Afgekeurd
Nederland telt 850.000 WAO-ers die nauwelijks kans
maken ooit weer aan een baan te komen. Over enkele
jaren wordt de inschrijving van de miljoenste arbeidsongeschikte verwacht. De groei van het aantal arbeidsongeschikten lijkt niette stuiten. Als iemand eenmaal in de
WAO of AAW is beland, dan wil geen werkgever hem
meer hebben. De groei van het aantal inactieven legt
een zware financiele en sociale last op de maatschappij.
Een grote groep mensen wordt buiten het produktieproces geplaatst, terwijl de arbeidsmarkt ondertussen
steeds krapper dreigt te worden. Het is noodzakelijk het
aantal arbeidsongeschikten te beperken.
De gezondheid van Nederlandse werknemers is niet
de reden dat het aantal arbeidsongeschikten in Nederland verhoudingsgewijs veel hoger ligt dan in het buitenland. Het aantal dagen dat een Nederlandse werknemer
zich ziek meldt ligt internationaal gezien aan de hoge
kant, maar hij bezoekt minder vaak een dokter en heeft
een hogere levensverwachting dan zijn buitenlandse
collega. Ook is er weinig reden om aan te nemen dat de
arbeidsomstandigheden in Nederlandse bedrijven
slechter zijn dan elders, waardoor werknemers grotere
gezondheidsrisico’s lopen. In het arbeidsongeschiktenbestand zit een groot aantal mensen dat in het buitenland niet als arbeidsongeschikt zou worden beschouwd,
maar daar werkloos zou zijn of lager gekwalificeerd werk
zou verrichten. De snelle groei van het aantal arbeidsongeschikten hangt samen met de manier waarop de
Nederlandse maatschappij met arbeidsongeschikten en
arbeidsongeschiktheid omgaat.
De toegangsbarriere tot WAO en AAW is laag. Na een
jaar tegen veelal volledig loon in de ziektewet te hebben
gelopen, beland je vrijwel zeker in de WAO. Hiervoor
moet iemand voor ten minste 15% arbeidsongeschikt
zijn en niet meer in staat met passende arbeid hetzelfde
te verdienen als gezonde personen met soortgelijke
opleiding en ervaring. De begeleiding van en controle
op zieke werknemers is vaak gering. In tegenstelling tot
andere landen hoeft bij ziekteverzuim geen verklaring
van een arts te worden overlegd. Werkgevers doen vaak
weinig moeite om zieke werknemers snel weer aan het
werk te krijgen door bij voorbeeld (bedrijfs)geneeskundigen in te schakelen of door het aanbieden van aangepast werk. Onvrede over werkomstandigheden, spanningen op het werk door bij voorbeeld reorganisaties
lijken specifiek Nederlandse redenen om je ziek te melden. De spanningen uiten zich in psychische klachten.
Een derde van de arbeidsongeschikten is juist op grand
van psychische klachten afgekeurd.
De lage drempel van de WAO biedt werkgevers de
mogelijkheid om op een relatief eenvoudige manier van
minder produktieve werknemers af te komen. Bij werknemers en vakbonden stuit afvloeiing naar de WAO
nauwelijks op protest. Als iemand in de WAO of AAW
terechtkomt ontvangt hij tot zijn pensioen 70% van het
laatstverdiende loon, terwijl hij bij ontslag uiteindelijk in
de bijstand belandt. Uit financieel oogpunt kan het aantrekkelijker zijn om een uitkering te aanvaarden dan om
genoegen te nemen met lager gekwal if iceerd werk. Als
er een keuze mogelijk is tussen de WW en de WAO dan
is het maatschappelijk meer aanvaard om arbeidsongeschikt te zijn dan om werkloos thuis te zitten.
Voor werkgevers is het eenvoudiger om met een
gering aantal zeer produktieve arbeidskrachten te werken en anderen te laten afvloeien dan om kosten te
maken om minder produktieven via extra scholing of
ESB 30-5-1990
door aangepast werk in dienst te houden. Een inspanning om arbefdsongeschikten in dienst te houden levert
geen merkbaar kostenvoordeel op. De maatregelen die
de regering nu wil nemen om de groei van het aantal
arbeidsongeschikten te beperken haken hier op in. Met
een systeem van beloningen en boetes wil het kabinet
werkgevers stimuleren arbeidsongeschikten in dienst te
nemen en verhinderen dat werkgevers arbeidsongeschikten ontslaan. Differentiate van de ziektewetpremie
moet werkgevers meer dan voorheen confronteren met
de kosten die langdurig ziekteverzuim met zich brengt.
Bedrijven met een hoog ziekteverzuim gaan meer premie betalen dan bedrijven met een laag verzuim. Voorts
wordt geexperimenteerd met een quotumregeling die
bedrijven op straffe van een boete oplegt ten minste 3%
arbeidsongeschikten in dienst te hebben.
Het is de vraag of het voorgestelde systeem werkgevers voldoende prikkelt. Vooral niet als, zoals bij dit
systeem, de prikkels niet te veel pijn in de portemonnee
mogen veroorzaken en dus van beperkte omvang zijn
in verhouding tot de kosten van het in dienst houden of
nemen van laagproduktieve arbeidskrachten. Ook de
verlaging van de WAO- en AAW-uitkeringen van 80 naar
70% van het laatstverdiende loon heeft de toestroom
naar deze uitkeringen niet beperkt. Uit een eerste evaluatie van de quotumregeling blijkt dat bedrijven en
overheidsinstellingen zich niet geprikkeld voelen zich
aan de vastgestelde quota te houden.
Naast (grotere) financiele stimulansen zijn daarom
fundamentelere ingrepen noodzakelijk om het aantal
arbeidsongeschikten te beperken. Doortoetredingsbarrieres tot de WAO te verhogen, kunnen werknemers
minder gemakkeijk naar de WAO afvloeien. Voor werkgevers stijgen de kosten van deze vorm van ontslag.
Mogelijkheden op dit gebied zijn een verhoging van de
arbeidsongeschiktheidseis, strengere controle op ziekteverzuim en verlaging van de ziektewetuitkering na een
periode van bij voorbeeld zes weken. Tevens kan van
werkgevers worden afgedwongen dat zij eerder aangepast werk aanbieden, door werknemers slechts ongeschikt te verklaren voor hun huidige werk. Het probleem
met deze maatregelen is dat ook de mensen worden
getroffen voor wie er echt geen andere oplossing is dan
een WAO- of AAW-uitkering. Ook zal een deel van de
huidige arbeidsongeschikten voortaan in de WW terechtkomen, waardoor weliswaarde kosten worden verlaagd, maar niet het probleem van het grote aantal
inactieven wordt opgelost.
Om de uitstoot van mensen met een geringe produktiviteit uit het produktieproces tegen te gaan, moeten
werkgevers veel directer met de kosten van hun handelwijze worden geconfronteerd. Dan worden ze gedwongen een afweging te maken tussen een hoge arbeidsproduktiviteit die gepaard gaat met hoge kosten voor
ziekte- en arbeidsongeschiktheidsuitkeringen enerzijds
en een lagere arbeidsproduktiviteit gecombineerd met
lagere kosten anderzijds. Financiele prikkels gericht op
werknemers verhinderen dat zij zich tevreden stellen
met een WAO-uitkering. Het moet werkgevers en werknemers duidelijk worden dat het om economische en
sociale redenen onaanvaardbaar is minder produktieven buiten spel te zetten. De nu voorgenomen maatregelen zullen echter niet verhinderen dat de komende
jaren nog eens meer dan 100.000 mensen worden
afgekeurd.
D.E. Ernste
485