Het coronavirus is in Nederland aan een nieuwe opmars bezig, nadat de lockdown in het voorjaar de verspreiding had geremd. Bij het nemen van maatregelen, leunt het kabinet sterk op de kennis en adviezen van experts. Dat is op zich een goede zaak, maar het kan ook beperkend werken. Veel is immers onzeker. Het kabinet lijkt erg voorzichtig met het nemen van maatregelen die het coronavirus misschien wel en misschien niet helpen indammen. Gezien de hoge maatschappelijke kosten van een eventuele nieuwe lockdown, is een offensievere aanpak gerechtvaardigd: ook een erg onzekere maatregel loont al snel.
Terughoudende positie kabinet
Sinds de lockdown had het kabinet meer maatregelen kunnen nemen waarvan minder zeker was dat ze werkten. Zo is er, bijvoorbeeld, geen subsidie gekomen om de soms gebrekkige ventilatie op scholen voor of tijdens de zomervakantie te verbeteren (Van Haperen, 2020). Een reden was vermoedelijk dat de door het kabinet geraadpleegde deskundigen het hele voorjaar dachten dat betere ventilatie waarschijnlijk weinig tegen corona helpt, omdat aerosolen waarschijnlijk geen grote rol spelen bij de verspreiding van het virus.
Maatregelen lonen snel gezien groot potentieel welvaartsverlies corona
Het is vanuit economisch perspectief de vraag of een wetenschappelijk goed onderbouwde inschatting dat een maatregel waarschijnlijk niet werkt, voldoende reden is om de maatregel niet te nemen. Veronderstel eens dat het waarschijnlijk is dat betere ventilatie op scholen niet helpt tegen het virus. Meer precies: er is negentig procent kans dat het niet helpt en tien procent kans dat het wel helpt. Veronderstel verder dat er twee procent kans is dat een ambitieus investeringspakket voor ventilatie op scholen net de doorslag geeft bij het voorkomen van een tweede coronagolf en een tweede lockdown. Veronderstel ten slotte dat een nieuwe lockdown een welvaartsverlies van 100 miljard euro leidt.
De verwachte waarde van de baten van het investeringsplan is dan, als we ons voor het gemak beperken tot de baten van het voorkomen van een lockdown, gelijk aan twee procent van honderd miljard oftewel twee miljard euro. Dat impliceert dat het plan zinvol is zolang de installatiekosten van de ventilatiesystemen (inclusief kosten van onderhoud en elektriciteit) lager zijn dan twee miljard.
Een mogelijke tegenwerping is dat het bij een kosten-batenanalyse niet alleen gaat om de verwachte waarde van de effecten, maar ook om de risico’s. Het risico dat de investeringen geen effect hebben is groot, en wel negentig procent. Omdat mensen (meestal) een afkeer van risico hebben, vormen risico’s volgens economen in principe een kostenpost welke een reden kan zijn om een investering niet te doen.
In dit geval mag men de risico’s van de investeringen echter negeren. Een investering in ventilatie van scholen maakt namelijk deel uit van een breder pakket aan maatregelen die de welvaart in Nederland beïnvloeden. Dit pakket, ook wel portfolio genoemd, omvat de beleidsmaatregelen van onze overheden, de acties van private bedrijven en consumenten, natuurrampen en vele andere zaken. Risico’s van individuele investeringen die op het niveau van deze portfolio tegen elkaar wegvallen, mogen, uitgaande van de portfoliotheorie, genegeerd worden (Van der Burg, 1996).
De kans van negentig procent dat de investeringen in ventilatie niet helpen tegen het coronavirus valt (praktisch) geheel weg tegen de risico’s van de andere onderdelen van de genoemde porfolio. Het algemene risico dat onze welvaart straks afwijkt van de verwachte waarde (of best mogelijke schatting), zal dus niet (serieus) stijgen door de investeringen in ventilatie en mag dus genegeerd worden.
Onderzoek investeringsplan ventilatie
Ook als de kans dat het helpt tegen corona klein is, loont een ambitieus investeringsplan voor ventilatie op scholen dus snel. Het kabinet zou de kosten van zo’n plan dus nader moeten onderzoeken. Daarbij moet dan uiteraard ook worden meegenomen dat betere ventilatie (los van corona) het ziekteverzuim onder leerlingen vermindert, en de slagingspercentages verhoogt (Jacobs en Borsboom, 2019). Het is goed mogelijk dat alleen al via de baten van de betere leerprestaties veel van de installatiekosten zich zullen terug verdienen. Dat betekent dat zelfs een kleine kans dat ventilatie ook nog helpt tegen corona, al voldoende reden is om het plan zo snel mogelijk uit te voeren, en zo nodig te subsidiëren.
Schaal bron- en contactonderzoek op
Ook op andere terreinen zou het kunnen lonen om meer te investeren dan het kabinet doet. Een voorbeeld betreft het bron- en contactonderzoek. Aan de huidige 3.500 fte die daarvoor beschikbaar zijn, ligt onder meer de aanname ten grondslag dat voor één besmet persoon gemiddeld acht uur nodig is (Ministerie van VWS, 2020). Dat is lager dan de 14 uur die het European Center for Disease Control schat (NOS, 2020). Het kan zijn dat de Nederlandse schatting wetenschappelijk gezien veruit superieur zou zijn, maar ook dan is er een kleine kans dat die schatting straks toch te laag blijkt te zijn. Vanuit een kosten-batenperspectief loont een hoger doel van 4.000 fte of meer dan al snel. Want elke kleine kans om een lockdown te voorkomen is gezien de hoge economische kosten daarvan heel veel waard.
Literatuur
Jacobs, P. en W.A. Borsboom (2019) Meta-onderzoek voor coalitie gezonde binnenlucht. TNO 2019 R10969, Delft: TNO.
VWS (2020) Update bron en contactonderzoek en quarantaine. Kamerbrief, 11 augustus. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
NOS (2020) GGD gewezen op tekortkoming contactonderzoek, maar wilde uitstralen ‘er klaar voor te zijn’. Bericht op nos.nl, 12 augustus.
Van der Burg, T. (1996) Project appraisal and macroeconomic policy. Dordrecht, Kluwer.
Van Haperen, T. (2020) Openhouden scholen vereist nationale regie. De Volkskrant, 12 augustus.
Auteur
Categorieën