nr. 17, September 1989
FvanLanschot
Bankiersnv
Financieel bericht
Internationale conjunctuur
IMF verlaagt groeiraming
Met Internationale Monetaire Fonds heeft zijn ramingen
voor de economische groei enigszins naar beneden bijgesteld, zo blijkt uit een concept van het rapport dat eind deze
maand aan de jaarvergadering van het IMF zal worden
gepresenteerd. Voor dit jaar raamt het IMF nu een groei
van de wereldeconomie van 3,1% en voor volgend jaar een
van 2,9%. Een half jaar terug ging het IMF nog uit van een
economische groei van 3,3% dit jaar en van 3,2% in 1990.
Voor de Verenigde Staten verwacht het IMF een vertraging
van de groei van 3,9% vorig jaar tot 2,7% dit jaar en 2%
volgend jaar. Hoewel het IMF een duidelijke groeivertraging verwacht gaat het zeker niet uit van een op handen
zijnde recessie.
Gemengd beeld in de VS
De eerste cijfers over de ontwikkeling van de Amerikaanse economie in de maand augustus gaven een gemengd
beeld, maar per saldo reageerden de financiele markten
positief. De werkgelegenheid steeg met 110.000 banen,
terwijl slechts een toename met 80.000 banen was verwacht. Daarbij dient ook nog bedacht te worden dat het
cijfer negatief bemvloed werd door stakingen bij de regionale telefoonmaatschappijen, omdat stakers van de loonlijst worden geschrapt en in de statistieken leiden tot een
daling van de werkgelegenheid. Het hoger dan verwachte
aantal nieuwe banen wijst op een aanhoudende groei van
de Amerikaanse economie, maar vermindert tevens de
kans op een spoedige verlaging van de rente door de FED.
Kort na de werkgelegenheidscijfers kwam de melding
dat de inkoopmanagers bij de grote bedrijven steeds terughoudender zijn met nieuwe orders. Dit wijst juist op een
afvlakking van de economische groei en dat stelde de
financie”le markten gerust. De inflatoire druk neemt hierdoor immers af.
De instemming van de financiele markten met deze
cijfers en vooral met de combinatie van de twee is overigens markant: minder orders en meer personeel lijkt een
weinig bemoedigende combinatie voor de winstontwikkeling en dus niet positief voor de waardering van aandelen.
leders belangstelling gaat echter uit naar het antwoord op
de vraag of de Amerikaanse economie nu wel of geen
zachte landing gaat maken. Voorlopige cijfers ten aanzien
van allerlei economische indicatoren, die aan de lopende
band de markten overspoelen, krijgen hierdoor dikwijls erg
veel aandacht. Voor de latere bijstellingen tot de meer
definitieve cijfers hebben velen nauwelijks meer belangstelling. Deze komen weliswaar met meer vertraging, maar
geven wel een veel nauwkeuriger beeld van de economische ontwikkeling. Zo blijkt de economische groei in het
tweede kwartaal geen 1,7% te hebben bedragen, zoals
aanvankelijk werd aangegeven, maar 2,7%. De bedrijfswinsten kwamen daarbij flink lager uit: 6,4% minder dan in
het voorgaande kwartaal. Daar de dividenduitkeringen verderstegen daalden de ingehouden winsten met meer dan
een vijfde tot $ 4,34 miljard.
ESB 13-9-1989
Aan de vraagzijde van de economie is nauwelijks een
teruggang te bespeuren. De consumptieve bestedingen
werden in opwaartse richting bijgesteld tot plus 2,2%.
Daarnaast gaf de overheidssector 6,3% meer uit. De besparingen, die vorig jaar slechts 3,9% bedroegen, worden
nu begroot op 5,3%, hetgeen 0,3% minder is dan de eerder
gemelde 5,6%. De besparingen tonen weliswaar een geleidelijke toename, maar tot het historisch gemiddelde van
7 a 8% is er nog een flinke weg te gaan.
Duitse groei op recordniveau
Opmerkelijk hoog was de groei die de Duitse economie
in het tweede kwartaal vertoonde, namelijk 4,9%. Voor het
eerste halfjaar komt de economische groei nu uit op 4,6%.
Het ziet er naar uit dat het jaar 1989 de hoogste groei van
het decennium zal opleveren. Voor het gehele jaar lijkt een
cijfer van 4% welhaast het minimum en we moeten tot 1979
terug om een dergelijk hoog cijfer tegen te komen. Vorig
jaar werd nog een groei van 3,4% geregistreerd. De werkloosheid daalde de afgelopen maand tot 7,5% tegenover
7,7% in juli en 8,4% in augustus 1988.
De export en de investeringen zijn momenteel de grote
trekkers van de Duitse economie. Het overschot op de
handelsbalans met de Verenigde Staten is echter in de
eerste helft van dit jaar gehalveerd ten opzichte van de
eerste helft van vorig jaar. De handel met de andere
EG-lidstaten floreert echter en liet een toename van het
surplus met DM 6 miljard zien. Wat de lopende rekening
betreft wordt voor het hele jaar gerekend op een verdere
toename van het overschot tot meer dan DM 100 mrd.
De verbetering van de handelsbalans met de VS deed
Bundesbankpresident Pohl constateren dat de koers van
de dollar voor de Bundesbank van minder belang wordt.
Wat het beleid van de Bundesbank betreft stelde Pohl
verder dat nu de export zo’n belangrijke motor voor de
Duitse economie is, een verdere verkrapping van het monetaire beleid minder op zijn plaats is. Weliswaar is de
bezettingsgraad van de Industrie zeer hoog en dreigt door
de sterke economische groei een oplopende inflatie, maar
een verhoging van de rentetarieven mist haar uitwerking
op de export. In plaats daarvan zouden de binnenlandse
consumptieve bestedingen geremd worden, waarvan de
groei met 2,5% zeker niet buitensporig hoog is.
Valuta’s en rente
Rente naar hoger niveau
Op de Internationale rentemarkten was ondanks de
woorden van Bundesbankpresident Pohl de afgelopen weken over een breed front sprake van een stijging van de
tarieven. Alleen Australie deed hier niet aan mee. Daar was
sprake van een licht dalende tendens, waardoor de kapi-
Financieel bericht is ontleend aan de tweewekelijkse publikatie
Beleggen met Van Lanschotvan f. van Lanschot Bankiers N.V.
te ‘s-Hertogenbosch.
909
Valutakoersen
1989
Amerikaanse dollar
Engelse pond
Duitse mark (100)
Zwitserse frank (100)
Japanse yen (1 0.000)
1989
Koers
hoogste
koers
laagste
koers
per
2,30
3,71
112,93
133,32
165,01
28/8
1,99
3,41
112,57
2,21
3,46
112,72
125,95
149,98
130,73
153,30
Koers
per
11/9
2,25
3,46
112,70
130,55
152,34
taalmarktrente weer onder de 13% belandde. De Amerikaanse dollarrente kwam de afgelopen week weer enigszins terug op de stijging in de voorgaande weken, maar ten
opzichte van een maand geleden liggen de tarieven nog
steeds duidelijk hoger. In de overige landen kon nog niet
worden gesproken van een reactie op de eerdere stijging,
zodat de tarieven overwegend enige tientallen basispunten
hoger zijn gekomen.
Ook in Japan trokken de tarieven aan. Op de obligatiemarkt van Tokio was sprake van zeer hoge omzetten.
Op sommige dagen ging voor een bedrag van Yen 2.000
miljard om, tegenover een gemiddelde van Yen 1.110
miljard. In de markt wordt rekening gehouden met een
verdere stijging van de Japanse rente. Achtergrond van
deze verwachting vormt de verzwakking van de koers
van de Japanse Yen. Door interventies wordt getracht
deze daling te stoppen, maar vooralsnog zonder veel
succes. Mogelijk is dat de autoriteiten de tarieven zullen
optrekken in een poging de koers van de Yen te ondersteunen.
De korte rente in Engeland blijft met circa 14% hoog.
Inmiddels heeft de Bank of England laten weten dat de
rente voorlopig hoog zal blijven. Voordat de rente omlaag
kan zal er eerst van een duidelijke daling van de Britse
inflatie sprake moeten zijn. Voor buitenlandse investeerders is dit uiteraard een plezierige zaak en het pond toonde
zich de laatste weken dan ook wat minder kwetsbaar.
De koers van de Amerikaanse dollar blijft zich, afgewisseld met tijdelijke stapjes terug, geleidelijk omhoog bewegen, waarmee de trend van de eerste helft van augustus,
wordt voortgezet.
De ecu-obligatiemarkt trekt steeds meer de aandacht
van uitgevende instellingen, hetgeen er eind vorige, begin
deze maand even toe leidde dat de markt werd overvoerd.
Ecu 1 miljard is wat te veel in korte tijd. Wel is duidelijk dat
de ecu steeds belangrijker wordt als rekeneenheid in de
financiele markten.
Nederlandse rente in ban van verkiezingen
In Nederland volgde de rente de internationaal oplopende trend. De geldmarkt volgde de ontwikkellngen in Duitsland. Daar liepen de tarieven op als gevolg van de sterke
dollar en, hoewel de uitspraken van de president van de
Bundesbank hiertoe geen aanleiding gaven, de vrees voor
een verhoging van de officiele tarieven. Bij ons stegen de
interbancaire tarieven voor eenmaands deposito’s hierdoor met 3/16% tot 7 7/16%. Met de verhoging van het
tarief voor een nieuwe speciale belening met 0,1 % tot 7,2%
volgde de Nederlandsche Bank deze rentestijging.
Ook de obligatiemarkt liet een oplopende rente zien.
Dit was niet alleen een gevolg van de internationale
rentestijging, nog veel belangrijker leek de afwachtende
houding van de beleggers met het oog op de verkiezingen. Door een gebrek aan vraag liepen de rendementen
op de 10-jarige staatsleningen op tot 7,20% op de dag
van de verkiezingen. In de loop van de middag leken de
beleggers echter vertrouwen te krijgen in de afloop van
910
de verkiezingen, waardoor de koersen zich met twee tot
drie dubbeltjes herstelden. Met de zekerheid van de
uitslag, het niet doorgaan van de gevreesde discontoverhoging in Duitsland en extra vraag als gevolg van het
aflopen van contracten op de financiele termijnmarkt, kon
de rest van de week een licht verder herstel geboekt
worden. De rendementen op de langste staatsleningen
daalden hierdoor tot 7,14%.
Internationale beurzen
Vriendelijke stemming
De aandelenmarkten hebben zich in de afgelopen weken over een breed front omhoog bewogen. De rentestijging in de meeste landen heeft echter bijgedragen tot
vermoeidheidsverschijnselen.Hiertegenoverstaat dat veel
beleggers aan wie de aandelenhausse voorbij is gegaan,
nun kans nog afwachten om in de markt te stappen, hetgeen steun kan opleveren wanneer de prijzen tijdelijk wat
dreigen weg te zakken.
Relatief zwak ontwikkelen de beurzen in de Scandinavische landen en het Verre Oosten zich. Grote uitzondering is hier overigens Nieuw-Zeeland dat ontwaakt uit een
winterslaap, nu de economische vooruitzichten verbeteren en vooral buitenlandse investeerders zich als kopers
melden.
In Japan stabiliseert het koerspeil zich. De mammoetfusie tussen Mitsui Bank en Taiyo Kobe Bank tot de op
een na grootste bank ter wereld heeft overigens heel wat
stof doen opwaaien. Dit leidde voorts tot speculatieve
aankopen in andere bankaandelen. Ook voor de warenhuissector bestaat flinke belangstelling, waarbij overnamespeculaties eveneens een rol spelen. De omzetten
waren daarbij fors. Zo werd op de aandelenmarkt van
Tokio in augustus een omzet geregistreerd van bijna $ 8
miljard, tegen ruim $ 6 miljard in New York en circa $ 2,5
miljard in Frankfurt en Londen.
Het probleem van insider-trading krijgt in Japan steeds
meer aandacht. Dit proces is in een versnelling gekomen
nu misbruik van voorwetenschap wordt verondersteld bij
de eerdergenoemde grootste bankfusie aller tijden tussen Mitsui Bank en Taiyo Kobe Bank.
Emissies in Duitsland
In Duitsland hebben de koersen zich de laatste maand
uitstekend ontwikkeld. Record na record wordt gebroken.
Inmiddels maken ondernemingen in toenemende mate
gebruik van het gestegen koersniveau om nieuwe aandelen uit te geven. Lufthansa kondigde een een op vier
emissie aan tegen een koers van DM 155. De Duitse staat,
die een belang van 69% in de luchtvaartmaatschappij
heeft, zal zijn claimrechten niet uitoefenen, zodat het belang terugloopt van 69% naar 55%, hetgeen past in het
eerder uitgestippelde beleid.
Naast Lufthansa heeft ook de Dresdner Bank een emissie aangekondigd. Gaat het bij Lufthansa om een bedrag
van DM 942 mln., de Dresdner bank vraagt DM 1,2 miljard
door middel van een claimemissie van 1 op 8 tegen een
koers van DM 300. De twee emissies trekken een zware
wissel op de kooplust van beleggers en vormen een testcase voor de Duitse aandelenhausse.
De Zwitserse aandelenmarkten werden verrast door de
fusie tussen AIDA, na het Amerikaanse Blue Arrow het
grootste uitzendbureau ter wereld, en Inspectorate, een
onderneming in de dienstverlenende sfeer die eveneens
tot de grootste ter wereld behoort. Deze onderneming is
actief in computer-leasing, beveiliging en kwaliteitscontrole. Gezamenlijk hebben de ondernemingen een omzet in
de orde van 5 miljard Zwitserse frank.
De Amsterdamse beurs
Beursindices
1989
1989
Koers
hoogste
koers
laagste
koers
per
VS (Dow Jones)
2752
Engeland(FT-IOO)
2426
Duitsland (Dax)
Nederland (CBS-koersindex)
1658
21 1
Tokio (Nikkei)
Australia’ (All Ord)
35.141
1782
2145
1783
1272
167
30.184
1413
25/8
2732
2397
1604
206
34.740
1765
Koers
per
8/9
2710
2424
1658
211
34.116
1751
Reactie op Wall Street na scherpe stijging
De Amerikaanse beurs bewoog zich aanvankelijk nog
wat verder omhoog na de scherpe stijging in de zomerperiode, maar moest later toch terrein prijsgeven. De
partial Here aandelenbeleggers in de VS lijken zich nog
steeds tamelijk voorzichtig op te stellen. Tot voor enkele
maanden verkochten beleggers meer aandelen in beleggingsfondsen dan werden aangekocht, een tendens die
sedert de krach van 1987 was waar te nemen. Met is pas
de laatste maanden dat beleggers per saldo weer beleggingsfondsen aankopen. De mate waarin is echter nog
steeds bescheiden: in juli werd per saldo voor $ 1 miljard
gekocht, hetgeen moet worden gezien tegen de achtergrond van de totale activa van de fondsen van bijna $ 250
miljard. Het soort aandelen waar de particuliere beleggers zich op richten zijn vooral de meer conservatieve
‘blue chips’. In de particuliere hoek lijkt het dus wel mee
te vallen met de speculatieve installing.
Van de bedrijven stond Johnson & Johnson in de belangstelling. Overnamegeruchten speelden een rol, terwijl
ook belangrijke vorderingen in de research werden vermoed. De aanvraag voor toelating van enkele belangrijke
geneesmiddelen zou zijn ingediend, terwijl de maatschappij ook vorderingen zou maken met haar onderzoek naar
een anti-AIDS-middel.
Turbulentie in de luchtvaart
De luchtvaartsector bleef in de belangstelling staan.
Uiteindelijk lijkt British Airways de strijd rond United Airlines te winnen,. Zij krijgt een belang van 15% in het kader
van de ‘buy out’, die moet voorkomen dat Marvin Davis
met zijn bod van $ 6,4 miljard het concern overneemt. De
‘buy out’ geeft aan de maatschappij een waardering van
$ 6,8 miljard, en heeft bovendien de steun van management en personeel. Per aandeel komt de prijs uit op $
300. Hierbij moet worden bedacht dat aandelen UAL nog
geen jaar geleden werden verhandeld tegen een koers
van $ 90. Vermogende Amerikaanse beleggers die hun
geluk beproeven met biedingen op Amerikaanse luchtvaartmaatschappijen schudden daarmee vooral Europese luchtvaartmaatschappijen wakker, die hun contacten
met de VS willen intensiveren. De Verenigde Staten
vormen de grootste vliegmarkt ter wereld, maar bovendien vormen de VS het uitgangspunt voor veel Internationale vluchten waar de Europese maatschappijen graag
hun deel in hebben. Door de contacten met Amerikaanse
luchtvaartmaatschappijen aan te halen willen de Europeanen zich verzekeren van de toevoer van voldoende
passagiers. Door marketingovereenkomsten, zoals bij
voorbeeld tussen Lufthansa en American Airlines, maar
ook door deelnemingen wordt dit doel nagestreefd. Na de
KLM, die kort geleden een belang nam in North-West
Airlines, is het nu British Airways dat zich verzekert van
een belang in United Airlines.
ESB 13-9-1989
Hersteld vertrouwen
De Amsterdamse aandelenmarkt leek aanvankelijk verlamd door het perspectief van de naderende verkiezingen.
De laatste dagen voor het uur der waarheid keerde het
vertrouwen echter al weer terug. De definitieve uitslag gaf
geen aanleiding tot een directe scherpe reactie, zoals we
drie jaar terug zagen, maar vormde wel een verdere ondersteuning voor de koersvorming.
De gepubliceerde winstcijfers bleven gunstig. Inmiddels
blijkt dat de 30 meest actieve aandelen van de Amsterdamse Effectenbeurs in het eerste halfjaar een 46,3% hogere
netto winst hebben behaald bij een 10,9% hogere omzet.
Cijfers die een duidelijke versnelling weergeven ten opzichte van heel 1988, dat ook al fraaie resultaten te zien gaf.
Bijzondere baten en de lagere vennootschapsbelasting
waren weliswaar van invloed op de zeer krachtige winstontwikkeling, maar de stijging van het bedrijfsresultaat met
17% mag ook een uitstekende prestatie worden genoemd.
De opgelopen rente vormde geen merkbare rem voorde
aandelenmarkt. Eerder leken de beleggers van mening dat
Amsterdam nog iets had in te halen op veel buitenlandse
aandelenbeurzen die zich in de voorgaande weken soms
erg krachtig hadden ontwikkeld, terwijl Amsterdam het met
het oog op de verkiezingen even had laten afweten.
Kon. Olie en Philips waren de grote winnaars bij de
internationals. Het aanhoudende optimisme van de zijde
van het Philips-bestuur ten aanzien van de bedrijfsmatige
ontwikkeling in de rest van dit jaar en later, blijkt beleggers
vertrouwen te geven. Daarnaast wordt verwacht dat het
concentreren op de kernactiviteiten en het afstoten van
activiteiten die daarbuiten vallen gepaard zal gaan met
belangrijke boekwinsten, hetgeen de financiele positie ten
goede zal komen. In het bijzonder de verkoop van dochter
Hollandse Signaal spreekt in dit verband tot de verbeelding. Daarnaast verwachten beleggers veel van de verkoop van een deel van Polygram, welke onderneming
overigens juist wordt versterkt door de overneming van het
Amerikaanse A&M Records, nadat eerder ook al het Britse
Island Records werd overgenomen.
Ook de verzekeringssector ontwikkelde zich sterk. Enerzijds hebben wij hier te doen met een bedrijfstak waarvoor
de waardering relatief laag is, wanneer vergelijkingen worden getrokken met het buitenland. Dit spreekt te meer aan
nu onder meer in Frankrijk een overnamestrijd wordt gevoerd, terwijl ook elders veel belangstelling voor een deelneming in of overname van verzekeringsmaatschappijen
bestaat. Anderzijds spreken naast deze overnameperikelen uiteraard de goede winstcijfers die de verzekeringsmaatschappijen hebben gepubliceerd beleggers aan.
Deze keer was het vooral Nationale Nederlanden dat in de
belangstelling stond.
In de voedings- en genotmiddelensector kon Heineken
zich in een ruime belangstelling verheugen. Met enige
vertraging lijken de goede halfjaarcijfers de beleggers bereiktte hebben. Ook Nutriciawasgevraagd nade publikatie
van de goede halfjaarcijfers. Bij een 17,6% hogere omzet
nam de winst per aandeel met 36% toe.
Ahold was weer in het nieuws vanwege de plaatsing van
twee 3,8%-belangen bij haar college’s Argyll in Engeland
en Casino in Frankrijk. Voor de tegenwaarde ervan, groot
ecu 100 mln., verkrijgt Ahold een belang van 1,5% in Argyll
en van 3,4% in Casino. De transactie lijkt versneld tot stand
te zijn gekomen na de heimelijke verwerving van een
14%-belang door het Duitse ASKO.
Bij de uitgeverijen moest Wolters Kluwer terrein prijsgeven, maar maakte VNU een goede stijging door. De uitstekende winstcijfers vormden hiervoor de directe aanleiding.
Elsevier handhaafde zich op hoog niveau.
911
Japanse economie niet te stuiten________
Terwijl het IMF zijn raming voor de groei van de wereldeconomie enigszins naar beneden heeft bijgesteld, vertoont de Japanse economie een aanhoudend hoge groei.
Keer op keer geeft de Japanse economie blijk van grote
kracht en aanpassingsvermogen. Bedreigingen als een
oliecrisis of een scherp fluctuerende dollarkoers worden
schijnbaar zonder moeite afgeslagen. In de tussentijd is
sprake van een hoge economische groei, die gepaard gaat
met een stabiel prijspeil en grote overschotten op de handelsbalans.
In het eerste kwartaal van dit jaar groeide de economie
met 2,2% hetgeen op jaarbasis een groei van maar liefst
9% zou opleveren. Dit is een reele economische groei, dus
niet opgeblazen door de inflatie, die in Japan overigens
meestal bescheiden is.
De sterke economische groei in het eerste kwartaal moet
overigens worden gezien tegen de achtergrond van de per
1 april ingevoerde verbruiksbelasting. In de maand april
vond, zoals verwacht, dan ook een correctie op de excessieve groei plaats. Inmiddels wordt het trendmatige groeipad weer bewandeld. Dit ligt in het verlengde van de
economische groei die zowel in 1987 als in 1988 iets boven
de 5% lag. De huidige sterke economische ontwikkeling
wordt, in tegenstelling tot die in het verleden, niet primair
ingegeven door de export, maar is veel breder gefundeerd.
Het overheidsbudget vertoont weliswaar een overschot
van 2%, maar de binnenlandse particuliere bestedingen
nemen in hoog tempo toe, mede dank zij de loonsverhogingen. Daarnaast is sprake van een investeringshausse.
Deze houdt deels verband met de vele infrastructurele
werken die in Japan worden uitgevoerd, maar is tevens een
gevolg van de omvangrijke industriele investeringen. Deze
laatste zijn noodzakelijk daar de bedrijven op voile capaciteit draaien. In 1986 werd nog een ‘dieptepunt’ van 90%
voor decapaciteitsbezettinggeregistreerd, maar inmiddels
is deze weer opgelopen tot tegen de 100%. In het tweede
kwartaal van dit jaar hebben de grote ondernemingen naar
schatting circa 5,5% meer gemvesteerd dan in het voorgaande kwartaal, terwijl in het nu lopende kwartaal een nog
eens ruim 6% hoger investeringsniveau wordt verwacht.
Gezien de hoge bezettingsgraad en de aanhoudende groei
van de vraag hoeft men daarbij voor een naderende overcapaciteit niet te vrezen, te meer daar relatief veel investeringen in Japan een gevolg zijn van technologische vernieuwingen.
Het gevaar voor oververhitting van de economie ligt
evenwel op de loer. De op voile capaciteit draaiende binnenlandse economie houdt een dreiging voor de inflatie in,
die wordt versterkt door de oplopende importprijzen. Stijgende olie- en grondstofprijzen in combinatie met een
sterke dollar droegen in juni jl. bij tot een stijging van de
importprijzen met 10% ten opzichte van het voorgaande
jaar. Met enige vertraging kan dit doorwerken in de consumentenprijzen. Daarbij ligt de stijging van de consumentenprijzen door de invoering van de verbruiksbelasting op
een voor Japanse begrippen toch al hoog niveau van rond
de 3%. De Japanse autoriteiten zijn echter erg beducht
voor een verder oplopen van de inflatie en reageerden eind
mei met, voor het eerst in negen jaar, een verhoging van
het disconto tot het naar westerse maatstaven nog steeds
zeerlage niveau van 3,25%. Inmiddels staan de prijzen van
grondstoffen en olie weer onder druk, zodat de dreiging uit
hoofde hiervan al weer afneemt.
Groeiende economische macht
Onder invloed van de stijgende import vertoont het overschot op de handelsbalans een geleidelijke dating. Zo
daalde het overschot in juli, dank zij een met 13% groeien-
912
de import en een vrijwel stabiele export, voor de vijfde
achtereenvolgende maand tot een niveau van $ 6,9 miljard.
Het blijft echter een omvangrijk overschot, waarmee het
land steeds maar rijker wordt. In 1987 passeerde Japan de
Verenigde Staten als het rijkste land ter wereld. In dat jaar
steeg de waarde van de buitenlandse activa met $ 15,4
miljard tot $ 43,7 miljard. Dit bedrag bestaat voor circa de
helft uit financiele activa (effecten e.d.) en voor 30% uit
onroerend goed. Naast de passieve beleggingen in effecten en vastgoed investeert Japan in toenemende mate in
buitenlandse ondernemingen. Aanvankelijk werd vooral
industriele capaciteit opgebouwd in de VS, bij voorbeeld op
het gebied van auto- en elektronicaproduktie. Inmiddels is
Engeland met de blik op 1992 een speerpunt geworden. In
de afgelopen 12 maanden omvatten de Japanse investeringen in Britse bedrijven een bedrag van £ 2,3 miljard
(bijna / 8 miljard), maar voor de komende jaren wordt
verwacht dat dit bedrag zal stijgen tot circa £ 6,5 miljard.
Naast de investeringen in produktiecapaciteit neemt de
grip van Japan op de financiele instituten ook toe. Binnen
Japan zelf vindt een verdere machtsconcentratie plaats
door middel van bankfusies. Internationaal verwerft Japan
in hoog tempo belangen in veelal kleinere gespecialiseerde
instituten, die bij voorbeeld adviseren en bemiddelen bij
fusies en samenwerkingen of die bijzondere projecten, bij
voorbeeld ventures, financieren. Bij dergelijke financiele
instellingen hebben Japanse firma’s strategische belangen
opgebouwd in de VS, Engeland en Duitsland. Overigens
zijn de tien grootste banken ter wereld allemaal Japanse
instituten die een factor 2 1/2 tot 5 groter zijn dan de
grootste Nederlandse banken.
De Internationale macht van Japan komt in toenemende
mate ook naar voren in zijn rol in de schuldenproblematiek.
Niet alleen stelt Japan grote bedragen ter beschikking aan
ontwikkelingslanden in Zuid-Oost-Azie, maar daarnaast
speelt Japan een belangrijke rol in de aanpak van de
problemen waarin verschillende Latijnsamerikaanse schuldenlanden de laatste jaren zijn beland.
Beleggen in Japan
Eendergelijkvoortdurend sterkeren rijker wordend land
is een uitstekend beleggingsgebied. De kracht van de
economie komt tot uiting in een traditioneel sterke valuta.
Yen-obligaties van eerste-klas-debiteuren bieden daarbij
een rendement van rond de 5,5%. Toch hebben buitenlandse beleggers zich de laatste maanden tijdelijk wat
terughoudender opgesteld bij het investeren in Japan.
Schrik over de politieke schandalen die het land teisterden
vormt hiervan de achtergrond. Waarnemers uit Japan wijzen er echter op dat in dit land waar de consensus-gedachte een zo centrale rol speelt, terwijl voorts de politick en het
bedrijfsleven zo verbonden zijn, het regeringsbeleid veel
minder persoonsgebonden is dan in veel andere landen.
Vooral voor Amerikanen en Britten die gewend zijn aan een
de facto twee-partijenstelsel is het moeilijk dit wezenlijke
verschil in maatschappelijke verhoudingen op zijn ware
merites te schatten.
De Japanse aandelenkoersen lijken naar westerse normen dikwijls hoog, maar dat neemt niet weg dat ze iedere
keer hoger blijken te kunnen. Voor een deel zijn de zeer
sterk uiteenlopende koers-winstverhoudingen te verklaren
uit verschillende boekhoudmethoden. Daarnaast vormt de
krachtige winstontwikkeling uiteraard een onderbouwing
voor de stijgende aandelenkoersen.