Statistiek
Werkloosheid
De geregistreerde werkloosheid
neemt nog steeds in een hoog tempo
toe. In de periode december 1993februari 1994 zijn er 113.000 werklozen méér dan een jaar geleden. Het
aantal geregistreerde werklozen
komt hiermee op 495.000. Dat is
evenveel als in de periode januarimaart 1988. De geregistreerde werkloosheid is sinds 1970 structureel
steeds hoger geworden. In 1970 waren er gemiddeld 45.000 geregistreerFiguur 1. Geregistreerde werklozen,
driemaandsgemiddelde (x 1000)
S25
300
de werklozen. Dit aantal nam geleidelijk toe tot ruim 200.000 medio jaren zeventig en bleef daarna stabiel
tot begin jaren tachtig. De werkloosheid ging toen in een hoog tempo
stijgen. Eind 1983 – begin 1984, dus
ruim een jaar na de recessie van
1981/1982, werd een recordaantal bereikt van 640.000 . In de daarop volgende acht jaren daalde het aantal
werklozen geleidelijk. De daling
hield aan tot medio 1992. Het aantal
geregistreerde werklozen kwam toen
uit op ruim 320.000. Sinds medio
1992 neemt het aantal geregistreerde
werklozen onafgebroken toe.
gen nog sterker (-10%). De terugval
van de investeringen in 1993 kan
met name worden toegeschreven
aan de investeringscategorieën
vrachtauto’s (-25%), personenauto’s
(-20%) en gebouwen (-9%).
Nieuwe prijsindex
Deze maand is de prijsindex van de
gezinsconsumptie (werknemers) in
het Conjunctuurbericht vervangen
door de consumentenprijsindex
(CPI). De CPI verschilt in een aantal
opzichten van de oude index. Het
oude prijsindexcijfer kende als basis
het pakket van 1985, het nieuwe is
gebaseerd op het aangepaste pakket
van 1990. Naast een uitbreiding van
de diensten in het pakket is in de
CPI ook met de consumptiegebonden belastingen rekening gehouden.
Hieronder vallen onderrneer de onroerend-zaakbelasting,
de motorrijtuigenbelasting, reinigingsrechten en
de afvalstoffenheffingen. Ook zijn
school- en collegegelden in het pakket opgenomen. In de nieuwe index
blijft daarentegen alle verzekerde medische zorg buiten beschouwing.
Tussen midden februari 1993 en
midden februari 1994 stegen de prijzen met 3,0%. In januari steeg de CPI
met hetzelfde percentage. De oude
index, die over januari voor het laatst
werd berekend, steeg met 2,4%. Het
Figuur 2. Wegingsschema consumentenprijsindex, 1990
Investeringen
Uit voorlopige uitkomsten van de
Kwartaalrekeningen blijkt dat het volume van de bruto investeringen in
1993 ruim 3% kleiner is dan in het
voorgaande jaar. Deze daling volgt
op een periode van tien jaar waarin
de investeringen voortdurend zijn gestegen. In 1982 werd voor het laatst
een volumedaling waargenomen
(-4%). In 1981 daalden de investerin-
1 voeding, dranken en tabak
2 kleding en ocb<>eisel
3 buur. vetWlU!llÃŽJJ8, vetlicbliDg
4 meubeieaen buisboudelij!5 vervoer en cotmIIIIIlÃŽCatÃŽ
6 ontwikkeling en ontspanning
7 overige goederen en dien$len
8 belastingen en overlIeidsdienstn
verschil wordt vrijwel verklaard door
het weglaten van de verzekerde medische zorg (effect 0,4%) en het toevoegen van de consumptiegebonden
belastingen en de uitbreiding van de
diensten in het pakket (0,3%). De
prijsindex van de medische zorg was
het laatste jaar vrijwel constant en
had daardoor een dempend effect op
de oude index. Vergeleken met 1990
laat van de onderscheiden consumptiecategorieën de ‘consumptiegebonden belastingen en overheidsdiensten’ veruit de grootste stijging zien.
Het prijsniveau in februari is met bijna 40% gestegen. De grootste categoFiguur 3. Consumentenprijsindex en
prijsindex gezinsconsumptie, % maandmutaties t.O.V.vorig jaar
prijsindex
“”,A,I
gezinsconsumptie
,,
consumentenprijsiudex
I
\1′
1
(oud)
\
(nieuw)
…
\
~,
‘ …. ,
2
o
,
I
I
jfmamjjasondjfmamjjasondjf
1992
1993
’94
rie – huur, verwarming en verlichting
– laat de op één na grootste stijging
zien (16%). De voedingsmiddelen,
dranken en tabak stegen ruim 7% in
prijs. Alleen voor de categorie kleding en schoeisel werd, steeds vergeleken met 1990, een prijsdaling
gemeten. De totale consumentenprijsindex is in februari, ten opzichte van
het basisjaar 1990, met 11% gestegen.
Naast genoemde index heeft ook
de zogenaamde afgeleide index zijn
intrede gedaan. Deze berust op fictieve prijzen, waarbij de gedachtengang
is: wat zouden de prijzen zijn geweest indien de belastingtarieven
van het basisjaar nog zouden gelden?
Onder deze condities zou de prijsontwikkeling gunstiger geweest zijn. Vergeleken met 1990 is in februari de
prijsstijging dan 9%, dus bijna 2%punt lager dan de CPI.
Kerngegevens recente ontwikkelingen,
procentuele
1992
1987r91
gemidd.
—
mutaties t.o.v. hetzelfde jaar daarvoor, tenzij anders aangegeven
1993
1993
ten.
Je kw.
2ekw.
1993
nov.
4ekw.
1294
dec.
jan.
Trend 2)
feb.
VOLUMEGI!’.GEVE
I’rodII*tieIK~}
Landbouw
……….
visserij
en
(-)
Nijverheid
botel. eR teStauraIItw •• rep. bede.
Tmupod. opoiax- en communicatiel>e.
Handel,
Overige
dieDstverlenmg
Algemom
(excl. ov.m.)
enz..
overbcidsbestuur.
2.9
4.0
2.4
3.4
4.4
3.3
1.0
—
l’1rJtJuJcM(maandint:Iic:otm)
Delfstotfenwimûng
1
2
0
3
-2
0
,
..
4
3
industrie
kuDstslofverw.
0
3
2
VoedUtgs-en genobIlOldeleni
Texticl-, JdediDg-en_
pç;e.-enpfi
__
Chemische _
Rubber- en
-1
2
6
-2
Hout. en bouwmataialenindustrie
BaailUDClaallftdustric
3
4
0
0
Elcktrocecbniscbc
0
.,
iDdustrie
Rest mecaa1. eIl overige industrie
Openbare nutsbedrijven
Bouwnijverheid:
begonnen woningeu
………..
~
VoedUtgs-en
3
..
0
1
0
0
alle
,
,
..
..
.,
..
-2
4
,
-1
1
..
..
genotmidde1en
Dumzame~
Overige goederen
-0.5
4.9
-2.2
-3.1
1.5
1.4
0.4
1.4
0.9
0.1
0.8
3.1
2.0
0.6
0
en dieDsterJ.
2
-…-…-.~inwsreaetim
Bodrijve.n
Overbeid
-1
-,
.,
0
0
-2
..
..
..
-,
2
0
..
0.2
6.7
-2.9
-0.7
2.2
2.1
0.3
..
..
..,
0.8
3.4
-7
0
6
-2
-,
.,•
I
6
.1
,.
…
I
I
-2
7
6
5
7
I
2
0
0
-2
3
0
I
-I
-2
-2
..
-I
..
..
0
4
..
-2
3
.. ..
0
0
,
-2
0
‘4
2
..
0
2
2
2
..
I
I
1
.,
-7
I
1+
(
-,
-7
…
0.5
3.6
22
0.2
0
..
..
..
I
.1.3
-,
-7
4
.1
..
..
6
-‘2
1
0
..
2
I
…
3
I
5
m
-I
…
I
…
I
0
0
2
2
I
-7
2
-I
2
-2
4
…
-2
-,
-4
BuiIm/and.se/rQnde/(go«/emo)
Invoer
Uitvoer
BBP
-2
-,
intmoationaaI
Verenigde
…
Staten
2.0
Duitsland
Verenigd Koomkrijk
Japan
2.0
••
~PRUZI!’N
~
Sea
(in
S per
Particuliere bedrijven
Overbeid
lluiue_(I)
19.00
2.9
-2.4
,.9
-U
3.2
-0..
2.3
2.5
k-
1.4
D.3
0.3
-0.1
0.4
D.5
I
…
2.5
2.4
2.8
2.7
-2.4
.,.4
-ao
….
.1.8
‘6.30
‘6.54
-a3
16.69
2.7
4.7
3.4
1.7
4.4
4.8
.’2
-1.8
-1.9
-a,
-a7
‘724
,….
…
4.3
3.2
3.2
2.5
2.1
4.0
3.7
1.96
‘.76
1.126
1.86
,.84
1.81
1.123
1.125
1.122
3.’0
129
2.79
… 6
2.71
,.52
2.79
1.127
pood
J_yen(100)
,.4
,.8
2.0
00p0miem1e en..,.m.;..roe-W_Iingid.}
Amaibalue doUor (I)
Eogo1,.
3.2
.. .0
2.0
3.2
-0.’
barrel)
(I)
3.37
‘.43
,.65
E!conomiKh
…..
Koopllerad1lejd
Koersindex voor’
Uitgesproken
l) (ID”‘)
klimaat
..•, …, …
-14
-60
aandelen.
algemeen
faillis ………
-~”””-
4
-2
..•
~
1leooIdelinglll1lelposiliel)
0nIerp00iIie
(4e kw.
(m”‘)
1990=100)
Ilczenioasgraad (m “‘)
ZlIIleIUb _
……..
1leooIdelin,llI1IeIposilie
85
5206
(.1000)
werklozen 3) (. 1000)
Idem, m ‘” _ de toIa1eboroepsbevoDáDg
Aantal __
gen (.1000)
tueD
81
0
3
36
•
3′
~goeden
I
-I
–I
,..
2.8
2.4
2.8
2.4
2.8
2.4
2.3
1.7
2.4
‘.7
2.8
2.8
2.8
2.8
2.5
2.4
‘.89
1.124
,.80
1.91
1.122
1.122
‘.91
1.121
‘.96
1.13)
1.121
2.84
‘.79
2.82
1.14
2.63
1.77
-23
-21
-,
.
15.”
-46
.1
“7
…
21
36
-7
37
33
‘2
28
..
…
-22
-24
…..
’00
101
8′
81
’00
lil
-12
-51
-21
-11
-23
…
.,.
-18
-11
55M
44
384
852
.10
632
555′
415
5.3
567
6.6
660
..
1) Saldo van
–I: kleiner
4.7
6
1.74
‘.75
-23
.’6
-46
.7
36
6
1.96
….
,.83
… …
..
k-
1++
I
-~
1++
-‘6
•1
44
39
16
‘6
.
…..
•’4
’00
lOl
1++
1++
.,
’00
–I
-I
5588
34
391
2.91
…
k-
-‘2
5538
47
..
-23
….
1&74
-23
~13
67
7
1+
….
-10
6.,
62
..
…
421
653
-11
•
I
–I
46S
46S
4M
485
7.’
701
7.1
701
7.5
740
7.7
756
2.’
‘0
6
2.8
1++
1++
1++
-“
-‘2
GeId .. _
V_””””””J>Ikmüet
B_liquiditeitaJma
3.0
-1.7
14.00
-‘4
339
uitzendkrachtco
3.0
-‘.0
11)6
81
2.8
-2.8
‘3.76
-‘2
adviesllureawo
Gerogistmxdc
Aanfal
…
“”
… …
…
..
-22
2.7
-a2
15.56
-a,
-11
en_.
Aantal bonen _-…..(.1000)
..
-16
“‘
27
… …
I) (m “‘)
-Ingenieurs-
1lconomUclle
-7
116
-4
16
I
-1.5
OVERIGE INDICATOIlEN
e.wwo-.uh
…
3.,
-1.9
,..
Drent
…
‘2
-D.5
D.6
Coasumeutenprij&index
Ah<!
V_
Aardolie. Nortb
…
-1
-1
2.7
…
1++
positieve en negatieve antwoorden in procenten van het totaal; 2) Trend: procentuele jaarmutatie van het meest recente voortschrijdende 12-maands gemiddelde;
dan -5%; – I: tussen -5% en -2%; I: tussen-2%en +2%; 1+: tussen 2% en 5%; 1++: groter dan 5%. 3) Driemaandsgemiddelden
opgenomen onder de middelste
maand. De gegevens zijn niet voor het seizoen gecorrigeerd; 4) Reeksbreuk; ~ ; gegevens nog niet beschikbaar.
ESB 30-3-1994