Ga direct naar de content

Instroom WW seizoensgevoeliger in de periferie

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: januari 21 2020

■ Sake Wagenaar (UWV)

De instroom van werknemers naar de Werkloosheidswet (WW) verschilt per seizoen. En die seizoensgevoeligheid verschilt weer per arbeidsmarktregio, blijkt uit cijfers van het UWV over het gemiddelde aantal nieuwe WW-uitkeringen in de periode 2012-2018 (figuur). In het noorden van het land (Drenthe, Friesland, Groningen en Regio Zwolle) is deze seizoensgevoeligheid hoger dan in de rest van het land. Ook andere perifeer gelegen regio’s zijn relatief seizoensgevoelig (Twente, Achterhoek, Midden-Limburg, Zuid-Limburg en Zeeland), evenals Regio Rivierenland. De seizoensvariatie is het laagst in de regio’s Groot-Amsterdam, Gooi en Vechtstreek, Zuid-Holland Centraal en Zuidoost-­Brabant.

De regionale verschillen komen deels doordat in bepaalde regio’s relatief veel seizoensgevoelige beroepen voorkomen. Agrarische, pedagogische en technische beroepen zijn het meest seizoensgevoelig. In de noordelijke provincies komen naar verhouding veel technische en agrarische beroepen voor. Binnen de technische beroepen komt de seizoensgevoeligheid vooral door beroepen in de bouw, zoals schilders en metselaars. In de landbouw en de bouw speelt het weer een belangrijke rol, zodat er een extra hoge WW-instroom in de winter is. Bij de pedagogische beroepen valt de seizoenspiek juist in de zomer, als het schooljaar afloopt.

Ook andere beroepen kunnen sterk seizoensgevoelig zijn, zoals reisbegeleiders, buschauffeurs en koks. Dat heeft te maken met het vakantieseizoen en hier is de WW-instroom het hoogst in de herfst.

ICT-beroepen, managers en commerciële beroepen zijn het minst seizoensgevoelig, want dit soort werk vindt voornamelijk binnen plaats. Maar ook in beroepen die niet weergevoelig zijn is de WW-instroom wel het hoogst in de winter, doordat arbeidscontracten vaak aan het eind van het kalenderjaar aflopen.

De seizoensgevoeligheid van een beroepsgroep verschilt echter ook per regio. Zo maakt het in de agrarische sector nogal uit of een regio op veeteelt en akkerbouw is gericht of op glastuinbouw. En de ene vorm van toerisme is weergevoeliger dan de andere, zoals een verblijf op een camping, vergeleken met overnachtingen in een hotel (stads­toerisme).

Auteur