o
JULi 1924
AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.
Economïsch,jStatistische
Beri
*chten
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL. NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
ORGAAN
VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART
UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
9E
JAARGANG
WOENSDAG
INHOUD
BIz.
HET IN DUSTII 1ALISATI E-VRAACTUE VOOR NED.-INwE
door
Ir. J. van der Waerden ………………….
598
Pachten
en Loonen in den Landbouw in verband
met de
Exportindustrie II (Slot) door
J. $mid …………
600
De ,,Nota betreffende
den toestand van
‘sLands Finan-
ciën” behoorende hij de Indische
begrooting
1925,
door G. J. W.
Putman Cramcr ………………
602
liet vraagstuk van
de
Termijnzaken
in
vreemdevaluta 1
door
W. C. Post
huinvs
Mcyjes ……………….
603
BUIPENLANDSOHE MEI)E WERKiNG: De Financieele politiek van de nieuwe Fransche Regee-
ring, door
Prof.
Bertrand
Nogaro
…………….
605
AANTEERENINCEN:
Tin, en exporthandel van Nederlandsch-Indië gedu-
rende
1923………………………………..607
OVERZICHT VAN TIJDSCHRiFTEN …………………609
S’FATISTTEKEN EN OVERZICHTEN …………….. 610-612
Geidkoersen.
Effectenbeurzen.
Wisselkoersen.
Goederenhandel.
Bankstaten.
Verkeeriwezen.
INSTITUUT
VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
Algemeen Secretaris: Mr. G. W. J. Bruins.
Redacteur-Secrelaris
van het
weekblad:
[1.
J. Wansink
Secretariaat: Pieter de Hoochweg 12, Rotterdam.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruige Plaatweg 37.
Telefoon Nr. 3000. Postchque-, en girorekening
Rotterdam No. 8408.
Abonne?nentsprijs voor het weekblad franco p. p.
in Nederland
f
20,—. Buitenland en Koloniën
f
25,-
per jaar. Losse nummers 50 cents.
Leden en donateurs van het Instituut ontvangen
het weekblad gratis.
De verdere publicaties van het Instituut uitgaande
ontvangen de abonné’s, leden en donateurs icosteloos, voor zoover daaromtrent niet anders wordt beslist.
8 JULI 1924.
1)0
geld markt bleef nok ge In rende cle maandisse-
Ii ng zeer .rtiiirt. Parti.culie.r iliscoiito noteerde 8’/ pOt.,
terwijl aan het einde der week ook wel voor 3/s pOt.
werd afgedaan. Do prolongatierente liep nog :i.ets ver-
der brug, J)ondei’dag w’ercl 2V2 pOt. genoteerd.
* *
Terwijl het totaaleijfer der hinnenlandsche wissels
op den weekstaat van De Nederlandsehe Bank een
geringe stijging aanwijst van
f
144,6 millioen tot
f
145,3 nullioen, vertoonen cle beleenirigen een sterke
vermeerdering ten bedrage van
f
31,9 miliioen. Deze
vermeerdering komt geheel voor rekening der effecten-
beleeningen van Hoofdbank en Bijbank, die resp. van
f
50,7 op
f
82,4 millioen en van
f
12,4 op
f
15,6
millioen kwamen ; de Agentschappen evenals de goe-
derenbeleeningen vertoonen een lager cijfer. Aange-
nomen zal wel mogen worden, dat deze sterke uit-
9iJULI
1924
No.
445
zetting verband houdt met de moeilijkheden, die zich
in de hankwereld voordoen.
Het renteloos voorschot aan den Staat bedraagt
f
9,9 niillioen tegen
f
6,2 millioen de vorige week.
De metaalvoorraad onderging een daling van ruim
f250.000 die geheel aan vermindering van den
zilvervoorraad is toe te schrijven. De huitenlandsehe
wissels en de diverse rekeningen onder het actief
zijn resp. circa
f
900.000,— en ruim
f
7,5 millioen
iager, waarschijnlijk in verband met verdere realisatie
van buitenlandsch tegoed.
l)e bi]jettenernissie steeg met ruim
f
9,3 millioen tot
f992,3 millioen, tei-wijl de rekeningeouraiit-saldi met
ruim
f
18 millioen tot
f
65,4 toenamen. Het besehik-
baar metaalsaldo bedraagt
f
329,2 millioen tegen
f
334,8 milioen op den vorigen weekstaat.
* *
Do wisselmarkt was flauw cii weder vrij stil. Bijna
alle wissels liepen meer of minder terug; ok Dol-
lars brokkelcien weder iets verder af. OpvallçLflauw
was Kopenhagen. Geopend op ongeveer 4380 werd
Diiisclag voor 4130 afgedaan. Later trad eenverbete-
ring tot, ca. 42,— iii, de stemming bleef echter flauw.
LONDEN, 5
JlJh[l94.
Alle ornstaiidighedeii hielpen mee om daggeld
li aandag, den laatsten dag van J’uni, bijzonder duur
l
e
maken. Verschillende banken lieten hun no uit-
dtaaiide leenirigen, met het oog op hunne balansen
afloopen, terwijl ook verder het aanbod gering was.
Niebtegensl;aaride bij de :l3anlç of Englaiid weer een
EI i rik bedrag voor een week werd opgenomen, moest
voor voorschot I;•ot in J uliin vele gevallen 44 pOt.
betaald worden.. :Lieeds Dinsdag had cle omkeer plaats.
Aanbod overhee.rsehte geheel, en mcii deed de eerste
terugbotaling aan de Batik. Door cle groot,c coupon-
betalingen was ei evenwel zulk een overvloed van
middelen, dat daggeicl vaak tegen 1 pOt. verkL-ijgbaar
vas. Vernieuwen van zovenclaagsche loeningen kostte
4(nv
2% pOt., maar in sommige gevallen
2% ‘pOt.
De dsc:ontomarkt was nog steeds vast. Nog is men
niet, zeker, dat cle Baitkrate niet verhoogd zal worden.
Vati cle zijde van eenige banken was er Donderdag
vraag naar Augustus Treasïuy Bills tegen 2’1iu_
7
/5
pOt.
2-mnds. prima bankaccept
3’116_
3
I16
pOt.; 3-mnds.
idem 3
5
/i6—Ys
pOt.; 4-mnds. idem 37116_91i pOt.;
6-mncls. idem 3%-4 pOt.
598
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
9 Juli 1924
HET INDUSTRIALISATIE-VRAAGSTUK
VOOR NED.-INDIE.’)
Laat ik beginnen met op te merken, dat hierovr
in 1-lolland veel misverstand is gesticht en daardoor
veel misverstand bestaat, terwijl het uit zich zelf wi1
belangstelling verdient eu zeker een beter begrip. »
in zijn grondslag althans is het probleem eenvoü-
dig te stellen, hoe moeilijk zijne oplossing daarna ook
blijken moge.
7
De moeilijkheid der oplossing schuilt, als van alle
problemen in Indië, iii de bijzondere constructie van
de Koloniale Maatschappij.
4
De huidige ontwikkeling van ,Tava – want alles
gaat hier hoofdzakelijk om en over dit hoofdeiland,
waar 35 van de
bijna
50 millioen der bevolking wonen
— is voortgekomen uit twee totaal verschillende
maatschappijen, de eigen Oostersche en de ingevoerde
Westersche, welke laatste de ontwikkeling van
bin-
neauit
feitelijk
heeft verstoord en voor een deel ver-
nietigd en haar eigen belangen daarvoor in de plaats,
althans
01)
den voorgrond, heeft geplaatst, laten we
zeggen gedurèude ruim een eeuw.
in die eeuw heeft tegelijkertijd een fenomenale
berolkingstoename plaats gehad, welke door den over-
heerschenden Westerschen invloed op het producti-
proces niet clan op kwantitatieve wijze zich uitte,
alhans geen
belangrijke
wijzigingen bracht in de
maatschappelijke structuur van het land. Alle func-
ties in dat – naast den landbouw der bevolking –
gewijzigde productieproces —ingezet door Westersche
c.q. Europeesche werkzaamheid en kapitaalbelegging
– bleven in handen der uitheemschen en zoowel de
klassevormi ug als beroepsgroepeering in de ‘i’nlan dsche
maatschappij als het ontstaan van een nationaal kapi-
taal werden er door belet.
Java werd cloo zijn waardevolle handelsgewassen
opgenomen in het wereldverkeer, terwijl de bevolking
grootendeels in haar puimitieven staat van landbou-
wers ,hlef, met een ‘meer en meer versnipperd grond-
bezit, kapitaalgebrek en zonder intellectueele ont-
wikkeiin.
Java werd een rijk land met een are bevolking,
welke gekluisterd bleef aan den grond. Java werd een
rijk exportland met eene bevolking zonder meer dan
een minimum draagkracht.
De handelsbalans was tot voor den oorlog en ook
daarna, thans zelfs in hooge mate, onafgebroken gun-
stig met honderden millioenen guldens overschot –
doch in de welvaart der inheemsche bevolking kwam
niets daarvan tot uiting.
TTaar
‘de bezitters van het in Indië werkzame kapi-
taal elders •in Holland en Europa gevestigd waren,
richtte zich de goudstroom, voortvlociend uit liet saldo
der handelsbalans, niet op Indië, doch allereerst op Holland en verder op de landen, waar de eigenaren van het Indische kapitaal woonachtig waren. Inko-
mensvorming. in Indië kon enkel plaats hebben van
het deel van de opbrengst der cultures en onderne-
mingen, dat als loonkapitaal ging rouleeren. Dit be-
paalde, tezamen met het overschot der opbrengst der
eigen gronden der bevolking, de koopkracht van de
‘gezamenlijke bevolkingsgroepen.
Dit agrarisch systeem, waaronder de bevolking van
Java nu ‘de laatste 100 jaren heeft gewerkt, is niet
bij machte gebleken meer dan een zeker status quo
(te weten een minimum bestaan) der in dichtheid
sterk toenemende bevolking te handhaven. Zelfs is het
•de ‘vraag, of dit niveau niet nog daalt. Dit systeem
mag dan in de breedte gewerkt hebben, in de hoogte deed het dit zeker niet.
De vraag dus of bestaansmiddelen buiten den grond
1)
Dit artikel vormde het schema van een inleiding
over ,,Het in.dustrialisatie-vraagstuk voor Ned.-Inclië”, ge-
houden in de vergadering der ‘af deeling Technische Eéo-
nomie van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs op
4 Juni 1924.
voor de inlandsche ‘bevolking nood’ig zijn, ‘behoeft niet
veel betoog.
Het geheele probleem der industrialisatie is een
onderdeel van het vraagstuk: opvoering van het eco-
nomisch peil der bevolking en hare lotsverbetering.
Er moeten leve:nsvormen komen die omhoog werken
en daaihij ligt voor ‘d’e hand, dat zoowel een geoef en-
de handwerkersstand niet een hooge.ren ievensstand’
aard, als een leger industrie-arbeiders de iii 1 andsche
bevolking zal kunnen verlossen uit den ban, waarin
ze thans alsagrarisch proleta
–
riaat -gehouden wordt.
In ‘de laatste halve eeuw is de bevolking van. Java
verdubbeld; er zijn dus thans ook tweemaal zooveel
monden te voeden als voorheöu, uh. 35 millioen tegen
17 millioen in 1875.
De groote cultures, welke in dien tijd enorm uit-
gehrei’d zijn en Java en Indië aan het wereidverkeer
hebben aangesloten, gebruiken betrekkelijk ‘weinig
verkvoik. De ‘suikercultuur in het bijzonder, die in-
der’daad veel geld ondèr de bevolking heeft gebracht,
heeft tevens beslag gelegd •op de beste bouwvelden.
Niemand zal
–
er intusschen aan denken Java, dat
door zijn waardevoll& handelsgewassen aldus opgeno-
men is in het were]d’verkeer, daaruit weer terug te
dringen.
Overigens ‘zou een herstel van ‘den vroogeren oer-
toestand niet meer baten, juist door de fenonienale
toeneming der hevolkingsdichtheid in -den loop der
laatste eeuw. Opheffing der uitheemsche werkzaam-
heid zou slechts van economisch na’deel zijn voor de
bevolking. Daarnaast behoort echter erkend, dat de
huidige toestand met tekort aan grondhezit en de
enorme versnippering daarvan, naast kapitaalgebrek
en geringe inteilectueele ontwikkeling, eiken verde-
re:n opbloei beletten.
iDat’de inlandsc]’ie land ho-uw, meer .i.n hol; hijzon dci’
de sawah-houw, de voornaamste bron van inkomsten
van de bevolking -van J’ava is, blijven zal en blijven
moet, daarover bestaat weinig verschil van meening.
Dat cle uitbreiding van het oppervlak der sawah-
gi.’onden achterblijft bij de hevoikingstoename is een
feit, al wordt door sommige economen (Prof. Kielstra
uit .
ageiiingen, E.-S.
B. 2 April 1924,
blz. 302 e.v.)
daarop niet genoeg gelet. De thans bekende cijfers
luiden:
1874 ……….2.156.000 bouws
1921
……….3.439.000
cene uitbreiding dus van 60 pOt. ‘tegen een bevol-
kingstoename van 100 pOt.; gelukkig echter is in die
jaren vooral de uitbreiding van droge gronde.n veel
belangrijker toegenomen. en wel:
1875 ……….pl.m.
500.000 bouws
1.921 . ………. pl.m. 4.400.000
11
Onder deze 4,4 miljoen zijn clan 2,7 millioen vaste
tegallans. Voorts blijkt, dat door arbeid der bevol-
king en hulp der irrigatiewerken in die halve eeuw
i
1
/i milhoen bouw droge gronden in sawahs is orngc-
zet. Daarbij is de z.g. Oostmoesson-beplanting sterk
uitgebreid, waarbij dus rijst (padi) als 2e gewas wordt aangeplant. De verhouding schijnt ongeveer aldus ge-
steld te mogen worden:
toen iime zielental …………….2
: 1:
rijstvelden
…………..1,6 : 1
tegal-gronden ………..4,5 : 1
pa-di als 2e gewas ……..3,5 : 1
intusschen wijst het de overhand nemen der droge
gronden op beiarig:rijkeu achteruitgang van. de gemicl-
delde kwaliteit der bouwgronden; terwijl ook de nieu-
we sawah-gronden over het algemeen inferieur zijn
aan de oude. Dit blijkt ook daaruit, dat de gemiddelde rijstproductie per bouw is gedaald.
– Dr. Van der Eist .van het Departement van Land-
bouw te Buitenzorg geeft in een zeer gedocume.n-
teerde verhandeling in het jongste Aprilnummej’ van
het Tijdschrift ,,Koloniale Studiën”,
1)
waaraan deze
cijfers zijn ontleend, als gemiddelde:
1)
[Verg. p. 588 in het
vorig
nummer. – lIed.]
9 Juli 1924
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
599
van 1818-1881 ……25,1 pikol per bouw
11
:1.914-1923 ……23,6
terwijl bovendjen cle oogstmislu dcingeo .i.n cle laatste
halve eeuw zijn toegenomen. Eori zijnet conclusies is:
Waar de lanclbou w ondanks tal rijke oogstmislukkiii –
gen toch op groote schaal blijft planten, kan men dcii
,eioiiomischc o toestand ii let daui als zeer ongunstig be-
schouwen.”
to elk geval blijft de ontwikkeling en p.roducti.viteit
van den landbouw achter hij den aanwas der bevolking
en is wat betreft de cultuur der voornaamste voc-
ngsgewassen de landhouwencie bevolking in de laat-
ste halve eeuw in ccii niet-opgaande lijn, ter,viji de
steuniii 1 aren, welke den in] en dschen landbouw tot
nog toe vrijwel staande hebben gehouden:
:1e. occupatie van nieuwe bouwgronclen 2e. meer intensieve hel.iOUWi lig;.
3e. i rrigati evenbetering,
zich ineen en meer begeven.
Doch aangenomen voor een oogenblik dat inteii-
invoering nog wol mogelijk is door meerdere mceliciiii-
secii ug van den sawah-nijstbou.w, dan komt men tege-
lijk weer op het vraagstulc te staan, wat ter verschaf-.
fing vaji w’erk aan degenen, die dan inkomsten daar-
door zullen derven, moet worden gedaan.
:Daac lcomt hij, dat door Weste.rsche aanraking en
los.raken van het grondbezit een belangrijk deel der
d avaansehe bevolking grootere idëële en materieele
behoeften heeft gekregen en een drang naar hooger
zich doet gevoelen. Het volkskarakter
01)
Java is in
de laatste jaren meer veranderd dan dikvijis bevroed
wordt en menig Javaan leerde nieuwe behoeften ken-
tien en gevoel t, dat deze voor hem niet meer onbereik-
baar zijn. Ook dit acc.res zal dus moeten worden ge-
delct in de toekomst en bij een volk van tierittcllen mil-
menen, kost de geringste verhoog.i.ug
reeds enorme
bedragen.
AaugeniomcLi dat er meer uit dèo land bouw te halen
is, zal oolc cle toekomst meer eischen stellen en een
bela.iigri’ker’vergroot.i ngv no liet produc:tio-.iiikomeïi
vorderen clan cle landbouw zal vermogen hij te houden..
Er zijn meermalen becijferingen gemaakt wat een
Java;uiscli grondbez’ittei. gemiddeld vat:i zijn akkers
k:i ii trekken – eigen ii rbcicl
ii iof,
rnedegerelcenci – en
cle uitkomsten van de hoeren Van Deventer en Mol 1
o.a. varieerden tussclien 10 en 12i cent daags.
Een ander sprekend cijfer
,
is, -dat men moet aan-
nemen, dat heden ten. dage nauwelijks 50 pOt. der be-
vollciiig nog aan groitdbezit verbonden is.
Zulke e:ijterS malcen reei woorden voor het betoog,
dat bestaansmicldelen buiten den grond voor de Iii-
Inndsche bevolking hoog noodig zijn, overbodig.
Opvoering van het -economisch peil der bevolking
van Java, hem lotsverhetering, is het
.1)
robleem – waar-
van i1e naaste ‘toekomst de oplossing oischt.
Dit probleem maakt ?i.00dsg den overgang van de
(ifjrOnSChe naar de half-a.q’rarisrlce en haif-indus-
trceele huishouding ‘te forceeren.
Tegenstanders dIer industrialisatie van l:nid i.ë. zooals
liet ruim omschreven heet, beroepen er zich – hij voor-
koor op, dat ]iet zou gelden ccii tegennatuurlijk dwang-
proces, zoolanig er geen in nierlijket ci rang van cl.o
iii heemsche bevolking in haai geheel naa.r uitgaat; en
a(:hitCfl voo.ra.l fahrieksnijverheid orive.neen i g
–
haar niet
den aard van de volkahuishouding. Nu zijn de machinale vervaard ging vait gehruilcs-
goederen in daarvoor bestemde werkplaatsen en het
vervoe:r met machinale t.iekkracht in – elke sameule-
vi lig een breuk met het verleden geweest en zijn
daaruit conflicten geboren met de in die niaatschap-
pien levende opvattingen van arbeid en kapitaal.
Op Java is de status al lang zoo, dat noch cle ci’it-
vinding der stoommachine, noch de verbetering der
verkeersmiddelen, noch het gebruilc van mechainisehe
beweeghcracht daaraan zijn voorbijgegaan en feitelijk
verkeert dit land in dien zin al vanaf den eersten
ainleg van spoorwegen in iudus’trieele oplcomst.
– De suiker- en de petroleum ndustrie hebben daar-
aan meer leiding gegeven en voorts de niijnontgiu-
ningen.
Daarbij kwamen. i n meer recen.ten tijd de kinine-
fabriek, eaoutchoucverwe’rkii’igshedijven (autobanden
en ebontiet), de portlandcement-i.nclustnie nabij Pa-
danig, meerdere ol.iefabrieken (al konden deze zich
Qok niet staande houden), de steeds meer uitgebreide
werkplaatsen de,r spoor- en tramegen en nu zeer
onlangs de papierindustrie met hare uiterst vohldige,
moderne inrich tinig (werkende vanaf grondstof over
half-pruct tot einclproduct en hare eigen el.iemi-
sche hahoefte van loog en chloor verzorgend in een
nevenhedrijf.
Aan dit alles is drang der Inlandsche bevolicinig
vreemd gebleven. –
:De geschiedenis, ook in Europa, leert overigens
dat, ongeticlit of de tot standkomiog door inmnerlijlcen
drang geschiedt, de gevolgen voor de maatschappij
-e1i.j ksoortig zijn.
Het al of :ni,iet gel tikken hangt eenvoudig ervan al
hoe de conflicten van den arbeid, kapitaal en tech-
niek beslecht worden.
Voorts kan dit lenigen of korter duren, dioch in alle
landen., waar de omzetting heeft plaats gevonden, tracht
zij door te gaan tot volle rijpheid.
Als historisch voorbeeld dat de overgang organiek
heeft plaats gehad geldt liet Engeland der 18e en
19e eeuw, terwijl in liet Frankrijlc Van Colbert en het
‘Prui.sen de:r 18e eeuw de mechanische opbouw plaats
-greep met drang van Staaszijde. In Japan dito.
Enkel redenen van riuttig’heid kunnen den doorslag
‘geven welke oplossing valt te vem kiezen.. Kan het doel
niet of niet voldoende spoedig langs dcii organischen
weg worden h5e.reikt, dan zal de andere, waarbij de
Staat medo-c’erldt het doel te doen bereiken, dle aange-
wezei’ie zijn.
I3odenkehijk wordt het pas, wan nieer het geschieden zou zonder voldoende waarborgen, .dat het doel hereilct
zal worden.
Op Java zelf heeft ‘de geforceerde weg ziëh al 66ni-
‘maal als zee:r doeltreffend aangewezen en, wel toen
‘onder het Gul tuursteisel liet verwerken va,i het Gou-
‘vernementssu ikerriet aan de orde werd gesteld. 1-1 ot
G’ouv. Gezag heeft toen -dusdanig gewerkt en geholpen
dat Java zijn suikerfabrieken rijlc werd. Hieraan dankt cle huidige vrije Javasuilcerinclustrie haar bestaan.
De hezwareri, i’elke tl’ians gehoord wordet,i tegen in-
dustrialisatie, zijn ‘van dezelfde orde als toen men in
1815 den aanleg van spoorwegen op Java roelceioo
‘vond en de conoessiev.rage.r nich bepaalde tot een
Spoorweg, loopend op rails en getrokken door icar-
bouwen ; of toen men in 1882 cle petroleumi..ndustrie
als een oriniogelij.lce nieuwighe:icl doodverfcle ‘en ook
hiie:r liet Gouvernement moest bijspringen en het geld
tot het doo:rzetten der boringen int renteloos voor-
schot gaf.
T nd ust:nial,isat.ie, ]aat dit voorop gesteld blijven, is
voor Indië noch onnatu uriijlc noch ontijdig.
Daarbij roepen de eigen behoeften dezer landen
om eigen industrie, vooral nadat de oorlog het inter-
nationaal goederenve,rkeer eenmaal vemtoorde en de
gevolgen ‘daarv’an voor de geheele volkshuis-houding kwamen open liggen.
Zolder is het dat deze -oorlogsem-varing en de nako-
mende eiis.is dle stimulans werden om het industrie-
vraagstuk ‘van Indië weer mee:r ‘nabij te beschouwen,
te onderzoeken en tot ve:rdere oplossing te voeren.
Kan dus het
waarons
uit de economische situatie
van Indië vol-doende worden afgeleid, ook de politielce
belangen van Indië zijn gemoeid hij de vestiging van
een grootindustrie. Eenmaal vaststaand, ‘dat de
natuurlijke hulpbronnen aanwezig zijn, eischt een
zelfstandighei-dspo]itiek – zooals wij daar ‘ moeten
voeren – ontginning ‘ervan. –
De nadruk bljve echter gelegd op ‘de
welvaartpoli-
600
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
9 Juli 1924
tiek,
welke de Regeering ten behoeve der anders neer-gaande inheemsche bevolking zal moeten voeren.
11
Zuiver agricultuurlariden zijn tot economische ach.,
terlij’kheid en intellectueelen stilstand gedoemd.
Ieder volk nadert naarmate het zich verder ont-
wikkelt. de industrieele periode.
De geschiedenis van elk land, dat een hoogeren trap,
van ontwikkeling heeft bereikt, ‘bewijst, dat op den
1
duur alle behoeften, zoo maar eenigszins mogelijk,,
worden geproduceerd door de eigen industrie; zelfs,
zulke waarbij andere landen een groote voorsprong
1
hebben ter zake van ‘de aanwerigheid van gron.dstof-.fen, steenkool en last not least ervaring.
De grootste verandering heeft in Holland in de
laatste 25 jaren ondergaan •het percentage dat door,
eigen productie gedekt wordt van de behoefte van
den
Nederlandsc hen
machinehouw, scheepsbouw,
spoorwegmaterieel, electrotechnische uitrusting en
nog zoovele andere zaken.
Canada, Zuid-Afrika en verschillende staten van
Zuid-Amerika maken thans een gelijksoortig proces
door.
J’apan en Austral.ië zijn reeds een heel eind op wig’
en ongetwijfeld zullen China, Britsch-Indië en Ne-‘
derlandsch-Indië volgen.
• De omzetting tot industrie-staten volgde in Europa,
weliswaar een meer vloeiende lijn, doch ook deze ging
allengs steiler op; in Amerika ‘ging de lijn direct
schérp omhoog. In Japan ging het met sprongen. Het
waarom
der industrialisatie moge hiermede
voldoende zijn aangeduid.
Blijft het
hoe.
Het is hier dat vraag en antwoord
nog het verst van elkander gescheiden
zijn;
wel is het
einddoel bekend.
Minister
Idenburg
heeft dit in 1902 .alreeds in ‘het Hollandsche Parlement aangeduid met dee woorden:
,,Als
einddoel
zal
men in het oog moeten vatten een
Inlandsche Industrie gedreven niet met Europeeseh
maar
1
mt Inlandach
kapitaal.”
Na defuiteenzetting hiervoren, hoe ‘de groote cul-
tures metWestersch kapitaal nagenoeg geen kapitaal-
vorming bij de Irilandsehe bevolking teweegbrachten
en de winsten daarvan goeddeels naar buiten Indië
vloeien, behoeft de juistheid om het
einddoel
aldus te
stellen wel geen betoog. J.
VAN DER WAaRDEN.
‘s Hage, Juni 1924.
PACHTEN EN LOONEN IN DEN LANDBOUW
IN VERBAND MET DE EXPORT.TNDUSTR.IE
.
II.
Vermeerdering dr landhouwende bevolking heeft,
althans zoo eene zekere bevoikingsdiehtheid is be-
reikt, de strekking, het gemiddeld inkomen van alle
bij den landbouw betrokken personen te doen dalen. En. van dit kleinere gemiddelde inkomen verschijnt,
onder de werking der wet van vraag en aanbod, een
grooter deel als pacht en een klein.er deel als loon.
Onder loon behoort hier niet alleen te worden ver-
staan ht eigenlijke arbeidsloon, maar het arheids-
inkomen, in het algemeen, dus ook dat va.n den land-
bouwer, voor zoover dit niet bestaat uit pacht of
kapitaalrente. Voor wie van landarbeid moet leven,
is deze gang van. zaken alzoo niet gunstig, voor de
grondeigenaren is hij voordeelig.
De wt van vraag en aanbod is dus wei een.e harde
wet. Geen wonder dan ook, dat zij velen niet hc’vre-
(ligt en men haar op zij wil zetten. Handelt men
daarmede in het, belang van pachters en arbeiders?
Voor het oogenblik misschien wei, op den duur echter
ongetwijfeld niet.
Die wet van vraag en aanbod is wel hard, meer
evenals vele harde en onaangename zaken, nittemin
heilzarn. Het ken, meen ik, zijn nut hebben, hierop
wat verder in te gaan. Onder de werking van die wet
worden door toeneming der bevolking niet alleen de
landbouwloonen gedrukt, maar ook de andere bonen,
daar deze, als men den zaken haar vrijen loop laat, in
nauw verband staan met de landbouwloonen. Zijn de
laatste in vergelijicing met de andere bonen ‘te laag,
dan zullen werkkraehten van het platteland zich in
grooteren getale aanbieden in de tedeijke en in dus-
trieele bedrijven en daar de bonen weer doen delen.
Het eerste gevolg van dit met elkaar in overeen-
stemming blijven van de stedelijke en industrieele
bonen met de la,ndbouwloonen is, dat de daling van
haar inkomen ten gevolge van de toeneming der be-
volking voor de landelijke bevolking beter is te dra»
gen, daar ook verschillende diensten, welke andere
bevolkingsgroepen haar bewijzen, minder duur be-
taald behoeven ‘te worden.
En het tweede gevolg is, dat, naarmate de dicht-
heid der bevolking van een land toeneemt, de arbeid
er in vergelijking met andere landen, welke minder
dicht bevolkt zijn, goedkoop wordt. Dit is voor de
arbeiders in het dichtbevolkte land wel onaangenaam,
maar is niettemin het eenige middel, om hun loon
niet tot lager peil te doen zinken dan strikt nood-
zakelijk is. Door dien lagen loonstandaard wordt het
voordeelig, arbeid uit te voeren, d.w.z. in het dicht
bevoikte land exportindustrieën te vestigen, die uit
den vreemde afkomstige gron
..d stoffen bewerken tol,
producten., welke ook weer in den vreemde worden af
–
gezet. Behalve betrekkelijk lage bonen, is voor ce
ontwikkeling dier exportindustrie n.00dlig kapitaal.
Daarvoor heeft de harde wet van vraag en aanbod ook
weer gezorgd, doordien zij, naarmate de bevolking
toenam, de pacht deed stijgen, welke in strekeii, die
uitsluitend van eigen: bodem moeten bestaan, de he-
lan.grjkste bron is voor kapitaalvorming.
Heeft de exportindustrie zich eenmaal gevestigd,
dan kan. het zijn, dat zij zeer levensvatbaar blijkt.. Bi.j
den heerschenden, op de landbouwloonen gebaseerden
boonstandaard, zal
zij
wellicht meer dan gewone
winsten afwerpen. Deze winsten leiden tot kapitaal-
vorming. Door een en ander zal zoowel dre neiging als
de mogelijkheid ontstaan, om de exportindustrie uit
te breiden. Daarvoor zijn arbeiders noodig, die mer.
door hoogere bonen uit te loven, zal moeten onttrek-
ken aan den ‘landbouw. Dientengevolge zal liet aantal
personen, dat in den landbouw werk moet vinden,
dalen of in eik geval lager zijn dan anders het geval
zou wezen. Men zal zoodoende wei.nig produetief
werk, dat bij een grooter aantal op landbouwarbeid
aangewezen personen zou moten worden verricht,
achterwege kunnen laten, waardoor de landbouwloo-
nen stijgen of althans betrekkelijk hoog worden ge-
houden.
Zoo kunnen, i.ndien men de wet van vraag en aan-
bod vrij laat werken, gunstige uitkomsten gevencle exportindustrieën de landbouwloonen en daarmede
de basis van het algemeen loonpeil in eene streek als
het ware omhoog trekken. Een merkwaardig voorbeeld
in dit opzicht levert Twente. De Twentsche industrie
dankt hare opkomst voor een groot deel aan de om-
standigheid, dat, doordien de bodem in Twente de
toenmalige bevolking slechts een schraal bestaan gaf,
de arbeid er goedkoop was. Dit is eene omstandigheid,
welke eene groote rol speelt
bij
het vestigen van eene
industrie i.n streken, waar de grondstoffen ontbreken.
Dank zij den voorspoed, welken die industrie op den duur dcela.chtig werd, breidde zij zich ui.t en bewerkte
zij, dat niet alleen hef, accres der fabriekabevolking,
maar ook dat ‘der lancibouwende bevolking een be-
staan kon vinden in de industrie, wat een zeer
gunstigen invloed had op de landhouwboonen zoowel
als op den geheelen loonstandaard in Twente.
Wat in Twente reeds betrekkelijk vroeg, en op bij-
zonder in ht oog springende wijze, geschiedde, had
in de laatste dertig jaren voor den oorlog, zij het ook
niet overal zoo duidelijk zichtbaar, plaats in tal van
andere streken. Het teveel aan menschen, dat in onze
9 Juli 1924
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
601
iandbouwst.reken oiitstoud, vond een heenkomen in
cle industrie, speciaal in de exportindustrie en daar-
aan is het to danken, dat de verbeteringen, welke in
liet landhouwbed rijf werden aangebracht, koden lei-
den tot verbetering van den toestand der geheele
in landbouwarbcid haar bestaan vindende bevolking.
Opgemerkt moet worden, (lat daartoe ook nog bij
droeg de omstandigheid, dat de ontstaande indus-
t.riceie centra een voordeelig afzetgebied vormden
voor moeilijk over veiien afstand te vervoeren land-
bouwproducten. Van de zijde van den landbouw wer
den toen wei klachten vernomen over de nadeelen.,
welke werden ondervonden van de door de industrie
veroorzaakte l.00iistijging, doch deze klachten waren
mi. het gevolg van eene in agrarische kringen veel
voorkomende fout, dat men landbouwbelangen ver-
vaxt met grondbezittersbelangen.
De grondbezitters hadden in dien tijd waarlijk ook
niet. to klagen, Doch ook al was dit wel zoo geweest,
dan was toch voor het grootste deel der laiidhouwende
bevolking de loonstijging een zegen, doordien zij
plaats had langs natuurlijken weg.
De boven omschreven vooruitgang voltrok zich
grootendeels onder de werking der wet van vraag en
aanbod. Met die wet wil men meer en meer breken.
Men wil de bonen in een bepaald bedrijf of in een
bepaalden bedrijfstak niet langer doen steunén oj liet
algemeene loonpeil, dat gebaseerd is op de landbouw-
bonen, die weer bepaald worden op de wijze als door
mij is uiteengezet, maar ze vastte1ien in overeen-
stemming met de financieele resultaten van het he-
drijf of althans van den bedrijfstak, waarin de arbei-der werkzaam is. Bij slechte uitkomsten afwerpende
bedrijven zal dit practisch wel niet uitvoerbaar zijn,
daar de arbeiders dan menigmaal een loon zoude:n
ontvangen beneden den algerneenen loonstandaard,
met het oog waarop ze dus elders werk zouden zoeken.
Het resultaat van de nieuwe gedragslijn zal dan ook
alleen zijn, dat in
bedrijfstakken,
waarin belangrijke
winsten worden gemaakt, die extra-winst niet langer
geheel of grootendeels aan de ondernemers zal .komen,
maar hoofdzakelijk den arbeiders ten deel zal vallen.
Dit lijkt heel mooi en is het ook inderdaad, althans
tijdelijk, voor die arbeiders, welke het geluk hebben,
in die zeer gunstige resultaten afwerpende bedrijfs-
takken werkzaam to zijn. Maar deze gedragslijn zal
tea slotte allerongunstigst werken op den algemeenen
loonstandaard en wel inzonderheid op de landbouw-
bonen. Onder de werking der wet van vraag en aan-
bod had tot dusverre eene
natuurlijke
afvloeiing
plaats van den landbouw en van de minder gunstig
werkende industrieën naar die takken van industrie,.
welke zeer gunstige vooruitzichten aanboden, waar-
door de landbouwloonen en daarmede de algemeene
loonstandaard, zooals boven• is aangetoond, als het
ware omhoog worden getrokken. Het ligt echter
voor dc hand, dat de uitbreiding van di.e gunstig
werkei(le bedrijfstakken nu niet of althans in veel ge-ringere mate zal plaats hebben. Wie zal daartoe over-
gaan, als hij weet, wel de eventueele verliezen bij
iiiet-slageu te moeten dragen, doch de winsten bij
welslagen aan anderen te moeten afstaan? Bovendien
zal de voor (lie uitbreiding noodige kapi.taalvorming
sterk worden geremd of wellicht geheel achterwege
blijven.
Ik keer nog eens terug tot Twente. Verondersteld,
(lat mcii voor 40 â 50 jaret in Twente de bonen
zoodanig had bepaald, dat van meer dan no:rmaie
rente voor den kapitalist geen sprake was. Zou dan
(le industrie zich in Twente niettemin evenzeer hebben
uitgebreid? Of zou, oek al was dit niet het geval
geweest, toch de talrijke, thans aldaar woonachtige
bevolking een even goed bestaan hebben kunnen vin-
den als tegenwoordig, maar alleen in de exploitatie van den bodem? Het lijkt mij toe, dat het antwoord
op deze vragen niet anders dan ontkennennd zat
kunnen zijn.
Met het oog op het bovenstaande is het dan ook
zeer te vreezen, dat het streven, om bij, cle oplossing
van looneonfiieten gebruik to maken van het onder-
zoek der boeken, ons op den verkeerden weg zal bren-
gen, inzonderheid wanneer het geldt exportindus-
trieën. Men kan misschien door boekenonderzoek uit-
maken, of in een bepaald bedrijf of in een bepaalden
bedrijfstak de winst groot genoeg is, om er een deel
af te nemen en dit te geven aan de arbeiders, zonder
daardoor het stopzetten der bestaande ondernemiugcn
te veroorzaken. Hoogst moeilijk lijkt liet
mij
echter
uit te maken, of de winst groot genoeg
blijft,
ten
einde de zekerheid te scheppen, dat de industrie zich
voldoende zal uitbreiden, om aan de voortdurend aan-
groeiende bevolking werkgelegenheid te geven. Het
komt mij voor, dat die zekerheid het best verkregen
wordt, indien men de bepaling van het loon in het
al gemeen overlaat aan de wet van vraag en aanbod
en er zich alleen toe bepaalt, enkele daarbij ontstaan-
de verkeerde uitwassen weg te nemen. Naarmate men
verder gaat, bevoordeelt men wel de arbeiders, welke
op dit oogeublik in gunstig werkende bedrijven arbei-
den, maar men remt of doOt te niet den gunstigen
invloed, welken die bedrijven kunnen uitoefenen op
den algemeenen loonstandaard en wel inzonderheid
op de bandbouwloonen.
Ik kom thans tot mijn uitgangspunt terug. 1)0
landarbeiders – en daartoe reken ik allen, die van landbouwarheid moeten leven, dus ook de kleine
landbouwers – ondervinden thans den nadeeligen in-
vloed van den te hoogen pl-ijs van den arbeid (gevolg
van hooge bonen, sociale maatregelen enz.) in ver-
schillende andere bedrijven. Tn de eerste plaats wordt
den landarbeiders daardoor het leven te duur ge-
maakt in verhouding tot hun inkomen. In de tweede
plaats zijn verschillende benoodigdheden voor het be-
drijf te hoog in prijs, wat ongunstig werkt op dc
financieele resultaten en daardoor ook op hot loon.
En ten slotte wordt aan het bevolkingssurplus te
plattenlande de mogelijkheid benomen, arbeid te
vinden buiten den landbouw, waardoor de landbouw
–
bonen noodwendig nog verder moeten dalen.
Is in dezen heil te verwachten van den door den
heer Hiemstra aanbevolen maatregel? IJit mijne
beschouwingen valt mi. de conclusie te trekken, dat
deze vraag ontkennend meet worden beantwoord.
De toestanden, zooals die zich in de laatste jaren
in verschillende lan dbouwstreken hebben ontwikkeld,
kunnen niet duurzaam worden verbeterd door over-heidsmaatregelen, welke zich ten doel stellen, pach-
ten en bonen op een kunstmatig peil te brengen,
doch alleen door aan ht bevolkingsaccres te platten-lande gelegenheid te geven, af te vloeien naar de in-
dustrie. Deze afvloeiing is echter alleen mogelijk in-
dien de industrie zich krachtig uitbreidt.. Voor die
uitbreiding is noodig, dat do arbeid hier een prijs
heeft, die in eene juiste verhouding staat tot den
prijs van den arbeid in banden, waarheen onze in-
dustrie moet exporteeren of waarmede zij op vreemde
markten moet eoncurreercn, voorts dat de onderne-
mers over het kapitaal beschikken, benoodigd voor dc
uitbreiding der industrie en ten slotte dat aan die
ondernemers naast de slechte kansen ook de goede
worden gelaten.
Niet de landbouwloonen behooren daarom kunst-
matig op een hooger peil te worden gebracht, maar
men zal moeten ophouden door cciie averechtsehe
loonpolitiek en door ondoelmatige sociale maatrege-
len ten aanzien van
stedelijke
en iridustricele bedrij-
ven eene kunstmatige duurte te bevorderen en de uit-
breiding der industrie te belemmeren.
De toestand zal voor hen, die van bandbouwai-beid
moeten loven, dan in verschillende opzichten ver
heterd worden. De kosten van het leven, alsmede die
van allerlei benoodigdheden voor hot bedrijf, zullen
dalen. En de afvloeiing van de overtollige werkkrach-
ten naar de industrie zal de strekking hebben de land-
602 ‘
ÈCONOMISCHSTATJSTISCHE BERICHTEN
9
Juli
1924
houwloonen te doen rijzen en de pachten te doen
dalen.
Teis slotte zij, ten einde misverstcind te voorkomen,
opgemerkt, dat ik den toestand, waarbij een groot
deel der bevolking is aangewezen op export van zijn
arbeid, allerminst gelukkig vind. De bezwaren, die
daaraan zijn verbonden, zijn eclitei een onvermijde-
lijk gevolg van cene bevolkingsdichtheid, welke te
groot is in verhouding tot de natuurlijke hulpbron-
neti, waarover ons land beschikt. J.
SMID.
Voorburg.
–
DE .,NOTA J3ETREFFJNDE DEN TOE9T..1ND
VAN “S LANDS – F1NANC1EN”, BEHOORENDE
BIJ DE iNDISCHE BEGROOTING 1925.
T.
Dc indische Begroot,ing, zooals zij den Staten-Ge-
noraal wordt aangeboden, wijkt cle laatste jaren slechts
op ondergeselukte punten af van die, welke in li.riclië
aan clan Voiksraad wordt voorgelegd. Sommige cijfers
ondergaan con geringe wijziging doordat in de maan-
den tusschen Mei en October nauwkeuriger gegevens
bekend worden, doch overigens stemt het ,,.Algc.meen
Financieel Overzic’iit”, waarmede de Memorie van
Toelichting der defi.n:itieve hegrooti:ng agnvangt, ge-
heel overeen met de ,,Nota betreffende don toestauJ
van ‘s Lands financiën”, die de aan den Voiksraad
overgel egcic ontwerp-Begrooti ng vergezclt.
Het navolgende geeft de voornaamste punten uit
(lie Nota behoorende bij de ontwerp-begroot.ing voor
het dienstjaar 1925.
Uitkomsten 1922.
Voor zoover thans bekend bedragen de eirideijfers
Ontvangsten geheelen dienst
.
……
f
758.297.000
Uitgaven geheelen dienst ………, 855.919.000
Tekort
f
97.622.000
Dit tekort wordt gevormd doo.r een tekort van
.f
91.104.000.
01)
den buitengew’onen dienst, een te-
kort van f9.058.000 op do vlootu:itbreiding en van
t’ 1.758.000 op de voedselvoorziening, waartegenover
dc’ gewone dienst een overschot van
f
4.298.000 ver-
toont.
Deze cijfers zijn voor clan gehoelen dienst
f
21,5
inillioen gunstiger clan cle opgitven in dc financiecle
nota van het vorige jaar.
Uitkomsten 1923.
Ontvangsten goheolen dienst ……f654.197.000 Uitgaven geheelen dienst …….. ,, 71.7.263.000
Tekort
f
63.066.000
Dit tekort is ontstaan door een tekort van
1 61.851.000 op den buite.ngewo•ne.n dienst en een van
f
4.475.000 op de vlootuit,breiding. Daartegenover
geeft de gewone dienst een overschot van f 3.260.000.
Dene u:itkomsten zijn voo.r den geheelen dienst on-
geveer
.f
1.19 millioen en voor den gewonen dienst
ruim
f
89 mllioen gunstiger dan de ramingen.
Gewone dienst.
De gunstiger resultaten vn den
gewonen d:ienst worden gevormd door een meerdere
opbrengst van de belastingen van
f
86.100.000. De
inkomstenbelasting alleen bracht
f
72.174.000 meer
op dan de raming, doordien in 1923 nog. groote be-
dragen uit dan aanslag van vroegere jaren binnen-
kwamen; dc pe.rsonbele belasting. bracht
f1
millioen
meer op dan geraamd;. de ooriogswi.nstbelasting, die
,,pro memorie” was geraamd, bracht
f
29 millioen op.
Daarentegen gaven verschillende andere belastin-
gen lager opbrengsten dan de ramingen; o.a. bleven
de accijnzen
f
5,4 miljoen, do Surnatra-tabakbelas-
ting
f
1,115 miiiioen en de verponding
f
2,871 mii-
lioen daar beneden.
Het is zeer merkwaardig de ramingen en de werke-
lijk ontvangen bedragen van de inkomstenbelasting
over de jaren 1920 tot en met 1924 naast eikander te
plaatsen.
–
Jaar
1arning
Werkelijk ontvangen
–
bedragen
1920
f
43.500000
f
30.956.934
1921
50.500.000
60.168.130
1922
60.500.000
171.256.441
1923
48.400.000
125.073.612
1924
68.000.000
–
100.000.0001)
Totaal
1
f 270.900.000
1
f 488.055117
–
‘} Zie hieronder bij de ,,verwachtingen voor
1924″.
Daaruit blijkt, dat cle i nkomstenbeiast:ing over die
vijf jaar circa 218 milhoen gulden meer zal opbren-
gen dan vercl geraamd.
Gaven cle gezamenlijke belastingen e.n gunstiger
resultaat van
f
86.1.03.000, de monopolies vertoonde
een tegenvaller van f 3.984.000, welke echter weer
goed gemaakt werd – door een hoogere opbrengst der
producten van
f
5.153.000.
Van cle
monopolies
-gaf het opium-miciclol -een tegen-
‘ai1er van pl.m. f4,9 millioen nindere ontvangsten
f12.956.000; mindere uitgaven f8.031.000), ve.ioor-
zaakt door de voortschrijdende vermindering van-hét
gebruik; – de zoutverkoop een tegenvaller van
f 1.572.000, door-dat minder zout verlcoc’ht werd dan
geraamd was, waartegenover het hedrijfsoverschot van
den pandhuisdienst. -de raaning met
f
2.51.3.000 -over-
schreed door stijging van het bedrag en den duur der
leenLngen.
ilet overschot van
1′.
5.153 mllioen op de producten
werd voornamelijk verkregen door cle -h-ooge ti nprijzen;
(le tii toeli bracht ruim f 11 mili ioen meer op dan ge-
raamd was. Door de betere prijzen van de rubber
was de opbrengst daarvan ook pim. f 1,5 millioen
hooger dan de raming.
Dc steenkolenmijnen echter gaven een tegenvaller
t 5.688 niiihoet:, de goud- en zilvermijnen van
f
0.775 millioen; eerstgenoemde door de lagere, prij
–
zen en gerin-geren afzet, laatstgenoemde doordien de
inbedrijfsteiling op een later tijdstip plaats vond dan
verwacht werd. Ook de kina-onderneming en het
bosehw-e’zen gaven tegenvallers van te zamen ruim
f1
millioen. –
Dc
bedrijven
(havons, baggercl.ienst, laoclsdruklcerij,
post-, telegraaf- cii telefoondienst, spoor- en tramwe-
gen en aut-omo-bieiciiensten) gaven een tegenvaller vail
ruim
f
24 millioen. De ontvangsten bedroegen
f
42,2
millioen minder clan geraamd was, -o. a. brachton de
havens f 10,886 milhioen, de post-, telegraaf- en tele-
– foondienst
f
7.776 en de spoor- en tram’wegen
f
21.146
millio-en minder op clan geraamd.
In verband met de mindere mate, waarin diensten
–
van deze bedrijven werden gevorderd, en tevens als
gevolg van doorgevoerde ‘bezuinigingen konden cle ge-
wone uitgaven – behalve bij den -post-, telegraaf- en
telefoondienst – aanzienlijk beneden de ramingen blij-ven. De totaal uitgaven bedroegen
f 18
millioen min-
der -dan geraamd (havens
f
5,7 millioen, baggerdienst
.f
2 mifloen en spoor- en tram-wegen
f
10,45 miii:ioen).
De tegenvaller op de inkomsten voor den post-, tele-
graaf- en telefoondienst komt voor rekening van alle
drie oncleicleeien van den dienst en wel
f
2,1 millioen
van den postdi-enst, f 4,2 inillioen van de telegraaf en
f 1,4 iniiliootEi van dc telefoon. –
De ontvangsten van
–
de staatsspoorwegen op Java
alleen bleven
f
16.750.000 beneden do rarning; ook
op de huitenbezittingen bleven -de ontvangsten alle
daar beneden. –
Allerlei middelen brachten
f
8,1
millioen meen’ op
clan geraamd, waarvan de mijnconcessies circa f 3 mii-
1 ioe.n door de h-oogere -opbrengst
bij
d-e definitieve vast-
stelling van verschillende cijnabedragen. –
Resumeerend stellen zich de uitkomsten van den
gewonen dienst als volgt samen:
9 Juli 1924
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
603
Ongunstiger
Gunstiger
]3elastingen
f
86.103.000
Monopolies
.. ……..
.f
3.984.000
l’rodueten
5.153.000
Bedrijven
…………
„24.162.000
Allerlei
,,
8.108.000
f
28,146.000
..
f
99.364.000
28.146.000
f
71.218.000 Gunstig
saldo
……..
Buiten gewoiie dienst.
Zooals gezegd, zijn de uit-
komston vait den bui tengewonen dienst circa
f
29 mii-
iioen gunstiger dan de ramingen, doordat er krachtig
naar gestreefd is
alle
buitengewone uitgaven in te
krimpen, hetwelk met enkele uitzonderingen bij alle
soorten van buitengewone diensten het geval was.
Zoo
bleven cle bu:itengewone uitgaven voor de havens
ruim
f
6 millioen, clie voor den post-, telegraaf- en
telefoondienst
f
5,16 iuillioeu,v oor de spoor- en tram-
wegen ruim
f
13 millioen, voor de bevloe.iingswerken
.f
1,5 millioen en voor waterkracht en electriciteit
bijna
f
1,4 millioen beneden de raming.
Verwachtingen voor 1924.
Rekening houdend met de aan vul Ii ngsbegrooti ng
voor het dienstjaar 1924 bedragen cle geraamde eind-
cijfers voor dat jaar:
G eh eele
Gewone
Bu ite ngew.
Vlootu it-
dienst
dienst
1
dienst
breiding
Ontvangsten
f630.924.000 f625.198.000
f
626.000
1
f
5.100.000
Uitgaven
……
714.889.000 ,,646.774.000
60.396.000
1
,, 7.719.000
Tekort . .
f
83.965.000
1
f
21.576.000
1
f
59.770.000
1
f
2.619.000
Gewone dienst.
Verwacht wordt, dat in 1924 nog
belangrijke bedragen aan i nkomsteiibelasting zullen
worden ontvangen uit betaling van achterstanden en
aanslagen van vorige jaren. Gerekend kan worden, dat
deze belasting in 1924 een bedrag van
f
100 millioen
zal opbrengen, hetgeen
f
28.994.000 meer is ‘dan de
ram in g.
Uit de oorlogswinstbelasting en de uitkeering uit
de Nederlan dsche ooriogsvin atbel asting, ‘welke ,,pro
memorie” geraamd waren, kan een bedrag van onge-
veer
f
25 millioen worden verwacht.
In de financieele nota zijn deze buitengewone in-Icomsten niet bij de verwachting voor het jaar 1924
medegeteld – vèl bij het slot van rekening – omdat
deze inkomsten in wezen bestemd moeten zijn om de
tekorten over vorige dienstjaren te dekken.
Hoewel dit een vergelijking met de ontwerp-begroo-ting voor 1925 vergemakkelijkt, werkt het toch eenigs-
zins verwarrend, omdat deze buitengewone inkomsten
over de jaren 1922 en 1923 wèi bij de bovenstaande
beschouwingen omtrent de uitkomsten over die jaren
zijn medegerekend.
Overigens woi
–
den de volgende afwijkingen van de
ramingen verwacht:
Monopolies:
Ontvangsten patidhuisdienst
f
2 mil-
lioen ongunstiger dan de raming door de verlate in-voering van het nieuwe ikostentarief, terwijl bij het zoutmonopolie een beaparing van
f
200.000 wordt
verwacht door prijsdaling van de uit het buitenland
te betrekken goederen. Totaal
f
1.800.000 ongunstiger.
Producten.
Verwacht wordt dat de producten
ruim
f9
millioen meer zi.len opbrengen dan de ra-
ming. De hooge tinprjs namelijk maakt het zoo goed
als zeker, dat uit de.ti verkoop ‘van Bankatin in 1924
f
10.500.000 meer zal worden ontvangen dan de raming
aangeeft. Lage prijzen en verminderde afzet doen een
geringere ontvangst uit de steenkolen van circa
f
1,1
mi.11ioon verwachten, terwijl de goudontginning we-
derom een tegenvaller van
f
240.000 belooft.
Bedrijven.
De verwachting is totaal pim.
f
6,3
millioen ongunstiger dan de raming, veroorzaakt voor
f
1,58 millioen door de havenbecirijven (ontvangsten
minder
f
2.526.000; uitgaven minder
f
045.000), voor
ruim
f
4,1 millioen door mindere ontvangsten van de
spoor- en tramwegen, doordat in den teruggang van
het vervoer nog geen stilstand is gekomen en ‘voor
f
515.000 door mindere ontvangsten van den post-,
telegraaf- en telefoondienst.
Belastingen.
Afgezien van cle hierboven reeds be-
sproken verwachtingen van inkomsten- en. oo.rlogs-
vi.nstbelasting wordt uit de belastingen een tegeii-
‘aller van
f
2.185.000 voorzien.
In- en uitvoerrechten worden ruim
f
3 mil]ioen
hooger geraamd,
accijnzen
daarentegen
f
4.800.000
lager, welke nadere ramingen gebaseerd zijn op de
n
gegeves van de eerste maanden van ‘het loopende
jaar.
De inkomsten uit het statistiekrecht worden
f
1,5
millioen lager geraamd, ‘omdat uit dit recht slechts
over een gedeelte van het jaar 1924 op opbrengsten kan
word en gerekend.
Zuivere landsuitgaven.
Een hernieuwde overwe-
ging van enkele ramingscijfers voor 1024 leidt tot de
verwachting, dat de zuivere gewone landsuitgaven een
vermindering van
f
723.000 ten opzichte der oorspron-
kelijlce raming zullen vertoonen.
Ten aanzien van het slot van den gewonen dienst
worden derhalve de navolgende afwijkingen verwacht:
Ongunstiger
Overschot monopolies
–
f
1.800.000
producten ………
f 9.116.000
–
bedrijven
–
6.308.000
Allerlei ontvangsten ………,,
170.000
–
Belastingen ………………
…-
2.785.000 Gewone zuivere landsuitg.
.
723.000
–
Totaal ……..
1f
10.009.000
1f
10.893.000
Het totaal wordt derhalve
f
884.000 ongunstiger
dan de raming aangeeft.
Buitengewone dienst 1924.
Door bezuiniging op
verschillende uitgaven voor den buitengewonen dienst,
eii wel voor
f
1,5 millioen op die der pandhuizen,
f t
millioen op die der havenhedrijven, ruim
f
0,5 mil-
l.ioen op ‘die van den Post-, telegraaf- e’11 telefoon-
dienst,
f
200.000 op de uitbreiding van het marine-
Stablissement en
f
0,5 millioen op de vooischotteti
aan zelfbesturen, worden de verwachtingen van dien
dienst circa
f
3.800.000 gunstiger.
Nadeelig slot geheelen dienst 1924.
lIet totale na-
deelige slot van den geheelen dienst 1924 laat zich als
volgt berekenen:
Gewone dienst ……….
f
22.460.000
Buitengewone dienst . . .
,, 55.991.000
Vlootuitbreiding ……..
2.619.000
Totaal . . . .
f
81.070.000
Rekent men echter de
f
28.094.000 mede, welke de
inkomstenbelasting uit betaling van aehte,rstanden er
aanslagen van vroegere jaren meer zal opbrengen clan
de raming bedroeg, benevens de
f
25.000.000, welke
in 1924 nog uit cie 0W-belasting zal binnenkomen,
dan wordt het riadeel..ig saldo van den gehee]en dienst
teruggebracht tot
f
27.076.000.
G.
J. W. PUTMAN CRAMER.
(iSlot volgt.)
HET VRAAGSTUK VAN DE TERMIJNZA KEN
IN VREEMDE VALUTA.
I. Theoretische vragen.
Enkele maanden geleden behandelde ik in ,,In- en
Uitvoer” (20 Februari 1924) de kwestie van het ontstaan
van eene termijnmarkt in vreemde valuta en het
probleem van de prijsvorming in die markt. Een
nadere hestudeering van dit nog zoo weinig besproken
onderwerp, alsmede de aansporing van enkele belang-stellenden ontvangen, om dit vraagstuk nog eens#ader
uit te werken, brachten mij ertoe, deze aangelegenheid
604
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
9 Juli 1924
opnieuw – en thans meer wetenschappelijk – te
behandelen
Zooals ik in bovenaangehaald artikel reeds kortelings
verklaarde, werken er op de prijsvorming in de termijn-
markt voor vreemde valuta verschillende factoren, die
met elkander de prijsschattingen der diverse markt-
suhjecten vormen. Die factoren zijn: de positie van
den internationalen handel, de verschillen in rentestand
voor ,,kort geld” in diverse financieele centra, de
deviezenspeculatie, en ten slotte de juridische en
politieke toestanden in verschillende landen. De inter –
nationale handel heeft zich voortdurend bezig te houden
met de zorg voor toekomstige betalingen in vreemde
valuta of met het realiseeren van in zulke valuta
luidende toekomstige vorderingen. Wachten tot den
tijd, dat de betaling metterdaad moet geschieden, of
dat de vordering vervalt, is – bij de groote en niet
te begrenzen schommelingen in de koersen der buiten-
landsche betaalmiddelen – niet
mogelijk;
bleef de
handel toch op dat
tijdstip
van verval wachten, dan
zou hij daarmede een risico op zich laden, dat niet
,,des handels” is. Vandaar, dat te praesteeren betalingen
of te innen vorderingen reeds dadelijk worden gedekt
of gerealiseerd door middel van een. termijn-affaire.
Men koopt buitenlandsch betaalmiddel, onder conditie,
het eerst na een bepaalden tijd en tegen een vooraf
vastgestelden koers te zullen afnemen, of men verkoopt
het onder voorwaarde, het eerst na bepaalden tijd te
zullen leveren. Dit is de oorspronkelijke en reëele
grondslag van elke termijnzaak in vreemde valuta;
tevens zien
wij•
hier de eerste categorie van prijs-
schatters optreden: de handel overweegt, hoe’.reel be-
talingen hij in de toekomst aan het buitenl and heeft
te doen, en hoeveel toekomstige vorderingen daar
tegenover staan. Intensiteit van vraag en aanbod
vormt hier den prijs in de termijnmarkt; indien
derhalve alléén de internationale handel als markt-
subject opereerde, dan zouden de termijnkoersen een
getrouwe afspiegeling moeten
zijn
van de internatio-
nale handelspositie van eenig land op een bepaalden
dag. Bij’ overwegenden export zou de termijukoers
steeds beneden, bij overwegenden import steeds boveh
den contanten koers moeten
blijven;
indien im- en
exporten ën de daaruit voortkomende schulden en
vorderingen ongeveer in evenwicht waren, dan zou
het écart tusschen den
prijs
voor termijndeviezen
en contante deviezen bepaald worden door de rente
voor kort geld in de plaats, waar de termijnzaken
worden afgesloten. Dit is zonder nadeie verklaring
duidelijk.
De internationale handel is echter niet het eenige
subject in de termijnmarkt. De andere subjecten
komen met hunne prijsschattingen de prijsvorming
compliceeren. Zoo is het internationale bankwezen
erop bedacht,
tijdelijk
liquide kapitalen zoo voor-
deelig mogelijk te beleggen; het vlottende internatio-
nale kapitaal zoekt de best georganiseerde en meest
rendabele markten op, hetgeen vôôr den oorlog ge-
schiedde door enkelvoudige overbrenging der middelen
van het eene internationale centrum naar het andere,
d.w.z. door enkelvoudigen verkoop van de eene valuta
en aankoop van de andere. Hieraan was slechts zeer weinig risico verbonden, daar de wisselkoersen zich
binnen betrekkelijk enge grenzen, de goudpunten,
bleven bewegen; daarenboven had men langs experi-
menteelen weg gunstige tijdstippen voor de over-
brenging naar bepaalde centra gevonden.
1)
Onder
de huidige omstandigheden kan een dergelijke ver-
huizing van vlottend kapitaal niet zonder de noodige
veiligheidsmaatregelen geschieden, daar de grenzen
der wisselkoersfiuctuaties niet meer zijn aan te geven.
Wil men thans liquide middelen overbrengen van B.
naar A. omdat het rendement voor korte beleg-
1)
Ik denk hierbij bijv. aan de gebruikelijke en verklaar-
bare najaarsdaling in Ponden; in dit jaargetijde werd dan
ook 4gewoonlijk de Sterling-portefeuille van verschillende buiten Engeland gevestigde banken weder aangevuld.
giffgen in A. hooger is dan in B., dan dient men
zich door een verkoop van het A.’sehe ruilmiddel op
termijn te verzekeren van den koers, tegen welken
men
zijn
B.’sche geld weder terug zal
krijgen
op den
tijd, dat het weder te B. ter beschikking moet zijn.
Ware het dus slechts de internationale geldhandel,
die in de
termijnmarkt
opereerde, dan zouden de
termijnkoersen op de landen, waar de iente voor
kort geld
hoc ger is
dan in de bewuste markt, steeds
beneden
den
prijs
der contante valuta blijven, terwijl
de termijnkoersen op landen, waar de rentestand
lager is,
steeds
boven
den
prijs
vopr het contante
devies zouden moeten zijn.
De valuta-speculatie, dit parasitair gedrocht in
onze nog steeds zieke wereld, koopt, indien zij â la
hausse is, de valuta op
termijn,
in de verwachting,
v5r of op den vervaldag tegen een hoogeren koers
te kunnen verkoopen; is
zij
â la baisse, dan zal zij
op
termijn
verkoopen, verwachtende, dat
zij
zich véôr
of op den vervaldag tegen een lageren koers zal
kunnen dekken. Waren het derhalve alleen de valuta-
speculanten, die dan koers in de
termijnmarkt
be-
paalden, dan zouden deze
termijnkoersen
de absolute
en betrouwbare aanwijzers
zijn
van de belangen, die
de speculatie
bij
eenig devies heeft genomen – hetzij
t
la hausse of
ti
la baisse – alsmede van den omvang
dezer posities.
De politieke en juridische toestanden in een bepaald
land kunnen mede van invloed
zijn
op de vorming
van den
termijnkoers.
Acht men die toestanden
onzeker, bestaat er kans op revoluties, kapitaal-
heffingen, e. d., dan zal men er de voorkeur aan
geven, een zoo groot
mogelijk
deel van
zijne
dispo-
nibiliteit in die landen
tijdelijk
naar andere centra
over te brengen. Eénmaal echter moet het bezit
weder naar het oorspronkelijke land terugvloeien;
daar men echter tevoren den koers niet gissen kan,
waartegen men zich te zijner tijd weder van het des-
betreffende ruilmiddel zal kunnen voorzien, dient men
zich reeds tevoren tegen het daarin gelegen risico te
dekken door een aankoop van het bedoelde devies
op termijn. Zijn de politieke en juridische toestanden
in een bepaald land onzeker, dan zal men dus een
vraag naar het ruilmiddel van dat land op termijn
kunnen constateeren. En waren het slechts de hier
bedoelde toestanden, die invloed oefenen op de vorming
van de termijukoersen, dan zou men den termijn-
koers op landen, waar die toestanden onzeker of
precair waren, steeds agio moeten zien doen – en
omgekeerd.
Dit zijn de practische overwegingen, waarmede de
subjecten in de termijnmarkt zijn uitgerust. Doch
daar nimmer één der genoemde categorieën afzonder-
lijk in de markt opereert, doch steeds alle over-
wegingen van alle verschillende categorieën te zamen
den koers bepalen, moet die koers als resultante van dat
gansche complex van schattingen wotden beschouwd.
Hiermede zijn wij echter geenszins aan de grens
gekomen van de vragen, die de termijnmarkt voor
vreemde valuta ons stelt. Wij, hebben slechts enkele
feiten geconstateerd, ons door de practijk van den
geidhandel verstrekt, en
wij
hebben uit die feiten
een denkbeeld kunnen vormen van de gecompliceerde
overwegingen der subjecten in de valuta-termijnmarkt.
Wij zijn echter nog niet doorgedrongen tot de conse-
quenties dezer feiten, i juist die consequenties
kunnen hoogst belangrijk worden.
Het is onnoodig, den lezers de werking te ver-
klaren van het pariteitstoestel, dat
wij
vôôr den
oorlog en onder den gouden standaard herhaaldelijk
in werking zagen. Verondersteld zij dus, dat men
bekend is met de uitwerking van goudexporten en
importen, van discontowijzigingen, enz. Dit pariteits-
toestel werd gehanteerd met een gemak en een
natuurlijkheid, die hun stempel hebben gedrukt op
de denkwijze van geheele generaties. Göudexport
had een reguleerende werking op de wisselkoersen,
9
Juli
1924
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
605
doordat zij remise van wissels onnoodig of verkoop
van wissels mogelijk maakte. Discontoverhoogiug
drukte de wisse]koersen, doordat het de kapitaal-
verplaatsing uit het buitenland naar het binnenland
stimuleerde, doordat het goudimport in de hand
werkte, en doordat men – via een verlaging van
het binnenlandsche prijsniveau – den import hinder-
nissen in den weg legde en den export prikkelde.
Kortom, de disconto-wijziging oefende invloed uit
op de onderlinge verhouding der posten van de
betalingsbalans.
Er
zijn
in de laatste jaren lange en vele discus-
siën geweest over de vraag, of de discontoschroef
nog steeds denzelfden invloed kon uitoefenen als
onder het réginae van den gouden standaard. De
economische litteratuur is vol van de meeningen van
,,theoretici” en ,,practici” over dit onderwerp; men
vergeve
mij,
dat ik deze veelheid hier niet meer aan-
haal. Maar nu is juist het merkwaardige, dat de
vragen en feiten, die wij bij de bespreking van de
prijsvorming in de valutatermijnm arkt ontmoeten,
een nieuw en eigenaardig licht op deze beroemd
geworden strjdvraag werpen.
‘s,Tij hebben gezien, dat één van de overwegingen,
die den
prijs
van eenig devies op
termijn
bepalen
(en het geldt hier de naar mijn oordeel belangrijkste
van alle als aanwezig geconstateerde overwegingen,
wanneer men op de nog gezonde valuta ihet oog
houdt) de vraag is, in welke mhrkt tijdelijk vlottende kapitalen het voordeeligst te beleggen zijn. De feiten
zijn zelfs zôé, dat men bij de berekening van het al
of niet voordeelige van zulk een kapitaaltransport
vrijwel uitsluitend. rekening houdt met de mogelijk-
heid, dit transport door een termijntransactie te
bewerkstelligen. Het onvermijdelijke en logische gevolg
van deze omstandigheid is, dat de strekking tot
kapitaalverplaatsing, gelegen in verschillen tusschen
op korte beleggingen te kweeken rente in twee plaatsen,
uitsluitend invloed oefenen op den termijnkoers.
Daar de termijnkoers wordt uitgedrukt in een agio
of disagio boven of beneden den contanten koers
(waarbij dan deze laatste slechts een
denkbeeldig getal
is, bestemd om de gedachte te bepalen en een basis
te vormen voor de verrekening der tegenwaarde)
moet de kapitaalverplaatsing op deze basis ten eenen-
male allen invloed op den contanten, d.i. de absolute
koers, missen. Wanneer wij deze gedachte doordenken,
clan komen wij tØ de gevolgtrekking, dat disconto-
veranderingen in het geheel geen invloed meer heb-
ben op de absolute hoogte der wisselkoersen, welke
onder den gouden standaard beïnvloed werd door de
uit renteverschillen voortkomende kapitaalverplaat-
singen. Zij hebben thans slechts invloed op het posi-
tieve – of negatieve – écart tusschen den koers
voor contante en termijn-valuta, evenals iedere
wijziging in rentestand voor kort geld op diverse
markten.
In zijn laatste boek zegt Keynes, in verband met
het hier gesignaleerde probleem: ,,The direct effect
of dearer money on the
absolute
level of the exchanges
as distinguished from the difference between spot
and forward, is very small”.
i)
Men kan de waarheid van deze stelling slechts
erkennen; maar, zulks doende, komt ons vanzelf de
vraag op de lippen: is dan, door het enkele ontstaan
van een termijnmarkt in vreemde valuta, de disconto-
schroef een waardeloos en onbruikbaar instrument
geworden ? Een bevestigend antwoord zou een revolutie
beteekenen in de economie. Men kan dan ook, naar
het mij voorkomt, niet alléén in hevestigenden zin
antwoorden: er dient een voorbehoud te worden
gemaakt. De repliek zou aldus moeten luiden: aan-
gezien rente-wijzigingen hun invloed doen gelden op
het écart tusschen de ,,spot”-valuta en de ,,forward”
I)
J. M. Keynes, A
Traet on Monetary Reform, London,
1923,
pag. 138. De cursiveering in dezen zin is van
Keynes zelf.
va
l
u
t
a
doch nimmer op den absoluten wisselkoei:s,
is de invloed van discontowijziging verdwenen
voor
zooverzijclienuitoefende via de kapitaalverplaatsing.
Er
bestaat nog een andere weg, waarlangs
zij
invloed oef en-
‘de op den absoluten wisselkoers: n.l. via het prijsni-
veau; en die weg staat nog steeds open. De disconto-
‘verhooging heeft de strekking het prijsniveau te ver-
‘lagen, niet slechts doordat zij goud doet toestroomen,
maar ook en vooral, omdat zij crediet-beperkend
werkt, den ondernemingslust drukt en daardoor de
circulatie doet verminderen; heleeningen worden afgelost, disconteeringen loopen terug, rekening-
courant voorschotten worden lager; er valt een terug-
‘vloeiing van bankpapier naar de Centrale Bank te
constateeren, waarvan het prijsniveau noodwendig de
gevolgen moet ondervinden. Een verhoogd disconto,
•
dus een verlaagd prijsniveau, oefent druk uit op de
wisselkoersen en wel op de absolute hoogte daarvan;
–
daarnaast oefent zij invloed op de relatieve hoogte
‘van den termijnkoers t.o.v. den contanten koers.
3
De discontoschroef moge dan al een gedeelte van
‘baren invloed hebben verloren, ondeugdelijk geworden
is
zij
stellig niet.
Men mag deze stelling echter niet accepteeren
:zonder eenig voorbehoud, te maken; een bijzondere
omzichtigheid is nu eenmaal geboden
bij
het doen
van uitspraken in deze netelige materie. Wanneer
n.l. eenig land afwijkt van den weg des verstands
bij het regelen van zijn circulatie, wanneer ei kunst-
• matige koopkracht wordt geschapen door overmatige
Staatsuitgaven of anderszins, dan heeft de disconto-
schroef in het geheel geen uitwerking meer, noch op
de absolute hoogte der wisselkoersen, noch op de
,
relatieve hoogte van den termijnkoers. Want in zulk
een geval zullen de overwegingen der speculatie over-
heerschend worden; die overwegingen hebben met den
rentestand voor kort geld weinig of niets uit te
staan; en het prijsniveau zal van een disconto-ver-
hooging, die met een verder voortgezette uitbreiding
der flduciaire circulatie zou gepaard gaan, niet den
‘minsten invloed ondervinden. Men moet dan ook
concludeeren, dat hetgeen ten aanzien van den invloed
eener discontowijziging werd gezegd, alleen kan
gelden voor landen, die een gezonde financieele, fis-
cale en monetaire politiek volgen, d.w.z. in die
landen, waar geen kunstmatige koopkracht geschapen of bestaande reëele koopkracht kunstmatig vernietigd
wordt.
In het bovenstaande werden enkele theoretische
vraagstukken behahdeld; het is wel van belang om
hetgeen de theorie ons ten dezen heeft geleerd op
de praxis te transponeeren, hetgeen in het volgende
nummer zal worden beproefd.
W. C. POSTHUMUS
MnYjss.
(Slot volgt).
BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.
DE FINANCIEELE POLITIEK VAN DE NIEUWE
FRANSCHE REGEERING.
Prof. Bertrand Nogaro te Parijs schrijft ons:
De financieele politiek der nieuwe Fransche Regee-
ring heeft niet nagelaten eenige bezorgdheid te wek-
ken onder de bezitteude klasse en de gematigde
elementen,, die er rekening mede hielden, dat het
Ministerie ilerriot gesteund werd dooi’ de socialisten.
Gedurende de eerste dagen, welke op de verkiezingen
van den hen Mei volgden, konden de wisselhandola-
ten dan ook een zwaicke neiging tot kapitaalvlucht
bespeuren, een neiging, die overigens niet van blij-
veuden aard is geweest. Waar men zich vooral be-
zorgd over maakte was de vraag, of een kapitaalbe-
lasting op het programma der huidige .Rcgeering
voorkwam. Nu heeft een breed opgezette en op be-
kwame wijze ontwikkelde interpellatie van den heer
Bokanowski, oud-rapporteur-generaal over de begroo-
ting, gelegenheid geboden de kwestie van de finan-
cieele politiek der Regeering te stellen en het is mijn
606
S
ECONOMISCH-STAISTISCHE BERICHTEN
9 Juli 1924
bedoeling hieronder het interessante debat samen t
vatten, dat zich hierover heeft ontwikkeld.
De heer Bokanowski hoeft, hetgeen zeer handig
van hem was, gepoogd een beeld te geven van het
werk, door de vorige itegeering verlicht en als lief
ware den inventaris opgemaakt van hetgeen deze haP
iad icaal-social.istische opvolgster nalaat. in dc eerst
plaats heeft hij in herinnering gebracht, dat in 1011
de uitgaven nog 50 milliard beliepen, vaartegcnovei
11 i4 milliard gewone inkomsten ston den. Voorts
heeft hij er op gewezen, dat deze ontvangsten in 1920
tot 20 milliard stegen, in 1921 tot 22 m:iiliard en irÇ
1922 en 1.923 tot 23 milliard, terwijl inmiddels de
begrooting der gewone uitgaven tot op dit cijfer
daalde. Tenslotte heeft hij er aan herinnerd, dat de
ontvangsten in 1924 30 milliard zullen bedragen;
waaruit niet slechts de uitgaven van de algemeend
begrooting, doch ook de permanente lasten van cle
speciale begrooting voor het herstel van liet bevr ijde
gebied e.n de pensioenen kunnen worden bestreden.
1
Ten slotte heeft
hij
gewezen op de meerdere op
brengst der belastingen, tot zoodauige bedragen, dat,
zelfs
anrlecr
men afziet van het milhiard. be’ztunigiug,
waartoe de vorige Regeering nog besloot, het budget
van den Franschen Staat. werkelijk in evenwicht is.
Volgens de iii het Journal Officiel van 15 Juni ge-
publiceerde cijfers, bedraagt het overschot der inkom-
sten uit belastingen, vergeleken met dezelfde periode
in 1923, 2 milliard gedurende cle eerste vijf maanden,
hetgeen uitkomt op een meerdere opbrengst van
4 miljard 800 milhoen over het gelieele jaar. Hierbij
is dan nog geen rekening gehouden met de sterke
verhoogmg van het tarief der successierechten, in
Mei jl. aangenomen, waarvan de uitwerking zich niet
eerder dan op het einde van het jaar zal laten voelen,
aangezien deze rechten eerst zes maanden ria liet
openvalien der nalatensohappen in de schabk.ist
vloeien. Spr. heeft ten slotte nog gewezen op de meer-
dere opbrengst, welke van de inkomstenbeiasing te
vevachtn is, dank zij de maatregelen te.r bestrijding
van fraude getroffen, van welke liet eerste resultaat
is geweest, dat te Parijs cle aangiften dit jaar die van
het vorige jaar met 30 püt. overtroffen hebben.
Dit tot zeer in onclerdeelen afdalende overzicht van
den huidien financieelen toestand van Frankrijk,
gegeven door een spreker behoorende tot de minder-
heid, had natuurlijk als uitgesproken doel bij het
publiek een gerechtvaardigd vertrouwen te handha-
ven., dat door de thans verk:regen4 resultaten ten volle
gerechtvaardigd wordt. liet had ongetwijfeld als
meer verwijderd doel de nieuwe Regeering verant-woordelijk te kunnen stellen voor iedere aantasting
van het staatscrediet, indien in het vervolg de finan-
ci.eele toestand minder gunstig mocht worden. liet
betoog van den heer Bokanowski is langdurig be-
streden door de uiterste linkerzijde, doch om de waar-
heid te zeggen met meer lawaai dan overtuigings-
lciacht, wnt de cijfers door den spreker aangehaald
zijn juist en zijn voörspelhingen vrij redelijk. De
eenige juiste opmerking, die hem is tegengeworpen
was, dat het begrootingsevenwicht het gevolg is van
de •depreciatie van den FTanc, die inderdaad een niveau
schijnt bereikt te hebben, dat vrijwel overeenstemt
met de behoeften van het begrootingsevenwicht.
Het voornaamste doel van den interpellaut was
echter duidelijk, eên verklaring van de Regeering uit
to lokken. Deze werd e.r door haar tegenstanders in de
eerste plaats van beschuldigd zich ten opzichte van liet doorzetten van bezuinigingsmaatregelen in een
moeilijk parket te bevindén, aangezien zij is gesteund
door de ambtenaren, die salarisverhooging zullen via-
gen. ‘Voorts wilde men haar er toe brngen te zeggen,
dat zij, ten einde liet beg.rootingseveuwicht te hand-
haven, tot het invoeren van nieuwe belast:ingen
ZOU
moeten overgaan en men vroeg derhalve, of het haar
bedoeling was de door de vorige kamermeerdeiheid
ingevoerde belastingen (doublé décime) af te schaf-
f en, of nieuwe beihstingen in te voeren.
De tactiek was handig, want het lijdt geen twijfel,
dat cle lirikerpartijen gedurende cle verkiezingsperiode
aan de verleiding hebben toegegeven tegen cle nieuwe
belastingen te piotesteeren, zonder echter de verani
–
woordelijkheicl op zich te kunnen nemen hen af te
schaffen, misschien zelfs niet hen door andere te
vervangen. De ministerieele verklaring bevat op (lit
punt ook slechts zeer vage aanwijzingen over ccii
verlichting der consumtiebelastingen en een betere
regeling de:r directe belastingen.
1-let antwoord van den Voorzitter van den Minis-
terraad kon in een algemeen debat niet veel meer
details bevatten. H
.
ij heeft evenwel nog eens zijn
voornemen bevestigd, waaraan iemand twijfel kon
koesteren, geen nieuwe uitgaven te zullen doen, zon-
der over de middelen tot hun dekking te beschikken.
Wat de kapitaalbelasting betreft, deze heeft hij voor
het heden ter zijde gesteld om deze redien, (at in ezn
land, waar de inkomstenbelasti ug van jongen datum
is en nog niet geheel in (te bevolking is cloorgedron-
gen, waar in de toepassing voorts, ondanks belang-
rijken vooruitgang, nog ernstige .leemten aanwezIg
zijn, de grondslagen voor het invoeren van een kapi-
taalbelasting ontbreken.
Misschien mag men hier oog aan toevoegen, dat
in
Frankrijk
de successiebe]asting en het recht op
den verkoop van onroerend goed, die kapitaalbelastin-
gen zijn, zoo hoog zijn, dat het niet zeer opportuun
:is, thans een anderen vorm dezer belasting te over-
vegen. Het komt er voorzeker meer op aan de be-
staande belastingwetten op streiie wijze uit te voe-
len door fraude te onderdrukken. Op dit punt zal de
nieuwe regeering zich naar mijn meening vooral moe-
ten concentreeren. Doch het is duidelijk, dat een Mi-
iiister-President, steunend op een meerderheid, welke
voor één derde uit socialisten bestaat, het principe
zelf van een kapitaalheffing niet kan veroordeelen en
er zich toe moet beperken zich te verschuilen achter
de moeilijkheden
bij
de toepassing, om het punt van
het programma te Icunnen afvoeren!
Uit de discussie, die in cle Kamer van Afgevaar-
digden heeft plaats gevonden, volgt, dat de vorige
regeering op begrootingsgebied inderdaad een zeer
gunstigen toestand achteriaat. Er blijkt eveneens uit,
dat voor de nieuwe regeering het begrootingseven-
wicht een voorwerp van niet mind* zorg is dan voor
haar voorgangster en cle eenige moeilijkheid, waar-
voor zij zich gesteld ziet, is het nakomen van zekere
beloften, gedaan gedurende de verkiezingen, die,
indien de meerdere opbrengst der belastingeri niet
voldoende is, het aanboren van nieuwe bronnen
van inkomsten noodzakelijk zullen maiken. :De huidige
regeering is in het bijzonder gehouden tot een ver-
hooging der ambtenaarspensioenen en der sociale ver-
zekering.
1-Jet vraagstuk van het begrootingsevenwicht houdt
echter verband met dat van de kaspositie en van de
wisselkoersen. Ondanks de zeer opmerkenswaardige
fiscale maatregelen, welke tot stand zijn gekomen –
en omdat deze te laat zijn ingevoerd is de binnen-
landsche Fransche staatsschuld van 113 milliard op
den 31en December 1919 tot 217 milliard op 31 De-
cember 1923 gestegen, een vermeerdering dus van een’
100 milhiard gedurende de periode, dat de vorige
regeering aan •het bewind was. Het cijfer van de
staatsachnid, hoe hoog ook,’) is op zichzelf niet ver-
ontrustend, aangezien de dienst hiervan wordt be-
streden uit de gewone inkomsten. De vlottende schuld
echter doet veel moeilijker vragen rijzen. Men. heeft
om haar vernieuwing te verzekeren de boos du tréso.r
van inkomstenbelast:ing moeten vrijsteller, hetgeen
een noodlottig precedent is. De noodzakelijkheid dient
‘)
[Vergelijk pag. 417 van den loopenden jaargang. –
Reci.]
9 Juli 1924
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
607
dus onder het oog te worden gezien in de naaste toe-
komst een con sol idat.i eleen ing te siui ten.
Voorts blijft nog de moeilijkheid op te lossen, voort-
vloeiend uit de lichtvaardig met de Bank van Frank-
rijk gesloten regeling, nl. om haar jaarlijks 2 milliard
van het voorschot terug te betalen. Deze verplichting.
(Iie moeilijk te• rijinen valt met de noodzaak, waan ii
(Ie staat zich bevond nieuwe leen i ogen te sluiten,
schijnt ook thans nog ontijd ig en. aan ccii nieuwe
overeenkomst met de Bank zou waarschijnlijk de voor-
keur te geven zijn hoven voor den Staat vennederenide
nieuwe oiiderhandel i ogen hij iederen vervaltermijn.
t ntusschen geldt het hier, om cle waarheid te zeggen,
vooral ccii kwestie van vorm, indien maar aan het
beginsel der progressieve aflossing van de schuld van
dcii Staat wordt vastgehouden
en
partijen geneigd
zijn tot overeenstemming te komen over de modali-
tei ten, hij ederen ve.rvaltermij n toe te passen.
Wat de wisselkoersen betreft is in dezelfde zitting
opgemerkt, (lat na het doo:rioopen van een critiele
periode deze vrijwel stabiel waren geworden op ccii
in veau, dat redelijk was voor het buitenland en vrij
aardig ove.reenkwam met de economische behoeften
en den begrootingstoestand van Frankrijk. ])it vast
te stellen is waarschijnlijk riietvol’doende om den koers
geheel tot rust te laten ikomeii, aangezien oninwisse!-
baar papiergeld nooit een geheel stabielen koers heeft.
Doch de interventie, welke in Maart ji. heeft plaats
gevonden, heeft cle doeltreffendheid bewezen van in-
grijpen van de zijde der centrale bank, clie op indirecte
wijze haar goudvoorraad aanwendt. Er is dus reden
oni te hopen, dat deze les niet tevergeefseh geweest
zal zijn en dat Frankrijk niet zal aarzelen een ratci o-
node monetaire politiek te volgen, die de laatste
hand zal leggen aan de cousolidatie van zijii open-
baje financiën.
BEwIRANI) NOGARO.
AANTEEKENINGEN.
19fl-
en export handel van Nederlandsch.’
Indië gedurende 1928. –
Het onlangs h.t.l.
gearriveerde verslag van ,,De llandelsvereeniging te
Batavia” over het jaar 1923 merkt over den export
van Indië het volgende op:
Ook dit jaar mag van een levendige productenmarkt
01) Java worden gesproken.
Een groot deel dezer levendigheid komt echter op rekening
van den zuiver speculatieven handel, die in vele artikelen
cle prijzen weer herhaaldelijk opjoeg tot een zoodanig niveau,
dat exporteurs geen kans hadden hun inkoopen op de ge-
lijktijtlige noteeringen op de wereldmarkt te baseeren. Zij
waren dus wel gedwongen vooruit te loopen
01)
den gang,
dien naar hunne meening de wereldprijzen zouden nemen,
dus feitelijk de rechte basis voor hunne transacties te ver-
laten. Een ander gevolg hiervan was ook dat zij herhaal-
delijk plaatselijk verkochten. De moeilijkheden, waarin de groote prijsverschillen in 2e
hands suiker enkele speculanten brachten, bleven voorna-
melijk tot Oost en Midden-Java beperkt, hoewel ook hier
een bekend speculant een regeling met zijn crediteuren
moest treffen. Tegen het einde des jaars werd oolc bekend
dat een klein, maar toch in sommige speciale artikelen op
den voorgrond tredend, Buropeesch Handelshuis in moeilijk-
heden verkeerde (sedert door een officieel faillissement ge-
volgd), doch overigens hield de Bataviasche Exporthandel
zich goed staande.
Over andere moeilijkheden of belemmeringen van belang-
rijken aard heeft de exporthandel zich overigens niet te
beklagen. De voor hen voornaamste wisselkoersen bleven
tamelijk stabiel, scheepsruimte was in overvloed verkrijgbaar en tegen zeer weinig wisselende vrachtpiijzen en de onzekere
toestanden op politiek gebied betroffen in hoofdzaak die
landen waarniede onze exportrelaties betrekkelijk gering
zijn, terwijl zij weinig of geen invloed op de prijzen hadden.
De tegenwoordige inrichting der statistieken maakt het
onmogelijk reeds nu een vergelijking te treffen tusschen de
landen waarheen onze export gericht was. Hiervoor moet
men immers de beschikking hebben over de waarde der
uitvoeren, welke eerst veel later gepubliceerd worden. Evenals
in ons vorig jaarverslag kan daarom die vergelijking alleen
gemaakt worden over de uitvoeren van 1922, welke wij op
dezelfde wijze als verleden jaar in vergelijking brachten
met die over 1900, 1913 en het gemiddelde van 1919-’20-’21.
Dadelijk valt hierbij op dat Nederland zijn eerste plaats
heeft moeten afstaan aan Singapore.
Bij beschouwing van de samenstelling der uitvoeren blijkt
alras dat dit geheel veroorzaakt is door drie groepen
artikelen: aardolieproducten, waarvoor singapore meer en
weer een distributiestation schijnt te worden, rubber,
waarbij de uitvoer van het bevolkingsproduct, dat hooI d-
zakelijk in Singapore wordt verhandeld in verband met de
grootere waarde, natuurlijk grooter werd en tinerts, dat
belangrijk meer dan vroeger in Singapore wordt versinolten.
De verdeeling der uitvoeren van Java en Madoera is dan
ook geheel anders:
Uitvoeren Java en Madoera:
Millioen guldens.
Percent.
1900 1913 1922
1900
1913
1922
Nederland
58
88
80
37
28
16
Singapore
13
20
32
8
6
6
Totaal 157 317 517
–
–
–
l)e uitvoeren naar Japan zijn percentsgewijze wederon
belangrijk toegenomen, zoodat dit land thans zelfs reeds
de derde plaats inneemt. Hier komt de toename juist voor
een belangrijk deel wel op rekening van Java en Madoera,
vanwaar de uitvoer naar Japan bedroeg:
1900
1913
1922
Millioen guldens
5
33
68
Percentage van den totaal uitvoer
3
10
13
Teneinde het overzicht over de belangrijkheid der ver-schillende landen voor onzen export te vergemakkelijken
vervaardigden wij bijgaanden staat, waarop de voornaamste
uitvoeren zijn bijeengebracht. (Tabel 1.)
Over den import wordt in het verslag het vol-
gende gezegd:
De in ons verslag over 1922 vermelde geforceerde lic1ui-
claties, die op dat jaar een eigen stempel drukten, herhaalden
zich in 1923 niet in die mate. Het prijsniveau was minder
aan schokken onderhevig. Ook in andere opzichten werden
langzaam en geleidelijk ietwat geregelder toestanden in
den importhandel merkbaar.
Niettemin heeft het afgeloopen jaar den iinporthandel
wederom teleurgesteld. Weliswaar wierpen de eerste vijf
maanden, speciaal voor fancy-manufacturen, goede resultaten
af, maar de in Mei ingetreden scherpe inzinking, die tot
einde November aanhield, benarn de kans op een bevredigend
eindresultaat.
De reden van dien teruggang is al even lastig te verklaren
als die van de betrekkelijke levendigheid mde eerste maanden.
]:tet wordt voor den importeur van jaar tot jaar moei-
lijker de koopkracht van den Inlander te beoordeelen. De
differentiatie in zijn welstand deed, vooral in de steden,
de grenslijnen tusschen zijne levensbehoeften en die van
andere bevolkingsgroepen vervagen en overal, ook in het
binnenland, bemoeilijken bv. bioscoopbezoek, vereenigiugs-
wezen, veranderde transporttoestanden, Mek ka-gang, het
inzicht in de verdeeling zijner uitgaven, om niet te spreken
van factoren van voorbijgaanden aard, als b.v. in 1921 en
1922 de premieleeningen.
Onder dit voorbehoud gelooven wij echter te mogen con-
cludeeren, dat de algemeene import van West-Java in 1923
leed onder verminderde koopkracht. De Europeesche cultures,
wier herstel reeds eerder begonnen was, verschaffen in dit
deel van Java aan minder handen werk dan elders.
De hoofdbroa van inkomsten voor de Inlandsche bevolking
in West-Java is de Rijstcultuur, en deze schijnt haar, minder
wat het beschot als wel de prijzen betreft, over het alge-
meen minder gunstige resultaten te hebben opgeleverd. Ofschoon de dagelijksche behoeften van het Europeesch
publiek een gering aandeel van de omzetten van den alge-
meenen import uitmaken, is het hier de plaats in te lasscheu,
dat de Europeaan in West-Java merkbaar bezuinigde. De gedeeltelijke intrekking van den duurtetoeslag is hieraan
niet vreemd.
Een verdere oorzaak van de moeilijkheden in dec Import-
handel waren de toestanden in de tweede hand, welke gronte
verliezen op baar afnemers te boeken had, terwijl haar
bijna geen nieuw kapitaal ter beschikking gesteld werd.
ilaar credietwaardigheid verminderde gestadig.
Een totale opgave van de invoeren in Nederi.-
Indië of Tandjong Priok, schrijft het Verslag, is
thans nog niet te geven. Het eenige
cijfer,
dat thans beschikbaar is, is dat van de ontvangen invoerrech-
ten. Hiervan bevat het achterstaand overzicht:
(Tabel
II.)
608
ECONOMISCH-STATISTISCHÉ BERICHTEN
9 Juli 1924
Tabel 1.
Aandeel der verschillende groepen van landeu in den uitvoer van geheel Nederlandsch-Indië.
1900
J
1913
‘
G/J
-_
1922
M
o/
j
?fill.f
o/
o
•
Jii:iii.
ï
%
i
iIl.[
°fo
Nederland
……..
Singapore ……
.v
.
S.N.-Ameriko
China en Hong-
kong ……..
Engeland ……..
Frankrijk ……
•
Gibraltar,
Suez,
Penang ………..
•
enz………….
Australië ……
Duitschiand.
Japan …………
Britsch-Indië..
Straits.Settlem
Italië………..
Siam en Franscb
Indo China..,
71.3
…54.7
27.8
.20._
12.7
…9._
8.5
7.5
…7._
4.8 2.2
1.1
0.8 0.7
0.3
1.7
31._
23.8
12.1
8.7 5.5
3.9
3.7
3.3
3.-
2.1
1…
0.5
0.3
0.3
0.1 0.7
N
…….
Singapore ……
Britseh.Indië
.
China en :lrongk
Japan ………..
Frankrijk ……..
Engeland ……
Penang ……..
Duitschland .. ..
V. S. N.-Amerika
Australië
……..
Gibraltar,
Suez,
enz ……….
Siam en Fransch
Indo China ..3.4
België
………….
Straits
Settlem
Italië……………
FDenemarken
. . .
172.6
..109.7
88.9 51.9 35.8
26.7
..24.-
14.3
..i9.-
13.3 12.8
…6.5
3.1
2.5
2.1
0.9
28.1
17.9 14.5
8.4
5.8
.
4.3
4.-
3.1
2.3
2.2
2.1
1.1
0.6
0.5
0.4 0.3
0.1
Nederland
…….306.6
Singapore……..268._
Britsch-Indië
197.1
V. S. N.-Arnerika
190.2
Turkijë,PortSaid
en Gibraltar.
171.1
China en Hongk
154.-
Engeland ………143.7
Japan …………143.3
Australië ……….71.2
Zweden en N.wg 42._
‘Frankrijk
.
……..33.8
Italie……………19.4
Penang ……….18.9
België ………..12.5
Denemarken
.
..
11.8
….
10.8
Siam en Fransch
ludo China.
. .
9.9
16.5
14.4
10.6
10.2
9.2 8.3
7.7 7.7 3.8
2.3
1.8 1._
1._ 0.7 0.6 0.6
0.5
Singapore ……
Nederland …….
Japan ………..
pTurkijë,PortSaid
en Gibraltar.
JV. S. N.-Amerika
China en Hongk
Britsch.Indië.
Engeland ……..
Australië ……..
Frankrijk ……
Duitschland ….
Penang ……….
Siam en Fransch
Indo China. ..
hilippijnen.
..
Straits
Settlem.
)enemarken ..
.
180.7
..220.6
115.4
.
103._
95.8
86.2 77… 59.7 53.2
17.4
..37._
14.4
11.3 8.5
8._
7.-.
5.8
19.4 15.9
10.2
9.1
8.4 7.6 6.8 5.3
4.7
3.2
1.5 1.3
1._ 0.7
0.7
0.8
0.5
Philippijnen….
0.8
0.1
S
Settlem.
9.5
0.5
België ………..
2.1
0.2
Overige ……….
Turkije ……….
0.1
25.8
t-.-
4.2
Philippijnen..
6.9
0.4 2.2
Italië …………
ZwedenénN.weg
1.2
31.9
0.1
2.8
230.1
Overige
………
O
………..40.1
1860.8
Overige ……..1.1136.2
1OO.
Idem gespecificeerd
naar
de Werelddeelen.
103.4
44.9
274.1
44.8 768.6 41.5
422.1
37.2
Europa ……….
Amerka ……..
12.1
14.1
2.2
190.2
10.3
98.7
8.7
Australië
7.-
-.-
3.
_._
12.8
1.6
2.1
0.2
71.2
17.5 3.8
_._
53.2
16.8
4.7
1.5
..27.8
138.2
91.9
60.-
40.-.
302.6
311.6
49.3
50.7
1047.5 804.1
55.6 44.4
Rest…………
590.8 545.4
52.1
47,9
Azië
………..
100._
230.1
100….
614.2
100._
1
100._ 1136.2
Tabel II.
Douane ontvangsten.
()<
f1000).
Opbrengst 1923 in
0
/0
van 1922:
Geheel
Indil
Java en Madoera Tandiong Pirok
OPbr.
Obr.
Or.
OPbr.
Opbr.
Or.
Invoerrechten ..
56.779 54.321 41.195 38.732
Id. landsgoederen
2.516
1.817
679
96213.243 13.869
Nederl..
Java en
Tandjong Indië
Madoera
Priok
Invoerrechten ……95.6
94,8
104,7
Accijns gedistilleerd.
66,3
66,3
57,5
tiJitvoerrechten
.
11.706
6.283
2.172
2.593
1 627
1 702
Id. landsgoederen
242
117
113
49f
‘
Gedistilleerd •..
1.183
784
1.183
784
240
138
Tabak
.
89
92
1
1
–
–
Petroleum
15.130 16.327 11.539 12512
2.891
2 685
Lucifers …….10.116
9.233
7.780
6.601
1.585
1.541
lucifeis
.
…91.3
84,8
97,2
Deze drie tezamen
94,5
92,6
103,2
Het is wel eigenaardig dat, in tegenstelling met die van
geheel Java en Madoera, de ontvangsten te Tandjong Priok
nog iets zijn toegenomen Het is ons niet mogen gelukken
daarvoor een bevredigende verklaring te vinden.
Ad. ontvangsten
195
206
137
151
47
41
Totaal
. . . .
97.956 89.180 64.799 62.385 19.633 19.976
Vervolgens worden de invoeren vergeleken naar
de landen van herkomst: (Tabel
III).
Hieruit valt nevenstaand overzicht samen te stellen:
Nu
ook
de
waarde-cijfers
over
1922 gepubliceerd zijn,
Tabel III.
.
Invr naar herkomsten.
19001
1913
191921
1922
Tviill.
°/o
Gem.
ill.
f
i/
o
0/
Nederland
594
33.7
145.3
33.3
Nederland.
…..
205.3 21.7
156.2
22.6
Singapore ……
52.5
29.8
76.6
17.5
147.1
15.6
GrootBrittanniëjol.9
14.8
Engeland ……
23._
13.1
Singapore ……
67.9
15.5
Engeland ……..
V. S. N.-Amerik
..
134.1
14.2
Nederland
…….
95.4
13,8
Chia en Hong’
Penang ………..
kong
…….. ….
…
17.3
•
5.1
9.8
2.9
Nederland
…….
Engeland …….
Duitschiand….
Br. Indië ……..
China en Hong.
28.8
22.7
..
6.6
5.2
Singapore ……
..
China en Hong-
130.7 99.1
13.8
10.5
Singapore ….
…..
Japan
…………
D
..
.
V. S. N.-Amerikal
57.5 45.9
31.9
8.3
6.7
4.6
Indo China …..
…
Duitschland …
..
4.2
2.8
2.4
1.6
Indo China
. .
..
16.7 15.6
3.8 3.6
Japan
…………
37.3 35.3
3.9 3.7
China ën Hongk.
30.6
29.4
4.4
4.3
V. S. N.’Amerika
2.8
1.6
kong
………..
13.5
3.1
kong
………..
Duitschland
. .
..
31.5
3.3
Australië
……..
Britsch Indië ..
27._
3.9
2.4
1.4
10.6
2.4
Australië
……..
Endo China ….
26.7
2.8
Fr. Indo China..
26.8
3.8
Autralië
……….
Italië enZwitser.
Penang ……….
Australië ……..
V. S. N.-Ameriko
9.-
2.1
Britsch Indië…
24.2 2.7
Penang ……….
16.7
2.4
1….
0.6
6.8
1.6
Penang ……….
16.3
1.7
Italiëen Zwitser-
land ………….
•
0.9
•
0.5
Italiëen Zwitser- ltaliëen Zwitser
lnd ………
13.6
2._
Frankrijk ……..
Br.Indië ………
Scandinavië.
0.6 0.3
-.-.
•
0.3
0.2
.._
Japan
…………
land …………
Siam …………
5.4
4.1
3.4
1.2
0.9
0.8
land ………..
9.8
7.1
6.3
1.-.
0.8
0.7
Dalny,Koreaenz.
…
13.5
8.7
5.5
2._
1.2
0.8
Japan ………..
Siam ………-
_._
3.7
-._
2.1
Frankrijk ……..
Scandinavië
0.8 9.4 0.2 2.2
Scandinavië
6._
27.2
0.6
3._
Siam …………
Frankrijk ……..
Scandinavië….
4.9
25.6
0.7 3.7
Overige ……….
Siam …………
Frankrijk ………
Overige
.
……….
691.1
100._.
176.-.
100._ 436.6
i00._
944._
100._
Europa, Austra.
Overige ……….
Overige ……….
lië en Amerika
94.2
53.5 287.8
65.9
602.6
63.8
.
400.4
57.9
Azië ………..
81.8 46.5
•
148.8
34._
341.4
36.2
–
290.7
42.1
176- 100-
436.61
løtk_
944_
_
Totaal..,… ..
• •
100._ __
__
691.1100_
9
Juli1924
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
kan de vergelijking tusschen de landen van herkomst, die
in ons vorig verslag werd opgenomen, met de cij Iers voor dat jaar worden aangevuld en zien wij verdere bevestiging
van den terugkeer naar dc oude kanalen, waarbij echter
steeds duidelijker blijkt dat Japan er in geslaagd is een
groot deel van zijn, gedurende de oorlogsjaren verkregen
vermeerdering, te behouden.
Aan het slot van een gedetailleerd overzicht van
de herkomst der verschillende invoer-artikelen, dat
zich, daar het slechts de hoeveelheid betreft, ook
over 1923 kan uitstrekken, wordt de volgende con-
clusie getrokken:
De invoercijfers bevestigen den indruk, die ook in den
loop van het jaar was gevestigd, nl. dat de boycot, die de
Chineezen in het verslagjaar op Japansche goederen hebben
toegepast, slechts zeer weinig effect heeft gehad. Vooral hier in West-Java is de boycot slechts zeer kort geweest.
Vele Chineesche handelaren voelden niets voor den boycot,
hetzij uit gebrek aan sympathie met de politieke beweeg-redenen, hetzij uit eigenbelang. Vele Japansche goederen
hebben n.l. langzamerhand een zoodanige houvast op de
markt gekregen, dat de daarbij geinteresseerde Chineeschc
handelaren die artikelen niet meer kunnen missen. Nadat
de boycot zonder veel enthousiasme werd ingezet, was zij
dan ook gedoemd al spoedig te verloopen. De groote ramp,
die Japan in September teisterde, liet de districten waar
de katoen-industrie het meest ontwikkeld was, vrijwel onge-
moeid, zoodat ook deze ramp weinig invloed op de uitvoeren
naar Ned.-Jndië had.
ONTVANGEN:
Het Federal Reserve System in de Vereenigde Staten
door F. H. Repelius. Diss. Rotterdam 1924.
The Austrian crown. Its depreciation and stabiliza-
tion
door Mr. J. van Wahé de Bordes. Diss.
Leiden 1924.
Het verloop van ‘s Lands financiën in de laatste
jaren en de verwachtingen daaromtrent voor de
naaste toeicomst
door 0. van den Bussehe. Pu-
blicatie No. 16 van de Vereeniging voor Studie van Koloniaal Maatschappelijke vraagstukken.
Weltevreden, 1924. G. Kolif & Co.
Waarschuwende
cijfers
uit de provinciale financiën.
Vergelijkend overzicht van ontvangsten en uit-
gaven der provinciën volgens de begrootingen
voor 1914 en 1924, samengesteld op verzoek van
de centrale commissie voor bezuiniging, inge-
steld door de Nederlandsche Maatschappij voor
Nijverheid en Handel te Haarlem.
Mededeelin gen der .Regeering omtrent enicele onder-werpen van algemeen belang.
Weltevreden, April 1924. Laudsdrukkerij.
Best auration Financiëre de la Hongrie.
Premier
Rapport du commissaire général de la Société
des Nations pour la Hongrie. Période du 1 au
31 mai 1924. Genève, 11 juin 1924.
OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN.
i o Ee o ii o m i s t. – ‘s-Graveiihage, 15 Mei 1924.
Mr. Dr. Ant. van Gun,
Do Staatsmi.jaen en de
rijksfinanciëu;
J. Paarde/cooper,
Eenige beschouwin-
gen betreffend prijsvorming in do onderneming; C.
J. Melrose,
Geidpolitiek als middel ter verzekering
vait een onver&ndenijk algemeen pnijspeil;Ir.
E. C.
Verschoor, Het Rijks-mnkoopbureau.
The Economie Journal.
Londen, Juni
1024.
J. R. Bellerby,
The monetary policy of the future:
Prof. A. L. Bowley,
Births and population in Great
Bnitain; Prof. P. A. Wadia,
True basis of protection
for India;
J. W. F. Bowe,
Wages
in
the cotton indus-
try, 1914-1920;
Prof. C. R. Fay,
The sale of corn
in the 19th century;
H. Heaton,
An experiment in
the teaching of economics.
Political Science Quarterly. – New
York, juni 1924.
H. S. Quigley,
Serne aspeets of China’s constitu-tional problem;
H. S. Knapp,
Treaty no. 2 of the
Washington Conference;
A. G. Dewey,
On methocls
in the study of politics. 11;
W. Y. Elliott,
The poli-
tical application of romanticism,
E. M. Earle,
The
1’urkish Petroleum Company – a study in o].eagi-
nous diplomacy;
J. F. Rippy,
Somo contemporary
Mexican reactions to Oleveland’s Venezuelan mes-
age;
B. Stem,
The present status of the labor move-
ment in Oermany;
B. E. Schmitt,
British foreign
policy. –
T h e Quarterly of Economics. — Cambnid-
ge, Mass., Mei 1924.
TV. M. Daniels,
A forecast of the futur.e of Amen-
can nailroads;
E. A. Ross,
The case for industnial
dualism;
N. J. tS’ilberling,
Financial and monetary
policy of Great Britain duning the Napoleonic wars.
,LI;
J. 0. Bonbright,
No-pan steek: its economie and
egal aspect;
Oh. L. Chandler,
United States commcrce
With Latin America at the promulgation of the
Monroe doctrine.
• S o c i al e V o o r z o r g. – ‘s-Gravenhage, April
1924.
Prof. Dr. J. A. Veraart,
Medezeggenschap en be-
dnijfsorganisatie opnieuw belicht;
W. Schuurmans
Steichoven,
Evenredige schade1oosste11in;
K. Lind-
ner,
liet tarief der Rijksverzekeningsbank
;
Jac. Bak
icer,
De Engeische Whitley-Coiincils en de hoofdar-
beid;
P. Koeclijic,
De zeeongevallenvcrzekening;
Mr.
Dr. J. H. van Zanten, liet bindend verklaren van
collectieve arbeidscontracten.
1 d cm. – ‘s-Gravenhage, Mei 1924.
B. H. S’ajet,
Het ontwerp van wet op de besmette-
lijke ziekten;
Dr. Ir. J. van Hettinga Tromp
i)e
So-
ciale verzekering en de wetgever;
Dr. J. van Bree-
men,
Over de methodische bestrijding van de invali-
diteit, veroorzaakt door chronisch rheumatisch lijden;
J. Dekker,
Concentratie van hoofdarbeiders;
Dr. P.
H. van Eden,
Gedeeltelijke schadeloosstelling van
invaliditoit, tot het ontstaan waarvan, behalve een
ongeval, andere factoren hebben medegewerkt.
De Socialistische Gids. – Amsterdam,
Juni 1924.
Bevat o.a.:
J. H. Schaper,
F. W. N. iiugenholtz. t;
H. Palbo,
De verkiezingen in Denemarken;
Ed. Bemnsteïn, Dc
gevolgen van de Rijkdagverkiezingen in Duitschiand;
Dr. J. B. Sévérac,
De Fransche algemeene verkiezin-
gen en de Socialistische Partij;
G. F. Lindeyer, Eigendomsverhoadingen in den landbouw.
Journal do la Société de Statistiquc
d e P a r i s. – Parijs, Mei 1924.
Yves-Guyot,
La valeur et les pnix;
Dugé de Ber-
nonville,
Les i.nclices du moavement général des piix
en France;
L. March,
La XVe session de l’Institut
international de Statistique (Bruxelles, ler-6 octo-
bre 1923).
B a n k-A r c h iv. – Berlijn 1 Mei 1924.
i)r. Karl Heiffenich t;
Erbes,
Die neue Reichs-
schuldenverwaltung;
Dr. E. Kohlrausch,
Inwieweit
sind die Wuchergesetze auf die Zinspolitik der Ban-
ken anwendban? Dr. Stübben,
Ncuo ungesaude Er-
scheinungen im öffentiicheu Kreclitwesen; Prof. J)r.
Flechtheim,
Die Spruchstelle in Umstellungs-Sacheu;
Dr. W. Koeppel,
Nachtrag za dem Aufsatz: Die Be-
wertung von Aktien unci Anteilscheinen hei der Vei-
anlagiing zui: Vermögenssteuer.
Idem. – Berlijn, 19 Mei 1924.
Das deutsche Bankgewerbe zam Reparationsgut-
achten;
A. v. Gwinner,
Heiffenich als Barmkrnann;
H. Hirschstein, Goldwhhrung und Kunstwiihrung.
Gedanken zum neuen ,,Keynes”;
Dr. G. Solmssen,
Inhalt und Tnagweite dier
vOfl den Sachverstiindigen
der Reparation s-Komrni ssion enstatteten Gutachten.
1
610
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
9 Jü!i 1924
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
N.B. *** beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.
GELDKOERSE N.
BANKDISCONTO’S.
Disc.Wissels.5 24Jan.’24
Zwits.Nat.Bk. 4 16Juli ’23
N d
I
Bk Bel.Binn.Eff.
5*24
Jan.’24
N.Bk.v.Denem. 7
17Jan. ’24
Vrseh. inR.C.
6*24 Jan.’24
ZweedscheRbk 51
8Nov. ’23
Javasche Bank … 31
1Aug.’09
Bank v.Noorw. 7
9Nov. ’23
Bank van Engeland 4
5Juli ’28
Bk. v. Tsjecho-
Duitsche Rijksbk. 10
29Dec.’23
s1owakijë. … 6
27Mei ’24
Bank v. Frankrijk 6
17Jan. ’24
NBk. v. O’rijk 12
4Juni’24
Belgische Nat.Bnk. 6
14Feb. ’24
Hong. Bank… 18
5Juli ’23
Fed. Res. Bank N.Y.
3411Juni’24
Bank v. Italië. 5*11Juli
’22
Bank van Spanje.. 5
23Mrt. ’23
Z.-Afr.Res.bnk 6
OPEN MARKT.
– –
Amsterdam
LOnaefl Berlijn
I
N. York
Part.
Data
Part.
1
Prolon-
1
disconto
1
Part.
art
Call
disconto
gatie (3 mndj
1
disconto disc. money
5 Juli ’24 3
_ij
23%
1)
3
5
1 711,
–
– 23% –
1
30J.-5J1.’24
31
14_
I
19
2;-3
3_3
–
– 233%
23-28 J. ’24 3y
4
3
3-)
–
– 2-3%
16-21 ,,
1
24 3)4
51
2
H
-3
î’v –
– 2_
:
2-7 J. ’23
‘/83( 1
3y
4
-4
23/-3%
–
– 4-5%
3-8 J. ’22 23%
2-3
21/
9
-23% –
–
20_24J1i’14 31/
8
_l/
16
2)4_334 2 .-%
21/
9
_’.
2
134 23%
1)
Noteering van 3 Juli.
WISSELKOERSEN.
1
WISSELMARKT.
Londen opende iets vaster, maar liep den. volgenden (lag
weder terug. De daarop volgende dagen was de koers vrij
prijshoudend, de stemming b1ef echter flauw. Ook Dol
–
lars brokkelden verder af, aan het einde der week werd
2,65 genoteerd. Parijs en België varen weder sterk aan-
geboden. Vooral Parijs was zeer flauw, zoodat cle marge
tegen België opnieuw en. 20 cents kleiner werd.
Voor Skandinavië was de stemming ook weder flauw;
iii het bijzonder voor Kopenhagen. Ondanks alle pogingen
tot steun, blijft deze koers terugloopen en trekt zelfs de
koersen van (le iiabuurlanclen eenigszills mede naar beneden.
Zwitserland en Buenos Aires onveranderd. Voor, dit
laatste land zijn plannen tot munthervorming in bewer-
king, clie blijkbaar ten doel hebben het tegenwoordige
koerspeil als nieuw goudpunt te stabiiseeren. Spanje in
het midden der week plotseling sterk aangeboden, ca.
34
,
80
:
1 Ictend.
8 Juli 1924.
KOERSEN IN NEDERLAND.
Da a
Londen
Berlijn2
Weenen Parijs Brussel New
)
‘)
‘1
•)
•)
York”)
30 Juni. 1924 11.51 0.00063*10.0037)4
14
.07* 12.25* 2.66
1 Juli 1924
11.48*0.00063*0.00373%
13.80 12.06 2.65
2 ,,
1924
11
.
50
*
0
.
00063
*0
.
00371
4 13.07*
12.02 2
.65
9
118
3 –
1924 11.50
0.00063*
0.0037)4
13.62* 12.02* 2.65
u/,
4 ,,
1924 11.491 0.00063k 0.00371,, 13.55
11.91*
2.65
o/,
5 ,,1924
Laagsted.w.’ 11.48 0.00063 0.0037,( 13.32 11.72 2.65
Hoogste,,,,
1
11.5
1
* 0.00064 0.0038
14.10 12.30 2.661/
s
t
27 Juni 1924 11.51
0.00063*
0.00373/
9
14.05 12.26 2.653%
20 ,,
1924 11.5910.00063
5
0.003791
9 14.42*
12.56 2.66%
Muntpariteit 12.10 59.26
3)
50.41
48.- 48.- 2.48%
•) Noteering teAmsterdam.
*9)
Noteering te Rotterdam.
1)
Particuliere opgave.
3)
Gulden per milliard Mark.
3)
Gulden per 100 Mark.
Data
Stock-
holm
)
1
Kopen-
hagen*)Itlanla*)l
1
Cliris-
•
Spanje
Batavla’)
telegrafisch
30 Juni 1924
70.72*
43.-.
35.80
47.25 35.75
96
1
1
9
_96
1 Juli
1924
70.65
41.50 35.70
47.27*
35.50
963% -96*
2
,,
1924
70.50 41.75
35.65 47.30
34.92*
963%
_96*
3
,,
1924
70.60
41.75
35.60
47.27*
34.80
963% …96
4
,,
192
70.40 42.25 35.55 47.30 34.90
961_96
5
,,
1924
–
–
– –
34.90
96
L’ste d. w.
1)
70.15
41.30
35.35 47.15
34.70
96
1
1
8
H’ste
,,
,,
1)
70.80 43.80 35.90
47.371
35.80
9651
9
27 Juni
1924
70.60 44.20 35.90
47.12*
35702
96-96
20
,,
1924
71.02*
45.10
36.10
47.35 35.80
3
96i1_
8
Muntpariteit
66.67
66.67 66.67
48.- 48.-
1
9611
9
J
1019911115 LC
flhuIbtClUitlIi.
-, rai tiutic,c UjJgdVC.
2)
Noteering van
2
8Juni. .l Idem van 21Juni.
KOERSEN TE NEW YORK.
Data
CoMe Land.
(in $per)
1
Zicht p0ij
(in
cta.P.frs.)milliadM0,k)IZ
1
Zicht Berlijn
1
(tn$per
icht
Am3terd.
”
ci,. p. gId.)
5 Juli
19241
4.33.12
5.02
0.0002371
9
37.62
2
)
Laagste d. weekj
4.32.12
5.02
0.0002371
8
37.58
Hoogste
,,
4.33.25
1
– 5,28
0.0002371,
37.66
28 Juni
19241
4.32.62
1
5.30
0.0002371
9
31.58
21
,,
19241
4.33.12
1
5.41
0.000237/
8
37.44
v1untpariteit. .}
4.86.67
19.30
23.813% 1)
40311
in cd. per Mark.
ioteering van i juiu.
1O.ËRSEN VANDE VOLGENDE PLAATSEN OP LONDEN
Plaatsen en
Landen
iNoteerings-1
1
eenheden
21Juni 128juni
1
1924
1
1924
30Junij5Juli’24
Laagstellloogste
51uli
1
1924
Alexandrië. . Piast. p. £
97161
97161 97161
97161 97161
Bangkok…
Sh.p.tical
1110%
1110
1/10%
1/103%
1/10%
B. Aires’) . .
d. p. $
41
4111
16
4071
4
41
,
1
8
41
,5
1
1(
1
Calcutta . . . .
5h. p. rup.
115
1
1
82
1/5
1
116
114′
11
115l1
115
Constantin. .
Piast.p..
845
84711,
840 865
855
Hongkong ..
Sli. p. $
214’5I,
2/43%
2141
214151,
6
21413/
1
Lissabon 1) . .
d. per Mii.
19116
191
1e
13%
16/
9
1171
33
Madrid …..
Peset.p.
6
6
32.30
32.20*
32.17 33.08
32.86
Mexico …..
0. per $
30
29
3%
29
30
291
12
Montevideo’)
id.
40″,,
43
423%
4334
43
Montreal …
$ per £
4.4011
9
4.36
4.363%
4.3871
9
4.37H
p. £
..
1
46H
146)4
146
1483%
148
Praag ……..Kr.
R.d.Janeiro
1)
d . per Mii.
.
611
3
,
6i1
5’1,
6i1
6
Lires p. £
101
100
8
1
33
100
10151
10151
je
Shanghai …
Sh. p. tael
3/371
9
3/3j.
3/33%
3/37t
/3’/8
Rome ……..
Singapore…
id. p. $
214
214
213
81
132
214u1
214
1
116
Valparaiso’).
peso p. £
40.30 41.10
41.10
42.50
42.00
Yokohama ..
Sh. p. yen
1/1OH
1
1111y
1111,
5
,1
1111
1111.
• Koersen oer vooratgaanoe aagen.
1)
ieiegratiscli transtert.
1)
90 og.
NOTEERING VAN ZILVER.
te Londen
N. York
te Londen N. York
5Juli
1924..
3481
6611
8
7Juli
1923..
313%
63)4
28 Juni
1924.. 34y
1
653%
8Juli
.1922..
363%
71)4
21
1924..
3451
4
67
20 Juli
1914- 24i’/,
541
18
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 7 Juli
1924.
Activa.
Binnenl.Wis-(ll.-hk.
f
63.347.171,06
sels,
B.-bk.
,,
28.998.881,28
enz.in
dise. 1 Ag.sch. ,,
52.970.431,10
f
145.316.483,44
Pnpiero.h. Buitenl. in disconto
–
Idem eigen portef. .
f
93.105.302,-
Af :Verkoehtmaar voor
de bk. nog niet af gel.
.
–
93.105.302,-
Beleeningen
mci. vrsch.
H.-bk.
f
82.376.030,58
in
rek.-crt.
B.-bk.
15.595.690,75
op onderp.
Ag.sch.
93.802.662,62
f
191.774.383,95
Op Effecten…….
f
182.327.216,45
OpGoederen en Spec. ,,
9.447.167,50 191.774.383,95
Voorschotten a. h. Rijk ……………..
,,
9.927.636,07
Muziten Muntmateriaal
Munt, Goud ……..
f
56.241.090,-
Muntmat., Goud
475.269.922,97
–
f
531.511.012,97
blunt, Zilver, enz
,,
10.032.465,70
Muntmat., Zilver
,
–
hifeeten
541.543.478 67
Bel. v. h.Res. fonds
f
5.054.378,37
id.ran i,
9
v. h. kapit,,
3.982.548,68
9.636.927,05
Geb.en Meub.derBank ………………
5.212.500,-
Diverse rekeningen ………. .. ……
102.070.832,30
f
1.098.587.544,08
Passiva.
Kapitaal …………… .. ..
……….
f
20.000.000,-
Reservefonds ……………..
…….
,,
5.655.237,53
Bijzondere
reserve ………………..
..8.235.000,-
Bankbiljetten in omloop …………..
,,
992.294.925,-
Bankassignatiën in omloop………..
1.236.320,01
Rek.-Cour.5 Het Rijk
f
–
saldo’s:
‘
Anderen,,05.400.170,81
65.400.176,81
Diverse rekeningen …….
… .. ……
5.765.884,73
f
1.098.587.544,08
Beschikbaar metaalsaldo …………….
f
329.158.441,36
Op de basig van
21
metaaldeicking..
. –
117.372.157,–
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is. ,, 1.645.792.207,-
9 Juli 1924
ECONOMISCH-STÂTfSTISChE BERICHTEN
611
NED. BANK
7 Juli 1924. Voornaamste posten in 000.
B k
Andere
Beschikb. Dek-
Data
Goud Zilver bil etten opeischb. Metaal- kings
schulden
saldo
perc.
7 Juli
1
24 531.51 110.033
992.295 66.636 329.158
51
30 Juni ’24 531.511 10.296
983.010 48.984 334.842
53
23
,,
’24 531.51 110.340
946.110 48.326 342.365
55
16
,,
’24 531.108 9.966
960.091 51.455 338.569
54
9 Juli ’23 581.792 10.439
952.094 39.697 393.175
60
10 Juli ’22
605.955
7.607 1.000.648 60.569 400.578
60
25 Juli ’14 162.114 8.228
310.437
6.198 1 43.521
1
54
Hiervan
Papier D erse
Data
6
oaa
Schatkist- Belee-
op het
de
rag
promessen ningen
buiten- nin en
05
rechtstreeks
land
6
7 Juli 1924 145.316
–
191.774 93.105 102.071
30 Juni 1924 144.580
–
159.888 93.993 109.728
23
1924 137.968
–
142.356 95.079 101.146
16
1924 156.019
–
140.240 93.062 111.747
9
Juli
1923 160.932
18.000 152.460 50.866 59.457
10 Juli 1922 232.728
68.000 105.275 91.858 22.689
25 Juli 1914 67.947
14.300
61.686 20.188
1
509
1)
Op de basis van
2/5
nietaaldekking.
2)
Sluitpost activa.
‘s
RIJKS SCHATKIST.
De Minister van Financiën maakt o.m. bekend:
‘0
Juni
1924
.1
7Juli
1924
dat uitstonden
aan schatkistpromessen (199.200.000,- fl96.440.000,-
waarv.directbij Ned.Bk
–
–
aan schatkist.biljetten
.
,,194.862.000,- ,,200.728.000,-
1
aan zilverbons ……….29.485.166,50
,,
30.146.556,50
])oor den i’ostcli. en Odst.
in
‘s
Rijks
Schatkist
gestort deel v. 6. tegoed
van den dienst ……..
.,,106.558.196,53l
,,106.558.196,53
Onder de vlottende schuld is begrepen:
Voorsch. aan de Koloniën
1 14.613.57255
118.1 29.694,85
VoorschotaanGemeenteu’
30
April
1924
31
Mei
1924
voor door Rijk voor hen
.
77.776.i64,57
,,
56.003.386,88k
teheffenlnk. belastingJ
Uitbetal.
ad
.
rek-houders
30Juni
1924
7
full
1924
v. d. Posteli. en Girodst.
1
,1 16.999.066,99
1
,118.330.392,08
Voorschotten a. Ii. buiten!
,,
–
,,214.868.534,75
In claggeldieening tegen
onderp. v. schatk. papier
,,
5.500.000,-
,,
5.000.000,-
1)
Waarvan
/
37.056.000 vervallen op of na t April
1927.
NEDERLANDSCH.INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.
De Minister van .Koloniën maakt bekend:
28
juni
1924
1
5
Juli
1924
Voorschot uit ‘s Rijks
kas aan N.-I ……… .
f
99.398.388,03 fl01.787.037,25
md. Schatk.prom. in onil ,,102.400.000,-
102.400.000,-
Voorsch.Jav.Bk.aanN..I
,,
5.200.000,-
2.200.000,_
Muntbiljetten in omlnop
,,
42.500.000,-.
43.400.000,-
5)
Tegoed van
Ned.-Indif
bij
de
Javasche Bank.
JAVASCHE BANK.
Vooriiaiunste
posten in duizenden guldens. 1)e samengetrok-
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.
k
Data
Goud
Zilver
an
–
Andere Beschikb.
opeischb. metaal-
i
j
e en
….h,.id.,..
1,1
5 Juli 1924
216.500 256.500
82.000
148.800
28Juni 1924
207.000 253.000
71.430 142.114
21
,,
1924
206.500
253.500
65.980
1
31 Mei 1924
147.686
64.942
253.525
71.266
148.368
24
,,
1924
147.689
64.662
253.845
80.450 146.194
7juli1923
153.631
61.489
272.138
82.729
144.790
8Juli1922
152.321
.
49.051
270.272
60.281
135.962
25 Juli1914
22.057
31.907
110.172
–
12.634
4.842
2
Wissels,
Voor-
.
,verse
Dek-
a a
Dis-
buiten
Belee-
schotten
kings-
conto’s
N.-ind.
ningen ajh. Gou-
n[ne
1)
e
percen-
betaalb.
vernem.
tage
5 Juli 1924
13855
2.200
***
64
28Juni1924
134.200
5.200
62
21
,,
1924
133.480
–
9.200
65
31 Mei 1924
35.488
iii
56.739
14.157
16.259
65
24
,,
1924
5.508
15.149
53.537
27.108
16.528
64
7 Juli1923
36.159
29.922
69.747
12.124
19.554
61
8Juli1922
33.401
20.291
79.923
5.743
24.123
61
25 Juli1914
7.259
6.395
47.934
6.446
2.228
44
1)
Sluitpost
activa.
1)
Basis
2
1
metaaldekking.
3)
Creditsaldo.
DE SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Circu
Andere
Data
Metaal
latie
opeis.hb. Discont. Div. reke-
schulden
1
ningen’)
31 Mei
1924.
.
1.154
1.536
874
1.115
429
24
,,
1924.. 1.159
1.328
1.071
1.101
419
17
,,
1924.. 1.149
1.366
1.016
1.099
438
10
1924.. 1.135
1.460
977
1.101
485
3
1924.. 1.135
1.550
700
1.136
1
443
2 Juni 1923.. 1.187
1.675
1.152
1.160
1
495
25 Juli
1914..
645
1.100
560
735
396′
1)
Sluitpost
der activa.
BUITENLANDSCHE BANKSTATEN. BANK VAN ENGELAND.
Voorinininste posten, onder bijvoeging der Currency Notes,
in
(luizeliden pouden_sterling.
Data
Metaal ‘.irculaf0
Currency Notes
Bedrag J.Goudd. 1 Gov. Sec.
2 Juli 1924 128.266 127.801 292.115 27.000 248.373
25 Juni 1924 128.261 126.509 290.316 27.000 246.198
18
1924 128.235 125.487 291.838 27.000 247.970
11
1924 128.213 126.136 293.958 27.000 249.923
4 Juli 1923 127.624 126.927 ‘289.237 27.000 244.795
22 Juli 19141 40.164 1 29.317 11
–
–
–
1
Dek-
Data
1
Gov.
1
Other
1
Public 1 Other
Sec.
‘Sec.
Depos.
Depos. Reservel kings-
1nprr
15
2 .Tuli ’24 1 54.222
95.356 18.392 1140.136 120.215
1
13,31
25 Juni’24
1
47.5871
81.092
t
19.5931112.703 21.5021 16,25
18
,,
‘241
48.667
71.2241 11.329 113.236 22.4981 18,06
11
,,
’24 58.917
1
70.052 10.747
i
122.256
1
21.8271 16,41
4 Juli ’23
1
18.570
1
96.425 19.458
1123.785 20.3981
14,24
22Juli ’14 11.005
33.6331
13.735
42.1851
29.297 5211
8
5)
Verhouding tusschen Reserve en Deposits.
DUITSCHE RIJKSBANK.
V(ioi’im:mniiiste
posten, onder bijvoegiiig mler Darleheus
kassenscheine, in billiarden (duizenden billioenen) Mark.
Daarv. Waan,.
1
‘
1 Dek.
Bij itt.
1
Kassen- Circulatie
1
king;
Data
Metaal Goud lrc.bkn1l
scheine
1
verc.
23 Juni ‘2410,489
10.462
1
0,030
752
n
i
1
891
.
346
1
0,08
14
‘2410,461
0,448
.Io
016
I
8
–
9
923.583
1
1
0,09
7
’24I0,455l0,442
0,016
195.1.249
1
0,09
31 Mei
’24I0,448_l0,426
‘0,0]6
I
982
1926.874
1
0,11
23 Juni
’23l
19,5
0,757
2,386
13,092
4
18
23 Juli
‘141
1,7 11,357
–
0,065
1,9
8
1
93
Wissels
1
Renten-
1
kas
bank-
Rek.
ch.
Totaal
1
Handels
–
51
Schatkist.
~
Iarl..
Cl
scheine
Courants
i
wissels
papier ven
1.867.952 1.867.952
–
474.291 1.677.804 0,750
‘
1.954.048 1.954.048
–
413.323 1.587.289 0,850
o
a
1.952.925 1.952.925
–
333.973 1.313.4970.900
1.954.930 1.954.930
–
312.836 1.279.558 1,000
18,812′
5,914′ 12,898
4
–
7,414′ 2,398e
0,751e
0,7518
–
-‘
0,944e
–
1
Onbelast.
1)
Dekking der circulatie door metaal en Kassenscheine.
)
In nsilliarden.
4)
In billioenen.
5)
Waar’. in Rentenmark,uitgedruktin
papierni. op 31 Mci 1.137.063 billiard; op 7 Juni 1.131.571 bill.; op 14 Juni
1.111.364 bill.; op 23
Juni
1.043.834 bill.
8)
Idem: op 31 Mei 475.103 bill.;
op 7Juni 467.937 bill.; op 14Juni 585.669 bill.; op 23
Juni
606.105 bill.
BANK VAN FRANKRIJK.
‘oornaamste posten in duizenden franea.
Waarvan
1
Te goed Buit. ge;v.
Data
Goud
in het
Zilver
in het
voorsch.
Buitenl.
Buitenland ajd. Staat
3Juli’24 5.543.219 1.864.321 299.803 1 573.230 23.100.000
26Juni’24 5.543.134 1.864.321 299.722
571.022 23.000.000
19
,,
’24 5.543.077 1.864.321 299.615
570.067 23.000.000
5Juli’23 5.537.744 1.864.345 293.428 566.107 23.900.000
23 Juli’14 4.104.390
–
639.620
–
–
Uitge
–
.
Rek. Cr1.
Rek.
Wissels
stelde
elee-
ankbil-
Parti-
Crt.
Wissels
ningen
je en
culiereis
Staat
4.726.673
9.250 2.602.536 40.115.648 2.205.6771 14.793
3.696.983
9.250 2.641.043 39.664.662 2.137.2561 13.386
a
o
3.704.191
9.256 2.681.041 39.742.874 2.002.904 18.333
3.006.250
19.436 2.078.323 37.661.951 2.553.715 18.642
1.541.980
–
1
769.4001 5.911.9101 942.570 400.590
612
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
9 Juli 1924
BANQUE NATIONALE DE BELGIQUE.
Voornaamste posten in duizenden
francs.
1
7iiil
Beleen.
Beleen.
Blnn.
Rek.
Data
1
inc!
van
~vorder.
Iprovinc.
~
van
wissels
Clrcu-
Crt.
buiten!,
buit.!.
prom.d.
en
lati e
partic.
1
saldi
beleen.
3 Juli’24
354.613
–
–
1710.171
7.582.979
270.620
26 Juni’24
355.257 84.653
480.000
1710.736
7.524.223
225.631
19
,,
’24
355.049 84.653
480.000
1695.198
7.519.789
230.263
12
,,
’24
355.521
84.653
480.000
1718.902
7.604.100
159.650
5Juli ’23
348.272
-.
–
777.009
6.794.041
163.790
VEREENIGDE STATEN VAN NOORD
–
AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANKS.
Voornaamste posten in duizenden dollars.
r
Goudvoorraad
F.R.
Data
Zilver
Notes in
_____________
Totaal
___________
Dekking
________
In het
etc.
circu-
____________
bedrag
F. R. Notes
buiten!.
latie
18 Juni
’24
3.157.641
2.161.211
–
114.503 1.851.842
11
’24
3.154.455
2.128.593
–
105.047 1.870.518
4
,,
1
24
3.125.092
2.137.572
–
99.827 1.884.039
28 Mei
’24
3.117.813
2.150.328
–
96.461 1.891.147
20 Juni
’23
3.129.015
2.090.700
–
85.966 2.222.352
?Ji
Algem.
Data
Wissels
Totaal
Gestort
Dek- Dek-
Deposito’s
Kapitaal
kings-
kings-
pe,’cl)
perc.
2)
18 Juni
’24
408.702
2.135.476
111.472
79,2
82.1
11
,,
’24
420.373
2.086.879
111.442
79,7
82,4
4
,,
’24
457.052
2.041.134
111.456
79,6
82,2 n
28 Mei
’24
516.360
1.997.440 111.493
80,1.
82,7
(
1
20 Juni
’23
936.817 1.921.314 109.422
75,5
77,6
‘
1)
Verhouding totalen goudvoorraad tegenover
opeischbare schulder
F. R. Notes en netto deposito.
2)
Verhouding totalen voorraad munt
materiaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.
PA]TICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET1
FED.
RES. STELSEL.
Voornaamste posten in duizenden dollars.
Aantal
Totaal
uitgezette
Reserve
1
Totaal
1
Waarvan
i
Data
banken
gelden en
1
bij de
FR. banks
deposito’s1
time
deposits beleggingenl
11 Juni’24
749
16.796.486
1.539.492116.212.7771
4.347.826
4
,,
’24
749
16.662.339
1.489.196
1
15.984.201
1
4.326.320
28Mei ’24
749
16.610.180
1.446.754
15.814.878
4.322.630
21
,,
’24
749
16.600.756
1.452.798
15.836.139 4.315.506
13 Juni’23
774
16.471.872
1.419.551
15.45 7.853
3.991.008
,,L,ii
het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten
EFFECTENBEURZEN.
Amsterdam, 7 Juli 1924.
In het vooruitzicht van de aanstaande conferentie te
Londen hebben de internationale beurzen gedurende de
achter ons liggende beriehtsperiode een zeer kalm verloop
gehad. Hiertoe hebben natuurlijk ook wel speciale factoren
medegewerkt, voor ieder land van bijzonderen aard, doch
als algemeen verschijnsel hebben toch wel de overwegingen,
weike in verband staan met de bovengemelde conferentie,
ileii
boventoon gevoerd.
i)aarnaast waren het voor de Duitsche beurzen in het
bijzonder de bespiegelingen omtrent de ,,Micum”-overeen-Iconisten, die tot een zekere terughouding hebben gevoerd.
in sommige kringen win zelf s reeds dc gedachte opgekomen,
dat onder het bewind van Herriot ook de ,,Mieurn”-verdra-
gen plotseling tot het verleden zouden gaan behooren
Niet alleen is men te dezen aanzien teleurgesteld, doch
het heeft er zelfs allen schijn van, dat ook tegen het einde
van
de loopende maand de onaangename en lasuge onder-•
laindelingeit nog eens aangevangen moeten worden. En dan wellicht onder moeilijker omstandigheden. De Duitsehe Re-
geering toch heeft voor de maand Juli nog een tegemoet-
komende houding aangenomen, doordat zij een deel van
de
door de mijneigenaars te dragen kosten zal vergoeden.
‘l’hans echter heeft zij reeds verklaard dit voor de maand
iignstus niet te kunnen doen en derhalve zijn de overeen-
konistert van Duitsche zijde per 31 Juli opgezegd. Onge-
twijfeld behoeven hieruit nog geen ernstige gevolgtrekkin-
gen te worden gemaakt. Het beteekent slechts, dat de Duit-
sche mijneigenaars de .,Micuni”-overeenkomsten niet op
ongewijzigclen voet wenschen te verlengen, niet, dat er van
uitgesproken onwil ten aanzien van het principe sprake is.
‘].’ocli kuniien er riioeilijke weken worden verwacht, indien de conferentie te Londen geen algemeene richting aangeeft,
welke dan de bijzondere maatregelen in het Roergebied
zoudeii kunnen vervangen. Behalve in direct financieel en.
politiek opzicht hebben de ,,Micum”-overeenkomsten overi-
gens ook nog een algemeen economisch belang, doordat zij
iii rcchtstreeksche verhouding staan tot den prijs van de
Roersteenkolen. Deze prijs is thans met 20 pCt. verlaagd
en men hoopt
01)
deze wijze cle steenkolen van Opper-Sile-
zië en uit Engeland voor een deel te kunnen verdringen,
hetgeen zoowel ten aanzien van de handelsbalaus als van,
de industrie van heilzame werking zou kunnen zijn. Afge-wacht dient te worden, of het volle succes kan worden be-
reikt of gehandhaafd, ook als geen aannemelijke regeling
0
1
)
de aanstaande conferentie of bij de nieuwe ,,Micum”
–
onderhandelingen wordt gevonden.
Op de beurs hebben dergelijke overwegingen een remmen-
den invloed uitgeoefend. Overigens zon de animo vermoe-
delijk toch niet groot zijn geweest. De geldmarkt, hoewel
iets ruimer, is nog zeer •eng en de enkele goudbaiansen,
welke tot nu zijn gepubliceerd maken, op een enkele uit-
zonclering na, geen indruk van kracht. Van de groote
banken is het tot nu toe alleen de Seehandlung geweest,
welke tot het publiceeren van een goudbalans is overge-
gaan en de hier bekend geworden cijfers hebben geen Opti-
niisme ten aanzien van de particuliere credietinstellingen
in het leven geroepen. Tegelijkertijd is in de speculatie in
staats- en meer speciaal mn oorlogsieeningen, het eb-getij
ingetreden. Nadat voorbijgaand een koers van 420 milliard
procent voor laatstgenoemde was bereikt, is een terugslag ingetreden. De stimulans tot den hoogeren koers was uit-
gegaan van de parlements.debatten omtrent de wijziging
in de derde ,,Steuernot-Verordnung” en hoewel men in het
algenieen niet gelooft aan een valorisatie van de oorlogs-
leeuiingen, heeft zich de
–
in vergelijking met enkele weken
geleden
–
hooge koers toch kunnen handhaven, voorna-
melijk ook, omdat er groote behoefte bestaat aan direct
leverbare stukken.
Te P a r ij s is cle fondsenmarkt onder den indruk ge.
‘eest van de controversen, welke zich tusschen Engeland en Frankrijk hebben geopenbaard. In Frankrijk heeft men
klaarblijkelijk den indruk ontvangen
–
terecht of ten
onrechte
–
dat de Engelsche Regeering de leiding van de
aanstaande conferentie aan zich wil trekken en hieruit
heel t de oppositie tegen de eigen Regeering nieuw voedsel
geput. Wellicht is het ook in verband hiermede, dat cle
}’ransche w’isselkoers een zwak ver-loop heeft gehad. Men
l;eschonwt ter beurze van Parijs weliswaar Herriot niet
als den meest geschikten verdediger van het Fransche be-
taalmicldel, doch is er zich inn den anderen kant wel van
bewust, dat een nieuwe regeeringsw’isseling, zoo spoedig
na de jongste verkiezingen, in het buitenland geen goeden
indruk zou maken. Voor het overige is de tijd van het
jaar eer gunstig Voor het Frausche ruilmiddel. Het toeris-
tenverkeer vormt een omvangrijken onziclitbaren export
en het ontbreken van groote aankoopen voor grondstoffen en voedingsmiddelen werkt er toe mede een gunstigen in-
vloed op dc betalingsbalans uit te oefenen. Desondanks is,
zooals gezegd, de houding van den Franc niet al te vast
geweest, hetgeen zich heeft uitgedrukt in een hoogere waar-
deering van buitenlandsche fondsen en van hinnenlandschc
aandeelen, doch hij zeer stillen handel.
Te L o n cl o
ii
was de tendens eveneens zeer kalm, in
afwachting van de komende gebeurtenissen. Ook de beschou-
vingen omtrent het toekomstig verloop van den sterling-
koers hebben hier eenige terughonding veroorzaakt. Gedn-
rende de achter ons liggende week is de Bank van Engeland
nog niet overgegaan tot verhooging van het disconto. Hoe-
-el hieruit geen conclusies te trekken zijn aangaande de
nueening van de opperste financieele leiding in Engeland,
neemt meet in Citykringen toch wel aan, dat er verdeeld-
heid van opil.tie bestaat ten aanzien van cle werkzaamheid
eener discontoverhooging, hoewel deze door gezaghebbende
personen wordt bepleit ais 66n der noodzakelijke middelen, om de sterlingwaarde tot cle goud-pariteit terug te brengen.
Voorloopig schijnt de geldmai-kt wel geheel los te staan
van den discontovoet; ondanks het feit, dat particulier
disconto gedurende de afgeloopen week dichter tot de offi-
dccle noteering is genaderd
–
in anticipati9 op de moge-
lijkheici van een verhooging door de circulatiinstelling
–
is de activiteit op de emissie-markt en bij cle banken
–
wat
de muitzettingen betreft
–
niet verminderd. Dit zou kunnen
leiden tot den gedachtengang, dat een discontoverhooging
niet de uitwerking zou hebben, welke men er in sommige
9 Juli 1924
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
613
kringen van verwacht. ‘Wat de emissie-bedrijvigheid betreft,
verdient vermelding, dat de Britsche tranche der Hongaarsche
herstelleening een volledig succes is geworden, in tegen-
stelling b.v. met het in Nederland aangeboden gedeelte.
Vooral cle kleine inschrijvers hebben een ruim gebruik van
de gelegenheid gemaakt. Voor het overige heeft de fondsen-
markt het verloop gehad, dat meereucleels valt op te mer-
ken, indien een discontoverhooging wordt verwadht: ,,gilt-
edged” fondsen zijn p een iets lager niveau gekomen.
De aandeelenmarkt was uitermate stil.
Te N e w Y o r k is de markt niet ongeaninieerci geweest,
hoewel de berichten uit handel en industrie nog niet zeer
hoopvol luiden. Men is echter de meening toegedaan, dat
hier slechts van een tijdelijke reactie sprake is. VOOr alles
werkt het bemoedigend, dat van een crisis of van cle kans
hierop geeii sprake kan zijn. De voorraden en de bedrij-
vigheid nemen zeer geleidelijk af, zoodat plotselinge ver-
liezen op voorraden riet voorkomen. Ondanks cle disconto-
verlaging verminderen de herdisconto’s bij de Federal
Bescrve Banks regelmatig en nemen de beleggingen in obli-
gaties daarentegen toe. Deze positie heeft tot gevolg, dat
men in cle Vereenigde Staten er van overtuigd is, ieder
oogenblik tot uitbreiding van zaken te kunnen overgaan,
zoodra zich slechts de gelegenheid hiertoe voordoet. Men
vertrouwt, dat (leze gelegenheid niet al te lang op zich zal
laten wachten. Ook de oogstvooruitzichten spelen een rol
bij de optimistische beschouwingen. Voor de graanoogsten
is spoe.iig cle mogelijkheid van een globaal overzicht te verwachten; de katoenoogst is, blijkens het onlangs ver-
schenen nader rapport van het departement van landbouw te Washington, ten opzichte van den stand per einde Mei,
sterk vooruitgegaan. De algemeene stand werd aangegeven
met 71,2 tegen 05,6 in de vorige maand, 69,9 in het vorig
jaar op denzelfden tijd en een gemiddelde van de laatste
10 jaren van 74,8. Dergelijke cijfers werken er toe mccle een
tamelijk hoopvolle stemming te onderhouden.
T en o ii z e n t is de
beleggingsn
–
tarkt
zeer vast geweest,
in verband met de ruime geldmarkt. Inheemsche staats-
fondsen konden hun koersen alle vrij belangrijk verbeteren.
Van cle buitenlaudsche soorten waren Chineezen gevraagd
als gevolg van het feit, dat thans de rentebetaling op de
,,Duuitsche” stukken zal worden hervat.
30 Juni
4 Juli 7 Juli
R
4
i
:g
of
6
o/
Nederland 1922 …..
98
1
/
8
99,18
+
110
5
°Io
,,
1918 …..
87
5
/
883/
88%
+
1
7
/
ø
4%01
,,
1916 …..
88
7
1a
90 90
+
lhi
4
ou
1916
…..
79’i
8015/
8018118
+
1
39
0/
,,
73
74
1
1
74
+
3
o,i
,,
64%
65%
85%
+ %
2%
0
/0
Cert. N. W. S……..
53
52’8
531!
+
‘Iie
7
O/
Oost-Indië 1921..
.
..
10171
s
102%
1021
14
+ %
6
0/
,,
1919 …..
98
7
i
98%
98%
–
l/
5
O/
,,
1915 …..
920/
s
93/
93
1
+ %
5
ol
o
Rusland 1906 …….
4%
4 4
,
1
16
–
7
/to
4
o
Rusl. bij Hope
&
Co
6
8
/a
5113
–
15
/16
4
0
/0
Japan 1899 ………
61o/
–
–
5
0
/0
Brazilië
1895 …….
54
53i16
52y4
1%
8
o1
0
San Paulo
1921
.
9
7
‘1
97%
98′
+
118
6
ol. Amsterdam 1920
99%
–
99%
+ %
7
0/
Rotterdam
1920 10118
10171
8
10171
Op de aandeelenmarkt hebben de fluctuaties van de aan-
deel en
der
Rotterdamsche .ilaiekverccniging
sterk de nat’-
dacht getrokken. Reeds gedurende zeer langen tijd bestond
ruim aanbod in dit fonds, doch dit kou steeds worden ge-
itiaskeerd, doordat geen ,,open boek” ontstond en het aan-
bod tegen 60n koers werd opgenomen, naar men ter beurze
otidetstelt, door de betrokken bankinstelling zelve. Na het
eonimuniquO van De Nederlandsche Bank, waarin werd
medegedeeld, dat cle eireulatieba.nk met de Rotterdamsche
B:inkvereeiiigiug zou medewerken, indien noodig, tot hand-
having van de liqtoiditeit van deze instelling is, waarschijn-
lijk door de niet duidelijke redactie van de mededeeling, de tot nu toe latente onrust ter beurze duidelijk voelbaar
geworden en heeft zij zich gemanifesteerd ii, een overwel-
digencl aanbod van de betrokken aandeelen, hetgeen echter
werd opgenomen door én der meest bekende bankiers-
huizen. Aanvankelijk scheen het, alsof de verkoopdrang
toch den koers omlaag
ZOU
forceeren, doch klaarblijkelijk
heeft ook de cotutramine zich tot eellige verkoopen laten
verleiden, hetgeen later niet onaanzienlijken steun verschaf-
te. Toch werd ten slotte ccii verlies van 6 pCt. op de aan-
deden geleden. De overige bankaandeelen werden niet, of
slechts zeer matig, geaffecteerd.
De resteerende afdeelingen van de beurs hebben slechts
voorbijgaand ouder de onrust te lijden gehad. Spoedig is
de stemming zeer opgewekt geworden. Voor
petroleumaandec-
ten werkte het stimuleerend, dat het aanbod van claims”
Koninklijk was uitgeschakeld; bovendien trad Parijs op
enkele dagen als kooper op. Ook voor Geconsolicheerde ont-
wikkelde zich vraag; men was, na de later ontvangen com-
mentaren op de nieuwe w’etgeving in Roemenië, minder
pessimistisch omtrent de toekomst van de in dat land ver-
Ice ade maatschappijen gestemd.
Rnbberaandeelerc
konden zich eveneens aanmerkelijk her-stellen, eeoosdeels in verband met de lichte stijgiog van den prijs voor het product te London, anclerdeels als gevolg vati
te mededeeling dat per 1 Augustus a.s. het uitvoerpercen-
tage uit Britsch-Indië waarschijnlijk op 55 pCt. van de
standaard-productie zal worden gesteld.
Tabaksaaovdeelen
bleven onaangeclaan door de minder
gunstige berichten uit den tabakshaudel in Duitschiand.
Integendeel ontwikkelde zich hier een zeer gunstige stem-
ming, gebaseerd op globale berekeningen omtrent de win-
sten van cle maatschappijen op de thans voor het grootste
gedeelte verkochte oogsten.
Van
nvijnaancleelcn
verbeterden aandeelen Redj ang-Lebong
aanmerkelijk, voornamelijk in verband met aankoopen uit
Nederlandsck-Indië.
0
Suikcrwsardciu
bleven gezocht, als gevolg van cle voortge.
z6tte verkoopen der V. T. S. P. hoewel de hoogste noteerin-
gu niet behouden konden blijven.
‘Op de markt voor
industrieele aandeelen
waren de om-
zetten uiterst gering; aandeelen Jurgens bleken op som-
mige dagen aangeboden te zijn, in verband met de onrust,
ontstaat, door de geruchten omtrent de Rotterdamsche
i3aukvereeniging.
30 Juni
4 Juli 7 Juli
R
?t
d
g
Ol
Amsterdamsche Bank …..
122
121%
122
Incasso Bank …………
93%
93%
94
+ %
Koloniale Bank ……….
187
159%
160%
–
26k’
Ned.Handel-Mij.cert.v.aand
123%
1213.
122%
–
3%
Rotterd. Bankvereenigioig
92%
89
86%
—6
Van Berkel’s Patent ……
38
–
–
Gouda Kaarsen ……….
11%
11
11
%
Holl.Draad-enKabelfabriek
42% 43%
‘
+
1%
A.Jurgens’Ver.Fabr.g.aand
5051
8
490%
48%
–
281
pr. aand
55%
5751
8
573%
+
1814
Leerdam Glasfabrieken
20v
4
22 ?/
223%
-4–
2
Philips’ Gloeilampenfabriek
274%
273
27234
—2
Vereenigde Blikfabrieken
89%
83
821
2
–
6%
Vereen.ChemiseheFabrieken
40
40%
40
Compania Mercantil Argent.
1951
15%
15
–
4
/8
Cultuur-Mij.
cl.
Vorstenland
161%
1583/
4
158%
–
2′!, Handeisverg. Amsterdam
486%
459
457%
—29
1
Handeisverg. Reiss
&
Co. 33
33
–
Int. Crediet-en lla.ndelsverg.
Rotterdam ………….
185 186 186
+
1
–
Linde Teves
&
Stokvis
81%
80%
81%
–
3%
Redjang Leboug Mijnb.-Mij
1631/
6
177
18234
+
19
Geeons. Holl.Petroleum-Mij
143%
14271
8
149%
+
6
Kon. Petroleum.-Mij
……
331%
350% 353%
+
22%
Phoenix
Oil …………..
92
94
92%
+
3%
Amsterdam-Rubber-Mij ….
122
12911
130%
+
8%
Kendeng Lemboe
………
161 173
174
+
13
Oost-Java.Rubber-Mij ……
186
195%
195
+ 9
Deli-Batavia Tabak Mij.
293
298%
300
+
7
Deli-Maatschappij
………
340%
346
351
+ 10%
Senembah-Maatschappij
298
305
310
+
12
1
1
ex.
div.
$checpvaartaandeeieoc
u’aren zeer kalm, doch vast, on-
dauuks de minder gunstige berichten van de vrachtenmarkt.
30 Juni
4 Juli
7 Juli RijgOf
Holland-Amerika-Lijn
…..
67
,
1
2
69
70%
+
11
,,
,,gem.eig
58%
57
573%
– 1
Hollandsche Stoomboot-Mij
17%
1711
8
17
– 3%
Java-China-Japan-Lijn
86
823%
83
–
3
Kon. Hollandsehe Lloyd
7%
7%
–
Kon. Ned. Stoomb..Mij…..
64
65 64
Konink.Paketvaart-Mij.
..
136′
135%
136% + %
Maatschappij Zeevaart
71
66
68
—3
Nederl. Scheepvaart-Unie
117
118%
120
+ 3
Nievelt Goudriaan
……..
89 85
83
–
6
Rotterdamsche Lloyd ……
114%
114%
114%
–
3%
Stoomv.-Mij. ,,Nederland”
13101
4
130
131%
+
3%
,,Noordzee”
.
24
21%
21
—3
De A.inerikaansche markt
bleef opgewekt bij geringe om-
zetten.
614
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
9 Juli 1924
30 Juni 4 Juli 7 Juli
Rijzing of
daling-
Atneric. Smelting
&
Befining
68 68
68
Anaconda Cupper ……… 68(
66y,
6531
8
–
2n
Studebaker Corp ……….
903/
8
.
94
95
+
[Jn. States Steel
Corp…..
106K
109 107
+
1
1
Atchison Topeka ……….
1101/
16
110h
110118
+
1110
Ene …………………
30
2901
16
29
–
/2
Soutboru Pacific ……….
10034
10071
8
100
M
+
‘4
Union
Pacific…… …….
147o
147
14634
–
/s
Int. Merc. Marine onig. gen’.
934
918
9171
+
1
132
»
pref.
37a1,
37t t/,
371
‘/10
-t
—
‘/B
t)
cx. div.
De
qcldnnaîic.1 is iii
liet verloop viut cle benichtsperide
ruimer geworden; prooiiga.tic was k
21%
pCt., na 3 pCt,
verkrijgbaar.
GOEDERENHANDEL
GRANEN.
7 Juli 1924.
Weder stond deze week de tarweniarkt sterk ouder den
invloed van oogst- en weclerberidhten. Deze ]iepen echter
ditmaal iii de verschillende landen nogal uiteen en het
gevolg was een eenigsziiis onzekere stemming. it Canada,
waar men geklaagd had over de droogte, clie het iwbalen
van den achterstand van ongeveer 14 dagen belemmerde, is
intusschen regen gevallen, die in den
i
loop der week eenige
prijsverlaging ten gevolge had. Het is voor de tarwemarkt
van zeer groote heteekenis, hoe geclurende deze maand zich
de Catoa:leesehe tarweoogst ontwikkelt. Volgens een on-
langs door de l?iruoa Broomhali te Liverpool gepubliceer-
de berekening, zou van den gezamenlijken uitvoer uit de
verschillende uitvoerlandeia van tarwe in het komend
seizoen
Y,
gedeelte uit Canada moeten komen, en het totaal
zou juist voldoende zijn om te voorzien in cle behoefte der
invoerlanden.
Zoodra
dus in Canada de oogst tegenvalt, i
volgens deze berekening de Europeesche tarwevoorziening
in gevaar en het valt niet te ontken tien, dat cle bekende
achterstand vati 14 dagen, clie voor de Canacleesche zomer
tarwe nog steeds schijnt te bestnian, in verband daarmede
ccii niet te onderschatten gevaar oplevert. Wanneer de
oogst in Canada laat is, bestaat altijd w’egens den korten
zomer gevaar voor vorstschade. Later was de markt vedei
wat vaster, doch liet voortgaan van hét gunstige weder
heeft •ten slotte tot verdere prijsverlaging geleid.
01)
7 Juli
sloot de markt te Winnipeg voor October
Ys
en
voor De
ceinber % cle. per 60 lbs. lager dan 01) 30 J uti, nadat in tussehen bij het begin der week eene prijsverhooging had
plaats gevonden van 1 il 1
34
cent. De ‘berichten uit cle
Tereenigzie Staten bevestigen cle verwachting, dat sedert
liet begin van Juni de vooruitzichten voor de vintertarwe
veel beter zijn geworden. Verschillende particuliere op-
brengstraini Igen zijn deze week gepubliceerd, en ofschoon
Liie tot een lager cijfer komen dan in het begin van Juni,
blijven zij toch vrij belangrijk boven de 509 niillioen bus-
itels, waarop de opbrengst
01)
1 Juni cloot het Ministerie
van Landbouw te ‘Washington werd geraamd. Zij varieeren vait 520 tot 535 millioen bushels. Ook voor cle zoniertarwe
zijn de bedoelde particuliere schattingen grooter dan die
van het Ministerie van Landbouw
01)
1 Juni, dat toen een
opbrengst val, 180 millioen bushels aangaf. De tegenwoor-
dige schattingen loopen uiteen van 194 tot 202 noillioen
en van sonlnnge zijden worci.t zelfs vertvacht, (lat de oogst
nauwelijks kleiner zal zijn clan, in het vorige jaar, toen
hij 213 niillioen buShels bedroeg. Het oogsten der winter-
tarwe gaat in cle Vereenigdc Staten voort. In het Westen
geschiedt dat onder gunstige omstandigheden en het ziet er
naar uit, (lat cle opbrengst in Kansas en Oklahoma zeer
bevredigend zal zijn. Ten Oosten van den Mississippi heeft
het nu en clan geregeud en daar wordt voor een natten
oogst gevreesd, doch over het algemeen wordt de verbete-
ring, waarvan in de laatste weken telkens sprake is e-
wcest, bevestigd. De markt te Chicago was dan ook deze
week gewodnlijk niet vast, en op so1nmig dagen bestond
een neiging tot prijsverlaging. Op 7 Juli vond zelfs een
belangrijke daling plaats, vooral wegens den beteron stand
der zoniertarwe in cle Vereeni
g
cle htaeu et, Canada. Tegen-
over 30 Juni bedroeg clie prijsverlaging voor Juli 2
1
vR
voor September 3
5
A
cent per 30 ]bs, Vast was aanvatike-
lijk weder Argentinië, ofschoon in dat land zelf cie nieuwe
lurwe zich zeer goed ontwikkelt, en de aanvoeren in de
havens bij voortduring groot zijn. Ook de verschepingen
echter bleven van’ ruimexi omvang, en daar cle Argentijn-
sdhe tarwe in Europa geregeld afname blijft vinden, onder-
vond de markt nauwelijks den druk der groote aanvoeren.
Wegens cle verbetering van den toestand in Noord-Amerika
konden echter aan de teriuijnmarkteu te Buenos-Aires en
Rosanio cle verhoogde prijzen zich niet handhaven en op
7 Juli werd tarwe op Juli en September daar nog slechts
5 eentavos per 100 K12i. l000ger tot 10 ceittavos lagen’ geno-
teerd dan een week te voren. Het valt niet te ontkentien,
dat ondanks deze prijs’erlaingen der laatste dagen 1 acto-
ten blijven bestaati, clie aanleiding zouden kunnen zijn tot
ccii herstel der vaste stemming. Vooral kan in clie richting
werken het vooruitzicht, dat in het komende seizoen lang
itiet clie overvloed van tarwe bestaan zal, die wij iii
1 923/24 hebben gekend. Wel is den laatsten tijd (le stand
der :Etiropeesche oogsten beter geworden, doch het staat vast, dat ijl verschillende landen van Zuid-Europa en ho-
vendien in Noord-Afrika belangrijke schade door droogte is
geledeii, zooda,t de gezaineitlijke invoerlancieu over belang-
rijk utiiider eigen tarwe te beschikken zullen hebben dan
uit den vorigen oogst. iii een groot gedeelte van West-
Europa is dit echter niet liet geval. In Engeland zijn cie
i’oonoiitzichtert namelijk uitstekend. Ook Frankrijk rekent
op een goeclen oogst, doch daar uit Algiers en Tunis geen
invoer niogelijk zal zijn, zal meer uit andere uitvoerlanden
itioeten worden i igevoerd. Duitsche berichten spreken
nog steeds van zeer gunstig weder, en iie verwachting, dat
de oogst zeer zal meevallen. Uit BisluJ wordt i’au
eieele zijde hij voortciuri tig beweerd, dat cle totale opbrengst
valt den g’raanoogst niet zal achtersta,i,n hij clie ‘alI het
vol’ ge jaar. Wel i sw;i nu’ wordt ii iet oti t.ke tid, dit in ver-
schillencle deden van het land groote schade geledeit is
door langdurige droogte en hitte, ciie ook tin nog voornd’
langs den Wolga en iii bet Zcnd-Oosteni van het land voort-
duren, doch de uitzaai
is
zooveel grooter geweest clan in
het vorige jaar, dat de totaalophrengst niet geringer zal
blijken te zijn, en dat een flinke uitvoer ook dit jaar zal
kunuen plaats vinden. Het is zeker voor ‘Rusland te hopen,
dat deze berichten juist zijli, omdat een herstel der Rus-
sische economische toestanden in hooge mate afhankelijk is
van den g’raauuitvoe’r, doch het staat te bezien, of clie offi,
nieele i;enichten niet te gunstig zijn gekleurd. Wegens dc
afwisselend gunstige en minder goede oogstbenichten en cle
daarmee vej’baucl, hou clencie wisselende steinmi lig, was ook
in Engeland cle houding der ta.rwemarkt nu en claii weife
lend. De vraag van de zij’d der Engelsehe niaalinclustrie
bleef echter de geheele week goed en de omzet was dam
ook nu en clan van hinken omvang, waarbij ten slotte vrij
belangrijk hoogere prijzen voor Catiacieesche tarwesoorteii
wrnleti betaald. Dit geldt slechts voor pntrce’ls en aan cle lading’niarkt was cle ontzet gewoonlijk van weinig betee
kenis. Slechts een enkele dag maakte’ daarop eene uit-
zondering, toen een flink aantal ladlingeit Britscnh-Indische
en
A
estral ische tni.rwe werd oniigezet..
Op
liet vasteland
bleef vooral in het begin der week cle belangstelling voor
t.arwe onbevredigend. -Later verbeterde zij itt Nederliuldl cii
anti cle Diiitsche niarktei.i langs den Rijn. In Nederland is cte laatste dagen veel tarwe gekocht, bijna uitsluitend
Plittatarwe, cii ook aan dcii D’uitschen lloven- en Benecleit-
rijn werden nu en dan zaken gedaan, waarbij echter cle
)uitsche credietnood zeei’ beleniniere ii cl werkte. Een gedeelte
valt liet door deze Necleniaacisehe en Duitsche zaketi op-
genomen aanbod kwam int Italië, waar ondanks cle ver-
wachtitig, dat cie oogst ongeveer 6 millioiij quartet’s klei nec’
is dan in ‘het vorige jaar, zeer w’einig kooplust bestaat.
Enkele naar Italië onderweg zijnde ladingen Platatarwe
werden naar Nederlauct gedirigeerd en hier verkocht. Naar
Noorcl-Duitscbla,ncl bleven zaken in spoeclige tarwe klein,
doch (Ie laatste dagen bestond daar groote belangstelling
voor ii icuwe barci,w’i iter’ tarwe
01)
Juli-all ading, waarin
vrij omvangrijke zaken lot stand. kwamen. Ook werden
zulke zaken gedaan naar België, dat tevens geregeld spoe-
cl ige tn,rwe kocht, waarbij in tegenstelling niet overige
vastelandsche invoerlanclen zich geregeld Australische soor-
ten bevonden. De tam-weverschepingen uit Australië blijven
voortdurend
01)
f1 inketi voet voortgaail en de vooruitzichten
voor het nieuwe gewas zijn daar zeer goed.
Rogge is vast, doch zaken van Noord-Amerika komen
nauwelijks voor. Il)e markt te Chicago was clan ook, na
eenige vaste dagen bi het begin der week, later flauw, en
de belangrijke 1,rijsverhooging, clie aanvankelijk te eonst’a-
teeren viel, ging geheel verloren. Het slot is zelfs ongeveer
434 cent per 56 lbs. lager dan
01)
30 Juni. Nog steeds
bevindt zich te Haniburg een gi’oote hoeveelheid onver
kochte Noorcl-Aniei’ikaa nsehe rogge, en ofschoon de kansen
p verkoop tengevolge van geringe voorraden in het binnen-
land wel verbeten
–
ezi, vormen de Duitsche financieele moei-
lijkheden zoo’n groote belemmering voor de zaken, dat
s’echts zeer kleine hoeveelheden konden worden opgeno? otien. Nieuw aankomende partijen worden nog steeds ver
beneden Amerikaansclie pariteit verkocht. In Nederland
is reeds gernimen tijd de handel in Noord-Amerikaansc’lie
9 Juli 1924
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN.
615
Noteeringen.
Chicago
Buenos Ayres
Data
Tarwe Maïs
Hiwer
Tarwe
Mais
L(Jnzaad
Juli
Juli
Juli
Juli
Juli Juli
5Juli’24
113X
97′,
50
1
1
8
13,50 8,65
22,10
28Juni’24
11431
8
9351, 5351,
13,05
8,15
21,65
5Juli’23
10231
8
79
3851
8
11,30
1
)
8,50
1)
21,801)
5Juli
1
22
116k
6371
6
30
1
4
12,85
1
)
8,-‘)
21,151)
5Juli
1
21
117k
5871,
34′
17.15
1
)
8,30
1
)
19,30′)
20Juli’14
82
5651,
36X
9,40
5,38
13,70
1)
Per
Augustus.
Locoprijzen te Rotterdam/Amsterdam.
Soorten
92
.
–
30Juni
9Jii
T
arwe
*
……………
13,50
13,85 13,25
Rogge (No. 2 Western) ..’
10,15
10,-
8,75
Mais (La
Plate) ……..’
181,-
176,- 187,-
Gerst (48 Ib. malting)
.’
213,- 206,-
168,-
Haver (38 ib. white elipp.)’
10,40
6
)
9,90
6
)
9,25
Lijnkoeken (Noord-Amen-
kavan La Plata-zaad)
1
12,50 12,20
10,80
Lijnzaad (La Plata)
.
8
417,-
413,-
432,-
1)
per 100 KG.
2)
per 2000 KG.
8)
per 1960 KG. No.2HardJRed Winter Wheat.’) Donaugerst. ‘)Canada No. 3.
AANVOEREN in fons van 1000 KG.
Rotterdam
II
–
Amsterdam
Totaal
Artikelen
29 Juni/5 Juli
Sedert
1
Overeenk.
II
29 Juni15 Juli
1
Sedert
Overeenk.
1924
1923 1924
1 Jan. 1924
tijdvak 1923
1924
1 Jan. 1924
tijdvak 1923
Tarwe .._ ._ ._
.
……..
11.965
495.532 369.938
–
13.957
31.086
509.489
401.824
21.234
252.589
.
241.988
1
–
3.775
485
256.364
242.473
Rogge ..
..
…………
Boekweit
11.921
7.006
–
–
11.921
7.006 6.181
353.135
321.071
–
1.500
58.655 47.715
411.790 368.786
9.177
254.719
106.427
–
27.821.
7.062
282.540
113.489
97.714
43.851
–
305
533
98.019
44.384
Maïs
…………………
897
..
127.454
80.371
–
43.447
48.156
170.901
128.527
Gerst…………………..
Haver ……………….597
Lijnkoek ……………….
1.850 105.248 116.788
1
–
700
–
105.948
116.788
Lijnzaad …………………
.
3.103 131.437
41.606
700
13.707
3.864 145.144
.
45.470
Tarwemeel ……………
Andere meelsoorten
87
3.655
1.227
-‘
–
–
—
3.655
1.227
rogge zeer klein. Ïn de behoefte wordt bijna geheel door
Russische rogge voorzien. De versehepingen uit Rusland varen echter in de laatste week slechts zeer klein, en tel-
kens werden hoogere prijzen voor stooniende partijen be-
taald. Daardoor trekt ook Platarogge, waarvan het aan-
bod weder iets grooter is, sterker cle aandacht, nu zij goed-
kooper dan alle andere roggesoorten wordt aangeboden.
In de Maïsniarkt is reeds daclelijk bij het begin der
week een belangrijke verandering ingetreden. Wel blijven
de verschepingen van Argentinië buitengewoon groot, en
cle zeer omvangrijke hoeveelheid naar Europa onderweg
zijnde mais neemt nauwelijks af, doch cle druk, die cidor
de groote
•
versehepi ng van It rge itti ii ië onlangs werd i.i it-
)eoefend, is sterk verminderd. Vooral is dat het gevolg
geweest van de verkoopen van Argentijnsche mais naar
Noord-Amerika, waar zoow’el Canada als de Vereenigcle Staten hunne iiikoopeii van Platamaïs hebben voortgezet.
De vooruitzichten voor den NoordAmerikaaiisciien maïs-
oogst schijnen werkelijk zeer ongunstig te zijn. Partieu-
liere ramingen der opbrengst varieeren van 2530 tot 2730
ruillioen hushels terwijl in 1923 3054 inillioen bushels ver-
den geoogst. De inaïsmarkt te Chicago blijft dan ook vast,
isiet zeer hooge
.
prijzen en ofschoon cle zaken in Platamals naar Noord-Amerika wel eenige prijsverlaging tengevolge
hadden, was de markt op 7 Juli weder zeer vast. Het valt niet te verwondaren, dat door dit alles ook in Argentinië de markt voor maïs vast blijft. Wel trad een ige prijsver.
lagiiig in, als reactie op de voorafgaande zeer sterke stijging,
doch het slot op 7 3 nl i aan cle termijainarkten te ]3ueuos-
Aires en Rosai
–
io was nog 20 k 25 centavos per 100 KG. hoo-
ger dan een week tevoren. Deze handhaving der Argentijn-
sehe vaste
–
stemming deed zich ook in Europa gevoelen,
waar de niattere stemming, clie in het midden der week was ontstaan, weer verbeterde. Vooral in Engeland ([och ook op
sommige vastelandsehe markten vonden deze week groote
zaken iii Argentijnsche MaIs plaats, zoowel in parcels als
in ladingen, waarbij belangrijke premies worden betaald
voor verwijderde posities. Ook enkele ladingen Roemeensche
mais werden iii het begin der week door Engeland uit de
markt genomen, terwijl twee ladingen witte Zuid-Russische,
t.er veischeping in Juli en Augustus naar Engeland werden
gekocht. – Het aanbod van Roemenië is echter verder zeer
klein. Roenieensche mais werd verkocht naar Tunis en Al-
giers en ofschoon de verschepingen van den Donau deze
week wel weder wat grooter waren, is het aanbod naar
Vest-Europa uiterst beperkt. Voorraden Roemeesische maïs
te Antwerpen zijn grootencleels opgenomen door Nederland,
terwijl eene spoedig verwachte lading Galfoxma.ïs dezer dagen eveneens naar Rotterdam werd gedirigeerd en een
andere naar clie haven verkocht. Het ziet er meer en meer
naar uit, dat Platamals geruimen tijd bijna geheel zal moe-
ten voorzien in de behoefte der iuvoerlanden en het is dus
zeer goed mogelijk, dat deze monopohistische positie voor
Argentinië leiden zal tot verdere prjsverhooging. Voor.
loopig echter is van een tekort nog allerminst sprake, nu
iinar vrijwel alle havens van West-Europa zeer groote hoe-
teelheden Argentijnsehe mais onderweg zijn. Slechts bestaat
éen tekort aan andere xnaïssoorten, die in Nederland gaarne
voor malerij worden gekocht. In tegenstelling met het vorige
jaar zal Zuid-Afrika niet in staat zijn om in dat •tekort
in belangrijke mate te voorzien. Wel werden onlangs twee
kleine ladingen Zuid-Afrikaansché mais naar Engeland ve,-
kocht, doch het aanbod is verder zeer beperkt, in verband
met het kleine overschot, dat Zuid-Afrika voor export be-
chikbaar heeft.
Zeer vast is cle markt voor gerst. Wel waren de wereld-
verschepingen van dit artikel deze week groot doch zij be-
tonclenvoor het grootste gedeelte uit Britsch-Indisehe
gerst, die in den liatsten tijd bijna alleen door Engeland
wordt gekocht. De verschepingen dezer week waren zelfs
geheel voor Engeland bestemd. In liet begin der week werd
een lading itussische gerst door Engeland opgenomen.
Later vonden twee zulke ladingen gretig koopers in Neder-
land tot alerk stijgende prijzen, en ook Don augerst wordt
daar dc laatste dagen sterk gevraagd. Do.or het algemeen
kleine aanbod van gerst had die vraag voor alle soorten een
sterlce prijsstijging tengevolge, wat echter geen toename
van het aanbod uitlokte. Roemenië schijnt nog slechts zèer
weinig gerst beschikbaar te hebben, want de nieuwe oogst
laat zich slecht aanzien. In het begin der week bestond
eenig aanbod van Roemenië ter verscheping in Augustus/
September, dat echter niet tot zaken leidde. Ook in Noord.
Duitsehland bestaat voor spoedige gerst goede vraag, .en in
Engeland worden eveneens stijgende prijzen betaald. De
laatste dagen is de vraag daar echter afgenomen.
– Voor haver was de belangstelling in Engeland in het begin der week bevredigend, met hoogere prijzen voor
Argentijusche soorten. Iii tegenstelling met de vorige weken
werd van Argentinië deze week weder meer haver afgela-
den. De vooruitzichten voor de opbrengst van den haver-oogst in Noord-Amerika blijven gunstig, en Canadeesche
haver w’a.s gele iclelijk wat goedkooper te koop. Op het vaste-
land bleef cle omzet van haver beperkt.
SU1KER
i)e wereldsuikerinarkten bleven pnijshoudenct gestenid,
totdat bekend werd, dat de Duitsche Regeering weer voor verdere 100.000 tons suiker toestemming voor export had
verleend. Het is waliswaar niet waarschijnlijk, dat deze
geheele hoeveelheid uitgevoerd zal worden met het oog op
de bïn’nenlandsche consumtie, doch heeft het bericht niet
nagelaten op de verschillende markten esinigen druk uit
te oefenen.
In Am er i k a, waar de vorige week, cle slotnoteeningen voor Spot Centr. en op de termijnmarkt 5,34 en resp. 3,53;
3,68; 3,56. en 3,35 waren, openden Spot Centr. deze week
vaster met 5,40, om te sluiten op 5,21, terwijl de openings.
616
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
9 Juli 1924
en slotnoteeringen niet het daartussehen ]iggende laagste
punt op de termijnmarkt als volgt ivaren:
Juli …………….3,47/3,35/3,42
September ……….
3,60/3,46/3,52
December
……….
3,49/3,37/3,44
Maart …………..3,27/3,18/3,22
De ontvangsten in de Atlantische havens der V. S. be-
droegen deze week 49.000 tons, cle versmeltingen 81.000
tons en de voorraden 192.000 tons.
In Cubasuiker ging niet vee] om cii werd deze soort voor
prompte levering verhandeld tot prijzen dalende van
3% cle. tot
311
cle. c. & f. New York.
De C u b a-statistiek is als volgt:
1924
1923
1922 t
Tons
Tons
Tons
Weekontvangsten28 Juni’24 24.270 23.755 94.051
Tot. sedert 1Dec. ’23_28 Juni’24 3.294.093 3.191.638 3.217.381
Werkende fabrieken 5 6 20,
Weekexport 28 Juni ’24
79.327
42.525 166.949
Tot. sedert 1 Jan.’24_28 Juni’24 2.505.952 2.602.329 2.374.560
Totale voorraad op 28 Juni ’24 788.141 590.209 862.551
De opbrengst in Cuba bedroeg op 4 dezer 4.032.000 tons
tegen 3.595.000 tons in 1923. Indien de thans werkende
fabrieken slechts dezelfde hoeveelheid’ afleveren als ver-
leden jaar, zal Gunias raluing van 4075.000 tons reeds
bereikt worden, maar ‘het laat zich aanzien, dat naar alle
waarschijnlijkheid de oogst 4.100.000 tous zal bedragen.
Czarnikow geeft het volgende overzicht der zichtbare
voorraden.
1924
1923
1922
Tons
Tons
Tons
Duitschland 1 juni ’24 ……566.000 651.000 306.000
Tsjechoslowakije 1 Juni 24
173.000 147.000 128.000
Frankrijk 1 Juni ’24 …….97.000
119.000
76.000
Nederland 1 Juni ’24. .. .. …
79.000
99.000
128.0001
België 1 Juni ’24…………46.000
45.000
41.000
Gr.-Brittanië en lerI. 1Juni’24 402.000 352.000 338.000
Totaal (Europa). . 1.363.000 1.413.000 1.0
1
7.
000
1
Atlant. havens V.S. 2 Juli ’24 192.000 164.000 193.000
Cuba 28 Juni’24…………788.000 590.000862.000
Totaal .. 2.343.000 2.167.000 2.072.0001
F. 0. Licht raanit de laatste Europeesche bietsuikeroogsten
in vergelijking met de opbrengst van het voorafgaande jaar
thans als volgt:
1923124
1922123
Tons
Tons *
Duitschiand …………….1.125.000
1.463.000
Tsj echoslowakije ………….1.030.000
726.472
Oostenrijk ………………48.000
24.468
Hongarije ………………125.000
82.000
Frankrijk ………………495.000
493.000
België ………………….300.000
268.928
Nederland .. …………….
232.000
255.592
])enemarken …………….109.000
90.000
Zweden …………………150.000
71.800
Polen ………………….405.000
301.890
Italië …………………..350.000
297.280
Spanje …………………175.000
170.000
Rusland ………………..360.000
220.000
andere landen …………..170.000
108.000
Totaal (Europa)…. 5.074.000
4.572.430
De vooruitzichten voor de te velde staande bietoogsten
blijven gunstig en mag een groote opbrengst verwacht
worden niet alleen wegens uitbreiding van het areaal, doch
ook wegens een Irooger ,en,lenieiit.
Op J a v a was de markt vast en vonden vooral uit oogst
1925 verdere belangrijke verkoopen plaats tot
f
12% voor Superieur en
f 11’%
tot 11% voor No. 16 en hooger en No.
12114, waardoor cle
totale
verkoopen uit den oogst 1925 ge-
bracht worden op ruim 6 millioen picols. Uit den oogst
van dit jaar verkocht de Truat Superieur tot
f
13%. Her.
verkoopen van Superieur vonden plaats tot omstreeks
f
14
voor Juli en 13% voor Aitg./Sept.-levering.
II
i e r t e 1 all de werd cle markt sterk beïnvloed door
liet bericht uit Duitschland. De markt opende op
f
24%
voor Aug. en
f
217/
s
.
voor Dec., hetgeen ongeveer
f 1
lager
was dan aan het slot der vorige verslagweek. De prijzen
brokkelden nog verder af tot resp.
f
23
5
/
8
en
f
21
3
/
8
, waar-
na vooral de vaste stemming op Java zuih ook hier deed
gevoelen en cle noteeringen weer aantrokken. Aan het slot
werd voor Aug.
f
24% en voor Dec. 21% geboden. De om-
zet bëdroeg ‘ongeveer’ 5300 tons.
NOTEERINGEN
Amster-
Londen
New York
96pCf.
–
White Java’s
Cuba’s
Data
dam per
Aug.
Tafes
Cubes
f.o.b. per
96 ,OCt. c.i.f.
Centri- Juli/Aug. JulilAug.
No.1
fugals
Sh. Sh.
$
ets.
4 Juli ’24
f2451
4216
201_
19/_
1)
27 Juni’24
,,25
9
1
42/_
221_
1916
5,34
4 Juli ’24
,,30
6219
2319
2416
6,91
4 Juli ’23
,,2481 5613
1919
171_
4,79
4Juli
’14,,1113132
181_
– –
3,26
1)
Gesloten.
KATOEN.
• De .Amerikaansche katoen.markt is grooteudeels onder
den invloed vati de w’eerberichteii en ,,professional opera-
tors” in New York en Liverpool, waardoor de Julitermijn aan groote fluctuaties onderhevig is. Het tweede Bureau-
bericht over de oogstoonditie zal vandaag te New York wor
–
den gepubliceerd ën hier na sluitingstijd bekend worden.
Merkwaardig is het, dat Mid-Ainerican 30 Juni het laagst
noteerde, nI. 16,44 tegen het hoogst op 1 Juni jI., nl. 18,14,
hoewel prijzen deze week ten slotte slechts weinig ver-
ander.cl zijn. Ook Fptischc futtires hebben gefluctueerci en
noteerde 1 ully good fair spot gisteren 2:3,05 tegen 23,60
verleden week. De berichten over den oogst luiden nog
steeds gunstig.
Spinners van Amerikaansche garens hebben moeite hun
productie te verkoopen en er wordt over het algemeen
weinig gedaan, hoewel er hier en daar nog ivel enkele’
posten voor dhooties zijn afgesloten. Noteeringen blijven onveranderd, doch in geval van zaken zijn er meestal wel
kleine concessies te krijgen. Van het Continent meldt men
een geringe vraag naar getwijnde garens. Het einde van de uitsluiting in Holland heeft tot nu toe weinig invloed
op onze markt gehad, daar men slechts kleine hoeveel-
heden vandaar koopt. Over Egyptische garens valt weinig
nieuws te melden, ook al omdat het Boltondistrict, het
voornaamste productiecentrum voor deze soorten, deze week
voor de jaarlijksche vacantie gesloten is.
Voordat er meer zekerheid is over den loop van katoen-
prijzen, valt er over de doekmarkt weinig te zeggen, terwijl
men in Indië met belangstelling de ontwikkeling der
monsoon volgt. Er heerscht voor deze markt een behoor-
lijke vraag, doch elke tijdelijke daling van katoenprijzen
brengt een uitstel van zaken mede. Prijzen blijven vast,
doch koopers wachten
01)
lagere aanbiedingen van ver-
koopers of op een vatere katoenmarkt, welke hun in
staat stellen meer te bieden; dientengevolge gaat er in cle doekmarkt thans weinig om in afwachting van de verdere ontwikkeling van het ruwe materiaal.
25Juni 6 Juli Oost. koersen. 24 Juni 1 Juli
Liverpoolnoteeringen. T.T.op India 115 115
F.G.F. Sakellaridis 23,60 23,35 T.T. op Hongkong 2/4i/
8
2141
G.F. No. 1 Oomra 10,80 10,55 T.T.op Shanghai 313 313k
Noteering voor Loco-Katoen.
3Juli
1924
27Juni
1
1924
20 Juni
1
1924
3Juli
1
1923
3Juli
1
1922
New York voor
Middling …
29,75e
30,25e 29,65e
27,25e
23,75e
New Orleans
voor Middling
28,35 c
28,80 c
29,35 c
27,50e
22,50 c
Liverpool voor
Fy Middi. ..
16,57 d
17,43 d
17,49 d
16,12 d
13,16 d
Ontvangsten in- en uitvoeren van Amerikaansche havens.
(In duizendtallen balen).
t Aug.23
1
Overeenkomstige periode
tot
3Juli 24
1922-
1
23
1
1921-22
Ontvangsten Gulf-Havens.
Atlant.Havens
‘
6.787
5.755
6.143
Uitvoer naar Gr. Brittannië
1.650
1.281
1.701
‘t Vasteland.
3.925
3.391
4.102
Japan
. . . .
*0
Voorraden.
(In duizendtallen
balen).
Overeen komstig tijdstip
27Juni 24
–
1923
1922
318 319
747
215 342
502
Amerik. havens ………..
88
207
Binnenland …………..
New York
……………..55
75
150
New Orleans …………..84
Liverpool …………….
201.
188
510