Ga direct naar de content

De verdeling van hulpbronnen over toekomstige generaties

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juli 13 1989

De verdeling van
hulpbronnen over
toekomstige generaties
In ESB van 3 mei vraagt collega
Heertje terecht aandacht voor het
vraagstuk van de verdeling van de beschikbare natuurlljke hulpbronnen tussen de thans levende mensheid en
onze nakomelingen. Om het zeer grote
belang van een bevredigende oplossing van dit vraagstuk te onderstepen,
neb ik in deze notitie de eenvoudigst
denkbare versie waarin het zich voordoet samengevat. De veronderstellingen die in deze versie gemaakt zijn, zijn
de volgende:
– de wereldbevolking is al gestabiliseerd: het bevolkingsvraagstuk is
opgelost;
– als doel van de te volgen politiek
wordt gesteld de consumptie op het
huidige peil CQ te houden voor alle
volgende generaties, waarbij de 0
voor het jaar 0 staat.
Dit houdt in dat het vraagstuk van de
verdeling (nationaal en internationaal)
ook als reeds opgelost wordt beschouwd, bij voorbeeld doordat de hogere overdrachten aan ontwikkelingslanden gefinancierd worden uit verlagingen van de militaire uitgaven. Dan
blijft als politiek probleem over door welke maatregelen de consumptie CD voor
alle volgende generaties kan worden
gehandhaafd, uitgaande van een hoeveelheid Ho natuurlijke hulpbronnen
beschikbaar aan het einde van het jaar
f = 0.
In het jaar 0 wordt nog een hoeveelheid ho van hulpbronnen gebruikt, om
er CD consumptiegoederen van te produceren. De produktiviteit van de hulpbronnen is dan dus co//?o = po- Door
de technische ontwikkeling wordt die
hoeveelheid voor elk jaar r een factor /
lager dan in het voorafgaande jaar f -1:
ht=fh,-i
(1)
zodat hi = f ho, hz = f ho, enzovoort.
Door alle toekomstige generaties wordt
dan gebruiktI = / 7 0 f ‘ = ho I (1-0
,
(2)
en dit zou gelijk moeten zijn aan Ho:
/io/(1-n=Wo of ho = C-f)H0(3)
Als bij voorbeeld de factor f = 0,976,
wat voor de arbeidsproduktiviteit over
de laatste 27 jaar geldt1, en nu dus aangenomen wordt ook voor de natuurlijke
hulpmiddelenproduktiviteit te gelden,
zou
ho = 0,0245 Ho of Ho = 41 h0 (4)

ESB 12-7-1989

Dit zou betekenen dat in het jaar 0 niet
meer dan 1 /41 van de aan het einde van
dat jaar beschikbare natuurlijke hulpmiddelenvoorraad gebruikt zou mogen zijn.
Deze beperking zou voor het gemiddelde individuele verbruik meevallen (dat
wil zeggen minder behoeven te zijn) als
de bevolking kleiner zou worden of als de
technische vooruitgang sneller zou
gaan, als voor ontwikkelingshulp minder
nodig zou zijn dan wel als door exploratie nieuwe reserves aan natuurlijke hulpmiddelen zouden zijn gevonden.
De noodzakelijke beperking zou daarentegen sterker moeten zijn, dus tegenvallen, als de bevolking groeit, als de
technische vooruitgang tegenvalt, als
meer ontwikkelingshulp nodig zou zijn of
als de exploratie geen nieuwe natuurlijke hulpmiddelenreserves zou opleveren.
De getallen 0,0245 en 41 zijn maar
voorbeelden en de werkelijke waarden
van HO en f moeten nog door heel wat te
verrichten onderzoek worden benaderd.
Zij illustreren echter wat voor leefregels
in acht zouden moeten worden genomen
om toekomstige generaties niet ‘in de
kou’ te laten staan. Deze leefregels zijn:
– de bevolking constant houden;
– de technische ontwikkeling op het
peil van f voortzetten;
– de ontwikkelingshulp zodanig verhogen dat voor potentiele migranten in
nun eigen land werk wordt aangeboden tegen voldoende aantrekkelijke
arbeidsvoorwaarden en lonen; en
ten slotte
– de exploratie van nieuwe natuurlijke
hulpmiddelen voortzetten.
Dit zijn leefregels die veel psychische
en intellectuele inspanning vergen. Die
inspanning kan alleen opgebracht worden als de gevolgen van het niet naleven
van deze regels beseft worden. Die gevolgen kunnen zijn dat bij voorbeeld de
vijfde generatie na de onze in voedselnood komt of maar voor een kind voldoende consumptiegoederen kan produceren of een overstroming in de relatief welvarende continenten met mensen
uit de armere continenten.

J. Tinbergen
1. Zie I.B. Kravis, World product and income;
international comparisons of real gross product, Johns Hopkins University Press, Baltimore en Londen, 1982, biz. 344, 345.

Auteur