Tijdens de energiecrisis werden energiebedrijven ervan verdacht de volatiliteit op de groothandelsmarkt te gebruiken om hun marges te verhogen. Dat kan door dalende kosten met vertraging door te geven aan de klant. Waren die verdenkingen terecht?
Een groter financieel vermogen maakt het voor huishoudens mogelijk om te investeren in minder energieverbruik, maar kan ook leiden tot consumptie van energie-intensieve luxeproducten. Naarmate het vermogen groter wordt, wint het laatste het van het eerste: de meest vermogende huishoudens verbruiken relatief veel energie.
Bijna tachtig procent van de eigenaren van een eengezinswoning gaf in 2023 aan in zonnepanelen te hebben geïnvesteerd of dat te overwegen. Daarbij zijn duidelijke verschillen zichtbaar naar de welvaartspositie van deze huishoudens.
Voor Nederlandse huishoudens is in 2024 het energiebelastingtarief voor aardgas 58,3 cent per kubieke meter en voor elektriciteit 10,9 cent per kilowattuur (exclusief btw). Maar in de praktijk betalen de meeste huishoudens een lager effectief tarief.
Vanwege toenemend gebruik van hernieuwbare energie zou je verwachten dat inflatie minder gevoelig is voor prijsschommelingen van fossiele brandstoffen. Deze hypothese wordt echter niet empirisch ondersteund.
Er gebeurt momenteel van alles op het gebied van klimaatbeleid. Lang niet al het beleid is echter effectief. Mede daardoor stijgen de mondiale emissies nog altijd door. Wat werkt wel?
In 2022 moesten 335.000 huishoudens oftewel 4,4 procent van de huishoudens in Nederland rondkomen van een bedrag onder de lage-inkomensgrens, waarmee ze een risico liepen op armoede. Dat is fors minder dan de 6,3 procent in 2021.
De Eerste Kamer heeft besloten de salderingsregel nog niet af te schaffen, tot ongenoegen van een deel van de energiesector. Gevreesd wordt dat het sterk toegenomen aanbod zonne-energie het elektriciteitsnet verstopt. De oplossing is echter voor handen: de thuisbatterij, ingezet als buurtbatterij. Hier is de sector zelf aan zet.
Het afschaffen van fossiele subsidies voor het wegverkeer zal de prijs van benzine en diesel laten stijgen. Dat zou zonder verdere beleidsmaatregelen de mobiliteit van huishoudens met een laag inkomen en ‘gedwongen autobezit’ kunnen beperken. In dit artikel geven we een indicatie van de omvang en kenmerken van deze groep huishoudens.