Klimaatverandering leidt nu al tot economische schade, waarbij het huidige klimaatbeleid in veel landen achterloopt bij de net zero-doelstelling in 2050. Wat zijn de kosten op de lange termijn van te weinig doen aan klimaatverandering en wat levert toereikend klimaatbeleid op?
Tussen 2000 en 2022 is de arbeidsproductiviteit in de Nederlandse marktsector minder snel gestegen dan die in de Verenigde Staten. Hier ligt een opgave voor Nederland met het oog op de welvaart en het nationale concurrentievermogen.
De arbeidsinkomensquote (AIQ) weerspiegelt het aandeel van het arbeidsinkomen in de toegevoegde waarde. In sommige sectoren is deze indicator vertekend door bijvoorbeeld stijgende grondstofprijzen. De AIQ van de relevante marktsector laat sinds 1995 een daling zien.
De DNB-conjunctuurindicator, een instrument met als doel om omslagen in de Nederlandse conjunctuur tijdig te signaleren, is herzien. Hoe is deze nieuwe indicator tot stand gekomen?
De constateringen die Bas ter Weel en coauteurs doen in hun studie over de arbeidsinkomensquote zijn juist. Deze constateringen laten in het licht van de recente literatuur echter ook een andere conclusie toe.
Uit de ramingen van de OESO voor vijftien ontwikkelde landen vanaf 1971 blijkt dat onderschatting van de conjunctuur niet uniek is voor Nederland en van alle tijden is.
Een blik op de toekomst is belangrijk bij het nemen van beslissingen voor bedrijven, personen en de overheid. Ramingen van de economische ontwikkeling bieden zo’n blik, maar hoe goed zijn die ramingen eigenlijk?
De aankoop van goederen en diensten door consumenten via het internet – e-commerce – is volop in ontwikkeling. In theorie kan e-commerce langs meerdere kanalen een drukkende werking hebben op prijzen en de inflatie. Wij beschrijven deze kanalen en geven een indicatie van dit effect.
Op het punt met de minste arbeidsmarktspanning was het aantal werklozen zeven keer zo groot als het aantal openstaande vacatures. Sindsdien is vooral de werkloosheid in een rap tempo gedaald, en zijn er nu gemiddeld drie werklozen per openstaande vacature.