.
ESB Input / output
Input //output
Prestatiebekostiging
bekostiging zorgt voor een twee tot zes procent
kortere behandelduur en daardoor drie tot vijf
procent lagere kosten. Maar daarnaast heeft de
trapstructuur van de tarifering ook een onbedoeld negatief effect: elf tot dertien procent van
de patiënten wordt onnodig doorbehandeld
totdat een hoger tarief is bereikt, wat leidt tot
een kostenstijging van zo’n acht procent. In de
onderzochte periode waren de negatieve effecten groter dan de positieve effecten.
De invoering van prestatiebekostiging bij zelfstandige zorgaanbieders in de curatieve geestelijke gezondheidszorg in 2008 heeft geleid
tot een netto-kostenstijging. Dit concluderen
Douven et al. in onderzoek met gegevens over
alle behandelingen in de geestelijke gezondheidszorg in Nederland over de periode 2008–
2010. Het tarief van zelfstandige zorgaanbieders volgt een trapfunctie waarbij het tarief
wordt verhoogd wanneer de behandelduur een
bepaalde tijdsduur overschrijdt. De auteurs onderscheiden twee effecten: enerzijds een positief
efficiëntie-effect omdat de prestatieprikkel in de
Olie
Om CO2-uitstoot te verminderen en het surplus
van olie-exporterende landen af te romen, kunnen
olie-importerende landen een importheffing op olie
invoeren. Olie-exporterende landen hebben relatief
veel monopoliemacht, bijvoorbeeld doordat ze verenigd zijn in de OPEC. Daarom zullen zij hier volgens eerder theoretisch onderzoek op reageren door
het verlagen van het aanbod, zodat de prijs stijgt en
zij hun inkomsten op peil houden. In dit onderzoek
worden relatief eenvoudige vraagfuncties gebruikt,
maar Kagan et al. concluderen in theoretisch onderzoek dat juist het type vraagfunctie een belangrijke
rol speelt bij de bepaling van het optimale niveau
van de importheffing en de olieproductie. Zo zal bij
een realistischer vraagfunctie de olie-importeur een
voortdurend toenemende importheffing invoeren,
om zo meer surplus van de olie-exporteurs af te romen. Op de lange termijn is het nutsverlies voor de
consument echter groter dan de voordelen, zodat
een importtarief in dit geval niet optimaal is.
Douven, R., M. Remmerswaal en I. Mosca (2014) Unintended effects of reimbursement schedules in mental
health care. CPB Discussion Paper, 292.
Pensionering
Kunnen Nederlanders als ze met
pensioen gaan aan hun uitgavenniveau voldoen? De meerderheid
wel, zo blijkt uit empirisch onderzoek van De Besser en Knoef. De
auteurs gebruiken gegevens uit
enquêtes met 1483 Nederlanders
uit 2008, vlak voor het begin van
de financiële crisis die financiële
verwachtingen en de positie van
pensioenfondsen ingrijpend veranderde. Nederlanders hebben gemiddeld 25 procent meer vermogen
dan hun minimale uitgavenniveau
en vijf procent meer dan hun gewenste uitgavenniveau. Toch heeft
twintig procent van de mensen niet
genoeg vermogen om de minimale
uitgaven te kunnen dekken.
Taalbeheersing
Wanneer immigranten de taal van het land waar ze
naartoe verhuizen niet goed beheersen, kunnen ze
in theorie hun werk minder goed doen waardoor ze
een baan op een lager niveau krijgen en uiteindelijk minder tevreden zijn met hun werk. Bloemen
vindt zwak empirisch bewijs voor deze hypothese in
zijn onderzoek met gegevens uit enquêtes met Nederlanders over de periode 2008–2011, waaruit hij
de 549 immigranten selecteerde. Bij mannen gaat
een betere taalbeheersing inderdaad samen met een
grotere voldoening met het werk, maar voor vrouwen wordt dit verband niet gevonden. Mannen met
een lage taalbeheersing doen vaker dan gemiddeld
eenvoudige handenarbeid. Vrouwen met een erg
lage taalvaardigheid hebben vaker dan gemiddeld
helemaal geen baan. Er wordt daarnaast geen verband gevonden tussen de mate van taalbeheersing
en de tevredenheid met het salaris, wat erop kan
wijzen dat het allereerst het niveau van het werk is
waar immigranten om geven.
Besser, J. de, en M. Knoef (2014) Can
Kagan, M., F. van der Ploeg en C. Withagen (2014) Battle
the Dutch meet their own retirement
Bloemen, H.G. (2014) Language proficiency of migrants: the
for climate and scarcity rents: beyond the linear-quadratic
expenditure goals? Netspar Discussion
relation with job satisfaction and skill matching. Tinbergen
case. CESifo Working Paper, 5041.
Paper, 046.
Institute Discussion Paper, 148.
Kenniswerkers
In Nederland werken ongeveer 100.000 buitenlandse
kenniswerkers (hoogopgeleide arbeidskrachten), ongeveer 4 procent van het totale aantal kenniswerkers in
Nederland. Van hen komt 55 procent van buiten de Europese Unie. Ten opzichte van Nederlandse kenniswerkers
740
4%
zijn ze gemiddeld iets jonger, werken ze meer uren per
week, zijn ze relatief vaker vrouw en verdienen ze meer.
PBL (2014) Buitenlandse kenniswerkers in Nederland. Waar werken
en wonen ze en waarom? Den Haag: Planbureau voor de Leefomgeving.
Jaargang 99 (4699 & 4700) 18 december 2014
Input / output ESB
Gemeente-uitgaven
Hogere salarissen van burgemeesters, wethouders
en raadsleden in een gemeente leiden tot een hogere
schuld, hogere uitgavenniveaus en hogere belastinginkomsten in de betreffende gemeente. De schuldtoename wordt veroorzaakt door een toename van
de investeringen in infrastructuur en gemeentelijk
vastgoed. Dit concluderen Van der Linde et al. in
onderzoek met gegevens over de Nederlandse gemeenten in de periode 2005–2012. De auteurs
maken gebruik van het gegeven dat de salarissen in
Nederlandse gemeenten trapsgewijs toenemen bij
vastgestelde aantallen inwoners.
Linde, D. van der, S. Falcke, I. Koetsier en B. Unger (2014)
Do wages affect politicians’ performance? A regression
discontinuity approach for Dutch municipalities. Tjalling C.
Koopmans Research Institute Discussion Paper, 015.
Leerplicht
Het verhogen van de leerplicht van
veertien tot vijftien jaar in 1971 heeft
geen significant effect gehad op de
werkgelegenheid of lonen in de
carrière van de toenmalige studenten. Wel nam het aantal voortijdig
schoolverlaters van de middelbare
school met zo’n twintig procent
af. Dit concludeert Gerritsen aan
de hand van onderzoek met gegevens over de periode 2000–2009
van mensen die tussen 1946 en 1966
geboren zijn. De auteur vermoedt
dat dit komt doordat toenmalige
jongeren in het extra jaar onderwijs
geen nieuwe arbeidsmarktrelevante vaardigheden leerden.
Gerritsen, S. (2014) Zero returns to com-
Kredietomstandigheden
Francke et al. onderzoeken empirisch de invloed
van de omstandigheden op de hypotheekmarkt op
de huizenprijzen in Nederland. Kredietomstandigheden zijn gedefinieerd als het niet-verklaarde
deel dat overblijft wanneer geprobeerd wordt het
niveau van de kredietverlening te verklaren door
standaardvoorwaarden voor het krijgen van een
hypotheek, zoals het huishoudensinkomen en de
rente. Dit is bestudeerd met gegevens over huizenprijzen en hypotheekverstrekking over de periode
1995–2012. Het blijkt dat kredietomstandigheden
tot 2009 voortdurend verbeterden, waardoor de
huizenprijzen in deze periode met 37 procent toenamen. In 2009 verslechterden de kredietomstandigheden echter, waardoor deze in 2012 op hetzelfde niveau lagen als in 2003. Volgens de auteurs
is daarom 11 van de 25 procent van de daling van de
huizenprijzen sinds 2009 te wijten aan de verslechterde kredietomstandigheden.
pulsory schooling: is it certification or
skills that matters? CPB Discussion Pa-
Francke, M., A. van de Minne en J. Verbruggen (2014) The ef-
per, 293.
fect of credit conditions on the Dutch housing market. DNB
Working Paper, 447.
Kapitaalvlucht
De ervaring leert…
Kinderen op de basisschool presteren beter in klassen met meer ervaren leerkrachten. Dit geldt het
meest voor kinderen in de laagste groepen. Het positieve effect zwakt niet af naarmate de leerkracht ouder is en meer ervaring heeft. Dit concluderen Gerritsen et al. met gegevens over 495 tweelingen over
de periode 1994–2005 die wel op dezelfde school,
maar niet in dezelfde klas zaten. Het is niet duidelijk
of de betere prestaties van de kinderen veroorzaakt
worden doordat leerkrachten meer ervaring hebben
of door andere, niet-zichtbare kwaliteiten van deze
leerkrachten. Meer ervaren leerkrachten zouden bijvoorbeeld gemiddeld meer intrinsiek gemotiveerd
kunnen zijn, omdat minder gemotiveerde leerkrachten na een paar jaar stoppen met lesgeven.
Hermes en Lensink onderzoeken
welke effecten het liberaliseren
van kapitaalmarkten van ontwikkelingslanden heeft op kapitaalsstromen. Uit analyse van gegevens
over achttien Afrikaanse landen
over de periode 1973–2005 blijkt
dat het afbouwen van kapitaalrestricties, die vrij verkeer van kapitaal vanuit ontwikkelingslanden
naar andere landen belemmeren,
zorgen voor een grotere met vlucht
van kapitaal naar het buitenland.
Anderzijds zorgen het privatiseren
van banken en het openstellen van
de financiële markten voor nieuwe
binnenlandse en buitenlandse
banken er juist voor dat minder kapitaal wegstroomt.
Hermes, N. en R. Lensink (2014) Financial liberalization and capital flight: evi-
Gerritsen, S., E. Plug en D. Webbink (2014) Teacher quality
Research Report, 031.
Bij eerdere schattingen van de inkomensgroei over
de levensloop van immigranten wordt vaak geen rekening gehouden met selectie-effecten. Immigranten kunnen immers een land weer verlaten omdat
ze te weinig verdienen, of juist omdat ze nieuwe
dingen hebben geleerd en daarom elders een betere
baan kunnen krijgen. Bijwaard laat met gegevens
over de arbeidsmarktstatus en het loon van immigranten over de periode 1999–2007 in Nederland
zien dat immigranten met lage lonen vooral in de
eerste jaren na hun migratie het land weer verlaten,
terwijl succesvolle immigranten juist later, wanneer ze schijnbaar hun doel bereikt hebben, weer
vertrekken. Hierdoor zijn eerdere schattingen van
loonprofielen over de levensloop van migranten
voor de eerste jaren te hoog, en over een langere tijd
te laag. Daarnaast kijkt de auteur ook naar verschillende soorten immigranten. Hieruit volgt dat de
loongroei van arbeidsmigranten, die migreren om
te kunnen werken, wordt onderschat, terwijl die
van familie-immigranten juist wordt overschat.
dence from the African continent. SOM
and student achievement: evidence from a Dutch sample of
Inkomensgroei
twins. CPB Discussion Paper, 294.
Doctors
In Nederland woonden eind 2013 ruim 44.000 mensen
met een doctorstitel. Tweederde van hen is man zodat
voor alle leeftijdsgroepen er meer mannelijke dan vrouwelijke doctors zijn, behalve voor de leeftijdscategorie
onder de 35 jaar. 94 procent van de doctors is Nederlands.
Jaargang 99 (4699 & 4700) 18 december 2014
Bijwaard, G.E. (2014) Immigrants’ wage growth and selective out-migration. IZA Discussion Paper, 8627.
94%
Tachtig procent van hen is nog steeds werkzaam als onderzoeker en slechts twee procent is werkloos.
Maas, B., M. Korvorst, F. van der Mooren en R. Meijers (2014)
Careers of doctorate holders in the Netherlands, 2014. Den Haag:
Centraal Bureau voor de Statistiek.
741