Diverse scribenten (veelal van CDA-huize) proberen de term ‘muitende middenklasse’ te munten. In apocalyptische termen wordt het beeld neergezet van een aanstaande revolutie. Zo dreigt elke westerse democratie verzwolgen te worden in een Bermudadriehoek (econoom en amateurpoliticoloog Eijffinger), is het uitknijpen van de middenklasse een sluipend proces (Buma) en gaat de afbraak van banen en de stijging van armoede in de middenklasse maar door (vakbondsman Castelein).
Fact checks
Met spanning kijk ik daarom elke dag naar het Journaal of de opstanden al zijn verschoven van het Tahrirplein via het Maidanplein naar het Malieveld. Vooralsnog is het ernstigste voorval het uitschelden van een demonstrant uit West-Papoea die abusievelijk door Zwarte Piet-demonstranten aangezien werd voor een tegenstander van het sinterklaasfeest.
Tijd voor wat fact checks. Lees de serie blogs over dit thema van Bas ter Weel, onderdirecteur van het Centraal Planbureau, op economie.nl. Wat blijkt?
Middenklasse
Het gros van het beschikbare materiaal over de middenklasse is afkomstig uit de Verenigde Staten. Nu is de inkomensongelijkheid daar veel groter dan in Nederland en werkt de arbeidsmarkt er heel anders. Daarnaast is helemaal niet duidelijk hoe de middenklasse eigenlijk te definiëren is. In de VS gaat het om de groep tussen High School-diploma en High School plus een aantal jaren College. In Nederland is geen heldere definitie voorhanden. Een mbo-diploma? Een groep van vier miljoen mensen met onderling grote verschillen. De groep van ongeveer 700.000 werknemers die alleen havo/vwo hebben dan? Welke banen hebben deze mensen? We weten het niet.
Brynjolfsson en McAfee lieten met hun boek Race against the Machine zien hoe arbeidsverhoudingen ingrijpend gaan verschuiven als gevolg van technologische mogelijkheden. Die techniek houden we natuurlijk niet tegen, maar door ons scholingssysteem zijn we minder gevoelig dan de VS. De top van het mbo kan bij ons best aansluiten bij het hbo.
Stabiel middenveld
Voor zover er cijfers over Nederland zijn, wijzen die op een relatief stabiele situatie op het middenveld in vergelijking met het buitenland. Weliswaar zijn de loon- en de inkomensongelijkheid wat gestegen, maar in internationaal perspectief zijn beide zeer gematigd. Het is zelfs niet evident aan welke kant van het ‘optimum’ Nederland zich op dit moment bevindt. Vermogensongelijkheid is een zorgenkindje, maar over de gevolgen ervan voor de middengroepen is niet veel bekend.
Dat betekent niet dat het kabinet op zijn lauweren kan rusten, want om te zorgen dat middengroepen inderdaad de aansluiting krijgen, zijn forse investeringen in het onderwijs nodig. Begrijpelijk dat het gedoogloze CDA zich wil profileren met rabiate teksten, maar een revolutie heb ik niet in de cijfers kunnen ontdekken.
Auteur
Categorieën