Om duurzame economische beslissingen te kunnen nemen is er inzicht nodig in de invloeden van productie en consumptie op milieu en natuur in binnen- en buitenland. Daarom is er dringend behoefte aan een geharmoniseerd statistisch raamwerk van voetafdrukken.
De zeven lidstaten van de EAC onderkennen het belang van buitenlandse handel en investeringen voor hun economische ontwikkeling en plukken daar ook de vruchten van. In het boek Trade and Investment in East Africa worden deze ontwikkelingen geanalyseerd, knelpunten benoemd en daarbij ook perspectieven geschetst die belangrijk zijn voor het Nederlandse beleid op het gebied van handel en ontwikkeling.
Het nastreven van een vacaturegraad van één – waarbij het aantal werkzoekenden gelijk staat aan het aantal openstaande vacatures – leidt tot een sociaal optimale werkloosheid.
Zakaria Boufangacha, vice-voorzitter van de FNV, twitterde dat bedrijven een groot deel van de inflatie veroorzaken. Een recent in ESB gepubliceerde analyse van collega’s van hem biedt echter geen steun voor deze bewering.
Het gelijk behandelen van mannen en vrouwen in de wet verhoogt de economische groei. De conclusie is gebaseerd op scores voor gendergelijkheid in de wet en de macro-economische data van landen wereldwijd vanaf 1970.
Arbeidsmigratie van buiten de Europese Unie kan de vergrijzing tegengaan. Maar hoeveel migranten zijn er eigenlijk netto in Nederland nodig om de grijze druk niet verder te laten toenemen? Een berekening.
Amerikaanse huishoudens bouwden tijdens de pandemie een verbazingwekkend extra vermogen van 37 biljoen dollar op, wat zou moeten bijdragen aan een grotere veerkracht van de Amerikaanse consument. De coronabesparingen kwamen echter vooral terecht bij de rijkste bevolkingsgroep.
Multinationals betalen hun werknemers vaak meer dan binnenlandse bedrijven. De dissertatieresultaten laten echter zien dat deze voordelen niet voor iedereen in de samenleving hetzelfde te zijn.
De consumentenprijsindex (CPI) geldt als een graadmeter van koopkracht. Deze houdt echter geen rekening met de veranderende sociale normen in de loop der tijd. Hoe ziet de koopkrachtontwikkeling eruit als we die niet baseren op de CPI, maar op de levensstandaard voor minimuminkomens volgens het Nibud?