Ga direct naar de content

Conjunctuurbericht

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: december 16 1987

december 1987

Conjunctuurbericht
Centraal bureau voor de statistiek

Samengesteld door de hoofdafdeling Nationale rekeningen

Uit de resultaten van de Conjunctuurtest in de Industrie over oktober blijkt dat de ondernemers voor
de komende drie maanden een stabiele bedrijvigheid verwachten. Met vertrouwen van de consument
in de economie gemeten in het Consumenten Conjunctuuronderzoek is in november nagenoeg ongewijzigd gebleven ten opzichte van oktober. In deze twee CBS-conjunctuurenquetes die na de beurscrisis in oktober zijn gehouden, zijn dus nog geen effecten te zien van de recente ontwikkelingen op
de internationale aandelenbeurzen en valutamarkten.
Het volume van de industriele produktie was in oktober gecorrigeerd voor seizoeninvloeden, 1%
groter dan in September. Vooral als gevolg van een sterke stijging van de produktie in de delfstoffenwinning (20%) nam de produktie in de nijverheid (excl. bouwnijverheid) met 4% toe. Dit is de grootste
positieve maand-op-maandmutatie na januari 1987. Vergeleken met de overeenkomstige maand van
1986 groeide de industriele produktie met 1%; de nijverheidsproduktie (excl. bouwnijverheid) steeg
bij deze wijze van vergelijken met 2%. Het volume van de invoer van goederen was in oktober
3% groter dan in dezelfde maand van 1986; de uitvoer nam met 7% toe. De binnenlandse consumptie
door gezinnen steeg in oktober met 4%. Het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie is tussen
november 1986 en dezelfde maand van 1987 met 0,1% gedaald.
Dit blijkt uit gegevens die tot en met 11 december beschikbaar waren. In de focus wordt nader ingegaan op de recente trendmatige ontwikkelingen in middelen en bestedingen.

Produktie
Het volume van de industriele produktie was in oktober,
gecorrigeerd voor seizoeninvloeden, 1% groter dan in September. De produktie in de delfstoffenwinning, die van
maand op maand sterk uiteenlopende ontwikkelingen te
zien geeft, nam in oktober ten opzichte van September met
20% toe. De produktiestijging in de nijverheid (exclusief de
bouwnijverheid) steeg dan ook met 4%, dit is de grootste
positieve maand-op-maandmutatie na januari 1987.
Vergeleken met de overeenkomstige maand van 1986 nam
de industriele produktie in oktober met 1% toe. Bij deze
wijze van vergelijken bedroeg het accres van de delfstoffenwinning 7%, de produktie in de openbare nutsbedrijven
nam echter af. Voor de produktie in de nijverheid (opnieuw
exclusief de bouwnijverheid) resulteerde in oktober een
groei van 2%.

Produktie Industrie (volume – seizoengecorrigeerd)

Volgens de resultaten van de Conjunctuurtest in de industrie over oktober is de beoordeling van de ondernemers
van zowel de orderontvangst als de bedrijvigheid ten
opzichte van September nagenoeg onveranderd. Ook voor
de komende drie maanden verwachtten de ondernemers
een stabiele bedrijvigheid. De beurscrisis van oktober heeft
op de verwachtingen van de industriele ondernemers geen
merkbare invloed gehad. Het indexcijfer van de orderpositie
gaf voor de derde achtereenvolgende maand een dating te
zien. Na een opleving in juli van dit jaar wordt hiermee de
dalende tendens die vanaf medio 1986 zichtbaar is, voortgezet. Na december 1984 is het indexcijfer van de orderpositie niet meer zo laag geweest als in oktober 1987 (zie
grafiek 2).

Orderpositie

Inoexcufers I960 – 100

T
1 1 1
J F M A M J J A S O N D

1986

ESB 16/23-12-1987

J F M A M J J A S O N
1987

J f MA H J J
1985

1

1

A s oNa

1

1

IN

1

1

1

1

1

1

1

J F M A M J J A S 0 N D J F M A M J J A S O N
)986

19B7

1205

Buitenlandse goederenhandel
In oktober was het volume van de invoer van goederen 3%
groter dan in de overeenkomstige maand van 1986.

Op-

nieuw was de groei van de import van consumptiegoederen het grootst (8%), zij het dat dit groeipercentage
duidelijk lager was dan het gemiddelde accres in het derde
kwartaal (15%). Ook de invoer van grondstoffen en halffabrikaten nam meer dan gemiddeld toe en bedroeg 5%. De
import van investeringsgoederen lag in oktober 10% onder
het niveau van dezelfde maand van vorig jaar. Exclusief de
invoer van personenauto’s daalde de import van deze categoric met 8%.
De volumegroei van de uitvoer van goederen bedroeg in
oktober 7% in vergelijking met oktober 1986. De groei van

export van onbewerkte agrarische produkten (5%) bleef
achter bij dit percentage. De uitvoer van delfstoffen nam

sterk toe (20%). De uitvoer van de fabrikaten nam met 7%
toe. Binnen deze groep steeg de uitvoer van aardoliepro-

stig werd geacht grote aankopen te doen wijzigde in
november amper ten opzichte van oktober.

Prijzen
Het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie is tussen midden oktober en midden november met 0,1% gedaald. Vergeleken met dezelfde periode vorig jaar was het prijsindexcijfer in november eveneens 0,1% lager.
Zowel de invoer- als de uitvoerprijzen zijn in oktober met
2% gedaald ten opzichte van oktober 1986. Als gevolg hiervan wijzigde de ruilvoet in oktober niet. Na September vorig
jaar zijn de uitvoerprijzen steeds sterker gedaald dan de
invoerprijzen, zodat de ruilvoet van het goederenverkeer
met het buitenland in dit tijdvak verslechterde (steeds
vergeleken met de overeenkomstige periode van vorig jaar).
Het prijsindexcijfer van de totale afzet van de Industrie is

van September 1986 op September 1987 met 0,6% gestegen. De prijzen van grondstoffen en halffabrikaten die door

dukten het sterkst.

de Industrie worden verbruikt lagen in September 0,1%
hoger dan in de overeenkomstige maand vorig jaar.

Consumptie
Het volume van de binnenlandse consumptie door gezinnen
was in oktober 4% groter dan in dezelfde maand van 1986.
De groeipercentages in de eerste drie kwartalen van dit jaar

Beurswaarde-index
Nadat het maandgemiddelde van de beurswaarde-index
(algemeen) in oktober al 11% lager lag dan in de maand
ervoor, zette de daling zich in november versterkt voort
(-20% t.o.v. oktober). Ten opzichte van augustus, toen de
index zijn hoogste waarde van de afgelopen jaren bereikte,
bedroeg het verlies in november 33%. In de loop van
november en de eerste twee weken van december werd
de dalende tendens gecontinueerd. Het meest recente

bedroegen respectievelijk 3%, 2% en 1%. De sterkste stij-

ging in oktober werd gemeten bij de duurzame goederen
(8%), ondanks een daling van de uitgaven aan nieuwe personenauto’s, die zich overigens ook al in September voordeed. De aankopen van kleding en schoeisel gaven in oktober een sterk positieve ontwikkeling te zien. Het volume van

de uitgaven aan voedings- en genotmiddelen steeg in oktober met 4%; de bestedingen aan overige goederen en diensten namen met 2% toe.
Het vertrouwen van de consumenten in de ontwikkeling van
de Nederlandse economic is in november ten opzichte van

oktober licht gedaald. Op de vijf vragen waarop de indicator
van het consumentenvertrouwen is gebaseerd, werd in de
afgelopen maand ruim 8% meer negatieve dan positieve
antwoorden gegeven. In oktober overtroffen de negatieve
antwoorden de positieve met 6%. De dalende tendens, die

in februari van dit jaar inzette, werd in augustus en September onderbroken (zie grafiek 3). De beurscrisis van oktober

heeft geen zichtbare invloed gehad op de ontwikkeling van
het consumentenvertrouwen in november. Dit blijkt wanneer de antwoorden van de novemberenquete (gehouden

tussen 9 en 20 november) met die uit het oktoberonderzoek
(tussen 6 en 15 oktober) in detail worden vergeleken. Van de
ondervraagden in november gaf 26% aan dat de economische situatie de laatste 12 maanden verslechterd is, het
oktobercijfer week hier maar zeer gering van af (25%). Het

aantal geenqueteerden dat voor de komende 12 maanden
een verslechtering verwachtte was in november 34% terwijl
in oktober 33% deze mening kenbaar maakte. Ook wat

minimum is van 4 december en bedraagt 214 (1970=100).

Geld en Krediet
De dalende tendens van de koers van de Amerikaanse dollar
heeft zich in november en in de eerste weken van december
voortgezet. Op 11 december was de koers fl. 1,84, dit is in
vergelijking met maart 1985, toen de dollar een topniveau
bereikte (fl. 3,74) een daling van 51%.
In het derde kwartaal van dit jaar werd 11% meer consumptief krediet verstrekt dan in de overeenkomstige periode een
jaar eerder. In het tweede kwartaal nam het consumptief

krediet met 8% toe. De stijging van het meest recente voortschrijdend twaalfmaandsgemiddelde bedroeg 12%.

In november werd het officieel wisseldisconto door De
Nederlandsche Bank in twee stappen van 4,5%, via 4,25%,
naar 4% verlaagd. Op 4 december vond opnieuw een verlaging plaats en wel tot 3,75%; dit is het laagste percentage
na mei 1983, toen het disconto 3,5% bedroeg.
Het rendement op staatsobligaties, indicator voor de ontwikkeling van de lange termijn rente, daalde in november
naar een gemiddeld niveau van 6,3%, na een gemiddelde in
oktober van 6,9% met een top op 19 oktober van 7,4%. In de
eerste weken van december zette de daling zich voort naar

een niveau van 6,1% op 11 december.

bet reft de beoordeling van de eigen financiele situatie zijn
de verschillen in november en oktober gering. In november

vond 22% van de ondervraagden hun financiele situatie
minder gunstig. In oktober was dit 20%. Ook de beantwoording van de vraag of het tijdstip door de consumenten gun-

Mutaties hebben betrekking op de overeenkomstige periode van het voorgaand jaar, tenzij anders vermeld.
Verbeterde cijfers worden niet als zodanig gekenmerkt.

•Hi
Consumer tenvertrouHen

J F M A M J J A S O N D J F M A M J J A S O N D J F M A H J J A S O N
1985
I
1986
1987

1206

Dollarkoers

Beurswaarde-index. algemeen

16

20 23

27

T

Tabel 1.

Kerngegevens recente ontwikkelingen in Nederland

Procentuele mutaties t.o.v. dezelfde periode het jaar daarvoor, tenzij anders aangegeven
1980/’8 4 1985
gemidd.

1986

1986

1987

4 e kw

1 e kw.

2 e kw.

0
-8
1
2
-2
2
5
9
3
-3
5
-5
6
34

2
8
-1
-1

1
-7
2
2
0
5
13
7
5
7

Trend21

1987
3e kw.

aug.

sept.

-1
-11
1

-1
-1
0

-4
-24
0

-3
5
8

-15

-1

2
13

8
4

8
-1

9
-1

10
-1

6
-7

-2
-1

-4
-13

-5
13

-29

7
7
15
1
7
3
11
-19
3

5

14
1

10
9
17
4
7
3
11
-34

4

4

0

-9
0
1

0
2
-4
-10
5
-8
7
2

2
1

0
2

okt.

nov.

VOLUMEGEGEVENS
Produktie in de nijverheid

Nijverheid (excl. bouwnijverheid)

0

Delfstoffenwinning

-4

Industrie

2
2
-2
0
7
8

Voedings- en genotmiddelenindustrie
TextieK kleding- en lederindustrie
Papier- en grafische Industrie

Chemische Industrie
Rubber- en kunststofverw. Industrie
Hout- en bouwmaterialenindustrie

Basismetaalindustrie
Elektrotechnische Industrie
Rest metaal- en overige Industrie

Openbare nutsbedrijven
Bouwnijvarheid: begonnen woningen

-4

2
4
0
1
0

4
9
2
2
2

2
1
6
1
-2
4

0
-6
1
2
-1
4
-1

-10

7
5
-4
2
0
5
15

4
4

-4
-1

6
3
2
-3
2
-5
7

-3

-2
-3
1
-8

2
7
1
_
1+
I++
I++
1+
1+
1
-1
1+
1

Buiten/andse handel Igoederenl
1
1
-1

Invoer, totaal
Grondstoffen en halffabrikaten
Consumptiegoederen
Investeringsgoederen

4
-1

Algemene goederen
Uitvoer. totaal

3
5
-8

Onbewerkte agrarische produkten
Delfstoffen
Fabrikaten

4

7

4

4
4
15

3
9
11

22
5
6
10
5

-9
4
5
-15
5

2
0
3
2
2
8
2
2

3
1
6
5
5
11
5
2

4
1

6
3
11

2

27
-14
4

9
-17
6

8
8
11
9
-7
4
6
4
5

2
1
8
2
-1

2
4

-18
2

3
14
1
9

6

3
5

I++
I-MI++
I++
-1

a

-10

-2
7
5
20
7

1
+
I++
—— 1
1+

Consumptieve bestedingen van gezinnen

Binnanlandse consumptie, totaal
Voedings- en genotmiddelen
Duurzame Consumptiegoederen
Textiel, kleding, schoeisel e.d.

-1

Huish. artikelen en woninginrichting
Transportmiddelen
Rest duurzame Consumptiegoederen

Overige goederen en diensten
Huur, verwarming, verlichting en water
Rest overige goederen en diensten

0
-3
-4
-4
0

-5
0
1
0

2
1
5
3
6
8
7
1
-2
2

3

3
2
4
-1
8
6
4
3
4

2

2
3
4

4
8
0
3
2
2
1

1
1
1
-1

-4

0
-3
6

7
-4
4
1
2
1

4

1+

4

1

8

1+
|
I++
1+
1+

2

1
|
1

Investeringen in vaste active

Bruto investeringen, totaal
Bedrijven

-2
-2
-1
-3
-1
-2

5
8
20
_2
8
-8

10
12
5
12
-9

10
13
12
5
20
-9

8
8
7
9
10

4
4
5

4

2

0,6
0,6
0,9

2,4
2.9
2,7

2.3
1,7
3.3

2.3
2,8
0,8

2,2
2.9
-0.7

0,6

Producentenprijzen landbouw, tot. afzet
Producentenprijzen Industrie, tot. afzet

4
4.9

Producentenprijzen Industrie, verbruik
Ruilvoet, unit value (goederen)

6,5
1
6
7

-2
1.0
0,3
1
1
2
2,3

-7
-12.0
-21.7
2

-9
-12,3
-21,5

-17

-17
-20
-0,2
1,1
1,8

-5
-7.1
-13,1
-5
-13
-18

Nijverheid
Exploitatie van woningen
Overige bedrijven

Overheid
Kwartaa/rekeningen
Bruto Binnenlands Produkt
Bruto Nationaal Produkt
Bruto Nationaal Inkomen

7

I++

I-HI-HI++
I++
-1

6
1

1+
1+

0,6
-0,9

PRIJZEN

Invoerprijzen, unit value
Uitvoerprijzen, unit value
Prijzen gezinsconsumptie (werknemers)
Regelingslonen particulier bedrijf

Regelingslonen overheid
Regelingslonen trendvolgers
Dollarkoers, contante notering

4,7

3,7
-0,6
1,4
13

1,3
-1,0

-0,1
4

-16
0.2
1,4

0,6
0,1
-26

-4

0,2
-22

—

0,8
1.2
0.6
-22

-2
-2,5
-4.2
-5
-6
-11
-1,0
0,3
1.2
0.6
-20

0,9
0.5
-3
-2
-5
0,2
0,2
1,4
0,5
-12

-1,2

0.3
1.2
0.5
-10

0,6
0,1
0
-3
-4
0,2
0,3
1,6
0,5
-11

0
-2
-2
0,1
0.2
1.6
0.5
-10

0.7

0.7
-4
0
-4
0,2

—
—
—

-0,1

-17

OVERIGE INDICATOREN

Consumentenvertrouwen1 ‘

Beurswaarde-index, algemeen

26
-14

9
15
-17

13
-11

8
6
-6

-1
9
-23

-3
16
-13

—5
18
-26

1
12
-10

-6
4
-20

85
105
-9
4

84
108
-13
6

84
105
-16
5

84
103
-14
5

84
102
-16
4

84
103
-16
2

103
-20
3

102
-15
1

101
-15
2

-3

2

1

1

1

1

0

6

5
6
8

5
12

5
13
6
8
4
4,5
5,7
6,2

5
18
4
7
0
4,5
5,6
6,1

5
8
3

4
11
4

4
12
3

7
-1

7
0

4,5
5,2
6,1

4,5
5,0
6.5

7
-1
4,5

-4

(in %)
18
5

Uitgesproken faillissementen
Conjunctuurtest Industrie
Bezettingsgraad
(in %)
Orderpositie
(1984=100)
Beoordeling orderontvangsten1′
(in %)
Beoordeling voorr. eindprodukten1′ (in %)

Arbeidsmarkt
Werkzame personen in de Industrie
Geld en krediet
Spaartegoeden
Verstrekt consumptief krediet
Binnenlandse liquiditeitenmassa •
Geldhoeveelheid
Secundaire liquiditeiten

-4

Officieel wisseldisconto
Oaggeldmarktrente

(in %)
(in %)

Rendement op staatsobligaties

(in %)

8
6
11
6,9
8,1
9,6

7

6
8

10
5,3
6,3
7.3

4,6
5,8
6,3

4

4

-8
-19

I++
—1

-1

I

4,8
6.5

3
9
4
9
-1
4,5
4.9
6.7

4,5
5.3
6,9

4.0
4.7
6.3

1+
I++
1+
I++
|
—|
—1

” Saldo van positieve en negatieve antwoorden in procenten van het totaal.

21

Trend: procentuele jaarmutatie van het meest recente voortschrijdend 12-maands (4-kwartaals) gemiddelde.
—I: kleiner dan -5%; -I: tussen -2% en -5%; I: tussen -2% en 2%; l+: tussen 2% en 5%; I++: groter dan 5%.

ESB 16/23-12-1987

1207

label 2.

Recente ontwikkelingen in het buitenland
1980/-84 1985

1986

1ekw.

Trend21

1987

1987

4e kw.

1986

2°kw.

3″kw.

aug.

sept.

okt.

nov.

% mutatie t.o.v. dezelfde periode het jaar daarvoor

Produktie nijverheid.
excl. bouwnijv. (volume)

,

0
0
0
1
-1

Belgie
Frankrijk
Verenigd Koninkrijk
Italie
Verenigde Staten

Japan

6
2
1
5
1

2

1

0

3

-1
5
2
2
4

3

-2
0
3
4

0
-1
1
3
1

0

2
1
1

2
3
2

3
4
0

2
3
2

3
4

Bondsrepubliek Duitsland

2
4

1
0

1
-1

1
1

3
1

5

5
5

6

1
1

1

1
1
1

2

3

2

-1

-1

-4

2

0,8
2,3
3,5
4,4
4.8

0,4

1,8
3,2
4,1
5,1

0,9
1.7
3,1
4,5
5.7

i
l
1+

4,4

0,6
2,0
3.4
4.3
4,9

1+

0
0
0

3
4
4

2
2
0

0

4.3
7,6
10.5
7,5
14.9

2,2
4,9
5,8

-0,3

-1.0

Verenigde Staten
Japan
Europese Gemeenschap
Nederland

Europese Gemeenschap
Buitenland (gewogen} ‘
Nederland

0
2

1
1
1+

^

hl

l
l
1

Prijzen consumptie
Bondsrepubliek Duitsland
Belgie
Frankrijk
Verenigd Koninkrijk
Italie

-0.5
1,1

0,1

1,6
3,4
4,2

1,3

0,7

2,1

9,2

2,5
3,4
5,8

3,4
4.4

3,2
3,9
4,3

6,0
2.9

3,6
2,2

1,9
0,6

1,3
-0,2

2,2
-0,9

3,8
0.1

4,2
0,4

4,3
0,4

4.3
0,8

4,5
1,6

9,7
4,7

6,1
2,3

3,6
0,2

2,9
-0,2

3.0
-1,2

3,3
-1,0

3,3
0,2

3,4
0.2

3,2
0,2

3.5
0,1

6,1

H1+

1

1+

-0,1

Bran voor gegevens buitenland: Eurostat.
‘ Het gemiddelde van de 6 belangrijkste exportlanden, gewogen met hun aandeel in de Nederlandse export in 1985.
2
* Trend: procentuele jaarmutatie van het meest recente voortschrijdend 12-maands (4-kwartaals) gemiddelde.
—I: kleiner dan -5%; -I: tussen -2% en -5%; I: tussen -2% en 2%; l+: tussen 2% en 5%; I++: grater dan 5%.

Focus: Trends in middelen en bestedingen
In de onderstaande grafieken zijn de trends weergeven van

heidsproduktie ligt nagenoeg op hetzelfde niveau als het

vier voor de conjunctuur relevante indicatoren, waarover

gemiddelde van de twaalf maanden daarvoor (november

maandinformatie beschikbaar is. De volume-ontwikkeling

1985-oktober 1986). De scherpe daling van het groeiper-

van de produktie in de nijverheid (exclusief bouwnijverheid)

centage die zich gedurende 1985 en 1986 voordeed, lijkt in

en de invoer van goederen, onderdelen van de middelenkant van de economic, zijn in grafiek 5 opgenomen. In grafiek 6 zijn van de bestedingszijde de binnenlandse consumptie en de uitvoer van goederen weergegeven. Voorde
weergave van de trend van deze indicatoren is gekozen voor
de procentuele mutatie van het voortschrijdend twaalfmaandsgemiddelde ten opzichte van dat van de overeen-

1987 tot staan gekomen.
Het meest recente groeicijfer van de invoer van goederen
ligt duidelijk boven dat van 1986. In 1986 nam de invoer met
bijna 4% toe ten opzichte van 1985.

komstige periode van het voorgaand jaar. Het december-

cijfer van dit gemiddelde geeft dan de groei in het betreffende jaar ten opzichte van het jaar daarvoor.

Bestedingen
Het meest recente twaalfmaandsgemiddelde van de consumptie is ten opzichte van de voorgaande periode van
twaalf maanden met ruim 2% toegenomen. Deze groei blijft
iets achter bij de toename in 1986, die 3% bedroeg. De

groeistijging die de jaren 1985 en 1986 kenmerkte, heeft
Middelen

zich tot dusver in 1987 niet voortgezet.

Gemiddeld over 1986 veranderde het produktieniveau ten

De laatste cijfers van de uitvoer van goederen een volumegroei van ruim 3%. Ook in 1986 werd eenzelfde accres
gemeten.

opzichte van 1985 vrijwel niet. Over 1985 werd nog een stijging gemeten van 4%. Het meest recente twaalfmaandsgemiddelde (november 1986-oktober 1987) van de nijver-

Produktie en invoer (volume!

Consumptie en uitvoer

(volume)

1985 t . O , v .

a

19B6 t . o – v . 19B5

198-1

1987 t . o . v . 19H6

^^x:<^oQ:
K-/

‘..^
I I I
J F M A M J J A S O N D J F M A M J J A S O N D J F M A M J J A S O N D
19B5

1208

i

1986

I

19B7

I I I

1

1

1

I

1

1

1

1

1

1

i

i II 1 1 1 1 1 M 1

J F M A M J J A S O N C J F M A M J J A S O N C J F M A M J J A S O N C

19B5

19B6

1987