Een historische tijdreeks vanaf 1800 toont een vrij stabiele participatiegraad, maar onderliggend grote veranderingen in de participatie van vrouwen én mannen.
De komende decennia zal de groei van de beroepsbevolking naar verwachting stagneren, terwijl de arbeidsmarkt nu al krap is en de ambities van het kabinet juist méér arbeidskrachten vergen.