Ga direct naar de content

Input / output

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: september 12 2013

.

ESB Input / output

Input //output
Businessmodel

data komen van meer dan 16.000 commerciële
banken uit de Verenigde Staten over de peri­
ode 1992–2010. Het blijkt dat banken met
een meer relatiegeoriënteerd businessmodel ge­
middeld hogere rentemarges behalen en beter
bestand zijn tegen financiële crises dan transac­
tiegeoriënteerde banken. Deze uitkomst roept
vragen op over de wenselijkheid van de trend
van de afgelopen jaren van banken om meer
transactiegericht te worden.

In de twee decennia vóór de financiële crisis zijn
de businessmodellen van banken in ontwikkelde
landen geleidelijk verschoven van een relatie­
georiënteerd model naar een transactiegeori­
ënteerd model. Een relatiegeoriënteerd model
kenmerkt zich door nauwe, langetermijnrelaties
van de bank met de kredietontvanger, terwijl in
een transactiegebaseerd model meer korteter­
mijnrelaties en handel in financiële producten
voorkomen. Van Ewijk en Arnold vinden aan
de hand van empirisch onderzoek een signifi­
cant verband tussen het businessmodel van een
bank en de behaalde rentemarges. De gebruikte

Controle

Ewijk, S.E. van, en I.J.M. Arnold (2013) How bank business models drive interest margins: evidence from U.S.
bank-level data. DNB Working Paper, 387.

Productiviteit

Innovatiecontracten

(2013) Locus of control and investment in risky assets. ROA

Bartelsman, E., S. Dobbelaere en B.

Nanda, R. en M. Rhodes-Kropf (2013) Innovation and the

Research Memorandum, 016.

Peters (2013) Allocation of human ca-

financial guillotine. NBER Working Paper, 19379.

Mensen met een hogere interne economische locus
of control investeren meer in risicovolle beleggings­
producten dan mensen met een meer externe locus
of control. Interne economische locus of control
is de mate waarin iemand gelooft dat de economi­
sche uitkomsten in zijn of haar leven het gevolg
zijn van eigen inspanningen, in tegenstelling tot de
overtuiging dat economische uitkomsten bepaald
worden door geluk en pech. Het gevonden effect is
onafhankelijk van het vermogen, de hoogte van de
opleiding en de mate van financiële kennis van men­
sen. Dit concluderen Salamanca et al. op basis van
gegevens van Nederlandse huishoudens uit de pe­
riode 2005–2009. De oorzaak van het effect is dat
mensen met een meer interne economische locus of
control externe risico’s gemiddeld lager inschatten
dan mensen met een meer externe locus of control.

Bartelsman et al. onderzoeken
het verband tussen innovatie en
productiviteit in Nederland ver­
sus Duitsland. Uit analyse van
gegevens van bedrijven in ver­
schillende sectoren voor de pe­
riode 2000–2008 blijkt dat de
gemiddelde productiviteit in de
industriesector in Nederland ho­
ger ligt dan in Duitsland, en dat
de productiviteit in de Duitse
industriesector ongelijker is ver­
deeld. Verder blijkt dat naarmate
de productiviteit van bedrijven
toeneemt, ook de opbrengsten
van productinnovaties toenemen,
maar de opbrengsten van pro­
cesinnovaties juist afnemen.

Innovatiecontracten met meer ruimte voor het mis­
lukken van innovaties, om zo radicale innovaties
met een hoge faalkans te stimuleren, kunnen er toe
leiden dat de meest radicale innovaties juist geen fi­
nanciering meer ontvangen. Dit concluderen Nan­
da en Rhodes-Kropf aan de hand van theoretisch
onderzoek. Ondanks het feit dat het voordelig lijkt
voor fundamenteel onderzoek, leidt een contract
dat een hogere mislukkingskans toestaat namelijk
tot een gemiddeld hogere prijs van innovatiecon­
tracten vanwege de lagere verwachte opbrengsten.
De meest radicale innovaties kunnen vanwege de
grotere kans op een mislukking en daardoor lagere
verwachte opbrengsten deze hogere prijs niet dra­
gen. Het meest fundamentele onderzoek kan dan
alleen worden betaald vanuit een fonds dat geen
positieve opbrengst nastreeft, bijvoorbeeld vanuit
een overheidsfonds.

Salamanca, N., A. de Grip, D. Fouarge en R. Montizaan

pital and innovation at the frontier:
firm-level evidence on Germany and the
Netherlands. IZA Discussion Paper, 7540.

Transportsector

De omzet in de Nederlandse transportsector lag in het
tweede kwartaal van 2013 een half procent hoger dan
in dezelfde periode een jaar eerder. Dit werd vooral
veroorzaakt door een sterke groei van de omzet van
de luchtvaart en lokale postbedrijven en koeriers. Alle
538

0,5%
Toename omzet
transportsector

overige transportsectoren, zoals de binnenvaart, over­
slagbedrijven en het goederenwegvervoer, kenden een
omzetdaling.
CBS (2013) Omzet transport nipt in de plus. CBS Webmagazine,
2 september.
Jaargang 98 (4668) 13 september 2013

Input / output ESB

Pensioenrisico

Zijn deelnemers aan een defined benefit-pensioen­
stelsel zich bewust van het risico dat het pensioen
toch lager kan uitvallen dan voorzien? En hoe rea­
geren ze hierop? Salamanca et al. ontwikkelden een
nieuwe maatstaf om dit risico te meten, waarmee
ze voor Nederland laten zien dat verandering van
pensioenrisico tot voorzichtigere beleggingskeuzes
van pensioendeelnemers leidt. Dit geldt vooral voor
deelnemers die goed geïnformeerd zijn over de ri­
sico’s van hun pensioen en gepensioneerden. De ge­
vonden resultaten suggereren dat een goed ontwor­
pen defined benefit-pensioenstelsel de welvaart van
deelnemers kan verhogen; het verminderde pensi­
oenrisico stelt deelnemers in staat een hoger rende­
ment na te streven op hun vrijwillige beleggingen.

Belastingverdrag

Landen met bilaterale belastingverdragen ter voorkoming van
dubbele belastingheffing op internationale bedrijven investeren gemiddeld 27 procent meer in directe
buitenlandse investeringen dan
landen zonder belastingverdragen.
Dit concluderen Lejour en Van ’t
Riet aan de hand van empirisch
onderzoek met data van 34 OESOlanden over de periode 1985–2011.
Het blijkt dat het effect van bilaterale investeringsverdragen op de
hoogte van de directe buitenlandse
investeringen gemiddeld ongeveer
twintig procent is.

Salamanca, N., A. de Grip en O. Sleijpen (2013) How indivi-

Reistijden

Mensen geven systematisch een langere reistijd
op in onderzoeken dan ze in werkelijkheid reizen,
blijkt uit empirisch onderzoek van Peer et al. De
auteurs vergelijken het verschil tussen de door reizi­
gers gerapporteerde en de werkelijke reistijden aan
de hand van data van een experiment uit 2009 met
het vermijden van de spitsuren door automobilisten
in Nederland. Mensen rapporteren gemiddeld vijf­
tig procent teveel reistijd. De overrapportage blijkt
het gevolg van een foutieve rapportage, en niet van
misperceptie van de werkelijke reistijden door rei­
zigers. Uit de resultaten volgt dat het gebruik van
reistijden die reizigers opgeven een onbetrouwbare
gegevensbron voor onderzoek en beleidsontwikke­
ling is.
Peer, S., J. Knockaert, P. Koster en E.T. Verhoef (2013) Over-

duals react to defined benefit pension risk. GSBE Research

Lejour, A en M. van ‘t Riet (2013) De

reporting vs. overreacting: commuter’s perceptions of travel

Memorandum, 046.

economische betekenis van bilaterale

times. Tinbergen Institute Discussion Paper, 123.

belastingverdragen. CPB Achtergronddocument, augustus.

Elektriciteitsprijzen

Vertrouwen

Zelfstandigen

Uit eerder onderzoek blijkt dat zelfstandigen een
significant betere gezondheid hebben dan werkne­
mers in loondienst. Er worden in de literatuur twee
mogelijke verklaringen voor dit verband gegeven:
enerzijds zou er een causaal verband kunnen be­
staan van zelfstandig ondernemerschap op gezond­
heid, en anderzijds zou er een zelfselectie kunnen
plaatsvinden van relatief gezondere mensen naar het
zelfstandig ondernemerschap. Rietveld et al. vinden
aan de hand van empirisch onderzoek met data van
ouderen uit de Verenigde Staten over de periode
1992–2010 bewijs voor de tweede hypothese. De
auteurs vinden zelfs voorzichtig bewijs voor een ne­
gatieve invloed van zelfstandigheid op gezondheid.

Negatieve persoonlijke ervaringen
van consumenten met de bankensector, bijvoorbeeld een gedwongen nationalisatie van een bank,
hebben geen significante invloed
op het vertrouwen van consumenten in de toezichthouders van
de financiële sector. Wel hebben
zulke ervaringen een negatief effect op het vertrouwen van consumenten in de maatschappij in
het algemeen. Van der Cruijsen
et al. concluderen dit in empirisch
onderzoek naar de invloed van de
financiële crisis op het consumentenvertrouwen aan de hand van
data uit jaarlijks in Nederland gehouden enquêtes over de periode
2006–2013.

Het Europese systeem voor het verhandelen van
emissierechten van koolstofdioxide zorgt ervoor
dat de kosten van de uitstoot van CO2 in de meeste
landen volledig worden doorberekend in de elek­
triciteitsprijs, wat duidt op volledig competitieve
markten. Dit concluderen Fell et al. op basis van eco­
nometrisch onderzoek aan de hand van data van de
elektriciteits-, brandstof- en koolstofdioxideprijzen
in vijf Europese landen over de periode 2009–2012.
De doorberekening van de sociale kosten van CO2uitstoot naar de energieconsumenten is van belang
om hen te voorzien van prikkels om de consumptie
van producten die gepaard gaan met een hoge CO2emissie te verminderen.
Fell, H., B. Hintermann en H. Vollebergh (2013) Carbon content of electricity futures in phase II of the EU ETS. CESifo
Working Paper, 4367.

Cruijsen, C. van der, J. de Haan en D.
Rietveld, C.A., H. van Kippersluis en A.R. Thurik (2013) Self-

Jansen (2013) Trust and financial crisis

employment and health: barriers or benefits? Tinbergen In-

experiences. DNB Working Paper, 389.

stitute Discussion Paper, 129.

Onderwijs

Een groot deel van de gediplomeerden in het Neder­
landse onderwijs is niet tevreden over de kwaliteit van
de arbeidsmarktvoorbereiding van het Nederlandse
onderwijs. Slechts 39 procent van de gediplomeerde
uitstroom vindt dat de gevolgde opleiding een goede
Jaargang 98 (4668) 13 september 2013

39%
Tevreden met

arbeidsmarktvoorbereiding

basis heeft geboden om te starten op de arbeidsmarkt.
26 procent van de gediplomeerden is het hier juist hele­
maal niet mee eens.
ROA (2013) Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 2012. ROA Rapport, 007.

539

Auteur