Ga direct naar de content

Conjunctuurbericht november 1990

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: november 14 1990

november 1990

Conjunctuurbericht
Centraal bureau voor de statistiek

Samengesteld door de hoofdafdeling Nationale rekeningen

Uit de gegevens die de laatste maanden beschikbaar zijn gekomen, blijkt dat de industriele ondernemers en de consumenten pessimistischer in hun oordeel zijn geworden. Bij de ondernemers geldt
dit de orderpositie en bij de consumenten hun oordeel over de economische situatie en de koopbereidheid. Een dergelijke trend is in de beschikbare realisatie-cijfers over recente economische
ontwikkelingen niet duidelijk waarneembaar. Hierbij moet worden aangetekend dat deze cijfers uiteraard met enige vertraging beschikbaar komen. Bij net bruto binnenlands produkt en de industrie’le
bedrijvigheid is erweliswaareen afzwakking van de groei, maar bij de consumptieve bestedingen door
gezinnen blijft de groei stabiel en relatief hoog. De uitvoer laat vrij constante groeicijfers zien, terwijl
de meest recente cijfers voor de invoer een wat oplopende groei aangeven. De inflatie, afgemeten
aan het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie is de laatste maanden relatief snel opgelopen. Ook
bij de producentenprijzen doet zich deze tendens voor, na een periode van afnemende prijsdalingen
heeft zich in September bij de jaar-op-jaar vergelijking voor het eerst weer een prijsstijging voorgedaan.
Dit blijkt uit gegevens die medio november beschikbaar waren. In de Focus wordt ingegaan op de
ontwikkeling van de economie in Nederland, de Bondsrepubliek Duitsland en de Verenigde Staten in
het eerste halfjaar van 1990.

Produktie
Het volume van de industriele produktie was in September,
voor seizoeninvloeden gecorrigeerd, 2% groter dan in
augustus. De seizoengecorrigeerde groei in het derde kwartaalten opzichtevan hettweedekwartaal kwamhiermeeop
0,5%. Vergeleken met het derde kwartaal van 1989 was de
bedrijvigheid 3,5% groter. Van de onderscheiden bedrijfsklassen gaf de elektrotechnische industrie in het derde
kwartaal het hoogste groeicijfer te zien. Ook de rubber- en
kunststofverwerkende industrie, de overige bedrijfsklassen
in de metaal en de papier- en grafische industrie kenden
groeicijfers boven het industriele gemiddelde. De toename
in de voedings- en genotmiddelen industrie en in de textiel-,
kleding- en lederindustrie bleef in het derde kwartaal achter bij het gemiddelde. Het produktievolume in de delfstoffenwinning kende in het derde kwartaal een forse stijging.

Produktie industrie (volume – seizoengecorrigeerd)

Volgens de uitkomsten van de Conjunctuurtest daalde het
indexcijfer van de orderpositie in de industrie (1984=
100) van 122 in augustus naar121 in September. Het indexcijfer, dat een beeld geeft van het aantal maanden werk in
portefeuille, bereikte hiermee de laagste waarde van dit
jaar. Het oordeel van de ondernemers in de industrie over
hun orderpositie was in September minder gunstig dan de
maand ervoor. Het aantal antwoorden met een negatief oordeel overtrof de positieve antwoorden in September met
7%; in augustus waren er 4% meer negatieve dan positieve
antwoorden. Met name in de laatste twee maanden geven
de orderpositie en de beoordeling daarvan een neerwaartse
ontwikkeling te zien. Uit de beantwoording van de kwartaalvragen bleek in September een ongewijzigde bezettingsgraad ten opzichte van de voorgaande zeven kwartalen. Van de ondernemers in de Industrie verwacht 20%

Index en beoordeling orderpositie industrie

120-r-;————————————————————————
(A)
^

InOexcijfer-s 1985-100

110 ———————————

(A) • voortschrijdend 3-naandsgemirJdelde

100-

(8) • laandcijfers

= beoordeling orderpositie
soldo van positieve en negatieve
antwoorden in % van totaat
rechterschaal

N

D

J

F

M

A

M

J

J

A

S

O

N

D

J

F

H

A

M

J

J

A

S

O

J F M A U J J A S O N D J J F M A M J J A S O Nd j F M A M J J A S O

1988

ESB 21-11-1990

I

1989

I

1990

1101

Tabel 1. Kerngegevens recente ontwikkelingen in Nederland
Procentuele mutaties t.o.v. dezelfde periode het jaar daarvoor, tenzij anders aangegeven
1983/’87 1988
gemidd.

1989

1989
e

4 kw.

1990
e

Trend2)

1990
e

e

1 kw.

2 kw.

3 kw.

2
-2
4
3
5
5
1
11
-1
-1
10
4
-2
10

0
-11

5
11

5

lull

aug.

sept.

okt.

VOLUMEGEGEVENS
Produktie in de nijverheid
Nijverheid (excl. bouwnijverheid)
Delfstoffenwinning
Industrie
Voedings- en genotmiddelenindustrie
Textiel-, kleding- en lederindustrie
Papier- en grafische industrie
Chemische industrie
Rubber- en kunststofverw. industrie
Hout- en bouwmaterialenindustrie
Basismetaalindustrie
Elektrotechnische industrie
Rest metaal- en overige industrie
Openbare nutsbedrijven
Bouwnijverheid: begonnen woningen

3
3
3
1
-1
2
8
7
2
3

2
1
1
-2

Buitenfandse handel (goederen)
Invoer. totaal
Grondstoffen en halffabrikaten
Consumptiegoederen
Investeringsgoederen
Algemene goederen
Totaal, excl. energie

6
6
11
1
7

Uitvoer, totaal
Onbewerkte agrarische produkten
Delfstoffen
Fabrikaten
Totaal, excl. energie

5
4
-1
6
6

6

Consumptieve bestedingen van gezinnen
Binnenlandse consumptie. totaal
Voedings- en genotmiddelen
Duurzame Consumptiegoederen
Overige goederen en diensten
Investeringen in vaste activa
Bruto investeringen, totaal
Bedrijven
Overheid
Kwartaalrekeningen
Bruto Binnenlands Produkt
Bruto Nationaal Produkt
Bruto Nationaal Inkomen

0
-11
5
3
2
6
6
5
10
9
4
6
2

20
7
7

5
5
11

5
6
4
4
3
3
4
9
3
5
4
6

6
-10
4
4
2
8
4

6
7
5
5
1
6

3
9
1

3
7

6
8
-13

9

5
2
5
11
8
9

14
15
10

4

5

6
11

5
1

4

5

9

6

4
2
6
3

3

8

7

3

7

4

4
5
4

2
4

24
3

3

2

0

6

1+
1
1+
1+
1+
!++

2
3
2

U+
I-H-

I

0
8
7

4

-6

0

8

-12

1+

4
10

1
12

-2
-8

1

1

-25

—I

I-HP++

7
6
8
9
2
6

13

I++

14
17
9
5

1+

5
15
-6
4
5

17
12
7
17
18

7

5

8

9

5
2
14
6
5

2
1

1
1

3
3

4

0

5

2

2

3

4

9
10
2

4

5
2

5
5
4

8
9
5

2,1
2,1
2,1

2,9
2,5
3,3

4,1
4,4
3,8

4,2
4,1
3,3

3,2
3,6
4,6

2,8

-1,3
-3,9
0

1,3
0,8
1
0
2
1
2
0,7

4,7
7,3

2,6
4,3

-0,8
-2,1

-2,9
-7,1

-2
8
6
6
6
1.1

-2

2
-1

2

0,8
0,3
1,0

1,4

-0,8
-0,3
-5

23
-15

I-H1+
I-H-

3

5
-2

H++

9

-9
8

2
7

2

4
3
7
3

14

3
1

4
1

6

8
3

3

1
+
I++
1+
1+
I-H-

4

3

6
4
3

-3
7
3

1+
1+

I-H1+
1+
1+
1+

3
5

U+
1+
1+

1,6

3,5

PRIJZEN
Producentenprijzen industrie, tot. afzet
Producentenprijzen industrie, verbruik
Ruilvoet. unit value (goederen)
Invoerprijzen, unit value
Invoerprijzen, excl. energie, unit value
Uitvoerprijzen, unit value
Uitvoerprijzen, excl. energie, unit value
Prijzen gezinsconsumptie (werknemers)
Regelingslonen particulier bedrijf
Regelingslonen overheid
Regelingslonen geprem. en gesub. sector
Dollarkoers, contante notering

-4
-1
-4
-1
1.5
1,2

-0,5
-2,4

-1,8
-6,4
4
-6
-5

-0,4
-1,8

0,6
1,1

-2
2.4

2,4

2,7

2,9

3,1
3,8
4,3
-18

3,1
3,8
4,5
-20

-18

-9

-2

1,7
1,9
7

7
5
5
4
1.3
1,7
1,7
2,3
2

2,9
-9

-5
-3
-3
-3
2.2
2,8
3,8
3,9
-13

-17

3,1
3,8
4,3
-14

2
-9
2

13
26
-4

13
24
-7

14
10
-6

9
4
-5

5
-8
0

9
1
7

85
107
-6
2

86
122
-1
3

86
124
-2
4

86
123
-3
4

86
123
_2
2

86
122
-4
5

123
-1

3
5
1

2
5
1
1
4
2

2

3

7
1
1

2
1

370

2
-1
1
1
4
2
7
340

6,0
9
15
5
27
7,0
8,5
8,8

6,5
2
13
6
20
7,0
8,1
9,0

-2
1
-1
2,3
2,2

3,2

-3
2,5

3,1
3,8
4,3

+
+
+
+

OVERIGE INDICATOREN
Consumentenvertrouwen1′
(in %}
Koersindex voor aandelen, algemeen
Uitgesproken faillissementen
Conjunctuurtest industrie
Bezettingsgraad
(in °/o)
Orderpositie
(1984=100)
Beoordeling orderpositie11
(in %)
Beoordeling voorr. eindprodukten11 (in %)

83
101
-14
8

Arbeidsmarkt
Aantal banen van werknemers, totaal
Landbouw en visserij
Nijverheid (excl. bouwnijverheid)
Bouwnijverheid
Handel, horeca en vervoer
Overige dienstverlening
Aantal uren uitzendkrachten
Geregistreerde werklozen3′
(x 1 000)
Geld en krediet
Spaartegoeden
Verstrekt consumptief krediet
Binnenlandse liquiditeitenmassa
Geldhoeveelheid
Secundaire liquiditeiten
Officieel wisseldisconto
Daggeldmarktrente
Rendement op staatsobligaties

(in %)
(in %)
(in %}

3
4

3
8
433

5
7
8
6
4,7
5,7
7,2

1,3
6
9
7
11
3,7

4,4
6,1

12
390
4,7
6
13
6
23
5,8
7,0
7,2

4

2
12
365
5,1
8
14

7
23
7,0
8,2
7,8

3
3
3
14

6

1102

122
-4
5

0

5

0

-14
9

-14
7

1+
-I
1
1+

121
-7
5

B+
1+
t
1+
1+

N++
343

343

343

7,0
8,1
9,0

7,0
13
10
6
14
7,0
7,8
8,8

6,6
6
10
6
15
7,0
8,3
9,1

‘I Saldo van positieve en negatieve antwoorden in procenten van het totaal.
‘ Trend: procentuele jaarmutatie van het meest recente voortschrijdend 12-maands (4-kwartaals) gemiddelde.
—I: kleiner dan -5%; -I: tussen -5% en -2%; I: tussen -2% en 2%; 1+: tussen 2% en 5%; I++: groter dan 5%.
3) Driemaandsgemiddelden opgenomen onder de middelste maand. De gegevens zijn niet voor het seizoen gecorrigeerd.
•= gegevens zijn (nog) niet beschikbaar.
2

7

346
i++
1++
I++
I-HI-H-

7,0
8,1
9,2

7,0
8,0
9,2

I-H-

£

dat de buitenlandse afzet in het komende kwartaal zal afnemen, in juni was dit percentage 7%.
Buitenlandse goederenhandel
Het volume van de invoer van goederen was in juli 13%
groterdan in de overeenkomstige maand van 1989. Het uit-

economische situatie. De index van de koopbereidheid, die
mede is gebaseerd op de vraag of de consumenten de tijd
gunstig achten duurzame artikelen te kopen, toont vanaf
januari een betrekkelijk stabiel verloop met een lichte daling
in de laatste twee maanden.

voervolume nam met 17% toe. Bij deze relatief hoge groei-

Investeringen

cijfers moet bedacht worden dat de maandmutaties van de
buitenlandse handel onder invloed van incidentele oorzaken vaak grote fluctuates te zien geven. Een beter te
interpreteren beeld ontstaat wanneer de ontwikkeling over

Het volume van de bruto investeringen in vaste activa door
bedrijven en overheid te zamen was in het tweede kwartaal
2,8% groter dan een jaar eerder. De bedrijfsinvesteringen
groeiden met 2,6%. Dit groeicijfer was laag in vergelijking

een wat langere termijn wordt bezien. In de eerste zeven

met het eerste kwartaal. Voor de eerste zes maanden

maanden van dit jaar was het invoervolume van goederen
ruim 8% groter dan in de overeenkomstige periode een jaar

van 1990 werd een volumetoeneming met 5,4% waargeno-

eerder. Dit groeicijfer overtreft ruimschoots de stijging die

men. Dit laatste cijfer komt ongeveer overeen met de groei
van de bedrijfsinvesteringen in 1989 als geheel. Het volume

over het jaar 1989 als geheel werd gemeten; deze was 4%.

van de overheidsinvesteringen in het tweede kwartaal was

De groei in de eerste zeven maanden van dit jaar was

4,8% groter dan in dezelfde periode van 1989. De groei over
de eerste zes maanden bedroeg 4,6%. Dit is meer dan de

voor alle onderscheiden invoercategorieen nagenoeg even
groot. In dezelfde periode was het volume van de uitvoer

van goederen 6% groter. Deze groei is iets groter dan het

groei in het jaar 1989.
Erwerd in het verslagkwartaal meerge’investeerd ingebou-

accres dat voor het jaar 1989 als geheel werd gemeten; dit

wen, machines en grond-, water- en wegenbouwkundige

bedroeg 5%. In de eerste zeven maanden van dit jaar over-

werken. De investeringen in vervoermiddelen en woningen
daalden.

trof de groei van de uitvoer van onbewerkteagrarische produkten ruimschoots het gemiddelde. Het exportvolume van

de delfstoffen (voornamelijk aardgas) was kleiner dan in
de eerste zeven maanden van vorig jaar.

Consumptie
Het volume van de binnenlandse consumptie was in September bijna 3% groter dan in de overeenkomstige maand

in 1989. Voor het derde kwartaal kwam de groei van de consumptie hiermee uit op ruim 3%. Deze toename komt nagenoeg overeen met die van het eerste en tweede kwartaal
van dit jaar. De uitgaven aan voedings- en genotmiddelen
waren, voor prijsveranderingen gecorrigeerd, in het derde
kwartaal ruim 1% hoger dan in hetzelfde tijdvak van vorig
jaar. De groei bij kruidenierswaren, banket, chocolade en
dranken was relatief sterk. De consumptieve bestedingen
aan duurzame goederen waren in het derde kwartaal 6%

groter dan in dezelfde periode in 1989. De aankopen van
textiel, huishoudelijke en elektronische artikelen en van
sport- en speelgoed droegen meerdan gemiddeld aan deze

groei bij. De volumegroei van de uitgaven aan de overige
goederen en diensten, degrootstecategorie, bedroeg in het
derde kwartaal 3%. Binnen deze categoric werd door gezinnen met name meer besteed aan bloemen en planten, aan
genees- en verbandmiddelen, aan drogisterij-artikelen en

aan horecadiensten. Als gevolg van de relatief koude
maand September steeg het gasverbruik in het derde kwartaal fors.
Volgens het Consumenten Conjunctuuronderzoek is het
vertrouwen van de consument in de Nederlandse economie
in oktober verder afgenomen. Op de vijf vragen die aan de
index ten grondslag liggen, werden 5% meer negatieve dan
positieve antwoorden gegeven. Vanaf januari dit jaar, toen
de index een recordhoogte bereikte, is dit saldo met 23
punten gedaald; in de laatste twee maanden zelfs met
twaalf punten. De forse daling van de index van het consumentenvertrouwen is in oktober vooral te vinden in
de beantwoording van de twee vragen naar de algemene

Binnenlandse consumptie (volume)

Bruto binnenlands produkt
Het bruto binnenlands produkt (BBP) tegen marktprijzen

dat in het tweede kwartaal van 1990 werd gevormd, was in
volume 2,8% groter dan in dezelfde periode van 1989. De
volumegroei van het BBP voor het eerste halfjaar van 1990

kwam daarmee uit op 3,0%. Het volume van het BBP in het
tweede kwartaal van 1990 was, na correctie voor seizoeninvloeden, 0,5% kleiner dan in het eerste kwartaal. Deze
daling volgt op twee kwartalen waarin nog een duidelijk
grotere kwartaal-op-kwartaal groei werd geregistreerd:

achtereenvolgens was dat 2,2% voor het vierde kwartaal
1989 en 1,1% voor het eerste kwartaal 1990.

Prijzen
Het prijsindexcijfervan degezinsconsumptie istussen mid-

den September en midden oktober met 0,3% gestegen.
Tussen midden oktober 1989 en midden oktober 1990
bedroeg de stijging 2,9%.

Arbeidsmarkt
Het aantal geregistreerde werklozen bedroeg in de periode
augustus-oktober 1990 gemiddeld 346 duizend. De recente gegevens brengen geen wijziging in het beeld van een
onverminderd dalende tendens op wat langere termijn.

Geld en Krediet
Op 2 november verhoogde De Nederlandsche Bank het off iciele wissel-disconto met een 0,25%-punt tot 7,25%. De
laatste verhoging van het wisseldisconto (met een 1%-punt)

vond plaats op 6 oktober 1989. Het rendement op staatobligaties veranderde gemiddeld in oktober bijna niet ten opzichte van September, het gemiddelde van de daggeld-

marktrentedaalde in oktober en dook voor de eerste keerna
juli net onder de 8%.
Mutaties hebben betrekking op de overeenkomstige periode van het voorgaand
jaar, tenzij anders vermeld.
Verbeterde cijfers worden niet als zodanig gekenmerkt.

Investeringen bedrijven (volume)

Indexcijfers 1980-100

11010090-

(A) – voortschrijdeni! 12-«aandsgeiiddelde
……….. – duurzaie goederen
• procentuele kwartaaliutaties
t . a . v . voorgaand jaar

Indexcijfers 1980-100

(A) – voortschrijdend 4-kwartaalsgeiiddelde

10065-

(B)- procentuele kwrtaalmjtaties
t . o . v . voorgaand jaar

70-

ESB 21-11-1990

1103

Tabel 2.

Recente ontwikkelingen in het buitenland

Procentuele mutaties t.o.v. dezelfde periode het jaar daarvoor. tenzij anders aangegeven
1989

1983/’87 1988
gemidd.

1990

1989
kw.

1e kw.

Trend2′

1990
2e kw.

3e kw.

juli

sept.

aug.

okt.

Produktie nijyerheid,
excl. bouwnijv. (volume)

1+

Bondsrepubliek Duitsland
Belgie
Frankrijk
Verenigd Koninkrijk
Italie

1
0
-1

4
-1
1

Verenigde Staten
Japan

2
7

1
6

I
1+

Europese Gemeenschap
Buitenland (gewogenr1
Nederland

2

3

4

3

1+
1+
1+

2,8
3,2
3,5
10,6
6,7

10,9
6,8

6,8

Prijzen consumptie
Bondsrepubliek Duitsland
Belgie

2,7

1+
1+
1+

3,1
3,6
3,6
7,6
6,2

2,7
3,4
3,4
7,8
6,5

2,3
3,1
3,1
9,6
6,1

3.4
10,4
6,6

2,4
3,0
3,0
9,7
6,2

4,8
2,3

4,6

5,2

2,6

3,4

4,6
2,5

5,5
2,7

4,8
2,3

5,6
2,9

6,2
3,0

3,2

1+
1+

3,6

5,1
1,1

5,3
1,3

5,3
2,3

5,4

0,7

5,8
2,5

5,5
2,4

5,9
2,4

6,1
2,7

2,9

1+

1,6
4,3

1,3
1,2

2,8
3,1

Frankrijk
Verenigd Koninkrijk

5,7
4,6

2,7
4,9

3,5
7,8

Italie

9,0

5,1

6,2

Verenigde Staten
Japan

3,3
1,4

4,1
0,7

Europese Gemeenschap

5,7

Nederland

1,5

2,2

3.3

3,1
3.7
3.8

3,3
4,2

Bron voor gegevens buitenland: Eurpstat.
^ Het gemiddelde van de 6 belangrijkste exportlanden, gewogen met hun aandeel in de Nederlandse export in 1987.
2
‘ Trend: procentuele jaarmutatie van het meest recente voortschrijdend 12-maands (4-kwartaals) gemiddelde.
—I: kleiner dan -5%;
-I: tussen -5% en -2%:
I: tussen -2% en 2%; I+: tussen 2% en 5%; I++: groter dan 5%.
•= gegevens zijn (nog) niet beschikbaar.

Focus: Economische ontwikkeling Nederland,
BRD en VS in eerste helft 1990

groter dan in Nederland. In beide landen groeide de invoer

van goederen en diensten (inclusief betaalde primaire inkomens) meer dan de uitvoer van goederen en diensten

De economische groei (gemeten aan de volume-ontwikke-

(inclusief ontvangen primaire inkomens). De pendant hier-

ling van het bruto nationaal produkt) in het eerste halfjaar
van 1990 bedroeg in Nederland 2,6% ten opzichte van het

van is een sterkere groei van de nationale bestedingen dan

eerste halfjaar van 1989.

houdingsgewijs hoge groeicijfers voor de consumptie (van
gezinnen en overheid) en voor investeringen in vaste activa

Deze groei was kleiner dan die

van de nationale produktie. Dit komt tot uitdrukking in ver-

voor het jaar 1989 als geheel (4,4%
ten opzichte van 1988).
Bij onze belangrijkste handelspartner, de Bondsrepubliek
Duitsland (het voormalige West-Duitsland; de nationale
rekeningen van West- en Oost-Duitsland worden nog niet

(van bedrijven en overheid).
Geheel anders is de situatie in de Verenigde Staten van
Amerika (VS). Het bruto nationaal produkt in de eerste helft

standaard gemtegreerd gepubliceerd) was de groei in de

van 1990

eerste helft van 1990
ongeveer gelijk aan die in 1989
(namelijk 3,9%). Zowel in de Bondsrepubliek Duitsland
(BRD) als in Nederland was de groei van het bruto nationaal
produkt (BNP)
in 1989
de grootste in de jaren tachtig.

vak van 1989. De groei in 1989 bedroeg 2,5%,
hetgeen het
laagste jaarlijkse groeicijfer was na 1982. Bij de bestedingen groeide in de VS in de eerste helft van 1990 de uitvoer
sterker dan de nationale bestedingen. De groei van de uitvoer van goederen en diensten (inclusief ontvangen primaire inkomens) bedroeg 6,9% ten opzichte van de eerste helft van 1989.
Detotale consumptie (in deVS inclusief

Bezien over de gehele periode 1980-1989 was de groei in
Nederland wat lager dan in de BRD.

De gemiddelde kwar-

taal-op-kwartaal mutatie van het BNP over deze periode
bedroeg in Nederland 0,40 % en in de BRD 0,48%.
Ook voor andere macro-economische variabelen was de

volumegroei in de eerste helft van 1990

in West-Duitsland

BNP (volume) in Nederland en Bondsrepubliek Duitsland

was 1,3%

groter dan in het overeenkomstige tijd-

de investeringen door de overheid) was daarentegen
slechts 1,5%
en de bedrijfsinvesteringen in vaste activa
waren slechts 0,5%
groter dan een jaar eerder.

Volume ontwikkelingen
Procentuele mutaties eerste halfjaar 1990

Indexcijfers 1980-100

115110-

.-•’/’
/

t.o.v. eerste hatfjaar 1989

10 r

IA) – voortschrijdend 4-kwartaalsge«iddelde
———— – Nederland
…… = BflD
…..

105100-

= procentuele halfjaarnutaties
t.o.v. voorgaand jaar
– Nederland
= BHD

BNP

1104

Consumptie gez.
en overheid

Inveateringen
in vaste activa

Invoer goederen Uitvoer goederen
on diensten
en diensten

Auteur