Ga direct naar de content

Bezorgdheid over Nederland

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: januari 24 2003

Bezorgdheid over Nederland
Aute ur(s ):
Geest, S.A. van der, (auteur)
Varkevisser, M. (auteur)
De auteurs zijn verb onden aan ocfeb van de Erasmus Universiteit Rotterdam. (auteur)
varkevisser@few.eur.nl
Ve rs che ne n in:
ESB, 88e jaargang, nr. 4393, pagina 41, 24 januari 2003 (datum)
Rubrie k :
Polderparade
Tre fw oord(e n):

In de Polderparade 2002 staat Lans Bovenberg opnieuw bovenaan. Opvallend is de toegenomen bezorgdheid over de Nederlandse
economie. Met name de te geringe innovativiteit en tekortschietende productiviteit zijn onderwerp van discussie.
De Polderparade 2002 bestaat uit de veertig Nederlandse en Belgische economen die gedurende de periode 1998-2001 het meest zijn
geciteerd in de zeven belangrijkste economische periodieken van ons land. Dit zijn esb, De Economist, Financiële en Monetaire
Studies, Maandschrift Economie, Openbare Uitgaven (tegenwoordig Tijdschrift voor Openbare Financiën), Tijdschrift voor Politieke
Ekonomie en de Preadviezen van de Koninklijke Vereniging voor de Staathuishoudkunde. Voor het opstellen van de jaarlijkse
Polderparade worden alle citaties in deze periodieken bekeken en gelden de volgende telregels. Iedere verwijzing naar een publicatie
van een Nederlandse of Belgische econoom is één punt waard. Het maakt hierbij niet uit of het een Nederlandstalige of anderstalige
publicatie betreft. Wanneer meerdere auteurs aan een publicatie hebben meegewerkt, wordt het punt gelijkelijk onder hen verdeeld.
Als in hetzelfde artikel verschillende publicaties van een zelfde auteur worden geciteerd, worden deze allemaal in de telling
meegenomen. Wanneer expliciet naar een bijdrage aan een bundel verwezen wordt, krijgt niet de (eind)redactie van de betreffende
bundel maar de auteur(s) van de betreffende bijdrage het punt toegewezen. Tenslotte worden verwijzingen naar eigen werk en citaties
die terug te vinden zijn in biografische artikelen en in artikelen waarbij een eenduidige auteursnaam ontbreekt buiten beschouwing
gelaten.
De ranglijst in 2002
Net als vorig jaar bekleedt ook dit jaar Bovenberg de eerste positie in de Polderparade (zie tabel 1). Zijn voorsprong op ‘runner up’ Fase die in november 2002 afscheid heeft genomen van de UvA – is zelfs aanzienlijk gegroeid. Bedroeg het verschil in punten in de vorige
editie nog 0,87 punt, nu is dat opgelopen tot bijna negen punten. Fase is niet alleen de aansluiting met Bovenberg kwijtgeraakt, maar
voelt inmiddels ook de hete adem van Teulings in zijn nek. De hoogleraar arbeidseconomie en directeur van het Tinbergen Instituut – die
vorig jaar al een reuzensprong maakte van plaats dertien naar plaats vier – is namelijk nog slechts iets meer dan eenderde punt van de
tweede plaats verwijderd. De top vijf van de ranglijst wordt gecomplementeerd door De Kam en Kleinknecht. De laatstgenoemde stijgt
ten opzichte van vorig jaar maar liefst tien plaatsen en dankt dit aan zijn spraakmakende publicaties over de relatie tussen de
arbeidsmarkt en innovaties 1. Opvallend snelle stijgers zijn verder Theeuwes (hoogleraar toegepast economisch onderzoek aan de
Universiteit van Amsterdam en sinds kort verbonden aan de wrr), De Jong (emeritus) en Van der Wiel (Centraal Planbureau en ocfeb).
Daarentegen maken Graafland, Huizinga, Van Zanden en Arnold in het klassement een flinke duikeling. De laatste drie wisten in 2001
zelfs niets aan hun puntentotaal toe te voegen. Net als vorig jaar verliezen de monetaire economen dus terrein, terwijl ook de opmars van
geschiedkundige economen van korte duur blijkt te zijn geweest 2.

Tabel 1. De Polderparade 2002 op basis van verwijzingen in 1998, 1999, 2000 en 2001
Naam
1.
2.
3.

(1)
(2)
(4)

4.
5.
6.
7.
8.
9.

(3)
(15)
(5)
(8)
(7)
(6)
(9)

11. (13)
12. (11)
13. (14)

A.L. Bovenberg
M.M.G. Fase
C.N. Teulings

huidige werkgever(s)

vorig

UvT (CentER)/eur (ocfeb) 27,54
9,00
emeritus
26,67
1,00
Tinbergen Instituut/
eur (ocfeb)
19,08
C.A. de Kam
rug
19,17
3,92
A.H. Kleinknecht tu Delft
12,67
8,00
A.W.A. Boot
UvA
18,00
1,50
P.T. de Beer
wrr
15,10
4,00
J. de Haan
rug
16,25
1,83
S. Cnossen
um/ocfeb
16,50
1,00
S.J.G. van Wijnbergen
UvA
15,00
G. Hofstede
emeritus
13,00
4,00
J. Hartog
UvA
14,17
2,33
E.E.C. van Damme UvT (CentER)
12,99
2,50

2001

totaal

36,54
27,67
8,20
23,08
20,67
19,50
19,10
18,08
17,50

27,28

2,50
17,00
16,50
15,49

17,50

14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
22.
24.
25.
26.
27.
28.
29.
30.
32.
34.
35.
36.
37.
38.
40.

(20)
(27)
(10)
(21)
(15)
(12)
(22)
(19)
(-)
(17)
(22)
(17)
(31)
(24)
(26)
(40)
(28)
(-)
(-)
(24)
(-)
(-)
(35)
(31)
(30)
(-)
(28)
(36)

J.J.M. Theeuwes
UvA/wrr
H.W. de Jong
emeritus
10,00
J.J. Graafland
UvT
14,42
S.C.W. Eijffinger UvT (CentER)
11,33
J. Swank
dnb/eur (ocfeb)
12,67
W.C. Boeschoten
tpg kpn Pensioen/rug
13,33
W.H. Buiter
ebrd/lse
10,83
F. van der Ploeg eui (Florence)/lse
12,33
B. Nooteboom
eur
L.J.R. Scholtens rug
H.A. Keuzenkamp
UvA (seo)
10,83
H.P. Huizinga
UvT (CentER)
Th.C.M.J. van de Klundert
emeritus
J.C. van Ours
UvT (CentER)
10,50
P. de Grauwe
ku Leuven
10,03
H.P. van der Wiel cpb/ocfeb
8,00
H.J. ter Bogt
rug
9,50
J.W. Oosterwijk
Ministerie van ez
R.M.A. Jansweijer wrr
J.L. van Zanden
uu
P.W. Moerland
Rabobank
F.J.H. Don
cpb
W. Groot
UvA/um
L.L.G. Soete
um (merit)
9,00
J.M. Groeneveld
Rabobank
9,42
B.M.S. van Praag UvA
I.J.M. Arnold
Universiteit Nijenrode
A. Heertje
emeritus

11,42
5,00
0,50
3,50
2,00
1,00
3,00
1,50
7,50
12,50
2,50
12,50

3,83
15,00
14,92
14,83
14,67
14,33
13,83
13,83
6,00
1,00
13,33

9,13
1,92
2,33
4,00
1,50
2,00
6,25
10,50
5,00
3,00
8,58
1,00
0,25
6,50
9,50
8,50

3,33
12,42
12,37
12,00
11,00
9,00
4,25
5,33
7,20
1,50
10,00
9,67
3,17
1,00

15,25

13,50
13,50
12,50
12,46

11,00
10,50
10,50
10,33
10,20
10,08

9,67
9,50
9,50

Verdwenen namen en nieuwe binnenkomers
Ten opzichte van de Polderparade 2001 zijn dit jaar acht namen uit de lijst verdwenen. Bikker,
‘t Hart, Houben, De Mooij, Lever, Sijben, Stevens en De Vries wisten hun plek onder de veertig meest geciteerde economen niet te
behouden. Tezamen met onder andere Jacobs (hoogleraar strategisch management aan de Rijksuniversiteit Groningen) en Rietveld
(hoogleraar vervoerseconomie aan de Vrije Universiteit) bevinden zij zich nu in de wachtkamer van de Polderparade. Hun plaatsen
worden ingenomen door zes nieuwe binnenkomers. De titel ‘hoogste nieuwe binnenkomer’ is dit jaar voor Nooteboom, die met een
superstip op de tweeëntwintigste plaats binnenkomt. Hij is als hoogleraar organisatietheorie verbonden aan de faculteit bedrijfskunde
van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Zijn publicaties gaan met name over de vraag op welke wijze innovaties het beste gestimuleerd
kunnen worden 3. De binnenkomst van Nooteboom komt overigens niet als een verrassing, omdat hij vorig jaar al nadrukkelijk aan de
deur van de Polderparade klopte. Dit geldt echter niet voor de secretaris-generaal van het ministerie van Economische Zaken, Oosterwijk.
De vele verwijzingen naar zijn nieuwjaarsartikel in esb van januari 2001 brengen hem vanuit het niets op plaats dertig 4. In dat artikel
geeft Oosterwijk aan dat het economische beleid zich de komende jaren moet richten op versterking van de productiviteitsgroei. Meer
marktdynamiek, een uitdagender fiscaal klimaat en een versterking van onderwijs en innovatie moeten in dat kader volgens hem de
belangrijkste speerpunten van het overheidsbeleid zijn.
De andere nieuwkomers van dit jaar zijn Jansweijer (werkzaam bij de wrr), Moerland (inmiddels werkzaam bij de Rabobank), Don
(directeur van het cpb) en Van Praag (universiteitshoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam). Evenals voor Oosterwijk geldt ook
voor Don dat zijn entree in de Polderparade verrassend te noemen is: in de jaren 1998 tot en met 2000 wist hij slechts drie punten te
verzamelen. Hij dankt zijn klassering van dit jaar vooral aan zijn in 2001 verschenen esb-artikel over het Nederlandse groeipotentieel 5.
Don betoogt daarin dat de hoge bbp-groei van de afgelopen jaren geen stand zal kunnen houden en dat weloverwogen beleid nodig is
om het groeipotentieel van de Nederlandse economie te versterken en erosie te voorkomen.
Jaarlijst 2001
Naast de Polderparade 2002 – die betrekking heeft op de jaren 1998 tot en met 2001 – is ook een ranglijst opgemaakt van de dertig meest
geciteerde economen in 2001 (zie tabel 2). In deze jaarlijst staan Bovenberg en Oosterwijk gezamenlijk op de eerste plaats. In de
bovenste regionen van dit klassement staan de economen die ook in de Polderparade hoge ogen gooien. Dit geldt echter niet voor
Schenk, die sinds vorig jaar als hoogleraar economische wetenschappen aan de Utrecht School of Economics (use) van de Universiteit
Utrecht verbonden is. Hij wist niet tot de Polderparade door te dringen en vormt op plaats zes dus een vreemde eend in de bijt. Schenk
dankt zijn hoge positie op de jaarlijst voornamelijk aan de Preadviezen van de kvs, die in 2001 betrekking hadden op de herpositionering
van ondernemingen. Hierin is veelvuldig verwezen naar Schenk’s bevinding dat de grootste acquisities van Nederlandse multinationals
ertoe hebben geleid dat hun beurswaarde

Tabel 2. Jaarlijst 2001
Naam
1.
3.
4.
5.

A.L. Bovenberg
J.W. Oosterwijk
C.N. Teulings
A.H. Kleinknecht
F.J.H. Don

huidige werkgever(s)
UvT (CentER)/eur (ocfeb)
9,00
Ministerie van ez
9,00
Tinbergen Instituut/eur (ocfeb)8,20
tu Delft
8,00
cpb
7,20

2001

6.
8.
9.
10.
11.

15.
16.

19.
21.

23.
24.
26.

B. Nooteboom
eur
H. Schenk
uu
P.W. Moerland
Rabobank
H.W. de Jong
emeritus
R.M.A. Jansweijer wrr
P.T. de Beer
wrr
G. Hofstede
emeritus
F.T. Schut
eur (iBMG)
H.P. van der Wiel cpb/ocfeb
C.A. de Kam
rug
B. van Ark
rug
W.H.J. Hassink
uu
J.J.M. Theeuwes
UvA/wrr
S.C.W. Eijffinger UvT (CentER)
C.A. Hazeu
wrr
P. Rietveld
vu
Th.C.M.J. van de Klundert
Emeritus
J. de Beer
cbs
L. Borghans
um (roa)
B.M.S. van Praag
UvA
G.J. de Bondt
ecb
W.H. Buiter
ebrd/lse
D. Jacobs
rug
Ch. Kalshoven
Economisch bureau abn amro
D.J. Wolfson
emeritus
G. Zalm
Tweede Kamer vvd

6,00
6,00
5,33
5,00
4,25
4,00
4,00
4,00
4,00
3,92
3,83
3,83
3,83
3,50
3,50
3,33
3,33
3,25
3,17
3,17
3,00
3,00
3,00
3,00
3,00
3,00

– gemeten over een periode van drie jaar – met gemiddeld twaalf procent is gedaald. De fusiegolf van de jaren negentig heeft zijns inziens
dan ook tot een enorme verkwisting van financiële middelen en managementtalent geleid 6.
Een opmerkelijk hoge klassering is er ook voor Schut, die als hoogleraar gezondheidszorgbeleid en economie van de gezondheidszorg
verbonden is aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij heeft nog onvoldoende punten verzameld om een plaats in de Polder-parade te
veroveren, maar met de herziening van de gezondheidszorg voor de deur zou daar binnenkort wel eens verandering in kunnen komen.
Samenvattend
Uit de Polderparade 2002 blijkt dat Bovenberg zijn koppositie niet alleen heeft weten te behouden, maar tevens zijn voorsprong
aanzienlijk heeft uitgebreid. De monetaire economen verliezen – net als vorig jaar – veel terrein. Daarnaast behoren ook de
geschiedkundige economen tot de verliezers. Hun verrassende opmars van vorig jaar is dus een incident gebleken. In 2001 stonden
vooral macro-economische thema’s centraal. Er is veel aandacht besteed aan de verbeterpunten van de Nederlandse economie. Met name
de gebrekkig werkende arbeidsmarkt, de te geringe innovativiteit en de tekortschietende productiviteit stonden sterk in de belangstelling.
Daarnaast bestaat ook steeds meer aandacht voor de noodzakelijke herziening van de gezondheidszorg. Het valt te verwachten dat deze
thema’s ook de komende jaren centraal zullen staan.

1 Zie bijvoorbeeld A.H. Kleinknecht, Heeft Nederland een nieuwe loongolf nodig?, Tijdschrift voor Politieke Ekonomie, jrg. 17, nr. 2,
1994, blz. 5-24, en A.H. Kleinknecht en C.W.M. Naastepad, Subtopper in de ‘Nieuwe Economie’, ESB, 14 juli 2000, blz. 576-578.
2 Zie S.A. van der Geest en M. Varkevisser, Monetaire economen verliezen terrein, ESB, 11 januari 2002, blz. 32-34.
3 Zie bijvoorbeeld B. Nooteboom, Samenwerking tussen bedrijven: wat moeten we toestaan?, ESB Dossier, 30 november 2000, blz. D4D6.
4 Zie J.W. Oosterwijk, Nieuwe bronnen van welvaartsgroei, ESB, 4 januari 2001, blz. 4-7.
5 Zie F.J.H. Don, Het Nederlandse groeipotentieel tot 2006, ESB, 30 maart 2001, blz. 284-287.
6 Zie bijvoorbeeld H. Schenk, Megafusies: kern van de recessie?, ESB, 6 april 2001, blz. 303.

Copyright © 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteur