Ga direct naar de content

De ,,top 100

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juli 10 1985

De ,,top 100″ van Beursplein 5
DR. C.J. PRINS*

Voor het tweede achtereenvolgende jaar wordt een systematische analyse gepresenteerd van de
ontwikkelingen op de Nederlandse aandelenmarkt. In vergelijking met vorig jaar zijn nu geen vijftien,
maar twintig variabelen per fonds gehanteerd, terwijl het aantal geanalyseerde aandelen is gestegen
tot 102. De groepsindeling is vereenvoudigd door nog slechts de categorieen groeiaandelen,
bijzondere aandelen, kwaliteitsaandelen en speculatieve aandelen te onderscheiden. Batenburg, vorig
jaar lijstaanvoerder, is gezakt naar de 26ste plaats. Nieuwe koploper is de nummer 9 van vorig jaar,
Riva. De grote veranderingen in de top – zeven fondsen zijn uit de toptien gevallen – geven aan dat
de beste ,,overall performers” van het afgelopen jaar niet automatisch de beste beleggingskeus voor
het komende jaar zijn. Toch lijkt het mogelijk op basis van de gegevens in dit artikel een
beleggingsportefeuille samen te stellen die het beter doet dan de ANP/CBS-beursindex ,,algemeen”.

Inleiding
Evenals vorig jaar 1) is weer een poging gedaan om de meest
verhandelde aandelen aan een nadere analyse te onderwerpen,
ten einde enige ordening aan te brengen in de vele gegevens die
over de Nederlandse aandelen bekend zijn. In vergelijking met
vorig jaar is de dataverzameling uitgebreid. Hoewel een aantal
fondsen om diverse redenen is verdwenen, is het opgenomen
aantal gestegen tot 102. Daarnaast is de varieteit aan gehanteerde variabelen toegenomen. In de huidige analyse zijn twintig
kencijfers gehanteerd, die op zich weer opgebouwd zijn uit een
groot aantal gegevens 2). Een beter inzicht in de structuur binnen
de dataverzameling wordt hierdoor nagestreefd.

van principale-componentenanalyse enige datareductie toe te
passen met behoud van zoveel mogelijk informatie. Op deze manier worden de mogelijke structuren binnen de dataset wat inzichtelijker. Veel gegevens hebben op het verleden betrekking,
sommige echter betreffen de toekomst, zoals de winstverwachtingen voor 1984 en 1985. De resultaten zijn in label 1 samengevat en in de appendix de belangrijkste factorladingen per principale component.
Tabel 1. Resultaten van de principale-componentenanalyse
(varimax-rotatie)
Verklaarde
variantie
in procenten

Principale

De bruikbaarheid van de top 90 van vorig jaar
De meeste hooggenoteerde aandelen uit de top 90 van vorig
jaar hebben een zeer goed jaar achter de rug. Van een enkel aandeel center was het resultaat minder goed. In de loop van 1984
kwam er van een tweetal fondsen negatieve informatie, waardoor het koersresultaat tegenviel. Dit gold voor de Scheepshypotheekbank, maar in mindere mate ook voor de ABN. Desondanks zou de waardestijging van een belegging waarin de 10
,,beste” fondsen gelijkelijk voorkomen, de stijging van de
ANP/CBS-index ,,algemeen” over de periode begin januariultimo december met 1 “/a overtreffen, daarbij afgezien van het
– overigens hoge – dividend. Een gelijke verdeling over de 10
,,beste-groei aandelen” zou deze index met bijna 7% geslagen
hebben. In beide gevallen is, omdat er geen tussentijdse transacties plaatsvinden, een vergelijking van het statische bezit met de
index geoorloofd. Hiermee is natuurlijk geen diepgaande analyse gegeven, maar wel blijkt de bruikbaarheid voor het feitelijke
belegginsbeleid, zeker als we problemen verdisconteren die vele
portfolio-managers hebben met het bijhouden van de index. Het
resultaat kan nog sterk worden verbeterd door een goede timing
van aan- en verkopen, bij voorbeeld met behulp van charttechnieken.
De grote lijnen voor 1984
Evenals vorig jaar is in eerste instantie gepoogd door middel
708

component
1
2
3
4
5
6
7

in procenten

Benaming
Inkomensrisico

Herstelkracht
Winststabiliteit

Koerspotentie
Marktgevoeligheid
Ontwikkeiing in
koersstabiliteit
Groeikracht

Gecumuleerde
verklaarde
variantie

29
12
11
9
7

29
41
52
61
68

6
6

74
80

Een duidelijk nieuwe principale component is de ,,herstelkracht”. Aangezien slechts de jaarresultaten van 1983 bij het afronden van de dataverzameling aanwezig waren voor alle aandelen, geeft dit het herstel van het Nederlands bedrijfsleven aan in
1983. Het is niet opmerkelijk dat met 7 principale componenten
nu 80% van de variantie wordt verklaard tegen 90% vorig jaar,
omdat het aantal variabelen van 15 is toegenomen tot 20! In wezen wil dit zeggen dat we met 35 % van de data nu 80% van de variantie hebben verklaard. Dat is een beter resultaat dan de 90%
die vorig jaar met 45% van de data werd bereikt. Een sterke verschuiving in de principale componenten kan niet worden ge-

* De auteur is werkzaam als directeur van NV Interbeheer en 1TEC Ver-

mogensbeheer BV te Den Haag en als zodanig verantwoordelijk voor het
beleggingsfonds Esmeralda.
1) C.J. Prins, Negentig Nederlandse aandelen op een ,,rijtje” gezet,
ESB, 8 augustus 1984, biz. 712-715.

2) De dataverzameling werd beeindigd per 31-12-1984.

Tabel 2, De 10 hoogst en de 10 laagst scorende fondsen per principals component, met factorscore
Hoogste scores
Inkomensrisico

(laag)

Herstelkracht
(groot)

Koerspotentie

Ontw. in koersstabiliteit
(positief)

Marktgevoeligheid

(groot)

Winststabiliteit
(hoog)

(laag)

Groeikracht
(hoog)
.98 Giesen-de Noord

2.84 Palthe
.91 Macintosh

.47 Riva

4.92 Blyd.-Willink

.35 Wereldhave

1.39VMF

3.24 Holl.Kloos

.25 Ron. Olie

2.85 Nijverdal T.C.
2.82 Macintosh
2.61 Riva
1 .86 Nutricia
1.45 Schuitema
1.43 Ver. Glas
1.01 Nierstrasz
0.85 AKZO

.28 ABN

1.27 Hoogovens

.22 Stad Rotterdam
.19 Amev
.17CBM
.16Kon. Olie
.12 Beers’ Zonen
.12 Nat. Nederl.
.09 Rommenholler

1.16 Riva
1 .00 Proost & Brand!
0,84 Rommenholler
0.84 KNP

2.29 Nierstrasz
2.04 Proost & Brandt
2.02 Riva
1 .89 Emba
1 .78 Wereldhave
1.69Cred. Lyonais

0.81 Fokker

.03 Reesink

0.75 Econosto

Herstelkracht

Winststabiliteit
(laag)

Koerspotentie
(gering)

Marktgevoeligheid

Ontw. in koersstabiliteit

Groeikracht

(hoog)

(negatief)

(gering)

-2.64 Hoogovens

-5 .04 Schuttersveld
-4.89 Bos Kalis
-2.47 Cred. Lyonnais
-2.47 Meneba
-1.87 HAL
-1.68 Pont
-1.62Furness
-1.40Nagron

– .72Wegener
– .60VMF

-1.38KBB

– .31 Blyd.Willink

-0.78 Nedlloyd
-0.78 Reesink

-1.15 Emba

– .28 Meneba

-0.69 Rommenholler

.17 Batenburg
,15 Beers’ Zonen
.14HBG

.13 Ver. Glas
.13 Ceteco
.09 IHC Caland
.06 Rommenholler
0.95 Reesink

0.78 HBG

0.78 Ceteco
0.77 Twijnstra&Gudde

.95 Amev

.55 Volker Stevin
.43 Wyers

.40 Emba
.38 Nijverdal T.C.
.18 Proost & Brandt
.18 Blyd.-Willink
.16 Chamotte Unie
.09 Holl. Kloos

1 .62 Koppelpoort

1.61 Batenburg
1.35 Landre&Gl’man

.94 Nierstrasz
.90 AHOLD
.85 AEGON

.68 Nat. Nederlanden
.49 Riva
.49 HAL
.38 Proost & Brandt

.34 Bos Kalis

Laagste scores
Inkomensrisico
(hoog)
-3.10Schuttersveld
-2.43 Wyers

-2.39 Chamotte Unie
-2.30 Hoogovens
-2.21 CKK
-2.16Holec
-1.68VMF
-1.68 Meneba
-1.64 Pont

-1.63 Palthe

(gering)

-1.79 Bos Kalis
-1.76 HAL
-1.67 Cred. Lyonais
-1.67 Holl. Kloos

-2.42 Wyers

-1.30FGH

-2.36 Proost&Brand
-2.35 Schuttersveld
– .98 Blyd. Willink
– .86 Holl.Kloos
– .85 Palthe
– .70 HAL

-1.27Nedlloyd
-1.26Goudsmit

– .52 WUHB
– .40 KNP

-1.63 Pont
-1.43 WUHB

-1.35 Boer

constateerd. Zo nam het inkomensrisico vorig jaar 28% voor
zijn rekening tegen 29% nu. Het aantal principale componenten
is beperkt tot die welke minimaal 5% van de variantie kunnen
verklaren. Bij 20 variabelen is dat het uiterste criterium om nog
te kunnen spreken van datareductie. Dit resulteerde evenals vorig jaar in het opnemen van 7 principale componenten.
Wederom zijn de scores van de aandelen op de diverse factoren berekend. Deze zijn voor de 10 hoogst en de 10 laagst scorende fondsen in label 2 samengevat. Hierbij zij in herinnering gebracht dat deze factorscores normaal verdeeld zijn met een gemiddelde 0 en een standaardafwijking van 1. De meeste aandelen die vorig jaar in deze label voorkwamen zijn ook nu weer

aanwezig. Het is ondoenlijk om alle afwijkingen t.o.v. vorig jaar
op le sommen; vandaar dal slechls enige uilschielers worden

aangeslipl. Bij de faclor ,,herstelkracht” zien we de drie textielbedrijven Blijdenstein-Willink, Nijverdal len Cale en Macinlosh
broederlijk bijeen! Opvallend is hel veelvuldig voorkomen van
Vereenigde Glas bij de 10 hoogsl scorende aandelen. Verder zien

– .60 Verto Cert.

– .49VanBerkel
– .47 Pakhoed
– .46 Furness

– .42 Hoogovens
– .32 Nijverdal T.C.

-6.44 Bos Kalis
-2.86 Schuttersveld
-1.51 Grasso
-1.46 Sanders
-1.20 Boer
-0.97 Gamma
-0.79 Goudsmit

-4.85 Schuttersveld
-2.17 Volker Stevin
– .97 Nijverdal T.C.
– .51 Wyers

– .47 Meneba
– .39 Hoogovens

– .31 Sanders
– .29 Koppelpoort

– .27 Emba
– .25 CKK

we dat Hoogovens, vorig jaar nog op de een na laagste plaals, nu
op een na hoogste posilie inneeml bij de faclor ,,koerspotenlie”.

Door hel inzakken van hel resullaal in 1983 heefl Balenburg de
hoge posilie van vorig jaar niel kunnen handhaven. Slechls hel
inkomensrisico (hel dividend bleef ondanks de winsldaling op
peil!) bleef uilersl laag.
De 7 scores op de principale componenien zijn gesommeerd en
door 7 gedeeld ten einde een eindtolaal le krijgen, zodal een
,,lop 100″ kon worden samengesleld. In label 3 zijn de 102 fondsen gerangschikl naar gemiddelde score. Bovenaan de lijsl prijkt
dil jaar Riva (vorig jaar: 9), lerwijl Balenburg is gezakl van de
eerste posilie naar de 26e plaals! Door de hoge plaatsen van Vereenigde Glas en Nierslrasz, waarvan de laatste vorig jaar niel
werd opgenomen, is er nogal wat bij de eerste 10 veranderd. Zo
vinden we de Nederlandse Scheepshypotheekbank, die momenleel moeilijke lijden doormaakl en hel dividend zelfs gepasseerd
heefl, niel meer lerug. Ook moesl Desseaux bijna 20 plaatsen lerug. Daarentegen komen we de middenmolor AHOLD nu in de

Tabel 3. Rangordening van 102 Nederlandse aandelen op grond van 7principale componenten
Rangnr. Waardering
1
1,29
2
3
4
5
6
7

8
9
10
11
12

13
14

15
16
17

18
19
20
21
22
23
24
25
26

0,79
0,76
0,67
0,67
0,64
0,61
0,56
0,52
0,52
0,52
0,51
0,49
0,49
0,49
0,48
0,48
0,47
0,46
0,43
0,43
0,42
0,42
0,42
0,41
0,41

ESB 17-7-1985

Fonds

Rangnr. Waardering

Riva

27

Amev
Verenigde Glas
Kon. Olie

28

Nat. Nederlanden
Aegon
Nierstrasz

Unilever
Ahold
Ceteco
Twentsche Kabel
Kluwer

Stad Rotterdam
CSM
ABN
Bols
Wereldhave

Wessanen
Rommenholler
Koppelpoort

Macintosh
Beers’ Zonen
Heineken

Wolters Samson
Twijnstra & Gudde
Batenburg

29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42

43
44

45
46
47
48
49
50
51
52

0,38
0,38
0,35
0,34
0,34
0,34
0,33
0,31
0,27
0,27
0,27
0,25
0,24
0,22
0,21
0,21
0,20
0,20
0,19
0,15
0,14
0,13
0,13
0,13
0,12
0,11

Fonds

Rangnr. Waarde- Fonds
ring

Nutricia
HBG
Telegraaf
Desseaux
Blydestein-Willink
Reesink
ARM

53
54
55
56
57

Landre & Gl’man
Holl. Kloos
Scheepshyp. Bank
Ubbink
Proost & Brandt
ACF-Holding
Fokker

58
59
60
61
62
63
64
65
66
67
68
69

Elsevier-NDU

70

VRG
Gamma
Schuitema
Amro
Naarden
Econosto
Hoek-Loos
Philips

71
72
73
74
75
76
77

Eriks

IHC Caland
VNU

0,10
0,10
0,09

0,09
0,05
0,04
0,03
0,01
0,00
-0,02
-0,04
-0,05
-0,06
-0,07
-0,07
-0,08
-0,10
-0,13
-0,14
-0,15
-0,17
-0,22
-0,27
-0,29
-0,30

Audet
Pakhoed
NMB
Burgman Heybroek
Norit
KNP
KLM
Gist-Brocades

Oce v.d. Grinten
Giesen-de Noord
Nijverdal Ten Gate
Bredero VB
Borsumij Wehry
AKZO

Deli-Mij
Smit Internationale
Emba
Biihrmann-Tetterode

Van Ommeren
Hagemeijer
Grasso
Palthe
Otra
Furness
VMF

Rangnr. Waarde- Fonds
ring
78
79
80
81

82
83
84
85
86
87

88
89
90
91
92
93
94
95
96
97
98
99
100
101
102

-0,31
-0,34
-0,37
-0,40
-0,40
-0,42
-0,43
-0,47
-0,52
0,54
-0,54
-0,58
-0,63
-0,66
-0,67
-0,76
0,76
-0,84
-0,89
-0,95
-0,%
-1,05
-1,06
-1,83
-2,50

Verto Cert.
HAL
Van Dorp

Nagron
Nedlloyd
Sanders
KBB

Wegener
Chamotte Unie

Goudsmit
Cred. Lyonnais Ned.
Volker-Stevin
Boer Drukkerij
Internatio Muller
FGH
van Berkel

Wyers
WUHB
Hoogovens

CKK
Holec
Pont
Meneba
Bos Kalis
Schuttersveld

709

Tabel4. De 10grootste mutaties in de ,,top 100″ van 1984 ten

opzichte van 1983
Stijgers

Dalers

Mutatie

Proost & Brandt
AHOLD

Blydestein-Willink

Nutricia

+ 33
+ 29

Heineken
Vereenigde Glas
Wessanen
KLM
KNP
Fokker

Mutatie

Bos Kalis
Sanders
Bredero VB
Scheepshypotheekbank
Hoek-Loos
Meneba
Smit Internationale

+ 42
+ 39

+ 27
+ 27
+ 26
+ 23
+ 22
+ 22

-41
-33

-29
-28
-26
-25
-24
-23
-21
-20

Furness

Deli-Mij
Nagron

hoogste regionen tegen. Een aardig beeld geeft de lijst met grootste veranderingen van die aandelen die ook vorig jaar werden opgenomen (label 4).
In de top 10 van de sterkst stijgende fondsen vallen de categorieen ,,levensmiddelen” (AHOLD, Nutricia en Wessanen) en
,,papier” op (KNP en Proost & Brandt), terwijl bij de dalers het
,,onroerend goed” (Bos Kalis, Bredero VB en Nagron) en de
,,scheepvaart” (Scheepshypotheekbank, Smit en Furness) een
opmerkelijke plaats innemen. Tabel 4 geeft hiermee een goed
beeld van de vele veranderingen die zijn opgetreden, hoewel de
beste 10 en de 10 laagst scorende aandelen ook een groot aantal
oude bekenden in hun midden hebben.

Tabel 5. Groepsindeling van 102 Nederlandse aandelen
Groep 1
Groeiaandelen

Groep 2

Groep 3

Groep 4

Bijzondere aandelen

Kwaliteitsaandelen

Speculatieve aandelen

-1,67

-0,70
-1,26
-1,48
+ 1,03

Groeikracht

-0,26

-0,97
-1,26
+ 1,21

+ 0,69
+ 0,06
+ 0,30
+ 0,25

Winststabiliteit

-0,44
+ 0,91
+ 0,45
-0,55
-0,87

+ 0,71
-0,22

-0.57
-0,06

Ontwikkeling in
koersstabiliteit

+ 0,71

+ 0,45

-0,25

-0,57

Gemiddelde score op

Inkomensrisico
Herstelkracht
Koerspotentie
Marktgevoeligheid

Fondsen

-0,60
-0,76

7. Nierstrasz
21. Macintosh

74. Palthe
85. Wegener

27. Nutricia

86. Chamotte Unie

31. Blydestein-Willink

89. Volker Stevin
91. Internatio-Muller
92. FGH
93. Van Berkel
94. Wyers
95. WUHB

41. Proost & Brandt
43. Fokker
47. Schuitema
49. Naarden
54. Pakhoed
58. KNP
59. KLM

62. Giessen-de Noord
63. Nijverdal Ten Cate
65.
66.
72.
75.
77.

Borsumij Wehry
Akzo
Hagemeijer
Otra
VMF-Stork

78. Veto Cert

96.
97.
98.
99.

Hoogovens
CKK
Holec
Pont-Houthandel

100. Meneba
102. Schuttersveld

1.
2.
3.
4.

Riva
Amev
Vereenigde Glas
Kon. Olie

5. Nationale Nederlanden

6. Aegon
8. Unilever
9. Ahold
10. Ceteco
Il.TwentscheKabel

12. Kluwer
13. Stad Rotterdam
14. CSM
15. ABN

16. Bols
17. Wereldhave
18. Wessanen

19. Rommenholler
20. Koppelpoort

22. Beers’ Zonen
23. Heineken
24. Wolters & Samson

25.Twijnstra&Gudde
26. Batenburg
28. HBG

29. Telegraaf
30. Desseaux
32. Reesink
33. ARM

34.
35.
36.
37.
39.
40.

Eriks
IHC Caland
Landre & Gl’man
VNU
Scheepshypotheekbank
Ubbink

42. ACF-Holding

44. Elsevier NDU
45. VRG
46. Gamma
48. Amro

50. Econosto
51.Hoek-Loos
52. Philips
53. Audet
55. NMB
56. Burgman Heybroek
57. Norit

60. Gist-Brocades
61. Ocev.d. Grinten
64. Bredero VB
67. Deli-Mij
68. Smit Internationale
70. Biihrmann Tetterode
71. Van Ommeren

73. Grasso
76. Furness

80. Van Dorp
82. Nedlloyd

710

38. Hollandia Kloos
69. Emba
79. HAL
81. Nagron

83. Sanders
84. Kon. Bijenkorf
87. Goudsmit
88. Credit Lyonnais Ned.
90. Boer Drukkerij
101. Boskalis Westminster

Een typering in samenhangende groepen

De informatie die besloten ligt in de 7 principale componenten
kan ook nu weer worden gebruikt om de 102 fondsen te clusteren
in samenhangende groepen, die elk gekarakteriseerd kunnen
worden door een specifiek kenmerk. Dat aantal clusters is genomen waarbij een maximale variantie optrad in de gemiddelde
factorscores over de cluster. Op grond van de gemiddelde scores
op de 7 principale componenten kunnen we deze clusters benoetnen. De grootste groep is die van de ,,kwaliteitsaandelen”.
Daarnaast konden nog onderscheiden worden de ,,groeiaandelen” met hoge scores op de factoren ,,herstelkracht” en
,,koerspotentie”, vervolgens de ,,bijzondere aandelen” met een
hoge score op ,,groeikracht” en een gunstige ,,ontwikkeling in
koersstabiliteit” en ten slotte de ,,speculatieve aandelen”. Alle
aandelen zijn in tabel 5 opgenomen in kwaliteitsvolgorde.
Conclusie

Indien de aandelenportefeuille wordt samengesteld uit de 10
hoogst genoteerde fondsen uit de categorie ,,kwaliteitsaandelen” dan is wederom de kans groot dat de ANP/CBS-index Algemeen wordt verslagen. Hetzelfde geldt ook voor de categorie
..groeiaandelen”, hoewel daar de risico’s aanzienlijk groter

zijn, maar ook de kans op een hoger rendement zoals de evaluatie van vorig jaar liet zien! Dit geldt in versterkte mate voor de
,,bijzondere aandelen”. Echt gokken wordt het bij de meeste
aandelen uit de categorie ,,speculatieve fondsen”. Een redelijke
mate van spreiding kan de risico’s echter wel wat verminderen.

Bij de evaluatie van de resultaten na een half jaar is het goed
te bedenken dat de meest recente informatie datgene was dat bekend was per ultimo 1984. Overigens bleek ook vorig jaar het recente nieuws maar voor enkele aandelen belangrijke gevolgen
gehad te hebben (Bos Kalis, Scheepshypotheekbank en bij voorbeeld Fokker). Recente informatie over de jaarresultaten van
1984 leert bij voorbeeld dat voor Batenburg, de winnaar van vorig jaar, komend jaar een wat hogere positie weer in het verschiet
ligt. Ook nu weer blijkt dat de toegevoegde waarde van de meest
gangbare toekomstverwachtingen relatief weinig voorstelt. De
factor ,,koerspotentie” bij voorbeeld neemt nog geen 10% van
de informatie van de dataset voor zijn rekening. Het proces van
waarderen en evalueren houdt derhalve niet bij een momentopname op. Toch geven dergelijke analyses enerzijds een goede algemene kwaliteitsbeoordeling en anderzijds een richtlijn voor
wat meer gerichte acties voor de samenstelling van een aandelenportefeuille.
C.J. Prins

Appendix

Belangrijkste factorladingen per principale component
Variabele

2

Inkomensrisico

Herstelkracht

3
Winststabiliteit

4

5

Koerspotentie Marktgevoeligheid

6
Ontwikkeling in

7
Groeikracht

koersstabiliteit
Gem. koers/winstverhouding 1977-1983
Variatiecoefficient dividend 1977-1983
Aantal jaren met netto verlies 1977-1983
Gem. pay-out 1977-1983
Gem. dividend 1977-1984
Groei winst per aandeel
Netto winst t.o.v. eigen vermogen
Variatiecoefficient koers/winstverhouding 1977-1983
Variatiecoefficient winst per aandeel
1977-1983

Koers/winstverhouding 1984
Koers/winstverhouding 1985

Beta-coefficient
Omzetgroei 1977-1983
Regressiecoefficient verhouding hoogste
koers/laagste koers 1979-1984

0,91
0,84
0,82
0,80
0,85
0,80
0,71
0,81
0,65

-0,50
-0,70
-0,90

0,69
-0,81

Auteur