Sommige mensen zien hun werk als roeping, sommigen als een stap in hun carrière en weer anderen als simpelweg een manier om geld te verdienen. Deze persoonlijke houding ten aanzien van werk blijkt een significante voorspeller van de intentie om ontslag te nemen en naar ander werk te zoeken.
De laatste jaren is de vraag naar arbeid groter dan het aanbod. De werkloosheid is dan ook fors afgenomen. Opvallend is dat het hierbij met name gaat om de langdurig werklozen, want de kortetermijnwerkloosheid is structureler van aard.
Uitzendwerk is van oudsher een belangrijke manier om vanuit de WW aan het werk te gaan. De laatste jaren vinden werklozen echter steeds vaker via vaste en tijdelijke werknemerscontracten hun weg terug naar de arbeidsmarkt. Dat is waarschijnlijk een gevolg van de krappe arbeidsmarkt.
De Nederlandse arbeidsmarkttraining ‘Oriëntatie op de Nederlandse Arbeidsmarkt’ (ONA) informeert vluchtelingen over de arbeidsmarkt en bereidt hen voor op onder meer sollicitaties. Vluchtelingen die de ONA-training volgden, hebben een vijftien procentpunt hogere baankans dan ongetrainde vluchtelingen.
Arbeidsmigranten stromen sinds 2020 relatief minder vaak na hun uitzendperiode door naar een tijdelijk of vast regulier dienstverband. De arbeidsmigranten die een regulier contract kregen, hadden vervolgens wel relatief vaker een dienstverband van meer dan zes maanden.
Veel Europeanen zijn overgekwalificeerd voor hun baan, wat zorgt voor ontevredenheid. Werknemers met één jaar extra scholing dan nodig is, zijn gemiddeld 1,4 procent minder tevreden met hun baan.
Door de krapte op de arbeidsmarkt kampt dertig procent van de werkgevers met een te hoge uitstroom van personeel. 26 procent van alle werkgevers verbeterde de financiële beloning om uitstroom van personeel tegen te gaan.
De arbeidsmarkt voor ICT-beroepen is zeer krap. Volgens de spanningsindicator van UWV is de krapte in deze beroepsklasse al vele jaren het grootst van alle beroepsklassen. Toch is het nominale bruto-uurloon van ICT’ers sinds 2013 minder gestegen dan het mediaan uurloon van alle werknemers in Nederland.
Nieuwe technologieën voor algemeen gebruik, zoals AI dat in toenemende mate kan worden, leiden op termijn tot stagnerende lonen en een afnemende macht voor vakbonden.
Hoge inflatie gecombineerd met arbeidsmarktkrapte heeft de cao-loongroei recentelijk tot grote hoogtes gestuwd. In januari van dit jaar kwam de cao-loonstijging uit op 6,9 procent. In 2024 lijkt de loonstijging echter gematigder te zullen zijn.
Een subsidie voor het aannemen van werklozen boven de 58 jaar werkt in België averechts: zij worden door de subsidie juist minder vaak uitgenodigd voor sollicitatiegesprekken en aangenomen.