Ga direct naar de content

Financieel bericht

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: maart 2 1989

nr. 5, maart 1989
FvanLanschot
Bankiersnv
SINDSI737

Financieel bericht

Internationale conjunctuur

Valuta’s en rente

Nederland maakt goede beurt
Waar men internationaal in toenemende mate geconfronteerd wordt met berichten over een dreigende oververhitting en de vrees voor een oplopende inflatie is in Nederland sprake van een versnelling van de economische groei,
terwijl de inflatoire spanningen vooralsnog beperkt blijven.
Op het loonfront doen zich tekenen van stroever lopende
onderhandelingen voor, maar de gevolgen blijven te overzien. Mede dank zij de btw-verlaging die in januari is ingegaan zal de inflatie bij ons beperkt blijven, terwijl in WestDuitsland en straks ook in Japan belastingmaatregelen de
inflatie juist hoger zullen doen uitkomen. Dit gevoegd bij
naar verwachting met ruim 10% stijgende winsten van het
Nederlandse bedrijfsleven en de positieve handelsbalans
geeft een beeld dat internationaal waardering zal afdwingen, ook al blijven de werkloosheid en het hoge begrotingstekort onmiskenbare schoonheidsfouten.
Het CBS maakte bekend dat de industriele produktie in
1988 met 4% is toegenomen, tegen nauwelijks 1 % in 1987.
De Europese Commissie heeft haar groeiverwachting voor
de Nederlandse economie sedert oktober met een punt
verhoogd tot 3,25%. Hiermedezijn haarverwachtingen boven het gemiddelde voor Europa beland. Ook ten aanzien
van de inflatie is de verwachting voor Nederland gunstig:
1,25% ten opzichte van 4,25% als gemiddelde voor de EG.

Fed verhoogt disconto
In de VS maakt de Fed zich zorgen over de aanhoudend
hoge economische groei. In het Congres waarschuwde
Fed-voorzitter Greenspan dat bij een dergelijke groei van
de Fed eerder een restrictief dan een verruimend beleid
verwacht mag worden. Daarnaast bleek uit de gepubliceerde notulen van de decembervergadering van het beleidsbepalende orgaan van de Fed dat een ruime meerderheid
voor een verdere verkrapping van het monetaire beleid
was, al was men het niet eens over de vraag of dit moest
uitmonden in een discontoverhoging. Hoewel een discontoverhoging aanvankelijk uitbleef steeg de rente voor zowel de korte als de lange termijnen. Uiteindelijk verhoogde
de Fed toch het disconto met 1/2% tot 7%, nadat 10 van
de 12 centrale banken die de Fed vormen hierom hadden
verzocht. De koersen op de Amerikaanse obligatiemarkt
kwamen hierdoor onder druk, waardoor de rente verder opHep tot 9,2% voor de 30-jarige staatsobligaties.

Inflatie-angst in de VS
In de Verenigde Staten heeft de stijging van de producentenprijzen met 1 % en van de consumentenprijzen met
0,6% in januari de nodige angst teweeggebracht. Zoals bekend heeft de regering-Bush (evenals eerder de regeringReagan) tot nog toe volgehouden dat de inflatie beperkt zal
blijven tot 4%. Michael Boskin, de belangrijkste economische adviseur van de regering, gaf echter als reactie op de
januari-cijfers dat “de economische groei in de Verenigde
Staten nu een punt heeft bereikt waar een versnelling in de
inflatie een grater risico vormt dan voorheen”.
Ook de verwachtingen van de FED over het verloop van
de Amerikaanse economie in 1989 tonen verschillen met
die van de regering. De FED plaatst vraagtekens bij het
overheidsscenario van een hoge groei van 3,5%, een beperkte inflatie van 4% en een aanzienlijk lagere rente. Volgens de Duitse minister Stoltenberg zou de FED voor dit
jaar zelfs een inflatie van 6% verwachten. In ieder geval is
het beleid van de FED gericht op een lagere groei van de
geldhoeveelheid dan vorig jaar. Dit jaar wordt voor M2 gemikt op een toename die ligt tussen 3 en 7%, terwijl de grenzen vorig jaar lagen op 4% en 8%,
Overigens is de aantrekkende inflatie niet lets van deze
maand, al bevestigen de januari-cijfers in veel landen wel
overduidelijk deze trend. Bezien wij de ontwikkeling van de
afgelopen jaren, dan blijkt uit OESO-cijfers dat het gemiddelde voor de 24 aangesloten landen in 1986 uitkwam op 2,6%,
het laagstecijfer sedert 1964. In 1987wasergemiddeld3,2%
inflatie en in 1988 gemiddeld 3,8%, terwijl aan het einde van
dat jaar dit cijfer verder was opgeklommen tot 4,4%.
ESB 1-3-1989

Hoogrentende valuta’s verliezen glans
Ondanks de oplopende rente moest de dollar, vooral ten
opzichte van de mark en de gulden, terrein prijsgeven. Het
positieve sentiment is weer verminderd en in twee weken
daalde de dollar met een stuiver tot / 2,06.
Veel dramatischer was de scherpe daling van de Australische dollar. De eerdere krachtige koersstijging van .de
Australische dollar werd in de hand gewerkt door de vooruitgang die de Labour-regering in Australia teweeg heeft
gebracht. Naarmate de inflatie moeilijker te beheersen
bleek zorgde een verkrappend monetair beleid voor een
ondersteuning van de koers. Ook wat betreft de handelsbalans kwam er een einde aan de eerdere verbetering. De
handelscijfers over januari stelden de markt zwaar teleur:
een tekort van Aus $ 1,54 mrd. tegenover Aus $ 543 mln.
in de vergelijkbare periode van vorig jaar en Aus $ 924 mln.
in december. Daarenboven deed minister van Financien
Keating de markt schrikken door te stellen dat de Australische overheid een koersval van de Australische dollar niet
in de weg zal staan. Een lagere dollar komt de concurrentiepositie van de Australische exportindustrie immers ten
goede. Beleggers lieten zich zelfs door een renteverhoging
met een vol procent niet verleiden en keerden de Australische dollar massaal de rug toe. Het resultaat was een
koersdaling met bijna 20 cent in vier dagen van / 1,88 tot
/ 1,70 waarop de koers zich weer enigszins stabiliseerde.
Ook het Engelse pond dat zich geruime tijd eveneens
krachtig ontwikkelde is recentelijk uit zijn evenwicht gebracht. Toen de steun op DM 3,25 in neerwaartse richting
werd doorbroken verloor het pond in twee dagen vijf cent
en daalde tot / 3,61. De afgenomen economische groei in
het vierde kwartaal van 1988 tot 0,1% zou kunnen beteke-

Financieel bericht is ontleend aan de tweewekelijkse publikatie
Beleggen met Van Lanschotvan F. van Lanschot Bankiers N.V.

te ‘s-Hertogenbosch.

225

Internationale beurzen

Valutakoersen
1989

1989

Koers

hoogste

laagste
koers

per

per

13/2

27/2
2,05

koers

Koers

Amerikaanse dollar

2,13

1,99

2,11

Engelse pond

3,71

3,58

3,70

3,58

112,93
133,32
164,32

112,86
132,17
160,06

112,89
132,76
164,40

112,90
132,21
162,17

Duitse mark (100)
Zwitserse frank (100)
Japanse yen (10.000)

nen dat het krappe monetaire beleid binnenkort wellicht
kan worden verruimd, waardoor de rente weer lets terug
kan. Het Britse pond verliest dan aan aantrekkingskracht
voor Internationale beleggers, zo zou achteraf kunnen worden verklaard. In hoeverre de rente op korte termijn inderdaad omlaag kan is echter zeer de vraag, nu de laatste inflatiecijfers al op de 7,5% zijn beland en de stijgende trend
vooralsnog niet ten einde is. Daarnaast zijn de Britse autoriteiten beducht voor een waardedaling van het pond, die
weer een opwaartse invloed op de inflatie zou hebben.

Ook in Europa rentestijging
Ondanks de teruggelopen kracht van de dollar liep ook
in Europa de rente verder op. Met name op de geldmarkten was van een forse stijging sprake. In West-Duitsland
en Nederland steeg de rente op de geldmarkt met ruim
1/2%, waarmee het tarief voor driemaands interbancaire
deposito’s in Nederland nu boven de 7% is beland. Inmiddels hebben de banken de zogenaamde tijdelijke opslag
verhoogd tot 1 % ten einde de door de gestegen geldmarktrente geslonken rentemarge weer enigszins te herstellen.
Ook de obligatiemarkt stond in het teken van oplopende
rendementen. De nieuwe staatslening kon desondanks
profiteren van een kleine opleving van de markt, toen een
verwachte verhoging van de officiele tarieven in Duitsland
en in Nederland vooralsnog niet doorging. Na een aanvankelijk lauwe ontvangst kon de 7%-lening toch nog een redelijk bedrag van / 2,75 miljard opbrengen, bij een uitgiftekoers van 100%. Door de vervolgens verder oplopende
geldmarkrente brokkelden de obligatiekoersen daarna
weer af. Ongeacht de termijn, of deze nu een maand of 10
jaar is, ligt de rente in Nederland nu rond de 7,15%.

De rente in Nederland
7,5 I

7,0 –

oktober

226

november

december

januan

februari

Buitenland koopt weer Japanse aandelen
De rente die over vrijwel de gehele wereld verder is gestegen kreeg in de afgelopen weken in toenemende mate
de aandelenmarkten in haar grip. Een uitzondering was Tokio. Niet alleen onttrekt Japan zich aan de internationale
rentestijging, daarnaast wordt er op de aandelenmarkt van
Tokio agressief gehandeld, waarbij de index niet zelden
met honderden punten stijgt, terwijl individuele aandelen
soms ferme uitslagen vertonen. Aandelen in ondernemingen die kunnen profiteren van de verschillende overheidsplannen om de inf rastructuur voor het personen- en vrachtvervoer te verbeteren stonden van tijd tot tijd voor het voetlicht. Nippon Telegraph and Telephone stond onder druk
vanwege de betrokkenheid van verschillende voormalige
functionarissen bij het Recruit Cosmos aandelenschandaal
dat al heel wat slachtoffers heeft gemaakt, maar de beurs
in totaliteit nauwelijks beroert.
Inmiddels tonen buitenlandse beleggers zich weer als
kopers op de beurs van Tokio nadat zij in de periode van
1984 tot het laatste kwartaal van vorig jaar per saldo verkopers waren geweest. Fund managers menen dat zij het
zich niet langer kunnen permitteren om de Japanse aandelenmarkt links te laten liggen, daardit jarenlang nun performance heeft gedrukt. Inmiddels wordt er weer gekocht.
Niet de exportwaarden die in het verleden populair waren,
maar meer ondernemingen die georienteerd zijn op het binnenland, zoals de bouw. Sinds eind vorig jaar zijn de koersen hier gemiddeld met 20% gestegen. Shimizu steeg in
negen dagen tijd al met 25%, om op een koers-winstverhouding van 100 te belanden. Maar wie opkijkt naar de
hoge koers-winstverhoudingen in Japan begrijpt deze
markt niet, zo wordt dan gesteld.
Vertwijfeling in Wall Street
Wall Street werkte zich in de verslagperiode aanvankelijk
gestaag omhoog vanaf hetsteunpuntdatde Dow Jones rond
2280 leek te hebben gevonden. Rond het 2330-niveau haperde de stijging en de teleurstellende ontwikkeling van de
consumentenprijzen leidde tot een scherpe terugval voor de
Dow Jones met 42 punten op een dag. Na een licht herstel
reageerde de markt op de discontoverhoging met een daling
voor de Dow Jones met 44 punten. Zelfs de prachtige winstcijfers van de automobielfondsen hadden geen invloed op
de sombere stemming op Wall Street.
Optimisten wijzen er overigens op dat de gemiddelde
waardering van Amerikaanse aandelen uitgedrukt in termen van koers/winstverhouding momenteel lager is dan tijdens het dieptepunt na de krach van 1987. De verklaring
is gelegen in de scherpe winststijging bij het Amerikaanse
bedrijfsleven. In plaats van de hooguit 5% winstgroei waar
begin 1988 nog vanuit werd uitgegaan is het, gecorrigeerd
voor incidentele uitschieters, gemiddeld ca. 20% geworden. Tegenover de gemiddelde koers-winstverhouding van
10,7 op dit moment stond voor de krach een cijfer van 15,7.
Qua rendement zijn aandelen wel duurder geworden, maar
de indruk bestaat dat het Amerikaanse bedrijfsleven wat
scheutiger wordt met dividendbetalingen. Dividendverhogingen worden momenteel ook duidelijk gehonoreerd door
de beurs, hetgeen kan bijdragen aan de besluitvorming van
de ondernemingen.
Net als in Japan vormen de beurzen in Scandinavie een
uitzondering op het beeld van dalende koersen. Hier speelt
de liberalisering van het kapitaalverkeer in Zweden een belangrijke rol. Vorig jaar vloeide Zw.Kr. 18,7 miljard aan gelden naar de Zweedse aandelenmarkt. Dit jaar wordt door
sommige analisten gerekend op Zw.Kr. 8 miljard, waarvan
een groot deel al is toegestroomd. De scherpe hausse van
Zweedse aandelen zou hierdoor wel eens aan kracht kun-

Beursindices
1989

VS (Dow Jones)
Engeland(FMOO)
Duitsland (Dax)

Nederiand(CBS-koersindex)
Tokio (Nikkei)

Australia (All Ord)

1989

Koers

Koers

hoogste
koers

laagste
koers

per
10/2

24/2

2286
2056
1353
176
32.132
1509

2020
1288
173
32.452
1486

2347
2096
1360

178
32.452

1552

2145
1783
1272
167
30.184
1448

per
2246

nen verliezen, nadat recentelijk nog nieuwe hoogtepunten
werden gescoord. De Zweden zelf werpen zich met energie op de mogelijkheid om buitenlandse beleggingen te kopen. In januari werd voor Zw.Kr. 1,6 miljard gekocht tegenover Zw.Kr. 48 mln. in januari 1988. De beurs van Oslo profiteert hier duidelijk van. Ook het herstel van de olieprijs in
de afgelopen maanden vormde een ondersteuning voor de
aandelenkoersen in Noorwegen.
De aandelenmarkt in Australie maakte moeilijke tijden
door na het bekend worden van de teleurstellende handelsbalanscijfers over januari, hetgeen tot uiting komt in een
koersval van de index van meer dan 13% in een week.

De Amsterdamse beurs
Rente drukt koersniveau
De afgelopen weken heeft de Nederlandse aandelenmarkt een correctie doorgemaakt als gevolg van de aanhoudend oplopende rente, die overigens in de eerste helft
van 1988 het dieptepunt reeds passeerde en sedert het
laatste kwartaal van vorig jaar een versnelde stijging doormaakt. De beurs, nog steeds gedragen door uitstekende
winstcijfers en goede vooruitzichten, volgde Wall Street en
de meeste Europese beurzen en deed een stapje terug.
Het meest kwetsbaar bleken de internationals, die mede
te lijden hadden van een teruglopende dollarkoers en een
eveneens dalend Wall Street. Een treffend voorbeeld is
KLM, dat inmiddels op een koers van / 42,50 is beland na
een hoogste koers van / 48,30 begin deze maand, een teruggang van circa 13% ondanks de voortreffelijke gang van
zaken bij deze luchtvaartmaatschappij.
De forse koersstijging bij Philips de afgelopen maanden
van / 30 tot circa / 37 kon als een voorbode worden gezien
van een uitstekend vierde kwartaal. De marktverwachtingen
voor het gehele jaar 1988 lagen op circa / 3,60 per aandeel.
Het werd uiteindelijk / 4,12 tegen / 3,33 in 1987. Het bericht
viel evenwel in een neergaande beurs en in eerste instantie
reageerde de koers nauwelijks. Uit het bericht van Philips
blijkt dat de omzet in 1988 is gestegen van / 52,7 miljard tot
/ 56,1 miljard. Daaruit resulteerde een bedrijfsresultaat van
/ 2,43 miljard tegen / 2,18 miljard vorig jaar, een stijging van
ruim 11%. Aan bijzondere baten viel een bedrag van / 525
miljoen (vooral dank zij de verkoop van de witgoedsector aan
Whirlpool) tegen / 279 miljoen te noteren. Persaldo resteerde een netto winst van / 1,06 miljard tegen / 818 miljoen
(+29,6%). Wel dient te worden opgemerkt dat de winststijging dus hoofdzakelijk voor rekening komt van de bijzondere baten. Voor 1989 heeft topman Van der Klugt zich optimistisch urtgelaten: hij voorziet een aanzienlijke verbetering
van de netto winst uit gewone bedrijfsuitoefening, die vooral
te danken zal zijn aan de in de afgelopen jaren doorgevoerde reorganisaties. Tevens maakte Philips bekend dat met de
geplande verzelfstandiging van Polygram geen haast wordt
gemaakt. Voor het lopende jaar mag uit dien hoofde dus niet

ESB 1-3-1989

zonder meer een bijzondere bate worden verwacht, zoals
hier en daar wel is gesuggereerd.
Een opmerkelijke koersontwikkeling vertoonden de aandelen Hoogovens. Nadat het bedrijf bekend maakte de
dochter Cementmij af te stolen en daarmede een boekwinst van / 250 mln. te realiseren wist de koers in sneltreinvaart naar / 87 op te stomen. Nadien, mede door het
beursklimaat, kon dit niveau niet worden vastgehouden en
belandde de koers op / 82. Per saldo is tot nog toe dit jaar,
evenals in 1988, sprake van een imposante stijging.
Unilever heeft bijna ongemerkt een zeer grote acquisitie
verricht. Het Amerikaanse concern Faberge/Elisabeth Arden
is voor circa $ 1,55 miljard of / 3,25 miljard in handen van
Unilever gekomen. Daarbij heeft Unilever aangekondigd een
afboeking van / 2 miljard aan goodwill door te voeren. Ondanks deze overname blijft nog voldoende in kas voor verdere acquisities, aldus Unilever. De ovemame is van strategisch belang voor de sector ‘persoonlijke verzorging’. Het beleid bij Unilever is erop gericht te groeien in sectoren met een
hogere toegevoegde waarde. Dat dit vruchten afwerpt, blijkt
uit het verloop van de brutomarge. In de periode 1983 t/m
1987 steeg deze van 5,6% tot 8,3%, terwijl in de eerste negen maanden van 1988 de marge verder werd opgevoerd
tot 9%. De koers van Unilever heeft zich de afgelopen weken wat minder gedragen. Na de snelle stijging tot een niveau van / 133 is de koers teruggevallen tot circa /128.
De aankondiging van een claimemissie door Nationals
Nederlanden heeft de koers van het aandeel geen goed gedaan. Werd kort geleden nog een koers boven de / 70 genoteerd, inmiddels is de koers ruim 10% beneden dit niveau.
Het gaat om een claimemissie van 1 op 10. Hiermee gaat
Nationale Nederlanden / 750 mln. nieuw eigen vermogen
aantrekken. Deze emissie is noodzakelijk om de balansverhoudingen te versterken na de grote acquisities in de afgelopen tijd (vooral in de VS) ten bedrage van circa /1 miljard.
De markt verwacht dat de resultaten over 1988 ruimschoots
(+10%) boven het niveau van 1987 uitkomen.
In de bankensector begint het fusienieuws rond de NMB
en de Postbank concrete vormen aan te nemen. Zij zullen
samengaan in een houdstermaatschappij. De Staat zal als
vergoeding voor de inbreng van de Postbank uitbetaald
worden in aandelen NMB, waarbij beide banken gelijk zijn
gewaardeerd. Te zijner tijd zal de Staat de verkregen aandelen gedeeltelijk op de beurs herplaatsen. Bij de combinatie Amro-Generale lijken de vorderingen moeizamer te
verlopen. Zelfs doen geruchten de ronde dat Banque Indosuez toenadering zoekt tot de Generale. De koers van
Amro ligt evenals die van de ABN de laatste tijd wat zwakker in de markt. De ongunstige renteontwikkeling speelt
hierbij ongetwijfeld ook een rol.
Wolters Kluwer gaat haar aandelen splitsen in de verhouding 1 op 4. Daarnaast maakte het bestuur de resultaten over 1988 bekend. De netto winst per aandeel steeg
van / 7,67 tot / 9,50. Eerder had het concern een cijfer van
/ 9,35 gemdiceerd, zodat van een meevaller kan worden
gesproken. De hoge waardering die de beurs in het verleden aan Wolters Samsom toekende en die het concern na
de fusie met Kluwer wist te behouden, is met deze winststijging van 25% wederom waargemaakt. De koers heeft
inmiddels een hoogste stand van / 161 behaald.
In de chemiesector blijft DSM goed liggen na de succesvolle introductie. De huidige koers van / 118 steekt tegen
een hoogste koers van / 124 en een introductiekoers van
/108 goed af. Op 28 februari vindt de eerste handel in opties DSM plaats. Dit zal de handel en koersvorming van het
aandeel bevorderen, zo is de verwachting. Akzo laat inmiddels een zwakker koersbeeld zien. In de transportsector
blijven Pakhoed en VOC uitstekend liggen.
Al met al zijn de koersverschillen bij de hoofdfondsen in
het algemeen beperkt gebleven, maar het sentiment is wel
veel meer afwachtend geworden.
227

Focus
Hoge groei in high-tech-sector
Regelmatig zijn de beursgenoteerde high-tech-ondernemingen in het nieuws. Vaak gaat het daarbij over de indrukwekkende resultaten, soms gaat het echter ook om minder
positieve berichten. Onderstaand worden drie bedrijven uit
deze sector belicht, die gemeen hebben dat zij zich kenmerken door een hoge groei en Europese aspiraties.
Tulip Computers. Tulip werd in 1984 onder de naam
Compudata succesvol geTntroduceerd op de Amsterdamse
parallelmarkt. Het bedrijf produceert personal computers onder de huidige bedrijfsnaam en heeft inmiddels in Europa een
marktaandeel opgebouwd van 2,5% en in Nederland van
zelfs 21%. Van een omzet van / 24 mln. in 1983 is het concern gegroeid naar een omzet van /149 mln. in 1987 en van

/ 294 mln. in 1988. Ook de netto winst per aandeel heeft een
aanmerkelijke groei doorgemaakt, van / 0,38 in 1983 tot
/ 5,84 in 1988. Imponerende cijfers, maar desondanks rezen er in de publiciteit twijfels over de ontwikkeling van de
onderneming. Met de presentatie van de cijfers over 1988
heeft het concern deze negatieve kritiek weten te weerleggen, hoewel de beurskoers niet overtuigd reageerde.
De markt voor personal computers is de afgelopen jaren
geteisterd door een moordende concurrentie. Via de pc-prive-projecten werden nog enorme aantallen afgezet, maarde
markt in Nederland lijktverzadigd te worden. Tulip zal het wat
dat betreft van de export moeten hebben en wil over vijf jaar
80% van de omzet in het buitenland realiseren, terwijl dit vorig jaar nog maar 22% bedroeg. Hiertoe heeft Tulip recent
verkoopkantoren in Spanje en Italie geopend. Een forse
groei van de omzet via een groeiende export is voor Tulip
noodzakelijk omdat, door de scherpe concurrentie en oplopende prijzen voor de geheugenchips, de marges zijn verkrapt van 9,1% in 1986 via 8,8% in 1987 tot 7,9% in 1988.
Ook de claim van IBM wat betreft de schending van patenten kan in de toekomst een druk op de resultaten geven. Vanwege het nog beperkte marktaandeel van de nieuwe PS/2
van IBM, maar wellicht ook vanwege de discussies met IBM
over de licentierechten, heeft Tulip de produktie ervan evenals de bouw van een nieuwe fabriek uitgesteld.
Deze negatieve aspecten hebben de koers van het aandeel de afgelopen maanden geen goed gedaan en er ontstonden zelfs forse baisse-posities. Het is aan Tulip om via
de resultaten de minder positieve berichten te ontzenuwen.
De directie is in ieder geval optimistisch en verwacht voor
1989 wederom een sterke groei van omzet en resultaat.
HCS. HCS Technology, voortgekomen uit de verzelfstandiging van de elektronica-poot van het Holec-concern,
werd in december 1986 geTntroduceerd op de beurs. HCS
is leverancier van computerapparatuur, software en indusKoersontwikkeling van elektronicafondsen in Nederland
(1-10-1988=100)

trie’le automatisering. Net als Tulip kent HCS een sterke
groei, maar deze groei zal de komende jaren vooral moeten komen van acquisities waarmee in 1988 al een begin
is gemaakt. De omzet is in de afgelopen zes jaar verzesvoudigd, terwijl de winst zelfs vertienvoudigde. Ook dit concern heeft het afgelopen jaar veel negatieve kritiek moeten
verduren, vooral doordeovername van Microlife. Vorig jaar
kocht HCS Microlife voor de som van /130 mln. van Reiss,
de prive-onderneming van directeur Kuijten, terwijl deze
Microlife voor de som van / 85 mln. verwierf. Dat er in de
tussentijd nieuwe elementen aan de onderneming waren
toegevoegd was door de buitenwacht moeilijk te beoordelen, hetgeen de kritiek in de hand werkte. Inmiddels is de
kritiek weer weggeebd en heeft HCS bekendgemaakt dat
het vorig jaar een omzet heeft bereikt van / 406 mln.
(+50%) waarbij de winst op een niveau van / 37,1 mln.
(+85%) uitkwam. Per aandeel werd / 1,47 verdiend.
Zoals gezegd zal de toekomstige groei voor een belangrijk deel uit acquisities komen. Zo werd vorig jaar het Belgische Manudax verworven en een minderheidsbelang in het
eveneens Belgische Devlonics. Daarnaast wil het concern
onder aanvoering van de nieuwe president-directeur Van
den Bogaard de autonome groei opvoeren, waarbij men voor
dit jaar streeft naar een omzet van meer dan / 500 mln. exclusief ovemames. Nieuwe overnames denkt het bestuur
met een emissie te financiered De laatste emissie was in de
vorm van verplicht converteerbare 7%-obligaties.
Getronics. Zoveel als over de twee voorgaande concerns
wordt geschreven, zo weinig wordt de voormalige SHVdochter aangehaald. Toch heeft ook deze in 1985 op de
beurs geihtroduceerde onderneming een imponerende groei
doorgemaakt. Werd in 1983 een netto winst per aandeel van
/ 0,27 behaald, in 1987 werd / 1,47 verdiend terwijl voor
1988 /1,75 wordt getaxeerd. Vorig jaar werd Datex overgenomen, terwijl recent Xtec Computer en Eurocomp aan het
concern zijn toegevoegd.
Zodoende heeft Getronics nu vijf divisies, bestaande uit
Onderhoud en Installatie, Datacommunicatie en Netwerken, Industriele Elektronica, Data Handling en Datex. In
1987 bedroeg de omzet van Getronics nog / 302 mln.,
maar met de acquisitie van Datex en andere bedrijven is in
1988 een jaaromzet bijgekocht van circa /160 a/ 200 mln.
Dejaarcijfers van Getronics worden begin maart verwacht.
Getronics wordt op de beurs het hoogste gewaardeerd.
De onderneming heeft een bewezen track-record en geniet
het vertrouwen van de beleggers. Dat Tulip lager gewaardeerd wordt hangt samen met de minder gespreide activiteiten van de onderneming en de scherpe concurrentie. HCS
is gemeten naar de koers-winstverhouding het laagst gewaardeerd, maar corrigeert men voor de aanstaande uitbreiding van het aantal uitstaande aandelen dan bedraagt de
koers-winstverhouding 10,2, hetgeen overigens nog aanzienlijk lager is dan bij Getronics. De perikelen rond Microlife
vorig jaar zullen hier mede debet aan zijn, maar wanneer de
indrukwekkende winstontwikkeling zich doorzet zal dit verschil zeker verkleind worden.

Cijfers elektronicafondsen per aandeel
Tulip
Netto winst 1987
Netto winst 1988
Netto winst 1989a
Dividend 1988

Koers
Koers/winst
Rendement (%)
oktober

228

november

december

januari

februari

HCS

Getronics

3,55
5,84
6,60

0,97
1,47
2,00b
16
8,0

1,47
1,75a
2,10
0,55a
28
13,3
1,96

1,30
60
9,1
2,2

a. Schatting.

b. Gecorrigeerd voor de nog te converteren obligaties 1,57