Ga direct naar de content

De afnemende meeropbrengst van de milieugulden

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: september 14 1989

De afnemende
meeropbrengst van de
milieugulden
Sinds mensenheugenis is de mens
bezig op aarde aanwezige materie te
veranderen. Ertsen, bouwmaterialen en
brandstoffen worden van hot naar her
gesleept. Soms leidt dit tot verspreiding
(‘dilution’, ‘diffusion’) van oorspronkelijk
relatief hoog geconcentreerde ertsvoorraden, soms juist tot het omgekeerde:
onbedoelde, ongewenste plaatselijke
concentraties. Voorts worden de stoffen
zelf veranderd: chemie heet dat.
Laten we eens een voorbeeld nemen: fosfaat. Het begint in een fosfaatmijn, waar het oorspronkelijk nogal diffuus in de oceaan aanwezige fosfaat
zich in een ver verleden als hoog geconcentreerd erts heeft afgezet. Een
van de ontelbare routes uit het kringlooplabyrint is te zien in tabel 1. Er is
geen sector in ons maatschappelijk bestel die zich niet actief met enigerlei
schakel uit de vele denkbare fosfaatketens bezighoudt. Dit voorbeeld moge
aantonen waarom het adagium ‘de vervuiler betaalt’ weliswaar een bruikbaar
discussiehulpmiddel is, maar niet de
sleutel op het slot van de deur, die naar
een paradijselijke toestand leidt.
Dit brengt mij op de volgende stelling:
iedereen moet zich serieuze gedachten
maken over wat zijn doen en laten in de
schakels in de keten voor en na hem
teweeg kan brengen. Er staat niet: iedereen is verantwoordelijk voor… en nog
veel minder: iedereen is aansprakelijk
voor… Deze veel verdergaande desiderata zijn naar mijn mening (en ervaring)
haalbaar noch effectief, soms zelfs contraproduktief. Zo behoort een fabrikant
van lucifers serieuste overwegen hoe hij
zijn lucifers moet verpakken en de gebruiker moet informeren over de risico’s.
Maar zou er nog iemand bereid zijn lucifers te maken als hij aansprakelijk zou
zijn vooralle branden? De lezer vulle zelf
in plaats van ‘lucifers’ een van de elementen uit de reeks in tabel 2 in, en
bepale voor zichzelf waar hij of zij gevoelsmatig de cesuren zou willen aanbrengen.

Het bedrijf als schakel
Een schakel in de ketting waar de
gevolgen van doen en laten in elk geval
serieus worden overwogen, is het (grote) bedrijf. Het bedrijf doet dat soms

omdat het moet (wetgeving), soms uit
autonome (ethische) overwegingen, uit
eigen verantwoordelijkheid dus, soms
om zich de concurrentie van het lijf te
houden (reactief; defensief) of een slag
voor te zijn (offensief, pro-actief) en
soms uit welbegrepen eigenbelang om
het voortbestaan te garanderen (zelf behoud). In de praktijk, mijns inziens ook
in theorie, zijn deze motieven onontwarbaar met elkaar verknoopt; gewicht en
prioriteit verschuiven voortdurend.
Dat bedrijven hun ‘serieuze gedachten’ in daden omzetten moge uit enkele
voorbeelden blijken:
– in Nederland ligt het hergebruik van
industriele afvalstoffen op 60 a 70
procent. Dat van huisvuil ligt op ongeveer 15 procent;
– Hartman, fabrikant van kunststof tuinmeubelen, kondigt luid en duidelijk
Tabel 1. Een van de vele fosfaatketens
Stappen

Karakteristiek

Ertswinning
Ertstransport
Kunstmestindustrie
Distributie
Bemesting
Groeien van het gras
Grazen van de koe
Melkproduktie
Melken
Transport naar
zuivelfabriek
Kaasmaken
Distributie (onder
andere export)
Consumeren en
verteren van kaas
Faecalienproduktie
Faecalien inzameling
(in riool)
Rioolwaterbehandeling
(1e, 2e trap; produktie
van zuiveringsslib3)
Rioolwaterbehandeling
(3e trap; produktie
fosfaatkorrels)
Transport naar
fosfaatindustrie
Produktie van hoogwaardige industriele
fosfaat produkten

Transport
Transport
Chemie
Transport, diffusie
Diffusie
Biochemie
Concentratie
Biochemie
Concentratie
Transport,
Concentratie
Biochemie
Transport,
diffusie
Biochemie
Biochemie
Transport,
Concentratie
Fysica
biochemie,
Concentratie
Chemie,
Concentratie
Transport,
Concentratie
Fysica,
chemie

a. Helaas stop! het verhaal hier meestal bij ontstentenis van derde-traps (chemische) rioolwaterzuivering, zodat het fosfaat in het oppervlaktewater terecht komt en daar aanleiding geeft tot overmatige
algengroei.

905

kwikelektrolyseproces en anderzijds de
tandartsen) komt er kwik in het oppervlaktewater. In de BRD is in de afgelopen jaren veel geld (tientallen miljoenen
D-marken) en veel zorg besteed aan
vork
rekenles
kamillethee het terugdringen van de kwikemissie uit
scheikundeles koffie
tafelmes
de elektrolysebedrijven. Dat is aardig
jenever
autorijles
vleesmes
gelukt, en wel met een factor van meer
tabak
commandoslagersmes
dan 10. Dat is ook ondubbelzinnig terug
training
hasj
stiletto
te vinden in de dramatische vermindekarateles
heroine
ring van zware metalen in het Rijnwater
dat bij Lobith ons land binnenstroomt.
aan een grootdeel van zijn stoelen (de Er worden nu echter geluiden gehoord
afzet is circa 1 miljoen stuks per jaar) over een verplichting om de kwikemisvia zijn dealers naar zijn fabriek terug sie nog eens met een factor 10 omlaag
te halen en tot tuinstoelen te ‘recy- te brengen. Dat zou eerder honderden
clen’. Overigens zou een van de dan tientallen miljoenen kosten. De migrootste ‘recycling’-problemen zijn op- lieuwinst zou circa een half ton per jaar
gelost als er meer van zulke ‘monoli- aan kwikemissie zijn.
Degezamenlijke tandartsen brengen
thische’ produkten bestonden;
– chemische bedrijven nemen sommige een hoeveelheid van 10 a 20 ton kwik
van hun produkten na gebruik weer per jaar in het milieu. De onbekendheid
terug. Dat is niet nieuw; enigerlei vorm van de tandartsen met deze problemavan (re)raffinage houdt het produkt in tiek blijkt even groot als hun bereidheid
kringloop. Dat klanten zulks nu ook er lets aan te doen, hetgeen met de
gaan eisen viel te verwachten. Dat bestaande techniek voor weinig geld en
zo’n vorm van recycling gevaren in moeite mogelijk is. Een paar congreszich bergt toont het geval van een sen, enkele artikelen in vakbladen en
klant die (volgens afspraak) een ge- een paar goede folders (samen voor
bruikte chemische stof terugleverde, een paar miljoen) zouden tien keer
maar daar (niet volgens afspraak) een meer milieuwinst opleveren (gemeten
restje PCB’s in meende te kunnen in tonnen kwik per jaar) dan wat de
kwijtraken. Toch zal de ‘leasing of che- elektrolysebedrijven nog zouden kunnen bereiken voor honderd keer meer
micals’ wel doorzetten;
– in het kader van een overeenkomst kosten. Dit voorbeeld toont dus een
tussen overheid en bedrijfsleven, (wan)verhouding in milieurendement
KWS 2000 geheten, beoogt de Ne- van 10 x 100 = 1.000 tussen twee poderlandse chemische industrie door tentiele maatregelen.
een complex van honderden deelNog een voorbeeld. Na meer dan tien
maatregelen de reeds met een derde jaar moeizaam onderzoek is het goed
gereduceerde
koolwaterstoffen- mogelijk om voor weinig geld fosfaten
emissie voor het jaar 2000 nog eens uit het rioolwater te halen en er een
te halveren; die halvering vraagt /150 herinzetbaar produkt van de maken.
a 200 mln. aan investeringen, ofwel Die fosfaten komen voor een groot deel
ruim / 50 miljoen per jaar aan opera- uit faecalien van mens en dier en vertionele kosten, (de waarde van de dan oorzaken overmatige algengroei. Neniet meergeemitteerde koolwaterstof- derland heeft zich (onder andere in het
fen is daar slechts een fractie van).
verheugend effectieve Rijnoverleg) verplicht om 50% van de totale fosfaatbelasting op het oppervlaktewater door
defosfatering weg te nemen (in hoeverAfnemende meeropbrengsten
re dit genoeg is om aan het buitengewoon onaangename probleem van alKetenbeheer is een zaak van ieder- gengroei een eind te maken laat ik hier
een; het bedrijfsleven wil en zal die in het midden). De waterkwaliteitsbeverantwoordelijkheid niet ontlopen en is heerders (waterschappen, provincies)
op een breed front in beweging. Het hebben een groot aantal scenario’s uitbedrijfsleven is echter minder bedreven gewerkt om dat te realiseren voor het
in het zichtbaar maken van de resulta- gerioleerde huishoudelijke afvalwater.
ten. En dat is jammer, omdatde wet van Kortheidshalve reduceer ik het prode verminderde meeropbrengst daar- bleem tot een keuze uit twee mogelijkdoor zijn moordend werk gaat doen. heden:
Ook te kort schietende bestuurskracht – elke waterbeheerder reduceert zijn
huidige fosfaatlozing met 75%. De
en -flexibiliteit doen het rendement van
de milieugulden dalen en meer in het
kosten zijn / 200 mln. per jaar, dat is
/ 10,50 per inwonerequivalent (een
bijzonder ten offer vallen aan de wet
van de verminderende meeropbrengst.
veel gebruikte eenheid om waterverHet volgende kan als voorbeeld van
ontreinigende lozingen te meten) per
deze stelling dienen. Vanuit twee emisjaar;
siebronnen (enerzijds de produktie van – de besteding van de milieugulden
natronloog/chloor met behulp van het
wordt geoptimaliseerd. Met hetzelfde

Tabel2. In welke mate is de verschaffer
van het produkt verantwoordelijk voor
het gebruik ervan ?

906

resultaat (75% reductie) zijn de kosten / 170 mln. per jaar, ofte wel / 9
per inwonerequivalent per jaar.
Er is gekozen voor de eerste optie
(/ 30 miljoen per jaar), wat 15% duurder is maar bestuurlijk eenvoudiger
door te voeren. lets onvriendelijker geformuleerd: de kwaliteit van onze bestuurskracht staat ons niet toe 15% te
besparen. Na kennisneming van zulke
gevallen is het voor de mensen in de
bedrijven moeilijk hun motivatie overeind te houden; zij zouden hun schaarse middelen (geld en tijd) zoveel liever
inzetten op de gebieden waar de milieuwinst groter en zichtbaarder was.
Milieuzorg verdraagt dit soort situaties niet. Gelukkig zijn er signalen die
wijzen op twee ontwikkelingen naar een
efficienter gebruik van de milieugulden.
Waar in het verleden nogal eens een
deel van de emittenten selectief onder
druk kwam te staan en andere groepen
buiten schot bleven, is thans, zeker in
ons land, de druk in toenemende mate
een afgeleide van de te behalen milieuwinst. De verandering in de manier waarop de agrarische sector bejegend wordt
(en de reactie daarop!) is in dit verband
exemplarisch. Veelal houdt genoemde
verandering tevens een verschuiving in
van weinig grote naar veel kleine vervuilers en uiteindelijk naarde burgers.
De andere ontwikkeling is die van de
letterlijke en figuurlijke grensoverschrijding. Wie zich zorgen maakt om de kwaliteit van onze lucht en meer in het bijzonder om de verzurende SO2- en NOxemissies richte zich op buitenlandse
emittenten: het rendement van zijn milieugulden zal veel hoger zijn. Het aanbod van DM 200 miljoen van West-Duitsland aan Oost-Duitsland, de aanbieding
van een snuffelpaal (compleet met computer) door minister Nijpels aan Polen en
de suggestie van elektriciteitsproducent
N. Ketting om per in Nederland verkochte kWh een zeker bedrag af te zonderen
en elders in te zetten voor (bij voorbeeld
voor herbebossing of rookgaszuivering),
het zijn toch hoogst opmerkelijke gebeurtenissen.

Tot slot______________
Hoe reageert het bedrijf, wat kan het
bijdragen? Ik laat de bijdrage van het
bedrijf op economisch gebied volledig
buiten mijn betoog.
Klassiek is de bijdrage, die het bedrijf
kan leveren op het gebied van logistiek;
het is niet voor niets dat bij de voorbereiding van ‘D-Day’, nu ruim 45 jaar
geleden, hoge generaalsrangen werden bekleed door topmanagers uit het
bedrijfsleven, vooral groot-winkelbedrijven. Het milieu zal operaties vragen, die
quaomvang en ‘impact’niet voor D-Day
onderdoen.

Bedrijfsveiligheidbeeft in vele bedrijven qua organisatie en qua resultaten
grote hoogte bereikt. Zestienhonderd uur
werken in een Nederlands chemisch bedrijf is (op jaarbasis!) ‘safer’ dan de 200
uurdaarbij behorend woon-werkverkeer.
Bij het bedrijf, waaraan ik verbonden
ben, is die factor 8 op jaarbasis of wel 64
op uurbasis. Wie vanaf de openbare weg
defabriekspoort binnengaat, mag zich in
een drastisch verhoogde veiligheid verheugen (in dit gestileerde voorbeeld
64x). Het is daarom niet verwonderlijk,
dat degenen, die verantwoordelijk zijn
voor veilig verkeer, zo nu en dan al een
beroep doen op de geroutineerde veiligheidsdiensten van grote bedrijven. De
arbeidsinspectie heeft officieel meegedeeld haar inspecteurs met hogere prioriteit naar de, tot nu toe minder bezochte,
kleinere bedrijven te zenden. Ik denk, dat
het opstellen van rampenplannen (bij
voorbeeld bij dreigende ‘smog’-overlast)
aan uitvoerbaarheid zou winnen door gebruikmaking van de expertise bij grote
bedrijven.
Op het gebied van energiemanagement heeft de grote Nederlandse Industrie technisch en economisch besparingsresultaten bereikt, die een orde van
grootte verder reiken dan die van overheid enerzijds of burger anderzijds. Los
van de vraag of de oliecrises dit proces
veroorzaakten of alleen maar ‘triggerden’, zien we nu dat, ook bij de huidige
lagere energieprijzen het energie-bewust ontwerpen, bouwen en bedrijven

een tweede instinctieve natuur is geworden. Er heeft een cultuurverandering
plaatsgevonden in de bedrijven als totaal
en in het gedragspatroon van de individuele medewerkers, die zich autonoom,
niet terugdraaibaar voortzet.
Zo’n zelfde proces is in het type bedrijf, waarin ik dertig jaar gewerkt heb,
volop aan de gang. Processen en produkten worden met veel meer oog voor
de wet van behoud van materie, met
veel meer oog voor onze rol in de totale
keten ontworpen en beheerd. Initiatieven vanuit bedrijven tot het bewust sluiten van de keten (ik noemde als enig
voorbeeld die tuinstoelenfabrikant) rijzen als paddestoelen uit de grond.
Ik hoop dat de gegroeide overtuiging
dat er hard gewerkt moet worden om de
aarde voor al die miljardewn mensen
leefbaar te houden, met zich zal brengen, dat klimaat en regelgeving de al
werkzame latente positieve krachten in
de bedrijven verder motiveren en de nog
latente positieve krachten mobiliseren.
Met een variatie op Winston Churchills gezegde aan het begin van die
andere, al eerder genoemde, herculische taak: we have the tools, let’s together finish the job.

H.P. van Heel
De auteur is directeur van Hoechst Holland
N.V., Vestiging Vlissingen en part-time hoog-

leraar in de milieutechniek aan de Faculteit
der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek van de Technische Universiteit Delft.

Auteur