Ga direct naar de content

Alles of niets

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: november 14 1990

Alles of niets
De Sovjetunie is in de meest kritieke periode van haar
bestaan beland. Als president Gorbatsjov deze weken de
republieken niet voldoende tegemoetkomt met radicale
economische hervormingen en decentralisatie van de
macht, is hij binnenkort de president van een land dat niet
meer bestaat. Met vertrouwen in de president en de
communistische regering is geheel verdwenen. De hervormingsgezinde oppositie is versnipperd in honderden
kleine partijtjes, die (nog) niet goed in staat lijken een
regeringsalternatief te vormen, dat wel de steun van grote
delen van de bevolking geniet. De meeste Sovjetrepublieken gaan daarom hun eigen weg. Zij hebben aangekondigd zich niets meer van Sovjetwetten en -decreten aan
te trekken en lossen hun politieke en economische problemen liever zelfstandig op. Met is echter twijfelachtig of
een volledige verzelfstandiging van de Sovjetrepublieken
op dit moment de beste oplossing is voor de economische
problemen. Handhaven van een gemeenschappelijke
markt en een munteenheid voor de hele unie biedt meer
kans op welslagen van de radicale economische hervormingsplannen dan de oprichting van vijftien protectionistisch ingestelde landen met elk hun eigen munt.
Dat de economie radicaal hervormd moet worden, is
boven elke twijfel verheven. In dezelfde periode dat de
Sovjetunie opener en hervormingsgezinder is geworden,
is de economie in het moeras weggezonken. Doordalende inkomsten uit olie-export en alcoholaccijnzen is de
staat in grote financiele problemen gekomen. De staat
heeft de tekorten grotendeels monetair gefinancierd, omdat een goed functionerende kapitaalmarkt ontbreekt. De
inflatie is hierdoor sterk gestegen. Daarnaast hebben
ambitieuze investerings- en produktieplannen die gepaard gingen met enige liberalisatie van lonen en prijzen
een averechtse uitwerking gehad. Veel investeringsprojecten zijn door verkeerde allocatie en het ontbreken van
essentiele onderdelen nooit produktief geworden. De introductie van loon- en prijsprikkels heeft wel tot hogere
lonen en prijzen geleid, maar niet tot een hogere produktiviteit. De hoge investeringsuitgaven hebben daarentegen wel geleid tot verdringing van de produktie van consumptiegoederen. De aandacht voor produktiviteitsverhoging in de landbouw is verminderd. De eerste levensbehoeften zijn hierdoor zeer schaars geworden.
Door de weifelende houding van de centrale autoriteiten over de voorgestelde hervormingsplannen is het vertrouwen dat het nog goed zal komen met de economie
verdwenen. Regeringen van de republieken en burgemeesters van grote steden proberen daarom voor de
‘eigen’ bevolking te redden wat er te redden valt. Ze
trachten de beschikbare goederen voor de eigen bevolking te behouden door rantsoenering en andefe protectionistische maatregelen, zoals het instellen van grenswachten. Tevens willen ze met deze maatregelen ‘uitbuiting’ van hun eigen land tegengaan die ontstaat doordat
grondstoffen en halffabrikaten tegen kunstmatig lage prijzen naar andere Sovjetrepublieken worden geexporteerd. Het gevaar dreigt dat de schaarste hierdoor alleen
maar verder toeneemt. De onderlinge afhankelijkheid is
groot. Vaak wordt een bepaald goed maar op een plaats
in de Sovjetunie geproduceerd en is deze Industrie voor
grondstoffen en halffabrikaten afhankelijk van invoer uit
andere republieken. Doorde protectionistische maatregelen verplaatst de schaarste zich steeds verder door de
economie. Daarnaast lokt de rantsoenering in de steden
tegenmaatregelen uit van de plattelandsbevolking, die
weigert nog langer voedsel naar de steden aan te voeren.

ESB 21-11-1990

Het is mogelijk dat de republieken zich zelf uit het
economische moeras kunnen helpen, maar vanwege de
kosten die gepaard gaan met een niet-gemeenschappelijke markt lijkt het verstandiger enige vorm van samenwerking te blijven zoeken. Hier ligt de kans van Gorbatsjov
om enig centraal gezag te handhaven. Door te trachten
een coalitie te vormen met hervormingsgezinde groepen
in de republieken krijgt de president van de Sovjetunie de
kans zich wat onafhankelijker op te stellen van de impopulaire communistische partij, zonder zijn machtsbasis
geheel te verliezen. Daar staat tegenover dat hij – zoals
in het nieuwe unieverdrag wordt voorzien-een groot deel
van zijn bevoegdheden zal moeten overdragen aan de
regeringen van de republieken. De vorming van een
coalitie lijkt de enige manier om nog enige steun bij de
republieken en de bevolking terug te winnen. Dit laatste
is van groot belang. Voor de economische hervormingen
is het vertrouwen van de bevolking nodig, want de voorgestelde maatregelen zijn zwaar en pijnlijk.
De hervormingsplannen beogen van de Sovjetunie
binnen twee jaar een redelijk draaiende markteconomie
te maken. De collectieve landbouwbedrijven moeten worden opgedeeld en verkocht aan de boeren. Staatsbedrijven dienen te worden verkocht, te beginnen met winkels
en andere kleine dienstverlenende bedrijfjes, waarna ook
de industrieen te koop worden aangeboden aan de arbeiders, managers en buitenlandse investeerders. Om dit
laatste aantrekkelijk te maken wordt de roebel gedevalueerd en vrij verhandelbaar. De prijzen van de meeste
goederen gaan omhoog en worden langzamerhand aan
de markt overgelaten. Slechts de prijzen van enkele
eerste levensbehoeften blijven onder controle om het
armste deel van de bevolking te beschermen. Om deze
reden zullen ook de lonen aan de stijgende prijzen worden
aangepast. De inflatiedreiging die hiervan uitgaat, wordt
bestreden door het overheidstekort terug te dringen en
een banksysteem op te richten naar westers model. Hiermee wordt een autoriteit gecreeerd die de geldhoeveelheid beteugelt en kan er een kapitaalmarkt ontstaan.
De radicaliteit van deze plannen belooft meer succes
dan de voorzichtige hervormingen tot nu toe. Doordat
alles tegelijk wordt aangepakt is de kans op ongewenste
uitkomsten geringer dan wanneer er in kleine stapjes
wordt hervormd. Of het echter zo snel kan gaan als
beloofd, is natuurlijk de vraag. Om in zo’n korte tijd alle
staatsbedrijven te verkopen lijkt vrijwel ondoenlijk. Bovendien kan de monopoliepositie die veel te privatiseren
bedrijven hebben, in een economie waarzoveel goederen
schaars zijn, leiden tot een enorme extra druk op de
prijzen. De inflatie dreigt nu al uit de hand te lopen en als
de economie zich niet zo snel herstelt als voorzien, stijgt
de werkloosheid. Hierdoor kunnen bij de bevolking grote
weerstanden ontstaan tegen de harde kanten van de
markteconomie die zeventig jaar lang is beschouwd als
synoniem van klassetegenstellingen en uitbuiting. Het
gevaar is reeel dat de autoriteiten, om niet alle steun van
de bevolking te verliezen, een minder krap monetair en
budgettair beleid gaan voeren, waardoor het hervormingsproces in gevaar komt. Bovendien zullen republieken dan opnieuw de neiging hebben zich op zichzelf terug
te trekken en de unie uit elkaar te laten vallen. Ondanks
deze gevaren is er op dit moment geen andere keus dan
gezamenlijk de hervormingen door te voeren. Voor Gorbatsjov en de Sovjetrepublieken is het nu alles of niets.
D.E. Ernste

1081

Auteur