.
ESB Input / output
448Jaargang 100 (4715) 13 augustus 2015
Input // output
Vermogen en kapitaal
Terwijl in de afgelopen decennia de ratio van
vermogen tot bruto binnenlands product ge –
stegen is, bleven de gemiddelde lonen gelijk. De
gangbare methode om vermogen gelijk te stel –
len aan bedrijfskapitaal geeft volgens Stiglitz
daarom een vertekend beeld. Hij concludeert
dat de wereldwijde stijging van vermogen geen
groei in productiviteit weerspiegelde, maar een
verplaatsing van de winsten van arbeiders naar
vermogen. Voor een preciezere meting van de
economische groei pleit de Nobelprijswinnaar
om menselijk kapitaal te betrekken bij de me –
tingen van het vermogen. Zo daalt tijdens een recessie het bedrijfskapitaal, gemeten in investe
–
ringen, maar zijn de effecten op het onderwijs,
en daarmee menselijk kapitaal, dubbelzinnig.
Enerzijds dalen de opportuniteitskosten van
het studeren, omdat de arbeidsmarkt tijdens een
recessie verkrapt. Anderzijds kan studeren ook
duurder worden wanneer een recessie gepaard
gaat met bezuinigingen op het onderwijs. Hoe –
wel het eerste effect lijkt te domineren, blijkt
dat, vooral in de Verenigde Staten, het laatste
effect steeds belangrijker wordt in het hoger
onderwijs.
Stiglitz, J.E. (2015) The measurement of wealth: recessi-
ons, sustainability and inequality. NBER Working Paper,
21327.
Media-effecten
DellaVigna en La Ferrara onderzochten de litera –
tuur over de sociale effecten van media. Zo biedt
de zogeheten edutainment, een combinatie van
educatie en entertainment, de mogelijkheid om
gedrag te veranderen. De auteurs vergelijken edu –
tainment met sluikreclame, maar in plaats van een
product wordt nu prosociaal gedrag gepromoot.
Een onderzoek in Brazilië laat bijvoorbeeld zien dat
voorbeeldige soapacteurs geboortecijfers kunnen
verlagen. Daarnaast komt naar voren dat mediage –
bruik welzijnsrelevante activiteiten kan verdringen.
Zo zou de televisie sociale interacties verdringen, en
gewelddadige films geweld.
DellaVigna, S. en E. la Ferrara (2015) Economic and social
impacts of the media. NBER Working Paper, 21360.
Begrotingsaanpassing
Voor een houdbaar fiscaal beleid is
het belangrijk om niet te lang een
begrotingstekort door te zetten. Een
overheid doet er daarom goed aan
om tijdig belastingen te verhogen of
uitgaven te verminderen. Wiese et
al. onderzochten voor twintig OESO-
landen in hoeverre in de laatste drie
decennia het verminderen van uit-
gaven effectief was. Hoewel ze geen
significant verschil vonden ten op-
zichte van het verhogen van belas-
tingen, blijkt dat wanneer de politiek
verdeeld is, een begrotingsaanpas-
sing meer kans heeft om succesvol
te zijn. Het is dan lastiger om een
nieuwe maatregel door te voeren en
daarom makkelijker om een begro-
tingsaanpassing te handhaven.
Wiese, R., R. Jong-A-Pin en J. de Haan
(2015) Are expenditure cuts the only ef-
fective way to achieve successful fiscal
adjustment? DNB Working Paper, 477.
Op het goede spoor
Tijdens het spitsuur zijn veel treinen overvol, met
vertraging en ongemak tot gevolg. Het uitbreiden
van treinen en sporen is echter niet de meest koste –
neffectieve oplossing. Aangezien de vraag naar trei-
nen vooral geconcentreerd is tijdens het spitsuur,
zouden de extra treinen buiten de spits ongebruikt
blijven. Peer et al. beloonden zes maanden lang cir –
ca duizend treinreiziger met geld als zij buiten het
spitsuur zouden reizen. Tijdens deze periode ble –
ken de reizigers met ruim twintig procent minder
te reizen tijdens de spits. Opvallend genoeg reisden
proefpersonen ook na beloningsperiode, vergele –
ken met voor het experiment, elf procent minder
tijdens het spitsuur. Dit duidt erop dat een mone –
taire beloning effectief kan zijn om de drukte rond
de spits permanent te verlagen.
Peer, S., J. Knockaert en E. Verhoef (2015) Train commuters’
scheduling preferences: evidence from a large-scale peak
avoidance experiment. Tinbergen Institute Discussion Paper,
078.
66%
daalde de gruttopopulatie in Nederlands sinds 1990
Duikvlucht
Terwijl de economie weer in de plus zit, raast het aan-
tal weidevogels in Nederland al sinds 1990 in duikvlucht
naar beneden. Vooral de veldleeuwerik en de scholekster
hebben het zwaar, maar ook veelvoorkomende weide-
vogelsoorten zoals de grutto, de kievit, de slobeend en de tureluur. Het verdwijnen van weidevogels hangt
samen met de schaalvergroting en intensivering in de
landbouw. Een positieve uitzondering is de kuifeend, die
sinds 1990 met de helft in aantal toenam.
CBS (2015) Weidevogels in vlucht.
CBS persbericht,5 augustus.
Input / output ESB
449Jaargang 100 (4715) 13 augustus 2015
Arbeidsongeschiktheid
Wanneer een werknemer arbeidsongeschikt wordt,
betaalt UWV een bepaald percentage van zijn loon
als uitkering , waarvoor de werkgever premies heeft
betaald. Sinds 2007 is het mogelijk voor een werk-
gever om buiten UWV een private verzekering af
te sluiten. Hierin betaalt de werkgever een lagere
premie en draagt hij een hoger eigen risico. Has-
sink et al. onderzochten of een hoger eigen risico
zou leiden tot een lagere instroom van arbeidson –
geschikten. Het kan de werkgever immers motive –
ren om arbeidsongeschiktheid binnen zijn bedrijf
te voorkomen. Uit administratieve data verzameld
tussen 2007 en 2011 blijkt dat er bij een private ver –
zekering inderdaad een lagere instroom is. Dit komt
doordat een private verzekering vooral werkgevers
aantrekt die minder kans hebben op arbeidsonge –
schiktheid binnen hun bedrijf. Wanneer de auteurs
controleren voor deze negatieve selectie, blijkt het
instroomverschil tussen de een publieke en private
verzekering niet meer significant.
Hassink, W.H.J., P. Koning en W. Zwinkels (2015) Employers
opting out of public disability insurance: selection or incen-
tive effects? IZA Discussion Paper, 9181.
Vergeving
Het onderwerp schuldkwijtschelding lokt vaak
controverse uit. Hoewel het een land de ruimte
geeft om weer met een schone lei te beginnen, kan
het ook een teken van zwakte afgeven aan andere
schuldenaren. Reinhart en Trebesch tonen aan dat
kwijtschelding van staatsschulden door buitenland –
se overheden economische groei van de schuldenaar
bevordert. De auteurs gebruikten gegevens voor de
periode na de Eerste Wereldoorlog , tussen 1920 en 1939, waarin
achttien ontwik-
kelde landen geld
verschuldigd wa –
ren aan Engeland
en de Verenigde
Staten. Het posi-
tieve effect gold echter alleen wanneer er daadwer –
kelijk schuld werd afgeschreven. Een versoepeling
in de vorm van lage rente of een langere looptijd
had geen effect.
Reinhart, C.M. en C. Trebesch (2015) Sovereign debt relief
and its aftermath. CESifo Working Paper, 5422.
Soft power
Een land beschikt over soft power,
wanneer het niet door dwang maar
door aantrekkingskracht zijn doe-
len bereikt. Met behulp van het
zwaartekrachtmodel van bilate-
rale handel onderzocht Rose hoe
soft power export beïnvloedt. Rose
kwantificeerde soft power aan de
hand van de antwoorden die in-
woners uit 46 landen gaven op de
vraag in hoeverre een bepaald land
een positieve of negatieve invloed
heeft in de wereld. Uit zijn model-
schattingen blijkt een positieve ex-
portelasticiteit van soft power van
0,8. Daarmee toont Rose aan dat
soft power een commercieel rende-
ment heeft.
Rose, A.K. (2015) Like me, buy me: the
effect of soft power on exports. CEPR
Discussion Paper, 10713.
Arbeidsmarkt
Recente technologische ontwikke-
lingen – denk aan de opkomst van
de robotisering en ICT – hebben
de welvaart vergroot. Deze stijging
is echter ongelijk verdeeld over de
verschillende segmenten in de Ne-
derlandse arbeidsmarkt. Hoewel
zowel aan de onder- als aan de bo-
venkant de vraag naar arbeid stijgt,
stijgen aan de onderkant de lonen
niet. Door de automatisering van
verschillende taken van de werken-
den uit het middensegment ver-
schuift hun aanbod naar de onder-
kant van de arbeidsmarkt. Van den
Berge en Ter Weel pleiten daarom
voor een betere inzetbaarheid en
omscholing van werkenden in het
middensegment en meer aandacht
voor analytische vaardigheden.
Berge, W. van den, en B. ter Weel (2015)
Baanpolarisatie in Nederland. CPB Po-
licy Brief, 2015(13).
Vertrouwen
Vertrouwen is onmisbaar voor economische trans-
acties en kan de efficiëntie zelfs verbeteren. Een zelf-
scan-service kan zowel de supermarkt als de klant
veel tijd besparen, mits de supermarkt de klant ge –
noeg vertrouwt. Kocher onderzocht de literatuur
over vertrouwen in dit soort sociale dilemma’s en
de relatie met leeftijd. De geëvalueerde gedragsex –
perimenten laten zien dat mensen betrouwbaarder
worden rond hun zestiende, maar elkaar pas veel
meer gaan vertrouwen wanneer ze volwassen zijn.
Daarnaast blijkt uit vragenlijsten dat de mate van
vertrouwen stijgt naarmate een persoon ouder
wordt, terwijl experimenten laten zien dat vertrou –
wen vervolgens daalt na de leeftijd van zestig.
Kocher, M.G. (2015) How trust in social dilemmas evolves
with age. CESifo Working Paper, 5447.
Nachtelijke olielozing
Controle schrikt af en voorkomt crimineel gedrag ,
maar is om praktische – en vaak ook financiële – re –
denen vaak niet goed mogelijk. Zo controleert de
Kustwacht met vliegtuigen of schepen olie lozen in
de Noordzee, maar kunnen de vliegtuigen olievlek –
ken ’s nachts minder goed zien. Vollaard onderzocht,
voor de periode 1992–2011, of schepen hierom
vooral hun olie in de nacht lozen. Dat blijkt inder –
daad het geval te zijn. Ongeacht de seizoenen, waar –
in de zonop verschillende tijdstippen ondergaat,
concentreerden de olielozingen zich rond hetzelfde
uur. Vollaard legt uit dat de mate van olielozingen
vooral afhangt van degene die op dat moment de lei-
ding heeft. Toen na 1999 de regels strenger werden,
was het ontwijkend gedrag wel significant. Tegelij –
kertijd nam de olielozing , in absolute getallen, zowel
in het algemeen als in de nacht af. Vollaard sugge –
reert dat de meeste schepen stopten met olielozing ,
in plaats van deze te verschuiven naar de nacht.
Vollaard, B. (2015) Temporal displacement of environmental
crime. Evidence from marine oil pollution. TILEC Discussion
Paper, 014.
Macedonië
Macedonië is het goedkoopste vakantieland van Europa.
Horeca, vervoer, voedsel, drank en andere typische va-
kantie-uitgaven vallen er 56 procent lager uit dan in Ne-
derland, zo blijkt uit een vergelijking van prijzen van typi-
sche vakantiebestedingscategorieën. Ook goedkoop zijn Albanië, Bulgarije, Roemenië en Servië. Scandinavische
landen zijn als vanouds het duurst. Noorwegen is als va-
kantieland zelfs wel 68 procent duurder dan Nederland.
ING Economisch Bureau (2015) Noorwegen duurste vakantie-
land, Macedonië het goedkoopst. ING nieuwsbericht, 6 augustus.
56%
is Macedonië goedkoper als
vakantieland dan Nederland