criminaliteit
en de zeer ongelijke inkomensontwikkeling
in de
wereld.

ESB 19-10-1994

De nieuwe problemen vereisen een nieuwe
plaatsbepaling van de sociaal-democratie. De macht
en mogelijkheden van de overheid om door sterke
regulering en herverdeling van de welvaart, gelijkheid na te blijven streven, lijken steeds minder toereikend. Bovendien is het de vraag of deze strategie
ook de meest effectieve manier is om op te komen
voor de minder kansrijken van de samenleving.
Gelijkheid van kansen (gelijkheid ‘vooraf’) gaat op
dit moment eerder samen met vermindering van
regulering en instituties. Dure cao’s die algemeen
verbindend worden verklaard, belemmeren toetreding van werknemers en nieuwe bedrijven tot de
markt en nemen daarmee kansen op welvaart en
werkgelegenheid weg. Ook op andere terreinen
komt het verdedigen van bestaande arrangementen
vaak neer op een keuze voor insiders ten koste van
de welvaart voor een bredere groep.
Net als andere politieke groeperingen moeten de
sociaal-democraten op zoek naar een nieuw evenwicht tussen sturing en marktwerking. Maar waar de
communis opinio vaak aanstuurt op meer markt en
een kleinere rol voor de overheid, zouden de sociaaldemocraten in lijn met hun traditie kunnen laten zien
hoe de twee coärdinatiemechanismen
elkaar niet
hoeven uit te sluiten, maar juist kunnen versterken.
Hiervoor is het allereerst nodig de kwaliteit van de
dienstverlening door de overheid te verbeteren2.
Zo’n verbetering kunnen sociaal-democraten stellen
tegenover de liberale oplossing van privatiseren.
Daarnaast kunnen sociaal-democraten de taak van de
overheid benadrukken om de marktwerking te bevorderen en marktfalen te corrigeren. Uit zich zelf voorziet de markt niet in collectieve goederen, denkt de
markt niet om volgende generaties, brengt de markt
geen sociale stabiliteit en veiligheid op straat. Voor
de aanpak van milieu- en andere problemen kan
vaak gebruik worden gemaakt van het marktmechanisme, maar is een sterke en goed werkende overheid als ‘regisseur’ nodig. De politieke stroming die
daarvoor zorgt, gaat nog zeker honderd jaar mee.
E.S. Pelle

zie J. Perry e.a. Honderd
in Nederland 1894-1994, Bert

1. Voor een historisch overzicht

jaar sociaal-democratie

Bakker en Wiardi Beckman Stichting, Amsterdam, 1994.
2. Zie ook DJ. Wolfson, Het PvdA-program van Wolfson,
Socialisme & Democratie, 1993, or 3, blz. 106-107.

Auteur