Ga direct naar de content

Economische crises nieuwe stijl

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: februari 11 1998

Economische crises nieuwe stijl
Aute ur(s ):
Meesters, J. (auteur)
Afdeling Monetair en Economisch Beleid van De Nederlandsche Bank.
Ve rs che ne n in:
ESB, 83e jaargang, nr. 4139, pagina 131, 13 februari 1998 (datum)
Rubrie k :
Uit de vakliteratuur
Tre fw oord(e n):
monetair, azië-crisis

De recente valutacrisis is in een flink aantal Aziatische landen uitgemond in een economische crisis. In tegenstelling tot de LatijnsAmerikaanse schuldencrisis begin jaren tachtig sproten de problemen niet voort uit het macro-economische beleid, maar veeleer uit
de financiële sector. Macfarlane (governor van de Reserve Bank van Australië) constateert in BIS Review dat een nieuw soort
economische crisis is ontstaan, die ook in landen buiten de Aziatische regio herkenbaar is 1.
In de traditionele benadering zijn economische crises het uitvloeisel van een te ruim monetair beleid en een te expansief budgettair beleid
2. De hieruit voortvloeiende inflatie leidt via een verslechterende concurrentiepositie tot lopende-rekeningtekorten en eindigt met een
ineenstorting van de munt. De Azië-crisis wijkt echter af van deze ´klassieke´ betalingsbalanscrisis. Hoewel sommige landen gezien hun
lopende rekeningpositie een inadequaat macro-beleid voerden, is de hoofdoorzaak van de Azië-crisis, evenals in sommige
geïndustrialiseerde landen gedurende dit decennium, niet gelegen in een slecht macro-beleid.
De wortels van de crisis liggen in een periode van voorspoed: hoge bbp-groeicijfers, die samenvallen met uitbundige kredietverstrekking.
Veel van dit geld komt terecht in de onroerend-goedsector, op de aandelenmarkt en bij bedrijven die dit kapitaal onvoldoende productief
aanwenden. Het eenmaal in gang gezette zichzelf versterkende proces van vermogensprijsstijgingen en kredietverlening resulteert
vervolgens in een speculatieve luchtbel in de prijsvorming. Een toestroom van buitenlands kapitaal versterkt dit proces. Buitenlands
kapitaal is evenwel niet noodzakelijk voor het ontstaan van een prijsopdrijvend proces, zoals de financiële crises in Japan en Scandinavië
hebben aangetoond.
Het prijsopdrijvende proces kan echter ineens omkeren in geval van een ongunstige ontwikkeling. Voor Zuidoost-Azië was dit de
vaststelling dat de Thaise baht was overgewaardeerd. Dit leidde tot een terugtrekking van kapitaal met een depreciatie en een val van de
activaprijzen als gevolg. De faillissementen en waardedalingen van onroerend goed en aandelen zadelen banken op met slechte leningen.
Indien banken bovendien leningen zijn aangegaan in buitenlandse valuta, zullen de rentebetalingen en aflossingen uitgedrukt in lokale
valuta door de depreciatie toenemen. De solvabiliteit van het gehele bankwezen komt hiermee in het geding. Banken zullen vervolgens
uiterst terughoudend zijn met het verlengen van bestaande kredieten, laat staan het verstrekken van nieuw krediet. Door deze
kredietrantsoenering kan de financiële crisis zich uitbreiden tot een economische crisis.
Macfarlane concludeert dat voor een duurzame economische groei daarom naast een goed macro-beleid een goed beleid ten aanzien van
financiële stabiliteit eveneens onontbeerlijk is. De door de Azië-crisis getroffen landen hebben een gebrekkig toezicht op het bankwezen
en een nauwe overheidsbemoeienis met de kredietverlening van het bankwezen met elkaar gemeen. Krugman laat echter zien dat
kredietbeleid dat sterk verweven is met het prijsopdrijvende proces in het geval van impliciete overheidsgaranties voor een bank toch
rationeel kan zijn 3. Immers de garanties creëren een situatie van ‘moral hazard’ en in dat geval kunnen beleggers en banken een
risicovoller gedrag vertonen. In de recente IMF-arrangementen nemen hervormingen in de financiële sector en de beperking van
overheidsbemoeienis bij kredietverlening dan ook een prominente plaats in bij de overeengekomen maatregelen.
Door de grote onderlinge verwevenheid tussen het monetaire beleid en het toezicht op financiële stabiliteit acht Macfarlane een nauwe
afstemming tussen deze twee taken vereist. De uitspraak van Greenspan over de ‘irrational exuberance’ op de aandelenmarkten kan in het
kader van dit beleid worden gezien.
In de analyse van Macfarlane ontbreken terecht financiële deregulering en vrij kapitaalverkeer als verklaring voor de huidige crisis. Een
veelgehoord commentaar ter verklaring van de Azië-crisis is dat de instabiliteit lijkt toe te nemen met de deregulering van financiële
markten. Hoewel dit plausibel lijkt kunnen de getroffen Zuidoost-Aziatische landen bepaald niet als volledig gedereguleerd worden
gekenschetst. De twee minst gereguleerde Aziatische landen, Hongkong en Singapore, zijn daarentegen niet in een economische crisis
beland. Daarnaast duiden de bankencrises in de geïndustrialiseerde landen erop dat een crisis ook zonder buitenlands kapitaal kan
ontstaan. De toestroom van buitenlands kapitaal kan het hiervoor beschreven prijsopdrijvende proces dat tot de crisis leidt echter wel
versterken. De les die getrokken dient te worden uit de financiële crises van het afgelopen decennium is de noodzaak om een
prijsopdrijvend proces te voorkomen en daarmee financiële stabiliteit te waarborgen

1 I.J. Macfarlane, The changing nature of economic crises, BIS Review, 16 december 1997, blz. 1-6.

2 P. Krugman, A model of balance of payments crises, Journal of Money, Credit, and Banking , augustus 1979, blz. 311-325.
3 Zie What happened to Asia? op http://web.mit.edu/krugman/www/DISINTER.html

Copyright © 1998 – 2003 Economisch Statistische Berichten ( www.economie.nl)

Auteur